Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Transcriptie

1 1977R2237 NL Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen "B VERORDENING (EEG) Nr. 2237/77 VAN DE COMMISSIE van 23 september 1977 met betrekking tot het bedrijfsformulier te gebruiken met het oog op de constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven (PB L 263 van , blz. 1) Gewijzigd bij: Publicatieblad nr. blz. datum "M1 Verordening (EEG) nr. 600/79 van de Commissie van 29 maart 1979 "M2 Verordening (EEG) nr. 3245/80 van de Commissie van 15 december 1980 L L Gewijzigd bij: "A1 Toetredingsakte van Griekenland L

2 1977R2237 NL VERORDENING (EEG) Nr. 2237/77 VAN DE COMMISSIE van 23 september 1977 met betrekking tot het bedrijfsformulier te gebruiken met het oog op de constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2910/73 ( 2 ), inzonderheid op artikel 7, Overwegende dat bij Verordening nr. 118/66/EEG van de Commissie van 29 juli 1966 ( 3 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3565/73 ( 4 ), de inhoud is bepaald van het bedrijfsformulier te gebruiken met het oog op de constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven; Overwegende dat de boekhoudkundige gegevens verzameld in het kader van het bedrijfsformulier met het oog op de constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven, voor alle bestudeerde boekhoudbedrijven identiek moeten zijn met betrekking tot hun aard, hun definitie en hun vorm; Overwegende dat na tien jaar werking van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen het gewenst is de opgedane ervaring te benutten om de bepalingen betreffende het bedrijfsformulier te verbeteren, ten einde de vergelijkbaarheid van de boekhoudgegevens te versterken en deze gegevens aan de ontwikkeling van de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid aan te passen; Overwegende dat het bij deze gelegenheid gewenst is de huidige ontwikkeling van de informatica te benutten om de verwerking van de boekhoudgegevens te verbeteren en dat magneetbanden moeten worden gebruikt als drager van de boekhoudgegevens; Overwegende dat het mogelijk is dat voor sommige bedrijven moeilijkheden worden ondervonden om bepaalde rubrieken in te vullen, omdat de overeenkomstige gegevens in de boekhouding van deze bedrijven niet beschikbaar zijn; dat het daarom nodig is zolang deze moeilijkheden duren, in een systeem te voorzien dat elk risico van foutieve interpretatie uitsluit in het geval dat de desbetreffende rubrieken niet worden ingevuld; Overwegende dat, om de nadelen die kunnen voortvloeien uit de aanpassingen van het nieuwe bedrijfsformulier maximaal te beperken, het aangewezen zou zijn de nieuwe bepalingen met ingang van één en hetzelfde boekjaar in alle Lid-Staten toe te passen, maar dat het nochtans gewenst is, gelet op de moeilijkheden welke sommige Lid-Staten kunnen ondervinden om op een juiste wijze deze aanpassingen door te voeren binnen de termijn van één jaar, in de mogelijkheid te voorzien voor deze Lid-Staten om de toepassing van de nieuwe bepalingen één boekjaar uit te stellen; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, ( 1 ) PB nr. 109 van , blz. 1859/65. ( 2 ) PB nr. L 299 van , blz. 1. ( 3 ) PB nr. 148 van , blz. 2701/66. ( 4 ) PB nr. L 361 van , blz. 84.

3 1977R2237 NL HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De aard van de boekhoudkundige gegevens die op het bedrijfsformulier voorkomen is vastgesteld in bijlage I. De hiermede verband houdende definities en instructies zijn vastgesteld in bijlage II. De boekhoudkundige gegevens worden weergegeven in de vorm vastgesteld in bijlage III. Artikel 2!M1!A1 Deze verordening wordt voor de eerste maal toegepast op de boekhoudkundige gegevens van het boekjaar 1978, dat begint tijdens de periode van 1 januari 1978 tot 1 juli In Frankrijk en Ierland worden deze bepalingen evenwel voor het eerst toegepast voor de boekhoudkundige gegevens van het boekjaar 1979 en in Italië voor die van het boekjaar De boekjaren 1979 en 1980 zijn de boekjaren die beginnen in de periode van 1 januari tot 1 juli 1979, respectievelijk de periode van 1 januari tot 1 juli In Griekenland zijn deze bepalingen voor de eerste maal toepasselijk op de boekhoudkundige gegevens van het boekjaar 1981, dat begint tijdens de periode van 1 januari 1981 tot 1 juli Artikel 3 Verordening nr. 118/66/EEG wordt ingetrokken. Zij blijft volledig toepasselijk op de boekhoudkundige gegevens van de boekjaren voorafgaand aan de in artikel 2 bedoelde, ongeacht de datum van het overmaken van deze gegevens aan de Commissie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

