Centrale Raad van Beroep Jaarplan september 2009

Transcriptie

1 23 september 2009 Centrale Raad van Beroep Jaarplan 2010

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding.3 2 Strategie en beleid. 5 Bestuurlijke aandachtspunten voor 2010 Werving en selectie/arbeidsmarktpositie Structurele dialoog Internationale samenwerking/contacten Betrokkenheid burger/verbetering informatievoorziening/ actief mediabeleid Betrokkenheid bij onderwijs Voorlichting en communicatie 3 Personeelsmanagement Waardering medewerkers en klanten..9 5 Eindresultaten..9 Productie en budget Mediation Etnisch diversiteitsbeleid Bijlage: planningsmodel 2

3 1. Inleiding De Centrale Raad van Beroep is, naast de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven, een van de drie hoogste bestuursrechtelijke appelcolleges die Nederland kent. Elk van deze hoogste bestuursrechtelijke appelcolleges oordeelt in hoger beroep als rechter in laatste instantie 1 over de door de wet specifiek aan het betrokken college toebedeelde appelzaken. Voor de Centrale Raad van Beroep gaat het daarbij om, kort gezegd, het sociale bestuursrecht (werknemersverzekeringen, volksverzekeringen, maatschappelijke ondersteuning, bijstand, studiefinanciering), het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht. Daarnaast oordeelt elk van de drie colleges als rechter in eerste en enige instantie over de aan hem toebedeelde beroepszaken. Voor de Centrale Raad van Beroep gaat het daarbij om beroepen van rechterlijke ambtenaren en beroepen op grond van de wetten voor oorlogsgetroffenen. Het gegeven dat de Centrale Raad van Beroep eindrechter is, brengt een bijzondere - en exclusieve - verantwoordelijkheid mee voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling op de hem toebedeelde deelterreinen van het bestuursrecht. Een bijzondere verantwoordelijkheid heeft de Centrale Raad van Beroep ook voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling op het gebied van het algemene bestuursrecht en het bestuursprocesrecht en voorts met betrekking tot - algemene - rechtsvragen waarover meer dan één hoogste civiele rechter, strafrechter of bestuursrechter kan oordelen. Die verantwoordelijkheid deelt hij met de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven, en ook met de Hoge Raad als cassatierechter in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. De geschetste constellatie vergt rechtspraak van hoge inhoudelijke kwaliteit en van grote, interne en externe, consistentie. Daaraan wordt onder andere gestalte gegeven door intensieve overlegstructuren binnen de Centrale Raad van Beroep en met de andere hoogste rechterlijke colleges, gericht op rechtseenheid en uniforme toepassing van het recht. Deze overlegstructuren vergen ook in 2010 veel tijd en aandacht. Naast de inhoudelijke kwaliteit is de tijdigheid van de rechtspraak van ook de Centrale Raad van Beroep van eminent belang. Partijen hebben recht op een rechterlijke uitspraak binnen een redelijke termijn. In 2004 is de Centrale Raad van Beroep een ambitieus project gestart dat als oogmerken heeft het bekorten van de doorlooptijden tot een aanvaardbaar niveau en het - structureel - substantieel terugdringen van de werkvoorraad. Doelstellingen van de eerste fase, die eind 2009 wordt afgerond, zijn een gemiddelde doorlooptijd van (ten hoogste) achttien maanden en een uitstroom die groter is dan de instroom. Deze doelstellingen zullen worden gehaald. Op dit moment is de gemiddelde doorlooptijd over dagen. De verwachte uitstroom in 2009 is op dit moment 7450 zaken en de instroom 