Voorstel Prestatieafspraken. Christelijke Hogeschool Ede

Transcriptie

1 Voorstel Prestatieafspraken Christelijke Hogeschool Ede

2

3 Voorstel Prestatieafspraken Christelijke Hogeschool Ede 27 april 2012 College van Bestuur

4

5 Voorstel Prestatieafspraken CHE 1 College van Bestuur De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap T.a.v. mevrouw J. Saraber, IPC 2250 Postbus BJ DEN HAAG Ons kenmerk Uw kenmerk Contactpersoon Drs. J.A. van Drieënhuizen-Kok Directeur Dienst Onderwijs Datum Ede, 27 april 2012 Betreft Aanbieding voorstel Prestatieafspraken Christelijke Hogeschool Ede Zeer geachte heer Zijlstra, Hierbij ontvangt u ons voorstel voor de prestatieafspraak die de Christelijke Hogeschool Ede met u wil maken, conform uw uitnodiging daartoe d.d. 29 december 2011 en de nadere informatie ter zake d.d. 5 maart De CHE heeft een reputatie hoog te houden. Al jaren lang scoren wij zeer hoog op de kwaliteit van ons onderwijs en de tevredenheid van onze studenten en overige belanghebbenden. Toch heeft u ons weten uit te dagen om ons profiel nog verder aan te scherpen en de lat op enkele indicatoren zelfs nog hoger te leggen dan deze nu reeds ligt. In enkele gerichte sessies hebben wij weten te bereiken dat bestuur, management, medezeggenschap (inclusief studenten) en toezichthouders zich op zeer eensgezinde wijze gemotiveerd weten om de prestaties te gaan realiseren. Dat maakt dat wij u met trots en genoegen ons voorstel doen toekomen (zie bijlage 1). Wij zijn genoodzaakt om een procedureel voorbehoud te maken (zie bijlage 2). Dit voorbehoud laat onverlet dat onze hogeschool zich uitgedaagd weet om op voortvarende wijze de gestelde ambities te gaan realiseren. Aanvullende onderbouwende documenten treft u, voorafgegaan door een leeswijzer, verderop in onze documentatieset aan. Met veel belangstelling zien wij uit naar uw reactie. Hoogachtend, het College van Bestuur, Dr. C.P. Boele Mr. drs. A. Bestebreur MPA

6 Voorstel Prestatieafspraken CHE 2

7 Voorstel Prestatieafspraken CHE 3 Bijlage 1: Prestatieafspraken 1. Profilering en zwaartepuntvorming a. De CHE is in 2015 nog steeds een A-merk in het HBO, dat excelleert op de H, de B en de O. b. De CHE gaat zich vanuit het expertise op de verbinding tussen vakmanschap en identiteit profileren op de volgende CHE-thema s: normativiteit en professionaliteit, vitale en duurzame instituties, moderne samenleving en christelijke traditie. Deze worden richtinggevend voor onze onderwijs- en onderzoeksagenda, alsmede voor onze externe participatie. Met betrekking tot het praktijkgericht onderzoek werken we op onderdelen samen met verwante partners, waaronder de Gereformeerde Hogeschool en Driestar Educatief, waarmee wij een samenwerkingsovereenkomst hebben. c. Wij bieden een extra uitdagende route voor VWO-ers (en getalenteerde Havisten), binnen tenminste 5 van onze 10 opleidingen. d. In 2015 is het vormingselement in ons onderwijs aantoonbaar verscherpt. 2. Kennisvalorisatie a. Vanuit ons profiel en onze deskundigheid leveren wij een bijdrage aan de Human Capital Agenda s van de topsectoren Agrofood en Life Sciences & Health. Wij onderzoeken de mogelijkheid van een nieuwe HBO-bachelor-opleiding Leefstijl en gezondheid (werktitel). b. Met betrekking tot onze onderzoeksportefeuille (dat wil zeggen het geheel van lectoraten, kenniskringen, onderzoeksactiviteiten, promoties en dergelijke) realiseren wij een verdubbeling van de inzet van FTE s. 3. Studiesucces 4. Kwaliteit a. Op dit moment bedraagt ons vijfjaars-rendement voor voltijd bachelorstudenten die de propedeuse behaald hebben 73%. Dat is ten opzichte van het sectorgemiddelde van multisectorale hogescholen een hoog percentage. Desalniettemin willen wij extra ambitie tonen door dit percentage te verhogen tot 75 %. Wij willen dat 8 van de 10 opleidingen dit rendement realiseren. b. Met het oog op dit hogere rendement zet de CHE in op een versterking van de selectieve functie van de propedeuse, waarbij vooral de beroepshouding en beroepsvaardigheden een belangrijk selectiecriterium zijn. Omdat studenten zeer gemotiveerd kiezen voor een opleiding aan de CHE heeft selectie aan de poort weinig toegevoegde waarde. Daarom streven wij naar een uitval in de (voltijds)propedeuse van 25 %. a. Onze algemene studenttevredenheid bevindt zich op een zeer hoog niveau. Op vrijwel alle indicatoren van de Nationale Studentenenquête scoren wij significant boven het branchegemiddelde. Het is onze ambitie om dit hoge niveau te handhaven. Op onze kernwaarden (inhoud, relatie en verantwoordelijkheid) realiseren wij voor de voltijdse opleidingen een gemiddelde studenttevredenheid van 4.0 op een 5-puntsschaal. Wij willen dat 8 van onze 10 opleidingen deze ambitie realiseren. b. We willen de komende jaren investeren in onze huisvesting en ook langs die weg onze studenten medewerkerstevredenheid nog verder verhogen. c. Het is onze ambitie om een aanvullende tevredenheidsindicator te gaan hanteren, namelijk die de tevredenheid van alumni en werkveldpartners, waarbij we hetzelfde tevredenheidsniveau nastreven als dat van onze studenten.

8 Voorstel Prestatieafspraken CHE 4 5. Maatregelen a. De CHE scoort in accreditaties en in de NSE hoog op de samenhang in het onderwijsprogramma en de kwaliteit van het personeel. 60 % van het docentencorps dat dit realiseert bezit momenteel een master- of doctors-titel. Als middel om de ambities onder 1, 2, 3 en 4 te realiseren, willen wij dit percentage behoedzaam, maar gericht verhogen tot 75 % (als percentage van het totaal aantal docenten en kenniskringleden). b. De CHE wil blijven excelleren op de B van HBO. Daarom hanteren wij een onderwijsconcept waarin het onderwijs in nauwe samenwerking met de beroepspraktijk wordt aangeboden. Studenten worden daarin intensief door onze docenten begeleid. Deze aanpak begint al in het eerste studiejaar en wordt door onze studenten zeer hoog gewaardeerd (zie NSE). De indicator voor contacttijd die wij hanteren is dan ook de optelsom van binnenschools en buitenschools leren. In het eerste jaar bedraagt deze contacttijd tussen de 12 en 20 uur. c. Onze zuivere generieke overhead bedraagt momenteel 25 % (methode Berenschot). College van Bestuur en zijn academies zeer tevreden over de kwaliteit van onze ondersteunende diensten. Daarom spannen wij ons in om de overhead waar mogelijk te verlagen, maar zodanig dat dit niet ten koste gaat van deze kwaliteit en tevredenheid.

