Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd"

Transcriptie

1 Het oudere kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Voltijd Blok

2 INHOUD BLOK 3.2 SAMENWERKEN MET OUDERS EN DESKUNDIGEN IN EN BUITEN DE SCHOOL...3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 4 HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN PABO HVA - EEN OVERZICHT VAN DEZE STUDIEWIJZER... 4 BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN TOETSING BLOK 3.1 EN HOOFDSTUK 1. BEROEPSOPDRACHT 3.1 & 3.2 OUDERE KIND & LESSEN PEDAGOGIEK THEMALIJN...6 HOOFDSTUK 2. KENNIS EN VAARDIGHEDEN - DE VAKCOLLEGES 3.1 OUDERE KIND NEDERLANDS PROFILERING OUDERE KIND VT 3.2 (PROFILERINGSOPDRACHT) REKENEN EN WISKUNDE: PROFILERING OUDERE KIND VT 3.2 (PROFILERINGSOPDRACHT) GEZOND EN REDZAAM GEDRAG VT. 3.2 VERDIEPING BEWEGINGSONDERWIJS OUDERE KIND ONDERSTEUNING SCHRIJVEN VISIESTUK MET OOG OP PPO FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. CULTUURPROJECT 3.1 EN 3.2 VT HOOFDSTUK 3. DE PRAKTIJK VAN HET BASISONDERWIJS HOOFDSTUK 4. PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING (3.1 EN) 3.2 OUDERE KIND HOOFDSTUK 5. PRAKTISCHE INFORMATIE BIJLAGE 1. BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT 3.2 OK/JK BIJLAGE 2. BEOORDELINGSFORMULIER PROFILERINGSOPDRACHT NEDERLANDS 3.2 OK BIJLAGE 3. BEOORDELINGSFORMULIER PROFILERINGSOPDRACHT REKENEN-WISK. 3.1/3.2 JK/OK BIJLAGE 4. BEOORDELINGSFORMULIER LIO-BEKWAAMHEIDSGESPREK (PPO 3.2 VT / PPO 2.4 DT) BIJLAGE 5. DE TAALNORM VAN PABO-HVA Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 2

3 BLOK 3.2 Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school INLEIDING - Je hebt gekozen voor het oudere kind, de leeftijdsfase van 8 tot 13 jaar. In zekere zin is dit een overgangsfase en niet alleen vanwege de overgang naar het voortgezet onderwijs. Veranderingen in de ontwikkeling van kinderen in de bovenbouw, onder andere bekeken vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief, zorgen voor veranderingen die duidelijk merkbaar zijn in de klas. Voor jou als leerkracht betekenen deze veranderingen zowel pedagogische als didactische aanpassingen in je handelen. Je wordt in dit blok een échte bovenbouw leerkracht. Vanaf groep 5, na het aanvankelijk leerproces, zijn mogelijkheden van kinderen op basis van hun ontwikkeling in groep 1 tot en met 4 grotendeels bekend. Op basis van deze informatie wordt in groep 5 op de meeste scholen direct met gedifferentieerd onderwijs gestart. Met andere woorden, omgaan met verschillen op didactisch gebied, is voor het oudere kind in eerdere groepen al gestart. We bespreken uiteraard het waarom van bepaalde keuzes met als vertrekpunt de ontwikkelingsaspecten van het oudere kind. Daarnaast onderzoek je de mogelijkheden voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften, bijvoorbeeld kinderen die meer- of hoogbegaafd zijn. Ook de pedagogische behoeften van oudere kinderen veranderen, daar zie je de verschillen tussen kinderen steeds groter worden, bijvoorbeeld als je naar het verschil tussen meisjes en jongens gaat kijken. Juist op dat gebied kun jij als leerkracht goed het omgaan met verschillen zichtbaar maken. Je leert je handelen te verantwoorden vanuit pedagogische principes, onderwijsvisie en ontwikkelingspsychologische aspecten. Verder richt je je nu op kinderen met speciale onderwijsbehoeften, zoals kinderen met (kenmerken) van ADHD of ASS. Kortom, in dit blok gaan we ons verdiepen in de wijze waarop oudere kinderen zich ontwikkelen en in wat de rol van de leerkracht en het onderwijs daarbij zou moeten zijn Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 3

4 Hoe ver ben je met de opleiding? De eerste twee jaren van de opleiding tot leerkracht basisonderwijs waren vooral gericht op een brede kennismaking met het vak. Vanaf het derde jaar verwachten we meer eigen inbreng van jou als student. We gaan dieper in op het omgaan met verschillen tussen de kinderen in de klas. Je hebt gekozen voor een specialisatie van je kennis rond de bovenbouw: het oudere kind staat de komende twee blokken centraal. In het schema hieronder geven we weer waar je je momenteel in chronologisch opzicht in de opleiding bevindt. 1 Kennismaken met onderwijs en met de stad Amsterdam 1.1 Amsterdams onderwijs in beeld Kind in de grote stad / Leerkracht in de grote stad 1.2 Lesgeven over Amsterdam 1.3 Leren door te spelen 1.4 Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Praktijk Bovenbouw Bovenbouw Onderbouw (accent groep 1 en 2) Onderbouw (accent groep 1 en 2) 2 Differentiatie in opvoeden en onderwijzen 2.1 Leren en ontwikkelen stimuleren 2.2 Diversiteit: contact en communicatie Kinderen leren op verschillende manieren 2.3 Leren in en met de groep 2.3 De wereld verkennen: kinderen leren verschillend Praktijk Onderbouw (accent groep 3 en 4) Onderbouw (accent groep 3 en 4) Bovenbouw Bovenbouw 3 Hanteren van verschillen tussen kinderen in onder-/ bovenbouw 3.1 Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep, in onder- c.q. bovenbouw 3.2 Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Minor Praktijk Onderbouw/bovenbouw Onderbouw/bovenbouw 4 Verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep 4.1 Eigen (LiO)-groep: verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep 4.2 (Eigen) onderwijs ontwikkelen en verantwoorden Voorbereiden overgang naar het werkveld 4.3 Afstuderen / voorbereiden overgang naar het werkveld 4.4 Afstuderen / voorbereiden overgang naar het werkveld Praktijk LIO-1 LIO-1 LIO-1 LIO-1 Het onderwijsprogramma van Pabo HvA - Een overzicht van deze studiewijzer Iedere lesperiode wordt het onderwijs op de pabo, zoals je inmiddels bekend is, verzorgd rondom een specifiek thema. Voor het komende blok is dat omgaan met verschillen tussen kinderen in de groep, ook wel aangeduid met de term passend onderwijs. In het komende blok zijn er zes hoorcolleges en zes werkcolleges gepland omtrent de themalijn, waarvan de stof input is voor het maken van de beroepsopdracht. Al in het vorige blok werd er onderwijs aangeboden met betrekking tot de beroepsopdracht, en die wordt nu aan het eind van deze collegereeks in blok 3.2 getoetst. Gekoppeld aan de beroepsopdracht volg je dit blok zes colleges en drie practica. De vakken Nederlands en Rekenen & wiskunde worden elk getoetst met een profileringsopdracht. Dit blok loop je ook weer mee met de praktijk: je doet dat vanaf dit studiejaar gedurende twee dagen per week Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 4

5 Het verloop van de colleges en de verdeling van de studiepunten ziet er wat betreft het eerste semester (twee blokken) van het derde jaar aan de pabo als volgt in schema uit: Beknopt overzicht studieprogramma en toetsing blok 3.1 en 3.2 Hieronder vind je een samenvatting van het studieaanbod en de wijze van toetsen van blok 3.1 en blok 3.2. Uitgebreide informatie (bv. over de toetsstof en de omschrijving van de opdracht) vind je in deze studiewijzer bij het betreffende studieonderdeel. STUDIESCHEMA PABO e JAAR BLOK 3.1 & 3.2 VT STUDIEONDERDEEL: Studiepunten: Thematoets Profilering oudere kind / Passend Onderwijs Engels 3.1 (vaktoets) 2 BLOK 3.1 Profileringsopdracht Mens en Wereld 3.1 oudere kind 2 Profileringsopdracht Kunstzinnige Oriëntatie 3.1 oudere kind 2 Kennisbasistoets rekenen 1 Kennisbasistoets Nederlands 1 Praktijk 3.1 oudere kind (2 dagen per week) 5 Totaal studiepunten BLOK 3.1 : 16 STUDIEONDERDEEL: Profileringsopdracht Nederlands 3.2 oudere kind Studiepunten: 2 BLOK 3.2 Profileringsopdracht Rekenen & Wiskunde 3.2 oudere kind 2 Beroepsopdracht 3.1 & 3.2 oudere kind Praktijk 3.2 oudere kind (2 dagen per week) 5 3 PPO 2 Totaal studiepunten BLOK 3.2 : Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 5

6 HOOFDSTUK 1. Beroepsopdracht 3.1 & 3.2 oudere kind & lessen pedagogiek themalijn SIS omschrijving (deel)tentamens Beroepsopdracht 3.2 OK TS INLEIDING - In de leeftijdsprofilering oudere kind richten we ons specifiek op de soms grote verschillen in ontwikkeling die er zijn tussen de kinderen in je groep. We rekken de bandbreedte op, dat wil zeggen je leert zicht krijgen op en omgaan met grotere verschillen tussen kinderen. Ook de kinderen met een (dreigende) vertraagde ontwikkeling of een ontwikkelingsvoorsprong komen nu expliciet in beeld. Als leerkracht moet je kunnen aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van een kind en het stimuleren en begeleiden bij de volgende stap. Om dat goed te kunnen doen zodat je 'het verschil' maakt voor een kind - moet je zicht hebben op de ontwikkeling van oudere kinderen. Je maakt een brede analyse van de kinderen in je klas op de stageschool en dat is het startpunt voor het verdere denken en handelen gedurende blok 3.1 en 3.2. Colleges zijn gericht op het oudere kind, het school- en zorgplan, het leerlingvolgsysteem inclusief de groepsplannen, observaties en gesprekken leveren input voor deze inventarisatie. Vervolgens richt je je op twee leerlingen met een ontwikkelings- of gedragsprobleem of ontwikkelingsvoorsprong. Door de cyclus van het Handelingsgericht Werken (HGW) te doorlopen voor deze leerlingen leer je welke pedagogische en/of leer- en ontwikkelingsbehoeften (oudere) kinderen hebben en op welke wijze jij jouw pedagogisch en didactisch handelen daarop afstemt. Tegen het einde van blok 2 blik je terug op de complexiteit van 'goed onderwijs voor álle kinderen' en de rol die de leerkracht daarbinnen heeft. Het is mogelijk deze beroepsopdracht extra te verbreden / verdiepen door deze 'op honoursniveau' uit te voeren. Zie voor verder informatie in de studiegids onder het kopje 'Honourstraject' en in de studiewijzer VT 2.2. Leerdoelen blok 3.1 en 3.2 Je kunt aangeven welke fundamentele keuzes op de eigen stageschool zijn gemaakt ten aanzien van het omgaan met verschillen in de bovenbouw en je kan de discrepantie tussen beleid en praktijk benoemen. Je kent de cyclus van het handelingsgericht werken (HGW) toepassen in een handelingsplan in combinatie met opbrengstgericht werken (OGW). Je bent in staat om de kind- en omgevingsfactoren te beschrijven en op basis daarvan de onderwijsbehoeften van een kind te formuleren. Je kunt je onderwijs afstemmen op de meest voorkomende ontwikkelings- en gedragsproblemen, alsmede op ontwikkelingsvoorsprong. Bij de beroepsopdracht wordt ook een door jou zelf geformuleerd leerdoel beoordeeld. Het programma Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten Week 1; Geen beroepsopdrachtbijeenkomst in verband met dubbele lessen pedagogiek themalijn deze week. Jouw activiteiten vooraf Week 2: Geen beroepsopdrachtbijeenkomst in verband met dubbele lessen pedagogiek themalijn deze week. Week 3 Bijeenkomst 1 en 2 : Het individuele handelingsplan afronden; plannen en handelen (week van 3 december) Opdracht: Je neemt je ingevulde geanonimiseerde handelingsplannen mee Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 6

7 In de afgelopen twee weken heb je kunnen leren (in de pedagogieklessen) welke onderwijsbehoeften kinderen kunnen hebben en welke doelen je daarbij kunt stellen. Ook weet je welke activiteiten je kunt ondernemen om de gestelde doelen te behalen. Nu is het tijd om deze informatie te gebruiken om je eigen handelingsplannen te maken. Dat gaan we vandaag doen : je handelingsplannen zijn aan het einde van deze les zover klaar, dat je tijdens de aankomende stageweek gericht aan het werk kunt. (Kopjes waarnemen, risico en protectieve factoren en onderwijsbehoeften en doelen zijn ingevuld) Je levert je zelf geformuleerde criterium voor je eindproduct in bij je docent, ter controle. Uiterlijk 10 december dien je te starten met het uitvoeren van je individuele handelingsplannen. Week 4 Bijeenkomst 3 en 4 : Jouw stageschool langs de meetlat Inmiddels heb je al twee dagen gewerkt met je handelingsplannen. We bespreken de ervaringen. Deze week kijken we ook m.b.v. van een kijkwijzer waar jouw stageschool staat wat betreft Passend Onderwijs. Je bekijkt en beargumenteert wat een volgende stap voor jouw stageschool zou kunnen zijn. De uitkomst van deze bijeenkomst kan onderdeel van je eindproduct zijn. In de stageweek ga je verder met het uitvoeren van je individuele handelingsplannen. Bijeenkomst 5: Werktijd DP2 en eindproduct Je werkt in deze bijeenkomst aan de afronding van de beroepsopdracht. Afhankelijk van de wensen in de groep is het vrije of begeleide werktijd. Inschrijven voor de keuzelessen van volgende week Opdracht: Als je voorbeelden hebt van de uitvoering van je handelingsplan dan mag je dit meenemen ter inspiratie. Denk aan materialen of foto s van materialen of aanpassingen. Neem materiaal en laptop mee naar de bijeenkomst. Bijeenkomst 6: Keuzeles Je maakt een keuze voor een les Beroepsopdracht; eigen criterium toelichten en eventueel al aftekenen PPO waaronder werken aan je documenten voor het LIO bekwaamheidsgesprek Pedagogiek/beroepsopdracht; werken aan het handelingsplan Oefenen LIO bekwaamheidsgesprek Behalve de begeleiding die je ontvangt van je kerndocent volg je drie practica in het kader van deze beroepsopdracht. Dit zijn specifieke trainingen die je essentiële vaardigheden aanleren, die jou niet alleen ondersteunen bij het uitvoeren van de beroepsopdracht, maar ook van wezenlijk belang zijn in de praktijk van het basisonderwijs. Bijeenkomsten Practicum (door de kerndocent) Practicum 1: Didactische verdieping : opbrengstgericht werken en het ontwikkelingsperspectief Een aantal kinderen gaat het eindniveau van de basisschool niet halen. Het is van belang af te spreken wat het minimale eindniveau voor deze kinderen dan wel is. We spreken dan van ontwikkelingsperspectief. In dit practicum gaan we bekijken welke gegevens we kunnen vinden in het ontwikkelingsperspectief plan, en gaan we aan de hand van een casus oefenen met het formuleren het verwachte uitstroomniveau. Opdracht: Vraag op je stageschool of je een plan voor een kind met een ontwikkelingsperspectief mag lezen. Vraag of je het (anoniem) mee mag nemen naar de bijeenkomst Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 7