7200 zaken, hetgeen betekent dat de werkvoorraad eind 2009 naar verwachting met 250 zal verminderen tot 9429 zaken. In 2010 start de tweede fase van het project. Doelstellingen van de tweede fase zijn het (verder) beperken van de gemiddelde doorlooptijd tot (ten hoogste) twaalf maanden en het (verder) terugdringen van de werkvoorraad tot een aantal dat ongeveer gelijk is aan de instroom in één jaar. Op deze plaats wordt reeds opgemerkt dat zich inmiddels enkele ontwikkelingen hebben voorgedaan die risico s in zich bergen voor een geslaagde afronding van het project. Zo is de instroom in de werkstroom bijstandszaken - in afwijking van de landelijk gegenereerde prognoses - ook in 2009 weer substantieel gestegen en heeft de verwachte daling van de instroom 1 In een beperkt aantal gevallen staat tegen bepaalde onderdelen van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven beroep in cassatie open bij de Hoge Raad. 3

4 in de werkstroom arbeidsongeschiktheidszaken zich tot dusverre nog niet in de geprognosticeerde mate gemanifesteerd. Verder is, in het bijzonder bij de werkstromen arbeidsongeschiktheidszaken en maatschappelijke ondersteuning, het aantal afgedane zaken per zitting structureel afgenomen doordat (nog) meer dan voorheen de rechterlijke attitude is gericht op finale geschilbeslechting, dat wil zeggen: het zoveel mogelijk door de rechter zelf en definitief afdoen van het geschil, zodat de zaak niet teruggestuurd hoeft te worden naar het bestuursorgaan. Daarmee is een groot maatschappelijk belang gemoeid, maar het betekent wel dat (de) zaken veel bewerkelijker worden en soms ook twee keer op een zitting moeten worden behandeld. Bij gelijkblijvende capaciteit aan rechters en juridische ondersteuning en zonder nadere maatregelen zou het voorgaande ertoe kunnen leiden dat de doorlooptijden juist weer oplopen. Essentieel bij en voor dit alles is een structureel gezonde financieringspositie van de Centrale Raad van Beroep, die voor de financieringsperiode echter onvoldoende is gegarandeerd. Met de Raad voor de rechtspraak is in 2009 een bestuursafspraak voor het jaar 2009 èn het jaar 2010 gemaakt, die ertoe leidt dat de Centrale Raad van Beroep desondanks voor (de rest van) de financieringsperiode niet met (te) grote financiële problemen wordt geconfronteerd. De Centrale Raad van Beroep gaat er voorshands van uit, dat vanaf de financieringsperiode een structurele oplossing wordt bereikt. De uitkomsten voor de Centrale Raad van Beroep van het tijdbestedingsonderzoek Rechtspraak 2008, neergelegd in een eindrapportage van 19 maart 2009 en vervolgens door het bestuur van de Centrale Raad van Beroep uitgewerkt in een advies aan de Raad voor de rechtspraak over de behandeltijden per zaakscategorie 2 van 18 juni 2009, zijn daartoe een eerste stap. 3 Deze zal echter gevolgd moeten worden door het vaststellen van een minutenprijs die de kosten integraal dekt. Daarnaast heeft het bestuur van de Centrale Raad van Beroep bij brief van 27 mei 2009 uitdrukkelijk de aandacht van de Adviescommissie Werklastmeting en Bekostiging en de Raad van de rechtspraak gevraagd voor de noodzakelijke - afzonderlijke - financiering van de interne en externe overlegstructuren gericht op rechtseenheid en uniforme rechtstoepassing. De daarmee gemoeide tijd komt uit het tijdbestedingsonderzoek namelijk maar zeer ten dele naar voren. Op deze plaats spreekt het bestuur van de Centrale Raad van Beroep uitdrukkelijk uit dat als de hiervoor bedoelde structurele oplossing onverhoopt - door welke oorzaken dan ook - toch niet zou worden