Kwaliteitsbeoordeling en beheervisie. Rembrandtpark, Amsterdam Nieuw-West

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteitsbeoordeling en beheervisie. Rembrandtpark, Amsterdam Nieuw-West"

Transcriptie

1 Kwaliteitsbeoordeling en beheervisie Rembrandtpark, Amsterdam Nieuw-West

2 OPDRACHTGEVER Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Nieuw-West Directie Groen & Openbare Ruimte Ingenieursbureau PROJECTCODE STATUS RAPPORTAGE Definitief DATUM RAPPORTAGE 23 januari 2017

3 INLEIDING Het Rembrandtpark heeft te maken met wateroverlast en achterstallig beheer. De gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West, wil het park een opknapbeurt geven. Daarbij wil het stadsdeel zo veel mogelijk het bestaande groen in het park behouden en waar nodig verbeteren. Daarom is inzicht nodig in de huidige kwaliteit van het groen in het park. In opdracht van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Nieuw-West, directie Groen & Openbare Ruimte, de heer A. Heemskerk, heeft Bomenwacht Nederland daarom de kwaliteit beoordeeld van de groenelementen in het Rembrandtpark. Alle groenelementen zijn beoordeeld op kwaliteit. Aanvullend is een ondergronds onderzoek gedaan op plekken in het park waar zich zichtbare groeiproblemen voordoen, om te kijken of de oorzaken daarvan in de bodem gevonden kunnen worden. Dit rapport beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Op basis van deze gegevens heeft Bomenwacht Nederland een beheervisie voor het park opgesteld. Het rapport biedt daarmee een goede basis voor het maken van een concreet ontwerp voor het Rembrandtpark. WELKE GROENELEMENTEN ZIJN ONDERZOCHT? Bosplantsoenvakken: vakken met een samengestelde beplanting van bomen, struikvormers en een kruidenlaag, die als geheel worden onderhouden en beheerd. Deze vakken zijn in hun geheel beoordeeld. Bomen: solitaire bomen in het park. Deze bomen zijn afzonderlijk beoordeeld. Groenvlakken: al het overig groen in het park. Dit is ingedeeld in 6 verschillende categorieën. Het oppervlak is ingedeeld in verschillende elementen, die een die afzonderlijk kwaliteitsoordeel en beheeradvies hebben gekregen. LEESWIJZER Het rapport begint met een inleiding, algemene beschrijving van het Rembrandtpark en met een samenvatting, waarin de voornaamste conclusies worden genoemd. De 3 hoofdstukken daarna gaan meer in detail in op de resultaten van het onderzoek en over de kwaliteit van de groenelementen. Achtereenvolgens komen in aparte hoofdstukken de bosplantsoenvakken, individuele bomen en groenvlakken in het park aan de orde. Elk van deze 3 hoofdstukken schetst de huidige stand van zaken, de methode van onderzoek, de resultaten die dat heeft opgeleverd en geeft, op basis daarvan, een conclusie en beheeradviezen. Hoofdstuk 4 gaat over de bodemproblematiek en beschrijft het ondergronds onderzoek. Het laatste hoofdstuk ten slotte bevat een aantal algemene conclusies en aanbevelingen.

4 OVER HET REMBRANDTPARK Het Rembrandtpark in Amsterdam Nieuw-West ligt ten westen van de voormalige grens (van voor 1940) van de stadsbebouwing, van wat nu stadsdeel West is. Het stadspark is ontworpen als onderdeel van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP). Tot in de jaren vijftig was het terrein in gebruik als het tuinbouwgebied van de Sloterpolder. Na verplaatsing van de groenteteelt naar de Louwesweg en omgeving werd het terrein als park ingericht. In 1958 werd het toen nog toekomstige park vernoemd naar de beroemde schilder Rembrandt van Rijn. Pas in het begin van de jaren zeventig werd het park daadwerkelijk aangelegd. In het park ligt sinds 1973 de kinderboerderij 'de Uylenburg', de oudste kinderboerderij van Amsterdam. Het park vormt een groene bufferzone tussen de gesloten bebouwing van de vooroorlogse stad en de open bebouwingsstructuur van de Westelijke Tuinsteden. Aan de westzijde wordt het park begrensd door de Ringweg A10, aan de noordzijde door de Jan Evertsenstraat en aan de zuidzijde door de Cornelis Lelylaan. Het park wordt doorsneden door de Postjesweg. Van 1990 tot en met 2009 was het park ingedeeld bij stadsdeel Slotervaart. Sinds 2010 valt het onder stadsdeel Nieuw-West. (Bron: Wikipedia, 2016.) 4

5 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Inhoudsopgave... 5 Samenvatting Bosplantsoenvakken Individuele bomen Groenvlakken Bodemonderzoek Conclusie en aanbevelingen Woordenlijst Bijlagen

6 SAMENVATTING BOSPLANTSOEN Drie kwart van de bosplantsoenvakken heeft een levensverwachting van meer dan 10 jaar. Wel moet bij het merendeel van de beoordeelde vlakken vanuit veiligheidsoverwegingen dood hout worden verwijderd of overhangend hout worden gesnoeid. In 55 vakken staan 1 of meerdere bomen die vanwege de veiligheid gerooid moeten worden. In een kwart van de vakken is dunning noodzakelijk omdat er sprake is van lichtconcurrentie. Het percentage van de bomen dat bij deze dunning verwijderd moet worden is lastig aan te geven; dat hangt af van het gewenste eindbeeld van de bosplantsoenvakken. INDIVIDUELE BOMEN 1863 bomen zijn afzonderlijk beoordeeld. Meer dan de helft van de bomen is in goede conditie. Ook geldt voor meer dan de helft dat handhaving gewenst is. De meeste van deze bomen zijn met 1 snoeibeurt weer op beeld te krijgen. Bij een aantal bomen zijn meer ingrijpende onderhoudsmaatregelen nodig. Bij ongeveer een kwart van de bomen (444) is handhaving ongewenst vanwege een slechte conditie, concurrentie of een beperkte levensverwachting. Wij adviseren deze bomen te vellen. 346 van deze 444 vormen daarnaast ook een veiligheidsrisico voor de omgeving. Voor deze bomen geldt het advies om ze al op korte termijn (binnen 3 maanden) te vellen. 124 bomen moeten gesnoeid worden uit veiligheidsoverwegingen. 129 bomen moeten jaarlijks geïnspecteerd worden op veiligheid (zogenaamde attentiebomen). Bij deze 1863 bomen gaat het grotendeels om solitaire bomen. Er vallen echter ook 202 bomen onder die in een bosplantsoen staan, maar waarvan tijdens de inventarisatie bleek dat ze een veiligheidsrisico voor de omgeving vormen, en waarvoor daardoor, los van het vak waarin ze staan, aparte maatregelen nodig zijn. Voor 174 van deze 202 geldt het advies om ze te rooien. GROENVLAKKEN De levensverwachting van de verschillende categorieën groenvlakken is over het algemeen nog voldoende. Met het aanpassen van de onderhoudsfrequentie en een eenmalig nulbeurt (een flinke snoeibeurt bij wijze van inhaalslag), kunnen de groenvlakken naar een beheerbaar niveau teruggebracht worden en met gangbaar beheer (regelmatige snoei) goed op peil worden gehouden. 6

7 1. KWALITEITSBEOORDELING BOSPLANTSOENVAKKEN % HECTARE LEVENSVERWACHTING: 73% > 10 JAAR 25% JAAR <1% < 5 JAAR < 2% niet te beoordelen

8 BOSPLANTSOENVAKKEN Het bosplantsoen, samengestelde beplanting van bomen, struikvormers en kruiden, is ingedeeld in 96 vakken, die afzonderlijk zijn beoordeeld op conditie en kwaliteit. Onderstaande figuren vatten de belangrijkste resultaten en conclusies samen. Verderop in het hoofdstuk volgt een meer uitgebreide beschrijving van de methode en de resultaten van de beoordeling. Impressie van een bosplantsoenvak. Open bosplantsoen met voornamelijk klimop als onderbegroeiing BEHEERASPECTEN IN HET KORT Dunning noodzakelijk 26 Veel dood hout in het vak 16 Snoeien overhangend hout 54 Klimop verwijderen 12 Onstabiele ondergrond 1 Signalen natte groeiplaatsomstandigheden 24 Niet te beoordelen Figuur 10. Beheeraspecten bosplantsoenvakken. (Het getal geeft het aantal vakken aan waar het aspect voor geldt. Per vak kunnen meerdere beheeraspecten van toepassing zijn). 8

9 VEILIGHEIDSMAATREGELEN IN HET KORT Dood hout verwijderen boven gevaarzetting 81 Gerichte snoei nodig boven gevaarzetting 24 Vak bevat te rooien risicoboom 55 Niet (volledig) te beoordelen Figuur 11. Veiligheidsmaatregelen bosplantsoenvakken. (Het getal geeft het aantal vakken aan waar de maatregel voor geldt. Per vak kunnen meerdere veiligheidsmaatregelen van toepassing zijn). LEVENSVERWACHTING VAN DE BEOORDEELDE VAKKEN Levensverwachting Aantal vakken Oppervlakte (m 2 ) Percentage (van totaal oppervlak) < 5 jaar <1% 5 10 jaar % > 10 jaar % Niet te beoordelen <2% Totaal % Tabel 2. Levensverwachting bosplantsoenvakken. 9

10 METHODE Kwaliteitsbeoordeling bosplantsoenvakken Ook voor in bosplantsoenen geldt dat iedere eigenaar/beheerder verplicht is zorg te dragen voor periodiek onderhoud en controle van de bomen die erin staan en die onder zijn beheer vallen. Onderhoud is noodzakelijk voor een duurzaam bosplantsoen en draagt bij om het beoogde eindbeeld te bereiken Bosplantsoen wordt als geheel onderhouden en beheerd. Daarom zijn ook conditie en kwaliteit bepaald voor de vakken als geheel. De scores per vak zijn een gemiddelde van de conditie en kwaliteit van de bomen in het betreffende vak. Op basis van de gemiddelde conditie, mechanische aspecten van de bomen, onderlinge concurrentie in het vak (hoe dicht de bomen op elkaar staan) en de grondwaterstand zijn de vakken ingedeeld in een kwaliteitsklasse: voldoende, matig of onvoldoende. Voldoende Bij deze vakken doen zich geen (grote) problemen voor. Het vak kan worden gehandhaafd. Onvoldoende Er is sprake van (grote) problemen. Het kan gaan om conditieproblemen zoals ziekten of mechanische problemen zoals instabiliteit. Matig Een matige kwaliteit duidt op aankomende problemen. Vaak is bij als matig beoordeelde bosplantsoenvakken sprake van te lang uitgestelde maatregelen (zoals dunning), waardoor de onderhoudsstaat niet meer (volledig) te herstellen is. Ook gaat het om vakken met bomen die potentieel gevoelig zijn voor ziekten, of vakken waar sprake is van zeer natte omstandigheden. Levensverwachting Op basis van conditie en kwaliteit is voor ieder bosplantsoenvak een inschatting gemaakt van de levensverwachting. Advies Naar aanleiding van conditie, kwaliteit en levensverwachting hebben we per bosplantsoenvak een advies opgesteld met relevante beheermaatregelen. Wanneer we in de bosplantsoenvakken een boom aantroffen met veiligheidsrisico s voor de omgeving, is de betreffende boom apart beoordeeld en als boompunt op de kaart gezet. Deze bomen zijn opgenomen in de categorie individuele bomen, wat betekent dat voor deze bomen apart onderhouds- en veiligheidsmaatregelen worden geadviseerd. De beoordeling van de bosplantsoekvakken is uitgevoerd in de periode 13 juni tot en met 7 juli 2017 door P. Kreton, boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland. 10

11 RESULTATEN KWALITEITSCONTROLE CONDITIE Onderstaande figuur geeft een beeld van de gemiddelde conditie van de bomen in de beoordeelde bosplantsoenvakken. Slecht (2 vakken, m2) Onvoldoende (22 vakken, m2) Voldoende (71 vakken, m2) Niet te beoordelen (1 vak, 235 m2) Figuur 12: Bosplantsoenvakken ingedeeld naar gemiddelde conditie, in aantal m 2. 2% (2.519 m 2, 2 vakken): slechte conditie Veel bomen in deze vakken vertonen afstervingsverschijnselen. 27% ( m 2, 22 vakken): onvoldoende conditie Het gaat om bomen die in hun groei zijn gestagneerd. 71% ( m 2, 71 vakken): voldoende conditie Bij 1 bosplantsoenvak kon de gemiddelde conditie niet beoordeeld worden omdat er alleen struikvormers in stonden. 11

12 KWALITEIT Onderstaande figuur geeft een beeld van de gemiddelde kwaliteit van de bosplantsoenvakken. Behalve de conditie van de bomen wegen ook factoren als mechanische aspecten van de bomen, onderlinge concurrentie in het vak (hoe dicht de bomen op elkaar staan) en de grondwaterstand mee. Onvoldoende (8 vakken, m2) Matig (7 vakken, m2) Voldoende (79 vakken, m2) 9175 Niet te beoordelen (2 vakken, m2) Figuur 13: Bosplantsoenvakken ingedeeld naar gemiddelde kwaliteit, in aantal m 2. 81% ( m 2,, 79 vakken): voldoende In deze bosplantsoenvakken doen zich geen noemenswaardige problemen voor. 7% (9.175 m 2,, 7 vakken): matig In deze bosplantsoenvakken is onder meer sprake van instabiele bomen en bomen met onvoldoende conditie. 10% ( m 2, 8 vakken): onvoldoende In deze vakken staan veel bomen met een slechte conditie of instabiele bomen. Vermoedelijk heeft deze instabiliteit te maken met een hoge grondwaterstand, waardoor de bomen een oppervlakkige beworteling hebben. Op de betreffende locaties zijn bodemboringen uitgevoerd om de problemen te kunnen verklaren. Een overzicht van de locaties en resultaten van deze bodemboringen is te vinden in bijlage D. 2% (2017 m 2, 2 bosplantsoenvakken): niet te beoordelen In 1 vak stonden alleen struikvormers en het andere bevindt zich op een eiland. Op de overzichtstekening in bijlage B zijn de locaties met een slechte kwaliteit aangegeven met een rode arcering. De oranje gearceerde gebieden hebben een matige kwaliteit en de locaties met een voldoende kwaliteit zijn groen gearceerd. 12