8 Practicum 2: Communicatie met ouders, het adviesgesprek In dit laatste gesprek kijken we naar een gefilmd authentiek adviesgesprek. Het gesprek vindt plaats in mei nadat de uitslag van de Eindcito toets is binnengekomen. Naar aanleiding van het college bij de themalijn over adviesgesprekken en het observatie-instrument Adviesgesprek moet je zelf kunnen toelichten wat je vindt van het gesprek dat je gaat bekijken. Practicum 3: pedagogisch klimaat In de samenleving bestaan er uitgesproken ideeën over hoe mensen zich behoren te gedragen. Les 3 van de themalijn wordt de morele ontwikkeling behandeld. In dit practicum leer je hoe je het moreel redeneren van kinderen kunt stimuleren, onder andere door het schrijven van een moreel dilemma. Naast deze practica volg je ook lessen pedagogiek themalijn die nauw verbonden zijn aan de beroepsopdracht. Tijdens deze lessen werk je ook aan de doelstellingen van de beroepsopdracht (zoals: Je kunt je onderwijs afstemmen op de meest voorkomende ontwikkelings- en gedragsproblemen, alsmede op ontwikkelingsvoorsprong). De kennis uit deze lessen pedagogiek themalijn over kinderen met speciale behoeften pas je toe in de handelingsplannen van je beroepsopdracht. Deze kennis komt zowel uit de literatuur, als van de docent en vanuit de interactie met medestudenten. Om die reden mag je de lessen pedagogiek themalijn niet missen. Realiseer je dat er in de beroepsopdracht algemene vragen gesteld kunnen worden over kinderen met verschillende ontwikkelingsproblemen. Als je alle lessen pedagogiek themalijn hebt gevolgd dan zullen deze vragen geen probleem voor je zijn. De lessen worden gegeven door de vakdocent pedagogiek. Informatie over de lessenreeks is te vinden op MijnHva onder pedagogiek/themalijn 3.2 OK. Bijeenkomsten pedagogiek / themalijn (door de vakdocent) Les 1: Kinderen met ontwikkelingsproblemen ; het drukke kind. De afgelopen twee jaar heb je leren omgaan met vooral didactische verschillen tussen kinderen. Je hebt vast al ervaren dat kinderen ook op andere manieren sterk van elkaar kunnen verschillen. Je leert kenmerken van het drukke kind kennen en de mogelijke onderwijsbehoeften. Het kind mag zijn wie hij is en jij als leerkracht kunt je zó aanpassen dat elk kind in jouw groep zich veilig voelt, wil en kan leren. Wat betekent het als je een kind in de klas hebt met specifieke behoeften, zoals een druk kind? Les 2: Kinderen met ontwikkelingsproblemen ; het faalangstige kind. Angst om te falen komt zeer vaak voor, ook in jouw klas! Hoe herken je dit? Hoe ga je ermee om? Je leert kenmerken van het kind met een faalangst kennen en de mogelijke onderwijsbehoeften. Jouw activiteiten vooraf Hendriksen, J. (2012) Het verhaal van het onbegrepen kind. Hoofdstuk 1. n/faalangst Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 8

9 Les 3: Omgaan met meer- en hoogbegaafde kinderen. Het kind bij wie alles gemakkelijk lijkt te gaan, heeft een uitdagende leeromgeving nodig zowel materieel als immaterieel. Wat betekent het voor jou als leerkracht om de ontwikkeling van dit type kinderen te kunnen stimuleren? We wisselen materiaal en ideeën uit voor meer- en hoogbegaafden kinderen. Aan het eind van deze bijeenkomst ben je in staat de leeromgeving voor meer en hoogbegaafden beter te ontwerpen. Hendriksen, J. (2012) Het verhaal van het onbegrepen kind. Thieme Meulenhoff, Amersfoort. Hoofdstuk 3. les 4: Kinderen met ontwikkelingsproblemen; het kind met een contactprobleem. Sommige kinderen in je klas hebben wellicht moeite met contact maken en communiceren. Misschien hebben zij ook moeite met het begrijpen van de context. Natuurlijk zijn niet al deze kinderen gelijk en is het niet mogelijk om 1 manier van lesgeven te noemen die voor alle kinderen fijn is. In dit college gaan we op zoek naar de mogelijke onderwijsbehoeften en bijbehorende mogelijke aanpak. Tijdens het werkcollege richten we ons eerst op de fase begrijpen en wegen en oefen je met het formuleren van onderwijsbehoeften van een kind met kenmerken binnen het autistisch spectrum. Wat kunnen we doen om tegemoet te komen aan deze behoeften? Hendriksen, J. (2012) Het verhaal van het onbegrepen kind. Hoofdstuk 2. 6 en 13 december; geen HC maar dubbele lessen beroepsopdracht zodat je de informatie kunt verwerken in je eigen handelingsplannen. STAGEWEEK KERSTVAKANTIE Les 5: Kinderen met ontwikkelingsproblemen: Als leren niet zo makkelijk gaat. In elke klas zitten kinderen die minder gemakkelijk leren, die meer herhaling nodig hebben en ook kinderen waarvan we weten dat die het niveau van groep 8 niet zullen kunnen halen. Herkennen van dit type kinderen en vooral weten welke effectieve interventies mogelijk zijn vormen de kern van deze les. In deze les krijg je beter zicht op de kenmerken en de onderwijsbehoeften van het langzaam lerende kind. Hendriksen, J. (2012) Het verhaal van het onbegrepen kind. Hoofdstuk 4. Les 6: Keuzeles Je maakt een keuze voor een les Beroepsopdracht; eigen criterium toelichten en eventueel al aftekenen PPO waaronder werken aan je documenten voor het LIO bekwaamheidsgesprek Pedagogiek/beroepsopdracht; werken aan het handelingsplan Oefenen LIO bekwaamheidsgesprek Beschrijving van de beroepsopdracht Deelproduct 1: Visie en werkwijze van jouw school met betrekking tot het omgaan met verschillen In het eerste deel van de beroepsopdracht richt je je op de onderwijskundige en pedagogische visie van de school, met name toegespitst op omgaan met verschillen. Vervolgens onderzoek je hoe deze visie geconcretiseerd wordt in de dagelijkse onderwijspraktijk van jouw (bovenbouw)groep en van jouw school Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 9

10 Deze opdracht is erop gericht om de volgende onderzoeksvaardigheden verder te ontwikkelen: observeren, interviewen, documenten analyseren. Dit betekent dat je op basis van bronnen (bv. schoolplan, zorgplan, LVS) die in school aanwezig zijn data verzamelt, selecteert en analyseert. De nadruk bij dit deelproduct van de beroepsopdracht ligt op het verwerven van genoemde onderzoeksvaardigheden, en minder bij op zelfstandig formuleren van hoofd- en deelvragen. Je verwerkt de resultaten van je onderzoek in onderzoeksposter 1. Let erop dat de naam van de school en de betrokken medewerkers anoniem worden beschreven. De hoofdvraag van deelproduct 1 is: Op welke wijze wordt de visie van jouw stageschool op omgaan met verschillen tussen kinderen concreet zichtbaar in de dagelijkse onderwijspraktijk van jouw school en jouw klas? Er zijn vier deelvragen waar je onderzoek zich op richt. 1. Welke manieren van omgaan met verschillen zijn er op jouw stageschool? 2. Welke pedagogische visie op omgaan met verschillen wordt er op jouw stageschool beschreven en uitgedragen? 3. Welke didactische visie op omgaan met verschillen wordt er op jouw stageschool beschreven en uitgedragen? Je kiest zelf de vierde deelvraag, je mag daarbij ook onze suggesties gebruiken: Welke verschillende taken en rollen zijn er op school, specifiek gericht op omgaan met verschillen? Hoe draagt deze taakverdeling bij aan het omgaan met verschillen? Op welke manier gebruikt de school verschillende toetsresultaten en voortgangregistraties over de sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling van de leerlingen? Welke middelen zet de stageschool in om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen? Je maakt een poster waarop je de bovenstaande deelaspecten kernachtig en op hoofdlijnen weergeeft, zodat de lezer / kijker een beeld krijgt van de wijze waarop op jouw school gedacht wordt over en gewerkt wordt aan omgaan met verschillen tussen kinderen. Op onderzoeksposter 1 (deelproduct 1) besteed je in ieder geval aandacht aan de volgende aspecten: - Hoofdvraag - Resultaten van je onderzoek waarmee je antwoord geeft op de deelvragen. - Weergave en verantwoording van je onderzoeksinstrumenten, o.a. welke interviewvragen heb je gesteld, welke documenten heb je onderzocht, welke observatiemethoden heb je gebruikt (je observeert zowel open als gericht met een instrument) (= triangulatie). Waarom zijn deze drie methoden van onderzoek gebruikt? - De discrepantie tussen beleid en praktijk. - Conclusie: formuleer een antwoord op de hoofdvraag. - Literatuuropgave (volgens APA) Deelproduct 2: Een individueel handelingsplan opstellen Voor deelproduct 2 kies je twee kinderen uit jouw groep die specifieke pedagogische onderwijsbehoeften hebben. Je maakt een individueel pedagogisch handelingsplan en je doorloopt hierbij het zesfasenmodel op leerlingniveau, zoals dat in de colleges en in de literatuur is behandeld Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 10

11 Op de poster deelproduct 2 geef je de schematische de volgende onderdelen weer De fasen van de cylus, met per fasen in elk geval een uitleg van de fase en de benodigde leerkrachtvaardigheden Theoretische onderbouwing met literatuur Eigen criterium Als bijlagen de informatie behorende bij de fase waarnemen (observaties, gesprek met het kind, LVS gegevens etc.) Als bijlage het complete handelingsplan Eindproduct: Verantwoording, terugblik en vooruitblik Deelproduct 1 en 2 zijn onderdeel van en zijn de basis voor het eindproduct. Het eindproduct omvat twee deelposters die qua vormgeving recht doen aan de inhoud door middel van structuur en visualisatie. Je formuleert conclusies en aanbevelingen voor jezelf en jouw school. Je toont dit eindproduct tijdens het mondelinge toetsmoment. Toetsing De toetsing vindt plaats aan de hand van een eindproduct (posters). De deelproducten 1 en 2 zijn samen het eindproduct. Theoretische kennis voor deze opdracht doe je mede op tijdens de lessenserie Pedagogiek themalijn 3.2. Let op: deze beroepsopdracht lever je als geheel aan het eind van blok 3.2 in! Deelproduct 1 kán al eerder worden nagekeken, namelijk na blok 3.1. Indien dit deelproduct 1 dan als voldoende wordt beoordeeld kan dit deel al worden afgetekend voor het eindproduct. Natuurlijk mag het deelproduct 1 nog (meer) worden aangevuld voor de eindbeoordeling In het toetsrooster van 3.2 zal een moment worden aangegeven waarop iedereen de poster tegelijk inlevert. Vervolgens wordt er een rooster gemaakt zodat je op een ander moment in de toetsweek je poster kunt komen toelichten en vragen kunt beantwoorden over de poster. Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria zijn uitgewerkt in een beoordelingsformulier. De beoordelingscriteria sluiten aan op de leerdoelen van dit studieonderdeel. Let op: Alle voldoende beoordeelde producten worden altijd opgenomen in het portfolio. Maak dus een foto van je voldoende poster en voeg het beoordelingsformulier toe. Houd je portfolio dus zorgvuldig bij! Literatuur Donk, van der, C., & Lanen, van, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Hendriksen, J. (2012) Het verhaal van het onbegrepen kind. ThiemeMeulenhoff. Kallenberg, T., Koster, B., Onstenk, J., & Scheepsma, W. (2011). Ontwikkeling door onderzoek, een handreiking voor leraren. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Muynck, B. de, Both, D., & Visser-Vogel, E. (2013) Opbrengstgericht leren, meer dan presteren. Een integrale aanpak van OGW en HGW. Bussum: Coutinho. Collegestof & artikelen die via MijnHVA beschikbaar worden gesteld Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 11