bereikt, de Centrale Raad van Beroep geen concessies zal doen aan de inhoudelijke kwaliteit. Gevolg daarvan zal zijn dat het aantal afgedane zaken afneemt, met negatieve gevolgen voor de doorlooptijd en de omvang van de werkvoorraad. De Centrale Raad van Beroep wil ten slotte - blijven - bijdragen aan de landelijke ontwikkelingen binnen de Rechtspraak. Door middel van actieve en initiërende participatie in de algemene presidentenvergadering en de vergadering van appelpresidenten, door middel van doordachte advisering aan de Raad voor de rechtspraak, en door middel van herkenbare bijdragen op landelijke manifestaties en bijeenkomsten en in landelijke gremia. 2 De gemiddelde behandeltijd voor het rechterlijke aandeel is gesteld op 627 minuten (785 minuten voor gewone bodemzaken, 12 minuten voor overige afdoeningen en 380 minuten voor voorlopige voorzieningen). De gemiddelde behandeltijd voor het aandeel van de juridische ondersteuning is gesteld op 736 minuten (885 minuten voor gewone bodemzaken, 140 minuten voor overige afdoeningen en 770 minuten voor voorlopige voorzieningen). 3 Opmerkelijk is dat de Centrale Raad van Beroep in het tijdbestedingsonderzoek het hoogste scoort als het gaat om overwerk door de rechters: gemiddeld 576 minuten per week! 4

5 2. Strategie en beleid Bestuurlijke aandachtspunten voor 2010 Kwalitatief hoogwaardige rechtspraak De Centrale Raad van Beroep staat voor kwalitatief hoogwaardige rechtspraak. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de juridisch-inhoudelijke kwaliteit en om tijdigheid. De juridisch-inhoudelijke kwaliteit wordt onder meer geborgd door de onder 1 aangeduide overlegstructuren, gericht op rechtseenheid en uniforme toepassing van het recht. Het goed functioneren daarvan vergt veel tijd van de president, de vice-presidenten (inhoudelijk adviseurs) en de senior-gerechtsauditeurs, die daarmee in het bijzonder zijn belast. 4 Dit geldt ook voor het Wetenschappelijk Bureau en de Internationale Kamer van de Centrale Raad van Beroep. Kwalitatief hoogwaardige (bestuurs)rechtspraak vergt ook een op finale geschilbeslechting en conflictoplossing gerichte attitude en een daarmee corresponderende inrichting van procedures en werkprocessen. Het in 2009 geïnitieerde project finale geschilbeslechting zal, zodra de financiering rond is 5, in 2010 (verder) worden uitgevoerd. Het project kent een ruime opzet, waarin ook zaaksdifferentiatie door middel van poortrechters en regiezittingen een plaats hebben gekregen. Het bestuur van de Centrale Raad van Beroep heeft hoge verwachtingen van dit project, in de eerste plaats uit een oogpunt van kwaliteit (procedurele afdoening op maat en een - nog - grotere gerichtheid op daadwerkelijke geschilbeslechting). Het lijkt daarnaast mogelijk hiermee op termijn ook doelmatigheidsvoordelen te behalen. In zoverre is dit project een van de vruchten van de in eveneens in 2009 in gang gezette operatie slimmer werken. De ondergrens van tijdige rechtspraak is de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De Centrale Raad van Beroep kent een signaleringssysteem voor zaken waarin - voor de procedure als geheel - overschrijding van die termijn dreigt, zodat deze zaken zoveel mogelijk nog tijdig kunnen worden afgedaan. Dit systeem werpt zijn vruchten af. Het aantal zaken waarin sprake is van (mogelijke) termijnoverschrijding neemt zienderogen af. Indien sprake is van termijnoverschrijding, is deze in de overgrote meerderheid van de gevallen overigens toe te rekenen aan het bestuursorgaan en niet aan de rechter. Het Wetenschappelijk