Goederenvervoer van en naar Frysian Ports (2015) Monitoringsprogramma provincie Fryslân

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Goederenvervoer van en naar Frysian Ports (2015) Monitoringsprogramma provincie Fryslân"

Transcriptie

1 Goederenvervoer van en naar Frysian Ports (2015) Monitoringsprogramma provincie Fryslân

2 Wouter van der Geest; Rob de Leeuw van Weenen Zoetermeer, 21 juli 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteu ning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aa nsprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or store d in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other i mperfections.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Goederenstromen door de provincie Algemeen beeld Focus op richting Focus op ladingsoort 13 3 Overslaggegevens F4 havens Drachten Harlingen Heerenveen Leeuwarden Sneek Overig Fryslân 36 4 Modal split in Fryslân Totaal Naar goederensoort Naar richting Naar afstandsklassen 43 5 Ontwikkelingen in perspectief Overslag in vergelijking tot andere provincies In het licht van de TEN-T richtlijn en corridor KPI s In vergelijking met de Nederlandse mainports In vergelijking met Port of Zwolle 49 Methodologische noot In deze rapportage is een groot aantal databronnen gebruikt. Niet alle bronnen kenden een zelfde databeschikbaarheid of dezelfde datavelden. Hierdoor heeft Panteia gebruik gemaakt van specifieke kennis, omcoderingstabellen en inschattingen. Voor het wegvervoer, het vervoer per binnenvaart en het spoorvervoer is gebruik gemaakt van de brongegevens (publicatiebestanden) voor de vervoerstatistieken van het CBS. Voor het spoorvervoer ontbrak de data over Om toch resultaten te kunnen presenteren, hebben wij voor de ontwikkeling naar 2015 gebruik gemaakt van de randtotalen uit CBS-Statline. Voor het wegvervoer beschikken wij niet over de publicatiebestanden voor 2012 en Voor beide jaren hebben wij gebruik gemaakt van inschattingen door middel van CBS- Statline randtotaal ophoging. Tevens zijn goederensoorten in de wegvervoerbestanden geduid op NST/R 2 e digit niveau. Voor binnenvaart en spoor is het 2 e niveau van de NST 2007 classificatie gebruikt. De BIVAS bestanden die gebruikt zijn bij de totstandkoming van de overslagcijfers per gemeente, rapporteren op hoofdgroep niveau van de NST/R classificatie.. Bij het bepalen van de scheepsgrootte ontwikkeling hebben wij gebruik gemaakt van BIVAS-data en sluisgegevens. Deze gegevens zijn niet beschikbaar over het jaar 2012 Dit maakt dat de inschatting van scheepsgrootte voor het jaar 2012 geschat is. Tevens maakte het ontbreken van BIVAS-data over 2015 het nodig om de overslagcijfers voor 2015 te baseren op de sluisgegevens. 3

4

5 1 Inleiding Het provinciaal bestuur van Fryslân, geeft in het coalitieprogramma en de uitvoeringsagenda aandacht aan versterking van de positie van vervoer over water door het stimuleren van de samenwerking van de Friese (binnen)havens. De bereikbaarheid van de belangrijkste economische centra: Leeuwarden; Drachten; Heerenveen; Sneek (en Harlingen), kortweg F4, door klasse Va schepen is een ambitie. Maatschappelijke kosten- en baten analyses moeten de haalbaarheid en de mate waarin dit kan worden gerealiseerd of gefaciliteerd aantonen. Om het bestuur over een eventuele investeringsbeslissing te kunnen adviseren wil de provincie Fryslân de goederenstromen naar de Friese havens laten monitoren, onderscheiden naar bestemming en herkomst, product en omvang. Uitgangspunten bij het monitoringsprogramma Het programma dat ten behoeve van deze monitoring is opgezet beslaat 5 jaar, te beginnen in 2015 en voorziet in een jaarlijkse rapportage en analyse, alsmede in een eindrapportage. De monitor signaleert naast nieuwe of verdwijnende vervoerstromen tevens bewegingen op het gebied van modal shift en andere relevante ontwikkelingen voor de Friese havens. Ook de relevantie van de noordelijke binnenhavens en in het bijzonder die van het havencluster Frysian Ports worden in Europese context en ten opzichte van de mainport Rotterdam in beeld gebracht. Voor u ligt de rapportage van de eerste monitor. Voor deze eerste monitor worden daarbij ook beschikbare data over vervoerstromen in relatie tot Fryslân over 2013 en 2014 meegenomen als referentie. Leeswijzer Deze eerste monitor beslaat de volgende onderwerpen: In het hierna volgende hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de goederenstromen door de provincie, naar richting/bestemming en goederensoort. In hoofdstuk 3 worden de overslaggegevens van de F4 havens behandeld. De gegevens voor de modal split zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Om de ontwikkelingen in perspectief te plaatsen worden deze gepresenteerd binnen een tijdreeks, lopend vanaf Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 ook de ontwikkeling van de F4 havens in een perspectief geplaatst: ten opzichte van de noordelijke provincies, ten opzichte van Europese richtlijnen, Port of Zwolle Flevoland en de Nederlandse mainports. De conclusies van de analyse worden in het perspectief van relevante regionale (noordelijke) ontwikkelingen geplaatst. Wij vergelijken hierbij de ontwikkelingen van de Frysian ports met het havencluster Zwolle-Kampen-Meppel en in de toekomst ook de haveninfrastructuur die nu rond Lelystad aangelegd wordt. 5

6

7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,8 0,9 2,1 2,3 2,6 3,0 3,4 2,9 1,4 1,5 1,8 1,5 1,9 1,4 1,3 1,8 1,2 1,2 1,3 1,2 Millions 2 Goederenstromen door de provincie figuur Overslag in de provincie Fryslân naar richting van het vervoer 2.1 Algemeen beeld In 2015 is de overslag per binnenvaartschip in de provincie Fryslân met 4,2% gedaald. Dit is de eerste daling sinds het jaar De daling was vooral het gevolg van: Het wegvallen van grote infrastructurele bouwprojecten, waardoor minder zand, grind en ophoogmaterialen aangevoerd moesten worden. Het lage water maakte binnenvaartvervoer minder aantrekkelijker. Hierdoor zijn ladingpakketten van de binnenvaart verplaatst naar andere modaliteiten. Ook werd de Rotterdamse haven minder aantrekkelijk voor containervervoer. Diverse containerrederijen (Maersk, MSC) verlegden hun stromen naar de haven van Antwerpen. Omdat de volumes vanuit Fryslân richting Antwerpen niet afdoende zijn voor een efficiënte en regelmatige afvaart, heeft het wegvervoer deze volumes overgenomen % +6.3% +1.5% +12.9% -4.2% Naar richting Figuur 2.1 toont de ontwikkeling van de overslagvolumes per binnenvaartschip in de provincie Fryslân naar richting. Hierbij valt het volgende op: Het nationale import volume is met 16% afgenomen ten opzichte van Dit komt overeen met een daling van ton. Daar staat een toename tegenover van 16% voor het regionale goederenvervoer. Dit betekent een toename van ton. De internationale export vanuit Fryslân is met circa ton afgenomen. Dit komt overeen met een daling van 20%. De internationale import is toegenomen met 8,6% ( ton) naar 1,3 miljoen ton op jaarbasis Regionaal Nationaal - import Nationaal - export Internationaal - import Internationaal - export Bron: Panteia o.b.v. publicatiebestanden binnenvaart

8 Gewicht TEU Gewicht TEU Gewicht TEU Gewicht TEU Gewicht TEU Gewicht TEU 96,5% 2,1% Miljoenen tonnen 6,5% 25,4% 1,9% 8,5% -0,9% 45,1% -7,0% 2,7% ( x TEU) Naar goederensoort Figuur 2.2 toont de overslag in de provincie Fryslân naar goederensoort voor de jaren 2010 tot figuur Overslag in de provincie Fryslân naar goederensoort 100 Uit figuur 2.2 kan het volgende worden afgeleid: De belangrijkste goederensoorten die in de provincie Fryslân overgeslagen worden betreffen: Ertsen, turf en andere delfstoffen, Landbouw- en visserijproducten en voedings- en genotmiddelen. De categorie Ertsen, turf en andere delfstoffen betreft voor Fryslân voornamelijk zand, grind en zout. IJzererts, dat ook in deze goederensoort opgenomen is en voor Nederland als geheel wel een belangrijke (export) goederensoort is, wordt niet van of naar Fryslân vervoerd. Sinds 2012 neemt ook de categorie Niet identificeerbare goederen een prominentere rol in. Het betreft hier goederen die in het containers vervoerd worden. Deze ontwikkeling houdt verband met de realisatie van een containerterminal (uitgebaat door MCS) in Leeuwarden. Hier worden vooral exportcontainers met melkproducten beladen. In het jaar 2015 is door het wegvallen van grote infrastructurele bouwprojecten rondom Leeuwarden, het ingevoerde volume aan zand, grind en ophoogmaterialen gedaald met 4,8% gedaald ( ton). Na jarenlange groei van het containervervoer, is in 2015 het aantal ingevoerde containers gedaald met 7%. Dit is het gevolg van de verminderde activiteit van de containeroverslag in Heerenveen. Ook de containeroverslag in Leeuwarden nam licht af in Dit is vooral het gevolg van het minder aantrekkelijk worden van Rotterdam als exporthaven voor containers ten gunste van Antwerpen. Omdat de volumes vanuit Fryslân richting Antwerpen niet afdoende zijn voor een efficiënte en regelmatige afvaart, heeft het wegvervoer deze volumes overgenomen. De containervolumes in Harlingen zijn niet teruggelopen Overig Beladen containers Lege containers Secundaire grondstoffen Metalen in primaire vorm Overige minerale producten Chemische producten Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Metaalertsen en andere delfstoffen Producten van de landbouw TEU 30 ft (leeg) TEU 40 ft (leeg) TEU 30 ft (beladen) TEU 40ft (beladen) Bron: Panteia o.b.v. publicatiebestanden binnenvaart