4 1977R2237 NL BIJLAGE I SCHEMA VAN HET BEDRIJFSFORMULIER Voor iedere rubriek en kolom van de onderhavige bijlage wordt verwezen naar de definities en instructies van bijlage II. De (klein gedrukte) nummers in de kolommen van de tabellen geven de volgorde van de gegevens op de magneetband aan ( 1 ). De niet toegekende ( vrije ) nummers zijn beschikbaar voor later gebruik, zij worden met nullen ingevuld. A. ALGEMENE INLICHTINGEN Nummer en benaming van de rubrieken Volgnummer 1. Bedrijfsnummer Streek 1 Onderdeel van de streek 2 Volgnummer van het bedrijf 3 2. Aanwijzingen betreffende de mecanografische records Aantal records per bedrijf 4 Volgnummer van de record 5 Aantal groepen van 10 gegevens betreffende de produktie (uitgezonderd dieren) 6 Vrij 7 t/m Zetel van het bedrijf Bedrijfsklasse Technisch-economische gerichtheid (TEG) 32 Specialisatie 33 Vrij 34 Grootteklasse 35 Vrij Datum einde boekjaar 37 Vrij Probleemgebied Geïrrigeerde oppervlakte Hoogteligging Weidedagen op bergweiden of andere weiden die niet zijn begrepen in de oppervlakte cultuurgrond 42 Vrij 43 t/m 47 ( 1 ) Deze volgnummers zijn systematisch aangegeven zelfs voor posities die nooit worden ingevuld (voorbeeld: tabel K kolom oppervlakte voor produkt 162 koemelk ).

5 1977R2237 NL B. EXPLOITATIEVORM Nummer en benaming van de rubrieken Volgnummer 10. Cultuurgrond in eigendom Gepachte cultuurgrond Cultuurgrond in deelpacht 50 C. ARBEIDSKRACHTEN Nummer en benaming van de rubrieken Code (1) Geboortejaar (2) Aantal eenheden (3) Jaarlijkse arbeidstijd (uren) (4) A. Niet-betaalde regelmatig werkzame arbeidskrachten Bedrijfshoofd/bedrijfsleider >< 14. Bedrijfshoofd/geen bedrijfsleider 15. Bedrijfsleider/geen bedrijfshoofd >: Aantal personen 16. Echtgenoot van het bedrijfshoofd Overige B. 18. Niet-betaalde, niet regelmatige werkzame arbeidskrachten 77 C. Betaalde regelmatig werkzame arbeidskrachten 19. Bedrijfsleider Overige D. 21. Betaalde niet regelmatig werkzame arbeidskrachten 83 D. AANTAL EN WAARDE VAN DE DIEREN Nummer en benaming van de rubrieken Begininventaris aantal (1) waarde (2) aantal (3) Eindinventaris waarde (4) Gemiddeld aantal (5) 22. Eenhoevigen Mestkalveren Overige runderen, jonger dan 1 jaar Mannelijke runderen van 1 tot 2 jaar Vrouwelijke runderen van 1 tot 2 jaar Mannelijke runderen 2 jaar en ouder Fokvaarzen

6 1977R2237 NL Nummer en benaming van de rubrieken Begininventaris aantal (1) waarde (2) aantal (3) Eindinventaris waarde (4) Gemiddeld aantal (5) 29. Mestvaarzen Melkkoeien Afgemolken koeien Overige koeien Buffels, jonger dan 1 jaar Mannelijke buffels van 1 tot 2 jaar Vrouwelijke buffels van 1 tot 2 jaar Mannelijke buffels van 2 jaar en ouder Buffelvaarzen Buffelkoeien Overige vrouwelijke buffels van 2 jaar en ouder Fokooien Overige schapen Geiten Biggen Fokzeugen Mestvarkens Overige varkens Slachtkuikens Leghennen Overig pluimvee Overige dieren E. AAN- EN VERKOPEN VAN DIEREN Nummer en benaming van de rubrieken Aankopen van dieren (1) Verkopen van dieren (2) Verbruik in de huishouding en betalingen in natura (3) 51. Eenhoevigen Runderen Buffels Schapen Geiten Varkens Pluimvee