Bureau van de Centrale Raad van Beroep heeft het groot onderhoud aan het Handboek Algemene wet bestuursrecht in 2009 afgesloten. Door middel van frequent actualiseren en niet in de laatste plaats door publicatie op Porta Iuris, waardoor het Handboek toegankelijk is voor de rechtbanken, verwacht de Centrale Raad van Beroep een belangrijke structurele bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de bestuursrechtspraak in het algemeen. Aanpassingen in de organisatiestructuur De organisatiestructuur van de Centrale Raad van Beroep, met de zich daarbinnen afspelende primaire en ondersteunende werkprocessen en werkwijzen, dient de kerntaak van de Centrale Raad van Beroep (kwalitatief hoogwaardige rechtspraak) optimaal te ondersteunen. De Centrale Raad van Beroep is daarnaast een van de gerechten die, met de Raad voor de rechtspraak, onderdeel zijn van de organisatie van de (R)(r)echtspraak in Nederland. Als zodanig levert de Centrale Raad van Beroep een bijdrage aan de bestuurlijke en beleidsmatige vormgeving van de rechterlijke organisatie. Voorts dient de Centrale Raad van Beroep als goed werkgever de medewerkers een werkomgeving te bieden die als open, transparant en plezierig wordt ervaren en die hun de mogelijkheid biedt hun kwaliteiten zo goed mogelijk te 4 De functie bestuurslid kwaliteits- en kennismanagement is op dit moment vacant en zal niet eerder dan per 1 juli 2010 kunnen worden ingevuld. 5 Het project is bij de Raad voor de rechtspraak aangemeld als innovatief project. 5

6 ontplooien en verder te ontwikkelen. Ten slotte dient de Centrale Raad van Beroep op een zo doelmatig mogelijke wijze om te gaan met de aan hem ter beschikking gestelde - publieke - middelen. Ook aan deze taken en doelstellingen moet de organisatiestructuur dienstbaar zijn. Ook moet zij toekomstgericht zijn. In het licht hiervan is het bestuur van de Centrale Raad van Beroep recentelijk tot de conclusie gekomen dat het wenselijk is de organisatiestructuur op enkele punten aan te passen. De twee kernonderdelen van de voorgenomen reorganisatie zijn: het tot stand brengen van twee (in plaats van drie) secties, met daarbinnen (ver)brede werkstromen; het tot stand brengen van één griffie voor de Centrale Raad van Beroep als geheel (met een eenhoofdige leiding, het hoofd griffieorganisatie), waarbij de griffie wordt verzelfstandigd en bestuurlijk wordt opgehangen aan de directeur bedrijfsvoering. 6 In dit model worden de secties gepositioneerd als de productie eenheden, met daaromheen zelfstandige faciliterende onderdelen. De rol van de sectieleiding (sectievoorzitter en sectiemanager) zal worden versterkt. De nieuwe organisatiestructuur moet onder meer leiden tot een grotere uniformiteit en verdere professionalisering, een grotere flexibiliteit om snel te kunnen inspelen op fluctuaties in het zaaksaanbod, ontkokering (geen eilandjes meer), versterking van de bestuurlijke slagkracht en heldere bestuurlijke lijnen en verhoudingen. Op 7 september 2009 heeft het bestuur van de Centrale Raad van Beroep op een bijeenkomst voor alle medewerkers de plannen uiteengezet en toegelicht. In het vierde kwartaal van 2009 zal het overlegtraject met de ondernemingsraad plaatsvinden. Invoering van de voorgenomen aanpassingen in de organisatiestructuur zal geschieden in enkele stappen. Het invoeringstraject zal naar verwachting de periode van 1 januari 2010 tot 1 juli 2010 beslaan. Het bestuur van de Centrale Raad van Beroep heeft op voorhand kenbaar gemaakt dat van gedwongen ontslagen als gevolg van de reorganisatie geen sprake