9 Vanuit Duitsland: 982 kton Overig: 16 kton Fryslân 2.2 Focus op richting figuur 2.4 Herkomst van goederen die in Fryslân gelost zijn Invoer Van de 5,1 miljoen ton die in Fryslân gelost wordt, komt een groot gedeelte uit de provincie zelf. Het betreft hier ton. Deze stromen worden dus zowel in Fryslân geladen als gelost. Van buiten de provincie Fryslân ligt het accent op herkomst vanuit de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland. In mindere mate vormen ook de provincies Flevoland en Limburg belangrijke herkomstgebieden die naar Fryslân vervoerd worden. Circa 1,3 miljoen ton aan goederen wordt geïmporteerd uit het buitenland. De grootste stromen zijn afkomstig uit Duitsland. Het betreft bouwmaterialen (Rijn) en zout (Midden-Duitsland). Vanuit België wordt er ton geïmporteerd (bouwmaterialen). De import vanuit Frankrijk (m.n. landbouwgoederen) is beperkter met ton. figuur 2.3 Verhouding nationale & internationale overslag voor inkomende stromen. 5,1 miljoen ton NL 3,8 miljoen ton Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Duitsland België Frankrijk Overig buitenland Vanuit België: 248 kton Vanuit Frankrijk: 96 kton Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 9

10 Naar Duitsland: 57 kton Overig: 18 kton Uitvoer In de provincie Fryslân werd in ,0 miljoen ton aan goederen geladen. Hiermee wordt een onbalans tussen geladen en geloste stromen zichtbaar. Circa 1/3e van de geladen goederen blijft in Fryslân. 2,8 miljoen ton lading blijft binnen Nederland en slechts 0,2 miljoen ton aan lading wordt uitgevoerd naar het buitenland. België is de belangrijkste internationale bestemming. Verder vormt met name de provincie Zuid-Holland een belangrijke bestemming voor uitvoerlading. Dit betreft met name beladen containers vanuit Harlingen, Heerenveen en Leeuwarden. Ook worden er bouwmaterialen vanuit de haven van Harlingen verladen richting Groningen en (de kop van) Noord-Holland en, in mindere mate, het havencluster van Zwolle, Kampen en Meppel. figuur 2.6 Bestemmingen van goederen die in Fryslân geladen zijn. figuur 2.5 Verhouding nationale & internationale overslag voor inkomende stromen. Fryslân 3,0 miljoen ton NL 2,8 miljoen ton Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Duitsland België Frankrijk Overig buitenland Naar België: 120 kton Naar Frankrijk: 16 kton Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 10

11 (x ton) Intraregionaal Figuur 2.7 toont de ontwikkeling van de omvang van de intraregionale in de provincie Fryslân. Het betreft hier vervoer met zowel de herkomstlocatie als de bestemmingslocatie in de provincie. figuur 2.7 Intraregionale stromen door de provincie Fryslân % Uit de figuur wordt het volgende zichtbaar: Al jaren groeit de omvang van de intraregionale stromen in de provincie Fryslân per binnenvaartschip. Wordt de omvang in het jaar 2015 vergelijken met de omvang in het voorgaande jaar, dan blijkt deze met 16,4% te zijn gegroeid. De belangrijke intraregionale stromen in de provincie Fryslân betreffen met name het vervoer van bouwmaterialen ( Ertsen, turf en andere delfstoffen ). Dit volume is gestegen van ton in 2011 naar ton in De grootste stromen lopen hierbij vanuit: o Harlingen naar de haven van Drachten (2014: ton) en o voor de kust bij Terschelling en Ameland naar Leeuwarden ( ton). o Ook wordt er meer dan ton aan bouwmaterialen verscheept vanuit de haven van Harlingen richting Tytsjerksteradiel. Het intraregionale vervoer van landbouw- en visserijproducten betreft het verplaatsen van duwbakken die buiten de Prinses Margrietsluis losgekoppeld (ze gaan als tweebaksduwstel het IJsselmeer over) worden en vervolgens los naar de haven van Drachten gevaren worden. Deze stroom heeft een omvang van ongeveer per jaar % +6.2% +12.2% Niet identificeerbare goederen Verhuisgoederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Meubelen en overige industrieproducten Transportmiddelen Machines, apparaten, consumenten electronica Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Hout(waren), papier, pulp en drukwerk voedings- en genotmiddelen Landbouw- en visserijproducten Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 11

12 4,9 5,3 5,3 5,6 4,9 6,1 5,8 6,0 5,8 6,1 1,5 1,8 Miljoenen tonnen 1,9 1,8 1, Doorvoer Figuur 2.8 toont de omvang van de doorvoerstromen door de provincie Fryslân. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar: doorvoerstromen in relatie tot de provincie Groningen 1, doorvoerstromen vanuit Nederland naar het buitenland of andersom (voorbeeld: een reis met containers van Rotterdam naar de terminal in Dörpen of vice verse) en pure internationale doorvoer (bijvoorbeeld betondelen van Emden naar Antwerpen). figuur 2.8 Richting van de doorvoerstromen door de provincie Fryslân Het volgende valt op uit figuur 2.8: De omvang van de doorvoerstromen in 2015 is, ongeacht richting, teruggelopen in vergelijking tot Hieraan hebben diverse oorzaken ten grondslag gelegen: Allereerst de tijdelijke kolenstroom die op gang is gekomen tussen Amsterdam en de Eemshaven ten behoeve van de kolencentrale aldaar. Deze stroom leidde in 2014 tot ton aan kolenvervoer over het Prinses Margrietkanaal. Deze stroom is na opstart gedaald naar ton kolen. Bij doorvoer tussen Nederland en het buitenland (Nedersaksen en Bremen) is vooral de stroom secundaire grondstoffen en afval sterk afgenomen. Ook het reguliere vervoer van zand, grind, klei en turf nam af, maar daar stond een toename (+18%) van zoutafvoer vanuit Delfzijl richting Frankfurt am Main tegenover. Ook heeft het lage water invloed gehad op de aanvoer van zand/grind naar de omgeving Emden. Ten tijde van laag water wordt er hier ook zand/grind aangevoerd vanuit het Weser en Elbebekken. Ook bij internationale doorvoerstromen zijn de stromen van secundaire grondstoffen en afval sterk teruggelopen. Dit geldt eveneens voor het transport van chemicaliën Doorvoer buitenland <--> buitenland Doorvoer NL <--> Buitenland Doorvoer van/naar Groningen 1 Hieronder valt ook de goederenstroom naar Assen (provincie Drenthe) die via het Prinses Margrietkanaal, Van Starkenborghkanaal en het Noord-Willemskanaal loopt. Deze stroom is in omvang echter zeer bescheiden. Bron: Panteia o.b.v. publicatiebestanden binnenvaart

13 Naar Duitsland: 3 kton Naar: 0 kton 2.3 Focus op ladingsoort figuur 2.9 Bestemmingen van in Fryslân geladen agribulk Agribulk In deze analyse wordt agribulk gedefinieerd als de volgende goederensoorten: Goederenhoofdstuk 01: Producten van de landbouw, jacht en bosbouw; vis en andere visserijproducten Goederenhoofdstuk 04: Voedings- en genotmiddelen Goederengroep 08.3: Kunstmeststoffen en stikstofverbindingen (behalve natuurlijke meststoffen) in Fryslân Figuur 2.9 toont de bestemmingvan in Fryslân geladen agribulk. Het volgende valt op: Circa ton aan agribulk wordt binnen Fryslân getransporteerd. Het gaat hierbij echter om duwbakken die gekoppeld over het IJssel- en Markermeer gevaren worden een voor de Prinses Margrietsluis in Lemmer losgekoppeld en vandaar separaat naar de eindbestemmingen (Sneek, Drachten) gevaren worden. De enige andere binnenlandse bestemming met significante volumes betreft Zeeland. Hier wordt op jaarbasis ton aan agribulk naar toe verscheept. Het gaat hierbij om schelpen die met zuigers op de Waddenzee worden gewonnen en vervolgens per binnenschip naar een schelpenhandelaar in Yerseke vervoerd te worden. Naar België: 2 kton Naar Frankrijk: 0 kton Bron: Panteia o.b.v. publicatiebestanden binnenvaart

14 Vanuit Duitsland: 173 kton Overig: 1 kton in Fryslân Figuur 2.10 toont de herkomst van in Fryslân geloste agribulk. Het volgende valt op: Met name Noord-Holland is een belangrijke herkomstprovincie voor agribulk. Hier werd in ton agribulk in schepen geladen voor Fryslân. Agrifirm, gevestigd in Drachten, beschikt over overslagfaciliteiten in de haven van Amsterdam voor tarwe, soja en maïs. Ook de zeehaven van Rotterdam vormt een belangrijke herkomstlocatie voor de invoer van overzeese agribulk. Hier komt ton vandaan. Circa ton aan agribulk wordt binnen Fryslân getransporteerd. Het gaat hierbij echter om duwbakken die gekoppeld over het IJssel- en Markermeer gevaren worden een voor de Prinses Margrietsluis in Lemmer losgekoppeld en vandaar separaat naar de eindbestemmingen (Sneek, Drachten) gevaren worden. In internationaal verband vindt er ook een aanzienlijke stroom aan agribulk plaats uit Duitsland. Het gaat hierbij om kunstmest vanuit Ludwigshafen ( ton) en vooral landbouwgoederen ( ton). Vanuit België wordt ton aan agribulk geïmporteerd. o ton hiervan betreft kunstmest; o ton betreft granen; o ton betreft voedingsmiddelen. Vanuit Frankrijk wordt ton aan agribulk geïmporteerd. Het gaat hierbij vooral om granen. Deze granen zijn afkomstig van het vaarwater waar grotere schepen kunnen komen: o ton komt uit Nord-Pas-de-Calais; o ton is afkomstig vanaf de Rijn of Moezel. figuur 2.10 Herkomst van in Fryslân geloste agribulk Vanuit België: 56 kton Vanuit Frankrijk: 29 kton Bron: Panteia o.b.v. publicatiebestanden binnenvaart