7 1977R2237 NL Nummer en benaming van de rubrieken Aankopen van dieren (1) Verkopen van dieren (2) Verbruik in de huishouding en betalingen in natura (3) 58. Overige dieren F. KOSTEN Nummer en benaming van de rubrieken Volgnummer Kosten van arbeid en machines 59. Lonen en sociale lasten Werk door derden Lopend onderhoud van machines Brandstoffen en smeermiddelen Kosten van personenauto s 263 Directe kosten van de veehouderij Aangekocht veevoer voor: Graasdieren (eenhoevigen, runderen, schapen, geiten) 64. Krachtvoer Ruwvoer Varkens Pluimvee en overig kleinvee: 267 Intern verkeer van veevoer voor: 68. Graasdieren (eenhoevigen, runderen, schapen, geiten) Varkens Pluimvee en overig kleinvee Overige directe kosten van de veehouderij 271 Directe kosten aan gewassen 72. Aangekocht zaaizaad en pootgoed Zaaizaad en pootgoed van eigen bedrijf Kunstmest en grondverbeteringsmiddelen Bestrijdingsmiddelen Overige directe kosten van gewassen Directe kosten van bossen 277 Algemene kosten 78. Lopend onderhoud van gebouwen en grondverbeteringen Elektriciteit Brandstoffen (verwarming) Water 281

8 1977R2237 NL Nummer en benaming van de rubrieken Volgnummer 82. Verzekeringen Belastingen Overige algemene kosten 284 Kosten van grond en gebouwen 85. Betaalde pacht Pachtwaarde Verzekeringen van bedrijfsgebouwen Grondbelasting 288 Betaalde rente 89. Rente en financieringskosten waarvan voor: leningen op grondkapitaal waarvan: voor het verkrijgen van grond leningen voor bedrijfskapitaal en schulden Totaal 293 G. GRONDKAPITAAL, DODE INVENTARIS EN OMLOPEND KAPITAAL Aanschaffingswaarde Investeringen Nummer en benaming van de rubrieken Subsidies niet afgetrokken (1) Subsidies (2) Begininventaris (3) Subsidies niet af getrokken (4) Subsidies (5) Verkopen (6) Afschrijvingen (7) Eindinventaris (8) 94. Landbouwgrond en bedrijfsgebouwen waarvan: 95. landbouwgrond blijvende teelten grondverbeteringen bedrijfsgebouwen verwervingskosten Bossen inclusief houtopstand Machines Omlopend kapitaal Totaal

9 1977R2237 NL H. SCHULDENLAST Begininventaris Eindinventaris waarvan: voor waarvan: voor Totaal (1) Grondkapitaal Totaal (2) waarvan grond (3) Nummer en benaming van de rubrieken Bedrijfskapitaal (4) Totaal (5) Grondkapitaal Totaal (6) waarvan grond (7) Bedrijfskapitaal (8) 104. Leningen op lange en middellange termijn Leningen op korte termijn en schulden Totaal I. BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE (BTW) 107. BTW-regeling Onderverdeling van de BTW-regeling Nummer en benaming van de rubrieken Volgnummer BTW op verkopen BTW op aankopen BTW op investeringen Door de fiscus terugbetaalde BTW 405 J. PREMIES EN SUBSIDIES Nummer en benaming van de rubrieken Code ( 1 ) Bedrag 112. Premies en subsidies op vee en produkten waarvan: 20 open codes overeenkomend met deze van de betrokken veecategorieën (rubrieken 51 t/m 58) en produkten (rubrieken 120 t/m 311) Premies en subsidies op kosten waarvan: 10 open codes overeenkomend met deze van de betrokken kosten (rubrieken 59 t/m 92) 116. Premies en subsidies op de aankoop van dieren waarvan: 5 open codes overeenkomend met deze van de categorieën van de aangekochte dieren (rubrieken 51 t/m 58) t/m 448 t/m 469 t/m Totaal waarvan: Premies en subsidies wegens rampen 482 ( 1 ) Vermelding van de rubrieken van de desbetreffende veecategorieën, produkten en kosten.

10 1977R2237 NL K. PRODUKTIE (uitgezonderd dieren) (rubrieken 120 t/m 311) Produkt (code) Teeltwijze (code) Ontbrekend gegeven (code) Oppervlakte Produktie van het boekjaar Begininventaris Verkopen Verbruik huishouding en betalingen in natura Eindinventaris Intern verkeer (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) ( 1 ) ( 1 ) Het laatste volgnummer = (10 * aantal vermelde produkten).