9 Voorstel Prestatieafspraken CHE 5 Bijlage 2: Procedureel voorbehoud Ten behoeve van de voorstellen voor verkrijging van prestatiebekostiging en voor het maken van de bestuurlijke afspraken over profilering en valorisatie, gaat de CHE uit van de volgende gemaakte afspraken in het Hoofdlijnenakkoord: 1. De kwaliteit van onderwijs en het studiesucces hebben prioriteit bij de overeen te komen prestatieafspraken; 2. Er is een centrale rol weggelegd voor open overleg tussen de CHE en de staatssecretaris van OCW over de overeen te komen prestatieafspraken; 3. Het kader waaraan de voorstellen van de CHE worden getoetst is neergelegd in het hoofdlijnenakkoord. De CHE tekent hierbij aan, dat de HBO-raad mede namens de CHE niet heeft ingestemd met het beoordelingskader dat is opgesteld door de Review Commissie die u heeft ingesteld. In aanvulling op de afspraken uit het Hoofdlijnenakkoord maakt de CHE het uitdrukkelijke voorbehoud dat, mocht op enig moment komen vast te staan dat een formeel-wettelijke basis voor invoering van prestatiebekostiging in het hoger onderwijs ten onrechte ontbreekt, u geen reden heeft om de bekostiging inzake de prestatieafspraken aan de CHE te onthouden. De CHE spant zich in de overeen te komen prestatieafspraken te realiseren, maar er kunnen zich omstandigheden voordoen die realisatie ervan in de weg staan. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om: het niet of niet tijdig afgerond zijn van het wetgevingstraject rond de (wettelijke) maatregelen die in het Hoofdlijnenakkoord zijn overeengekomen als zijnde noodzakelijke randvoorwaarden voor het verhogen van de prestaties van de hogescholen op het gebied van kwaliteit en studiesucces; de uitkomst van de discussie rond de bekostiging van het deeltijdonderwijs die thans wordt gevoerd; (ingrijpende) bezuinigingen door het kabinet op het hoger beroepsonderwijs; een definitief besluit om de mbo-4 opleidingen te verkorten 4 naar 3 jaar. De CHE wenst een aparte bepaling in de prestatieovereenkomst op te nemen waarin wordt geregeld dat wanneer dergelijke omstandigheden zich voordoen, dit leidt tot gehele of gedeeltelijke bijstelling van de prestatieafspraken en/of tot gehele of gedeeltelijke bijstelling van de financiële consequenties die kunnen worden verbonden aan het geheel of gedeeltelijk niet nakomen van de prestatieafspraken tussen de staatssecretaris van OCW en de CHE. In het geval dat de prestatieovereenkomst ten aanzien van bovenvermelde nadere overwegingen naar het oordeel van de CHE procedureel onvoldoende waarborgen zou bevatten of inhoudelijk onjuist zou zijn, kan de hogeschool besluiten de prestatieovereenkomst toch aan te gaan, doch uitsluitend ter behoud van het recht op prestatiebekostiging. In dat geval behoudt de hogeschool zich het recht voor om juridische stappen te ondernemen indien zij dat noodzakelijk acht.

10 Voorstel Prestatieafspraken CHE 6

11 Voorstel Prestatieafspraken CHE 7 Leeswijzer voor het Instellingsplan en de addenda Algemeen De CHE heeft het afgelopen half jaar een nieuw instellingsplan (hierna: IP) ontwikkeld voor de periode In dit nieuwe instellingsplan is in hoofdlijnen de informatie te vinden die volgens het beoordelingskader van de reviewcommissie aangeleverd moet worden. Om onnodig werk te voorkomen hebben we er daarom voor gekozen het instellingsplan als basis te hanteren voor onze afspraken met OCW. In deze leeswijzer beschrijven wij waar u de gevraagde informatie kunt vinden in het IP. Sommige informatie treft u in het IP niet aan, omdat deze informatie bijvoorbeeld te gedetailleerd is voor een strategisch plan. In dat geval verwijzen wij u naar een addendum. Huidig instellingsprofiel Het profiel van onze instelling wordt beschreven in de hoofdstukken 2, 3 en 4 van het IP. In hoofdstuk 2 beschrijven wij het hart van de CHE en onze inspiratie. Hoofdstuk 3 gaat in op onze relevantie voor studenten en cursisten én onze partners. In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe onderzoek en valorisatie binnen de CHE in samenwerking met regionale, nationale en internationale partners vorm krijgt. Hoofdstuk 4 beschrijft de ambitie van onze academies. Hierin vindt u de visie van de CHE op hoger beroepsonderwijs en de betekenis hiervan voor ons eigen onderwijsconcept. Analyse van de sterke en zwakte van de instelling Een sterkte-zwakte analyse is niet in het IP opgenomen. Deze analyse is in een vroeg stadium bij het tot stand komen van het IP gemaakt door het directieteam van de CHE. U treft de sterkte-zwakte analyse aan in addendum 1: Sterkte zwakte analyse. Voorgenomen wijzigingen en aanscherpingen van het profiel De CHE heeft op basis van haar profiel, de sterkte-zwakte analyse en de ontwikkelingen in de externe omgeving gekozen om in de periode van 2012 tot 2016 te werken aan drie doelstellingen. Deze doelstellingen worden nader uitgewerkt in hoofdstuk 6 van het IP. Samengevat gaat het om drie doelen: 1. We herijken onze visie op christelijke vorming, die we uitwerken in een kader. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde Inhoud. 2. Het beroepenveld krijgt een meer initiërende rol in ons onderwijs en onderzoek. Dit leidt meer en meer tot vormen van leren en ontwikkelen, waarin beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek in een driehoeksrelatie samen optrekken en elkaar activeren. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde Relatie. 3. De CHE sluit de komende jaren nadrukkelijker en intensiever aan bij externe partners, en levert zo vanuit haar specifieke expertise een bijdrage aan de ontwikkeling van bedrijven en instellingen. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde Verantwoordelijkheid. Hoofdstuk 8 beschrijft welke prestatieafspraken wij in het licht van deze doelstellingen willen maken met OCW. Onze 0-situatie treft u aan in addendum 2: 0-meting prestatieafspraken.