15 Naar Duitsland: 46 kton Naar: 18 kton Bouwmaterialen In deze analyse worden bouwmaterialen gedefinieerd als de volgende goederensoorten: figuur 2.11 Bestemmingen van in Fryslân geladen bouwmaterialen Goederengroep 03.4: Zout Goederengroep 03.5: Steen, zand, grind, klei, turf en andere delfstoffen, n.e.g. Goederenhoofdstuk 9: Overige niet-metaalhoudende minerale producten Goederengroep 14.2: Overig afval en secundaire grondstoffen Uitvoer Figuur 2.11 toont de bestemmingen van bouwmaterialen die in Fryslân geladen zijn. Circa ton aan bouwmaterialen blijft binnen Fryslân. Belangrijke bestemmingen voor bouwmaterialen vanuit Fryslân zijn Groningen, Noord-Holland en Overijssel. o Naar Groningen wordt vooral zand/grind gevaren. Het overgrote merendeel (>95%) van het volume betreft Steen, zand, grind, klei, turf en andere delfstoffen, n.e.g.. o Naar Noord-Holland wordt zowel zout als zand/grind uitgevoerd. Er gaat: Circa ton aan zout naar het havengebied van Amsterdam, inclusief aanliggende Noordzeekanaalhavens; Circa ton aan zand/grind richting de Noordzeekanaalhavens; ton zand/grind gaat naar overig Noord-Holland. De gemiddelde transportafstand is 81 kilometer. Dit komt ongeveer met de regio Alkmaar / Schagen. o Er wordt naar Overijssel ton aan zand/grind vervoerd. Dit wordt in Zwolle gelost. De uitvoer naar de provincie Zeeland ( ton) betreft vooral huisvuilslakken / bodemas vanuit de verbrandingsoven in Harlingen. Naar België: 68 kton Naar Frankrijk: 8 kton Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 15

16 Vanuit Duitsland: 780 kton Overig: 7 kton Invoer Figuur 2.12 toont de herkomst van bouwmaterialen die in Fryslân gelost zijn. Het volgende valt op: De meeste bouwmaterialen zijn afkomstig uit Fryslân. Het gaat hierbij om ton aan bouwmaterialen. Na Fryslân is Duitsland het belangrijkste herkomstgebied voor bouwmaterialen. In 2015 is er, ondanks het lage water waardoor Rijngrind minder aantrekkelijk was om te importeren, toch ton geïmporteerd. Dit kan onderverdeeld worden naar: o ton aan zout, vooral afkomstig uit Nedersaksen o ton aan Steen, zand, grind, klei, turf en andere delfstoffen, n.e.g., waarvan: ton vanuit Nordrhein-Westfalen (Beneden-Rijn) ton komt uit Baden-Württemberg, de Bovenrijn. Vanuit het Franse gedeelte komt nog eens ton ton komt uit Rheinland-Pfalz. Het betreft hierbij vooral grove stenen die bij dijkprojecten ingezet worden. In Nederland zijn, op Fryslân na, de meeste bouwmaterialen afkomstig uit Noord-Holland. Het gaat om ton. o ton betreft Steen, zand, grind, klei, turf en andere delfstoffen, n.e.g. afkomstig uit het Amsterdamse havengebied. o Daarnaast wordt ton cement geïmporteerd uit IJmuiden. o Ook worden er aan gerecyclede bouwmaterialen geïmporteerd. Vanuit Flevoland (het IJssel- en Markermeer) wordt ton aan ophoogzand geïmporteerd. Vanuit Limburg wordt ton geïmporteerd. Dit kan onderverdeeld worden naar: o ton Steen, zand, grind, klei, turf en andere delfstoffen o ton Cement, kalk en gips o ton Overige bouwmaterialen en producten Vanuit Zuid-Holland komt ton aan bouwmaterialen. Vanuit België wordt ton geïmporteerd. figuur 2.12 Herkomst van in Fryslân geloste bouwmaterialen Vanuit België: 172 kton Vanuit Frankrijk: 66 kton Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 16

17 2.3.3 Containers, 20 voets figuur 2.13 Herkomst van in Fryslân geloste containers van 20-voet Invoer Figuur 2.13 toont de herkomst van 20-voets containers die in Fryslân gelost zijn. Het volgende valt op: Verreweg de meeste 20-ft containers die in Fryslân gelost worden, zijn in Zuid-Holland op een schip geladen. Het gaat in totaal om ton en TEU. o Hiervan is 16% beladen (3.332 TEU) en in deze containers zit ton aan lading. Dit komt overeen met 20 ton per container. o De 84% lege containers ( TEU) dragen qua gewicht voor ton bij. Vanuit het Amsterdamse havengebied zijn containers van 20 voet naar Fryslân vervoerd. Dit komt overeen met ton aan lading. o Hiervan was 9% beladen (240 TEU) met in totaal ton aan lading. Dit komt overeen met gemiddeld 21.6 ton per container. o Er werden 2335 lege 20 voet containers naar Fryslân verscheept, met een gewicht van ton in totaal. Er worden geen 20 voets containers uit het buitenland geïmporteerd. Dit is opvallend, mogelijk kan er een containerdienst naar de haven van Antwerpen opgezet worden. Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 17

18 Uitvoer Figuur 2.14 toont de bestemming van 20-voets containers die in Fryslân geladen zijn. Het volgende valt op: Vrijwel alle geladen 20-voets containers worden naar Zuid-Holland en meer specifiek, de haven van Rotterdam afgevoerd. Het gaat hierbij om ton lading vervoerd in TEU. o Hiervan waren voets containers beladen. Dit komt overeen met 84% van alle in Fryslân beladen containers. Deze containers zijn beladen met in totaal ton. Er worden nauwelijks 20-voets containers naar andere provincies getransporteerd. Er worden geen 20-voets containers naar het buitenland getransporteerd figuur 2.14 Bestemmingen van in Fryslân geladen containers van 20-voet Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 18

19 2.3.4 Containers, groter dan 20 voets figuur 2.15 Herkomst van in Fryslân geloste containers groter dan 20-voet Invoer Figuur 2.15 toont de herkomst van containers groter dan 20-ft die in Fryslân gelost zijn. Het volgende valt op: Het merendeel betreft 40-ft containers. Containers van 30-ft (veelal tankcontainers) worden op zeer beperkte schaal (68 stuks, waarvan 13 beladen) vervoerd. Verreweg de meeste containers groter dan 20 ft. die in Fryslân gelost worden, zijn in Zuid-Holland op een schip geladen. Het gaat in totaal om ton en TEU. o Hiervan is 34% beladen (5.530 TEU) en in deze containers zit ton aan lading. Dit komt overeen met 10 ton per container. o De 66% lege containers ( TEU) dragen qua gewicht voor ton bij. Er worden geen 40 voets containers uit het buitenland geïmporteerd. Dit is opvallend, mogelijk kan er een containerdienst naar de haven van Antwerpen opgezet worden. Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 19

20 Uitvoer Figuur 2.16 toont de bestemming van containers groter dan 20 voet die in Fryslân geladen zijn. Het volgende valt op: Vrijwel alle geladen containers groter dan 20 voet worden naar Zuid-Holland en meer specifiek, de haven van Rotterdam afgevoerd. Het gaat hierbij om ton lading vervoerd in TEU. o Hiervan was TEU (containers groter dan 20 voet) beladen. Dit komt overeen met 73% van alle in Fryslân beladen containers. Deze containers zijn beladen met in totaal ton. Dit komt overeen met gemiddeld 12,5 ton per container. Er worden nauwelijks containers groter dan 20 voet naar andere provincies getransporteerd. Er worden nauwelijks containers groter dan 20 voet naar het buitenland getransporteerd. Welgeteld één Frans schip heeft in 2015 een reis naar Antwerpen gemaakt, beladen met 20 TEU aan 40-ft containers. figuur 2.16 Bestemming van in Fryslân geladen containers groter dan 20-voet Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 20

21 Vanuit Duitsland: 2 kton Overig: 0 kton Vloeibare lading In deze analyse worden bouwmaterialen gedefinieerd als de volgende goederensoorten: figuur 2.17 Herkomst van in Fryslân geloste vloeibare lading Goederenhoofdstuk 7: Cokes en geraffineerde aardolieproducten Goederenhoofdstuk 8: Chemische en producten en synthetische of kunstmatige vezels; producten van rubber of kunststof; splijt- en kweekstoffen, met uitzondering van Goederengroep 08.3: Kunstmeststoffen en stikstofverbindingen (behalve natuurlijke meststoffen) Invoer Figuur 2.17 toont de herkomst van vloeibare lading dat in Fryslân gelost wordt. Het volgende valt op: In totaal gaat het om ton aan vloeibare lading. Dit kan onderverdeeld worden naar: o ton aan Vloeibare geraffineerde aardolieproducten o ton aan Anorganische chemische basisproducten. Dit betreft natronloog dat, voor zover ons bekend, overgeslagen wordt in Lemmer. o ton aan Organische chemische basisproducten Dit betreft UN-nummers 1993, 3082 en Dit zijn alles zeer gevaarlijke chemische stoffen. o Tot slot 1020 ton aan Kunststoffen en synthetische rubber in primaire vormen ton vloeibare lading is afkomstig uit het Rotterdamse havengebied. De lading uit dit gebied betreft uitsluitend Vloeibare geraffineerde aardolieproducten, in het meest waarschijnlijke geval gasolie en diesel. Vanuit het Amsterdamse havengebied wordt ton verladen, hier betreft het veelal benzine. Vanuit Utrecht (depot Loenen a/d Vecht) wordt ton aan Vloeibare geraffineerde aardolieproducten overgeslagen. Vanuit België: 8 kton Vanuit Frankrijk: 0 kton Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 21

22 Uitvoer Figuur 2.18 toont de bestemmingen van vloeibare lading dat in Fryslân geladen wordt. Het volgende valt op: In totaal gaat het om ton aan vloeibare lading. Dit kan onderverdeeld worden naar: o ton aan Vloeibare geraffineerde aardolieproducten o ton aan Anorganische chemische basisproducten. Dit betreft natronloog dat, voor zover ons bekend, overgeslagen wordt in Lemmer ton wordt naar Groningen vervoerd. Het betreft hierbij voor ton aan Vloeibare geraffineerde aardolieproducten en voor ton aan Anorganische chemische basisproducten Richting Noord-Holland wordt ton vervoerd. Hiervan wordt vervoerd tussen Den Helder en Harlingen. Dit betreft bunkerolie voor de zeevaart; de overige tonnen zijn in relatie met Amsterdam. figuur 2.18 Bestemming van in Fryslân geladen vloeibare lading Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 22