zal zijn. Werving en selectie/arbeidsmarktpositie Het behouden en werven van rechters, gerechtsauditeurs en gerechtsambtenaren is een continu proces, dat ook in in het bijzonder wat de rechters betreft - veel tijd en aandacht zal vragen. In 2009 verlaten in totaal maar liefst negen rechters de Centrale Raad van Beroep. Daarmee zijn, netto, ongeveer 6 fte gemoeid. Drie nieuwe rechters en één gedetacheerde rechter zijn de Centrale Raad van Beroep in 2009 komen versterken. Dit betreft ongeveer 3 ½ fte. In 2010 zullen naar verwachting twee rechters de Centrale Raad van Beroep verlaten. Daarbij gaat het, netto, om ongeveer 1 ½ fte. Voorts zullen twee gedetacheerde rechters in 2010 terugkeren naar de rechtbank. Dit betreft ongeveer 1 ½ fte. Dit alles betekent dat alleen al ter vervanging van vertrokken en nog vertrekkende rechters 5 ½ fte aan nieuwe rechters nodig is. Mede om die reden tracht de Centrale Raad van Beroep door middel van gerichte acties zogenoemde buitenstaanders te interesseren in een overstap naar de Centrale Raad van Beroep. Daarbij gaat het met name om wetenschappers, advocaten, (wetgevings)juristen van de verschillende ministeries en (juridisch) medewerkers van de grotere bestuursorganen. Een landelijke advertentiecampagne in augustus/september 2009 heeft een aanzienlijke respons opgeleverd. Naar verwachting zullen hieruit eind 2009/begin 2010 enkele nieuwe rechters kunnen worden gerecruteerd. Zo nodig zal in de loop van 2010 opnieuw een dergelijke gerichte actie plaatsvinden. Uiteraard blijft de Centrale Raad van Beroep zich daarnaast richten op rechters van de rechtbanken, ook in de vorm van detacheringen. Bij dit alles geldt dat de Centrale 6 Op dit moment heeft elk van de - drie - secties een eigen griffie en is elke sectievoorzitter verantwoordelijk voor de eigen griffie. 6

7 Raad van Beroep, gelet op zijn positie in het rechtsbestel, gehouden is rechters en andere medewerkers van hoog niveau te werven. Structurele dialoog In 2008 heeft de - nieuwe - president van de Centrale Raad van Beroep een ronde langs alle rechtbanken gemaakt, waarbij gesprekken zijn gevoerd met - in elk geval - de presidenten en de voorzitters van de sectoren bestuursrecht. Een belangrijk gespreksthema was: hoe kan een permanente dialoog tussen de rechtbanken en de Centrale Raad van Beroep tot stand worden gebracht? Uit de gesprekken is gebleken dat hieraan (ook) bij de rechtbanken een duidelijke behoefte bestaat. Op 18 mei 2009 heeft de Centrale Raad van Beroep vertegenwoordigers van de sectoren bestuursrecht van alle rechtbanken ontvangen. Vanaf 2010 zullen structureel bijeenkomsten tussen de Centrale Raad van Beroep en de rechtbanken plaatsvinden, in het bijzonder gericht op ontwikkelingen in de rechtspraak en in werkwijzen en werkprocessen. De deelname van de president aan de bijeenkomsten van het LOVB wordt gecontinueerd. Met de zogenoemde ketenpartners (in het geval van de Centrale Raad van Beroep zijn dat de bestuursorganen die de wetten uitvoeren waarvoor de Centrale Raad van Beroep rechtsmacht heeft en die veelvuldig bij aanhangige zaken zijn betrokken) vindt jaarlijks overleg plaats over onderwerpen van logistieke aard. Het overleg wordt gevoerd door de directeur bedrijfsvoering en de medewerker voorlichting en communicatie, zo nodig bijgestaan door de sectiemanagers (gerechtsambtenaren). Voor de Centrale Raad van Beroep leveren deze contacten voor de planning en voor de bedrijfsvoering belangrijke informatie op. In 2009 heeft voor de eerste keer een bijeenkomst plaatsgevonden voor (medische) deskundigen