13 LEVENSVERWACHTING Minder dan 5 jaar tot 10 jaar Meer dan 10 jaar Niet te beoordelen Figuur 14: Bosplantsoenvakken ingedeeld naar levensverwachting, in aantal m 2. <1% (1 vak, 471 m 2 ): levensverwachting van < 5 jaar De gemiddelde conditie van de bomen in dit vak is slecht en er staan veel bomen die gerooid moeten worden. Er bevinden zich in dit vak veel instabiele, scheve bomen, voornamelijk witte elzen (Alnus incana). 25% (21 vakken, m 2 ): levensverwachting tussen 5 en 10 jaar Een zorgelijke constatering, omdat het om een kwart van het oppervlak gaat. De bomen in de betreffende vakken hebben gemiddeld een onvoldoende conditie. Ook staan er veel te rooien bomen. Veel van deze bosplantsoenvakken vertonen signalen van natte groeiplaatsomstandigheden. Dit zijn gebieden die zich lenen voor grondboringen om de oorzaak van de matige toekomstverwachting te achterhalen. 73% (72 vakken, m 2 ): levensverwachting > 10 jaar BIJLAGEN Bijlage A2 geeft een overzicht van de resultaten en adviezen per bosplantsoenvak. De bomen waarbij gericht maatregelen moeten worden uitgevoerd zijn als boompunt op de kaart gezet, zodat ze in de bosplantsoenvakken gevonden kunnen worden. Omdat ieder boompunt individueel beoordeeld is, zijn aan de hand van deze boompunten de resultaten ook terug te vinden in het registratieformulier in bijlage A1 (individuele bomen). Bijlage B bestaat uit een kaart waarop de kwaliteit van de bomen en bosplantsoenvakken door middel van kleurcodes staat aangegeven. 13

14 ADVIES Dit leidt uiteindelijk tot de volgende beheeradviezen. In het algemeen geldt dat we adviseren om onderhoudswerkzaamheden, zoals een dunning, per vak uit te werken in een beheerplan. 26 bosplantsoenvakken: dunning noodzakelijk. In deze vakken is sprake van een sterke lichtconcurrentie. Bomen die de concurrentie verliezen (onderstandige bomen) kunnen op een gegeven moment afsterven, terwijl de winnende bomen een onbalans in lengte-diameterverhouding van de stam kunnen ontwikkelen omdat ze meer investeren in lengtegroei dan in diktegroei. Daardoor worden ze gevoelig voor stambreuk. Ruimtegebrek vergroot ook de kans op het ontwikkelen van een eenzijdige kroon. Voortijdige dunning beperkt deze risico s en zorgt voor genoeg ruimte en licht voor de bomen die blijven staan. 16 bosplantsoenvakken: dood hout verwijderen In deze vakken is veel dood hout aanwezig, zowel in het bosplantsoenvak als ook boven de paden (gevaarzetting). Vanuit veiligheidsoogpunt moet in ieder geval het dode hout boven de paden verwijderd worden. 54 bosplantsoenvakken: snoeien overhangend hout. In 54 vakken zijn bomen met laaghangende takken (2,5 meter of lager) geconstateerd boven een pad of gazon, die vrije doorgang kunnen beperken. Hier zijn snoeimaatregelen zijn nodig om hinder te voorkomen. Deze maatregel moet op korte termijn plaatsvinden. Door nu al te snoeien ontstaan straks geen grote snoeiwonden. 12 bosplantsoenvakken: klimop verwijderen In deze vakken komen bomen voor die door klimop overwoekerd worden. Om deze bomen duurzaam te behouden moet de klimop verwijderd of verminderd worden. Vanwege de ecologische waarde kan worden overwogen om de klimop te behouden bij bomen die op voldoende afstand van de randen staan en die dus voor recreanten geen veiligheidsrisico meenbrengen. De beheerder moet hierin een afweging maken. 24 bosplantsoenvakken: natte groeiplaatsomstandigheden In deze vakken zijn signalen die wijzen op natte groeiplaatsomstandigheden. Op den duur kan dit nadelig zijn voor de ontwikkeling van de bomen in de bosplantsoenvakken. De bomen kunnen instabiel worden en daardoor omvallen of ze kunnen afsterven vanwege de beperkte ondergrondse groeiruimte. Op deze plaatsen zijn later in het onderzoek grondboringen verricht, om inzicht te krijgen in de oorzaak, omvang en locatie van de problemen. Veiligheidsmaatregelen 81 bomen: dood hout verwijderen boven gevaarzetting. Als gevaarzetting gelden plekken waar parkbezoekers verwacht kunnen worden, zoals bankjes, wandelpaden en gezons. Opvallend is dat bij een groot deel van de bosplantsoenvakken (84%) deze veiligheidsmaatregel nodig is. 24 bosplantsoenvakken: gerichte snoei boven gevaarzetting. Het gaat hier bijvoorbeeld om bomen met een plakoksel. 55 bosplantsoenvakken: risicobomen rooien. Het gaat hier om bomen met afstervingsverschijnselen of bomen die al afgestorven zijn, vaak vanwege concurrentie. 1 bosplantsoenvak: niet te beoordelen Dit vak kon niet volledig beoordeeld worden, omdat het zich op een eiland bevindt. 14

15 2. KWALITEITSBEOORDELING INDIVIDUELE BOMEN 1863 BOMEN 62% GOED OF VOLDOENDE 23% 15 ONVOLDOENDE 9% SLECHT OF AFGESTORVEN 5 bomen niet te beoordelen 6% niet aanwezig

16 INDIVIDUELE BOMEN Tijdens de boominventarisatie zijn bomen beoordeeld: voornamelijk solitaire bomen maar ook 202 bomen in bosplantsoen, waarvan tijdens de inventarisatie bleek dat ze een (veiligheids)maatregel nodig hebben en waarvoor daarom afzonderlijke maatregelen zijn geformuleerd. Van iedere boom afzonderlijk is de conditie, veiligheid en beheerbaarheid bepaald. Deze 3 aspecten bepalen samen de kwaliteitsklasse van de boom. Onderstaande figuren vatten de belangrijkste resultaten en conclusies samen. Verderop in het hoofdstuk volgt een meer uitgebreide beschrijving van de methode en de resultaten van de beoordeling. BEHEERVISIE IN HET KORT Hierbij is de boom (en de kosten van het beheer) het uitgangspunt: de beheervisie is gebaseerd op de conditie en de beheerbaarheid van de boom. Handhaving ongewenst (444) Handhaving gewenst, gerichte maatregelen noodzakelijk (49) Handhaving gewenst (1.039) Handhaving op termijn niet mogelijk (194) Niet te beoordelen (27) 49 Niet aanwezig (110) 1039 Figuur 1. Beheervisie bomen. VEILIGHEIDSMAATREGELEN IN HET KORT 975 bomen hebben een of meerdere veiligheidsmaatregelen nodig. Bij de overige 888 bomen hoeven geen maatregelen genomen te worden vanuit het oogpunt van veiligheid. Hierbij is de veiligheid van de omgeving het uitgangspunt: de maatregelen hebben tot doel om veiligheidsrisico s voor de omgeving weg te halen. 16

17 Jaarlijkse inspectie 129 Hercontrole Nader onderzoek Verankering aanbrengen Grof dood hout verwijderen 671 Kroon innemen 28 Gerichte snoei 124 Vellen Figuur 2. Veiligheidsmaatregelen bomen. Dit is het aantal keer dat de maatregel nodig is; per boom kunnen meerdere maatregelen van toepassing zijn. ONDERHOUDSMAATREGELEN (SNOEIBEHOEFTE) IN HET KORT 1098 bomen moeten gesnoeid worden (de lichtgroen gekleurde staven uit onderstaand diagram). Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen snoeibehoefte vanuit de boom bezien (boombeeld) of vanuit de omgeving bezien (veiligheidsoverwegingen). Hieronder vallen dus ook de 124 bomen uit figuur 2 waarvoor gerichte snoei wordt geadviseerd vanwege de veiligheid. Geen snoeibehoefte Tot 25% kroonvolume innemen (1 à 2 snoeibeurten) 25-40% kroonvolume innemen (2 snoeibeurten) Meerdere snoeibeurten 21 Niet relevant (advies: rooien) 205 Niet te beoordelen 2 Niet aanwezig Figuur 3. Onderhoudsmaatregelen bomen. 17

18 METHODE Kwaliteitsbeoordeling Iedere eigenaar/beheerder is verplicht zorg te dragen voor periodiek onderhoud en controle van de bomen die onder zijn beheer vallen. Onderhoud bij bomen is noodzakelijk voor een duurzaam bomenbestand en draagt bij om het beoogde eindbeeld te bereiken. Van iedere onderzoeksboom hebben we de kwaliteit vastgesteld aan de hand van 3 aspecten: conditie, veiligheid en beheerbaarheid. Conditie De conditie van de boom gaat over de vraag of de boom gezond is. Bij de beoordeling van de conditie is met name gekeken naar de scheutlengte, de kroonstructuur en de bladgrootte, -kleur en -bezetting. Verder is gelet op symptomen die wijzen op een aantasting door insecten, bacteriën, virussen of schimmels. Veiligheid De veiligheid van de boom gaat over de vraag hoe stabiel en breukveilig de boom is. Bij de beoordeling van de veiligheid is gekeken naar zowel biologische als mechanische aspecten die daar invloed op kunnen hebben. Daarbij gaat het om zaken als aantastingen, holten, scheuren, zware takken of plakoksels (slechte takaanhechtingen, die kunnen leiden tot een verhoogde kans op stambreuk, takbreuk en/of windworp). Beheerbaarheid De beheerbaarheid van de boom gaat over de vraag of de boom op de betreffende standplaats gezond zijn beoogde eindleeftijd kan bereiken. De beheerbaarheid is beoordeeld aan de hand van verschillende factoren. Behalve de conditie en de veiligheid wordt de beheerbaarheid ook bepaald door de standplaats, de groeifase, de boomsoort en het boombeeld. Kwaliteitsklassen Op basis van de score voor de conditie, veiligheid en beheerbaarheid is elke boom ingedeeld in een kwaliteitsklasse: voldoende, matig of slecht. Voldoende: De komende 10 jaar zijn geen problemen te verwachten. Matig: Na 5 tot 10 jaar zijn problemen te verwachten. Slecht: Er zijn ernstige problemen geconstateerd die binnen 5 jaar een bedreiging vormen voor het behoud van de boom. Advies Naar aanleiding van de kwaliteitsbeoordeling hebben we per boom een advies opgesteld met relevante beheermaatrelegen en/of veiligheidsmaatregelen om de gesignaleerde risico s voor de omgeving te minimaliseren. De beoordelingsgegevens zijn in het veld vastgelegd in een zogenoemd bomenpaspoort. Bij het inventariseren en beoordelen van de bomen is gebruik gemaakt van het Handboek Bomen (Handboek bomen 2014, Uitgave NIB, Gouda 2014). De beoordeling is uitgevoerd in de periode van 15 juni tot en met 3 juli 2017 door N. Jansen en S. van der Burg, boomtechnisch adviseurs bij Bomenwacht Nederland. Bijlage G bevat een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksmethodiek. 18

19 RESULTATEN KWALITEITSCONTROLE Standplaats Standplaats Aantal bomen Gazon (70%) Beplantingsvak 187 (10%) Verharding 70 (4%) Bosplantsoen (apart beoordeelde bomen) 202 (11%) Niet aanwezig 104 (6%) Totaal (100%) Tabel 1. Aantal bomen per type standplaats. Boomsoort De esdoorn komt het meest voor (24%) en ook iep (Ulmus), els (Alnus) en wilg (Salix) zijn sterk vertegenwoordigd. De groep overig omvat alle overige boomsoorten die niet expliciet worden benoemd, zoals kers (Prunus), meel- en lijsterbes (Sorbus) en linde (Tilia). Acer (esdoorn) 447 Ulmus (iep) 283 Alnus (els) 154 Salix (wilg) Quercus (eik) Fraxinus (es) 83 Overig 571 Niet aanwezig Figuur 4. Sortiment individuele bomen. 19

20 CONDITIE Onderstaande figuur geeft een beeld van de conditie van de onderzochte bomen Afgestorven (59) Slecht (108) Onvoldoende (426) Voldoende (1.024) Goed (131) Niet te beoordelen (5) Niet aanwezig (110) Figuur 5. Conditieklasse individuele bomen. 62% (1155 bomen): voldoende of goede conditie Dit zijn bomen waarbij het kroonvolume jaarlijks toeneemt. 29% (534 bomen): onvoldoende of slechte conditie Bij deze bomen is de groei gestagneerd en blijft het kroonvolume gelijk. Bomen met een slechte conditie kampen met afstervingsverschijnselen waarbij het kroonvolume afneemt. Van de overige 9% is de conditie niet relevant. Van 5 bomen (0,3%) kon de conditie niet worden beoordeeld vanwege de groei van klimop in de boom. Daardoor niet goed kon worden ingeschat of het kroonvolume van de boom af of toeneemt. 6% (110 bomen) bleek niet aanwezig en 3% (59 bomen) bleek al afgestorven. Wat valt op? De bomen rondom het evenemententerrein hebben duidelijk een mindere conditie. Ook de meeste platanen in de elementenverharding langs de Nachtwachtlaan, ten zuiden van de Postjesweg, hebben een onvoldoende of slechte conditie. Waarderingscijfers per boom In bijlage A1 is per boom de waardering van de conditie terug te vinden in de vorm van een cijfer. De waarderingscijfers voor conditie betekenen het volgende: 0: afgestorven 2: slecht 4: onvoldoende 6: voldoende 8: goed 20

21 VEILIGHEID Onderstaande figuur laat zien hoe het met de veiligheid van de onderzochte bomen gesteld is Slecht (203) 140 Onvoldoende (706) Matig (39) Voldoende (638) Goed (140) Nader onderzoeken (7) Niet te beoordelen (20) 39 Niet aanwezig (110) Figuur 6. Veiligheidsklasse individuele bomen. 11% (203) bomen: slechte veiligheid Dit aantal is relatief hoog. Het gaat hier vooral om afgestorven bomen, bomen met een slechte conditie en bomen met een kantelende kluit. Het zijn instabiele en breukgevoelige bomen die niet meer te handhaven zijn. 38% (706 bomen): onvoldoende veiligheid Dit zijn bomen die een veiligheidsrisico voor de omgeving vormen, waarbij gerichte maatregelen noodzakelijk zijn. Bij een groot deel van deze bomen wordt het veiligheidsrisico veroorzaakt door de aanwezigheid van (grof) dood hout in de kroon. Een eenmalige veiligheidssnoei is afdoende om het veiligheidsrisico op te heffen. 909 bomen (49%) vallen in de categorie risicoboom. 2% (39 bomen): matige veiligheid Dit zijn bomen waarbij een afwijking is geconstateerd die in de toekomst kan leiden tot een veiligheidsrisico. 42% (778 bomen): voldoende of goed Bij deze bomen zijn geen noemenswaardige veiligheidsrisico s aangetroffen. 39 bomen (2%) vallen in de categorie attentieboom 1% (27 bomen): niet te beoordelen / nader onderzoek nodig Van deze bomen is het veiligheidsrisico niet vast te stellen, bijvoorbeeld vanwege klimop op de stam, stamvoet en/of in de kroon. 6% (110 bomen): niet relevant Deze bomen zijn niet aanwezig 21