12 Voorstel Prestatieafspraken CHE 8 Betrokkenheid van stakeholders bij de prestatieafspraken De diverse stakeholders van de CHE zijn als volgt betrokken bij de totstandkoming van ons instellingsplan. Wie Wat Wanneer Externe omgeving Interviews met stakeholders (OCW, beroepenveld, November 2011 onderwijsinstellingen). Consultatie conceptversie IP April 2012 Medewerkers 0-meting prestatieafspraken per academie uitgevoerd Februari 2012 en advies geformuleerd door kwaliteitszorg- medewerkers per academie. Bespreking conceptplan in academies en diensten Maart 2012 Hogeschoolpresentatie voor medewerkers April 2012 Studenten Hogeschoollunches met CvB Maandelijks Hogeschoolraad Opiniërende ronde Advies op de prestatieafspraken Februari 2012 April 2012 Raad van Toezicht Goedkeuring prestatieafspraken April 2012 Ambitieniveau Onderwijs De CHE is een instelling met een bewezen hoge kwaliteit van onderwijs. In het najaar is de CHE voor de 8 e keer uitgeroepen tot beste hogeschool van Nederland. In addendum 3 Overzicht opleidingen CHE in Keuzegids Hoger Onderwijs. In addendum 4 - Overzicht uitkomsten accreditatie per opleiding worden de beoordelingen van de accreditatie per opleiding weergeven. Zoals blijkt uit het IP en de prestatieafspraken wil de CHE deze kwaliteit handhaven. Dat is gezien de 0-meting uit bijlage 2 een forse maar realistische uitdaging omdat wij ervoor kiezen dicht bij ons huidige profiel te blijven (zie hiervoor hoofdstuk 4). Onderzoek en valorisatie De onderzoeksfunctie van de CHE is bescheiden. Om onze tweede en derde doelstelling uit hoofdstuk 6 te realiseren, verdubbelen wij onze onderzoekscapaciteit. Zwaartepuntvorming en differentiatie De CHE kent de afgelopen jaren een stabiel opleidingsaanbod van 10 opleidingen. Deze 10 opleidingen zijn ondergebracht in 6 academies. In de vorige planperiode heeft iedere academie een lectoraat ingericht. In 2014 wordt de CHE door de VKO bezocht. Differentiatie Uit onze instroomgegevens blijkt dat wij, in vergelijking met andere HBO instellingen, een relatief hoge VWO-instroom hebben. In hoofdstuk 8 van het IP wordt beschreven dat de CHE daarom kiest voor de ontwikkeling van uitdagende VWO-routes. Verder ontwikkelen wij, indien haalbaar binnen de macrodoelmatigheidseisen, een nieuwe bachelor Leefstijl en gezondheid.

13 Voorstel Prestatieafspraken CHE 9 Zwaartepuntvorming Momenteel heeft de CHE 6 lectoraten, namelijk: o o o o o o Academie Gezondheidszorg: Verpleegkundige Beroepsethiek Academie Sociale Studies: Jeugd en gezin Academie Journalistiek & Communicatie: Religie en media en publieke ruimte Academie Educatie: Docent en talent Academie voor Theologie: Geestelijk Leiderschap Academie Mens & Organisatie: Mensgerichte en duurzame bedrijfskunde Om onze ambitie in de komende jaren te realiseren vinden wij het noodzakelijk de lectoraten te verbinden rond drie CHE-thema s: normativiteit en professionaliteit, vitale en duurzame instituties en moderne samenleving en christelijke traditie. Vanuit deze thema s, ons profiel en onze deskundigheid leveren wij een bijdrage aan de topsectoren Agrofood en Life Sciences & Health. Een onderbouwing en nadere uitwerking treft u aan in de hoofdstukken 3 en 6. Uitvoerbaarheid en realiteitsgehalte Wij menen dat ons voorstel voor de prestatieafspraak zowel ambitieus als realistisch en uitvoerbaar is. Dit motiveren wij in addendum 5 - Realiseerbaarheid selectieve budget. Tenslotte De CHE hoopt dat u door alle informatie in deze map voldoende informatie vindt om onze prestatieafspraken te beoordelen. Wij streven ernaar deze afspraken zoveel als mogelijk te integreren in ons beleid en binnen onze staande beleidsprocessen. Op deze manier vormen de prestatieafspraken een natuurlijk en integraal onderdeel van het kwaliteitsbeleid van onze Hogeschool.

14 Voorstel Prestatieafspraken CHE 10

15 Voorstel Prestatieafspraken CHE 11 Profiel en strategie CHE Inleiding Deze tekst bevat het profiel en de strategische koers die de CHE de komende jaren wil varen. Het vormt ook de strategische grondslag voor de prestatieafspraken die wij willen maken met het ministerie van OCW. Het document dient tevens als Instellingsplan Het is richtinggevend van aard. Het inspireert en motiveert en het biedt onze medewerkers en externe belanghebbenden een kader voor de dingen die wij willen doen. We realiseren ons dat dit plan niet is opgesloten in de komende vier jaren, maar feitelijk voor een langere periode het perspectief aangeeft. Elke academie en dienst maakt in het najaar van 2012 een eigen meerjarenplan om de richting nader inhoud te geven. In een jaarlijkse kaderbrief maken wij de doelen concreet, zowel op instellingsniveau als op academie- en dienstniveau. 2. Onze inspiratie: het hart van de CHE De CHE is een christelijke hogeschool. Dat is ons hart en daar ligt ons hart. Wij weten ons geroepen om onze studenten en cursisten zo op te leiden dat zij op bij de tijdse wijze hun beroep met overtuiging, deskundigheid en verantwoordelijkheidsbesef uitoefenen. Dit drijft onze medewerkers. Wij leiden onze studenten op voor een beroep (waarin ook zij hun roeping vinden), méér dan voor een carrière (waarin het vooral gaat om het persoonlijk succes). Daarom geven we hen het best mogelijke vakonderwijs en een persoonlijke, christelijke levens- en beroepsvorming. Beide zijn bij ons ingebed in een actieve, pedagogische relatie tussen docent en student. Wij streven er naar dat onze afgestudeerden zich positief onderscheiden door kwaliteit, betrokkenheid en verantwoordelijkheid in de uitoefening van hun beroep. De CHE positioneert zich daarmee als A-merk, aan de bovenkant van het HBO. Wij willen meer dan het gewone bieden. 3. Onze relevantie Voor het beroepenveld Wij zien dat in de beroepenvelden waarvoor wij opleiden steeds meer behoefte komt aan professionals die vakmanschap met identiteit 1 kunnen verbinden. Dat zijn mensen die niet alleen hun vak verstaan, maar hierop ook een eigen visie hebben, een debat kunnen entameren, keuzes kunnen verantwoorden, in een levensbeschouwelijk pluriforme samenleving op kaderniveau kunnen opereren en kunnen reflecteren op waarnemingen over wat er gebeurt in de maatschappij. Onze relevantie is dat wij deze mensen opleiden. Daarmee voldoen we aan een belangrijke personele behoefte van bedrijven en instellingen in alle sectoren, die met vergelijkbare dan wel levensbeschouwelijk meer pluriforme missies dienstbaar willen zijn aan de samenleving. Dit wordt zichtbaar in het feit dat onze samenwerking met externe partners in de beroepspraktijk groeit, door de vorming van actieve bondgenootschappen, zowel regionaal en landelijk. Voor studenten en cursisten De CHE is relevant voor al die studenten die hun vakmanschap op hoog niveau willen ontwikkelen, dit willen verbinden met hun persoonlijke identiteit, gericht op een actieve rol in de samenleving. Met het oog hierop willen wij niet zomaar een hogeschool zijn, maar een leergemeenschap met veelzijdige, inspirerende en leerzame ontmoetingen tussen studenten, docenten, onderzoekers en (toekomstige) collega s uit het beroepenveld, ook over de landsgrenzen heen. Wij hebben een succesvol, in de praktijk bewezen onderwijsmodel, waarin relatie, inhoud en verantwoordelijkheid kernwaarden zijn. Dankzij nauwe samenwerking met partners in de beroepspraktijk werken praktijkvraagstukken en inzichten door in ons onderwijs en onderzoek. Omgekeerd dragen wij bij aan de professionalisering van de beroepspraktijk. Deze relevantie van de CHE blijkt onder meer uit de waardering die wij krijgen van onze alumni voor onze onderwijskwaliteit, gericht op vakmanschap en met een herkenbare identiteit. 1 Het gaat hierbij niet uitsluitend om de christelijke identiteit.