23 -13% +12,2% +18,8% +3,9% +2,2% +11,4% +9,9% -5,5% 3 Overslaggegevens F4 havens figuur 3.1 Overslag provincie Fryslân naar laad-/loshaven en richting van vervoer Figuur 3.1 toont de overslagcijfers voor de Friese binnenhavens. In 2015 is er in totaal ton aan goederen in Fryslân geladen en goederen gelost Het volgende kan geconcludeerd worden uit figuur 3.1: Het aantal geloste tonnen in Fryslân is ten opzichte van 2014 met 5,5% gedaald. Dit komt overeen met ton. Daarentegen is het aantal tonnen dat in Fryslân geladen is in 2015 ten opzichte van 2014 gestegen met ton (+3,9%). De Frysian Ports slaan in totaal 63% van het volume over. In overige laad en losplaatsen wordt 37% van het volume behandeld. Hierbij nemen de losplaatsen bij Bergum, Kootstertille en Eastermar een groot gedeelte van het volume in. Ten aanzien van de invoervolumes: o De belangrijkste haven in Fryslân voor de invoer van goederen is de haven van Drachten. Hier wordt ton goederen gelost. Dit betreft in totaal 22% van alle ingevoerde goederen. o In Harlingen wordt ton ingevoerd per binnenvaartschip. Dit betreft 13% van het ingevoerde volume naar Fryslân. o In Leeuwarden wordt ton gelost (11%), in Sneek ton (10%) en in Heerenveen (7%). o In de overige havens wordt ton gelost (37%) Ten aanzien van de uitvoervolumes: o De belangrijkste haven voor uitvoervolumes in Fryslân is de haven van Harlingen. Hier wordt ton aan goederen op binnenvaartschepen geladen. Dit betreft 40% van het uitvoervolume in Fryslân. o In Leeuwarden wordt ton overgeslagen, 20% van het uitvoervolume. o In de overige havens wordt ton geladen (37%) Drachten Heerenveen Leeuwarden Sneek Harlingen Overig Fryslân Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 23

24 Miljoenen ton Figuur 3.2 toont de overslag van de Frysian Ports, uitgesplitst naar goederensoort. De volgende conclusies kunnen getrokken worden: De helft van het ingevoerde volume in Fryslân in 2015 betrof Ertsen, turf en andere delfstoffen. Dit betreft vooral de aanvoer van ruwe bouwmaterialen (zand, grind) en mineralen (zout). In totaal gaat het om ton. Dit volume is met 17% afgenomen in vergelijking tot Ook de agribulk heeft een groot aandeel. In totaal betreft het ton (-3% t.o.v. 2014), 30% van het aangevoerde volume. o Dit is opgebouwd uit ton aan landbouw- en visserijproducten. Dit komt overeen met 12% van het totale ingevoerde volume. Het volume lag 4% hoger dan in o Het volume aan voedings- en genotmiddelen betreft ton per jaar en heeft daarmee een aandeel van 16% in het ingevoerde volume. Het volume lag 0,1% lager dan o Tot slot wordt er jaarlijks ton aan Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof geïmporteerd naar de Frysian Ports. Dit betreft vooral kunstmest. Dit komt overeen met 2% van het jaarlijkse invoervolume. Het volume lag 44% lager dan Andere prominente goederengroepen die naar de provincie Fryslân worden ingevoerd zijn Cokes en geraffineerde aardolieproducten met ton. Dit lag 23% hoger dan in Het aandeel in het totale overslagvolume bedraagt 7%. In 2015 is er voor ton (+2% t.o.v. 2014) aan Niet identificeerbare goederen geïmporteerd. Dit betreft vooral (lege) containers. De bijdrage in de totale invoerstroom is daarmee 4%. Er is in 2015 voor ton (+14% t.o.v. 2014) aan Ertsen, turf en andere delfstoffen uitgevoerd en daarmee neemt deze goederensoort 58% van het totale Friese uitvoervolume in. De andere prominente goederengroep die vanuit Fryslân geëxporteerd wordt betreft Niet identificeerbare goederen. In totaal is er in 2015 voor ton aan goederen in containers uitgevoerd. Dit volume lag 11% lager dan in figuur 3.2 Overslag provincie Fryslân naar goederensoort en richting van vervoer 4,0 +7,3% 3,5 +17,9% +4,6% -9,3% 3,0 2,5 2,0 +15,4% +0,9% +9,5% +1,1% 1,5 1,0 0,5 0, Overig Niet identificeerbare goederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Secundaire grondstoffen en afval Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Ertsen, turf en andere delfstoffen Landbouw- en visserijproducten Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 24

25 Figuur 3.3 toont de ontwikkeling van de grootte van de schepen die in de Frysian Ports hun lading komen laden en/of lossen. Hierbij valt het volgende op: De schepen die de Friese havens aandoen, worden over het algemeen steeds groter. Daar waar in 2011 de aanvoer met CEMT Va-schepen en duwbakken nog slechts 29% van het totale volume betrof, is dit in de afgelopen jaren geleidelijk aan gegroeid tot 40% in De aan- en afvoer met klasse Va schepen heeft voornamelijk een impuls gekregen door de MCS-containerterminal in Leeuwarden. De toename is vrijwel volledig te verklaren door deze ontwikkeling, al is ook de aanvoer van 110-meter schepen naar Sneek toegenomen. Onder klasse Va vallen ook de duwbakken die naar Drachten varen voor Agrifirm. Deze duwbakken worden in de sector aangeduid als Drachtenmax en hebben een lengte van circa 80 meter en een breedte van 10,5 meter. Daarmee zijn ze groter dan klasse IV duwbakken, die maximaal 9,60 meter breed mogen zijn. Ook enkele motorschepen hebben deze breedte en vallen ondanks een beperkte lengte van circa 86 meter, binnen de CEMT Va classificatie als gevolg van hun overmaatse breedte. De klasse Vb schepen betreffen duwstellen met gekoppelde duwbakken. Deze combinaties worden bij de Prinses Margrietsluis in Lemmer losgekoppeld en gaan vervolgens als individuele eenheden naar de eindbestemmingen in Fryslân. Het volume dat naar Fryslân gebracht wordt met CEMT III schepen piekte in Dit was het gevolg van twee ontwikkelingen: o de wegenbouw rondom Leeuwarden, waardoor er veel zand aangevoerd is met motorbeunschepen. Het merendeel hiervan valt binnen CEMT-klasse III. o Het toenemende belang van de zeehaven van Harlingen als importhaven voor zand- en grind naar Noord-Nederland. figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Procentuele verdeling van overslag in Fryslân naar scheepsgrootteklassen * ** CEMT I CEMT II CEMT III CEMT IV CEMT Va CEMT Vb Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 25

26 Miljoenen ton 3.1 Drachten figuur 3.4 Overslag haven Drachten naar goederensoort en richting van vervoer Figuur 3.4 toont de overslagcijfers voor de Friese binnenhavens. In 2015 is er in totaal ton aan goederen in Drachten geladen en goederen gelost. Uit de figuur kan het volgende geconcludeerd worden: De haven van Drachten geldt vooral als een importhaven. Het volume dat in de haven geladen wordt ten behoeve van uitvoer is uiterst gering en overstijgt zelden de ton per jaar. De overslagvolumes zijn vanaf 2014 sterk toegenomen in Drachten. Dit was vooral het gevolg van extra aanvoer (ongeveer ton extra) van bouwmaterialen ( Ertsen, turf en andere delfstoffen ) en de extra aanvoer van landbouw- en visserijproducten (ongeveer ton extra). o De Agrifirm vestiging heeft in 2015 een investeringstraject afgerond, waardoor de productiecapaciteit ruim is verdubbeld ten opzichte van 2006: van ton naar ton rundveevoer. o In 2014 is er een enorme piek geweest in het transport tussen Amsterdam en Drachten. Het betrof hier de aanvoer van granietsplit. Deze stroom liep vooral in de maanden oktober en november. o In 2015 was er vooral een toename zichtbaar in de aanvoer van bouwstoffen uit Harlingen. De stroom vanuit Amsterdam verminderde weer. Het aantal geloste goederen nam in 2015 slechts met 0.4% toe. De verwachting is dat de importvolumes van agribulk de komende jaren verder zullen stijgen als gevolg van een toenemende afzet aan veehouders door het wegvallen van de melkquotering. Het in Drachten geladen volume is de afgelopen jaren gedaald met respectievelijk 44,6% en 51,6%. 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 +28,5% +0,4% +10,6% +0,3% +43,8% -28,3% -44,6% -51,6% Overig Niet identificeerbare goederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Secundaire grondstoffen en afval Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Ertsen, turf en andere delfstoffen Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 26

27 Figuur 3.5 toont de ontwikkeling van de grootte van de schepen die in de haven van Drachten hun lading komen laden en/of lossen. Hierbij gelden de volgende opmerkingen: Schepen worden aangemerkt als klasse Va als hun breedte groter is dan 9,60 meter. De maximale afmetingen voor de vaart naar Drachten zijn 80 x 10 x 2,75 m. Er worden echter schepen tot 95 meter lang vergund. Het aandeel van schepen van klasse Va of groter is in de afgelopen jaren toegenomen van 45% in 2011 via 54% in 2014 naar, volgens schatting van Panteia, 52% in Het betreft hier vooral (89%) duwbakken die worden ingezet voor het vervoer van Agrifirm. o Deze duwbakken hebben een breedte van 10,5 meter en zijn specifiek gebouwd om zoveel mogelijk lading naar de Agrifirmvestiging in Drachten te kunnen meenemen. o De duwbakken varen regelmatig gekoppeld over het IJssel- en Markermeer en worden bij de Prinses Margrietsluis gesplitst in twee duwcombinaties. Hierdoor komen ook tweebaksduwstellen (klasse Vb) in de statistieken terecht 2. Het tonnage dat met motorschepen (11%) van klasse Va is gebracht, is toegenomen van ton in 2011 naar ton in In 2014 piekte dit volume, mede door een enorme aanvoer van granietsplit vanuit Amsterdam, nog op bijna ton. De daling van het aantal kleinere schepen is toe te schrijven aan de toename van regionale zand- en grind stromen vanuit Harlingen die via het Van Harinxmakanaal lopen. Hierdoor neemt vooral het aandeel van de klasse III (beun)schepen toe. Het aandeel van CEMT II schepen (Kempenaars) is de afgelopen jaar sterk gedaald. Dit is overeenkomstig de ontwikkeling van de vloot. figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Procentuele verdeling van overslag in de haven van Drachten naar scheepsgrootteklassen * ** CEMT I CEMT II CEMT III CEMT IV CEMT Va CEMT Vb 2 Dit uit zich eveneens in het intraregionale vervoer van Agribulk. Zie tevens Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 27