12 HOOFDSTUK 2. Kennis en vaardigheden - de vakcolleges 3.1 Oudere kind 2.1 Titel: Nederlands Profilering Oudere Kind VT 3.2 (profileringsopdracht) SIS omschrijving (deel)tentamens PO Nederlands 3.2 OK OP INLEIDING - In de grootstedelijke context van het Amsterdamse basisonderwijs zien we kinderen met verschillende (taal)niveaus, met verschillende interesses en culturele achtergronden. In de midden- en bovenbouw wordt, met de intrede van de zaakvakken, het belang van een goede taalvaardigheid voor leerlingen alleen maar groter. Het is als bovenbouwleerkracht de kunst op creatieve en didactisch verantwoorde wijze het lesmateriaal naar je hand te zetten: hoe kan jij ervoor zorgen dat je in álle vakgebieden de taalvaardigheid van leerlingen optimaal kan stimuleren? En welke rol invloed heeft jouw communicatie richting de leerlingen op het stimuleren van hun taalvaardigheid? Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt benoemen welk belang context, interactie en taalsteun hebben in (taal)lessen voor het oudere kind en je bent in staat om deze criteria op juiste wijze op te nemen in door jou ontwikkelde lessen. Je kunt benoemen welke voorwaarden gelden voor een goed taalaanbod en je kunt een analyse maken van je eigen taalgebruik richting leerlingen. Je kunt benoemen op welke wijze de zaakvakken een bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van de taalvaardigheid van leerlingen in de midden- en bovenbouw. Je kunt een leergesprek met een groep kinderen voeren, vervolgens transcriberen en met behulp van het model van Verhallen-Walst een analyse maken van jouw taalgedrag. Je kunt logopedische problemen bij kinderen in de bovenbouw herkennen en benoemen en weet waar je als leerkracht meer informatie en screeningtesten kunt vinden over dit onderwerp. Je kunt aangeven hoe een leerkracht moet handelen om oudere kinderen met logopedische problemen in de klas te ondersteunen en wanneer en hoe je hulp van een logopedist kan verkrijgen. Het programma Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten 1. Introductie/ processen bij mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid In deze les leggen we eerst uit waar we het de komende weken met elkaar over gaan hebben en wordt de vakopdracht uitgelegd. Vervolgens behandelen we de verschillende aspecten die bij mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid een belangrijke rol spelen. 2. Context, interactie en taalsteun In deze les worden deze drie didactische pijlers voor rijk taalonderwijs toegelicht en ervaar je zelf hoe zij een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de lesdoelen bij mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid. 3. De taal van de leraar Veel taal van leerkrachten gaat over de hoofden van kinderen heen. Tegelijkertijd kun je als leerkracht met passend taalgebruik de taalvaardigheid van de leerlingen juist vergroten. Aan welke criteria moet dit taalgebruik van de leerkracht voldoen en hoe staat het eigenlijk met jouw eigen taalaanbod? Jouw activiteiten vooraf Voorbereiding: Bestudeer de studiewijzer. Voorbereiding: Lees het artikel De lat hoog voor vakonderwijs. Voorbereiding: Geen Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 12

13 4. Begrijpend lezen en woordenschat in zaakvakken Het mattheuseffect is een bekend en gevreesd verschijnsel bij taalzwakke leerlingen. Hoe kun je zaakvakken op zo n manier inzetten, dat zij juist bijdragen aan het vergroten van de taalvaardigheid van leerlingen? 5. Spelling Naast de spellingmethode kun je ook schrijfproducten van leerlingen gebruiken om bepaalde spellingcategorieën te behandelen. We zetten een werkvorm in die je in de stageklas ook goed kunt inzetten. 6. Signaleren logopedische problemen bij het oudere kind In deze les gaan we in op het herkennen van logopedische problemen bij het oudere kind in de bovenbouw. Daarnaast krijg je handreikingen voor het maken van handelingsplannen voor oudere kinderen met logopedische problemen in de bovenbouw. 7. Logopedie (2) In deze les gaan we aan de slag met casussen uit de stage. Daarnaast worden in deze les voorbeelden en behandelmateriaal getoond. Voorbereiding: Lees het artikel Begrijpend lezen voorbij de methode. Voorbereiding: Geen. Aan te bevelen voorbereiding: Bestudering van de DVD Signaleraar, te vinden in de mediatheek. Aan te bevelen voorbereiding: Bestudering van de DVD Signaleraar, te vinden in de mediatheek. Toetsing Schriftelijke opdracht. Het werk wordt beoordeeld met behulp van een beoordelingsformulier dat is opgenomen in de studiewijzer. Het werk wordt als voldoende beoordeeld wanneer totaal 55% van de punten zijn behaald. De vakopdracht differentieert naar hogere cijfers op basis van de mate waarin de prestaties op de verschillende criteria als goed worden beoordeeld. Beschrijving van de vakopdracht Je ontwikkelt twee taallessen waarin context, interactie en taalsteun in grote mate bijdragen aan het behalen van de lesdoelen en het vergroten van de taalvaardigheid van leerlingen. De eerste les staat in het teken van stellen. De tweede les staat in het teken van begrijpend lezen en woordenschat. Je gebruikt hiervoor een actuele tekst die aansluit bij een van de zaakvakken. Voor deze ontworpen lessen schrijf je een taaldidactische verantwoording. Daarnaast analyseer je jouw eigen taalgebruik richting de leerlingen m.b.v. het model van Verhallen en Walst. De transcriptie van dit gesprek neem je op als bijlage. Literatuur / toetsstof Buhrs, H. (JSW, nr. 9, 2018, jaargang 102). Begrijpend lezen voorbij de methode. Forrer, M. en Mortel, K. van de. (2010). Lezen, denken, begrijpen. Amersfoort: CPS. Hajer, M. (Vonk, nr. 1, 2008, 38e jaargang). De lat hoog voor taalgericht vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek. Paus, H. (Red.) (2017). Portaal, praktische taaldidactiek voor het primair onderwijs. Bussum: Coutinho Verhallen, M. en Nulft, van den M. (2009). Met woorden in de weer. Praktijkboek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 13

14 2.2 Titel: Rekenen en Wiskunde: Profilering Oudere Kind VT 3.2 (Profileringsopdracht) SIS omschrijving (deel)tentamens PO Rek / Wisk 3.2 OK PO INLEIDING - Als leerkracht basisonderwijs is het je taak zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen, ook bij rekenlessen in de bovenbouw. Het is belangrijk dat jij als leerkracht 'maatwerk' kunt leveren in de rekenlessen. Om goed maatwerk te kunnen bieden moet je als leerkracht een goed niveau van gecijferdheid hebben, gecombineerd met vaardigheden om handelingsgericht te werken. In dit studieonderdeel draait het om het leveren van maatwerk in rekenen-wiskunde in de context van opbrengstgericht onderwijs. Maatwerk in relatie tot de groep als geheel of met betrekking tot één of meer 'opvallende' leerlingen op het gebied van rekenen-wiskunde, stelt hoge eisen aan de voorbereiding, uitvoering, evaluatie van het onderwijs. De vakopdracht houdt het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een diagnostisch onderzoek in naar de knelpunten die een 'opvallende' leerling (zwakkere of juiste sterkere rekenaar) ondervindt bij het zich eigen maken van een deelgebied van een van de rekendomeinen van rekenen-wiskunde. Je krijgt naar aanleiding van de te bestuderen literatuur en colleges de beschikking over verschillende instrumenten zoals het drieslagmodel, het handelingsmodel en de cyclus van het handelingsgericht werken om oplossingsprocessen fasegewijs en systematisch te beschrijven, te analyseren en te bewerken. Je evalueert en reflecteert op de leerprocessen en je eigen vraaggedrag in het licht van de ontwikkeling van je professionele gecijferdheid. In het kader van de profileringsopdracht rekenen-wiskunde, breid je kennis, vaardigheden en attitude uit door: het uitvoeren van een casestudie waarin het signaleren, diagnosticeren en remediëren van een opvallende leerling centraal staat. Het resultaat van deze praktijkactiviteit is een product (een diagnostisch onderzoek met daaruit volgend handelingsplan) met een wiskundige en vakdidactische verantwoording op grond van de literatuur en de inhoud van de bijeenkomsten. Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks? Je herkent de kerninzichten en de didactiek van rekenen-wiskunde en kunt deze benoemen en toepassen in de praktijkopdracht. Je kunt leerprocessen fasegewijs beschrijven, interpreteren en analyseren met behulp van de cyclus van handelingsgericht werken. Je signaleert rekenmoeilijkheden door het analyseren en interpreteren van getalsmatige en statistische gegevens van beschikbare toetsen, het voeren van een gesprek en observaties (fase 1 HGW). Je kunt een diagnostisch gesprek voorbereiden, uitvoeren en analyseren waarbij de verantwoording van de diagnostische onderzoeksvraag is gebaseerd op analyse van beschikbare data en kennis van de leerlijnen en kerndoelen. De analyses zijn mede gericht op het mathematiseren (fase 2 HGW) waarbij je gebruik maakt van het drieslag- en handelingsmodel. Je kunt beschrijvingen, analyses en interpretaties aantoonbaar baseren en onderbouwen op basis van transcripties van video- of audioregistraties (fase 2 HGW). Je kunt op basis van de verzamelde gegevens conclusies formuleren met betrekking tot toekomstig didactisch handelen, zodanig dat deze inpasbaar zijn in een handelingsplan (fase 3 HGW). Je kunt je eigen leerprocessen en eigen vraaggedrag evalueren en daarop reflecteren in het licht van de ontwikkeling van je professionele gecijferdheid Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 14

15 Je kunt op heldere wijze verslag uitbrengen van je bevindingen. Het programma Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten 1. Opbrengstgericht werken De cyclus van opbrengstgericht werken vraagt verschillende stappen en beslissingen. In de klas staat daarbij het handelingsgericht werken centraal. De verschillende fases van het handelingsgericht werken worden doorgenomen en de opdracht wordt uitgelegd. 2. Informatie verzamelen (fase 1 HGW) Informatie uit het Leerlingvolgsysteem en methode-gebonden toetsen helpen bij het signaleren. Maar je kunt ook zelf veel aanvullende informatie vergaren door observaties en gesprekjes met kinderen te voeren. Jouw activiteiten vooraf Je bestudeert: Oonk et al. (2013). Verschillen in de klas. p Je bestudeert: Oonk et al. (2013). Verschillen in de klas. p Oonk et al. (2015). Kerninzichten. 3. Begrijpen (fase 2 HGW) Hoe voer je een diagnostisch gesprek? Waar moet je op letten? Welke vraagtechnieken zijn er? Wat levert zo n gesprekje op? En: hoe bereid je dat voor? Hoe bereid je het tweede diagnostische gesprek voor? Welke keuzes maak je en waarom? Hoe koppel je de conclusies uit de diagnostische gesprekken aan kerninzichten en leerlijnen rekenen? Je bestudeert: Oonk et al. (2013). Verschillen in de klas. p Handelen (fase 3 HGW) Hoe formuleer je handelingssuggesties op basis van de uitkomsten uit de diagnostische gesprekken? Hoe pas je de suggesties in een handelingsplan in? Je bestudeert: Oonk et al. (2013). Verschillen in de klas. p Oonk et al. (2015). Kerninzichten. 5. ERWD protocol In het Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie (ERWD) wordt beschreven wat het onderwijs kan doen aan het signaleren en begeleiden van leerlingen met ernstige rekenwiskundeproblemen en hoe er uiteindelijk geconstateerd kan worden of er sprake is van dyscalculie. In welke fase van de onderwijsbehoefte zoals beschreven in het ERWD bevindt de leerling zich die centraal staat in jouw onderzoek? Je bestudeert: Oonk et al. (2013). Verschillen in de klas.. p Samenvatting ERWD protocol: 6. Responsie college In dit afsluitend college wordt de gelegenheid geboden om in groepsverband elkaars werk te evalueren en vragen te stellen. Toetsing Het schriftelijk verslag wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) als alle vastgestelde criteria als voldoende zijn beoordeeld. Differentiatie naar hogere cijfers vindt plaats op basis van de mate waarin de prestaties op de verschillende criteria als goed worden beoordeeld. Tentamen (schriftelijk werk, opdracht). De eerste kans vindt plaats in de toetsweek van blok Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 15

16 Literatuur / toetsstof Oonk W., Keijzer, R., Lit, S. & Barth, F. (2013). Rekenen-wiskunde in de praktijk: Verschillen in de klas. Groningen: Noordhoff. Oonk, W., Keijzer, R., Lit, S, den Engelsen, J. Lek, A. Waveren Hogervorst, C. & Barth, F. (2015). Rekenenwiskunde in de praktijk: Kerninzichten. Groningen: Noordhoff. De inhoud van de powerpoints van de bijeenkomsten. De opdracht Een casestudy. De vakopdracht houdt het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een diagnostisch onderzoek in naar de knelpunten die een opvallende leerling (zwakkere of juist sterkere rekenaar) ondervindt bij het zich eigen maken van een deelgebied van een van de rekendomeinen van rekenen-wiskunde. Voer een casestudy uit bij een opvallende leerling waarbij de fasen signaleren ( voorbereiden HGW fase 1) en diagnosticeren ( begrijpen HGW fase 2) en indien mogelijk - remediëren ( uitvoeren HGW fase 3) aan de orde komen. Formuleer op basis van de verzamelde informatie in fase één ( signaleren ) een diagnostische onderzoeksvraag die je in fase twee ( begrijpen ) gaat onderzoeken. Voer in fase twee van begrijpen tenminste twee diagnostische gesprekken van 20 minuten uit, die je protocolleert/transcribeert, bewerkt en verwerkt in een verslag. Voor beide diagnostische gesprekken formuleer je een diagnostische onderzoeksvraag op basis van de verzamelde informatie in fase één, de kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen rekenen. Formuleer in fase drie handelingssuggesties die inpasbaar zijn in een handelingsplan en voer deze indien mogelijk ook uit (fase drie handelen ). Sluit het geheel af met reflectie op je eigen didactisch handelen tijdens het doorlopen van de fases HGW en de mate waarin je daarbij maatwerk leverde. Werkwijze 1. Kies in overleg en afstemming met je mentor een leerling en analyseer welk knelpunt je gaat onderzoeken. Maak gebruik van beschikbare data in het LVS, methodetoetsen, observaties en rekengesprekjes (fase 1 HGW signaleren). Sluit deze fase af met het formuleren van een diagnostische onderzoeksvraag, die je verantwoordt op basis van de geanalyseerde data, de kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen realistisch rekenen. 2. Voer twee diagnostische gesprekken uit (fase 2 HGW) en leg deze vast (op video-of auditief). Verantwoord voor beide gesprekken de keuze van je diagnostische onderzoeksvraag, de keuze voor de te bespreken kernopgaven rekenen en vraagstelling op basis van de geanalyseerde data (uit fase 1 HGW), de kerninzichten en leerlijnen realistisch rekenen. 3. Kies twee episoden uit (van elk 20 minuten) protocolleer/transcribeer, analyseer en verwerk deze (fase 2 HGW). Maak bij de analyses gebruik van het handelings- en drieslagmodel. Formuleer de onderwijsbehoefte van de leerling. Richt je behalve op de inhoud (kerninzichten), didactiek (o.a. leerlijnen) en knelpunten in het leerproces, ook op het aandeel van je eigen handelen (met name je vraaggedrag en in welke mate dat volgens jou passend is). Dit aandeel eigen handelen verwerk je in een aparte paragraaf. 4. Formuleer op basis van de uitkomsten uit fase één en twee van het HGW handelingssuggesties die inpasbaar zijn in een handelingsplan. Voer ze indien mogelijk uit en evalueer het leerlingresultaat en je eigen handelen (fase 3 HGW handelen ). 5. Richt je alle gevallen op de criteria van het beoordelingsformulier Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 16