16 Voorstel Prestatieafspraken CHE 12 Deze betekenis van leergemeenschap is er niet alleen voor voltijdse studenten, maar strekt zich in de vorm van post-hbo cursussen, masteropleidingen en andere dienstverlening steeds meer uit tot reeds werkzame professionals, waaronder ook veel alumni. Mede door de groeiende aandacht voor een leven lang leren en een groeiend netwerk van alumni verwacht de CHE versterking van de verbindingen met het beroepenveld en toename van onze dienstverlening, deeltijd- en duale opleidingen. Ook in fysieke zin willen wij een aantrekkelijke plek zijn voor studenten en externe partners. Daarom werken we samen met de gemeente Ede, de woningbouwvereniging en de ons omringende instellingen aan de herhuisvesting van de CHE, in een stimulerende omgeving met goede voorzieningen, waaronder studentenhuisvesting. Ook ontwikkelen wij digitale leeromgevingen, met tijd- en plaats-onafhankelijke studieplekken. Voor regionale en nationale partners De nauwere verbinding tussen beroepspraktijk, onderzoek en onderwijs heeft ook tot een actievere participatie in de regio geleid. Studenten en medewerkers participeren actief namens de hogeschool in initiatieven binnen de gemeente Ede en omstreken. De CHE zet regelmatig zijn deuren open voor maatschappelijke en culturele activiteiten voor een breed publiek uit de omgeving. Wij hebben ons binnen de regio Gelderse Vallei verbonden aan Food Valley, de Wageningen UR en de topsectoren Agrofood en Life Sciences & Health. We zijn sleutelspeler in de kenniscampus Ede en zijn actief lid van VNO-NCW en het Edes Bedrijfs Contact. Voorts werken wij nauw samen met regionale VO- en ROC-instellingen, met het oog op goede doorstroom in de beroepskolom, het delen van kennis en faciliteiten. Door middel van stages, afstudeerprojecten, praktijkgericht onderzoek, dienstverlening, publicaties en congressen zijn wij voor tal van regionale bedrijven en instellingen relevant, vooral vanuit onze expertise op het gebied van vakmanschap met identiteit. Recent regionaal arbeidsmarktonderzoek wijst uit dat onze portfolio en onze nieuwe plannen uitstekend passen in de regionale vraag naar arbeid. 2 Op soortgelijke inhoudelijke wijze profileren wij ons van ouds ook op nationaal niveau. Dit komt tot uiting in tal van samenwerkingsarrangementen met bedrijven en instellingen ook buiten de regio Gelderse Vallei. Onze expertise op het gebied van vakmanschap, identiteit en samenleving vormt het aangrijpingspunt voor de relaties die wij aangaan. Deze relaties hebben niet alleen het karakter hebben van een opdrachtgeveropdrachtnemer-relatie, maar bestaan vanuit een wederkerige aantrekkelijkheid en een gedeelde verantwoordelijkheid. Voor internationale partners De CHE slaat haar vleugels in beperkte mate uit in internationaal verband. We zijn actief lid van de CCCU (Council for Christian Colleges and Universities). Het aantal contacten met instellingen en studenten over de Nederlandse grenzen is gestaag gegroeid door middel van uitwisselingsprogramma s en participatie in internationale congressen. Internationale uitwisseling is bij ons geen doel op zichzelf, maar moet vooral bijdragen aan het hier boven beschreven profiel van onze studenten. Er moet een return on investment zijn, bijvoorbeeld in termen van onderwijskwaliteit. Met betrekking tot inkomende studenten willen wij voor hen aantrekkelijk zijn omdat ze zich bij ons kunnen ontwikkelen op de relatie tussen vakmanschap, identiteit en samenleving, vanuit de typisch Nederlandse context van het HBO. Tevens stellen we onze kennis beschikbaar aan onderwijsinstellingen in ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld door te adviseren bij curriculumontwikkeling. 4. De professionele ambitie van onze academies Academies Onderwijs, onderzoek en dienstverlening zijn ondergebracht binnen onze academies en niet in afzonderlijke stichtingen of BV s. Zo bevorderen we dat deze drie kernactiviteiten elkaar verrijken, in actieve contacten met het beroepenveld. Onze ICT-omgeving is mede ingericht om in deze drie kernactiviteiten te faciliteren. Zelfs in onze herhuisvesting willen we die zichtbaar maken: zes academies rondom een bruisende, gemeen- 2 L. Broersma en J.B. van Rijn, Provinciale en regionale discrepantieanalyse Gelderland. Aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt tot 2015, Rijksuniversiteit Groningen, 21 maart 2012.