die regelmatig bij de Centrale Raad van Beroep optreden. Daaraan zal een structureel vervolg worden gegeven. Internationale samenwerking/contacten De president van de Centrale Raad van Beroep onderhoudt periodiek, ten minste jaarlijks, het contact met de Nederlandse rechters in Luxemburg en Straatsburg en hun medewerkers. Deze ontmoetingen zullen ook in 2010 weer plaatsvinden. Voorts woont de president de jaarvergadering van de Association of European Administrative Judges en - vanaf het tweejaarlijkse congres van de Fédération International de Droit Européen bij. In 2010 zal worden onderzocht of ook de Centrale Raad van Beroep voortaan een bijdrage kan leveren aan de werkzaamheden van - thans nog - het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Het voornemen bestaat om in 2010 de mogelijkheid te verkennen van een structureel contact met het Duitse Bundessozialgericht, dat is gevestigd te Kassel. Rechters en medewerkers in de juridische ondersteuning nemen geregeld deel aan internationale (uitwisselings)programma s en aan de periodieke bezoeken, al dan niet in SSR-verband, aan Luxemburg en Straatsburg. Dit zal ook in 2010 het geval zijn. Betrokkenheid burger/verbetering informatievoorziening/actief mediabeleid Het bestuur van de Centrale Raad van Beroep treedt sinds enige tijd (pro)actiever naar buiten wat de publieksvoorlichting en de attendering van de media betreft. Uitgangspunt is dat in zaken waarin vragen aan de orde zijn die het individuele geval overstijgen, de publiciteit 7

8 wordt gezocht. In 2009 heeft dit beleid geresulteerd in een aanmerkelijk groter aantal vermeldingen in de media. Zoals aangekondigd in het jaarplan 2009 wordt de website van de Centrale Raad van Beroep geoptimaliseerd, onder meer door het opnemen van een Engels-, een Frans- en een Duitstalig gedeelte en door middel van het opnemen van een informatieve film over de gang van zaken bij de Centrale Raad van Beroep. Er zal meer systematisch aandacht worden besteed aan actualiteiten en aan uitleg van (de betekenis van) richtinggevende uitspraken. De Centrale Raad van Beroep publiceert vrijwel alle uitspraken op rechtspraak.nl. In 2010 zal een systeem worden geïntroduceerd waarbij aan de belangrijkste uitspraken een signalering wordt toegevoegd. De Centrale Raad van Beroep zal ook in 2010 op de website een overzicht publiceren van de richtinggevende uitspraken in het voorgaande jaar. Op 7 november 2009 zal de Centrale Raad van Beroep voor de eerste keer deelnemen aan de open dag van de Rechtspraak, in samenwerking met de rechtbank Utrecht. Bij gebleken succes zal deelname worden voortgezet. Betrokkenheid bij onderwijs De Centrale Raad van Beroep heeft geïnstitutionaliseerde contacten met de juridische faculteit van de Universiteit Utrecht. In dat kader wordt in 2010 bezien of de samenwerking - eventueel in samenwerking met de rechtbank Utrecht - verder kan worden uitgebouwd. Voorts wonen studenten van de Universiteit Utrecht zittingen van de Centrale Raad van Beroep bij. Op incidentele basis ontvangt de Centrale Raad van Beroep ook groepen studenten van andere onderwijsinstellingen. De Centrale Raad van Beroep werkt structureel met zogeheten zittingsgriffiers, die veelal gerecruteerd worden uit (rechten)studenten. Voorlichting en communicatie Mede in verband met de door het bestuur gewenste ontwikkelingen op het gebied van voorlichting en communicatie is een onderzoek gaande naar de herinrichting van de voorlichtingsen communicatiefunctie en de inzet van de verschillende beschikbare instrumenten. Daartoe zal een plan van aanpak worden opgesteld. In de loop van 2010 zal met behulp van het landelijke meetinstrument Communicatiekwaliteit onderzoek worden gedaan naar de kwaliteit van de in- en externe communicatie. 