17 Vakopdracht Eisen algemeen: 1. het verslag ziet er verzorgd uit; 2. het verslag kent geen spel- of stijlfouten; 3. de pagina s zijn genummerd; de nummering begint bij de inhoudsopgave; 4. het gebruikte lettertype is (Arial) 11; 5. ieder onderdeel begint op een nieuwe bladzijde; 6. de omvang van het verslag is maximaal 10 A ieder (video- of audio)fragment duurt niet langer dan twintig minuten; 8. de protocolverslagen voeg je als bijlagen aan je verslag toe. EISEN SPECIFIEK - Het verslag bevat de volgende onderdelen: Voorblad - naam van de student; - de klas; - het studentnummer; - de naam van de vakopdracht; - de inleverdatum. Inhoudsopgave Voorwoord Fase 1 HGW Info verzamelen ( signaleren ) Fase 2 HGW ( begrijpen ) Alleen de beginpagina s van de diverse onderdelen vermelden. Hier vertel je hoe je te werk bent gegaan; geef de naam en het adres van de stageschool, de stagegroep en het aantal kinderen. Je kunt hier ook een bedankwoord uitspreken. Verzamel en analyseer informatie over de leerling inzake het rekenprobleem. De informatie moet data bevatten uit het LVS systeem, een foutenanalyse van de methodetoetsen, observaties, een rekengesprekje met de leerling en een gesprek met de leerkracht. Koppel in je conclusie van de fase één de geanalyseerde informatie aan de realistisch rekentheorie (kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen rekenen). Sluit fase één af met het formuleren van een diagnostische onderzoeksvraag. Voer twee diagnostische gesprekken uit en leg deze vast (op video-of auditief). Voor beide gesprekken formuleer je wat je wilt onderzoeken (onderzoeksvraag) en waarom. Verantwoord voor beide gesprekken de keuze van je diagnostische onderzoeksvraag, de keuze voor de te bespreken kernopgaven rekenen en vraagstelling op basis van de geanalyseerde data (uit fase 1 HGW), de kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen realistisch rekenen. Protocoleer twee diagnostische gesprekken (van elk 20 minuten), analyseer en verwerk deze. Maak daarbij gebruik van het handelings- en drieslagmodel. Richt je behalve op de inhoud (wat is het rekenprobleem, welke kerninzichten beheerst het kind wel en niet, op welk niveau opereert het kind, wat zijn knelpunten in het leerproces) ook op het aandeel van je eigen handelen (met name je vraaggedrag en in welke mate dat volgens jou passend is). Deze analyse van het eigen handelen verwerk je in een aparte paragraaf Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 17

18 Analyse Video-of audiofragmenten Fase 3 HGW ( handelen ) Evaluatie/ reflectie Nawoord Bronnenlijst Zorg dat alle geprotocolleerde observaties genummerd zijn en verwijzen naar de audio- of videofragmenten. Onderbouw je conclusies met verwijzingen naar de protocollen (regelnummer in de transcripties). Voor de lezer moet het glashelder zijn op basis van welke observaties je tot welke conclusies bent gekomen. Formuleer de onderwijsbehoefte van de leerling. Vergeet niet je eigen handelen (o.a. je vraaggedrag) tot voorwerp van een kritische analyse te maken. Dit verwerk je in een aparte paragraaf. Deze zijn desgewenst opvraagbaar. Formuleer op basis van de uitkomsten uit fasen één en twee handelingssuggesties die inpasbaar zijn in een handelingsplan. Voer ze indien mogelijk uit en evalueer het leerlingresultaat en je eigen handelen. Het verslag wordt afgesloten met een overall-evaluatie van en reflectie op de persoonlijke leeropbrengsten van deze opdracht met betrekking tot vakinhoudelijke aspecten, vakdidactische aspecten van de theorie van realistisch rekenen en de gebruikte diagnostische interviewtechnieken (het eigen vraaggedrag). Blik terug op het uitvoeren van de diagnostische casestudie en het schrijven van het verslag. Wat heb je geleerd en aan welke competenties kun je dat relateren? De bronnenlijst is opgesteld volgens de APA-normen (zie RichtlijnenAPA.pdf) Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 18

19 2.3 Titel: Gezond en Redzaam gedrag VT. 3.2 Verdieping SIS omschrijving (deel)tentamens INLEIDING Als leerkracht kun je te maken krijgen met heftige gebeurtenissen in het leven van een leerling. Een kind dat steeds met blauwe plekken op school komt, een ouder die verslaafd is en niet goed voor zijn kind kan zorgen, of een moeder die kanker heeft en komt te overlijden. Om professioneel te kunnen handelen in het geval er sprake is van verwaarlozing, mishandeling, echtscheiding of overlijden van een dierbare heb je kennis en vaardigheden nodig. In deze module, die bestaat uit klassikale bijeenkomsten en bijbehorende E-learning lessen wordt je geleerd hoe je kindermishandeling en verwaarlozing kunt signaleren, hoe je moet handelen en hoe de Meldcode Huiselijk geweld & kindermishandeling werkt. Van te voren lees je steeds eerst de betreffende hoofdstukken in de digitale leeromgeving. Het is belangrijk alle hoofdstukken goed door te lezen, omdat de colleges daarop voortbouwen. Na afloop van de module, indien je alle hoofdstukken hebt gelezen en beide bijeenkomsten hebt bijgewoond, ontvang je een certificaat Werken met de Meldcode. Daarnaast omvat deze reeks een bijeenkomst over wat je kunt doen als een kind te maken krijgt met een rouwproces. Dit kan het overlijden zijn van een dierbare, maar ook echtscheiding valt hieronder. Beide onderdelen zijn van belang om je op je verantwoordelijkheid bij dergelijke moeilijke, complexe gebeurtenissen voor te bereiden, zodat je een belangrijk verschil kunt maken voor deze kinderen. Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks? Je weet wat je moet doen bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling. Je weet welke taken en verantwoordelijkheden je hebt in de beroepspraktijk bij het werken met de Wet Meldcode. Je kent de vijf stappen van de Meldcode. Je weet hoe je de dood en rouwervaringen bespreekbaar kunt maken in de klas. Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Dit programma is opgebouwd volgens de principes van blended leren, dat wil zeggen: een deel volg je thuis, via de online E-learning lessen en een deel volg je op de Pabo. Inhoud Bijeenkomst 1 Kindermishandeling en verwaarlozing Wat is kindermishandeling? En wat is het verschil met verwaarlozing? Welke vormen van verwaarlozing zijn er? In deze bijeenkomst gaan we in op de kenmerken en vormen van kindermishandeling en verwaarlozing. Daarna bespreken we aan de hand van filmfragmenten de impact en gevolgen van kindermishandeling. Bijeenkomst 2 Werken met de meldcode Hoe kun je signalen van kindermishandeling en verwaarlozing herkennen in de praktijk? En wat doe je vervolgens met deze signalen, hoe kun je professioneel handelen? Welke stappen kent de Meldcode? Aan de hand van casuïstiek en filmfragmenten leer je hoe je kunt werken met Gedragssignalen en met de Meldcode. Bijeenkomst 3 Rouwverwerking (overlijden en echtscheiding) Als leerkracht kom je een keer in aanraking met verlieservaringen van kinderen. Het kan gaan om een overlijden van opa, ouder, kind of huisdier. In deze bijeenkomst gaan we eerst in op de ontwikkelingsleeftijd van kinderen in combinatie met hun besef van de dood. Vervolgens bespreken we de diverse rouwtaken en hoe je de dood en rouwervaringen bespreekbaar kunt maken in de klas. Voorbereiding Je bestudeert: E-learning Leren signaleren hoofdstuk 1 en 2 Je bestudeert: E-learning Leren signaleren hoofdstuk 2 en 3 De meldcode voor het basisonderwijs van het Landelijk Steunpunt ZAT: (meldcode%20hg%20en%20km%20-%20po).pdf De meldcode van je eigen stageschool en neem deze uitgeprint mee. Je bestudeert: Het artikel Hoe word je dood, meester? Beschikbaar via : Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 19

20 2.4 Titel: Bewegingsonderwijs oudere kind SIS omschrijving (deel)tentamens N.v.t. INLEIDING Als specialist oudere kind ben je niet bevoegd om gymlessen te verzorgen. Maar je hebt wel een functie als doorverwijzer, observant en contactpersoon voor kind en ouders. Daarnaast komen in deze module onderwerpen aan bod als dyspraxie, EHBO, dikke kinderen en gezondheid en bewegingscultuur om jullie rugzakje vol bewegingskennis te vergroten. Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks? Je kent de veranderingen in de motorische en fysieke ontwikkeling van kinderen. Je kent je rol als doorverwijzer en je bent in staat de (on)mogelijkheden te benoemen. Je kunt de invloed van dyspraxie, autisme, ADHD en andere leerstoornissen op de motoriek benoemen. Je kent de vijf regels van eerste hulp bij ongelukken en je kunt ernaar handelen. Je kent een aantal bewegingsenergizers en kunt een aantal activiteiten bewegend leren bedenken. Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten Bewegingscultuur en doorverwijzer We gaan in op de bewegingscultuur in Nederland en je rol als leerkracht als doorverwijzer. Jouw activiteiten vooraf Je bestudeert: De studiewijzer via MijnHVA. Dyspraxie en bewegen We bespreken naast dyspraxie ook de gevolgen van autisme en ADHD voor het bewegen van kinderen. Ook komen BMI en beweegnorm aan bod. We oefenen oudergesprekken. EHBO We besteden aandacht aan een aantal aspecten van EHBO. Daarnaast bespreken we een aantal onderwerpen aan de hand van artikelen. Tevens gaan we in op bewegend leren. Je bestudeert: Artikel MijnHVA. Je bestudeert: Je maakt een keuze uit de artikelen op de MijnHVA. Je neemt van twee gekozen artikelen een samenvatting volgens format (zie MijnHVA) mee. Of je ontwerpt drie energizers of drie activiteiten voor bewegend leren. Toetsing Dit vak wordt niet rechtstreeks getoetst, maar je neemt deel aan de lessen om je verder te bekwamen als specialist oudere kind. Het is een onderdeel van de beroepsopdracht (deelproduct 2) waarbij je ook op motorisch vlak gaat kijken naar de ontwikkeling van een kind(eren). Literatuur Je maakt gebruik van artikelen op MijnHVA Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 20

21 2.5 Titel: Cultuurproject 3.1 en 3.2 VT SIS omschrijving (deel)tentamens INLEIDING In het visiedocument van de Pabo HvA wordt de leerkracht basisonderwijs als een cultuurdrager pur sang gezien om als drager van cultuur waarin hij leeft deze door te geven aan de leerlingen, collega s, ouders en anderen. Als leerkracht en cultuurdrager heb je de maatschappelijke taak om kinderen de cultuur waarin wij leven bij te brengen. Dit noemen we cultuuronderwijs. Een boeiend gebied van kunst-, erfgoed- en media-onderwijs in relatie tot alle andere schoolse vak- en vormingsgebieden. Een ieder is drager van de cultuur waarin hij geboren is en de cultuur waarin hij samen leeft met anderen. Voor de leerkracht geldt dat hij cultuur overdraagt in zijn onderwijs vanuit zijn eigen identiteit en kennis van het leerdomein cultuuronderwijs. Het is daarom belangrijk dat je je bewust bent van jouw eigen beginsituatie ten aanzien van cultuur. Het vormt een basis die moet leiden tot professioneel cultureel zelfbewustzijn. Het Ministerie van OCW en het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) hebben voor de leerkracht basisonderwijs drie basisberoepstaken cultuureducatie geformuleerd: 1. Kunnen inspireren als cultuurdrager en cultuuroverdrager; 2. Het ontwikkelen van een visie op cultuuronderwijs; 3. Het kunnen ontwerpen, uitvoeren en evalueren van cultuuronderwijsactiviteiten. De afgelopen twee jaar heb je al het een en ander aan cultuur ervaren. Ook in jaar drie en de rest van je opleiding aan de pabo wordt tijdens de cultuurprojecten expliciet tijd en aandacht aan cultuuronderwijs besteed. I.v.m. de minor is er voor jaar 3 één cultuurproject. De leerlijn cultuurprojecten: we vinden de culturele ontwikkeling voor een leerkracht basisonderwijs van groot belang. Daarom is er ook sprake van een leerlijn, met daarin de volgende thema s: Jaar 1: cultuur en ik (2x per jaar) Jaar 2: cultuur en het kind (2x per jaar) Jaar 3: cultuur en school (1x per jaar met de mogelijkheid tot verdiepende minor) Jaar 4: cultuurdragerschap (afrondingsmodule met opdracht) Cultuurdossier: Vanaf jaar 1 werk je aan de opbouw van een persoonlijk cultuurdossier dat een basis vormt voor de afrondingsopdracht in jaar 4. Het komende cultuurproject is geroosterd van 12 tot en met 16 november. Maandag en dinsdag (14 en 15 november) zijn reguliere stagedagen. Tijdens de dagen daarna ben je actief en productief bezig met verkenning en beleving van het thema cultuur en school. We bieden je hiertoe een aantal keuzemogelijkheden aan, waarvoor je digitaal dient aan te melden via MijnHvA. Je kiest voor een workshop in combinatie met een excursie naar een culturele instelling. Aan het einde verwerk je je ervaringen in je persoonlijk cultuurdossier. Inhoudelijke informatie, tijden en locaties over cultuurproject 3.1 zijn te vinden op MijnHvA Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 21