17 Voorstel Prestatieafspraken CHE 13 schappelijke ruimte in het CHE-gebouw. Onze academies zijn binnen hun eigen domein de vlaggenschepen van de CHE, elk werkend vanuit een en dezelfde inspiratie en missie. We streven er naar dat het beroepenveld een meer initiërende rol krijgt in ons onderzoek en onderwijs, ondersteund door de lectoraten en de dienstverlening. Dit leidt meer en meer tot vormen van leren en ontwikkelen, waarin beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek in een driehoeksrelatie samen optrekken en elkaar activeren. Wij geloven dat in dit model de toekomst van het HBO ligt. Er zijn al tal van succesvolle voorbeelden te noemen van deze nieuwe praktijk. De CHE ontwikkelt zich op deze manier steeds meer tot een kenniscentrum, dat zich profileert op een aantal inhoudelijke maatschappelijke relevante thema s, die tevens richting geven aan onze onderzoeksportefeuille en externe activiteiten. Academies ontwikkelen zich de komende jaren verder tot kenniscentra en platforms voor ontwikkeling van beroepspraktijken, hecht verbonden met relevante partners en netwerken. Hoger Dit profiel betekent dat wij vooraanstaande prestaties willen leveren op de H van HBO. Dit houdt in dat onze bachelors naast hun praktijkgerichtheid ook van uitstekend inhoudelijk niveau moeten zijn en blijven. De meeste accreditaties bewijzen dat reeds. Wij willen het inhoudelijke kennisniveau binnen de opleidingen nog verder verhogen, omdat praktijkvoering en vakkennis beide nodig zijn voor succesvolle HBO-professionals. Verder ontsluiten we onze kennis in minoren, post-hbo cursussen en enkele professionele masters. We hebben doorstroomprogramma s naar universitaire masters. We bieden onze beste studenten academiespecifieke en ten dele CHE-brede honours-programma s aan. Praktijkgerichte VWO-ers (alsmede uitblinkende Havisten) gaan we een extra uitdagend programma aanbieden, zodat het HBO voor hen geen second best keuze is, maar een intrinsieke meerwaarde heeft ten opzichte van het WO. Dit is een van de redenen waarom een bij de opleidingseisen passend aantal docenten een mastergraad heeft en een toenemend aantal gepromoveerd moet zijn. Overigens worden alle CHE-medewerkers gestimuleerd in hun verdere professionele ontwikkeling. Onze internationale partners zijn van hetzelfde niveau. Onze lectoren zijn het intellectuele geweten binnen de CHE, zitten dicht op het primaire proces en ondersteunen vooral op de relatie tussen beroepenveld en onderwijs. We willen een kennis- en vraagbaak zijn voor externe belanghebbenden en belangstellenden. Beroeps In de tweede plaats willen we in onze academies uitblinken op de B van het HBO: praktijkgerichtheid. In onze accreditaties scoort dit punt hoog. Het is een belangrijke motiverende factor voor studenten. Ook onze docenten willen we nauw verbonden houden met het werkveld. Mede om deze reden willen wij het beroepenveld actiever en zelfs meer initiërend betrekken in ons onderwijs. Daarvoor gaan we als CHE vaker structurele samenwerkingsarrangementen vormgeven met meerdere bedrijven en instellingen, alsmede met universiteiten en regionale, landelijke en ook internationale kennis- en onderwijsinstellingen. Samen met deze partners definiëren we thema s waarop onderwijs en onderzoek nodig is. Praktijkgerichtheid betekent ook dat we meer diversiteit in flexibele onderwijsarrangementen ontwikkelen, die wij kunnen ondersteunen vanuit onze ICT-omgeving. De bachelor-opleidingen bieden we zoveel mogelijk aan in voltijd-, deeltijd- en duale varianten. Steeds meer willen we vormen van maatwerk-leren gaan aanbieden, ook buiten de Edese grenzen. De CHE-onderwijskwaliteit moet daarin altijd van onbesproken niveau zijn. We sluiten actief aan bij Food Valley en de topsector Life Sciences rondom kennisstad Wageningen.

18 Voorstel Prestatieafspraken CHE 14 Onderwijs Ten derde willen we werk maken van de O van HBO. Wij geven op moderne wijze gestalte aan de klassieke taak en roeping van het onderwijs om studenten niet alleen vraaggestuurd te faciliteren in hun leerontwikkeling, maar hen ook te onderwijzen. Studeren is meer dan alleen leren, het is ook een fase in je leven en je ontwikkeling. Dat gaat zich de komende jaren vertalen in een versterking van het vormingselement in ons onderwijs. Daarbij sluiten we aan op de reeds bestaande verbredingsminoren. Als CHE willen we institutie in plaats van organisatie zijn, waarin het vooral gaat om de persoon (i.p.v. de klant), het organische (i.p.v. opgelegde), lange termijn (i.p.v. korte termijn), kwaliteit (i.p.v. kwantiteit), relatie (i.p.v. concurrentie), verwondering (i.p.v. maakbaarheid). Zo voorkomen we ook dat procedurele kwaliteit belangrijker wordt dan inhoudelijke. Consequenties voor ons profiel We profileren ons als middelgrote kwaliteits-instelling, die bij uitstek deskundig is op de verbinding van vakmanschap met persoonlijke identiteit. Op basis hiervan profileren wij ons inhoudelijk op de drie expertise-thema s, die richtinggevend voor ons onderwijs en onderzoek, onze dienstverlening en onze participatie en bijdrage aan de externe omgeving: normativiteit en professionaliteit, vitale en duurzame instituties en moderne samenleving en christelijke traditie. Deze positionering houdt in dat we kiezen voor gematigde groei. Wat studenten naar eigen zeggen immers het meest in de CHE waarderen is de kwaliteit en bereikbaarheid van docenten, de praktijkgerichtheid, de persoonlijke begeleiding, de kleinschaligheid en de beroepsvorming. Deze formule verdraagt zich niet met grootschaligheid, omdat die het kwaliteitsniveau en de persoonlijke betrokkenheid schade kunnen berokkenen. We zijn de achterliggende jaren gegroeid tot ruim vierduizend studenten en beogen een geleidelijke verdere groei tot ongeveer bachelor-studenten in 2016, langs de volgende sporen: 1) groei van de studentaantallen in bestaande opleidingen (bachelor en master), vooral door actievere relatiemarketing naar onze toeleveranciers 2) enkele nieuwe opleidingen en/of opleidingsvarianten aansluitend bij de bestaande domeinen, 3) het aanbieden van ons onderwijs op een andere wijze (duaal, maatwerk) of aan andere doelgroepen. Voorts willen wij in toenemende mate ook reeds actieve professionals bedienen met post-hbo-cursussen en vormen van dienstverlening, vooral gericht op een verdieping van de relatie tussen identiteit en hedendaags vakmanschap voor de samenleving van vandaag. We zien in principe af van het aanbieden van associate degrees. 5. Besturingsfilosofie In onze beslissingen is het primaire proces (onderwijs- en onderzoek) leidend. Dat maken we ook in de beleidscyclus en directiestructuur zichtbaar. Om het primaire proces ook in de beleidsontwikkeling leidend te laten zijn, is het binnen de beleidsdriehoek van bestuur en directie de primaire verantwoordelijkheid van CvB (als initiator) en academiedirecteuren (als actoren) strategisch richting te bepalen, daarin gefaciliteerd door de dienstdirecteuren (als ondersteuners). Academiedirecteuren zijn op hun beurt initiatoren binnen het eigen academies. Er vindt bij ons geen stafsturing plaats, eerder omgekeerd: academiedirecteuren zijn aanspreekbaar op het succes van de ondersteunende diensten. Nadat richting bepaald is, wordt in nauwe samenwerking en afstemming tussen diensten en academies beleid ontwikkeld. Het resultaat daarvan wordt door academiedirecteuren en College van Bestuur (samen het CMT) getoetst aan de eerder geformuleerde richting en daarna formeel vastgesteld door het CvB. Concreet betekent dit dat de werkzaamheden van de diensten op onder meer de terreinen personeelsbeleid, financiën, informatiemanagement, facilitaire zaken, marketing, communicatie, onderwijs en kwaliteitszorg ingericht worden vanuit de ondersteunende bijdragen die daarin geleverd worden aan het primaire proces van onderzoek en onderwijs. Eenzelfde inrichting van beleidsprocessen wordt ook decentraal in de academies toegepast.