22 Risicobomen en attentiebomen Alle bomen in de veiligheidscategorie onvoldoende of slecht worden aangemerkt als risicoboom. Bij deze bomen moet een veiligheidsmaatregel genomen worden om de actuele veiligheidsrisico s weg te nemen De bomen in de veiligheidscategorie matig worden aangemerkt als attentieboom. Bij deze bomen is een afwijking is geconstateerd die in de toekomst kan leiden tot een veiligheidsrisico, zoals afstervingsverschijnselen, rottingen, spechtgaten en andere soorten afwijkingen en aantastingen. Sommige risicobomen in de veiligheidsklasse onvoldoende vertonen ook gebreken die in de toekomst kunnen leiden tot veiligheidsrisico s, zoals holten of schimmelaantastingen. Deze bomen zijn aangemerkt als risicoboom, maar moeten na de genomen veiligheidsmaatregelen behandeld worden als attentieboom. Veiligheidsklasse per boom In bijlage A1 is per boom de waardering van de veiligheid en de veiligheidscategorie terug te vinden. De waarderingscijfers voor veiligheid betekenen het volgende: 0: afgestorven 2: slecht 4: onvoldoende 5. matig 6: voldoende 8: goed Op basis van dit cijfer is de boom ingedeeld in een van de volgende veiligheidscategorieën: 2 of 4: risicoboom 5: attentieboom 6 of 8: boom zonder noemenswaardige afwijkingen BEHEERBAARHEID De beheerbaarheid van een boom heeft te maken met de conditie, maar ook met andere factoren zoals de standplaats en de bodem. Met andere woorden, de beheerbaarheid geeft aan of een boom op de plek waar hij staat ook gezond kan uitgroeien tot zijn beoogde eindleeftijd Onhoudbaar (66) Slecht (235) Onvoldoende (474) Voldoende (825) Goed (126) 474 Nader onderzoeken (7) 825 Niet aanwezig (110) Niet te beoordelen (20) Figuur 7. Beheerbaarheidklasse individuele bomen. 22

23 4% (66 bomen): onhoudbaar Bij deze bomen is duurzaam beheer is hier niet meer aan de orde. De bomen in deze klasse zijn bijna allemaal al afgestorven. Het gaat voornamelijk om bomen in bosplantsoen. Voor al deze bomen geldt dat deze vanuit veiligheidsoogpunt niet meer te handhaven zijn. 13% (235 bomen): slecht beheerbaar Bij deze bomen is duurzaam beheer (vrijwel) uitgesloten. Het gaat hier onder andere om bomen met een kantelende kluit, plakoksels (slecht aangehechte takken die kunnen uitbreken) en/of rottingen. Opvallend is dat 44 exemplaren van de witte els (Alnus incana) als slecht beheerbaar zijn beoordeeld, waarmee de soort veruit het hoogst vertegenwoordigd is in deze klasse. De witte els is een pioniersoort die snel groeit en wat extremere omstandigheden aankan (zoals suboptimale abiotische condities, waaronder hoge grondwaterstanden). Ook 12 schietwilgen (Salix alba) zijn als slecht beheerbaar beoordeeld. Dit heeft vooral te maken met de leeftijd van de bomen. Veel van deze wilgen hebben in het verleden lange dunne takken ontwikkeld. Nu hun conditie minder wordt, wordt de kans op uitbreken van deze takken groter. Door hun leeftijd worden de bomen ook vatbaarder voor parasieten en schade door spechten. 25% (474 bomen): onvoldoende beheerbaar De meeste van deze bomen vertonen een stagnerende groei. Duurzaam beheer is soms nog mogelijk, mits er (ingrijpende) maatregelen worden genomen. 51% (951 bomen): voldoende of goed beheerbaar Bij deze bomen zijn geen knelpunten waargenomen die een negatieve invloed hebben op duurzame instandhouding. 1% (27 bomen): niet te beoordelen Dit zijn bomen waarvan de veiligheid niet visueel kon worden ingeschat. Omdat de veiligheid één van de factoren is op basis waarvan de beheerbaarheid wordt bepaald, kan ook de beheerbaarheid alleen worden beoordeeld met de resultaten van nader onderzoek. 20 bomen konden niet worden beoordeeld vanwege klimop en bij 7 bomen is een gebrek is geconstateerd waarvan de omvang niet visueel te beoordelen is. 6% (110 bomen): Niet aanwezig KWALITEIT Op basis van de conditie, veiligheid en beheerbaarheid is iedere boom ingedeeld in een kwaliteitsklasse. De waarderingscijfers voor conditie, veiligheid en beheerbaarheid bepalen samen het kwaliteitsgetal dat aan de boom is toegekend. Dit getal bepaalt vervolgens de klasse waarin de boom is ingedeeld. Alle waarderingscijfers zijn terug te vinden in bijlage A1. Aan van de opgenomen bomen kon op basis van dit onderzoek een kwaliteitsklasse worden toegekend. De overige bomen betreft bomen die niet (meer) aanwezig zijn (110 bomen) en bomen waarbij de conditie, veiligheid of beheerbaarheid niet kon worden beoordeeld (27 bomen). 23

24 Slecht (299) Matig (913) Voldoende (514) Niet te beoordelen (27) 913 Niet aanwezig (110) Figuur 8. Kwaliteitsklasse individuele bomen. 16% (299 bomen): slechte kwaliteit Dit zijn bomen die niet functioneren. In deze klasse is komt de witte els (Alnus incana) met 53 bomen het meest voor. In het Rembrandtpark kampt deze soort vaak met stabiliteitsproblemen. 49% (913 bomen): matige kwaliteit Dit zijn bomen die niet naar behoren functioneren. Bij de meeste van deze bomen zijn de conditie, veiligheid en ook de beheerbaarheid als onvoldoende gewaardeerd. Het kan hierbij gaan om bomen die in groei zijn gestagneerd of bomen met grof dood hout in de kroon. De meest voorkomende soort in deze klasse is de veldesdoorn (Acer campestre Elsrijk ). 28% (514 bomen): voldoende kwaliteit Deze bomen functioneren naar behoren. 1% (27 bomen): niet te beoordelen 6% (110 bomen): niet aanwezig ADVIES INDIVIDUELE BOMEN Beheervisie Handhaving ongewenst (444) Handhaving gewenst, gerichte maatregelen noodzakelijk (49) Handhaving gewenst (1.039) Duurzaam beheer op termijn niet mogelijk (193) Niet te beoordelen (27) 49 Niet aanwezig (110) Figuur 1. Beheervisie bomen. (Herhaling van pagina 16.) 24

25 56% (1.039 bomen): handhaving gewenst Meer dan de helft van de onderzochte bomen is in goede conditie, waarbij geen grote ingrepen nodig zijn om ze (onder dezelfde omstandigheden) nog zeker 15 jaar te behouden. 24% (444 bomen): handhaving ongewenst Van 299 bomen is de kwaliteit zo slecht dat handhaving ongewenst is. De levensverwachting van deze bomen is korter dan 5 jaar. Voor een groot deel hiervan (206 bomen) geldt dat ze op korte termijn (binnen 3 maanden) gerooid moeten worden vanwege veiligheidsrisico s. 23 bomen concurreren met nevenstaande bomen, waardoor beide bomen zich niet goed kunnen ontwikkelen. Het opofferen van één van de twee biedt ruimte voor de blijvende boom om zich goed en volledig te ontwikkelen. 122 bomen hebben een beperkte levensverwachting van tussen de 5 en 10 jaar. Dit zijn vaak bomen met een milde aantasting (spechtgaten, bastbloedingen of scheefstand) die op termijn zo serieus wordt dat de boom eronder zal bezwijken. Wij adviseren deze bomen nu al te vellen. 3% (49 bomen): handhaving gewenst, gerichte maatregelen nodig Dit zijn bomen met problemen zoals een plakoksel of overbelaste takken, die alleen verholpen kunnen worden met een grote ingreep, zoals een kroonreductie of het aanbrengen van een kroonverankering. Het gaat meestal om beeldbepalende bomen, die de moeite waard zijn om in te investeren. 10% (194 bomen): duurzaam beheer op langere termijn niet mogelijk Dit zijn de twijfelgevallen ; bomen die met gebreken kampen (conditionele problemen, stagnerende groei, concurrentie etc.) waardoor ze een beperkte toekomstverwachting hebben van zo n 10 tot 15 jaar. Het zijn bomen zonder acute problemen, waarbij een afweging gemaakt moet worden of ze het behouden, en daarmee de investering in het beheer, waard zijn. 1% (27 bomen): niet te beoordelen 6% (110 bomen): niet aanwezig 25

26 Veiligheidsmaatregelen 778 bomen hebben geen veiligheidsmaatregel nodig. Dat betekent dat de helft van de (aanwezige) bomen veilig genoeg is en geen noemenswaardig risico vormt voor de omgeving. 975 bomen (inclusief de 202 apart beoordeelde bomen in bosplantsoenvakken) hebben wel 1 of meerdere veiligheidsmaatregelen nodig. Onderstaande tabel laat zien om welke maatregelen het gaat. Per boom kunnen meerdere maatregelen van toepassing zijn. Jaarlijkse inspectie 129 Hercontrole Nader onderzoek Verankering aanbrengen Grof dood hout verwijderen 671 Kroon innemen 28 Gerichte snoei 124 Vellen Figuur 2. Veiligheidsmaatregelen bomen. (Herhaling van pagina 17.) Sommige mechanische afwijkingen, zoals een plakoksel, zijn in sommige gevallen (niet altijd) met een beheermaatregel op te lossen, maar daarbij moet ook een kostenafweging worden gemaakt. Voor een grote, beeldbepalende boom met een plakoksel kan daarom het advies gelden om een dure maatregel als cobraverankering toe te passen, terwijl bijvoorbeeld voor een boompje met plakoksel in een bosplantsoen, dat last heeft van concurrentie, eerder geadviseerd wordt om deze te vellen. 206 bomen: vellen Deze bomen vallen allemaal in de categorie handhaving ongewenst (zie voorgaande pagina). Bij deze bomen is echter ook sprake van veiligheidsrisico s. Een groot deel van de te vellen bomen is in slechte conditie en vertoont vergaande afstervingsverschijnselen. Een deel is al volledig afgestorven. Daarnaast gaat het om instabiele bomen (kantelende kluit) en bomen met mechanische afwijking zoals plakoksels (slecht aangehechte takken) of spechtgaten, en vaak een combinatie daarvan. De soort waarvan de meeste exemplaren geveld moeten worden is de witte els (Alnus incana). 174 van te vellen bomen staan in bosplantsoen. 124 bomen: gerichte snoei nodig Het gaat hierbij vooral om plakoksels en/of takken met een ongunstige lengte-diameterverhouding. Dergelijke takken moeten op een boomtechnisch verantwoorde manier worden ingenomen of volledig verwijderd. 28 bomen: kroon innemen Ook hierbij gaat het vaak om bomen waarbij de takdikte niet in verhouding is met de taklengte. De kroon van deze bomen moet rondom met een derde tot een vijfde van het kroonvolume worden ingenomen. Wanneer in één beurt meer dan een vijfde (20%) van de kroon moet worden 26

27 ingenomen is het advies is om dit in twee rondes te doen. Bij een kroonreductie van meer dan 20% moet anders een kapvergunning worden aangevraagd. Deze maatregel moet in verhouding vaak worden uitgevoerd bij een cultivar van de zilveresdoorn (Acer saccharinum Laciniatum Wieri ): het advies geldt voor 16 exemplaren van deze soort. Deze beeldbepalende bomen staan in een groep bij elkaar langs het water in het middelste gebied, zoals te zien is op de foto hiernaast. Bij een aantal hiervan zijn in het verleden al takken uitgebroken. 671 bomen: grof dood hout verwijderen Het gaat hier om dode takken, die gemakkelijk kunnen uitbreken. Bij de bomen waarbij er risico is op schade of letsel hierdoor (de solitaire bomen en de bomen in bosplantsoen die bijvoorbeeld dichtbij het gazon of een pad staan) moeten deze dode takken verwijderd worden. 5 bomen: kroonverankering aanbrengen Dit is nodig vanwege een plakoksel (slechte takaanhechting). 9 bomen: nader onderzoek nodig Deze bomen vertonen een afwijking waarbij het risico niet visueel beoordeeld kan worden, zoals een spechtgat, holten of rottingen. Hiervoor is specialistische apparatuur of onderzoek op hoogte nodig. Foto 1: Beeldbepalende zilveresdoorns 20 bomen: hercontrole nodig Bij deze bomen was het niet mogelijk de bomen op veiligheidsrisico s te beoordelen vanwege klimop op de stamvoet, stam en in de kroon. Na het verwijderen van de klimop moeten de bomen opnieuw te worden geïnspecteerd. Klimop heeft een hoge ecologische waarde, er moet een keuze gemaakt worden of de ecologische waarde of het bepalen van veiligheidsrisico s prioriteit heeft. 129 bomen: jaarlijkse controle nodig Dit zijn zogenaamde attentiebomen, bomen waarbij een afwijking is geconstateerd die nu nog niet geen veiligheidsrisico inhoudt, maar daar in de toekomst wel toe kan leiden. Deze bomen moeten jaarlijks gecontroleerd worden. Het gaat onder andere om bomen met afstervingsverschijnselen, rottingen, spechtgaten en andere soorten afwijkingen en aantastingen. 27

28 Onderhoud (snoeibehoefte) 1098 bomen hebben een of meerdere snoeibeurten nodig (de lichtgroene staven in onderstaand diagram). In het diagram is geen onderscheid gemaakt tussen snoeibehoefte vanuit boombeeld of vanuit veiligheidsoverwegingen. Bomen met een veiligheidssnoeimaatregel zijn namelijke per definitie snoeibehoeftig. Met andere woorden, de 124 bomen waarvoor gerichte snoei wordt geadviseerd vanwege de veiligheid, zijn ook in de figuur opgenomen Geen snoeibehoefte Tot 25% kroonvolume innemen (1 à 2 snoeibeurten) 25-40% kroonvolume innemen (2 snoeibeurten) Meerdere snoeibeurten 21 Niet relevant (advies: rooien) 205 Niet te beoordelen 2 Niet aanwezig Figuur 3. Onderhoudsmaatregelen bomen. (Herhaling van pagina 17.) 448 bomen (24%): geen snoeibehoefte Deze bomen hebben een aanvaard boombeeld. Deze bomen zijn op beeld en hoeven op dit moment niet gesnoeid te worden. 978 bomen (53%): 1 reguliere snoeibeurt nodig Deze bomen hebben een regulier boombeeld. Dat betekent dat deze bomen een keer gesnoeid moeten worden om ze op beeld te krijgen, waarbij maximaal 25% van het kroonvolume wordt verwijderd. (N.B. Wanneer het om meer dan 20% gaat is het advies om dit in 2 snoeibeurten te doen, omdat anders een kapvergunning moet worden aangevraagd.) 99 bomen (5%): 2 snoeibeurten nodig 76 bomen hebben een achterstallig boombeeld. Bij deze bomen moet tussen 25 en 40% procent van de kroon gesnoeid worden om de bomen weer op beeld te krijgen. Vanuit boomtechnisch oogpunt kan dat met 1 ingrijpende snoeibeurt, maar ook hier geldt het advies om dit in 2 keer te doen, omdat anders een kapvergunning moet worden aangevraagd. Bij 23 bomen moet vanuit veiligheidsoverwegingen de kroon worden ingenomen, waarbij alle hoofdtakken met een vijfde tot een derde van de lengte worden ingekort. Het boombeeld is daarbij niet relevant. 21 bomen (1%): meerdere snoeibeurten nodig Deze bomen hebben een achterstallig boombeeld en hebben meerdere snoeibeurten (verspreid over meerdere jaren) nodig om weer op beeld te komen. Per snoeibeurt mag vanuit boomtechnisch oogpunt niet meer dan 40% van de kroon worden verwijderd. Het advies is echter om per snoeibeurt maximaal 20% van de kroon te snoeien, omdat anders een kapvergunning moet worden aangevraagd. 28

