DIENSTNOTA 2017/03. Werkmaterialen, Persoonlijke Beschermingsmaatregelen (PBM s), Werkkledij en kledij op het werk: algemene richtlijnen.

Transcriptie

1 DIENSTNOTA 2017/03 TOEPASSINGSGEBIED: ALGEMEEN (zorg) Werkmaterialen, Persoonlijke Beschermingsmaatregelen (PBM s), Werkkledij en kledij op het werk: algemene richtlijnen. 1. Situering Als werkgever zijn we er verantwoordelijk voor om de medewerkers in een veilige, professionele omgeving te laten werken. Veiligheid heeft o.a. met werkmaterialen (gereedschappen edm.) en werkkledij te maken. De risicoanalyse brengt in beeld welke risico s gepaard kunnen gaan met welke taken. Voor een aantal taken (meestal - maar niet exclusief - behorend tot de technische dienst, onderhoud en keuken) zien we meer blootstelling aan zgn. chemische en fysische agentia (gevaarlijke producten, gevaar door vallen, snijden, branden, stof, lawaai, trilling) omgaan met machines, heffen en tillen, enz Om die reden worden naast het aanbieden van werkkledij een aantal specifieke, bijkomende beschermende maatregelen genomen. 2. Werkmaterialen Er bestaat geen duidelijk afgebakende definitie omtrent werkmaterialen, maar algemeen kunnen we stellen dat dit alle materialen omvat die nodig/nuttig zijn voor iemand opdat die zijn taak naar behoren kan uitvoeren en niet onder de noemer kledij vallen. (Dit gaat van balpen en papier, schroevendraaier, schilderborstel, naar allerlei kleine en grote elektrische toestellen als een pc, een steamer, een minibus, enz ) 2.1 Eén principe Omtrent die werkmaterialen is er maar één principe, nl. die worden voorzien door de werkgever en het is niet de bedoeling, zelfs verboden, dat de werknemer persoonlijk materiaal meebrengt om zijn taak te kunnen uitvoeren.

2 2.2 Uitzonderingen? De uitzonderingen hierop beperken zich tot het gebruik van de eigen wagen/fiets in kader van dienstverplaatsingen en hierover zijn duidelijke afspraken gemaakt (zie DN 2013/02) Als een medewerker per uitzondering een stuk persoonlijk materiaal zou willen gebruiken in functie van zijn taak, dan is dat enkel mogelijk na goedkeuring door zijn leidinggevende én nà technische keuring door het hoofd van de technische dienst. Dit laatste is bijzonder belangrijk bij elektrische toestellen in kader van brandpreventie! 3. Kledij op het werk en werkkledij 3.1. Kledij op het werk Als medewerkers zijn we de visitekaartjes van de organisatie en hebben we allen een voorbeeldfunctie naar zowel collega s, onze cliënten als derden. De manier waarop we ons gedragen én kleden is dus belangrijk. De grens tussen professionele kledij en privé/vrijetijdskledij is niet altijd eenduidig te trekken, maar er is wel degelijk een verschil. We verwachten met andere woorden van iedereen dat hij/zij zich op dié manier kleedt, dat er rekening wordt gehouden met de uit voeren taken en de context van de tewerkstelling Wat verstaat men onder werkkledij? Omtrent werkkledij zijn er specifieke afspraken en richtlijnen. Dit is kledij die door de werkgever wordt ter beschikking gesteld en die de werknemer moet dragen met de enige bedoeling dat hij zich niet vuil maakt. Deze kledij mag dus niet verward worden met een persoonlijk beschermingsmiddel, zoals bv. veiligheidsschoenen, bril, gehoorbescherming, enz (PBM s) Verplichting of niet om werkkledij te dragen Het dragen van werkkledij is verplicht tenzij de risicoanalyse uitwijst dat dit niet nuttig is, t.t.z. wanneer deze heeft uitgewezen dat de activiteiten niet bevuilend zijn. Werkkledij is evenmin verplicht wanneer de werknemers reeds een uniform of gestandaardiseerde kledij dienen te dragen, wat wil zeggen : Ofwel dragen ze een uniform omdat ze een publieke functie uitoefenen; Ofwel dragen ze een uniform of gestandaardiseerde kledij die wordt voorgeschreven door een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst en die toegelaten is door het bevoegd paritair comité wegens gebruiken die eigen zijn aan het beroep (bv. bewakingsagenten, hotelbedienden, airhostessen, ) Verplichtingen van de werkgever en verbodsbepalingen De werkgever stelt de werkkledij gratis ter beschikking en zorgt ervoor dat deze wordt onderhouden en gereinigd. Dit principe berust op het feit dat deze verplichting persoonlijk aan de werkgever toekomt (hij kan er wel een gespecialiseerde firma mee belasten) en dat het verboden is voor de werkgever een premie of een vergoeding te geven aan zijn werknemers om hen te belasten met dit onderhoud. Bij uitdiensttreding wordt de werkkledij terug in gevraagd.