19 Voorstel Prestatieafspraken CHE 15 De centrale focus op het primaire proces betekent dat iedere medewerker binnen de CHE een kwaliteitsmedewerker is en aanspreekbaar is op een eigen bijdrage aan de kwaliteit van het primaire proces en aan zijn of haar rol in de driehoek. Wij denken niet in losse activiteiten door op zichzelf functionerende afdelingen maar in processen, waarin medewerkers wisselend initiator, actor of ondersteuner kunnen zijn, altijd op basis van samenwerkingsrelaties vanuit wederzijdse aantrekkelijkheid. Het werken vanuit deze besturingsfilosofie staat en valt met een zorgvuldige communicatie, het nemen van verantwoordelijkheid en het aanspreken van elkaar bij onvolkomenheden. Door bij nieuw beleid vroegtijdig advies in te winnen en bij gevoerd beleid verantwoording af te leggen worden de Raad van Toezicht, de Hogeschoolraad en de academieraden in staat gesteld hun eigen rol te nemen en zo bij te dragen aan de kwaliteit van de CHE, fouten te voorkomen en te leren van wat er niet goed ging. 6. Doelstellingen Om onze ambities te realiseren is het nodig de inzet van energie en middelen te focussen op enkele strategische speerpunten en doelen, die in de periode richtinggevend zijn voor de jaarplannen. De CHE heeft zich voor deze periode de volgende drie strategische doelen gesteld, die elk corresponderen met één van onze drie kernwaarden: 1. We gaan hernieuwd werk maken van de inspiratie die uitgaat van onze bronnen. We willen dat doen in de richting van onze medewerkers en van onze studenten. Daartoe herijken we onze visie op christelijke (beroeps)vorming, die we uitwerken in een kader. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde inhoud. 2. Het beroepenveld krijgt een meer initiërende rol in ons onderwijs en onderzoek, ondersteund door de lectoraten en de dienstverlening. Wij streven naar vormen van leren en ontwikkelen, waarin beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek in een driehoeksrelatie samen optrekken en elkaar activeren. Zodoende willen wij bouwen aan communities of practice and learning. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde relatie. 3. De CHE sluit de komende jaren nadrukkelijker aan bij externe partners, en levert zo vanuit haar specifieke expertise een bijdrage aan de ontwikkeling van bedrijven en instellingen. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde verantwoordelijkheid. Hieronder volgt een korte uitwerking van deze drie doelen. Doelstelling 1: Identiteit en vorming We gaan hernieuwd werk maken van de inspiratie die uitgaat van onze bronnen. We willen dat doen in de richting van onze medewerkers en van onze studenten. Daartoe herijken we onze visie op christelijke (beroeps)vorming, die we uitwerken in een kader. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde inhoud. We willen dat om te beginnen doen in de richting van onze medewerkers, door meer gericht dan nu het geval is te ontwikkelen op verbinding tussen identiteit, vakmanschap en samenleving van onze mensen. Met betrekking tot de studenten realiseren de academies binnen het te ontwikkelen kader een door de opleiding heen herkenbare serie beroepsgerichte leeractiviteiten voor studenten die bijdragen aan deze vorming. De vorming krijgt gestalte langs drie lijnen: Persoonlijke vorming: jezelf verstaan (identiteit) in relatie tot je beroep, de samenleving en de wortels van onze cultuur (traditie) en de dilemma s in de beroepspraktijk (ethiek). Maatschappelijke vorming: zicht krijgen op de samenleving, waarin men functioneert vanuit de persoonlijke roeping en verantwoordelijkheid (identiteit), in relatie tot de medeburger (gerechtigheid) en de schepping (duurzaamheid). Godsdienstig-culturele vorming: handelen vanuit de christelijke traditie, in verbinding met christenmigranten (multi-culturaliteit) in een seculariserende en multireligieuze samenleving (multi-religieusiteit).

20 Voorstel Prestatieafspraken CHE 16 Doelstelling 2: Samen met het beroepenveld leren en werken Het beroepenveld krijgt een meer initiërende rol in ons onderwijs en onderzoek, ondersteund door de lectoraten en de dienstverlening. Dit leidt meer en meer tot vormen van leren en ontwikkelen, waarin beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek in een driehoeksrelatie samen optrekken en elkaar activeren. Zodoende willen wij bouwen aan communities of practice and learning. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde relatie. Met het oog hierop streven wij naar: Beroepspraktijk a. Samenwerkingsverbanden met beroepspraktijkpartners in de vorm van bondgenootschappen waarbij de beroepspraktijk initiërende is richting het onderwijs en waarbij het onderzoek deze relatie faciliteert. b. Groei van het aantal opleidings-, onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten, samen met het beroepenveld. We bezien de mogelijkheid van programma s voor (bijna) afgestudeerden, gericht op een goede entree op de arbeidsmarkt. c. Versterking van het contact met alumni met het oog op verdere ontwikkeling van onderwijs en onderzoek en met het oog op leven-lang-leren. Onderwijs d. Ontwikkeling van onderwijsvormen waarin de vraag van de beroepspraktijk leidend is en nadrukkelijk betrokken wordt bij de ontwikkeling en uitvoering van dit onderwijs, ondersteund door het onderzoek van lectoraten. e. Flexibele onderwijsarrangementen die aansluiten op de vraag van werkgevers en studenten naar vormen van leven-lang-leren, zoals duaal leren en afstands-leren. f. Een beperkte en gerichte uitbreiding van ons onderwijsaanbod, aansluitend op behoeftes in ons beroepenveld en de regio. g. Een verhoging van het inhoudelijke kennisniveau binnen de curricula. h. Extra uitdagende programma s voor VWO-ers en getalenteerde Havisten. Onderzoek i. De CHE gaat zich profileren op een drietal instellingsbrede onderzoeksthema s. De bedoeling hiervan is meervoudig: een scherpere profilering van de CHE, een betere aansluiting op de topsectoren, convergentie in onderzoeksactiviteiten j. Een verdubbeling van de inzet in FTE s op het gebied van onderzoek in ruime zin, waar onder lectoraten, kenniskringen, onderzoeksactiviteiten en promoties. k. Praktijkgericht onderzoek dat kwalitatief voldoet aan professionele standaarden. Doelstelling 3: Externe omgeving De CHE sluit de komende jaren nadrukkelijker en intensiever aan bij externe partners en levert zo vanuit haar specifieke expertise een bijdrage aan de ontwikkeling van bedrijven en instellingen. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde verantwoordelijkheid. Met het oog hierop streven wij naar: Regionaal a. Participatie in activiteiten van regionale bedrijven en initiatieven. b. Actieve betrokkenheid bij de strategische agenda Food Valley, de (human capital agenda s van de) topsectoren Agrofood en Life Sciences & Health, werkgeversorganisaties en andere samenwerkingsverbanden. Onze academische partner hierin is de Wageningen UR. c. Actieve participatie aan de Kenniscampus Ede.