28 Miljoenen ton 3.2 Harlingen figuur 3.6 Overslag haven Harlingen naar goederensoort en richting van vervoer Figuur 3.6 toont de overslagcijfers voor de haven van Harlingen, uitgesplitst naar goederensoort. In 2015 is er in totaal ton aan goederen in Harlingen geladen en goederen gelost. Uit de figuur kan het volgende geconcludeerd worden: De overslag in de haven van Harlingen neemt sterk toe. o Het aantal geloste goederen is in 2015 met 51% gestegen ten opzichte van 2014; o Het aantal geladen goederen steeg met 20%. De groei kwam voornamelijk door toenemende overslag van ertsen, turf en andere delfstoffen. In totaal groeide de invoer naar Harlingen met 65%; de uitvoer steeg met 26%. o De ontwikkelingen met betrekking tot het vervoer van zout: De zoutaanvoer vanuit Duitsland richting Harlingen bleef vrijwel gelijk: er viel een stijging van ton (+1,1%) te noteren naar ton in De zoutafvoer daalde van ton in 2014 naar ton in Dit betekent een daling van 13%. o Vooral de overslag van zand/grind steeg sterk. In 2014 werd er in de haven van Harlingen door binnenvaartschepen ton aan zand/grind gelost. Dit verdrievoudigde ruim naar ton in 2015 (+245%). De uitvoer van zand/grind steeg naar ton (+36%) Het aantal goederen dat vanuit of naar Harlingen met containers vervoerd werd is in 2015 met 3,6% gestegen naar ton. Ook nam als gevolg van de toenemende activiteiten in de haven de overslag van bunkerolie toe naar ton (+53%) In 2011 valt op dat er voor ton aan Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof gelost is in de Harlinger haven. Deze stroom is niet zichtbaar in de overige jaren. Het betrof hierbij een stroom calciumchloride van de inmiddels ontmantelde Brunner Mond fabriek in Delfzijl verscheept is naar Harlingen ten behoeve van Frisia Zout. 1,4 +19,8% 1,2 +20,3% 1,0-23,4% +4% 0,8 +50,8% 0,6 +16,3% +59,6% 0,4-58,6% 0,2 0, Overig Niet identificeerbare goederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Secundaire grondstoffen en afval Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Ertsen, turf en andere delfstoffen Landbouw- en visserijproducten Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 28

29 Figuur 3.7 toont de ontwikkeling van de grootte van de schepen die in de haven van Harlingen hun lading komen laden en/of lossen. Hierbij gelden de volgende opmerkingen: Het aandeel van grote schepen van klasse Va of groter is de afgelopen jaar min of meer constant gebleven in de haven van Harlingen. Anders dan in Drachten, betreffen de klasse Va en klasse Vb schepen in de haven van Harlingen vooral motorschepen. Wel heeft het aantal schepen van CEMT III een hoge vlucht genomen. Dit houdt verband met het aantrekken van de bouweconomie in de provincie Fryslân. Zie hiervoor tevens sectie De daling van het aandeel CEMT III schepen houdt verband met het wegvallen van de volumes rondom Leeuwarden (wegenbouw in 2013 en 2014) en een toenemend volume dat met grotere schepen wordt overgeslagen. figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% Procentuele verdeling van overslag in de haven van Harlingen naar scheepsgrootteklassen. 30% 20% 10% 0% * ** CEMT I CEMT II CEMT III CEMT IV CEMT Va CEMT Vb Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 29

30 Miljoenen ton 3.3 Heerenveen figuur 3.8 Overslag haven Heerenveen naar goederensoort en richting van vervoer Figuur 3.8 toont de overslagcijfers voor de haven van Heerenveen, uitgesplitst naar goederensoort. In 2015 is er in totaal ton aan goederen in Heerenveen gelost en ton goederen geladen. Uit de figuur kan het volgende geconcludeerd worden: Het aantal geloste goederen in Heerenveen is na twee achtereenvolgende jaren van daling in 2015 weer (beperkt) gestegen. Het aantal in Heerenveen geloste goederen lag 2,6% hoger dan het voorgaande jaar. Daarentegen vertoont het aantal geladen goederen in Heerenveen al jaren een dalende trend. In vergelijking met 2014 is het aantal in Heerenveen geladen goederen teruggelopen met 62%. Hieraan ligt onder andere een verminderde activiteit bij de containeroverslag aan ten grondslag. Naar schatting is de containeroverslag in Heerenveen teruggelopen van ca TEU in 2011 naar ongeveer containers in Echter, ook de uitvoer van recyclede bouwmaterialen (granulaten) bij Van Bentum is de afgelopen jaar aanzienlijk teruggelopen. Dit granulaat wordt vervoerd naar de hoofdlocatie van Van Bentum in Rotterdam. Buiten de containers om, geldt deze stroom wel als een van de omvangrijkste retourstromen vanuit noordelijk Nederland richting de zeehavens. In 2012 is het aantal geloste goederen in de haven van Heerenveen gepiekt. Dit kwam mede doordat er een enorme partij (ca ton) aan bodemas vanuit de Amsterdamse Hemwegcentrale naar Heerenveen (Van Bentum) vervoerd kon worden om aldaar gemengd te worden met het geproduceerde granulaat. 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 +96,9% -32,8% -16,3% +2,6% -8,2% -25,8% -17,1% -61,5% Overig Niet identificeerbare goederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Secundaire grondstoffen en afval Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Ertsen, turf en andere delfstoffen Landbouw- en visserijproducten 3 De gegevens kunnen enigszins vervuild zijn, doordat lading vanuit Heerenveen tegenwoordig gecombineerd wordt met lading vanaf de terminal in Veendam. Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 30

31 Figuur 3.9 toont de ontwikkeling van de grootte van de schepen die in de haven van Heerenveen hun lading komen laden en/of lossen. Hierbij gelden de volgende opmerkingen: Het percentage schepen van klasse Va dat de Heerenveense haven aandoet is de afgelopen jaren licht teruggelopen. Dit houdt verband met de teruglopende activiteiten bij de containerterminal en Van Bentum Recycling. In het jaar 2011 werd nog 50,3% van de goederen aan- of afgevoerd met schepen van klasse Va. Dit aantal bedroeg in %, maar daalde in 2015 weer naar 54.4%. Het betreft in de haven van Heerenveen enkel motorschepen; er wordt slechts zeer sporadisch lading aangeleverd met duwstellen. Echter, rekening houdend met deze ontwikkelingen kan gesteld worden dat bij andere ladingsoorten richting Heerenveen er in toenemende mate inzet van bovenmaatse schepen plaatsvindt. Dit zien we vooral bij de aanvoer van bouwmaterialen vanaf de Rijn of Maas. figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% Procentuele verdeling van overslag in de haven van Heerenveen naar scheepsgrootteklassen. 30% 20% 10% 0% * ** CEMT I CEMT II CEMT III CEMT IV CEMT Va CEMT Vb Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 31

32 Miljoenen ton 3.4 Leeuwarden figuur 3.10 Overslag haven Leeuwarden naar goederensoort en richting van vervoer Figuur 3.10 toont de overslagcijfers voor de haven van Leeuwarden, uitgesplitst naar goederensoort. In 2015 is er in totaal ton aan goederen in Leeuwarden gelost en ton goederen geladen. 1,4 1,2 +43,5% -12,1% Uit de figuur kan het volgende geconcludeerd worden: Het aantal in Leeuwarden geloste goederen is in 2015, in vergelijking tot 2014, met 47% gedaald. Dit heeft te maken met het wegvallen van zandtransporten ten behoeve van de haak om Leeuwarden. Dit uit zich ook in de verdeling van transporten over de maanden van het jaar: in december 2013 en januari 2014 is respectievelijk ton zand en ton zand aangeleverd in Leeuwarden. Ter vergelijking: in de andere maanden van deze jaren lag het volume op ongeveer ton zand. Na oplevering van de Haak om Leeuwarden, in december 2014, zijn de zandtransporten afgenomen tot ongeveer ton zand per maand. Hierdoor is ook het volume in het jaar 2015 aanmerkelijk lager uitgevallen met slechts ton. Bij de hoeveelheid geladen goederen in Leeuwarden valt de invloed van de in 2012 operationeel geworden containerterminal van MCS op. In 2011 werd, ter illustratie, nog geen ton aan goederen geladen in de haven Leeuwarden en dit volume is in 2014 toegenomen meer dan ton. De hoeveelheid goederen vervoerd met containers is in 2015 met 4,7% teruggelopen. Dit vond zijn oorzaak in de verminderde populariteit van de Rotterdamse havens ten gunste van de haven van Antwerpen. Voor het komende jaar wordt echter weer groei verwacht, daar de terminal haar terrein gaat uitbreiden. De aanvoer van landbouwgoederen naar Leeuwarden is al jaren stabiel met ongeveer tot ton per jaar. 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 +63,3% +15,5% -47% -4,7% +81,2% +273,3% Overig Niet identificeerbare goederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Secundaire grondstoffen en afval Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Ertsen, turf en andere delfstoffen Landbouw- en visserijproducten Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 32

