evaluatie flexbepalingen Barp en Bbp medewerking bij voornoemde evaluatie Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Transcriptie

1 Onderdeel directie Politie Inlichtingen Y.G.P.M. Ulijn T (070) F (070) van 8 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder van het KLPD de voorzitter van het college van bestuur LSOP i.a.a. : - de korpschefs van de regionale politiekorpsen - de korpschefs van het KLPD - de directeur van de ITO-organisatie - de directeur Rijksrecherche - de hoofden P&O/FEB van de regionale politiekorpsen - de politievakorganisaties d.t.v. het CAOP Aantal bijlagen 1 Bezoekadres Schedeldoekshaven EZ Den Haag Postadres Postbus EA Den Haag Onderwerp evaluatie flexbepalingen Barp en Bbp Doelstelling medewerking bij voornoemde evaluatie Juridische grondslag Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie Relaties met andere circulaires n.v.t. Ingangsdatum n.v.t. Geldig tot n.v.t.

2 Geachte heer, mevrouw, 2 van 2 Hiermede vraag ik uw aandacht voor het volgende. In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden en Werkgelegenheid sector Politie ( ) zijn tijdelijke afspraken neergelegd in het kader van flexibilisering. Het is hierdoor mogelijk geworden om een ambtenaar tijdelijk aan te stellen bij een korps ten behoeve van een bovenregionaal samenwerkingsverband (kernteams, IFT s ed.) of bij het LSOP. Artikel 4a Barp voorziet daarin. Daarnaast werd de mogelijkheid opgenomen om in het kader van een door het bevoegd gezag vastgesteld personeels- en organisatiebeleid de ambtenaar een andere functie op te dragen of een andere plaats van tewerkstelling aan te wijzen (artikel 65a Barp). Deze afspraken zijn gemaakt als zogenaamde horizonbepaling voor een periode van drie jaar. De datum van inwerkingtreding van deze bepalingen was 3 september Deze bepalingen zullen vervallen met ingang van de eerste dag van het vierde jaar na inwerkingtreding, derhalve per 3 september De bepalingen opgenomen in artikel 6, achtste lid Bbp en artikel 17 Bbp vervallen eveneens per 3 september Deze bepalingen regelen het niveau van de beloning bij detachering op grond van artikel 62 Barp. Om die reden worden ook deze bepalingen in de evaluatie meegenomen. Ten aanzien van de eerdergenoemde bepalingen is de afspraak gemaakt dat over een periode van drie jaar (1999, 2000 en 2001) de toepassing van deze mogelijkheden wordt geëvalueerd. Hiertoe zend ik u bijgaand een evaluatieformulier waarvoor ik uw medewerking vraag. De inhoud van dit formulier is geaccordeerd door de Commissie Georganiseerd Overleg in Politie-ambtenarenzaken (CGOP). U wordt verzocht het ingevulde formulier uiterlijk 31 januari 2002 te retourneren aan het Ministerie BZK, directie Politie, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid op het in de aanhef van deze circulaire genoemde postadres. De totaal-uitkomst van de evaluatie zal ik bespreken met de politievakorganisaties in het voorjaar 2002 waarbij ook inzichtelijkheid per korps wordt gegeven. U zult er derhalve rekening mee moeten houden dat de politievakorganisaties de uitkomst zullen terugkoppelen naar de

3 ondernemingsraden en langs deze weg dit onderwerp door hen aan de orde zal worden gesteld. 3 van 3 Ik verzoek u de betrokken functionarissen in uw organisatie van dit verzoek in kennis te stellen en op de uitvoering toe te zien. Hoogachtend, DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, voor deze, de directeur Politie, L.M.C. Ongering

4 Evaluatieformulier flexbepalingen 4 van 4 Dit formulier bestaat uit drie delen. Deel I heeft betrekking op de tijdelijke aanstelling met terugkeergarantie (artikel 4a Barp). Deel II heeft betrekking op de verplaatsingsbevoegdheid in het kader van personeels- en organisatiebeleid (artikel 65a Barp). Deel III heeft betrekking op de detachering (artikel 62 Barp, alsmede artikel 6 achtste lid Bbp en artikel 17b Bbp). Ik verzoek u alle delen in te vullen. Algemeen: Korps:... Naam contactpersoon:... Postadres contactpersoon:... Telefoon contactpersoon:... Deel I: Tijdelijke aanstelling met terugkeergarantie Deze maatregel houdt kort gezegd in dat een medewerker voor bepaalde tijd in dienst kan worden aangesteld bij een bovenregionaal samenwerkingsverband (kernteams, IFT s ed.) of bij het LSOP, onder voorwaarde dat de medewerker na afloop hernieuwd in vaste dienst wordt aangesteld bij het korps waar hij vandaan kwam (artikel 4a Barp). Medewerkers die daarbij langer dan 4 jaar een hogere salarisschaal hebben genoten behouden deze schaal. Medewerkers die korter dan 4 jaar een hogere salarisschaal hebben genoten vallen terug op de salarisschaal die werd genoten voorafgaand aan de tijdelijke aanstelling met terugkeergarantie. Ten aanzien van hen heeft het korps een inspanningsverplichting om een passende functie aan te bieden op het niveau welke voor betrokkene gold tijdens de tijdelijke aanstelling met terugkeergarantie(artikel 6a Bbp) 1. Hoeveel medewerkers van uw korps zijn in totaal sinds september 1999 op basis van artikel 4a Barp tijdelijk aangesteld bij een bovenregionaal samenwerkingsverband of het LSOP met een terugkeergarantie naar uw korps?... personen