21 Voorstel Prestatieafspraken CHE 17 Nationaal d. Samenwerking met al die instellingen en bedrijven, die willen ontwikkelen op het thema vakmanschap met identiteit. e. Meer publicaties en congressen waarin wij ons profileren als relevante deskundigen. f. Intensievere relaties met onze belangrijke toeleveranciers in het VO en MBO. g. Meer instroom van allochtonen, met name christenmigranten. h. Herstel van vertrouwen in het hoger onderwijs, en voorkomen van proceduralisering van de onderwijskwaliteit, inzetten op het behoud van klein en bijzonder hoger onderwijs. Internationaal i. Uitbreiding van onze internationale contacten met internationale kenniscentra ter versterking van elkaars primaire proces (onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk), waarbij in eerste instantie samenwerking gezocht wordt met verwante instituten op het gebied van identiteit en kwaliteit, maar in tweede instantie ook op kwetsbare instellingen. Jubileum j. Een inspirerend jubileum in 2014 ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de CHE en haar rechtsvoorgangers. 7. Ondersteuning Om deze drie strategische doelen te kunnen realiseren hebben we de komende jaren als het gaat om ondersteuning en bedrijfsvoering de volgende speerpunten. Personeelsbeleid Een zodanige ontwikkeling van ons personeel dat wij beschikken over mensen die op hoog niveau de verbinding tussen identiteit, vakmanschap en samenleving kunnen realiseren en zodoende onze ambities op de H, de B en de O te kunnen waarmaken. Dit gegeven de ambities op het gebied van onderwijs en onderzoek, en voldoende ondersteuningscompetentie binnen de diensten onderwijs, bedrijfsvoering en facilitaire zaken. Met het oog op onze tweede en derde strategische doelstelling is ook de ontwikkeling van de externe gerichtheid en daarvoor benodigde competenties van onze medewerkers een speerpunt. We investeren in management development voor lijnmanagers en in de bevordering van een professionele cultuur door de gehele CHE. Marketing en communicatie We willen blijven investeren in onze marketing en communicatie, teneinde zo onze aansluiting op de externe omgeving (studenten, toeleveranciers, alumni, beroepenveld, internationale partners, onderzoeksinstellingen enzovoorts) up to date te houden. Het gaat hierbij ook om moderne vormen van kennismanagement. Control en kwaliteit In 2012 is een managementinformatiesysteem geïmplementeerd dat in staat stelt vroegtijdig te signaleren welke ambities de CHE en de academies realiseren en waar dit in gevaar komt. We richten interne projecten in met duidelijke (tussen)doelstellingen en beslismomenten op mijlpaalmomenten, transparante budgetten en aanspreekbare verantwoordelijken. Herhuisvesting In 2016 is de CHE adequaat geherhuisvest, zonder dat het primaire proces hiervan ernstige hinder heeft ondervonden. We streven ernaar nieuwbouw te realiseren in verbinding met ons hoofdgebouw en de inrichting van het huidige hoofdgebouw beter toe te snijden op onze inhoudelijke (onderwijs)doelstellingen.

22 Voorstel Prestatieafspraken CHE 18 Informatiemanagement Mede met het oog op het maatwerk-leren en de ambitie om het werkveld actief te betrekken in het onderwijs, willen we de basis van onze ICT-architectuur op orde houden-, de benutting van de inmiddels vernieuwde ICT-omgeving vergroten en verdere innovaties doorvoeren. Deze innovaties zijn gericht op het faciliteren van kennismanagement en onderwijsvernieuwing op het vlak van (digitale) didactiek, het gebruik van smartphones & tablets en de inzet van sociale media. Investeringsbeslissingen vinden plaats op basis van business cases. Financieel De CHE voert een solide en voorzichtig financieel beleid door middel van een solvabiliteitseis van 25% en een rendementseis van 3% in de jaarbegroting, zodat we structureel ruimte hebben voor vernieuwing en een buffer hebben voor eventuele magere jaren.

23 Voorstel Prestatieafspraken CHE 19 Addendum 1: Sterkte-zwakte analyse Sterktes 1. Sterke, kleinschalige onderlinge binding en gemeenschap 2. Hoge mate van dienstbaarheid aan studenten en elkaar 3. Sterk inhoudelijk drive om goed werk te leveren, met hoog arbeidsethos 4. Sterke focus op de kwaliteit van het primaire onderwijsproces 5. Uitstekende reputatie op basis van kwaliteit en tevredenheid Zwaktes 1. Geringe neiging om elkaar aan te spreken op afspraken en resultaten 2. Te weinig attentie voor procedurele borging en documentatie van werk 3. Te weinig procesvaardigheden (ten opzichte van inhoudelijke kwaliteiten) 4. Matig lerend vermogen 5. Matige externe, ondernemende en innovatieve gerichtheid

24 Voorstel Prestatieafspraken CHE 20

25 Voorstel Prestatieafspraken CHE 21 Addendum 2: 0-meting prestatieafspraken 1 Studiesucces 1.1 Uitval Definitie OCW Het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelor studenten (eerstejaars HO) dat na één jaar niet meer bij dezelfde instelling in het hoger onderwijs staat ingeschreven en het aandeel studenten van het totaal aantal voltijds bachelor studenten (eerstejaars HO) dat na 1 jaar studie staat ingeschreven bij een andere studie bij dezelfde instelling. Bron: 1CijferHO (DUO) Of een door de instelling beargumenteerde en te valideren alternatieve indicator voor uitval. 0-meting CHE Cohort/ Croho-onderdeel* Onderwijs 21,0 28,6 22,7 27,1 30,4 29,1 Gezondheidszorg 22,1 25,0 25,8 21,0 19,1 10,2 Economie 19,5 30,0 22,5 16,3 26,8 23,5 Gedrag en Maatschappij 28,7 24,2 29,9 31,9 25,7 26,8 CHE totaal ,0 % Uitval na 1 jaar voltijd (Bron: DUO pdf review) Cohort/ Croho-onderdeel* Onderwijs 2,2 10,1 5,9 6,5 6,8 4,7 Gezondheidszorg 0,9 2,7 1,6 1,0 2,6 0,0 Economie 3,4 1,2 2,1 4,4 6,0 5,3 Gedrag en Maatschappij 15,5 6,9 14,8 19,2 13,8 11,5 CHE totaal 4,2 9,1 9,9 8,5 7,8 8,9 % Percentage switch eerstejaars (bron: DUO pdf review) *CROHO onderdeel uitgesplitst naar opleidingen: Onderwijs: PABO + GL Gezondheidszorg: VPK Economie: MER, JRN, COM Gedrag en Maatschappij: SPH, MWD, GPW, P&A