11 1977R2237 NL BIJLAGE II DEFINITIES EN INSTRUCTIES BETREFFENDE HET BEDRIJFSFOR- MULIER I. ALGEMENE DEFINITIES EN INSTRUCTIES a) De gegevens van het bedrijfsformulier hebben betrekking op één enkel landbouwbedrijf en éénzelfde boekjaar van 12 opeenvolgende maanden. b) De gegevens van het bedrijfsformulier hebben uitsluitend betrekking op het landbouwbedrijf; zij betreffen de activiteiten van het bedrijf in engere zin en in voorkomende gevallen bosbouw en toerisme verbonden met het landbouwbedrijf. Alles wat betrekking heeft op activiteiten van het bedrijfshoofd en zijn gezin buiten het landbouwbedrijf, op pensioenen, erfenissen, privérekeningen, op bezittingen die los van het landbouwbedrijf staan, op persoonlijke belastingen, privéverzekeringen, enz. komt niet in aanmerking bij het opstellen van het bedrijfsformulier. Wanneer de produktiemiddelen van het bedrijf (arbeidskrachten inclusief niet-betaalde arbeidskrachten, werktuigen en installaties) worden gebruikt voor de produktie van kapitaalgoederen (bouw of groot onderhoud van werktuigen, bouw, groot onderhoud of afbraak van gebouwen, aanplantingen of rooien van fruitbomen), mogen de desbetreffende kosten zo nodig geraamd niet worden begrepen in de lopende kosten van het bedrijf. In alle gevallen moeten de arbeidskosten en de arbeidsuren voor de produktie van kapitaalgoederen worden uitgesloten van respectievelijk de kosten en de gegevens betreffende de arbeidskrachten. Uitzonderlijk, indien het niet mogelijk is bepaalde produktiekosten van kapitaalgoederen, andere dan arbeidskosten (b.v. gebruik van de trekker van het bedrijf), afzonderlijk te bepalen en deze kosten derhalve in de bedrijfskosten begrepen zijn, wordt de geschatte waarde van het geheel van deze produktiekosten van investeringsgoederen in rubriek 181 (Overige opbrengsten en ontvangsten) vermeld. In alle gevallen moet de waarde van de produktie van kapitaalgoederen, gewaardeerd tegen hun kosten (met inbegrip van de waarde van de betaalde en/of niet-betaalde arbeid), worden toegevoegd aan de waarde van de kapitaalgoederen die in de rubrieken 94 t/m 101 is vermeld. c) De gegevens van het bedrijfsformulier worden ontleend aan een boekhouding waarin tijdens het boekjaar systematisch en regelmatig de verschillende boekingen zijn verricht. d) De boekhoudgegevens in geldwaarde worden aangegeven: ofwel zonder BTW ofwel inclusief BTW met inachtneming van de hierna vermelde bepalingen (zie rubrieken 107 t/m 111). e) De in geld uitgedrukte boekhoudgegevens zijn exclusief premies en subsidies. Onder premies en subsidies wordt verstaan elke directe steun uit openbare middelen die een specifieke ontvangst vormen (zie rubrieken 112 t/m 119). f) De gegevens op het bedrijfsformulier moeten als volgt worden aangegeven: waardebedragen: in nationale geldeenheden, zonder decimalen, behalve voor die in lires die in honderd lires worden vermeld; fysieke hoeveelheden: in 100 kg, behalve voor eieren die in duizendtallen worden vermeld; oppervlakten: in ares; gemiddelde veebezetting: in tienden van dieren, behalve voor pluimvee dat in aantal dieren wordt aangeduid; arbeidsbezetting: in hondersten van jaareenheden. De vaste posities (tabellen A tot en met J van bijlage I) waarvoor geen gegevens beschikbaar zijn worden ingevuld met nullen. Voor die produkten die op tabel K worden vermeld, worden nullen aangegeven in de posities waarvoor geen gegevens beschikbaar zijn. g) De mecanografische informatiedragers met de boekhoudgegevens van het bedrijfsformulier worden na controle, door het verbindingsorgaan vertrouwelijk overgemaakt aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen,