5 2. Wat is de vooraf afgesproken duur van de tijdelijke aanstellingen met terugkeergarantie en hoeveel personen betreft het? 5 van 5 korter dan 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 4 jaar langer dan 4 jaar 3. Welke motiveringen liggen ten grondslag aan een duur van de tijdelijke aanstelling met terugkeergarantie korter dan 4 jaar? 4. Hanteert uw korps een inspanningsverplichting voor terugkerende medewerkers die korter dan 4 jaar elders tijdelijk zijn aangesteld om een passende functie aan te bieden op het niveau welke voor betrokkene gold tijdens de tijdelijke aanstelling met terugkeergarantie? ja, ga door naar vraag 5 nee, ga door naar vraag 6 5. Kunt u op hoofdlijnen aangeven op welke wijze inhoud wordt gegeven aan de inspanningsverplichting, zoals bedoeld bij vraag 4 (documentatie svp meezenden)? 6. Voldoet naar de mening van uw korps de tijdelijke aanstelling met terugkeergarantie (antwoord svp kort toelichten)? ja nee

6 Toelichting: 6 van 6 DEEL II: de verplaatsingsbevoegdheid Op grond van artikel 65a van het Barp kan een ambtenaar in het kader van een door het bevoegd gezag vastgesteld personeels- en organisatiebeleid een andere functie worden opgedragen of een andere plaats van tewerkstelling worden aangewezen. 7. Heeft uw korps in overleg met het RGO een personeels- en organisatiebeleid vastgesteld over de toepassing van de verplaatsingsbevoegdheid? Zo ja, kunt u op hoofdlijnen aangeven wat de inhoud van dat beleid is? nee, ga door naar vraag 9 ja, ga door naar vraag 8 8. Wat is op hoofdlijnen de inhoud van het beleid, zoals bedoeld in vraag 7 (documentatie svp meezenden)? 9. Hoeveel medewerkers zijn in totaal sinds 1 september 1999 op basis artikel 65a Barp verplaatst naar een andere functie of een andere plaats van tewerkstelling binnen het regionaal politiekorps dan wel naar een andere plaats van tewerkstelling buiten het korps, die valt onder het gezagsbereik van het eigen bevoegd gezag?... personen 10. Voldoet naar de mening van uw korps de verplaatsingsmogelijkheid op grond van artikel 65a Barp (antwoord svp kort toelichten) ja

7 nee 7 van 7 Deel III: detachering Op grond van artikel 62 van het Barp kan het bevoegd gezag in het belang van de dienst, in overeenstemming met de ambtenaar, met ingang van een door het bevoegd gezag te bepalen tijdstip een ambtenaar detacheren bij nader in het Barp te noemen organisaties. In dat verband gelden dan artikel 6 achtste lid Bbp en artikel 1717b Bbp. 11. Hoeveel medewerkers van uw korps zijn in totaal sinds september 1999 op basis van artikel 62 Barp gedetacheerd?.personen 12. Wat is de vooraf afgesproken duur van de detachering en hoeveel personen betreft het? o Korter dan 1 jaar o 1 tot 2 jaar o 2 tot 3 jaar o 3 tot 4 jaar o langer dan 4 jaar..personen..personen..personen..personen..personen

8 13. Welke motiveringen liggen ten grondslag aan een duur van de detachering met een detacheringsduur korter dan 4 jaar? 8 van Hanteert uw korps een inspanningsverplichting voor terugkerende medewerkers die korter dan 4 jaar elders zijn gedetacheerd om een passende functie aan te bieden op het niveau welke voor betrokkene gold tijdens de detachering? Ja, omdat. Nee, omdat.. 15.Kunt u op hoofdlijnen aangeven op welke wijze inhoud wordt gegeven aan de inspanningsverplichting zoals bedoeld bij vraag 14 (documentatie svp meezenden)? Voldoet naar de mening van uw korps de detacheringsmogelijkheid ingevolge artikel 62 Barp? Ja, omdat... Nee, omdat