3 Welke werkkledij wordt ter beschikking gesteld? Technische dienst Lange broek Bermuda T-shirt Sweater Vest Gecombineerde zomer/winterjas Keukenmedewerker Lange broek Vest Schort Onderhoudsmedewerker Schort POT medewerker (voor de volledigheid melden we dat voor die functie T-shirts en Fleeces ter beschikking worden gesteld in kader van de training van de Persoonlijke en Teamgerichte Veiligheidstechnieken. ) 3.6 Extra persoonlijke beschermingsmiddelen in geval van infectieziekten (zie ook DN 2017/01) In het geval medewerkers taken dienen uit te voeren naar aanleiding van infectieziekten, worden, al naargelang de aard van de infectieziekte bijkomende beschermende maatregelen genomen. Dit varieert en gaat o.a. over: wegwerpbare mouwen wegwerpoveralls en schorten mondmasker Essentie van de bijkomende bescherming is dat direct fysiek contact met de huid en inademen wordt vermeden, en dat andere werkkledij na gebruik meteen wordt gewassen of gedesinfecteerd.

4 Technische dienst medewerker keukenmedewerker Onderhouds medewerker 4. Voetbescherming 4.1. Aard van de risico s Voeten van medewerkers kunnen met volgende risico s geconfronteerd worden: Biologische agentia x x x Chemische agentia x x x Vallende voorwerpen x x x Stoten van de voeten x x x Gekneld raken met de voet x x x Struikelen, omslaan van de voet x x x Uitglijden x x x Snijden (scherp voorwerp) x o o Trilling x o o Vochtige, natte omgeving x x x Warmte/vlamwarmte x o o Hete vloeistoffen x x o Elektrische risico s x o o 4.2 Overzicht van de soorten arbeids- of veiligheidsschoenen Arbeidsschoenen (= O) hebben geen beschermneus, veiligheidsschoenen (=S) hebben een beschermneus die de tenen extra beschermt. - SB: veiligheidsschoen met licht statische loopzool voor lichtere werkzaamheden - O1 S1: arbeids- of veiligheidsschoen met gesloten hiel, antistatisch zool en energie-absorberende hiel - O2 S2: waterdichte schoen die voldoet aan de eisen van O1 S1 - O3 S3: voldoet aan de eisen van O2 S2 met nagelwerende tussenzool Bovenstaande categorieën bestaan in lage vorm en hoge vorm (= bottine) - O4 S4: voldoet aan de eisen van O1 S1, in laarsvorm - O5 S5: voldoet aan de eisen van O2 S2, in laarsvorm 4.3 Bepaling soort arbeids- of veiligheidsschoenen Van de diverse doelgroepen is er een risicoanalyse met betrekking tot risico s voor de voeten gemaakt. Aan de hand van deze risicoanalyse wordt beslist welk type schoen minimum binnen een beroepscategorie wordt gedragen. - Onderhoudsmedewerkers: veiligheidsschoenen S2. - Keukenmedewerkers: veiligheidsschoenen S2. - Medewerkers technische dienst: veiligheidsschoenen S3.

5 4.4 Afspraken De arbeids- en veiligheidsschoenen maken deel uit van de arbeidskledij en zijn verplicht te dragen. Er zijn voldoende varianten voorhanden. Afwijkingen om medische redenen zijn enkel mogelijk na advies van de arbeidsgeneesheer die daarover bevraagd wordt. Voor de verdere opvolging contacteert de betrokken medewerker de preventieadviseur, die een coördinerende rol opneemt. De arbeids- of veiligheidsschoenen worden steeds buiten het kleedkastje geplaatst. Per medewerker is één paar schoenen voorzien. Bij uitdiensttreding van een personeelslid kunnen de veiligheidsschoenen teruggevraagd worden. 4.5 Keuze van de arbeids- en veiligheidsschoenen Bij de selectie van veiligheidsschoenen wordt maximaal rekening gehouden met volgende criteria: Bij voorkeur ademend en (af)wasbaar materiaal Goed sta- en draagcomfort Uitneembare zool Mogelijkheid om comfortabel orthopedische zolen in te leggen indien vereist. Zoveel als mogelijk flexibel (10 plooibaar) Bij voorkeur ook in de breedte de mogelijkheid tot verschillende maten Voor alle functies: model voor heren én dames 4.6 Tips voor een goede hygiëne van de voeten - Draag passende schoenen: o vooral bij de neus, tussen op elkaar gepropte tenen kan voetschimmel ontstaan; o door de wrijving in te grote schoenen gaan de voeten sneller zweten. - Vermijd schimmelvorming door de schoenen minstens 12u te verluchten. Geef de schoenen de kans om zo goed mogelijk te verluchten door: o Zet de schoen maximaal open; o Minstens 1x/week de inlegzooltjes ook eens naast de schoenen te laten luchten. - Draag steeds kousen in de schoenen. Kies hierbij altijd voor katoen. - Gebruik geen wasverzachter bij het wassen van de kousen. Een wasverzachter legt een vetlaagje op de vezels om ze soepel te houden. Dit vermindert de vochtopname. - Was de voeten dagelijks met bij voorkeur koud water en zonder zeep. Droog ze goed af, ook tussen de tenen. - Ververs dagelijks de kousen. - Ga steeds na of de sluiting voldoende aangetrokken is. Wanneer de voet te los in de schoen zit, is de wrijving groter waardoor de voeten sneller gaan zweten. Verantwoordelijke dienstnota Peter Sinnaeve Verantwoordelijke directie Dirk Allemeersch