29 Voor de overige 315 bomen (17%) geldt dat de snoeibehoefte niet relevant is. Het gaat hier om bomen met een rooiadvies of bomen die niet aanwezig zijn. 2 bomen: niet te beoordelen Bij 1 boom belemmerde klimop het zicht, waardoor eventueel grof dood hout in de kroon niet kon worden waargenomen. De tweede boom was niet toegankelijk omdat hij binnen de hekken van een bouwplaats stond. Specifieke onderhoudsmaatregelen 37 bomen hebben, afgezien van hun snoeibehoefte of (andere) veiligheidsmaatregelen, een specifieke onderhoudsmaatregel nodig. Klimplanten / onderbeplanting verwijderen 19 Maatregelen bestratingsopdruk 3 Stobbe verwijderen 6 Ondergrondse verankering verwijderen Figuur 9. Specifieke onderhoudsmaatregelen. Per boom kunnen meerdere maatregelen van toepassing zijn. 9 bomen: kluitverankering verwijderen Opvallend is dat bij een aantal bomen nog een ondergrondse kluitverankering aanwezig is. Deze verankeringen zitten, net boven maaiveld, strak rondom de stamvoet van de bomen. Op den duur kunnen deze verankeringen de sapstroom van de bomen gaan onderbreken waardoor er een reële kans is dat de bomen afsterven. Ondergrondse stobbes verwijderen Op 6 locaties zijn bomen gerooid maar is het ondergrondse deel nog aanwezig. De beheerder moet beslissen of hij dit deel wil laten zitten of laten verwijderen. Voor 104 bomen geldt dat eerst een beslissing moet worden genomen of ze al dan niet gehandhaafd moeten worden: bomen die bijvoorbeeld een ziekte of aantasting hebben, of die afstervingsverschijnselen vertonen. Deze bomen hebben vaak een beperkte levensverwachting, terwijl er wel vaak een maatregel nodig is om de boom veilig te houden. Het is aan de beheerder om een afweging te maken of de boom die investering nog waard zijn. Als het om een beeldbepalende boom gaat, bijvoorbeeld door zijn omvang of speciale groeivorm, kan dat een reden zijn om nog wel in de boom te investeren. Als besloten wordt 29

30 om deze bomen (vooralsnog) te handhaven, dan blijven wel de geadviseerde veiligheidsen/of snoeimaatregelen van kracht. BIJLAGEN Bijlage F bevat kaarten met de locaties van de bomen en de geadviseerde boomveiligheidsmaatregelen per boom. Hierop staan ook alle bomen aangegeven die vanuit veiligheidsoogpunt gerooid moeten worden en de bomen in de bosplantsoenvakken die als onveilig zijn aangemerkt. Bijlage E bestaat uit kaarten met daarop de locatie van de bomen inclusief de beheeradviezen per boom. Ook in het registratieformulier in bijlage A1 zijn per boom de geadviseerde veiligheidsen beheermaatregelen terug te vinden. 30

31 3. KWALITEITSBEOORDELING GROENVLAKKEN % HECTARE 49% GAZON WAARVAN 50% VOLDOENDE 38% RUW GRAS WAARVAN 32% VOLDOENDE 3% SIERBEPLANTING WAARVAN 71% VOLDOENDE 31 10% BLOEMRIJK GRASLAND WAARVAN 59% VOLDOENDE 0,2% HAGEN 0,5% HEESTERS / BODEMBEDEKKERS

32 GROENVLAKKEN Het overig groen in het Rembrandtpark is ingedeeld in 271 groenvlakken, in 6 verschillende categorieën. Deze zijn afzonderlijk beoordeeld op beeldkwaliteit en op basis daarvan in ingedeeld in 3 kwaliteitsklassen. Hieronder staan de belangrijkste resultaten en conclusies. Verderop in het hoofdstuk volgt een meer uitgebreide beschrijving van de methode en de resultaten van de beoordeling. Impressie van groenvlak, sierbeplanting (Lavandual angustifolia 'Hidcote' Impressie van groenvlak, hagen (Ilex meserveae 'Blue Prince'). KWALITEIT IN HET KORT De kwaliteit van de meeste groenvlakken is matig tot voldoende. Alleen in de categorie heesters en bodembedekkers is een relatief hoog aantal groenvlakken als onvoldoende beoordeeld. Figuur 15 op de volgende pagina geeft een algemeen overzicht van de kwaliteit van de groenvlakken. ALGEMEEN ADVIES Eenmalige inhaalslag, om achterstallig onderhoud weg te werken. Beheerplan opstellen voor de groenvlakken. 32

33 % % % ,6% 0 0,2% 0,5% Onvoldoende Matig Voldoende Figuur 15: Kwaliteit van de verschillende typen groenvlakken 33

34 METHODE Onderhoud aan groenvlakken is noodzakelijk om het gewenste beeld te bereiken en te behouden. Daarom is voor de in het Rembrandtpark aanwezige groenvlakken de beeldkwaliteit bepaald. Hierbij is gebruik gemaakt van de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013: Standaard kwaliteitsniveaus voor onderhoud, een uitgave van CROW. Uit deze catalogus zijn de voor het Rembrandtpark relevante categorieën geselecteerd. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel, inclusief de aspecten die de beeldkwaliteit bepalen en waarop ze beoordeeld zijn. Aangeleverde rubrieken Beheercategorie Beeldkwaliteitsaspecten paspoort Haag Hagen Gaten in haag Snoeibeeld Bodembedekkers Bodembedekkers Kaal oppervlak Heesters en heesters Snoeibeeld Overgroei randen Struikrozen Sierbeplanting Snoeibeeld Vaste planten Overgroei randen Gras en kruidachtigen (Gazon) Gras en kruidachtigen (Ruw gras) Gazon Onkruid Kaal oppervlak Beschadiging Ruw gras Soortenrijkdom* Kaal oppervlak Beschadiging Gras en kruidachtigen Bloemrijk gras Soortenrijkdom (Bloemrijk gras) Kaal oppervlak Beschadiging Tabel 3: Categorieën groenvlakken, met per categorie de aspecten die de beeldkwaliteit bepalen. In grote lijnen is bij de beoordeling de methode uit eerder genoemde catalogus gevolgd. Deze hanteert 5 klassen, van A+ (zeer goed) t/m D (voldoende). De resultaten zijn vertaald naar de in dit onderzoek gehanteerde klassen voldoende, matig en onvoldoende. Voldoende: A+, A of B (In Amsterdam geldt klasse B (voldoende) als uitgangspunt.) Matig: C Onvoldoende: D Niet alle groenvlakken zijn even groot. Daarom is per kwaliteitscategorie aangegeven om hoeveel procent het gaat van de betreffende categorie (percentage categorie), maar ook van het totaal van alle groenvlakken samen (percentage van het totaal). Als de kwaliteit in een bepaald groenvlak lokaal sterk bleek te verschillen, dan is het vlak opgedeeld in verschillende delen die een aparte kwaliteitscategorie toegekend hebben gekregen. In het Rembrandtpark is de soortenrijkdom minder van belang voor de kwaliteit van ruw gras. Daarom is deze niet lager beoordeeld dan C (matig) omdat dit aspect anders te zwaar zou meewegen en het oordeel negatiever zou kunnen laten uitvallen dan nodig is. Voor de onderzochte categorieën groenvlakken zijn veiligheidsmaatrelen niet relevant. Daarom worden naar aanleiding van de resultaten alleen beheeradviezen gegeven. De beoordeling van de groenvlakken is uitgevoerd in de periode 20 juni tot en met 26 juni 2017 door F. Zwambag, boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland. 34

35 RESULTATEN BEELDKWALITEITSBEPALING Categorieën Gazon ( m2) Ruw gras ( m2) Heesters en bodembedekkers (1.228 m2) Sierbeplanting (5.937 m2) Bloemrijk gras ( m2) Hagen (428 m2) Figuur 12. Overzicht categorieën groenvlakken in oppervlakte (m 2 ) per categorie. Hagen (429 m 2, 0,2%) Op slechts 1 locatie in het park is een groenvlak in de categorie hagen aanwezig. Het groenvlak is in 5 elementen onderverdeeld. Op verschillende plaatsen vertoont de haag (veel) kale plekken. Met inboet (extra bijplanten op de kale(re) plekken) is dit te herstellen. Ook is er een snoeiachterstand geconstateerd. Kwaliteit hagen Aantal Percentage Oppervlakte Percentage elementen element (m 2 ) van totaal Onvoldoende (kale plekken) 1 15% % Matig 3 76% % Voldoende 1 9% % Totaal 5 100% % Heesters en bodembedekkers (1.228 m 2, 0,5%) Het huidige snoeibeeld en een flinke overgroei van de randen leidt tot een hoog percentage met een onvoldoende waardering. Dit is achterstallig onderhoud dat met een flinke snoeibeurt te herstellen is. Kwaliteit heesters Aantal Percentage Oppervlakte Percentage elementen element (m 2 ) van totaal Onvoldoende 9 36% % Matig 8 53% % Voldoende 3 11% % Totaal % % 35

36 Sierbeplanting (5.936 m 2, 2,6%) 71% van het oppervlak aan sierbeplanting is voldoende gewaardeerd: voornamelijk om jonge beplanting die goed aanslaat. Er zijn wel kale plekken aangetroffen, maar die kunnen over het algemeen binnen 1 seizoen dichtgroeien. De grotere, kale oppervlaktes zijn als aparte deelselectie aangegeven op de overzichtskaart in bijlage C. Kwaliteit Aantal Percentage Oppervlakte Percentage Sierbeplanting elementen element (m 2 ) van totaal Onvoldoende 4 10% % Matig 5 19% % Voldoende 10 71% % Totaal % % Gazon ( m 2, 49%) De helft van het gazon is van voldoende kwaliteit. 6% heeft een onvoldoende gekregen vanwege aanwezige kale plekken. Opvallend iss de hoeveelheid onkruid in het gazon. De beeldkwaliteit is bijna overal met een B, C of D gewaardeerd. Een A + is nergens toegekend (zie methode). Kwaliteitscategorie Aantal Percentage Oppervlakte Percentage Gazon elementen element (m 2 ) van totaal Onvoldoende 17 6 % ,88% Matig % % Voldoende % % Totaal % ,32% Ruw gras ( m 2, 38%) Slechts 3% heeft een onvoldoende gekregen, vanwege kaal oppervlak of beschadiging. De soortenrijkdom is niet lager beoordeeld dan matig (C), zie methode. Kwaliteitscategorie Aantal Percentage Oppervlakte Percentage Ruw gras elementen element (m 2 ) van totaal Onvoldoende 7 3 % % Matig % % Voldoende % % Totaal % % Bloemrijk gras ( m 2, 10%) Geen enkel deel heeft een onvoldoende gekregen. De aspecten kaal oppervlak en beschadiging zijn nergens lager gewaardeerd dan B en vaak is een A of A + gegeven zijn (B is voor de gemeente Amsterdam het uitgangspunt). Bij bloemrijk gras speelt de soortenrijkdom overigens wél een belangrijke rol bij het bepalen van de kwaliteit. Kwaliteitscategorie Bloemrijk gras Onvoldoende Aantal elementen Percentage element Oppervlakte (m 2 ) Percentage van totaal Matig 8 41 % % Voldoende 6 59 % % Totaal % % 36

37 BEHEERADVIEZEN Beheeradviezen per categorie groenvlak Hagen: inboet en snoei De hagen kunnen met inboet en snoei weer een gesloten haag vormen. Door frequente snoei zal de haag sneller dicht groeien. Plaatselijk wat grondverbetering en bemesting wordt geadviseerd om de groeiomstandigheden te verbeteren. Heesters en bodembedekkers: snoei De heesters en bodembedekkers kunnen zodanig worden gesnoeid dat ze binnen het plantvak groeien. Sierbeplanting: inboet In de sierbeplantingsvakken staat voornamelijk jonge beplanting (vaste planten). Deze vakken zijn met wat inboet heel goed te handhaven. Soorten die niet goed aanslaan kunnen vervangen worden door andere vaste planten die goed aansluiten bij de omgeving. Gazon: doorzaaien, herstellen, verticuteren Het gazon vertoont wat kale plakken en beschadigingen, die met onderhoudsmaatregelen te verhelpen zijn. Te denken valt aan het doorzaaien van kale plekken en het opvullen en herstellen van beschadigingen. Grotere oppervlaktes kunnen geverticuteerd worden, dit verbetert de groeiomstandigheden ter plaatse en daarmee de herstelkans van het gazon. Onkruid in het gazon doet geen afbreuk aan de gebruikswaarde van het gazon in dit park. Verdichting van het gazon heeft te maken met de gebruikswaarde en functie, verdichting kan bijvoorbeeld optreden als er op het gazon festivals plaatsvinden. Ruw gras In ruw gras zijn kale plekken of beschadigingen slechts tijdelijk. Ze groeien meestal vanzelf weer snel dicht. Bloemrijk gras: maaien na de bloei en afvoeren Door bloemrijk gras pas te maaien na de zaadvorming wordt de soortenrijkdom behouden. Afvoeren van het maaisel zorgt voor verschraling (vermindering van voedingsstoffen in de grond). Veel kruidachtige planten houden van arme grond, zodat het afvoeren van maaisel een positief effect kan hebben op de soortenrijkdom. Algemeen beheeradvies Inhaalslag achterstallig onderhoud De groenvlakken vertonen op verschillende plaatsen achterstallig onderhoud. Een eenmalige inhaalslag (een zogenaamde nulbeurt) en een inboet (het bijplanten van dezelfde soort beplanting binnen het plantvak) kan dit achterstallige onderhoud wegwerken. Zo worden de groenvlakken weer teruggebracht tot het gewenste niveau én zijn ze voor de toekomst goed op peil te houden. Beheerplan groenvlakken We adviseren om een beheerplan op te laten stellen voor de groenvlakken. Hierin wordt omschreven vanuit welke visie het Rembrandtpark beheerd wordt en voor welke gebruikswaarden en functies de verschillende deelgebieden zijn aangewezen en welk type onderhoud daarvoor nodig is. 37

38 In een beheerplan kan een algemene visie op het beheer van de groenvlakken nader worden uitgewerkt. Daarin kunnen de volgende overwegingen worden meegenomen: Gazons bemesten of niet? De keuze om een gazon te bemesten bijvoorbeeld heeft te maken met de onderhoudsfrequentie van het gazon. Bemesting van het gazon kan echter een negatieve uitwerking hebben op de soortenrijkdom in aangrenzende vakken met bijvoorbeeld ruw gras of bosplantsoen. Kruidachtige planten gedijen goed op arme grond. Bij bemesting zullen de bijzondere kruidachtige soorten verdwijnen en vooral stikstofminnende soorten, zoals brandnetel en braam, overblijven. In het kader van de soortenrijkdom zijn deze soorten ongewenst. Betreding weren of niet? Het natuurlijk weren van betreding kan een positieve uitwerking hebben. Dit moet dan wel expliciet als functie of gebruikswaarde voor de betreffende gebieden benoemd worden. BIJLAGEN Bijlage A3 geeft een overzicht van de resultaten en adviezen per groenvlak. Bijlage C bestaat uit een kaart, waarop de kwaliteit van de groenvlakken met arcering staat aangegeven. Bijlage H licht de onderzoeksmethode toe en geeft een beschrijving van de aspecten, gehanteerde criteria en bijbehorende waarderingen voor de betreffende categoriën groenvlakken uit de Kwaliteitscatalogus openbare ruimte 2013: Standaard kwaliteitsniveaus voor onderhoud (CROW). 38