22 HOOFDSTUK 3. De praktijk van het basisonderwijs SIS omschrijving (deel)tentamens Praktijk 3.2 OK INLEIDING - In de praktijk voer je activiteiten uit die bijdragen aan de ontwikkeling van je competenties. Deze ontwikkeling wordt gedurende de hele stageperiode gevolgd aan de hand van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) van de Pabo HvA. In blok 3.2 vindt een vervolg plaats van de profilering jonge of oudere kind. Je richt je nu specifiek op het lesgeven aan de gekozen leeftijdsgroep in combinatie met het omgaan met verschillen en passend onderwijs. je bereidt je dit blok voor op de volgende belangrijke stap: zelfstandig voor de groep staan tijdens de LiO-stage. Aan het eind van blok 3.2 moet je laten zien dat je in staat bent om zelfstandig met de mentor als vraagbaak en steun op de achtergrond - voor de stagegroep twee aaneensluitende dagen onderwijs voor te bereiden, uit te voeren en te evalueren. Stagedoelen blok 3.2 Je verzorgt gedurende ten minste twee aaneensluitende dagen zelfstandig het onderwijs in de groep. Je besteedt tijdens de instructiefase expliciet aandacht aan kinderen die extra uitleg of extra uitdaging nodig hebben. Je stelt mede een groepsplan op voor (een deelaspect van) een vakgebied en draagt in de eigen lessen bij aan de uitvoering van het groepsplan. Je hebt inzicht en vaardigheid in het observeren van (individuele) leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Je baseert je handelen op deze observaties en je interpretaties. Je administreert in afstemming met de mentor - de vorderingen van de groep en van individuele leerlingen overzichtelijk in de groepsadministratie. Je hebt overzicht en overwicht over de hele groep. Je kunt oudergesprekken (deels) voeren in aanwezigheid van de mentor, rekening houdend met je eigen ontwikkelpunten. Je werkt op professionele wijze samen met collega's. Je hebt inzicht in het eigen functioneren en je werkt gericht aan je eigen ontwikkeling. Stageactiviteiten Wat ga je tijdens de stage in blok 3.1 & 3.2 onder andere doen? Stageactiviteiten zijn onder voorbehoud van kleine wijzigingen in de Beroeps- of Vakopdracht. Let op: stageactiviteiten zijn vaak handig met elkaar te combineren. Je maakt een planning van het blok en bespreekt deze met de mentor. Voor de Beroepsopdracht 3.1 / 3.2 en voor de vakopdrachten Nederlands en Rekenen & Wiskunde voer je (enkele van) de volgende opdrachten uit: Je observeert gericht de ontwikkeling van kinderen. Je bestudeert en analyseert de observatiegegevens en gegevens uit het leerlingvolgsysteem voor de bovenbouw van je stageschool, met aandacht voor het niveau van je groep en het niveau van individuele kinderen (OGW, HGW en passend onderwijs). Je houdt hiermee rekening in je lessen. Je registreert observatiegegevens in relatie tot ontwikkelingslijnen van kinderen. Je stelt een individueel handelingsplan op en voert deze uit, met gebruikmaking van LVS gegevens en uitgaande van de onderwijsbehoeften van de betreffende leerling (HGW en OGW). Je voert twee diagnostische gesprekken met één leerling (alleen voor R&W). Je ontwikkelt een geïntegreerde lessenserie rondom een thema en voert deze uit. Je verzorgt in blok 3.1 zelfstandig ten minste een dag onderwijs aan de hele groep Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 22

23 Je verzorgt in blok 3.2 zelfstandig ten minste twee aaneensluitende dagen onderwijs aan de hele groep. Je ontwikkelt en verzorgt een lessenserie Kunstzinnige Oriëntatie ( keuze uit muziek, dans & drama of beeldende vorming). Je verzorgt drie lessen Engels in de bovenbouw. Je verzorgt (of ontwikkelt) ten minste zes lessen / activiteiten taalontwikkeling (waaronder activiteiten voor profileringsopdracht Nederlands) en zes activiteiten rekenontwikkeling (waaronder activiteiten voor profileringsopdracht R&W), met aandacht voor verschillende niveaus van kinderen. Je bereidt een oudergesprek met de mentor voor, evalueert dit gesprek aan de hand van vooraf opgestelde observatiepunten) en doet hier verslag van. De mentor voert het gesprek. Je bereidt een oudergesprek met de mentor voor. Je voert zelf - onder begeleiding van de mentor - het gesprek. Je evalueert je eigen gesprek in een kort verslag. Verdieping in de afsluiting van groep 8 en de verwijsprocedure voortgezet onderwijs op de eigen praktijkschool. Je actualiseert je stagemap met daarin tenminste je lesvoorbereidingen, activiteiten, de ontvangen feedback en stagebeoordelingen. Beoordelingsprocedure Stagebeoordeling (toets praktijk). De stage wordt beoordeeld aan de hand van criteria die zijn opgenomen in het beoordelingsformulier. De stage wordt als voldoende (cijfer: 6) beoordeeld als aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en het vereiste aantal criteria (volgens de normering op het beoordelingsformulier) met een voldoende is beoordeeld. Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids Let op: de praktijkbeoordelingen 3.1 en 3.2 moeten beiden voldoende zijn om deel te mogen nemen aan het functioneringsgesprek PPO (het LIO-bekwaamheidsgesprek) dat je voert met een examinator. De voldoende praktijkbeoordelingen 3.1 en 3.2 geven aan dat je wat het praktijkdeel betreft LIO-bekwaam bent. Je neemt de praktijkbeoordelingen op in je portfolio. Om volledig LIO-bekwaam te zijn, moet je ook PPO 3.2 met een voldoende afronden. 1 PPO: Persoonlijke Professionele Ontwikkeling Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 23

24 HOOFDSTUK 4. Persoonlijke professionele ontwikkeling (3.1 en) 3.2 Oudere kind SIS omschrijving (deel)tentamens P.P.O. 3.2 toets mondeling INLEIDING Het lesgeven in een grootstedelijke context, met de superdiversiteit van de stad en die van haar inwoners, vraagt veel van de kennis, vaardigheden en attitude van jou als leerkracht. Je moet ervoor zorgen dat kinderen goed onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Je krijgt als leerkracht hierdoor te maken met dilemma's: in de interactie tussen jou en leerlingen, met ouders, collega's, de directeur en andere onderwijsprofessionals. Omgaan met dilemma's vraagt van jou als leerkracht dat je weet waar je voor staat en dat je eigen wijze keuzes kunt maken, die zijn gebaseerd op kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO) leer je je eigen professionele handelen te verantwoorden, het maken van transfer, het ontwikkelen van eigenheid (waaronder een eigen visie op onderwijs en het beroep leerkracht) en het zelf sturing geven aan je eigen leerproces. Het portfolio fungeert hierbij als reflectie-instrument. Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks? Je duidt je persoonlijke professionele ontwikkeling aan de hand van de competentiematrix 'Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Je analyseert een casus uit de eigen onderwijspraktijk volgens de STAR(T)-methodiek. Je kunt je visie op onderwijs aan het jongere/oudere kind verwoorden naar anderen en onderbouwen met theorie. Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten Bijeenkomst 1: Zelfevaluatie De zelfevaluatie is één van de stukken voor het LIO- bekwaamheidsgesprek. Op wat voor manier wil je je zelfevaluatie opzetten? Op welke manier maak je je jouw groei/ontwikkeling tot LIO-bekwame leerkracht zichtbaar? Welke bronnen zijn belangrijk voor je zelfevaluatie? Op welke punten reflecteer je en waarom? Jouw activiteiten vooraf Lees ter voorbereiding: De informatie uit de studiewijzer over de zelfevaluatie. We bespreken hoe we volgende week Sinterklaas vieren in onze groep. Bijeenkomst 2 : Sintviering met onze klas. Bijeenkomst 3: De casus Voor het LIO-Bekwaamheidsgesprek vragen we je een casus te beschrijven. Het is belangrijk dat een casus rijk is, d.w.z. er moeten veel verschillende leerkrachtvaardigheden van jou aanwijsbaar zijn. In deze bijeenkomst kijken we aan welke eisen de casus nog meer moet voldoen. Ook krijg je tips over praktijksituaties die je goed kunt gebruiken voor een casusbeschrijving. Hoe koppel je je casus aan de competenties? Je beoordeelt je eigen casus en die van anderen aan de hand van criteria. Lees ter voorbereiding: De informatie uit de studiewijzer over de casus en de voorbeeldcasus. Bijeenkomst 4: Visie 1 Voor het LIO-Bekwaamheidsgesprek vragen we je om je visie op onderwijs en opvoeding beschrijven. In deze les bespreken we van welke verschillende modellen je gebruik kunt maken bij het schrijven van dit visiestuk. Lees ter voorbereiding: De informatie uit de studiewijzer over de visie. Welke denkers inspireren jou? Hoe motiveer jij je keuze voor de profilering jonge kind/oudere kind? Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 24

25 Bijeenkomst 5: Visie 2 en procedure rondom LIO/ P.P.O 3.2 In deze les gaan we verder met het beschrijven van jouw visie. We zoomen in op een aantal pedagogische en didactische visies op onderwijs en opvoeding. Vanaf het moment dat je LIO-bekwaam bent, kun je op zoek naar een LIO-plek. Tijdens deze les bespreken we ook de procedure rondom het LIObekwaamheidsgesprek en het vinden van een LIO-stageplek. Bijeenkomst 6: Keuzeles Je maakt een keuze voor een les Beroepsopdracht; eigen criterium toelichten en eventueel al aftekenen PPO waaronder werken aan je documenten voor het LIO bekwaamheidsgesprek Pedagogiek/beroepsopdracht; werken aan het handelingsplan Oefenen LIO bekwaamheidsgesprek Toetsing Aan het eind van blok 3.2 (of later) heb je een LIO-bekwaamheidsgesprek van 45 minuten met een examinator. Deze examinator is dit cursusjaar niet betrokken (geweest) bij jouw begeleiding in de praktijk of op de opleiding. PPO 3.2 geldt als LIO-bekwaamheidsproef, d.w.z. als het LIO-bekwaamheidsgesprek 3.2 is beoordeeld met een voldoende, dan achten wij jou LIO-bekwaam en heb je toegang tot de LIO-stage en de afstudeerfase. Voor het LIO-bekwaamheidsgesprek gelden twee zogenaamde ingangseisen, één op het gebied van je studievoortgang en één op het gebied van het functioneren in de onderwijspraktijk. Deze eisen zijn: 75 studiepunten zijn behaald uit de postpropedeutische fase; de stages van blok 3.1 en blok 3.2 zijn met een voldoende beoordeeld. Daarnaast tref je een aantal voorbereidingen. Deze houden het volgende in: Je actualiseert je portfolio door de volgende documenten op te nemen: Een recent overzicht van je studieresultaten in SIS. De voldoende stagebeoordelingen van blok 3.1 en blok 3.2. De voldoende beroeps-, vak- en profileringsopdrachten (inclusief beoordelingsformulieren). Schriftelijke voorbereiding voor het functioneringsgesprek: a. een zelfevaluatie over je eigen professionele ontwikkeling op de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). b. een beschrijving van een casus. c. een paper met je visie op onderwijs en op het beroep leerkracht basisonderwijs. In de zelfevaluatie kijk je als het ware op metaniveau naar (het geheel van) je eigen ontwikkeling, bij de casus doe je dat op microniveau en zoom je in op jouw handelen als leerkracht in een concrete praktijksituatie. In je visiestuk beschrijf je ten slotte door welke ideeën je je laat leiden en waar je naar toe wilt. In het gesprek naar aanleiding van je zelfevaluatie, je casusbeschrijving en je visiestuk laat je zien dat je beschikt over hbo denk- en reflectievaardigheden, dat je theorie en praktijk (en vice versa) kunt verbinden, dat je transfer weet te maken en dat je dit weet te verwoorden in een professioneel gesprek Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 25