12 1977R2237 NL Directoraat-generaal Landbouw, Afdeling Bedrijfsuitkomsten in de landbouw. II. DEFINITIES EN INSTRUCTIES BETREFFENDE DE VERSCHILLENDE POSTEN VAN HET BEDRIJFSFORMULIER A. ALGEMENE INLICHTINGEN 1. Bedrijfsnummer Elk boekhoudbedrijf krijgt een nummer als het voor de eerste keer wordt gekozen. Het behoudt dit nummer steeds gedurende de gehele periode dat het aan het informatienet deelneemt ( 1 ). Een een keer toegekend nummer wordt nooit aan een ander bedrijf gegeven. Het bedrijfsnummer omvat drie soorten informatie, namelijk: het streeknummer (zie bijlage III van Verordening nr. 91/66/EEG); het nummer van het onderdeel van de streek, deze onderverdeling moet het op zijn minst mogelijk maken de bedrijven te localiseren volgens de gebieden die worden onderscheiden bij de uitvoering van Richtlijn 72/159/EEG van de Raad met betrekking tot de modernisering van de landbouwbedrijven (een lijst van deze onderdelen met naam en nummer wordt aan de diensten van de Commissie overgemaakt); volgnummer van het bedrijf. 2. Aanwijzingen betreffende mecanografische records De boekhoudkundige gegevens van een landbouwbedrijf kunnen op één of meerdere records worden verstrekt (zie bijlage III, C, 2). Het totaal aantal records voor elk bedrijf en het volgnummer van elke record worden in deze rubriek vermeld. De gegevens vermeld onder de eerste vijf volgnummers vormen de label van een bedrijf. Zij worden herhaald aan het begin van elke record. Het zesde gegeven van elk bedrijf duidt het aantal ondeelbare groepen van tien gegevens aan; elke groep komt overeen met één rubriek van de produktie (uitgezonderd dieren). 3. Zetel van het bedrijf Het nummer van het meest geëigende gebied (bij voorkeur de gemeente) waar het bedrijf zijn zetel heeft, wordt vermeld. Een kaart van deze gebieden met hun nummer wordt aan de Commissie overgemaakt. Elke belangrijke wijziging in de grenzen van deze gebieden, wordt aan de Commissie medegedeeld. 4. Bedrijfsklasse Code van de bedrijfsklasse (zie bijlage II van Verordening nr. 91/66/EEG van de Commissie) waarvoor het bedrijf werd gekozen voor het desbetreffende boekjaar. 5. Datum einde boekjaar Datum van het einde van het boekjaar, b.v of ( 1 ) Wanneer het bedrijf evenwel een grondige verandering ondergaat, met name wanneer deze verandering resulteert uit een opsplitsing in twee zelfstandige bedrijven of een samenvoeging met een ander bedrijf, wordt dit als een nieuw bedrijf beschouwd en krijgt het in dat geval een nieuw nummer. Een wijziging van bedrijfstype leidt niet tot toekenning van een nieuw nummer. In gevallen dat het bewaren van het bedrijfsnummer aanleiding zou kunnen geven tot verwisseling met een of meer andere boekhoudbedrijven (b.v. bij een nieuwe regionale indeling) moet het nummer worden gewijzigd. Een tabel met de oude en de nieuwe nummers wordt dan aan de Commissie verstrekt.

13 1977R2237 NL Probleemgebied Aangegeven dient te worden of het bedrijf al of niet ligt in een gebied genoemd in Richtlijn 75/268/EEG van de Raad betreffende de landbouw in bergstreken en sommige probleemgebieden. In de Lid-Staten waar de desbetreffende gebieden zo talrijk en van zulke kleine omvang zijn dat het gegeven van geen betekenis is, wordt code 4 vermeld. 1 = het bedrijf ligt buiten een genoemd gebied. 2 = het bedrijf ligt geheel binnen een genoemd gebied. 3 = het bedrijf ligt gedeeltelijk binnen een genoemd gebied. 4 = niet van toepassing. 7. Geïrrigeerde oppervlakte De werkelijk gedurende het boekjaar met behulp van een vaste of verplaatsbare installatie geïrrigeerde oppervlakte (behalve die onder glas), hetzij door beregening of door bevloeiing. 8. Hoogteligging De hoogteligging wordt aangegeven met een codenummer: 1 = het grootste gedeelte van het bedrijf ligt in een gebied beneden 300 m. 2 = het grootste gedeelte van het bedrijf ligt in een gebied van 300 tot 600 m. 3 = het grootste gedeelte van het bedrijf ligt in een gebied op of boven 600 m. 4 = gegeven niet beschikbaar. 9. Weidedagen op bergweiden of andere weiden die niet zijn inbegrepen in de oppervlakte cultuurgrond Aantal GVE-weidedagen (in gehele getallen) dat het vee van het bedrijf heeft geweid op niet in de oppervlakte cultuurgrond begrepen grond ( 1 ). B. EXPLOITATIEVORM 10. Cultuurgrond in eigendom Cultuurgrond (bouwland, blijvend grasland en meerjarige cultures) waarvan het bedrijfshoofd eigenaar, vruchtgebruiker of erfpachter is en/of cultuurgrond die onder soortgelijke voorwaarden wordt gebruikt. 11. Gepachte cultuurgrond Cultuurgrond (bouwland, blijvend grasland en meerjarige cultures) die door iemand anders dan de eigenaar, de vruchtgebruiker of erfpachter ( 1 ) Een GVE-weidedag komt overeen met een weidedag van een melkkoe (ongeacht de leeftijd) of van een ander rund of een paard van 2 jaar en ouder. De weidedagen voor runderen en eenhoevigen jonger dan 2 jaar, geiten of schapen worden omgerekend in GVE-weidedagen door toepassing van respectievelijk de volgende coëfficiënten: 05, 0,2 0,15.