39 4. BODEMONDERZOEK In het Rembrandtpark spelen een aantal bodemproblemen die een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de groenelementen. Tijdens de kwaliteitsbepaling van de groenelementen zijn meteen ook de gebieden geïnventariseerd waar zich problemen voordoen die wijzen op een bodemgerelateerde oorzaak. Hier zijn grondboringen uitgevoerd, die meer inzicht geven in de bodemopbouw en daarmee mogelijk in de oorzaak van de problemen. De bevindingen zijn weergegeven op de betreffende registratieformulieren in bijlage A en op de overzichtstekening met bodemproblematiek en boorpunten in bijlage D. METHODE Vanuit praktische overwegingen is het gebied in 3 delen onderverdeeld (zie ook figuur 23). Het ondergronds onderzoek is uitgevoerd in de periode van 26 juni tot en met 7 juli 2017 door N. Jansen, boomtechnisch adviseur bij Bomenwacht Nederland. ALGEMENE TYPERING VAN DE BODEM Voor bomen is de aanwezigheid van zuurstof in de bodem van groot belang. Daarom is geboord tot aan het grondwaterniveau. Hieronder groeien meestal geen boomwortels meer. De bodemboringen zijn uitgevoerd in een droge periode bij hoge temperaturen. De grondwaterstand zal doorgaans vermoedelijk hoger zijn. Lokaal kan er veel fluctuatie van de grondwaterstand plaats vinden, afhankelijk van diverse factoren (regenval, seizoen). Op de overzichtstekening in bijlage D zijn enkele gebieden gearceerd. In deze gebieden is de bodem niet geschikt voor duurzame groei van bomen. Dit wordt veroorzaakt door een tijdelijk (zeer) ondiepe grondwaterstand (aangetoond door gleyverschijnselen), storende en/of ongeschikte bodemlagen en/of bodemverdichting. Bij een tijdelijk ondiepe grondwaterstand of een storende laag (figuur 17, 18, 19, 20) kunnen bomen slechts zeer ondiep wortelen: minder dan 30 à 50 cm. De gebieden langs de waterpartijen in de deelgebieden 1 en 2 hebben te maken met een algemene ondiepe grondwaterstand en dus met een dunne laag doorwortelbaar materiaal. In grote delen van het park komt veen voor in de ondergrond (figuur 20). Met name in gebieden waar deze veenlaag dik is en tot vlak bij het maaiveld komt, kan dit voor structuurproblemen zorgen (figuur 13). Het veen geeft onvoldoende houvast, waardoor de bomen instabiel worden en gemakkelijk omvallen. In deelgebied 1 bij de boringen 1 en 8 is een dikke veenlaag aangetroffen tot aan het maaiveld. Op deze plek zijn dan ook veel instabiele bomen te vinden (figuur 16). In sommige gebieden in het park is sprake van bodemverdichting. Vooral vochtige klei- en leembodems zijn hier gevoelig voor. Bij bodemverdichting vermindert het poriënvolume: water kan minder goed de grond in, waardoor er sneller plassen op het maaiveld blijven staan (figuur 15). Daarnaast neemt in verdichte bodems de indringingsweerstand toe, waardoor bomen minder goed kunnen wortelen. De verdichting is ook nadelig voor de gaswisseling van de bestaande wortels en maakt dat wortels kunnen afsterven. Het gevolg 39

40 van verdichting is dat gras slecht wil groeien (figuur 14), de conditie van de bomen achteruit gaat en dat de bomen uiteindelijk kunnen afsterven. Verdichting van de ondergrond kan worden veroorzaakt door (zware) machines (wellicht ook maaimachines) en door een (grote) menigte, bijvoorbeeld bij een festival. Verdichting van de bodem vindt vaak plaats op 30 cm beneden maaiveld tot op een maximum van 1 meter diepte. De hoger gelegen gebieden in het park hebben weinig te maken met bodemproblematiek. Er is hier voldoende doorwortelbare groeiruimte aanwezig. Meestal zijn hier ook geen storende lagen aanwezig omdat het vaak om onnatuurlijke verhogingen gaat waarbij grond is opgebracht. Bij het opbrengen wordt het materiaal gemengd en ontstaan er geen lagen (figuur 21). RESULTATEN Type bodemproblematiek Aantal vakken Zeer ondiepe grondwaterstand (< 50 cm) 7 Ondiepe grondwaterstand (50-75 cm) 4 Ongeschikte bodem (verdichting) 3 Ongeschikte bodem (structuur) 3 Ongeschikte bodem (storende laag) 3 Tabel 4. Verschillende voorkomende bodemproblemen. In verschillende probleemgebieden meerdere problemen een rol kunnen spelen. De hierna volgende foto s geven een impressie van de aangetroffen bodemproblematiek. Wegzakken en afsterven van witte elzen. Evenemententerrein met verdichtingsproblematiek. 40

41 Waterproblematiek op het maaiveld. Instabiliteitsproblemen door een hoge grondwaterstand. Storende laag. Detail storende laag. 41

42 Instabiliteitsprobleem door oppervlakkige beworteling. Detail van veenlaag. Boring op een hoger punt met weinig problematiek. Voorbeeld van een hoge grondwaterstand 42

43 Voor gebied 3 geldt dat er zich geen knelpunten of problemen voordoen. Dit gebied wordt dan ook niet nader besproken. Figuur 13. Overzicht deelgebieden. 43

44 1 2 3 Figuur 14. Deelgebieden op hoogtekaart. (Bron: AHN)Lichtgroen: de verhoging in het park. Donkergroen: nauwelijks hoger dan niveau waterpartijen. Grijs: water. 44

45 1. NOORDELIJK DEEL BOVEN DE POSTJESWEG In het noordelijke deelgebied 1 is de oorzaak van de bodemproblematiek niet eenduidig. In totaal zijn er 7 gebieden in dit deel waar bodemproblemen aan de orde zijn. 5 hiervan hebben te maken met een tijdelijk (zeer) hoge grondwaterstand (aangetoond door gleyverschijnselen). In een gebiedje ten zuiden van het evenemententerrein is bodemverdichting opgetreden. Op een aantal plaatsen blijft daardoor water op het maaiveld staan. Zoals eerder beschreven kan verdichting ervoor zorgen dat boomwortels afsterven en de conditie van de bomen ter plaatse achteruit gaat. Een aantal bomen in dit gebied is al verwijderd, vermoedelijk als gevolg van deze bodemverdichting. In het meest oostelijk gelegen probleemgebied bevindt zich een storende laag in de bodem. Het gaat om een veenlaag op 55 cm beneden maaiveld. Omdat deze veenlaag niet meer onder water staat, oxideert hij en klinkt in. Hierdoor wordt deze laag compacter, minder goed zuurstofdoorlatend en bij het oxidatieproces wordt zuurstof verbruikt. Ook dit zorgt ervoor dat boomwortels afsterven en dat de conditie van de bomen ter plaatse achteruit gaat. In 2 gebieden is de bodemstructuur ongeschikt voor een duurzame groei van bomen. Het betreft het gebied met boringen 3 en 8 en het gebied met boring 21. Door de aanwezigheid van een dikke veenlaag in de ondergrond biedt de bodem een slecht houvast aan bomen, wat de bomen instabiel maakt. In beide gebieden uit zich dat door de aanwezigheid van scheefstaande en omgevallen bomen. Figuur 15. Overzicht bodemproblematiek deelgebied 1 45

46 Beheervisie Drainage In delen met een hoge grondwaterstand kan ervoor worden gekozen om een drainagesysteem aan te leggen. Op plaatsen waar (grote) bomen gewenst zijn is het ook mogelijk om meer structurele maatregelen te treffen, zoals het plaatselijk ophogen van de bodem, of de aanleg van een rabattensysteem of greppels. Op plaatsen met een zeer ondiepe grondwaterstand kunnen problemen ontstaan wanneer de bomen hoger en zwaarder worden. Deze bomen kunnen niet (goed) wortelen in de zuurstofarme grond die onder water komt te staan. De vakken waar dit speelt zullen moeten worden omgevormd naar vakken met soorten die deze bodemomstandigheden beter verdragen. Een andere mogelijkheid is het ophogen van de bodem. Verdichting De bomen ten zuiden van het evenemententerrein hebben waarschijnlijk te maken met bodemverdichting. Om dit vast te stellen moet aanvullend onderzoek uitgevoerd worden. Dit kan inzicht geven in de verdichtingsgraad, mogelijk oorzaken en oplossingen. Vermoedelijk is de verdichting bij het evenementterrein veroorzaakt door de zware machines die gebruikt worden bij de opbouw van evenementen en door betreding door de menigte bezoekers. Laten kantelen In 2 delen van deelgebied 1 waar boringen zijn uitgevoerd is de bodemstructuur goed genoeg voor duurzaam bomenbeheer. In het deel waar grondboringen 3 en 8 zijn uitgevoerd, kan gekozen worden om de boomsoort af te stemmen op de situatie. Omdat er een dikke laag veen aanwezig is, blijft de kans op instabiliteit echter groot, ook ophoging. In het deel waar grondboring 21 is uitgevoerd vertonen de vleugelnoten instabiliteitsproblemen. De bomen zien er conditioneel nog goed uit. Daarom kan worden overwogen om de bomen te behouden en ze op natuurlijke wijze te laten kantelen, waarna ze opnieuw kunnen uitlopen. Storende laag doorbreken De storende lagen die in een aantal gebieden voorkomen, kunnen worden opgeheven door de laag te doorbreken. Wel zal eerst onderzoek gedaan moeten worden naar de mogelijke (ongewenste) gevolgen daarvan, zoals een stijging van het grondwater. De hoger gelegen bosplantsoenvakken hebben niet te maken met bodemproblematiek en kunnen grotendeels worden gehandhaafd. Wel moet worden gekeken of de toekomstverwachting van deze vakken kan toenemen door bijvoorbeeld een maatregel als dunning. 46

47 2. MIDDENDEEL TUSSEN DE POSTJESWEG EN CORNELIS LELYLAAN Deelgebied 2 zijn er 9 gebieden met bodemproblemen. Daarvan hebben 6 gebieden te maken met (zeer) hoge grondwaterstanden, deze gebieden liggen vaak langs de waterpartijen (behalve het gebiedje met grondboring 22). Door de hoge grondwaterstand is de doorwortelbare zone gering, wat bomen instabiel maakt naarmate ze hoger worden. Er zijn voornamelijk witte elzen die tekenen van instabiliteit vertonen. De 2 gebieden met boringen 5, 13, 15 en 16 hebben te maken met een verdichte laag. De grotere bomen sterven in deze gebiedjes af. Verder is er een gebied voor met een storende laag dicht onder het maaiveld (het gebied met boringen 14 en 24) en een gebiedje met een ongeschikte structuur voor bomen (gebied met boring 4). In dit laatste gebiedje begint vanaf 110 cm beneden maaiveld een dikke veenlaag. Voornamelijk de grauwe els lijkt hier problemen van te ondervinden, aangezien hier alleen exemplaren van deze soort scheef staan. Figuur 16. Overzicht bodemproblematiek deelgebied 2 47

48 Beheervisie Passende soorten kiezen In deelgebied 2 liggen een aantal gebieden met een (zeer) hoge grondwaterstand. Voor de bosplantsoenen langs het water is het wenselijk om te kiezen voor een passende boomsoort die goed kan omgaan met vochtige milieus. Vertidrain De 2 gebieden met boringen 5, 13, 15 en 16 hebben te maken met een verdichte laag. De grotere bomen in deze gebieden sterven af. Hier ligt toepassing van een vertidrain voor de hand. Ook zal bij deze gebieden nader moeten worden vastgesteld wat de precieze oorzaak is van de verdichting. Het gebiedje met boringen 14 en 24 heeft zowel te maken met een hoge grondwaterstand als met een storende laag voor. Hier kan gekozen worden voor omvorming, ophoging, of het afstemmen van de soort op de situatie. Het gebiedje met boring 4 heeft een ongeschikte structuur voor bomen vanwege een veenlaag in de ondergrond. Ook hier gelden de verschillende opties van omvorming, ophoging of het afstemmen van de soort op de situatie. Witte elzen omvormen Het is aan te bevelen om bosplantsoenvakken met witte elzen om te vormen naar een andere type bosplantsoen. ALGEMENE RICHTLIJNEN In het algemeen geldt dat in elk geval de volgende boomsoorten zich goed kunnen handhaven in permanente of tijdelijke vochtige bodemomstandigheden: zwarte berk (Betula nigra), moerascipres (Taxodium distichum), watercipres (Metasequoia glyptostroboides), tupeloboom (Nyssa sylvatica, Nyssa aquatica) en els (Alnus spaethii) (zie de afbeeldingen hieronder). Figuur 27. Van links naar rechts: Betula nigra, Metasequoia, Taxodium, Alnus spaethii, Nyssa. Wanneer de bodem een ontwateringsdiepte heeft van 70 à 90 cm, kunnen hier boomsoorten vanaf de 1 e grootte worden aangeplant. Wanneer er jaarrond sprake is van een ontwateringsdiepte van 50 à 70 cm, kunnen bomen worden aangeplant tot maximaal de 2 e grootte. Is er jaarrond minder dan 50 cm ontwatering, dan moet worden gezocht naar maatwerkoplossingen. Te denken valt aan het aanplanten van struikvormers in plaats van bomen, de aanleg van een rabattensysteem of het ophogen van gebieden waar bomen kunnen worden geplant. De soorten moeten worden afgestemd op de ondergrondse omstandigheden van de locatie. 48