3. Personeelsmanagement In 2009 is verdere invulling gegeven aan het in 2008 nieuw ingevoerde functiehuis voor de juridische ondersteuning. Ook is een begin gemaakt met de opleiding en training van de kamervoorzitters om dit functiehuis op juiste wijze te begeleiden. Deze opleidingen en trainingen zullen worden voortgezet in Onder andere zal aandacht worden besteed aan het geven van feed back. De in 2009 Raadbreed gehouden feedbacktrainingen zullen in 2010 worden vervolgd. Vanaf 2009 realiseert de Centrale Raad van Beroep voor 100% de zogenoemde PE 30-norm. Daarbij is van belang dat in de bestuursafspraken met de Raad voor de rechtspraak is vastgelegd dat ook interne cursussen e.d. meetellen. Het in 2009 ingevoerde registratiesysteem functioneert naar behoren. 8

9 Op dit moment wordt gewerkt aan een integraal opleidingsplan, dat eind 2009 gereed zal zijn. Het plan strekt zich uit over alle geledingen: rechters, medewerkers in de juridische ondersteuning, medewerkers van de griffie en medewerkers van de bureaus. Het heeft betrekking op zowel initiële opleidingen/trainingen als op permanente educatie. 4. Waardering medewerkers en klanten In 2007 is een klantenwaarderingsonderzoek gehouden, waarvan de uitkomsten uiterst positief waren. De enige - maar wel belangrijke - kanttekening betrof de doorlooptijden. Zoals onder 1 reeds uiteen is gezet, had en heeft dit punt uitdrukkelijk de aandacht van het bestuur van de Centrale Raad van Beroep en zijn de doorlooptijden inmiddels aanzienlijk bekort. De laatste uit het onderzoek naar voren komende kleinere verbeterpunten zijn in 2009 geïmplementeerd. Het volgende klantenwaarderingsonderzoek zal worden ingepast in de daarvoor in de presidentenvergadering afgesproken landelijke cyclus. Het laatste medewerkerswaarderingsonderzoek heeft plaatsgevonden in In verband met de voorgenomen aanpassingen in de organisatiestructuur zal het aanvankelijk voor 2009 voorziene nieuwe onderzoek vooralsnog geen doorgang vinden. In de vergadering van appelpresidenten is de intentie uitgesproken de medewerkerswaarderingsonderzoeken bij de zeven appelcolleges voortaan tegelijkertijd te doen plaatsvinden. 5. Eindresultaten Productie en budget Zoals reeds vermeld is met de Raad voor de rechtspraak een - meerjarige - bestuursafspraak gemaakt voor de jaren 2009 en Voor zover hier van belang houdt deze in, dat in 2009 en in 2010 een (basis)productie van 7500 zaken wordt geleverd en dat in 2010 een extra productie van 450 zaken wordt geleverd als gevolg van de afdoening van een cluster van zaken betreffende de Wet beperking export uitkeringen. Daarbij is uitgegaan van een ten minste gelijkblijvend aantal rechters, een instroom in 2009 en in 2010 van 7140 zaken, het ervaringsgegeven dat het aantal overige afdoeningen 20% van de instroom bedraagt en een aantal voorlopige voorzieningen van 132. Het als gevolg van de structurele onderfinanciering in de periode in 2009 verwachte financiële tekort ( ,-), zal worden gesaldeerd met het voor 2010 als gevolg van de afdoening van het cluster verwachte - incidentele - financiële overschot. Inmiddels moet ervan worden uitgegaan dat de instroom in zaken zal zijn en de uitstroom Niet zonder betekenis is dat het aantal overige afdoeningen anders dan in de voorafgaande jaren in 2009 geen 20% maar 18,9% van de instroom (en 17,6% van de uitstroom) is, terwijl