26 vp vt vp dt sph vt sph dt p&a vt mwd vt mwd dt mer vt lba vt lba dt jrn vt gpw vt gpw dt com vt Voorstel Prestatieafspraken CHE Rendement bachelor opleidingen Definitie OCW Het aandeel van de voltijd bachelor studenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij dezelfde instelling inschrijven (herschrijvers) dat in de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij dezelfde instelling het bachelorsdiploma behaalt. Bron: 1CijferHO (DUO) Of een door de instelling beargumenteerde en te valideren alternatieve indicator voor rendement. 0-meting CHE Cohort/ Croho-onderdeel* Onderwijs 81,1 82,3 90,5 73,3 Gezondheidszorg 75,5 79,8 86,4 73,8 Economie 67,0 72,0 65,0 73,9 Gedrag en Maatschappij 79,1 76,5 73,4 74,3 CHE totaal 76,7 77,5 77,9 73,9 % Diplomarendement na 5 jaar voor de voltijd (Bron: DUO pdf review) 2 Kwaliteit 2.1 Kwaliteit / Excellentie 0-meting CHE A= Algemene Themascore Je studie in het algemeen 4,0 4,0 4,0 4,0 3,4 3,9 4,0 4,3 4,3 4,2 4,1 4,3 4,2 4,1 Totaaloverzicht van de themascore Algemeen

27 Voorstel Prestatieafspraken CHE 23 3 Maatregelen 3.1 Docentkwaliteit Definitie OCW Het aandeel van de docenten met een master/phd. (Bron: instellingsadministratie). 0-meting CHE Academie OP Waarvan Waarvan Totaal % M totaal met master gepromoveerd Theologie % Journalistiek & Communicatie % Educatie % Sociale Studies % Gezondheidszorg % Mens & Organisatie % CHE % Overzicht master en PhD titels in procenten per academie februari Onderwijsintensiteit Definitie OCW Het aandeel van de voltijd bachelor opleidingen met minder dan 12 geprogrammeerde contacturen (klokuur/week) in het eerste jaar. (Bron: instellingsadministratie (OER), landelijk beschikbaar via Studiekeuze 123). Indien de instelling het aantal contacturen gezien het onderwijsconcept- een minder relevante indicator vindt, kan de instelling aangeven op welke alternatieve wijze zij vorm geeft aan de gewenste intensivering van het onderwijs; voorwaarde is een eenduidige en gevalideerde meetmethode. 0-meting CHE: gegevens NSE Onderwijstijd 2011 Uren COM GPW GL JRN MER MWD PABO P A SPH VP Totaal jaar 1 met docent 20, jaar 2-4 met docent 14, totale onderwijstijd jaar 1 33, totale onderwijstijd jaar 2/4 36, Vergelijking onderwijstijd 2011 Nederland & CHE (Bron: Nationale Studentenenquête 2011) Legenda: - minder uren dan landelijk; + meer uren dan landelijk.

28 Voorstel Prestatieafspraken CHE Indirecte kosten OCW: De instelling kan kiezen voor weergave van het personeelsbestand van de instelling (fte en geld). Dat is gericht op de sturing en ondersteuning van het primaire proces (zuivere overhead), volgens de Berenschotsystematiek (Bron: instellingsadministratie). 0-meting CHE Verdeling (afgerond): OP 61% Sector overhead 14% Zuivere overhead 25% Totaal 100% 4 Onderzoek 0-meting CHE CHE Totaal NL CHE Totaal NL Lectoren Lectoren % gepromoveerd 83% 71% 83% 71% FTE s 3,3 268,1 3,2 281,7 (Docent)- onderzoekers Aantallen % gepromoveerd 30% 11% 20% 13% FTE s 2,5 638,8 2,5 640 Promovendi Aantallen FTE s 1,2 261,2 1,7 257,8 Ondersteuning Aantallen FTE s 7,9 161,4 0,4 187,5 Onderzoeksinzet CHE en totaal Nederland 2009 en 2011 (Bron: hbo-raad)

29 Voorstel Prestatieafspraken CHE 25 Addendum 3: Overzicht opleidingen CHE in Keuzegids Hoger Onderwijs (pos/ (totaal- (pos/ (totaal- (totaal- totaal) score) totaal) score) totaal) score) totaal) score) PABO 4/44 7,36 4/ / /43 84 JRN 1/4 7,08 1/5 74 1/5 76 1/5 78 COM 1/15 7,07 1/ / /18 74 MER 1/23 7,11 1/ / /23 76 HRM (P&O) 1/22 7,20 1/ / /25 86 SPH 1/22 7,48 1/ / /23 84 MWD 1/21 7,44 1/ / /22 86 VP 1/19 7,33 1/ / /21 86 GPW - 7, /3 80 GL Pos = positie in rij Totaal = totaal aantal onderzochte instellingen (pos/ (totaal- (pos/

30 Voorstel Prestatieafspraken CHE 26

31 Voorstel Prestatieafspraken CHE 27 Addendum 4: Overzicht uitkomsten accreditatie per opleiding Opleiding Eindoordeel Doelstellingen Programma Inzet personeel Voorzieningen Interne Kwaliteitszorg Resultaten Overige 3 categorieën 8 categorieën 3 categorieën 2 categorieën 3 categorieën 2 categorieën VP Positief Goed 3 Goed 1 Goed voldoende 1 Goed 1 Goed Voldoende LBA Positief voldoende 4 Goed 1 Excellent 1 Goed 1 Goed 1 Excellent Voldoende Voldoende Voldoende Rel doelstellingen - Studiebegeleiding programma GPW GL MER Positief Positief Positief Voldoende 3 Goed 2 Goed Voldoende 1 Goed Voldoende Voldoende 3 Goed 1 Goed 1 Goed 1 Goed 2 Goed Voldoende GOED Bijzonder kwaliteitskenmerk Chr. Identiteit 1 Goed 4 Goed 1 Goed 1 Goed 2 Goed Voldoende Voldoende P&O Positief Goed 3 Goed 1 Excellent 1 Goed 1 Excellent 1 Excellent Studiebegeleiding 2 Goed 1 Excellent Gerealiseerd Voldoende Samenhang Progr. Kwaliteit personeel niveau MWD Positief Goed 4 Goed 2 Goed 1 Goed Voldoende 1 Goed Voldoende SPH Positief Goed 5 Goed 1 Excellent 2 Goed 1 Excellent 1 Excellent Studiebegeleiding 2 Goed 1 Excellent Voldoende Eisen HBO Eisen HBO