49 49

50 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN BEHEER GROENELEMENTEN In het Rembrandtpark is sprake van een achterstand in het beheer, onder andere in de bosplantsoenvakken. Voor het nieuwe ontwerpplan is aan te bevelen om, in nauw overleg tussen ontwerpers en beheerders, een aanvullend plan te maken voor structureel beheer van groenelementen. Om de veiligheid van de gebruikers te waarborgen is het van belang dat er een beheerplan wordt opgesteld, waarin staat omschreven wanneer en hoe vaak bijvoorbeeld boomveiligheidscontroles en onderhoudsmaatregelen moeten worden uitgevoerd. Ook moet hierin staan hoe moet worden omgegaan met de natuurlijk beheerde gebieden waarin ook bomen zijn opgenomen die niet (kunnen) voldoen aan de boomveiligheidseisen. Daarnaast moet besloten worden wat er moet gebeuren met bosplantsoenvakken op ongeschikte bodem, of bomen van soorten die ongeschikt zijn voor de bodem waar ze op staan. Uit de resultaten blijkt bijvoorbeeld dat de ooit aangeplante witte elzen op hun retour zijn. Een optie is om grote exemplaren van deze soort te verwijderen en daarvoor een andere, meer passende soort terug te planten. Verder moet gekeken worden naar het gebruik van het park. Een evenemententerrein bijvoorbeeld kan op lokaal niveau een negatief effect hebben op de kwaliteit van de groenelementen. Een mogelijkheid is om gebruik te maken van zonering. NADER ONDERZOEK BODEMPROBLEMATIEK Een aantal locaties is ongeschikt voor een duurzaam bomenbeheer. In dit verkennende onderzoek zijn verschillende actuele problemen naar voren gekomen. Er zijn gebieden met een hoge grondwaterstand, gebieden met een dikke veenlaag, gebieden met verdichting veroorzaakt door bodemstructuur maar ook met verdichting veroorzaakt door gebruik van het gebied. Verschillende problemen vragen om verschillende oplossingen. Dit onderzoek kan als basis worden gebruikt bij het vormen van eerste ideeën over herinrichting van het gebied, maar om concrete keuzes te kunnen maken is aanvullend onderzoek nodig, om alle bodemproblematiek tot in detail in kaart te brengen. Het is aan te bevelen om in dit vervolgonderzoek de volgende aspecten te betrekken: 1. Verdichtingsmetingen uitvoeren in groenvlakken, met name gazons en plaatsen waar individuele bomen staan; 2. Het grondwaterregime van het gehele park vastleggen, om zicht te krijgen op hoe de grondwaterstand op verschillende plaatsen in het park gedurende het jaar fluctueert; 50

51 3. De bodemstructuur van het gehele park vastleggen, om zicht te krijgen op de bodemopbouw, het voorkomen van dikke veenlagen, verdichtingsgevoelige plekken. In dit verkennende onderzoek is alleen gekeken op plekken waar zich problemen voordoen. Nader onderzoek kan inzicht geven in gebieden waar nu nog geen problemen zijn, maar waar die zich op zich termijn wel kunnen voordoen. Dat kan tot betere keuzes voor de toekomst leiden. Oplossingen voor bodemproblemen kunnen in het algemeen gezocht worden in de volgende richtingen: Een juiste soortkeuze; Het opheffen van storende en verdichte lagen; Ophoging van de bodem, Het aanleggen van rabatten of ontwateringskanalen; Het afstemmen van beheer en gebruik (zonering). Voordat maatregelen getroffen worden is aanvullend onderzoek nodig om de problematiek goed in beeld te krijgen. COHESIE TUSSEN ONTWERP EN BEHEER Bij de herinrichting van het park is het belangrijk dat er de ontwerpers aan de ene kant en de beheerders aan de andere kant nauw samenwerken, om samen toe te werken naar een vernieuwd en duurzaam te beheren park. Het is aan te raden om het ontwerp voor de realisatie te toetsen. 51

52 WOORDENLIJST Bomenbestand Het totaal van alle houtopstanden binnen een afgebakend areaal. Boombeeld Categorisering van de onderhoudstoestand van een boom. Boomkroon De boomkroon of kruin is het bovenste gedeelte van een boom vanaf het punt dat de opgaande stam is voorzien van een samenstel van dikke en dunne takken met twijgen en loten. Hieraan zitten bij loofbomen de bladeren, bij naaldbomen de naalden. Cultivar Een boomsoort of ondersoort met specifieke eigenschappen. Elementenverharding Verharding bestaande uit afzonderlijke elementen zoals tegels of klinkers. Houtopstanden Een of meerdere bomen, een houtsingel of houtwal, hakhout of een grotere (al dan niet lijnvormige) beplanting van heesters en struiken of een beplanting bestaande uit bosplantsoen. Inboet (inboeten/ingeboet) Het opnieuw inplanten van bomen op die plaatsen waar eerder exemplaren zijn uitgevallen. Inheemse boomsoorten In Nederland van nature voorkomende boomsoorten. Maaiveld Het maaiveld geeft de hoogte van het grondoppervlak aan, of eigenlijk het grensvlak tussen ondergrond en de atmosfeer erboven. Omlooptijd De periode tussen de aanplant en de eindleeftijd van een boom. Plakoksel Is een takaanhechting of stamvergaffeling die is verzwakt doordat bij de diktegroei van de stam en de tak er bast en schors wordt ingesloten. 52

53 BIJLAGEN BIJLAGE A Registratieformulieren bomen, bosplantsoenvakken, groenvlakken, bodemproblematiek BIJLAGE B Overzichtstekening kwaliteit bomen en bosplantsoenvakken BIJLAGE C Overzichtstekening kwaliteit groenvlakken BIJLAGE D Overzichtstekening bodemproblematiek en boorlocaties BIJLAGE E Overzichtstekeningen beheermaatregelen bomen BIJLAGE F Overzichtstekeningen veiligheidsmaatregelen bomen BIJLAGE G Onderzoeksmethode kwaliteitsbeoordeling BIJLAGE H Bijlage beeldkwaliteit CROW - groenvlakken 53

54

Boomtechnische inventarisatie 124 bomen 2e Moordrechtse Tiendeweg (tuin huisnummer 13 en rand bosperceel) Gouda

Boomtechnische inventarisatie 124 bomen 2e Moordrechtse Tiendeweg (tuin huisnummer 13 en rand bosperceel) Gouda Boomtechnische inventarisatie 124 bomen (tuin huisnummer 13 en rand bosperceel) Gouda Boomtechnische inventarisatie 124 bomen (tuin huisnummer 13 en rand bosperceel) Gouda Opdrachtgever: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Kwaliteitsbeoordeling

Kwaliteitsbeoordeling 12 Kwaliteitsbeoordeling Onderzoeksmethode Aanvullingen ontvangen Datum: 15-03-2017 Kenmerk: OLO 2695239 Inleiding Om u inzicht te verschaffen in de kwaliteit van uw bomen, kan Bomenwacht Nederland een

Nadere informatie

Kwaliteitsbeoordeling. 8 bomen Projectlocatie Markt van Matena, Papendrecht

Kwaliteitsbeoordeling. 8 bomen Projectlocatie Markt van Matena, Papendrecht Kwaliteitsbeoordeling 8 bomen Projectlocatie Markt van Matena, Papendrecht OPDRACHTGEVER Gemeente Papendrecht Afdeling Ruimtelijke Ordening PROJECTCODE 17251 STATUS RAPPORTAGE Definitief DATUM RAPPORTAGE

Nadere informatie

Kwaliteitsbeoordeling Populieren Gemeente Den Haag

Kwaliteitsbeoordeling Populieren Gemeente Den Haag Kwaliteitsbeoordeling Populieren Gemeente Den Haag Kwaliteitsbeoordeling Populieren Gemeente Den Haag Opdrachtgever: Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer Stedelijke Structuren Adres: Postbus 12651 2500

Nadere informatie

Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 2011 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard

Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 2011 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 2011 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie 6.421 bomen Beheergebied Hoeksche Waard Opdrachtgever:

Nadere informatie

Kwaliteitsbeoordeling Bomen en overig groen Sloterpark Oost Amsterdam

Kwaliteitsbeoordeling Bomen en overig groen Sloterpark Oost Amsterdam Kwaliteitsbeoordeling Bomen en overig groen Sloterpark Oost Amsterdam Kwaliteitsbeoordeling Bomen en overig groen Sloterpark Oost Amsterdam Opdrachtgever: Afdeling: Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam

Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam Opdrachtgever: Provincie

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 21 bomen Witte Kerkje Noordwijkerhout

Boomtechnisch onderzoek 21 bomen Witte Kerkje Noordwijkerhout Boomtechnisch onderzoek 21 bomen Witte Kerkje Noordwijkerhout Boomtechnisch onderzoek 21 bomen Witte Kerkje Noordwijkerhout Opdrachtgever: Team: Gemeente Noordwijkerhout Ruimtelijk Beheer Adres: Postbus

Nadere informatie

Registratieformulier boomtechnisch onderzoek

Registratieformulier boomtechnisch onderzoek Registratieformulier boomtechnisch onderzoek Zie legenda voor coderingen en interpretaties. * Bovengrondse beoordeling geldt als indicatief. Naam onderzoeker(s): H.L. Sloots Project: Centrum Westwijk Datum:

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 123 bomen Coendersbuurt Gemeente Delft

Boomtechnisch onderzoek 123 bomen Coendersbuurt Gemeente Delft Boomtechnisch onderzoek 123 bomen Coendersbuurt Gemeente Delft Boomtechnisch onderzoek 123 bomen Coendersbuurt Gemeente Delft Opdrachtgever: Afdeling: Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft B.V. Gebiedsontwikkeling

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 104 bomen Zuidelijk stationsgebied Gemeente Gouda

Boomtechnisch onderzoek 104 bomen Zuidelijk stationsgebied Gemeente Gouda Boomtechnisch onderzoek 104 bomen Zuidelijk stationsgebied Gemeente Gouda Boomtechnisch onderzoek 104 bomen Zuidelijk stationsgebied Gemeente Gouda Opdrachtgever: Afdeling: Gemeente Gouda Dienst Ruimtelijke

Nadere informatie

Bomenwacht Nederland Uw kennispartner in bomen

Bomenwacht Nederland Uw kennispartner in bomen Nederland Uw kennispartner in bomen Kwaliteitsbeoordeling Bomen en overig groen Sloterpark Oost Amsterdam EINDCONCEPT 0,\ BornellWaCht 1\iNEDERLAND C) Bomenwacht 'NEDERLAND Kwaliteitsbeoordeling Bomen

Nadere informatie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie Samenvatting Onderzoek en beheerstrategie COLOFON Opdrachtgever: Gemeente Utrecht Mevrouw ing. I. Tepp Opdrachtnemer: Terra Nostra Boomtechnisch adviseur: De heer R. Geerts Mevrouw W.W. Batenburg Fotografie:

Nadere informatie

Tilia x europaea Toekomstverwachting

Tilia x europaea Toekomstverwachting Tilia x europaea Toekomstverwachting In opdracht van: Vereniging van Huiseigenaren Slotervaart Onderzoek en rapportage: Maarten H. van Atten, Alphen aan den Rijn European Tree Technician en dendroloog

Nadere informatie

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK Kwaliteitsbeoordeling van de bomen op deze locatie Door T. Katerberg European Tree

Nadere informatie

Opdrachtgever. : Gemeente Breda : Toezichthouder. : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel. : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : -

Opdrachtgever. : Gemeente Breda : Toezichthouder. : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel. : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : - WORTELS STAM / STAMVOET KROON Opdrachtgever : Gemeente Breda : Toezichthouder : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : - 1. ALGEMENE GEGEVENS Boom nr. : 1 t/m 7 Opname

Nadere informatie

BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK

BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK Opdrachtgever: Gemeente Alkmaar Projectnummer : P12182 Datum : 20 november 2012 Auteur : M.H. Verzijlbergen Controle : B. Stoffer Paraaf

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch. Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeve Rosmalen

Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch. Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeve Rosmalen Aan: Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeve Rosmalen Inleiding Op verzoek van Gemeente s-hertogenbosch

Nadere informatie

Bomen Effect Analyse Nulmeting

Bomen Effect Analyse Nulmeting Bomen Effect Analyse Nulmeting OPDRACHTGEVER Willigen Partners PROJECTCODE 17492 STATUS RAPPORTAGE Definitief DATUM RAPPORTAGE 5 december 2017 PROJECTTEAM A. Hoekstra, Projectcoördinator A. Lakerveld,

Nadere informatie

Bomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp. In opdracht van: Familie Van Gerven. 18 november 2013 J.P.M. Hovens.

Bomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp. In opdracht van: Familie Van Gerven. 18 november 2013 J.P.M. Hovens. Bomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp In opdracht van: Familie Van Gerven 18 november 2013 J.P.M. Hovens Faunaconsult Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl

Nadere informatie

Rapportage inventarisatie en VTA-controle bomen Prins Mauritskazerne in Ede

Rapportage inventarisatie en VTA-controle bomen Prins Mauritskazerne in Ede Rapportage inventarisatie en VTA-controle bomen Prins Mauritskazerne in Ede Opdrachtgever: Gemeente Ede Auteur: B.E. (Bernard) Flier Organisatie: Tree-O-Logic Datum: 14 juni 2012 Versienummer: 1 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Gemeente Bloemendaal. Technische staat groen gemeente Bloemendaal

Gemeente Bloemendaal. Technische staat groen gemeente Bloemendaal Gemeente Bloemendaal Technische staat groen gemeente Bloemendaal Gemeente Bloemendaal Technische staat groen gemeente Bloemendaal Joeri Kuis TerraSpect Waalwijk Inhoud 1 Inleiding 4 2 Algemeen 5 2.1 Aanleiding

Nadere informatie

Boomveiligheidscontrole Golfclub Driene

Boomveiligheidscontrole Golfclub Driene Boomveiligheidscontrole Golfclub Driene Januari 2015 In opdracht van: Golfclub Driene Morshoekweg 16 7552 PE Hengelo Opdrachtnemer Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7738 PB Witharen t (0523)

Nadere informatie

Bomen Effect Analyse 31 bomen Marnixstraat Leiden

Bomen Effect Analyse 31 bomen Marnixstraat Leiden Bomen Effect Analyse 31 bomen Leiden Bomen Effect Analyse 31 bomen Leiden Opdrachtgever: Afdeling: Adres: Contactpersoon: Gemeente Leiden Stedelijk Beheer Team Beheer en Plantoetsing Admiraal Banckertweg

Nadere informatie

Gemeente Woerden. Inventarisatie 'Defensie Eiland

Gemeente Woerden. Inventarisatie 'Defensie Eiland J Gemeente Woerden nventarisatie 'Defensie Eiland Rapport 5A191 Gemeente Woerden 6.12554 Registratiedatum: Behandelend afdeling Afgehandeld door/op: 4/1/27 Kantoor : Adres : Opnamedatum : Opgenomen door:

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 55 bomen Boerenwetering Stadsdeel Oud-Zuid Amsterdam

Boomtechnisch onderzoek 55 bomen Boerenwetering Stadsdeel Oud-Zuid Amsterdam Boomtechnisch onderzoek 55 bomen Boerenwetering Stadsdeel Oud-Zuid Amsterdam Opdrachtgever : Stadsdeel Oud-Zuid RVE Beleid en Communicatie Afdeling : Economie en Ruimte Adres : Postbus 51160 1007 ED AMSTERDAM

Nadere informatie

VISUAL TREE ASSESSEMENT (VTA) GOLFBAAN DE HOGE KLEIJ

VISUAL TREE ASSESSEMENT (VTA) GOLFBAAN DE HOGE KLEIJ COLOFON Titel Opdrachtgever Contactpersoon Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan De Hoge Kleij Golfbaan De Hoge Kleij dhr. Joost Sträter Status Datum concept 19 mei 2017 Datum uitvoering VTA 18 mei 2017

Nadere informatie

Kwaliteitsbeoordeling populieren, Laan van Meerdervoort

Kwaliteitsbeoordeling populieren, Laan van Meerdervoort Kwaliteitsbeoordeling populieren, Laan van Meerdervoort Den Haag, November 2014 Opdrachtgever: Gem. Den Haag Dienst stadsbeheer L. Koudstaal Postbus 12651 2500 DP Den Haag Opdrachtnemer: G.J. van Prooijen