26 Verderop vind je nadere aanwijzingen voor het schrijven van een zelfevaluatie, een casus en een paper over je visie. Tijdens de momenten van PPO besteden we aandacht aan al deze aspecten. Het LIO-bekwaamheidsgesprek De toetsing vindt plaats in het LIO-bekwaamheidsgesprek dat je voert met de examinator. De examinator geeft aan het eind van het gesprek een beoordeling op basis van het beoordelingsformulier (zie voor de precieze criteria het beoordelingsformulier in de bijlage van deze studiewijzer). Een schriftelijke, inhoudelijke voorbereiding is een voorwaarde om het LIO-bekwaamheidsgesprek te mogen voeren. Het doel van het schriftelijke deel is onder meer om je vooraf je eigen gedachten te laten ordenen en om je je bewust te laten worden van je eigen ontwikkeling en je eigen visie. In de volgende paragraaf vind je aanwijzingen voor de schriftelijke voorbereiding. In het LIO-bekwaamheidsgesprek komen drie onderdelen aan de orde, namelijk de zelfevaluatie, de casus en je visie. Deze stukken (zelfevaluatie, casus, visie en de competentiematrix in de bijlage) lever je aan in één einddocument. Dit einddocument lever je uiterlijk een week voorafgaand aan het LIO-bekwaamheidsgesprek via de mail aan bij de examinator. Tegelijkertijd stel je je geactualiseerde digitaal portfolio open voor de examinator. Zorg voor een goede index in je portfolio en (werkende) links. Per onderdeel ligt de focus op bepaalde aspecten: - In het gesprek over de zelfevaluatie staat je eigen ontwikkeling centraal. Je legt verbanden tussen dat wat je concreet dóet in de praktijk met aspecten zoals die zijn beschreven in de competentiematrix. Je gebruikt daarbij de professionele termen van de competentiematrix. Je maakt daarmee zichtbaar dat je op metaniveau over je eigen ontwikkeling kunt spreken in de termen van de competentiematrix en je geeft concrete voorbeelden uit je stagepraktijk. - In het gesprek naar aanleiding van de casus staat jouw handelen in de praktijk centraal. Je maakt voor de examinator zichtbaar dat je kunt verantwoorden wat je in de stagepraktijk hebt gedaan, welke keuzes je hebt gemaakt, waaróm, wat de gevolgen daarvan waren en of je transfer kunt maken naar andere praktijksituaties. - In het gesprek n.a.v. je visie gaat het erom dat je aan de examinator duidelijk weet te maken vanuit welke visie je momenteel werkt, waarop die is gebaseerd en wat dat betekent voor jouw dagelijkse onderwijspraktijk. In dit deel van het gesprek ligt het accent op verbinding theorie en praktijk en de verantwoording van het praktisch handelen vanuit de theorie. Aanwijzingen schriftelijke voorbereiding zelfevaluatie, casus en visie Hieronder volgen een aantal aanwijzingen t.a.v. de schriftelijke voorbereiding van de onderdelen zelfevaluatie, casus en visie: a. Zelfevaluatie: - In de zelfevaluatie beschrijf je wat je de afgelopen perioden hebt geleerd en hoe je dat hebt geleerd. - Vervolgens beschrijf je waar je momenteel in je ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs staat op de competentiematrix. Wat zijn nu jouw leerdoelen? - Je doet dit aan de hand van de indeling in de zeven competentiegebieden. Je onderbouwt je uitspraken steeds met concrete voorbeelden Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 26

27 - Als bijlage bij de zelfevaluatie voeg je de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) toe met daarin gearceerd (met de digitale arceerstift) (deel)aspecten van competenties waarvan je desgevraagd in het functioneringsgesprek concrete voorbeelden uit je eigen stagepraktijk kunt geven. - Je evaluatie begint met je gegevens en een inleiding. - De zelfevaluatie bevat maximaal 2500 woorden (exclusief de bijlage). b. Casus: - Je beschrijft een waar gebeurde (authentieke) onderwijssituatie. Je laat hierin zien dat je beschikt over een aantal (deel)competenties van de competentiematrix op het niveau in ontwikkeling. - De situatie die je beschrijft heb je als leerkracht echt meegemaakt en kan dienen als goed voorbeeld van jouw professionele handelen. Een goed voorbeeld hoeft niet per se een voorbeeld te zijn van een situatie waarin alles helemaal goed gaat. Het zijn voorbeelden van situaties waarin professioneel gehandeld wordt, maar waarvan ook te leren valt. - In de casus de beschrijving van de authentieke situatie - komen (elementen uit) ten minste drie verschillende competentiegebieden van de competentiematrix aan bod. Voorbeeld 1: Een instructie (uit de volgende competenties kunnen aspecten zichtbaar zijn: interpersoonlijk, pedagogisch en didactisch. Voorbeeld 2: Circuitles (uit de volgende competenties kunnen aspecten zichtbaar zijn: pedagogisch, didactisch en organisatorisch). Je geeft in je casus aan welke (deel)aspecten van de competenties zichtbaar zijn. - Je bouwt je beschrijving aan de hand van de vijf stappen van de START-methodiek, d.w.z. 1. Situatie 2. Taak 3. Actie 4. Resultaat 5. Transfer - In de casusbeschrijving ( woorden) en in het gesprek naar aanleiding van de casus is voor de examinator zichtbaar dat je over je eigen ontwikkeling kunt spreken in de termen van de competentiematrix. Je toont daarmee hogere denk- en reflectievaardigheden. c. Visie op onderwijs: Vanaf het begin van je opleiding tot leerkracht basisonderwijs ben je tegelijk bewust of onbewust bezig een eigen visie te ontwikkelen op het onderwijs en op het beroep van leerkracht. Je visie wordt gevormd en gevoed door ervaringen, ideeën, overtuigingen en idealen die jouw handelen als leerkracht bepalen. Die visie is nooit statisch; gedurende de opleiding, maar ook als je eenmaal leerkracht bent, doe je steeds nieuwe ervaringen op, vergroot je jouw kennis en verwerf je nieuwe inzichten. Daardoor verbreedt en verdiept zich jouw visie en groeit zij uit tot een samenhangend, consistent en persoonlijk geheel. Wij vragen jou om in een paper je visie voor jezelf helder te maken en naar anderen te verwoorden. Praktijkervaringen, uitwisseling met medestudenten en docenten, bekende onderwijsvisies (bv. OGO, Dalton, Montessori) en theoretische concepten of modellen kunnen je helpen je eigen onderwijsvisie te verduidelijken en te onderbouwen. Als houvast bij het schrijven van een visiestuk kun je eigen aandachtspunten kiezen maar ook gebruik maken van een van de in de opleiding gehanteerde modellen, bijvoorbeeld: Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 27

28 de competentiegebieden op de competentiematrix (interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerkend met collega s, ouders enz. en werkend aan je eigen professionaliteit). de verschillende beroepsrollen van de leerkracht (pedagoog, didacticus, organisator, collega, teamlid, contact met derden, professional). de invalshoeken leerling, leerkracht, leeromgeving, leerstof, contact met derden (ouders, collega s). Je kunt ook gebruik maken van een aantal van de volgende vragen: Wat is mijn missie, wat drijft mij, waar doe ik het voor? Hoe draagt mijn persoonlijke ontwikkeling hiertoe bij? Welke overtuigingen zijn bepalend voor mijn leraarschap? Welke bekwaamheden vind ik hierbij heel belangrijk? Welke normen en waarden vind ik belangrijk? Van welk wereldbeeld ga ik hierbij uit? Hoe kijk ik naar kinderen? Wat zijn mijn pedagogische uitgangspunten? Hoe zie ik mijn rol als opvoeder? Wat zie ik daarbij als mijn opvoedkundige taken? Wat zijn daarvan de consequenties voor mijn handelen ten aanzien van individuele leerlingen? Wat zijn daarvan de consequenties voor mijn handelen ten aanzien van het sociaalpedagogisch klimaat in mijn klas? Hoe zie ik mijzelf in mijn rol van didacticus? Wat is mijn leiderschapsstijl en hoe draag ik die uit? Welke onderwijsconcepten spreken mij aan en waarom? Welke didactische werkvormen vind ik belangrijk? Hoe wil ik omgaan met verschillen tussen leerlingen? Welke vak- en vormingsgebieden vind ik belangrijk en/of spreken mij aan? Hoe belangrijk vind ik mijn vakinhoudelijke kennis? Welke prioriteiten wil ik stellen? Wat vind ik een ideale leeromgeving? Wat is voor mij van belang voor de inrichting en uitrusting van de klas? Hoe zie ik mezelf in mijn rol als teamlid? Wat zijn voor mij de kenmerken van een constructieve samenwerking met collega s? Wat vind ik inhoudelijk van belang ten aanzien van contacten met ouders en met anderen? Hoe zie ik mijn rol als leerkracht in een grote stad? Hoe zie ik mijn rol als leerkracht in een multiculturele samenleving? Ga bij de behandeling van bovenstaande vragen ook in op de vraag waarom je jouw rol zo ziet, waarom je een bepaalde keuze maakt of een bepaalde overtuiging of voorkeur hebt. Onderbouw je antwoorden met voorbeelden uit de praktijk, met argumenten en met theorie. Als je alle voor jouw belangrijke elementen van jouw onderwijsvisie hebt beschreven, vormt dit een samenhangend en consistent geheel, dat alleen door jou kan zijn geschreven. De beschrijving van je visie bevat maximaal 2000 woorden. Let op: Je wordt tijdens de colleges PPO 3.2 voorbereid op het schrijven van een visiedocument aan de hand van bovenstaande richtlijnen. Na blok 3.2 ga je hiermee verder en maak je het visiedocument compleet voor je LIObekwaamheidsgesprek (maximaal 2000 woorden). Misschien wil je in blok 3.3 of 3.4 nog leerervaringen uit je minor toevoegen Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 28

29 HOOFDSTUK 5. Praktische informatie INLEIDING - Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie omtrent dit blok zoals de blokkalender, de gebruikte literatuur en internetsites, het minimum taalniveau dat we hanteren, etcetera. Opzet blok 2 Hieronder zie je in schema hoe dit blok verloopt: in de bovenste rij de weken van het blok, de rij eronder de kalenderweek, de rij daaronder de begindatum van die week, dan de invulling, en tenslotte de toets- en/of stageactiviteiten. BLOK /11 19/11 26/11 03/12 10/12 17/12 07/01 14/01 21/01 28/01 25/09: 1e stagedag STAGEWEEK vt: ma t/m vr. dt: 1 dag extra TOETSWEEK 2 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht Herkans blok 1 TOETSWEEK 2 Thematoets Vaktoetsen Vaktoets Funct.gesprek Belangrijke internetsites Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas. Hier staat alle actuele informatie van de opleiding en de verschillende vakken. Informatie van het stagebureau voor externen. Bekijk hier jouw studievoortgang. Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-) informatie. Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren. Belangrijke documenten (downloaden via MijnHvA): Competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Praktijkgids Praktijkgids LIO (via Boekenlijst Een overzicht van de verplicht aan te schaffen boeken voor het derde studiejaar vind je op deze website: Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 29

30 Taalniveau Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op B2-niveau vanaf het einde van de propedeuse en op C1-niveau aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op Alle schrijfproducten van studenten worden nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo HvA (is een onderdeel van het taalaspect schrijven ). Deze Taalnorm vind je in een van de bijlagen bij deze Studiewijzer. Bij teveel fouten wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn geheel herkansen. De beoordeling met behulp van de Taalnorm staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 30

31 BIJLAGE 1. Beoordelingsformulier Beroepsopdracht 3.2 OK/JK Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar:1819 Klas: Kerndocent: Cijfer: Datum beoordeling: Beoordelaars: A. Algemene onderdelen Ja Nee 1. De producten voldoen aan de taalnorm van de Pabo HvA. 0 O 2. De student verwijst naar verschillende bronnen en doet dit volgens de APA standaarden. 0 O 3. Deelproduct 2 is een pedagogisch handelingsplan 0 0 B. Beoordelingscriteria Je kunt aangeven welke fundamentele keuzes op de eigen stageschool zijn gemaakt ten aanzien van het omgaan met verschillen in de onderbouw c.q. bovenbouw en je kunt de discrepantie tussen beleid en praktijk benoemen. (deelproduct 1) Helemaal niet (0 punten) Niet helemaal (1punt) Voldoende (2 of 3 punten) 1 a. Je hebt de documentanalyse uitgevoerd op basis van het schoolplan, de schoolgids en indien mogelijk het ondersteuningsprofiel. b. Tenminste de IB er en mentor zijn geïnterviewd. Interviewvragen zijn bijgevoegd. c. Je voert in elk geval 1 open observatie en 1 gesloten observatie uit. Het instrument is bijgevoegd. d. Je hebt de deelvragen op 3 manieren onderzocht (observatie, interview, documentanalyse). e. Je hebt de onderzoeksmethoden verantwoord. (2 punten) 3 Goed (3 of 4 punten) Je kunt aangeven welke fundamentele keuzes op de eigen stageschool zijn gemaakt ten aanzien van het omgaan met verschillen in de onderbouw c.q. bovenbouw en je kunt de discrepantie tussen beleid en praktijk benoemen. (deelproduct 1 ) Je kunt de cyclus van het handelingsgericht werken (HGW) toepassen in een handelingsplan in combinatie met opbrengstgericht werken (OGW). (deelproduct 2) 1 a. Je hebt op basis van de bevindingen de discrepantie tussen beleid en uitvoering weergegeven. b. Op basis van de uitkomsten/ervaringen geef je antwoord op de hoofdvraag (zowel pedagogisch als didactisch). c. Je formuleert conclusies en aanbevelingen voor jouw school. (deelproduct 1) (2 punten) 1 a. Je licht de complete HGW/OGW cyclus toe. b. Je geeft bij elke fase expliciet aan welk houdingsaspect of welke vaardigheid van de leerkracht cruciaal is in relatie tot de individuele handelingsplannen. (2 punten) 3 3 Je bent in staat om de kind- en omgevingsfactoren te beschrijven en op basis daarvan leer en ontwikkelingsbehoeften van jonge c.q. oudere kinderen te formuleren. (deelproduct 2) Je kunt je onderwijs en opvoeding afstemmen op de meest voorkomende ontwikkelings- en gedragsproblemen, alsmede op ontwikkelingsvoorsprong (deelproduct 2) Je kunt aangeven welke fundamentele keuzes op de eigen stageschool zijn gemaakt ten aanzien van het omgaan met verschillen in de onderbouw c.q. bovenbouw en je kunt de discrepantie tussen beleid en praktijk benoemen. (deelproduct 2) Je hebt je posters op een manier vormgegeven, die recht doet aan de inhoud, waarbij de lezer door de structuur en visualisatie geleid wordt naar die inhoud. (deelproduct 1 en 2) 1 a. Voor de fase waarnemen heb je zowel open als gesloten geobserveerd, een gesprek met het kind gevoerd en nog minstens één andere bron gebruikt. Observatie is bijgevoegd. b. Je hebt de beschermende- en risicofactoren in kaart gebracht. c. Je hebt in de fasen begrijpen en wegen minimaal drie onderwijsbehoeften per leerling opgenomen. Deze zijn correct geformuleerd. d. Je hebt minimaal twee doelen per leerling opgesteld. De doelen zijn concreet en correct. (3 punten) 1 a. Je bent actief op zoek gegaan naar theoretische verdieping rondom de specifieke onderwijsbehoeften van de gekozen kinderen en de voorgestelde interventies. Je gebruikt daarbij minimaal 1 relevant boek of artikel. b. In de fasen plannen en handelen toon je aan op welke manier(en) jij je handelen hebt afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen. c. Je weet welke pedagogische en/of leer en ontwikkelingsbehoeften jonge c.q. oudere kinderen hebben en je weet op welke wijze het onderwijsaanbod daarop kan worden afgestemd. (3 punten) 1 a. in de fase evalueren blik je terug op je handelen en de effecten van jouw interventies op de leerlingen. b. Je formuleert conclusies en aanbevelingen voor jouw eigen praktijk en leerkrachthandelen. (2 punten) 1 a. De vormgeving doet recht aan de inhoud d.m.v. structuur en visualisatie. b. Poster 1 en 2 zijn passend en origineel vormgegeven. (2 punten) Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 31