33 Figuur 3.11 toont de ontwikkeling van de grootte van de schepen die in de haven van Leeuwarden hun lading komen laden en/of lossen. Hierbij gelden de volgende opmerkingen: Het aandeel schepen van klasse Va is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 2011 lag het percentage van de lading dat met klasse Va-schepen werd binnengebracht nog op 8%. Dit aandeel is gestegen naar 51,2% in Dit is mede het gevolg van de containerterminal die sinds 2012 operationeel is. Het percentage schepen van klasse Va naderde al snel de 50%. Ook deze schepen hebben hun bijdrage geleverd bij het aanleveren van bouwmaterialen ten behoeve van de Haak om Leeuwarden. Echter, dit heeft voornamelijk geleid tot een toename van het aantal klasse III (beun)schepen. Sinds eind 2014 de bouwwerkzaamheden zijn beëindigd, is het percentage schepen van klasse Va verder gestegen. De landbouwgoederen worden vooral binnengebracht door schepen tot en met klasse IV. Dit is het gevolg van het feit dat de losplaats van de meelfabriek van Koopmans nog niet bereikbaar is voor klasse Va schepen. figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% Procentuele verdeling van overslag in de haven van Leeuwarden naar scheepsgrootteklassen. 20% 10% 0% * ** CEMT I CEMT II CEMT III CEMT IV CEMT Va CEMT Vb Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 33

34 Miljoenen ton 3.5 Sneek figuur 3.12 Overslag haven Sneek naar goederensoort en richting van vervoer Figuur 3.12 toont de overslagcijfers voor de haven van Sneek, uitgesplitst naar goederensoort. In 2015 is er in totaal ton aan goederen in Sneek gelost en ton goederen geladen. 0,7 0,6 +15,4% +37,3% -9,8% Uit de figuur kan het volgende geconcludeerd worden: Het aantal goederen dat in Sneek gelost is, is in 2015 met 10% gedaald. Het aantal geladen goederen liep met 78% nog sterker terug. De afname van het vervoer toonde zich vooral bij de invoer van bouwmaterialen en secundaire grondstoffen. Dit heeft te maken met de aanleg van een nieuwe woonwijk, waarvoor beton en ophoogmaterialen benodigd zijn geweest. De piek die waarneembaar is in 2012 bij geladen Ertsen, turf en andere delfstoffen heeft te maken met de baggerwerkzaamheden ( m³) die benodigd waren om de haven van Sneek bereikbaar te maken voor schepen van klasse Va. Ook in 2014 vonden er baggerwerkzaamheden plaats in de gemeente Súdwest-Fryslân. Dit gebeurde in het IJsselmeer in de Vaargeul Urk Makkum Kornwerderzand. De import van agribulk (landbouw- en visserijproducten, alsmede voedings- en genotsmiddelen is sinds 2011 geleidelijk aan gestegen van ton naar circa ton. Tot en met 2014 werd er jaarlijks circa ton aan chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof naar Heeg vervoerd. Het betreft hier de aanvoer van kunstmest. Dit volume is in 2015 met circa 20% gestegen naar ton. 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0-26,7% +414,6% +132,7% -86,9% -78,1% Overig Niet identificeerbare goederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Secundaire grondstoffen en afval Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Ertsen, turf en andere delfstoffen Landbouw- en visserijproducten Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 34

35 Figuur 3.13 toont de ontwikkeling van de grootte van de schepen die in de haven van Sneek hun lading komen laden en/of lossen. Hierbij gelden de volgende opmerkingen: Het aandeel schepen van klasse Va is na de verruiming van de haven van Sneek sterk toegenomen. In 2011 bedroeg het aandeel van klasse Va-schepen (breder dan 9,6 meter) nog slechts 6,5%. Dit aandeel is gestegen naar 22,3% in Over het algemeen voeren de kleinere schepen de landbouwgoederen en voedingsmiddelen voor De Heus aan. Hier worden zowel motorschepen als duwbakken (7,5-8,2 m breed) voor ingezet. Voornamelijk de brandstoffen bestemd voor Veenema Olie worden met klasse Va schepen gebracht. Voorheen gebeurde dit met tankers tot 86 meter lengte. In 2013 werd bijvoorbeeld nog ton aangeleverd met CEMT IV-tankschepen en ton aan CEMT Va tankschepen; In 2015 is dit gekanteld en nu wordt nog slechts ton met CEMT IV tankschepen aangevoerd en ton met CEMT Va schepen. figuur 3.13 Procentuele verdeling van overslag in de haven van Sneek naar scheepsgrootteklassen. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% * ** CEMT I CEMT II CEMT III CEMT IV CEMT Va CEMT Vb Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 35

36 Miljoenen ton 3.6 Overig Fryslân Figuur 3.14 toont de overslagcijfers voor de overige laad- en loslocaties in de provincie Fryslân uitgesplitst naar goederensoort. In 2015 is er in totaal ton aan goederen gelost en ton goederen geladen. figuur ,0 1,8 1,6 Overslag overige Friese laad-/loshavens naar goederensoort en richting van vervoer +29,6% +15,6% +2,1% De belangrijkste laad- en losplaatsen buiten de F4-havens zijn: In de gemeente Achtkarspelen: Kootstertille, Stroobos en Augustinusga In de gemeente Tietjerksteradeel: Schuilenburg, Burgum, Oostermeer en Suameer. In de gemeente De Friese Meren: Lemmer. In de gemeente Franekeradeel: Kiesterzijl en Franeker. 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2-24,8% +16% -32,2% +25,9% +9,7% Uit de figuur kan het volgende geconcludeerd worden: Het aantal geloste goederen bij overige losplaatsen is in 2015 met 2.1% gestegen ten opzichte van Het aantal in Fryslân geladen goederen steeg met 9,7%. Bij de overige Friese laad- en losplaatsen wordt vooral zand- en grind geladen. Ook de aanvoer van cement ( Overige nietmetaalhoudende mineralen ) vindt veelvuldig plaats. Landbouwgoederen worden vooral vanuit Kootstertille geladen; het gaat hierbij om houtsnippers die worden vervoerd Het jaar 2014 kenmerkt zich door een groot aandeel van de groep overig. Dit is het gevolg van steenkolenvervoer naar de Eemshaven. Deze bakken zijn als twee- of zelfs vierbaksduwstel over het IJsselmeer gevaren. Bij de Prinses Margrietsluis (Lemmer) zijn deze bakken losgekoppeld. o Het meerbaksduwstel maakt hierbij de reis Amsterdam Lemmer. o Vervolgens brengen enkelbaksduwstellen deze kolen weg met een (conform IVS 90) reis Lemmer = Eemshaven. 0, Overig Niet identificeerbare goederen Uitrusting voor het vervoer van goederen Secundaire grondstoffen en afval Metalen en metaalproducten Overige niet-metaalhoudende mineralen Chemicaliën, vezels, rubber en splijtstof Cokes en geraffineerde aardolieproducten Voedings- en genotmiddelen Ertsen, turf en andere delfstoffen Landbouw- en visserijproducten Bron: publicatiebestanden binnenvaart, BIVAS, IVS 90 sluisdata, bewerking Panteia 36

37 15,7% 16,0% 16,9% 15,7% 16,1% 16,3% 4 Modal split in Fryslân figuur % Ontwikkeling van de modal split in Fryslân, alle goederensoorten. Panteia heeft op basis van de publicatiebestanden voor het weg- en spoorvervoer, alsmede binnenvaart, een analyse gemaakt van de modal-split verhoudingen voor het vervoer naar de provincie Fryslân. 30% Hierbij presenteren wij voor de verschillende goederensoorten en richtingen van het vervoer de ontwikkeling van de modal split over de jaren. Aanvullend wordt een analyse gepresenteerd voor het aandeel van de binnenvaart in de modal split voor verschillende afstandsklassen. 25% Wij presenteren alle modal-split ontwikkelingen binnen een historische tijdreeks vanaf het jaar 2010 en zullen de opgetreden ontwikkelingen duiden. 4.1 Totaal 20% 15% Figuur 4.1 toont de ontwikkeling van het aandeel van de binnenvaart in de modal split voor Nederland als geheel en de noordelijke provincies. 10% Het volgende wordt zichtbaar: Het aandeel van de binnenvaart in de modal split van Fryslân is in 2015 met 0,2 procentpunt gestegen ten opzichte van Als enige van de noordelijke provincies viel ook voor het jaar 2015 een stijging te noteren. Het aandeel van binnenvaart in de modal split in Fryslân is sinds 2010 licht gestegen. Dit is alleen in Groningen ook het geval. Overijssel en Drenthe laten een daling zien, De modal split in Groningen heeft een impuls gekregen door de ontwikkelingen rondom de Eemshaven en, specifiek voor 2014, de opstart van de Eemshaven-kolencentrale waardoor er tijdelijk 1 miljoen ton extra aan kolen aangeleverd moest worden. 5% 0% Nederland Groningen Overijssel Friesland Drenthe Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart , CBS 37

38 5,9% 6,6% 6,0% 5,9% 6,4% 7,1% 4.2 Naar goederensoort In deze paragraaf beschouwen wij voor de belangrijkste goederensoorten de ontwikkeling van de modal split. Hierbij is het aandeel van de binnenvaart afgezet tegenover het aandeel van het wegvervoer; spoorvervoer is niet beschouwd. figuur % 14% Ontwikkeling van de modal split in Fryslân, agribulk Agribulk Figuur 4.2 toont de ontwikkeling van de modal split voor het vervoer van agribulk van en naar de provincie Fryslân. Dit is afgezet tegen de modal split in andere noordelijke provincies (Overijssel, Groningen en Drenthe) alsmede het Nederlands gemiddelde. Het volgende valt hierbij op: Het aandeel van de binnenvaart in de modal split van agribulk naar Fryslân toe is groeiende. Daar waar het aandeel in ,6% (in volume) bedroeg, is dit via het dieptepunt van 5,9% in 2013 gestegen naar, volgens schatting, 7,1% in Hiermee volgt de provincie Fryslân de trend die landelijk is ingezet en ook zichtbaar is in de provincies Overijssel en Drenthe. In deze provincies zijn veel veevoederfabrieken gevestigd, die hebben geprofiteerd naar de toenemende vraag naar veevoer voor onder andere runderen. Ook heeft de verbeterde bereikbaarheid van de binnenhaven van Sneek bijgedragen aan het realiseren van groei. Dit geldt eveneens voor de toenemende focus van Agrifirm op de fabriek in Drachten. In Groningen is het aandeel van de binnenvaart in de modal split van agribulk dalende. Dit heeft deels te maken met de toegenomen opbrengst van suikerbieten in de afgelopen jaren. Deze worden per vrachtauto naar de suikerfabriek in Hoogkerk gebracht om aldaar verwerkt te worden tot suikers. Dit leidt tot zowel toenemende aanvoer- als afvoerbewegingen. Ook is in Groningen vooral de nationale afvoer per schip van landbouwproducten en voedingsmiddelen afgenomen. 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% Nederland Groningen Overijssel Friesland Drenthe Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart

39 35,2% 34,7% 33,5% 38,6% 38,3% 42,4% Bouwmaterialen Figuur 4.3 toont de ontwikkeling van de modal split voor het vervoer van bouwmaterialen van en naar de provincie Fryslân. Dit is afgezet tegen de modal split in andere noordelijke provincies (Overijssel, Groningen en Drenthe) alsmede het Nederlands gemiddelde. figuur % Ontwikkeling van de modal split in Fryslân, bouwmaterialen Het volgende wordt zichtbaar: Het aandeel van de binnenvaart in de modal split bij het vervoer van bouwmaterialen is in Fryslân gedaald van 42,4% in 2010 tot 33,5% in Hiermee volgt de provincie Fryslân de landelijke ontwikkeling; ook daar is een dalende tendens zichtbaar. Een belangrijke oorzaak hierbij is de crisis in de bouw, die nu achter ons lijkt te liggen. Ondanks het feit dat er in Fryslân veel bouwprojecten zijn geweest, heeft dit niet geleid tot een hoger aandeel binnenvaartvervoer. Dit komt omdat wegenbouwprojecten veelal ook natransport van zand/grind vereisen, waardoor dezelfde volumes over water over de weg naar de eindbestemming gebracht worden. Tevens is bij een groot aantal wegenprojecten gebruik gemaakt van lokale winnen, bijvoorbeeld bij zandwinplassen zoals Suawoude. Hierbij wordt gebruik gemaakt van drijvende persleidingen en komt er geen binnenvaartvervoer aan te pas. De provincie Overijssel laat in 2014 een opvallende stijging zien. Dit is het gevolg van het project Ruimte voor de Rivier waardoor veel volumes zijn vervoerd in de waterbouw. Het betreft hierbij de afvoer van grond voor de aanleg van nevengeulen in de IJssel en de aanvoer van klei voor dijkverhogingen. 50% 40% 30% 20% 10% 0% Nederland Groningen Overijssel Friesland Drenthe Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart

40 3,1% 5,9% 8,8% 13,2% 12,2% 11,8% Containers Figuur 4.4 toont de ontwikkeling van de modal split voor het vervoer van containers van en naar de provincie Fryslân. Dit is afgezet tegen de modal split in andere noordelijke provincies (Overijssel, Groningen en Drenthe) alsmede het Nederlands gemiddelde. figuur % Ontwikkeling van de modal split in Fryslân, containers Het volgende wordt zichtbaar: Het aandeel van de binnenvaart in de modal split bij het vervoer van containers is in de periode zeer snel toegenomen. Dit aandeel piekte in 2013 op 13,2% en is nadien weer ingezakt tot 11,8%. Ter vergelijking: in 2010 bedroeg het aandeel van de binnenvaart in de modal split van containers nog slechts 3,1%. Eind 2010 werd de containerterminal in Heerenveen operationeel. o Deze terminal kende in 2011 nog aanzienlijke volumes met een overslag van containers. o Deze terminal is in de jaren nadien echter steeds minder vaak aangedaan. Het volume daalde naar circa containers in 2012 en 2013 en in 2014 naar nog maar slechts TEU. In 2015 zijn de volumes naar verwachting nog verder gedaald. Hier tegenover staat een sterke ontwikkeling van de terminal in Leeuwarden. Deze terminal is in het jaar 2012 operationeel geworden en sloeg in TEU over. In 2015 zijn de volumes met 2,8% teruggelopen. De opening van de terminal in Leeuwarden heeft effect gehad op de volumes die in Meppel (Drenthe) werden overgeslagen door dezelfde terminaluitbater (MCS). In 2012 werd daar nog TEU overgeslagen; dit aandeel is gezakt naar in De ontwikkeling in Groningen is het gevolg van de ontwikkeling van een containeroverslag bij de Eemshaven en het ombouwen van de railterminal in Veendam naar een trimodale terminal met ook een regelmatige binnenvaartverbinding. Ook zichtbaar is het effect van de opening van de MCS terminal in Westerbroek in 2011 en het overhevelen van volumes per trein (Fryslân-Campina) van Veendam naar Westerbroek (schip). 20% 15% 10% 5% 0% Nederland Groningen Overijssel Friesland Drenthe Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart

41 6,3% 4,2% 7,2% 5,9% 4,9% 14,1% Vloeibare goederen (w.o. gevaarlijke stoffen) Figuur 4.5 toont de ontwikkeling van de modal split voor het vervoer van vloeibare goederen van en naar de provincie Fryslân. Dit is afgezet tegen de modal split in andere noordelijke provincies (Overijssel, Groningen en Drenthe) alsmede het Nederlands gemiddelde. figuur % Ontwikkeling van de modal split in Fryslân, vloeibare lading Hierbij kunnen we het volgende opmerken: Het aandeel van de binnenvaart in het vervoer van vloeibare goederen (zoals motorbrandstoffen en chemicaliën) is in 2015 gedaald naar 4,9%. Dit aandeel bedroeg in 2010 nog 6,3%. Dit heeft mede te maken met voorraadvorming die plaats vindt bij stijgende olieprijzen. In periode tot het derde kwartaal van 2014 zijn de olieprijzen langzaam gestegen. Hierdoor nam de voorraadvorming af en derhalve verminderden de tanktransporten tot dat zich wat noodzakelijkerwijs geleverd moest worden. Deze ontwikkeling doet zich voor bij alle onderzochte provincies en voor geheel Nederland. Overal daalt in 2013 het volume en daardoor het aandeel van de binnenvaart in de modal split. De piek in de modal split van vloeibare producten in het jaar 2011 heeft te maken met stroom calciumchloride van de inmiddels ontmantelde Brunner Mond fabriek in Delfzijl verscheept is naar Harlingen ten behoeve van Frisia Zout. Het betrof hier ongebruikte voorraad en deze stroom was dan ook tijdelijk van aard. 50% 40% 30% 20% 10% 0% Nederland Groningen Overijssel Friesland Drenthe Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart

42 4.3 Naar richting Figuur 4.6 toont het aandeel van de binnenvaart in de modal split voor de verschillende richtingen waarin vervoer kan plaatsvinden. Hierbij is de provincie Fryslân afgezet tegenover andere noordelijke provincies (Flevoland, Groningen en Overijssel) alsmede geheel Nederland. figuur 4.6 Modal split uitgesplitst naar vervoersrichting voor diverse provincies. Totaal Hierbij valt het volgende op: Het aandeel van de binnenvaart in de modal split van de provincie Fryslân bedraagt 16.3%. Dit is lager dan omliggende provincies: o Groningen scoort 17,5%, mede door de activiteiten die op gang zijn gekomen in de Eemshaven; o De provincie Flevoland kent een aandeel van de binnenvaart in de modal split van 28% Dit is in sterke mate het gevolg van zandwinningsactiviteiten die plaatsvinden in het IJsselmeer. o Het aandeel van de binnenvaart in de modal split voor vervoer in relatie tot Overijssel is van gelijke orde als de provincie Fryslân. De provincie Fryslân behaalt een hoog aandeel in de modal split bij internationale invoerstromen. De helft van de goederen die uit het buitenland komen wordt binnenschip aangevoerd. Hiermee wordt bijna net zo goed gescoord als het Nederlands gemiddelde. Het betreft hierbij vooral een grote stroom aan bouwmaterialen afkomstig van de Rijn voor Kootstertille, Lemmer en Heerenveen. Ook worden er landbouwgoederen aangevoerd vanuit Frankrijk richting Leeuwarden. De internationale export daarentegen is zeer beperkt. Het gebrek aan een containerdienst naar de haven van Antwerpen is hier mede debet aan. De grootste internationale exportstroom vanuit Fryslân betreft houtsnippers voor Belgische energiecentrales. Hoewel het aandeel van de binnenvaart bij regionale vervoersstromen in alle gevallen laag is, scoort de provincie Fryslân zelfs beter dan het Nederlandse gemiddelde. Dit komt door de goede regionale bereikbaarheid van de binnenhavens en de vaarwegen. Internationaal - totaal Internationaal - export Internationaal - import Nationaal - totaal Nationaal - export Nationaal - import Regionaal 0% 20% 40% 60% 80% Aandeel binnenvaart in modal split naar richting Flevoland Groningen Overijssel Friesland Nederland Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 42