Nadere informatie

R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A )

R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A ) R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A ) Landgoed Nieuw Cruysbergen februari 2017 Opgesteld door Bosgroep Midden Nederland februari 2017 t (0318) 67 26 26 www.bosgroepen.nl

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Leefomgeving DSB/ RIS november Vervangingsplan populieren

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Leefomgeving DSB/ RIS november Vervangingsplan populieren Wethouder van Binnenstad, Stadsontwikkeling Kerngebieden en Buitenruimte Wethouder Financiën, Verkeer, Vervoer en Milieu B.A. Revis Gemeente Den Haag De voorzitter van Commissie Leefomgeving DSB/2014.764

Nadere informatie

COLOFON. Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Datum 18 november 2016

COLOFON. Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Golfbaan Het Rijk van Sybrook. Datum 18 november 2016 COLOFON Titel Opdrachtgever Contactpersoon Visual Tree Assessement (VTA) Golfbaan Het Rijk van Sybrook Golfbaan Het Rijk van Sybrook dhr. H. Blaauw Status DEFINITIEF Datum 18 november 2016 Datum uitvoering

Nadere informatie

ONDERZOEK. VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede

ONDERZOEK. VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede ONDERZOEK VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede Opdrachtgever : Gemeente Ede De heer P. Peters Boomtechnisch adviseur : De heer W. Noorloos Projectnummer

Nadere informatie

: Boominventarisatie Het Beekdal

: Boominventarisatie Het Beekdal Boominventarisatie Het Beekdal Betreft : Boominventarisatie Het Beekdal Opdrachtgever : Vollmer & Partners Stedebouw en Landschap Contactpersoon : De heer C. Huurman Rapport/projectnummer : P14787/INV/MJH

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage. Gemeente Leiderdorp. In opdracht van: Onderwerp: Onderzoek bomen Rosarium te Leiderdorp

Onderzoeksrapportage. Gemeente Leiderdorp. In opdracht van: Onderwerp: Onderzoek bomen Rosarium te Leiderdorp Onderzoeksrapportage In opdracht van: Gemeente Leiderdorp Onderwerp: Onderzoek bomen Rosarium te Leiderdorp Jozé t Hoen 28 januari 2013 Colofon Opdrachtgever: Gemeente Leiderdorp T.a.v. dhr. W. Fransen

Nadere informatie

BOOM EFFECT RAPPORTAGE

BOOM EFFECT RAPPORTAGE BOOM EFFECT RAPPORTAGE OUDE TEMPELLAAN 2-4, SOESTERBERG BTL Bomendienst Rapport Gezien Telefoonnummer Faxnummer E-mail Internet Datum Kenmerk 055-5999 444 055-5338 844 bomendienst@btl.nl www.bomendienst.nl

Nadere informatie

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum Aan : Rob Scheper Gemeente Hilversum Van : Gerbrand van de Weerd Bomenwacht Nederland Datum : 15 april 2013 Projectcode : 12565 Inleiding

Nadere informatie

Beknopt rapport visuele boomcontrole

Beknopt rapport visuele boomcontrole Beknopt rapport visuele boomcontrole Betreft: VTA-controle 11 beuken staand bedrijfsterrein rietdekkersbedrijf Onstenk Datum controle: 27 december 2017 Opdrachtgever: Dhr/ mevr. Onstenk Opgesteld door:

Nadere informatie

Wisselspoor Utrecht. Pius Floris Boomverzorging Veenendaal. Inventarisatie en VTA. Newtonstraat 19A 3902 HP Veenendaal

Wisselspoor Utrecht. Pius Floris Boomverzorging Veenendaal. Inventarisatie en VTA. Newtonstraat 19A 3902 HP Veenendaal Pius Floris Boomverzorging Veenendaal Projectnummer: Opdrachtgever: PFBV16.HO.003 Steenbergen & Kas Newtonstraat 19A 3902 HP Veenendaal Contactpersoon: Telefoon: 0318-519039 / 06-49410666 E-mail: veenendaal@piusfloris.nl

Nadere informatie

R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A )

R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A ) R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A ) Landgoed Nieuw Cruysbergen December 2016 Opgesteld door Bosgroep Midden Nederland december 2016 t (0318) 67 26 26 www.bosgroepen.nl

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 620 bomen Stationsomgeving Harderwijk

Boomtechnisch onderzoek 620 bomen Stationsomgeving Harderwijk Boomtechnisch onderzoek 620 bomen Stationsomgeving Harderwijk Opdrachtgever : Gemeente Harderwijk Afdeling : Inrichting Openbare Ruimte Adres : Postbus 149 3840 AC Harderwijk Contactpersoon : De heer N.

Nadere informatie

Beoordeling van een aantal monumentale bomen in het projectgebied de entree te Haarlem

Beoordeling van een aantal monumentale bomen in het projectgebied de entree te Haarlem Beoordeling van een aantal monumentale bomen in het projectgebied de entree te Haarlem Opdrachtgever: BPD Ontwikkeling bv Regio Noord West Leidsevaart 588, 2014 HT Haarlem Postbus 4376, 2003 EJ Haarlem

Nadere informatie

VTA-PLUS SECOND OPINION APELDOORNSEWEG GEMEENTE BRUMMEN. BTL Bomendienst. : Dorien Nooitgedagt : Arnold Meulenbelt

VTA-PLUS SECOND OPINION APELDOORNSEWEG GEMEENTE BRUMMEN. BTL Bomendienst. : Dorien Nooitgedagt : Arnold Meulenbelt VTA-PLUS SECOND OPINION APELDOORNSEWEG GEMEENTE BRUMMEN BTL Bomendienst Rapport Gezien : Dorien Nooitgedagt : Arnold Meulenbelt Telefoonnummer : 055-5999 444 Faxnummer : 055-5338 844 E-mail : dorien.nooitgedagt@btl.nl

Nadere informatie

Boomveiligheidscontrole Golfclub Driene

Boomveiligheidscontrole Golfclub Driene Boomveiligheidscontrole Golfclub Driene Januari 2011 In opdracht van: Golfclub Driene Morshoekweg 16 7552 PE Hengelo Opdrachtnemer Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7738 PB Witharen t (0523)

Nadere informatie

Kwaliteitscategorie Aantal Slecht 2 Matig 17 Voldoende 9 Nader onderzoeken 0 Niet te beoordelen 0 28 Beheercategorie Handhaving gewenst vanuit boomtechnisch oogpunt Handhaving gewenst, wel zijn gerichte

Nadere informatie

De Gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Raadsinformatiebrief onderhoud status bomen. Geachte raadsleden,

De Gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Raadsinformatiebrief onderhoud status bomen. Geachte raadsleden, De Gemeenteraad van Albrandswaard Uw brief van: Ons kenmerk: 991783 Uw kenmerk: Contact: H. Engels Bijlage(n): Doorkiesnummer: 010-501 E-mailadres: h.engels@albrandswaard.nl Datum: 1 oktober 2015 Betreft:

Nadere informatie

Verharding-zwerfafval fijn en grof A+ A B C D. Er ligt redelijk veel fijn zwerfafval. Er ligt redelijk veel grof zwerfafval.

Verharding-zwerfafval fijn en grof A+ A B C D. Er ligt redelijk veel fijn zwerfafval. Er ligt redelijk veel grof zwerfafval. Verharding-zwerfafval fijn en grof Er ligt geen fijn Er ligt weinig fijn Er ligt redelijk veel fijn Er ligt veel fijn Er ligt zeer veel fijn fijn zwerfafval ( 10 cm) fijn zwerfafval ( 10 cm) fijn zwerfafval

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek 26 bomen Museumstraat Dordrecht

Boomtechnisch onderzoek 26 bomen Museumstraat Dordrecht Boomtechnisch onderzoek 26 bomen Museumstraat Dordrecht Boomtechnisch onderzoek 26 bomen Museumstraat Dordrecht Opdrachtgever: Ingenieursbureau Drechtsteden Adres: Postbus 619 3300 AP DORDRECHT Contactpersoon:

Nadere informatie

Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch. Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeven Rosmalen

Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch. Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeven Rosmalen Aan: Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus 12345 5200 GZ s-hertogenbosch Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeven Rosmalen Datum: 23 april 2018 Inleiding Op verzoek van Gemeente

Nadere informatie

Projectteam Groen. Advies. Van Haeringenplantsoen. Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie. IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H.

Projectteam Groen. Advies. Van Haeringenplantsoen. Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie. IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H. Projectteam Groen Advies Van Haeringenplantsoen Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H. van Atten 1 Colofon Titel Opdrachtgever Van Haeringenplantsoen inventarisatie

Nadere informatie

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht September 2014 Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, Papendrecht Prohold BV Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Conclusie en advies..3

Nadere informatie

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk Controleur: Ruud Dingerdis, Gecontroleerd op 07-08-2014 European Treeworker Hoek Hoveniers Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk

Nadere informatie

NOTITIE AANVULLING BEA DE WEGWIJZER

NOTITIE AANVULLING BEA DE WEGWIJZER NOTITIE AANVULLING BEA DE WEGWIJZER Aan : De heer R. Savelkoel Nijhuis Bouw BV. Van : E. Fidder (European Tree Technician) Bomenwacht Nederland Datum : 9 december Projectcode : 15347 INLEIDING Bomenwacht

Nadere informatie

Boomcontrole Louise de Colignylaan 1

Boomcontrole Louise de Colignylaan 1 Boomcontrole Louise de Colignylaan 1 Betreft : Boomcontrole iepen Louise de Colignylaan 1 Vlaardingen Opdrachtgever : De heer A.J. Hordijk Contactpersoon : De heer A.J. Hordijk Rapport/projectnummer :

Nadere informatie

Bomen Effect Analyse 28 bomen Dorpsstraat Capelle aan den IJssel

Bomen Effect Analyse 28 bomen Dorpsstraat Capelle aan den IJssel Bomen Effect Analyse 28 bomen Capelle aan den IJssel Bomen Effect Analyse 28 bomen Capelle aan den IJssel Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Afdeling: Integrale Plannen

Nadere informatie

G E M E E N T E D E B I L T

G E M E E N T E D E B I L T G E M E E N T E D E B I L T L A P L A T A BOOMTOTAALZORG VAN JAARSVELD/VAN SCHERPENZEEL B o o m o n d e r z o e k P a a r d e n k a s t a n j e s 1 3 A 0 4 3 P r o j e c t n u m m e r O n d e r w e r p

Nadere informatie

G E M E E N T E IJS S E L S T E I N K A S T E E L L A A N. BOOMTOTAALZORG N a d e r o n d e r z o e k 1 3 A 1 5 1

G E M E E N T E IJS S E L S T E I N K A S T E E L L A A N. BOOMTOTAALZORG N a d e r o n d e r z o e k 1 3 A 1 5 1 G E M E E N T E IJS S E L S T E I N K A S T E E L L A A N BOOMTOTAALZORG N a d e r o n d e r z o e k 1 3 A 1 5 1 P r o j e c t n u m m e r O n d e r w e r p L o c a t i e O p d r a c h t g e v e r C o

Nadere informatie

Arbor Noord Nederland BV

Arbor Noord Nederland BV BOSBOUW BOOMVERZORGING BOOMINSPECTIES EN TAXATIES BEOORDELING EN INVENTARISATIE VAN DE BOMENRIJ AAN DE HOOGEWEG TE GRONINGEN OPGESTELD DOOR : T.R. VAN DER LENDE, DATUM OPNAME : 6 APRIL 2012 Inleiding Op

Nadere informatie

Boomtechnisch onderzoek De Ruyterkade, Amsterdam

Boomtechnisch onderzoek De Ruyterkade, Amsterdam Boomtechnisch onderzoek De Ruyterkade, Amsterdam ETS boomexperts Ing. B. van der Weerden 14 januari 2016 Boomtechnisch onderzoek De Ruyterkade, Amsterdam Opdrachtgever: Ingenieursbureau Amsterdam Gemeente

Nadere informatie

Notitie. 1 Korte toelichting op de boominventarisatie

Notitie. 1 Korte toelichting op de boominventarisatie Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 335126 13 mei 2014 Betreft Boominventarisatie Campus WUR Wageningen, Campus Plaza en 3 e kwadrant 1 Korte toelichting op de boominventarisatie 1.1 Toekomst van de

Nadere informatie

Annex I Kwaliteitscatalogus

Annex I Kwaliteitscatalogus Annex I Kwaliteitscatalogus Bomen Er is weinig wortel- en stamopschot Kwaliteitsnorm: per stuk Bedekking stamoppervlak door wortel- en stamopschot < 5 % Gemiddelde lengte wortel- en stamopschot < 20 cm

Nadere informatie

Onderzoek populieren Chopinlaan te Voorschoten

Onderzoek populieren Chopinlaan te Voorschoten Onderzoek populieren Chopinlaan te Colofon Projectnummer: PFBA 16/21480-2 Opdrachtgever: Vestiging: Procesmanager: de heer R. Pitlo Pius Floris Boomverzorging Amsterdam H. Werner Onderzoeker & ing. D.