32 Eigen criterium: (deelproduct 2) 1 (2 punten) 3 Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en kenmerkt zich door eigenheid. + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is. C. Eindbeoordeling / cijfer Aantal punten O Uitmuntend = O Zeer goed = O Goed = O Ruim voldoende = 7 19 O Voldoende = 6 18 O Onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Geen punten = 1 0 D. Aanvullende feedback en opmerkingen van de kerndocent: Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 32

33 BIJLAGE 2. Beoordelingsformulier profileringsopdracht Nederlands 3.2 OK Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Beoordelende docent: Cijfer: Datum beoordeling: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. Het product voldoet aan de APA-norm. O O 2. Het product voldoet aan de taalnorm van de HvA. O O B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet Niet helemaal Voldoende Goed 1. De student heeft een taalles rondom het domein stellen ontwikkeld, waarin context, interactie en taalsteun als didactisch middel zijn opgenomen. (0 punten) (1 punt) (2 punten) Context, interactie en taalsteun dragen in voldoende mate bij aan het bereiken van de lesdoelen. De lesactiviteiten sluiten aan bij de doelstellingen van de les. (3 punten) 2. De student heeft een taalles ontwikkeld rondom een actuele tekst waarin begrijpend lezen en woordenschat centraal staan. 3. De student heeft een taaldidactische verantwoording geschreven voor de ontworpen lessen. 4. De student heeft een analyse van het eigen taalgebruik gemaakt aan de hand van het model van Verhallen en Walst.. De didactiek die effectief is voor het vergroten van de woordenschat en de leesvaardigheid, is in voldoende mate opgenomen in de les. De lesactiviteiten sluiten aan bij de doelstellingen van de les. Uit de verantwoording blijkt dat de student over de vakinhoudelijke kennis beschikt om gedetailleerd zijn taaldidactische keuzes te verklaren. De analyse bevat alle taalfactoren en deelaspecten die bij het gehanteerde model horen. Deze taalfactoren zijn op juiste wijze door de student geïnterpreteerd. Uit de analyse volgen relevante leerpunten. De student kiest zelf een van de twee ontworpen lessen uit, waaraan meer waarde wordt toegekend in de beoordeling. Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en kenmerkt zich door eigenheid. + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 33

34 Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel). Aantal punten O Uitmuntend = O Zeer goed = 9 14 O Goed = O Ruim voldoende = O Voldoende = 6 9 O Onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Geen punten = 1 0 D. Aanvullende feedback en opmerkingen vakdocent Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 34

35 BIJLAGE 3. Beoordelingsformulier profileringsopdracht rekenen-wisk. 3.1/3.2 JK/OK Pabo HvA Student: Cijfer: Studentnummer: Cursusjaar: Datum beoordeling: Klas: Kerndocent: Beoordelende docent: A. Voorwaardelijke Onderdelen Ja Nee 1. Het verslag telt in totaal niet meer dan 10 pagina s (ex bijlagen en literatuur) V O 2. De tekst voldoet aan de taalnorm van de HvA. V O 3. Verwijzingen in de tekst en literatuurlijst voldoen aan de APA-normen V O 4. De protocollen (2 gesprekken van 20 minuten) zijn volledig opgenomen in de bijlagen. V O B. Inhoudelijke criteria Onvoldoen de (0 punten) Net niet helemaal (1 punt) Voldoende (2 punten) Goed (3 punten) 5. Fase 1 signaleren Signaleren van rekenmoeilijkheden door het analyseren en interpreteren van getalsmatige en statistische gegevens van beschikbare toetsen, het voeren van gesprekken en observaties. 6. Fase 2 begrijpen Diagnosticeren en begrijpen van een rekenprobleem door een diagnostisch gesprek voor te bereiden, uit te voeren en te analyseren waarbij de verantwoording van de diagnostische onderzoeksvraag is gebaseerd op analyse van beschikbare data, kennis van de leerlijnen, 1.De verzamelde en geanalyseerde informatie is compleet en bevat informatie uit het LVS systeem, een foutenanalyse van de methodetoetsen, een observatie van de leerling, een rekengesprekje met de leerling en een gesprek met de leerkracht over het rekenprobleem van de leerling. 2.In de conclusie van fase één wordt de geanalyseerde informatie aan de realistisch rekentheorie (kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen rekenen) gekoppeld. 3.Fase één wordt afgesloten met een onderbouwde diagnostische onderzoeksvraag. 1.Er zijn twee diagnostische gesprekken (van elk 20 minuten) gevoerd, geprotocolleerd/getranscribeerd, geanalyseerd en verwerkt naar aanleiding van de onderzoeksvraag(en). 2. Aan alle twee de diagnostische gesprekken gaat een diagnostische onderzoeksvraag vooraf. 3. De keuze voor de te bespreken kernopgaven rekenen wordt verantwoord op basis van de analyse uit fase 1, de kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen realistisch rekenen. 4. Bij de analyse van de gesprekken worden de rekenmoeilijkheden van de leerling, op basis van relevante passages uit de transcripties van de gesprekken, in verband gebracht met de fasen van het drieslagmodel Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 35

36 kerninzichten en kerndoelen. 7. Fase 3 handelen Op basis van de verzamelde gegevens conclusies formuleren met betrekking tot toekomstig didactisch handelen, zodanig dat deze inpasbaar in een handelingsplan. 8. Evaluatie/ reflectie Evalueren en reflecteren op leerprocessen en eigen vraaggedrag in het licht van de ontwikkeling van de professionele gecijferdheid. 5. Het interpreteren van de transcripties geschiedt aan de hand van het handelingsmodel, de kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen van het onderzochte rekendomein. 6. De conclusies worden onderbouwd met behulp van de didactische theorie van realistisch rekenen. 1.Op basis van de uitkomsten uit fasen één en twee zijn concrete handelingssuggesties geformuleerd die inpasbaar zijn in een handelingsplan. 2. De zone van de naaste ontwikkeling wordt in de handelingssuggesties verwerkt. 3. De suggesties worden onderbouwd met verwijzingen naar de diagnostische analyse en de realistisch rekentheorie (kerninzichten, kerndoelen en leerlijnen rekenen). Het verslag wordt afgesloten met een overall-evaluatie van en reflectie op de persoonlijke leeropbrengsten van deze opdracht met betrekking tot vakinhoudelijke aspecten vakdidactische aspecten van de theorie van realistisch rekenen; en de gebruikte diagnostische interviewtechnieken (het eigen vraaggedrag). C. Eindbeoordeling / cijfer Aantal punten O Uitmuntend = O Zeer goed = 9 11 O Goed = O Ruim voldoende = 7 8 O Voldoende = 6 7 O Onvoldoende = 5 6 O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = 2 1 O Geen punten = 1 0 D. Aanvullende informatie van de vakdocent Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 36

37 BIJLAGE 4. BEOORDELINGSFORMULIER LIO-BEKWAAMHEIDSGESPREK (PPO 3.2 VT / PPO 2.4 DT) Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Kerndocent: Cijfer: Datum beoordeling: Examinator: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. De student heeft: 75 studiepunten behaald uit de postpropedeutische fase (VT) / totaal 90 studiepunten behaald (DT). O O 2. De stagebeoordelingen van de blokken 3.1 en 3.2 (VT) / 2.1, 2.2 en 2.3 (DT) zijn met een voldoende beoordeeld. O O 3. De student heeft één document met zelfevaluatie, casus, visie en competentiematrix uiterlijk één week voor het gesprek en O O volgens de eisen ingeleverd. 4. De student heeft het portfolio geactualiseerd en tijdig opengesteld voor de examinator. O O 5. De student voert een gesprek over de eigen professionele ontwikkeling op ten minste B2 taalniveau. O O 6. Het document voldoet aan de taalnorm van Pabo HvA. O O B. Inhoudelijke criteria Onvoldoende (0 punten) Net niet vold. (1-2 punten) Voldoende (3-4 punten) Goed (5-6 punten) 1. De student duidt de eigen ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs aan de hand van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). De student beschrijft de eigen ontwikkeling tot leerkracht in de termen van de competentiematrix (professionele taal). De student onderbouwt de beschrijving van zijn ontwikkeling met concrete voorbeelden uit de stagepraktijk. 2. De student analyseert een casus uit de eigen onderwijspraktijk volgens de STAR(T)- methodiek 2 De student maakt in de reflectie op zijn casus transfer door te beschrijven hoe het geleerde ook in een andere situatie toegepast zou kunnen worden. De student verantwoordt de keuzes door te verwijzen naar relevante theorie. 3. De student kan zijn eigen visie op onderwijs aan het jongere/oudere kind verwoorden naar anderen en onderbouwen met theorie. De student verwoordt de eigen visie op onderwijs aan het jonge / oudere kind. De student onderbouwt de visie met theorie en praktijkervaringen. 2 De student geeft aan wat in een bepaalde situatie de taak was, welke actie hij heeft ondernomen, wat het resultaat daarvan was en op welke wijze deze aanpak wel of niet in een andere situatie toegepast zou kunnen worden en waaróm (transfer) Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 37

38 C. Eindbeoordeling / cijfer 3 Cijfer: Punten: D. Aanvullende feedback en opmerkingen examinator Naam en handtekening examinator opleiding 3 De rij met aantal punten en cijfer groen arceren Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 38

39 BIJLAGE 5. De taalnorm van Pabo-HvA TAALNORM SCHRIJVEN PABO HVA Studiewijzer VT 3.2 OUDERE KIND DEFINITIEVE VERSIE pagina 39

Het jonge kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het jonge kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd Het jonge kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.2 2018-2019 INHOUD BLOK 3.2 SAMENWERKEN MET OUDERS EN DESKUNDIGEN IN

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.2 2017-2018 INHOUDSOPGAVE BLOK 3.2 SAMENWERKEN MET OUDERS EN DESKUNDIGEN

Nadere informatie

Het jonge kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het jonge kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd Het jonge kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.2 2017-2018 2017-2018 Studiewijzer VT 3.2 JONGE KIND - DEFINITIEVE VERSIE

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2018-2019 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP OUDERE KIND...3 HOE

Nadere informatie

Studiewijzer Pabo Deeltijd

Studiewijzer Pabo Deeltijd Studiewijzer Pabo Deeltijd Jaar 2 Semester 2 2018-2019 Studiewijzer DT 1 semester 2 VERSIE 12-02-2019 Pagina 1 Inhoud SEMESTER 2 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN ONDER-/BOVENBOUW... 3 BEKNOPT

Nadere informatie

Profilering oudere kind

Profilering oudere kind Profilering oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.3 2017-2018 2014-2015 - Studiewijzer DT 2.3 - OUDERE KIND - DEFINITIEVE VERSIE 20-01-2015

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2017-2018 1 Inhoud BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP HET OUDERE KIND...

Nadere informatie

Profilering jonge kind

Profilering jonge kind Profilering jonge kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.3 2017-2018 2014-2015 - Studiewijzer DT 2.3 - OUDERE KIND - DEFINITIEVE VERSIE 20-01-2015

Nadere informatie

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het jonge kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2017-2018 2017-2018 Studiewijzer VT 3.1 JONGE KIND DEFINITIEVE VERSIE 25-08-2017 pagina 1 INHOUD BLOK

Nadere informatie

Profilering jonge kind

Profilering jonge kind Profilering jonge kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.4 2017-2018 2014-2015 - Studiewijzer DT 2.3 - OUDERE KIND -

Nadere informatie

Profilering oudere kind

Profilering oudere kind Profilering oudere kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.4 2017-2018 2014-2015 - Studiewijzer DT 2.3 - OUDERE KIND

Nadere informatie

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het jonge kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2018-2019 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP HET JONGE KIND...3

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2016-2017 1 Inhoud BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP HET OUDERE KIND...

Nadere informatie

Profilering oudere kind

Profilering oudere kind Profilering oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.3 2016-2017 2014-2015 - Studiewijzer DT 2.3 - OUDERE KIND - DEFINITIEVE VERSIE 20-01-2015

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsmodel

Lesvoorbereidingsmodel Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Profilering oudere kind

Profilering oudere kind Profilering oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.3 2015-2016 2014-2015 - Studiewijzer DT 2.3 - OUDERE KIND - DEFINITIEVE VERSIE 20-01-2015

Nadere informatie

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Cursusdoelen 1. De student heeft kennis van getalfuncties, inzicht in de telrij, (structuur van) getallen en getalrelaties

Nadere informatie

Dyscalculie én meer. Het protocol ERWD, een praktische aanpak voor ernstige rekenwiskunde problemen en dyslaculie

Dyscalculie én meer. Het protocol ERWD, een praktische aanpak voor ernstige rekenwiskunde problemen en dyslaculie Dyscalculie én meer Het protocol ERWD, een praktische aanpak voor ernstige rekenwiskunde problemen en dyslaculie Vier hoofdlijnen in het proces van leren rekenen 1,2,3 4,5,6 1,2,3 4,5,6 2 3,4,5,6 2 3,4,5,6

Nadere informatie

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen.

