ALGEMEEN BESTUUR. 5 januari Het dagelijks bestuur van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn;

Transcriptie

1 V E RG ADE R D ATUM 5 januari 2011 AFDE LI NG S TUK D ATUM N AAM STE LLE R ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 8b ONDERWERP Besluit tot mandatering van bevoegdheden van het dagelijks bestuur van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn PARAAF AFDELINGSHOOFD Het dagelijks bestuur van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn; Gelet op het bepaalde in de Waterschapswet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn en het Delegatiebesluit Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn, Besluit vast te stellen het Besluit tot mandatering van bevoegdheden van het dagelijks bestuur luidende als volgt: Begripsomschrijving Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: PARAAF DIRECTEUR a. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn; b. besluit: een schriftelijke beslissing van het dagelijks bestuur inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling; c. mandaat: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur besluiten te nemen en te ondertekenen; d. volmacht: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met inbegrip van het ondertekenen van hiermee samenhangende schriftelijke stukken; e. machtiging: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur feitelijke handelingen te verrichten, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn; f. directeur: de directeur van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn. Algemeen Artikel 2 Het bepaalde in dit besluit met betrekking tot mandaat is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en met betrekking tot machtiging tot het voeren van feitelijke handelingen.

2 Mandaat aan leden van het dagelijks bestuur Artikel 3 Mandaat aan een lid van het dagelijks bestuur is slechts van kracht, indien de verlening van mandaat schriftelijk is vastgelegd. Mandaat aan de directeur Artikel 4 1. De directeur, en bij diens afwezigheid of ontstentenis de adjunct-directeur, heeft mandaat ten aanzien van alle bevoegdheden die Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn ter behartiging van zijn taken zijn toegekend, voor zover bij wettelijk voorschrift, bij of krachtens het delegatiebesluit Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn of in dit besluit niet anders is bepaald en voor zover de aard van de bevoegdheid zich niet tegen mandatering verzet; 2. Het gestelde in lid 1 wordt in de bijlage bij dit besluit op onderdelen geëxpliciteerd en verfijnd op specifieke thema s. Hierbij zijn ook enkele bevoegdheden direct aan afdelingshoofden gemandateerd. Begrenzing van het mandaat, de volmacht en de machtiging Artikel 5 1. De directeur maakt van de aan hem op grond van dit besluit verleende bevoegdheden uitsluitend gebruik voor zover het aangelegenheden betreft, die behoren tot zijn werkterrein en taak zoals weergegeven in zijn functiebeschrijving en naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij (in redelijkheid te beoordelen) behoren te worden afgedaan door de mandaatgever, het Dagelijks Bestuur van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn. 2. Naast de in Hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde uitsluitingen geldt dit mandaat niet voor: a) het benoemen en het verlenen van ontslag aan de adjunct directeur en de afdelingshoofden; b) het nemen van besluiten ten aanzien van het overschrijden van de vastgestelde begroting; c) het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften; d) het vaststellen van beleidsregels, voor zover deze bevoegdheid niet reeds aan de directeur toekomt als zijnde de aangewezen ambtenaar belast met de heffing en/of invordering als bedoeld in artikel 124 van de Waterschapswet; e) het voeren van mondeling en schriftelijk verweer in het kader van een bezwaarschrift of een beroepschrift (tenzij hij hiervoor uitdrukkelijk is gemachtigd); f) beslissen op bezwaar- en beroepschriften; g) behandelen van geschillen en arbitrage; h) aangelegenheden die de bevoegde functionaris persoonlijk, of zijn bloed- of aanverwanten tot de tweede graad ingesloten, direct of indirect aangaat of waarin hij als gemachtigde is betrokken. Ondermandaat Artikel 6 1. De directeur verleent ondermandaat aan de medewerkers van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn, voor zover dat in overeenstemming is met hun taak en werkwijze. 2. Ondermandaat wordt uitsluitend schriftelijk verleend. 3. De directeur verklaart ten aanzien van de ondergemandateerde het bepaalde in artikel 5 van dit besluit van overeenkomstige toepassing. 4. De directeur kan aan het ondermandaat aanvullende voorwaarden verbinden. 5. In het krachtens ondermandaat te nemen besluit wordt melding gemaakt van het verleende ondermandaat;