43 4.4 Naar afstandsklassen Figuur 4.7 toont het aandeel van de binnenvaart in de modal split voor de verschillende noordelijke provincies en het gemiddelde in Nederland voor verschillende afstandsklassen. In deze berekening is het spoorvervoer wel meegenomen, anders dan in de vorige paragraaf. Het volgende valt op bij de figuur: In vergelijking tot andere provincies in het noorden van Nederland heeft de binnenvaart in Fryslân een sterke positie voor het regionale vervoer. Circa 10% van het vervoer met een afstand tot 100 kilometer (gemeten over de weg) vindt plaats over water. o Dit is aanmerkelijk hoger dan Overijssel (3%) en Drenthe (4%) en ook nipt hoger dan Groningen (9%). o Het is echter wel lager dan het Nederlandse gemiddelde dat op 17% ligt. Hierbij geldt echter wel dat bijvoorbeeld havenstromen tussen Amsterdam en Rotterdam ook binnen deze klasse vallen. o Desondanks toont het belang van het regionale vaarwegennet en de aftakkingen van het Prinses Margrietkanaal naar Heerenveen, Sneek en Drachten aan. Deze zijn noodzakelijk om ook het regionale vervoer te faciliteren. De binnenvaart van/en naar Fryslân heeft een aandeel van 35% in het vervoer tussen afstanden van 100 tot 199 kilometer. Dit percentage ligt hoger dan Groningen en Drenthe, maar lager dan Overijssel. Het verkeer in relatie tot de zeehaven van Amsterdam vindt plaats binnen deze afstandsklasse. In de afstandsklasse van 200 tot 299 kilometer heeft de binnenvaart een aandeel van 57%. Dit is lager dan Overijssel en Groningen, maar aanmerkelijk hoger dan Drenthe. Het Nederlandse gemiddelde ligt hier op 72%. De binnenvaart in Fryslân scoort relatief goed bij vervoersafstanden groter dan 1000 kilometer. Dit samen met de provincie Groningen. Het betreft in beide gevallen vooral zoutstromen (vanuit Harlingen of Delfzijl) richting Oostenrijk. figuur 4.7 Aandeel binnenvaart in de modal split naar afstandsklasse, vergelijking met diverse noordelijke provincies. Van 0 km tot en met 99 km Van 99 km tot en met 199 km Van 200 km tot en met 299 km Van 299 km tot en met 499 km Van 499 km tot en met 999 km Meer dan 1000 km 10% 25% 35% 48% 50% 57% Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 3% 9% 4% 15% 13% 6% 6% 17% 31% 29% 29% 33% 30% 32% 42% 43% 49% 53% 55% 60% 67% 71% 72% 69% 0% 25% 50% 75% Friesland Overijssel Groningen Drenthe Rest van Nederland 43

44

45 5 Ontwikkelingen in perspectief figuur 5.1 Vergelijking van overslagvolumes in Fryslân met overige noordelijke provincies 5.1 Overslag in vergelijking tot andere provincies Figuur 5.1 geeft een vergelijking tussen de overslagcijfers in de provincie Fryslân in vergelijking met de volumes die in Drenthe en Groningen gerealiseerd worden. Hierbij is het overslagvolume getoond als percentage van het totale volume dat in Nederland geladen of gelost wordt, exclusief zeehavenoverslag. De provincie Fryslân heeft een sterke positie met betrekking tot de overslag van 20-voets containers. Bijna vijftien procent (in gewicht) van de Nederlandse exportcontainers van 20-voet die per schip aangeleverd worden is afkomstig uit Fryslân. Ook Groningen scoort goed; de overslag daar ligt slechts ton lager op jaarbasis. De provincie Fryslân scoort aanmerkelijk beter dan Groningen ten aanzien van de hoeveelheid ingevoerde agribulk. In Drenthe wordt daarentegen meer over geslagen. Bij containeroverslag valt op dat de provincie Fryslân relatief matig scoort bij 40-voets containers, zowel als het gaat om invoer als uitvoer. Hier scoren zowel Drenthe als Groningen beter. De provincie Fryslân is het centrum van de noordelijke provincies als het gaat om de bouwindustrie, zo blijkt het percentage bouwmaterialen dat gelost wordt. Dit lag in 2015 één miljoen ton hoger dan in Groningen en drie miljoen ton hoger dan in Drenthe. Dit is opmerkelijk, omdat er in de Eemshaven grootschalige recycling plaats vindt van (vervuilde) bouwstoffen. Dit leidt tot zowel grote aanvoer- als afvoerstromen per schip. Ook bij het aantal geladen bouwmaterialen scoort de provincie Fryslân goed, maar wel minder dan de provincie Groningen. De aanwezigheid van zware industrie rondom Delfzijl (afvoer zout, goed voor anderhalf miljoen ton bouwmaterialen) draagt hier mede aan bij.) Agribulk Bouwmaterialen Vloeibaar Overig Container - 40 ft Container - 20 ft Agribulk Bouwmaterialen Vloeibaar Overig Container - 40 ft Container - 20 ft % 5% 10% 15% Percentage van Nederland, exclusief overslag in zeehavens Drenthe Fryslân Groningen Bron: publicatiebestanden wegvervoer, spoorvervoer en binnenvaart 2015, CBS. 45

Goederenvervoer van en naar Friese havens (2016) Monitoringsprogramma provincie Fryslân

Goederenvervoer van en naar Friese havens (2016) Monitoringsprogramma provincie Fryslân Goederenvervoer van en naar Friese havens (2016) Monitoringsprogramma provincie Fryslân 2015-2019 Wouter van der Geest; Rob de Leeuw van Weenen Zoetermeer, 31 augustus 2017 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.9.2017 COM(2017) 545 final ANNEXES 1 to 8 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de statistiek van het goederenvervoer

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Jaarmonitor goederenvervoer

Jaarmonitor goederenvervoer Jaarmonitor goederenvervoer Goederenvervoer blijft groeien in 2018 In 2018 werd 1,71 miljard ton goederen vanuit, naar en in Nederland vervoerd. Dit was een stijging van 1,2 procent in vergelijking met

Nadere informatie

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van 2013-2017 Hoe is het gesteld met de vervoerscijfers van gevaarlijke stoffen in Nederland? Het is altijd interessant om van tijd

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016

Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016 Kostenstructuur zand en grindvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2015/0187 Zoetermeer, 29 januari

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de statistieken van het spoorvervoer (herschikking)

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de statistieken van het spoorvervoer (herschikking) EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.6.2017 COM(2017) 353 final ANNEXES 1 to 10 BIJLAGEN bij Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de statistieken van het spoorvervoer

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer

Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer Bron Naam figuur / tabel publicatie Indicator Publicatiejaar (jaar van toegang) Link (indien mogelijk) A.1 CBS Vervoerd gewicht door beroeps- en eigen vervoer

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Segmentering CO 2 -emissies goederenvervoer in Nederland

Segmentering CO 2 -emissies goederenvervoer in Nederland 1 Segmentering CO 2 -emissies goederenvervoer in Nederland Samenvatting Een doelstelling van de Topsector Logistiek is om in 2020 de CO 2 -uitstoot van het goederenvervoer met 68.700 ton te reduceren.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Dammis van 't Zelfde Zoetermeer, 16 september 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017 Algemeen omschrijving Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari februari februari tonkilometer (tonkm) 332.379.614 327..14 +1,65% 757.171.937 658.7.244 +15,7% tonnage (ton) 5.59.538 5.285.87

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom VBO Woonindex Tweede 2008 drs. P. Rosenboom Zoetermeer, 10 juli 2008 In opdracht van VBO Makelaars. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober 2017 Algemeen omschrijving Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober oktober oktober tonkilometer (tonkm) 386.237.18 369.987.917 +4,39% 3.664.45.572 3.414.36.196 +7,32% tonnage (ton) 6.612.6 6.15.395

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

BINNENHAVENMONITOR 2015 REGIONALE KNOOPPUNTEN IN DE ECONOMIE. Haven van Deventer

BINNENHAVENMONITOR 2015 REGIONALE KNOOPPUNTEN IN DE ECONOMIE. Haven van Deventer BINNENHAVENMONITOR 2015 REGIONALE KNOOPPUNTEN IN DE ECONOMIE Haven van Deventer INLEIDING De Binnenhavenmonitor 2015 geeft inzicht in de economische ontwikkelingen van de binnenhavens in Nederland voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg Maart 2019

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg Maart 2019 Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg Maart Algemeen omschrijving maart maart tonkilometer (tonkm) 371.553.312 39.663.512-4,89% 1.85.667.275 1.96.392.372 -,98% tonnage (ton) 6.154.927 6.534.647-5,81%

Nadere informatie

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg December 2018

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg December 2018 Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg December Algemeen omschrijving december december tonkilometer (tonkm) 325.577.16 312.16.449 +4,32% 4.425.619.625 4.353.421.767 +1,66% tonnage (ton) 5.26.239 5.125.85

Nadere informatie

Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland

Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland Uitgevoerd in opdracht van: Ministerie van Infrastructuur en Milieu EINDRAPPORTAGE Nijmegen/Den Haag, 30 april 2015 Inhoudsopgave 1. Doel en inhoud Monitor

Nadere informatie

Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water. 4 september 2014

Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water. 4 september 2014 Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water 4 september 2014 Hoe kan de bereikbaarheid van Zuidoost- Brabant voor het goederen vervoer over water voor langere tijd gewaarborgd

Nadere informatie

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 2 oktober 2010 Bron: Secretariaat van de CCR 5 oktober 2010)

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 2 oktober 2010 Bron: Secretariaat van de CCR 5 oktober 2010) CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 2 oktober 2010 Bron: Secretariaat van de CCR 5 oktober 2010) Gehele binnenvaart: In de eerste helft van

Nadere informatie

Watertruck Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water

Watertruck Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water Watertruck Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water s-hertogenbosch 30 juni 2014 Hoe kan de bereikbaarheid van Zuidoost- Brabant voor het goederen vervoer over water

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Vervoer. Het goederenvervoer over de weg door Belgische voertuigen met minstens een ton laadvermogen

Vervoer. Het goederenvervoer over de weg door Belgische voertuigen met minstens een ton laadvermogen Vervoer Het goederenvervoer over de weg door Belgische voertuigen met minstens een ton laadvermogen De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie biedt onpartijdige statistische informatie.

Nadere informatie

Eigen trafiek Brussel % % Transit % % Totaal % %

Eigen trafiek Brussel % % Transit % % Totaal % % PERSBERICHT 24 februari 2012 TRAFIEKEN IN DE BRUSSELSE HAVEN GEVEN IN 2011 EEN DUIDELIJKE GROEI AAN EN HALEN WEER HET PEIL VAN VÓÓR DE CRISIS. De watergebonden overslag in de Brusselse haven heeft voor

Nadere informatie

Branche Update: Container terminals

Branche Update: Container terminals Branche Update: Container terminals Economisch Bureau Sector & Commodity Research Nadia Menkveld +31 206 286441 Concurrentiepositie haven van belang voor terminal Hoewel de overslag in de haven van Rotterdam

Nadere informatie

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Frits Suyver Zoetermeer, 17 februari 2004 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie