Inspectierapport GOB Midas BV (GOB) Julianalaan ZB HEEMSTEDE Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport GOB Midas BV (GOB) Julianalaan ZB HEEMSTEDE Registratienummer Toezichthouder: GGD Kennemerland In opdracht van gemeente: HEEMSTEDE Datum inspectie: Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang... 4 Pedagogisch beleid... 5 Personeel... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Ouderrecht... 8 Kwaliteit gastouderbureau... 9 Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau van 17

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op 24 maart 2014 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van gemeente Heemstede, een aangekondigde inspectie uitgevoerd bij gastouderbureau Midas. Tijdens dit inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden (welke verder zijn uitgewerkt in het rapport) uit de Wet Kinderopvang en de bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" getoetst. Gastouderbureau Midas is een gastouderbureau dat gevestigd is in Heemstede. Tijdens de inspectie bestond het bestand van het bureau uit 57 gastouders en 80 vraagouders (in totaal 120 gekoppelde kinderen). De bemiddeling en begeleiding worden volledig uitgevoerd door de houder met 2 bemiddelingsmedewerkers. Tijdens de inspectie is gebleken dat de houder zijn werkzaamheden behorend bij het gastouderbureau aan het overdragen is aan de 2 bemiddelingsmedewerksters. De administratie van het gastouderbureau is niet volledig inzichtelijk. Niet voor de bemiddelingsmedewerksters, als voor de toezichthouder. Er zijn documenten onvindbaar (bijvoorbeeld een risico-inventarisatie van het jaar ervoor). De bemiddelingsmedewerkster hebben aangegeven dit te zullen aanpakken. He gastouderbureau heeft gastouders gekoppeld welke sinds 2013 geen kinderen hebben opgevangen. Hierdoor wordt er niet voldaan aan de personeelsformatie van 16 uur per gastouder. De meldcode kindermishandeling voldoet niet aan de hiervoor gestelde voorwaarden. Het opvang adres wordt niet 2x per jaar bezocht. Dit item is in de voorgaande jaren eerder afgekeurd. Het pedagogisch beleidsplan voldoet niet aan de hiervoor gestelde voorwaarden. De houder heeft sinds 2012 geen oudercommissie ingesteld. Op dit moment voldoet het gastouderbureau niet volledig aan de Wet Kinderopvang en bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen". Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 17

4 Observaties en bevindingen Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt. Gastouderbureau en naleving wet- en regelgeving Voor dit gastouderbureau loopt er mogelijk vanuit de gemeente nog handhaving. Gebruikte bronnen: Inspectierapporten LKRP. Handhavingbrieven gemeente. Schriftelijke overeenkomsten. 4 van 17

5 Pedagogisch beleid Tijdens deze inspectie is het pedagogisch beleid getoetst. Daarnaast is gekeken op welke wijze de houder de gastouders informeert over de inhoud van het pedagogisch beleid en hierop toeziet. Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch werkplan bevat informatie welke niet conform de wet is of welke onduidelijk is. Bijvoorbeeld: 'bij slecht weer kan het zijn dat ik even iemand laat passen op de baby bij het halen' en de uitwerking van het maximaal aantal kinderen is niet duidelijk. Tevens staat er het protocol kindermishandeling in vermeld i.p.v. meldcode kindermishandeling. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub b Regeling kwaliteit Pedagogische praktijk De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder gastouderbureau Interview houder gastouderbureau Interview anderen (Bemiddelingsmedewerkster) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 17

6 Personeel Het gastouderbureau bestaat uit de houder en 2 bemiddelingsmedewerkers. Op dit moment heeft het gastouderbureau 81 gekoppelde gastouders. Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij een gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële gegevens. Personeelsformatie per gastouder Het gastouderbureau heeft gastouders aan zich gekoppeld (bijvoorbeeld per en ). Deze gastouders hebben nog geen gekoppelde kinderen. Bij deze gekoppelde gastouders voldoet het gastouderbureau niet aan de 16 uur welke het gastouderbureau per gastouder per jaar moet besteden. Gastouders welke langer dan 3 maanden geen kinderen opvangen, dienen uit het register verwijderd te worden. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. (art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder gastouderbureau Interview houder gastouderbureau Verklaringen omtrent het gedrag Arbeidscontracten 6 van 17

7 Veiligheid en gezondheid De houder legt voor aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaats vindt in een risico-inventarisatie vast elke veiligheidsrisico's de opvang van kinderen in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes met zich mee brengt Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens de inspectie is door middel van een steekproef beoordeeld of de risico-inventarisaties voor start van de opvang uitgevoerd zijn en binnen 1 jaar worden herhaald. Tijdens de steekproef is naar voren gekomen dat de risico-inventarisaties niet alijd volledig uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld geen trap in de risico-inventarisatie opnemen hoewel deze wel aanwezig is. Dit item zal tijdens de volgende inspectie nogmaals volledig beoordeeld worden. Meldcode kindermishandeling De houder hanteert sheets/hand-outs van een workshop van de Meldcode Kindermishandeling tezamen met een samenvatting van het protocol kindermishandeling. Dit zijn losse documenten, welk tezamen geen volledige Meldcode Kindermishandeling vormen. Verder zijn in de documenten, informatie naar ouders verwijzingen te vinden naar het protocol Kindermishandeling i.p.v. de Meldcode kindermishandeling waardoor duidelijk is dat de Meldcode nog niet geïmplementeerd is. De houder heeft een bijeenkomst georganiseerd voor de aangesloten gastouders m.b.t. de Meldcode kindermishandeling Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder gastouderbureau Interview houder gastouderbureau Interview anderen (Bemiddelingsmedewerkster) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Meldcode kindermishandeling 7 van 17

8 Ouderrecht Onder de Wet Kinderopvang gelden normen voor het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie, het adviesrecht van de oudercommissie en de informatieverstrekking aan ouders. Informatie De houder informeert de ouders door een informatiemap en de website. De informatie is matig actueel, zie verwijzingen naar bijvoorbeeld meldcode kindermishandeling verder in dit rapport. De houder plaatst de inspectierapporten op zijn eigen website. In contracten wordt inzichtelijk gemaakt wat de vraagouder betaalt aan uitvoeringskosten aan het gastouderbureau en welke bedragen de vraagouder betaalt voor de opvang door de gastouder. Oudercommissie Er is sinds 2012 geen oudercommissie. De houder geeft aan oudercommissie leden te werven via facebook, de website en telefonisch. Vanwege het ontbreken van de oudercommissie is het oudercommissie reglement niet beoordeeld. Klachten De houder is bij de SKK aangesloten voor zowel de ouders als voor de oudercommissie. Klachten van ouders zijn intern opgelost. Bij de SKK zijn geen klachten gemeld. De houder heeft het jaarverslag aan de GGD verzonden. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder gastouderbureau Interview houder gastouderbureau Interview anderen (Bemiddelingsmedewerkster) Informatiemateriaal voor ouders Website Nieuwsbrieven Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie 8 van 17

9 Kwaliteit gastouderbureau Bezoeken en gesprekken dienen door een bemiddelingsmedewerker van het bureau gedaan te worden. De houder schept hiervoor de voorwaarden en kan tevens bemiddelingsmedewerker zijn. Kwaliteitscriteria De houder draagt er niet de zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. Indien een gastouder geen voortgangsgesprek wilt, wordt het voortgangsgesprek telefonisch gedaan. Dit item is eerder afgekeurd in het rapport van 3 juni 2013 De houder voldoet wel aan de gestelde kwaliteitscriteria: De houder draagt er zorg voor dat: - per adres waar opvang plaats vindt wordt beoordeeld hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden. - de aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorgeschreven voertaal spreken. - er een intakegesprek met de gastouder plaats vindt. - Er een intakegesprek met de vraagouder plaats vindt. - Er een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. - de gastouderopvang jaarlijks mondeling met de vraagouders wordt geëvalueerd en legt deze schriftelijk vast. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub d en f Regeling kwaliteit Administratie gastouderbureau Door middel van een steekproef is beoordeeld of de dossiers van de gastouders compleet zijn. De houder is verantwoordelijk voor het voeren van een inzichtelijke administratie. Deze bevat: - een overeenkomst per vraagouder. - kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders. - inzicht in de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau. - inzicht in de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder. - een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risicoinventarisatie. - een overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie. - een overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen. - een overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder gastouderbureau Interview houder gastouderbureau Interview anderen (Bemiddelingsmedewerkster) Dossiers 9 van 17

10 Inspectie-items Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang Gastouderbureau en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Pedagogisch beleid Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub a Regeling kwaliteit Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub b Regeling kwaliteit Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub c en lid 2 Regeling kwaliteit Pedagogische praktijk De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren. (art 1.56 lid 1 en 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Personeel Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij een onderneming waarmee de houder het gastouderbureau exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder van het gastouderbureau overgelegd. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 10 van 17

11 De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Personeelsformatie per gastouder De houder draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. (art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders rekening houden met de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2 en 1,56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt. (art 1.51, 1.56 lid 1 en 2, 1.56b lid 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) 11 van 17

12 De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, bijschrijft op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.51 en 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's. (art 1.51 en art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 5 Besluit kwaliteit De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid inzichtelijk is voor de vraagouders. (art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 3 Besluit kwaliteit De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders rekening houden met de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.56 lid 1 en art 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel. (art 1.51a lid 1 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders. (art 1.51a lid 1 en 4 en art 1.56 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Ouderrecht Informatie De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. (art 1.56 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid. (art 1.54a lid 1 en 1.56 lid 6 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 6 en art 11 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b lid 3 Regeling kwaliteit De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54a lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) 12 van 17

13 De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Kwaliteit gastouderbureau Kwaliteitscriteria De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 14 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11b lid 1 Regeling kwaliteit De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorgeschreven voertaal spreken (art 1.56 lid 1, 1.56b lid 6 en 1.55 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub a Regeling kwaliteit De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub b Regeling kwaliteit De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub c Regeling kwaliteit 13 van 17

14 De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub d en f Regeling kwaliteit De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast. (art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 9 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11a lid 1 sub e Regeling kwaliteit Administratie gastouderbureau De administratie van het gastouderbureau bevat een overeenkomst per vraagouder. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub d Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub e Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle bij dat gastouderbureau werkzame beroepskrachten. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 2 sub f Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De administratie van het gastouderbureau bevat een overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders. (art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 14 van 17

15 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : GOB Midas BV Website : Aantal kindplaatsen : Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Midas BV Adres houder : Julianalaan 26 Postcode en plaats : 2101ZB HEEMSTEDE KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Kennemerland Adres : Postbus 5514 Postcode en plaats : 2000GM HAARLEM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : E van Hemert Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : HEEMSTEDE Adres : Postbus 352 Postcode en plaats : 2100AJ HEEMSTEDE Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : mei 2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : mei 2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : mei van 17