voorts het aantal voorlopige voorzieningen slechts 64 zal zijn. Dit betekent dat de afgesproken uitstroom alleen maar kan worden gerealiseerd dankzij de extra inspanningen van alle medewerkers van de Centrale Raad van Beroep in 2009, leidend tot de afdoening van een aantal gewone bodemzaken dat aanmerkelijk hoger ligt dan gebruikelijk. Dit is met name mogelijk doordat een aanzienlijk deel van de rechters in 2009 een extra zitting 7 Dit laatste betekent overigens dat de met de Raad voor de rechtspraak afgesproken zogeheten gewogen productie - ruim - wordt gehaald. 9

10 heeft gedaan. 8 Het voorgaande betekent echter niet dat de structurele capaciteit wat het afdoen van gewone bodemzaken betreft, moet worden overschat. Een realistische taxatie leidt tot de vaststelling dat deze, bij een gelijkblijvend aantal rechters 9, tussen de 5900 en de 6000 zaken per jaar bedraagt. De verwachte productie voor 2010 zal een totale uitstroom van - de afgesproken zaken omvatten. Daarvan betreft het grootste deel gewone bodemzaken (categorie 852): Het aantal overige afdoeningen (categorie 853) is gesteld op 1400, waarbij is uitgegaan van een instroom van 7392 zaken en een percentage overige afdoeningen van 18,9% van de instroom. Het aantal voorlopige voorzieningen (categorie 854) is gesteld op 90. De werkvoorraad zal eind 2010 naar verwachting 8871 zaken zijn. Daarmee wordt een belangrijke verdere stap gezet op de weg naar een hanteerbare ( ijzeren ) werkvoorraad. Verwezenlijking van deze kwantitatieve doelstelling voor 2010 leidt, gegeven de voor 2010 geldende minutenprijs en bij overigens gelijkblijvende omstandigheden, tot een financieel overschot van ongeveer ,-. Dit zal, zoals gezegd, worden gesaldeerd met het financiële tekort over Mediation De mogelijkheid tot verwijzing van zaken naar een mediator is voor partijen beschikbaar. Er is een mediationfunctionaris, die partijen op weg naar een mediation begeleidt. Dat de Centrale Raad van Beroep waarde hecht aan mediation, blijkt ook uit het feit dat het bestuur een van de rechters van de Centrale Raad van Beroep beschikbaar heeft gesteld als vertegenwoordiger van de bestuursrechtspraak in de landelijke expertgroep mediation. Naast mediation heeft de Centrale Raad van Beroep uitdrukkelijk, en in toenemende mate, ook oog voor de mogelijkheden tot het schikken van zaken. Mediation en schikken zijn, naast finale geschilbeslechting, instrumenten die bijdragen aan het conflictoplossend vermogen van de bestuursrechtspraak. Etnisch diversiteitbeleid Het beleidskader (etnische) diversiteit is een uitwerking van een van de speerpunten in de Agenda van de Rechtspraak , namelijk rechtspraak in de samenleving. De Raad voor de rechtspraak streeft vooralsnog naar een percentage allochtone medewerkers binnen de gerechten van 10% in De Centrale Raad van Beroep onderschrijft deze, ambitieuze, doelstelling van harte en zal daaraan in 2010 verder werken, onder meer door middel van gerichte talent scouting. 8 De Centrale Raad van Beroep werkt met een systeem van zittingweken, waarin een voltijdse rechter 38 zittingen per jaar doet. Omdat het jaar weken telt, is van de rechters gevraagd die week in te zetten als (extra) zittingweek. 9 En uitgaande van continuering van de in noot 3 bedoelde inzet. 10 Zou geen sprake zijn van een cluster en zou - dus - de uitstroom 7500 zaken bedragen, dan zou dit resulteren in een financieel tekort in 2010 van ! Dit illustreert eens te meer dat voor de financieringsperiode sprake is van structurele onderfinanciering van de Centrale Raad van Beroep. 10