3 6. De directeur is jegens het dagelijks bestuur verantwoordelijk voor alle besluiten die in ondermandaat zijn genomen. Tekenbevoegdheid Artikel 7 Krachtens mandaat genomen besluiten worden door de gemandateerde danwel de ondergemandateerde ondertekend namens het dagelijks bestuur of namens de voorzitter. Het besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het is genomen. Slotbepalingen Artikel 8 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011 Artikel 9 Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit tot mandatering van bevoegdheden van het dagelijks bestuur van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur, d.d. 5 januari De directeur de voorzitter B.S.C. Groeneveld

4 Toelichting bij het Besluit tot mandatering van bevoegdheden van het dagelijks bestuur Bij de bedrijfsvoering van de organisatie is het gewenst dat de directeur het mandaat heeft om de dagelijkse leiding van de organisatie vorm en inhoud te geven. In artikel 30 lid 2 van de Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn staat: De directeur handelt in overeenstemming met de door het algemeen bestuur vastgestelde instructie. Deze instructie heeft nader vorm gekregen in het voorliggende besluit. In artikel 4 is gesteld: De directeur heeft mandaat ten aanzien van alle bevoegdheden die aan Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn ter behartiging van zijn taken zijn toegekend, voor zover bij wettelijk voorschrift, bij of krachtens het delegatiebesluit Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn of dit besluit niet anders is bepaald en voor zover de aard van de bevoegdheid zich niet tegen mandatering verzet. In artikel 5, zijn een aantal specifieke restricties bepaald op deze open mandateringsclausule Deze open mandateringsclausule wordt hieronder op onderdelen geëxpliciteerd. Daarnaast wordt het een en ander verfijnd op specifieke thema s. Nr. Gemandateerde bevoegdheid 1 Aanwijzing van verplichte ADV dagen 2 Aangaan van overeenkomsten i.h.k. van de verzekering van personeel en bestuur 3 Opstellen van vernietigingslijsten van archiefbeschikkingen 4 Verlenen van opdracht tot terugbetaling van wat derden o.g.v. onverschuldigde betaling terugvorderen 5 Akkoordverklaring reiskostendeclaraties 6 Werving en selectie, benoeming, wijziging dienstverband en ontslag van de afdelingshoofden 7 Werving en selectie, benoeming, wijziging dienstverband en ontslag van de medewerkers 8 Verzoeken tot het volgen van opleidingen of bijscholingscursussen 9 Verlenen van opdrachten i.h.k. van leveringen, dienstverlening en het uitvoeren van werken 10 Afhandelen van klachten van derden van feitelijke aard over de taakuitoefening van de organisatie (bejegeningsklachten) Wie Hoofd afdeling Bedrijfsbureau Afdelingshoofden. Van de directeur door de voorzitter van het DB en van de bestuursleden door de directeur De voorzitter in samenwerking met de directeur en bij diens afwezigheid met de adjunct directeur Afdelingshoofden Voorwaarden De beslissing wordt in de eerstvolgende vergadering van de DB meegedeeld Rapportage aan de directeur Het desbetreffende afd. hoofd bereid voor en geeft advies De verzoeken dienen te zijn opgenomen in het opleidingsplan van het betreffende jaar Indien passend binnen de begroting Wordt behandeld door de klachtencoördinator + rapportage in de bestuursrapportage

5 Waar in de tabel hierboven mandaat is verleend aan een of meerdere afdelingshoofden, geldt de mandaatverlening eveneens jegens de directeur en de adjunct-directeur.