16 Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Behorende bij het reguliere inspectierapport Algemeen: Wij vinden het jammer dat er bij de controle van het Gastouderbureau niets terug te vinden is in de rapportage van alle zaken die wij bieden om de kwaliteit en professionalisering van onze gastouders te bevorderen. Zo hebben wij het afgelopen jaar 7 thema -bijeenkomsten georganiseerd, meerdere gastouders hebben wij geholpen hun diploma te halen PW3 en PW2, bemiddelingsmedewerkers geven indien gewenst thuis aan gastouders pedagogische ondersteuning, alle medewerkers zijn op niveau 3 opgeleid en volgen bijscholing. Wij zijn 5 dagen per week bereikbaar en tonen al 15 jaar lang aan een betrouwbare partner te zijn voor ouders en gastouders. Wij zullen ingaan op de minpunten zoals in het GGD rapport genoemd. Administratie van het gastouderbureau is niet volledig inzichtelijk er zijn documenten onvindbaar: O.i. zou de formulering moeten zijn dat de administratie inzichtelijker zou kunnen zijn. Er waren geen documenten onvindbaar maar er was een document niet aanwezig. Wij verwijderen documenten die ouder zijn dan een jaar zijn Wij zullen dat nu herzien en ook oudere exemplaren(van risico-inventarisaties) bewaren. Volgens onze beleving van de controle waren verder alle documenten die gevraagd werden beschikbaar. Er wordt nu gewerkt aan een iets andere wijze van archiveren. Gastouderbureau heeft GO s gekoppeld welke sinds 2013 geen kinderen hebben opgevangen en voldoen daarom niet aan de 16 uur per gastouder: Wij hebben grote moeite hebben met dit punt. De registratie van een gastouder in, bv Haarlem, kost 700,- aan leges. Een gastouder op een locatie die zeer bruikbaar lijkt te zijn na 3 maanden verwijderen uit het register (in deze voor kinderopvang zware tijden) is een slechte zaak, zelfs het beëindigen van de bemiddelingsrelatie lijkt ons niet nodig. De niet bemiddelde gastouders worden uitgenodigd voor thema-avonden, ontvangen onze nieuwsbrief, maken gebruik van onze telefonische bereikbaarheid en we doen jaarlijks een RIE. Natuurlijk missen we de uren voor administratie en de huisbezoeken/evaluatiegesprekken. Wij vinden het prettig de contacten met hen te behouden en zo ouders van dienst te kunnen zijn door snel te kunnen bemiddelen. GO die langer dan een jaar niet bemiddeld zijn (waar de RIE herhaald zou moeten worden) worden verwijderd uit het register of worden door ons wel uitgeschreven. Wij zijn ons zeer bewust van nut en noodzaak van een compleet up tot date register. Meldcode Kindermishandeling voldoet niet aan de voorwaarde. Het lijkt ons duidelijk dat het feit dat er nog 1x Protocol Kindermishandeling staat een kwestie is van een taalkundige fout. Bij wijziging door ons over het hoofd gezien. Uit alle andere documenten is duidelijk dat wij de meldcode hebben geïmplementeerd. De conclusie dat de meldcode bestaat uit losse documenten en niet geïmplementeerd is vinden wij dus onjuist. Er zijn 2x thema-avonden over georganiseerd, gastouders hebben de meldcode aan de GGD getoond bij inspecties en daarbij is nooit opgemerkt dat deze niet aan de voorwaarde zou voldoen en dat is exact dezelfde als degene die getoond is bij inspectie en die op de website te vinden is. Gastouders kunnen bij inspectie ook de vragen m.b.t implementatie beantwoorden. 16 van 17

17 Inmiddels hebben wij de documenten wel samengevoegd omdat wij ook menen dat dat duidelijker is en het woord protocol vervangen door meldcode. De juiste versie staat nu op de website. Inmiddels menen wij te hebben aangetoond dat er wel 2x per jaar een gesprek plaatsvindt. Er zijn documenten ontwikkeld die we hebben getoond er is toegelicht dat wij op dit punt werken met schooljaren. Wij zijn nu toe aan de 2e ronde. Die staan ingepland op het moment van inspectie. De motivatie m.b.t dit punt is ons niet duidelijk met uitzondering van de niet bemiddelde gastouders (zie bovenstaand punt) Het blijft ons overigens verbazen dat er aan alle gastouders op dit punt gelijke eisen worden gesteld. Een gastouders met 6 kinderen en 4 dagen per week opvang vraagt toch echt meer aandacht dan één met 2 kinderen die één middag in de week, al 5 jaar lang, naschools opvang verzorgd. Bij de controle kwam één gastouder uit de steekproef waarbij wij niet aan uren criterium en het aantal huisbezoeken zouden voldoen. Genoemde gastouder past één middag in de week op 2 kinderen van 8 en 10 jaar oud, doet dat al 5 jaar. Wij hebben die gastouder inderdaad niet 2x op haar werklocatie gesproken. Wat de rapportage niet vermeld is het feit dat zij het afgelopen half jaar 3x bij ons op kantoor geweest waarbij wij uitgebreid met haar gesproken hebben. Uitwerking van het maximaal aantal kinderen is niet duidelijk: Is een taalkundige kwestie. Is nog nooit verwarring over geweest bij gastouders en ouders. Is ook op locatie controles bij gastouders nooit over gesproken door GGD inspecteurs. Er staat precies hoeveel kinderen er opgevangen mogen worden. Wij het zijn het absoluut met u oneens dat het maximaal aantal kinderen niet duidelijk wordt genoemd. Hebben de tekst om verdere verwarring te voorkomen nog duidelijker gemaakt. Dit is geen criterium meer. Wij doen ons best om ouders te motiveren lid te worden van de oudercommissie. Wij denken dat er weinig animo bestaat omdat wij een open organisatie zijn die voor ouders goed bereikbaar is. Ouders kunnen met hun wensen en verlangens altijd bij ons terecht. Waarschijnlijk bestaat er geen verlangen om dit ook in georganiseerd verband te doen. Heemstede, 16 mei van 17