Nadere informatie

Kwaliteitsbepaling en snoeiadvies bomen Botlek 52, Zwolle

Kwaliteitsbepaling en snoeiadvies bomen Botlek 52, Zwolle 21520401 Bijlage 3 Aan SPA ingenieurs Contactpersoon Kenmerk Status Datum Pascal Peterman 15385C definitief 4 april 2016 Betreft Kwaliteitsbepaling en snoeiadvies bomen Botlek 52, Zwolle Aanleiding en

Nadere informatie

BOMEN EFFECT ANALYSE LORENTZLAAN 14 ZEIST ADVISEUR HENK JANSEN I VERSIE Gemeente Zeist

BOMEN EFFECT ANALYSE LORENTZLAAN 14 ZEIST ADVISEUR HENK JANSEN I VERSIE Gemeente Zeist OV20160364 datum: 11-11-2016 BOMEN EFFECT ANALYSE LORENTZLAAN 14 ZEIST ADVISEUR HENK JANSEN I 07-11-2016 VERSIE 1.0 Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouders van Zeist, 21-02-2017 Teammanager

Nadere informatie

Aanvullende boomeffectanalyse uitbreiding Bos en Vaartschool te Haarlem

Aanvullende boomeffectanalyse uitbreiding Bos en Vaartschool te Haarlem Aanvullende boomeffectanalyse uitbreiding Bos en Vaartschool te Opdrachtgever : Onderzoeksnummer : PFBA.10/21488.ond Afrondingsdatum : augustus 2010 Uitgevoerd door : Pius Floris Boomverzorging Amsterdam

Nadere informatie

BOOM INVENTARISATIE W.A. SCHOLTENLAAN DOORWERTH IN OPDRACHT VAN: RVG DEVELOPMENT BV

BOOM INVENTARISATIE W.A. SCHOLTENLAAN DOORWERTH IN OPDRACHT VAN: RVG DEVELOPMENT BV BOOM INVENTARISATIE W.A. SCHOLTENLAAN DOORWERTH IN OPDRACHT VAN: RVG DEVELOPMENT BV KANTOOR : VAN JAARSVELD/VAN SCHERPENZEEL ADRES : OVEREIND 42, 3998 JB SCHALKWIJK. TELEFOON 030-6011880 OPNAMEDATUM :

Nadere informatie

Rapport onderzoek frameconstructies

Rapport onderzoek frameconstructies Rapport onderzoek frameconstructies van 29 bomen op de werven Oude- en Nieuwegracht Augustus 2015 Colofon uitgave Gemeente Utrecht Stedelijk Beheer Stadswerken Afdeling Cultuurtechniek 3503 RJ Utrecht

Nadere informatie

Bomen Effect Analyse Nulmeting en projectinvloed

Bomen Effect Analyse Nulmeting en projectinvloed Bomen Effect Analyse Nulmeting en projectinvloed, Mijdrecht OPDRACHTGEVER Waternet PROJECTCODE 0 STATUS RAPPORTAGE Definitief DATUM RAPPORTAGE 8 oktober PROJECTTEAM William Schokker, Projectcoördinator

Nadere informatie

Status: definitief

Status: definitief Bomen Effect Analyse Molenstraat, Deventer 11-03-2016 Status: definitief ETS1640 Ing. B. van der Weerden Bomen Effect Analyse Molenstraat, Deventer Opdrachtgever: Gemeente Deventer De heer P. Mondelaers

Nadere informatie

K r a g t e n. S c h o o l s t r a a t 8 H e r t e n. S e c o n d o p i n i o n b o o m i n D i d a m

K r a g t e n. S c h o o l s t r a a t 8 H e r t e n. S e c o n d o p i n i o n b o o m i n D i d a m K r a g t e n S c h o o l s t r a a t 8 H e r t e n S e c o n d o p i n i o n b o o m i n D i d a m 1 7 1 6 3 P r o j e c t n u m m e r 17163 O n d e r w e r p L o c a t i e O p d r a c h t g e v e r C

Nadere informatie

Holte in de stamvoet en de stam:

Holte in de stamvoet en de stam: Visuele afwijkingen VTA (Visual Tree Assesment) = Visuele boomcontrole is controle van de boom. Middels deze methode wordt het breukrisico en de stabiliteit van een boom visueel beoordeeld op grond van

Nadere informatie

Den Haag. Dienst Stadsbeheer Groenbedrijf Den Haag

Den Haag. Dienst Stadsbeheer Groenbedrijf Den Haag Den Haag Dienst Stadsbeheer RAPPORTAGE Boomonderzoek Johanna Naberweg COLOFON Opdrachtgever: Stadsdeel Escamp Dhr. P. van Kan Projectnummer: 201707 Opdrachtnemer: Afdeling Onderzoek en Advies Boomtechnisch

Nadere informatie

Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan

Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan november 2017 Inhoudsopgave Interventies fase 1 Interventies fase 2 van analyse tot visie 2 uitwerkingen karakteristieke zones Beheer en onderhoudsplan Interventies

Nadere informatie

Bomen over bomen. Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom. Jonge bomen. Volwassen bomen. Oude bomen.

Bomen over bomen. Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom. Jonge bomen. Volwassen bomen. Oude bomen. Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom Bomen over bomen. Jonge bomen Volwassen bomen Jonge bomen investeren in lengtegroei van takken en wortels Het doel is om zoveel mogelijk ruimte te

Nadere informatie

G E M E E N T E L E I D E N

G E M E E N T E L E I D E N G E M E E N T E L E I D E N K A N A A L W E G K R U I S I N G S P O O R W E G S P O D O BOOMTOTAALZORG VAN JAARSVELD/VAN SCHERPENZEEL B o o m i n v e n t a r i s a t i e 1 3 A 0 3 6 P r o j e c t n u m

Nadere informatie

WAARDEBEPALING BOMEN Aanvulling op Boomeffectanalyse AireyFlats Eindhoven

WAARDEBEPALING BOMEN Aanvulling op Boomeffectanalyse AireyFlats Eindhoven WAARDEBEPALING BOMEN Aanvulling op Boomeffectanalyse AireyFlats Eindhoven Referentienummer : BD14387.251 Opdrachtgever : Heijmans BV Datum afronding : maart 2014 WAARDEBEPALING 20 BOMEN AANVULLING OP BOOMEFFECTANALYSE,

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp: Boomadvies dijklichaam Westerpark West langs de Haarlemmerweg te Amsterdam Project: Westerpark West Datum:

MEMO. Onderwerp: Boomadvies dijklichaam Westerpark West langs de Haarlemmerweg te Amsterdam Project: Westerpark West Datum: MEMO Onderwerp: Boomadvies dijklichaam Westerpark West langs de Haarlemmerweg te Amsterdam Project: Westerpark West Datum: 30-11-2018 Opgesteld door: dhr. P.H van der Laan Aan: Mw. M. Keijzer Boomadvies

Nadere informatie

BOMEN JEUGD SNOEI WEL NIET

BOMEN JEUGD SNOEI WEL NIET BEHEERPASPOORT BOMEN JEUGD SNOEI Een mooie duurzame boom, bomenrij of groep met één doorgaande stam en een voor die locatie gewenste takvrije stam. Er wordt tijdens deze fase gestreefd om de boom zich

Nadere informatie

Visuele boomcontrole terrein jeugdgevangenis te Zutphen

Visuele boomcontrole terrein jeugdgevangenis te Zutphen Visuele boomcontrole terrein jeugdgevangenis te Zutphen Gemeente Zutphen DEFINITIEF 06 april 2007 rapport Lichtenvoordseweg 4 VESTIGING GROENLO Lichtenvoordseweg 4 7141 DX Groenlo +31 (0)544 37 78 80 Telefoon

Nadere informatie

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer 2055527. Ingediend op 11-11-2015. Gefaseerd. Blokkerende onderdelen weglaten

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer 2055527. Ingediend op 11-11-2015. Gefaseerd. Blokkerende onderdelen weglaten Gegevens bevoegd gezag Referentienummer Datum ontvangst Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van de d.d. 25 11 2015 no. 581065 Mij bekend, 487649Hoofd Afdeling Ruimte & Veiligheid Formulierversie

Nadere informatie

BOOMONDEZOEK ZUIDELIJKE WANDELWEG

BOOMONDEZOEK ZUIDELIJKE WANDELWEG BOOMONDEZOEK ZUIDELIJKE WANDELWEG In verband met herinrichting Opdrachtgever: Natuurbeleven BV Mark Kuiper Projectnummer : P15122 Datum : 29 juni 2015 Auteur Controle : T. van de Wiel : B. Stoffer. M.

Nadere informatie

Rapport Boomveiligheidscontrole bomen Fort Isabella te Vught

Rapport Boomveiligheidscontrole bomen Fort Isabella te Vught Rapport Boomveiligheidscontrole bomen Fort Isabella te Vught PIUS FLORIS BOOMVERZORGING VUGHT Lage Raam 1 5076 PE HAAREN Postbus 2021, 5260 CA Vught T +31 (0)73 656 72 35 F +31 (0)73 656 94 35 www.piusfloris.nl

Nadere informatie

Bomen Effect Analyse bij een 62-tal bomen aan de Sportlaan te Udenhout.

Bomen Effect Analyse bij een 62-tal bomen aan de Sportlaan te Udenhout. Bomen Effect Analyse bij een 62-tal bomen aan de Sportlaan te Udenhout. Bomen Effect Analyse uitgevoerd door: A.J.W.J. Engelen European Tree Technician Opdrachtgever: Brouwers Groenaannemers Galgeneind

Nadere informatie

BOOMTECHNISCHE BEOORDELING 3 BOMEN ACHTERSTRAAT WILLEMSTAD

BOOMTECHNISCHE BEOORDELING 3 BOMEN ACHTERSTRAAT WILLEMSTAD BOOMTECHNISCHE BEOORDELING 3 BOMEN ACHTERSTRAAT WILLEMSTAD BTL Bomendienst Rapport : M. Bouwer Gezien : H. Houtappels Paraaf : Telefoonnummer : 055-5999 444 Faxnummer : 055-5338 844 E-mail : bomendienst@btl.nl

Nadere informatie

Groeiplaatsonderzoek. Vossiusstraat en Van Baerlestraat, Vlaardingen

Groeiplaatsonderzoek. Vossiusstraat en Van Baerlestraat, Vlaardingen Groeiplaatsonderzoek Vossiusstraat en Van Baerlestraat, Vlaardingen OPDRACHTGEVER Gemeente Vlaardingen PROJECTCODE 16217 DATUM 21 april 2016 SAMENVATTING In opdracht van de gemeente Vlaardingen, de heer

Nadere informatie

Notitie. : Jeroen Blaauw Datum : 28 november 2011 Betreft. : Bomen Gasfabriek Feyenoord

Notitie. : Jeroen Blaauw Datum : 28 november 2011 Betreft. : Bomen Gasfabriek Feyenoord Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.rotterdam.nl Aan : Jeroen Blaauw Datum : 28 november 2011 Betreft : Bomen Gasfabriek Feyenoord

Nadere informatie

Onderwerp Wegwerken achterstallig onderhoud bij de individueel te beheren gemeentelijke bomen.

Onderwerp Wegwerken achterstallig onderhoud bij de individueel te beheren gemeentelijke bomen. Commissievoorstel Commissievergadering d.d. : 21 mei 2015 Portefeuillehouder : wethouder H. Heijerman Datum : 16 maart 2015 Dit commissievoorstel is : opiniërend Onderwerp Wegwerken achterstallig onderhoud

Nadere informatie

Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg

Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg Laanboomadvies Pieperslaan 6, 6955 AR ELLECOM Telefoon : 06 656 72 35 E-mail : laanboomadvies@gmail.com Website : http//laanboomadvies.com Opdrachtgever:

Nadere informatie

RAPPORTAGE BOOMVEILIGHEID

RAPPORTAGE BOOMVEILIGHEID RAPPORTAGE BOOMVEILIGHEID t.b.v. FREULESPOOR DIEPENHEIM Adviseur Henk Jansen I 07-07-2014 2 RAPPORTAGE BOOMVEILIGHEID. DIEPENHEIM. 07-07-2014 RAPPORTAGE BOOMVEILIGHEID T.B.V. FREULESPOOR DIEPENHEIM Henk

Nadere informatie

Beoordeling bomen kerktuin Nassaustraat te Axel

Beoordeling bomen kerktuin Nassaustraat te Axel Beoordeling bomen kerktuin Nassaustraat te Axel Opgesteld voor: Mevr. E. Van der Hof Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 4531 GZ Terneuzen Telefoon: 0115-303303 Postbus 35 4530 AA Terneuzen 0115-303303

Nadere informatie

Bomen Effect Analyse 4 lindes, Thomas van Diessenstraat Woonstichting Leystromen

Bomen Effect Analyse 4 lindes, Thomas van Diessenstraat Woonstichting Leystromen Bomen Effect Analyse 4 lindes, Thomas van Diessenstraat Woonstichting Leystromen Opdrachtgever: Contactpersoon: Woonstichting Leystromen Dhr. H. van den Wildenberg Datum: Februari 2016 Projectnummer: 20151168

Nadere informatie

Projectteam Groen. Ontwikkeling Park Quatre Bras Verplantbaarheidonderzoek Ing. P. Siegersma

Projectteam Groen. Ontwikkeling Park Quatre Bras Verplantbaarheidonderzoek Ing. P. Siegersma Projectteam Groen Ontwikkeling Park Quatre Bras Verplantbaarheidonderzoek Ing. P. Siegersma 1 2 Ontwikkeling Park Quatre Bras Verplantbaarheidsonderzoek Datum 10 augustus 16 Auteur Ing. P. Siegersma Ingenieursbureau

Nadere informatie

G e m e e n t e B l o e m e n d a a l

G e m e e n t e B l o e m e n d a a l G e m e e n t e B l o e m e n d a a l D i r k B a k k e r l a a n B o o m o n d e r z o e k P r o j e c t n u m m e r : 1 7 6 5 2 P r o j e c t n u m m e r 17652 O n d e r w e r p L o c a t i e O p d r

Nadere informatie

BOMEN EFFECT ANALYSE AM. EIK; SCHWEER BEY DER BECKEHOF TE DIEREN

BOMEN EFFECT ANALYSE AM. EIK; SCHWEER BEY DER BECKEHOF TE DIEREN BOMEN EFFECT ANALYSE AM. EIK; SCHWEER BEY DER BECKEHOF TE DIEREN VIVARE AFDELING PROJECTEN Foto 1, De onderzochte Amerikaanse eik. ANDE(R)S Boomtechnisch Advies Harold Schoenmakers 22 september 2011 ABT/2011/011-110

Nadere informatie

G e m e e n t e I J s s e l s t e i n

G e m e e n t e I J s s e l s t e i n G e m e e n t e I J s s e l s t e i n O v e r t o o m 1, I J S S E L S T E I N K w a l i t e i t b o m e n L a g e b i e z e n I J s s e l s t e i n, 1 5 6 1 3 P r o j e c t n u m m e r 15613 O n d e r

Nadere informatie

Bomeninventarisatie Oude LTS-terrein te Uden

Bomeninventarisatie Oude LTS-terrein te Uden Bomeninventarisatie Oude LTS-terrein te Uden Bomeninventarisatie inclusief waardebepaling van het oude LTS-terrein te Uden. Ing. R.M.M. Vos Augustus 2014 0 Colofon: Status: Definitief Versie: 2.0 Datum:

Nadere informatie

Waardestelling groen aan de Binnenweg 31 te Twello werknummer: 11T16 datum: opdrachtgever: Eljans Vastgoed BV Twello 1.

Waardestelling groen aan de Binnenweg 31 te Twello werknummer: 11T16 datum: opdrachtgever: Eljans Vastgoed BV Twello 1. project: Waardestelling groen aan de Binnenweg 31 te Twello werknummer: 11T16 datum: 21-12--2011 opdrachtgever: Eljans Vastgoed BV Twello 1. INLEIDING Eljans Vastgoed B.V. te Twello is voornemens op de

Nadere informatie

Begeleidingssnoei van laanbomen

Begeleidingssnoei van laanbomen Begeleidingssnoei van laanbomen IPC Groene Ruimte, Arnhem 2009 Inhoud Inleiding 5 1 Achtergronden van het snoeien 7 1.1 Vrijstaande boomvorm 7 1.2 Groei van een boom 7 1.3 Groeisnelheid en conditie 9 1.4

Nadere informatie

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22 Inhoud Colofon 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 1 Beplantingen 11 1.1 Onderhoud van beplantingen 11 1.2 Snoeigereedschappen 17 1.3 Samenvatting 22 2 Bomen 23 2.1 Onderhoud van bomen 23 2.2 Samenvatting 29 3 Specifiek

Nadere informatie

Populieren notitie Den Haag

Populieren notitie Den Haag Populieren notitie Den Haag Auteurs AJ van Kuik en BJ van der Sluis Wageningen UR Dit onderzoek is in opdracht van gemeente Den Haag uitgevoerd door Wageningen UR (University & Research centre). Wageningen

Nadere informatie

Inventarisatie groen westzijde zwembad De Banakker

Inventarisatie groen westzijde zwembad De Banakker Inventarisatie groen westzijde zwembad De Banakker Oktober 2015 afdeling Beheer & Realisatie Inleiding In december 2011 heeft de gemeenteraad van Etten-Leur besloten om tot de aanleg van een nieuw zwembad

Nadere informatie