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. In dit document lees je wat het beroepsproduct Technisch gesproken reken ik daarop inhoudt. De vakken rekenen-wiskunde,

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2015-2016 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Taal en diversiteit Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Taal en diversiteit (studiegidsnummer 70720219DY) Jaar 2 Semester

Nadere informatie

Project Rekenhulp. Presentatie door

Project Rekenhulp. Presentatie door Project Rekenhulp Onderwijs en onderzoek in de minor Verdieping Passend Onderwijs Lectoraat Maatwerk Primair Pabo Almere Studiejaar 2009-2010 Presentatie door Student: Sascha Blok Docent RW/ Pedagogiek:

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Eindverslag stage jaar 1

Eindverslag stage jaar 1 Eindverslag stage jaar 1 In de stagegids jaar 1 kun je alle achtergrondinformatie over de stage vinden. In de bijlage van de stagegids staat ook een overzicht (tabel) met alle documenten die van belang

Nadere informatie

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen:

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen: Verplichte stage opdrachten P-fase semester 1 C-GES 1 Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen: Gebruikt de mentor materiaal en/ of een methode? Welke beeldvormers

Nadere informatie

Bijeenkomst 1 Maatwerktraject onderwijskundig begeleider

Bijeenkomst 1 Maatwerktraject onderwijskundig begeleider Bijeenkomst 1 Maatwerktraject onderwijskundig begeleider Opbrengst-en handelingsgericht werken Ad Kappen, Gerdie Deterd Oude Weme Programma 16.00 16.15 17.30 17.45 18.30 20.30 opening Marielle lezing ogw

Nadere informatie

Overzicht curriculum VU

Overzicht curriculum VU Overzicht curriculum VU Opbouw van de opleiding Ter realisatie van de gedefinieerde eindkwalificaties biedt de VU een daarbij passend samenhangend onderwijsprogramma aan. Het onderwijsprogramma bestaat

Nadere informatie

Stappenplan Ontdekken van de Wereld

Stappenplan Ontdekken van de Wereld Stappenplan 2.1.2 Ontdekken van de Wereld In dit document lees je wat het beroepsproduct bij de onderwijseenheid Ontdekken van de Wereld inhoudt en volgens welke stappen je er aan kunt werken. Inleiding

Nadere informatie

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen en dyscalculie Stichting Primair Onderwijs Achterhoek Lohmanlaan 23 7003 DJ Doetinchem INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Visie en uitgangspunten... 3 Route... 4 Wat

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Taalontwikkelend Lesgeven

Taalontwikkelend Lesgeven Taalontwikkelend Lesgeven Een didactische methode voor álle docenten Conferentie Thema Leren van elkaar 15 maart 2018 Ria Chin-Kon-Sung Matti Gortemaker (Hogeschool Rotterdam) Kennismaken Inclusief onderwijs

Nadere informatie

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Perspectief op de ontwikkeling van kinderen.. als kijken in een glazen bol? Wat is het ontwikkelingsperspectief?

Nadere informatie

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden Onderwijs en Opvoeding MODULEHANDLEIDING Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden Fase Hoofdfase, jaar 2 Leerroute Voltijd en deeltijd Schrijver(s)/docenten Ilona de Milliano, Catherine van Beuningen,

Nadere informatie

Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013. Bijeenkomst 10: ontwikkeling

Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013. Bijeenkomst 10: ontwikkeling Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013 Bijeenkomst 10: ontwikkeling Bijeenkomst 9 Terugblik Cognitieve ontwikkeling: Vermunt leerstijlen Probleem oplossen Lereniseenmakkie.nl Bijeenkomst 9 opdrachten

Nadere informatie

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

Hoe kan je breed en permanent evalueren? Ronde 2 Martien Berben & Marleen Colpin Centrum voor Taal en Onderwijs - K.U.Leuven Contact: Martien.berben@arts.kuleuven.be Marleen.colpin@arts.kuleuven.be Hoe kan je breed en permanent evalueren? De

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Verantwoording gebruik leerlijnen

Verantwoording gebruik leerlijnen Verantwoording gebruik leerlijnen In de praktijk blijkt dat er onder de deelnemers van Samenscholing.nu die direct met elkaar te maken hebben behoefte bestaat om de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool In dit beroepsproduct ontwerp je onderwijs op het gebied van Wetenschap en technologie voor de basisschool. Uitgangspunt bij je onderwijsontwerp

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9 Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9 Kenniscentrum Talentontwikkeling Handleiding Stage Deeltijdopleiding Jaar 1 1 Pabo Hogeschool Rotterdam September 2017 Inleiding In het eerste jaar van

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Het begrip portfolio komt oorspronkelijk uit de wereld van kunst en architectuur. Kunstenaars en architecten kunnen bij hun sollicitaties

Nadere informatie

Eindassessment HU pabo

Eindassessment HU pabo Eindassessment HU pabo Presentatie t.b.v. assessoren 6 juni 2018 Team afstudeerfase 2017-2018 Ontwikkeling afstudeerfase Herontwerp: Onderzoekend werken integreren in programma afstudeerfase Verhogen studeerbaarheid,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Basisschool t Kwekkeveld RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ Basisschool t Kwekkeveld School/instelling: Basisschool t Kwekkeveld Plaats: Schijndel BRIN-nummer: 13CK Postregistratienummer: 08.H2727425 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Agenda onderwijsavond bovenbouw

Agenda onderwijsavond bovenbouw Agenda onderwijsavond bovenbouw Kerndoelen PO Referentieniveaus Onderwijsinhoud op de Bron Wat komt er aan bod in groep 6-7-8 Leren in de echte wereld Kerndoelen PO: Wat moeten kinderen kennen en kunnen

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Periode 1.1 2012-2013 1 Inhoud DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 3 HET ONDERWIJSPROGRAMMA

Nadere informatie

Begeleidingsplan. Hogeschool IPABO

Begeleidingsplan. Hogeschool IPABO Begeleidingsplan Hogeschool IPABO Versie september 2010 1. Inleiding Het handelingsgericht werken ín de groep, zorgt er voor dat zoveel mogelijk kinderen profiteren van het onderwijsaanbod. Deze werkvorm

Nadere informatie

Pendelen tussen stagepraktijk en opleiding

Pendelen tussen stagepraktijk en opleiding artikel Zone Pendelen tussen stagepraktijk en opleiding Op de pabo van de Hogeschool van Amsterdam bestaat sinds 2009 de mogelijkheid voor studenten om een OGOspecialisatie te volgen. Het idee achter het

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool Sectorwerkstuk Kandinsky College locatie Sint Jorisschool schooljaar 2015-2016 1 Wat is het sectorwerkstuk? Het sectorwerkstuk is een werkstuk dat je maakt in klas vier over de door jou gekozen sector.

Nadere informatie

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Handleiding Assessment Startbekwaamheid Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013 Inhoud Introductie

Nadere informatie

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 5 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 7 3. Samenvattend oordeel 13 Bijlage

Nadere informatie

Afstemming met behulp van roosterplanning

Afstemming met behulp van roosterplanning Philippe de Kort ontwikkelingsbureau Driehoek 40 6711 DJ Ede tel: 06-10035196 info@philippedekort.nl www.philippedekort.nl Afstemming met behulp van roosterplanning INHOUD INHOUD... 2 1 Kwaliteitsbeleid...

Nadere informatie

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS TE EINDHOVEN INHOUD Uitkomst onderzoek DOE040 VO te Eindhoven 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage

Nadere informatie

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK AZC Dronten 2016-2017 Bijeenkomst 1 Lies.Alons@itta.uva.nl 1 ONDERWERPEN Scholing 2016-2017 De context van tweedetaalverwerving Didactiek in de NT2-les De praktijkopdracht

Nadere informatie

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren Dit document is bedoeld om de opleidingsexaminatoren te informeren over de achtergronden van het LIObekwaamheidsgesprek. Ingegaan wordt

Nadere informatie

Agenda onderwijsavond middenbouw

Agenda onderwijsavond middenbouw Agenda onderwijsavond middenbouw Kerndoelen PO Wat komt er aan bod in groep 3-4-5 Leren lezen nader bekeken Onderwijsinhoud op de Bron Leren in de echte wereld Kerndoelen PO: Wat moeten kinderen kennen

Nadere informatie

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent?

Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent? Leertaak onderwijskunde Praktijkonderzoek deel B onderzoeksverslag Wat vind ik een goede docent? In periode 2 heb je een onderzoeksplan geschreven voor een praktijkonderzoek tijdens je stage. Je hebt inmiddels

Nadere informatie

LA KOL Bijeenkomst

LA KOL Bijeenkomst LA KOL Bijeenkomst 1 12-13 Verkennen LA KOL op N@tschool Verkennen themadossiers Planning Subjectief concept leren Bekijken LA op N@tschool Trigger: straks bekijken Competenties m.b.t. leren: Vakinhoudelijk

Nadere informatie

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.1 2015-2016 Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2015 Pagina 1 Inhoud BLOK 2.1 JIJ MAAKT HET VERSCHIL! LEREN

Nadere informatie

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo Profielwerkstuk Kandinsky College locatie Jorismavo schooljaar 2018-2019 1 Wat is het profielwerkstuk? Het profielwerkstuk is een werkstuk dat je maakt in klas vier over het door jou gekozen profiel. In

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

Stappenplan groep 1-2

Stappenplan groep 1-2 Stappenplan Protocol E rnstige R eken W iskunde-problemen en D yscalculie (ERWD) Stappenplan groep 1-2 Moment Actie Uitwerking Stap 0 Aanvang, september Beginsituatie vastleggen met behulp van Bosos groep

Nadere informatie

1 De kennisbasis Nederlandse taal

1 De kennisbasis Nederlandse taal Noordhoff Uitgevers bv De kennisbasis Nederlandse taal. De opzet van de kennisbasis. De inhoud van de kennisbasis. Toetsing van de kennisbasis. Hoe gebruik je Basiskennis taalonderwijs? In dit hoofdstuk

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL FLORENCIUS

KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL FLORENCIUS DEFINITIEF RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK NIET BEKOSTIGDE INSTELLING VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BASISSCHOOL FLORENCIUS School/vestiging: Basisschool Florencius Plaats: Naarden Brin: 29ZZ Datum uitvoering onderzoek:

Nadere informatie

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen Leerlingen met een opvallende ontwikkeling Hoe ga je om met leerlingen met speciale onderwijsbehoeften? Cruciaal in de zorgstructuur is de kwaliteit van instructie. Maar inspelen op onderwijsbehoeften

Nadere informatie

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie Bijlage 2-9 Richtlijnen voor de prestatie Inleiding Tijdens de stage leveren studenten in feite voortdurend prestaties. Ze doen dingen die (nog) geen dagelijkse routine zijn, waar wilskracht en overtuiging

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

Stap 1 Doelen vaststellen

Stap 1 Doelen vaststellen Stap 1 Doelen vaststellen! Lesdoelen staan altijd in relatie tot langere termijn doelen. Zorg dat je de leerlijn of opbouw van doelen op schoolniveau helder hebt! Groepsdoelen staan altijd in relatie tot

Nadere informatie

Protocol Dyscalculie. De Stelberg

Protocol Dyscalculie. De Stelberg Protocol Dyscalculie De Stelberg Inhoud Inleiding 2 Visie en uitgangspunten 3 Wat wordt verstaan onder dyscalculie? 4 Leren rekenen en rekenproblemen 4 Drie pijlers 5 Interne diagnostiek 6 Externe diagnostiek

Nadere informatie

Workshop Gebruik stappenplannen ERWD VO en MBO

Workshop Gebruik stappenplannen ERWD VO en MBO Workshop Gebruik stappenplannen ERWD VO en MBO Conferentie VO-MBO Rondom Rekenen 14 december 2016 Arjan Clijsen Met welke pet op bent u hier? Wie is werkzaam in het voortgezet onderwijs? Wie is werkzaam

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Wat is opbrengstgericht werken? Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van leerlingen.

Nadere informatie

Het onderwijs op de Bron: de onderbouw (groep 1-2)

Het onderwijs op de Bron: de onderbouw (groep 1-2) Het onderwijs op de Bron: de onderbouw (groep 1-2) Het onderwijs op de Bron De opdracht van de basisschool Het onderwijs op de Bron per bouw Onderwijsinhoud op de Bron Wat komt er aan bod in groep 1-2

Nadere informatie

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren. Basisschool De Buitenburcht Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren. Dit is de beknopte versie van het schoolplan 2015-2019 van PCB de Buitenburcht in Almere. In het schoolplan

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Mentor Datum Groep Aantal lln Vak- vormingsgebied: beeldende

Nadere informatie

SANYU VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

SANYU VOOR PRIMAIR ONDERWIJS UITKOMST ONDERZOEK SANYU VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE HAARLEM Definitief 31 juli 2017-5102620 INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Sanyu te Haarlem 3 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3. Samenvattend

Nadere informatie

Scan: docentactiviteiten in de FE-cyclus

Scan: docentactiviteiten in de FE-cyclus Scan: docentactiviteiten in de FE-cyclus Lees de beschrijvingen van docentactiviteiten in de FE-cyclus hieronder. Geef steeds aan in hoeverre jij dit momenteel doet in je eigen lessen. 1 punt betekent

Nadere informatie

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW Deze bijlage bevat voorbeelden van opdrachten bij de zeven uitgangspunten van HGW. Bij elke opdracht staat aangegeven welke informatie uit

Nadere informatie

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO Taalblokken Nederlands Brochure MBO Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? U kunt gemakkelijk differentiëren studenten leren wat nodig is Motiverend en uitdagend lesmateriaal voor

Nadere informatie

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ZUTPHEN INHOUD Uitkomst onderzoek De Aardeschool PO te Zutphen 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel

Nadere informatie

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Terugblik masterclasses HAN Pabo Terugblik masterclasses HAN Pabo Het afgelopen jaar 2017 hebben studenten van de HAN Pabo de mogelijkheid gehad zich via masterclasses te verdiepen in W&T. Alle hieronder beschreven masterclasses zijn

Nadere informatie

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING INDICATOREN BASISONDERSTEUNING (ofwel de kwaliteit van de basisondersteuning binnen het schoolondersteuningsprofiel van de basisscholen in het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven) Een werkgroep

Nadere informatie

Handelingsgericht werken met taal

Handelingsgericht werken met taal Handelingsgericht werken met taal De leergang Handelingsgericht taalonderwijs heeft tot doel leraren en intern begeleiders toe te rusten met kennis, inzichten en vaardigheden op het gebied van lees-/taalonderwijs

Nadere informatie

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 3 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3. Samenvattend oordeel 11 Bijlage

Nadere informatie