14 1977R2237 NL wordt gebruikt, overeenkomstig een pachtcontract (de pacht wordt voldaan in geld en/of in natura, in het algemeen vooraf vastgesteld en wisselt gewoonlijk niet naargelang de bedrijfsuitkomsten) en/of cultuurgrond die onder soortgelijke voorwaarden wordt gebruikt. De gepachte oppervlakte omvat niet de grond waarvan de gewassen op stam worden gekocht of die voor een kortere duur dan een jaar wordt gehuurd ( 1 ). 12. Cultuurgrond in deelpacht Cultuurgrond (bouwland, blijvend grasland en meerjarige cultures) die gemeenschappelijk, volgens een deelpachtcontract, door de verpachter en de deelpachter wordt gebruikt en/of grond die onder soortgelijke voorwaarden wordt gebruikt. C. ARBEIDSKRACHTEN Tot de arbeidskrachten worden alle personen gerekend die gedurende het boekjaar hebben deelgenomen aan de werkzaamheden van het landbouwbedrijf ( 2 ) (zie hierna) met uitzondering van hen die dit gedaan hebben voor rekening van andere ( 1 ) De voor de aankoop van gewassen op stam of voor de huur van grond voor een kortere duur dan een jaar betaalde bedragen moeten worden geboekt in de rubrieken 65 t/m 67 (Aangekocht veevoeder) wanneer dit grasland of voedergewassen betreft en in rubriek 76 (Overige directe kosten van gewassen) indien het marktbare gewassen (gewassen die normaliter worden verhandeld) betreft. De opbrengsten van op stam gekochte marktbare gewassen of van marktbare gewassen die afkomstig zijn van grond die voor een kortere duur dan een jaar wordt gehuurd, worden geboekt zonder vermelding van de desbetreffende oppervlakte (zie instructies betreffende de vermelding van de oppervlakte (kolom 4, tabel K). ( 2 ) Wanneer burenhulp tussen bedrijven een uitwisseling van arbeid is (de ontvangen hulp is in principe gelijk aan de verstrekte hulp), worden door de arbeidskrachten van het bedrijf gewerkte arbeidstijd en eventueel de betaalde lonen op het bedrijfsformulier aangegeven. In sommige gevallen wordt de ontvangen hulp gecompenseerd door een tegenprestatie van andere aard (b.v. het ter beschikking stellen van een machine voor in de vorm van arbeid ontvangen hulp). Wanneer het gaat om een beperkte uitwisseling van prestaties wordt hiervan niets op het bedrijfsformulier vermeld (in het genoemde voorbeeld wordt de ontvangen hulp niet onder de arbeid opgenomen maar omvatten de kosten van machines wel de kosten die voortvloeien uit het ter beschikking stellen van de machines). In de uitzonderlijke gevallen waarin deze vorm van uitwisseling van prestaties van betekenis is, gaat men als volgt te werk: a) De in de vorm van arbeid ontvangen hulp wordt gecompenseerd door een tegenprestatie van andere aard (bij voorbeeld het ter beschikking stellen van machines): de ontvangen arbeid wordt dan als betaalde arbeid voor het bedrijf geboekt (rubriek 20 of 21 al naar het arbeidskrachten betreft die regelmatig, resp. onregelmatig op het bedrijf werkzaam zijn); de waarde van de verstrekte hulp wordt zowel geboekt als opbrengst in de overeenkomstige rubriek (in het voorbeeld: rubriek 177 werk voor derden inclusief verhuur van machines ) en als kosten in rubriek 59 Lonen en sociale lasten. b) De in de vorm van arbeid verstrekte hulp wordt gecompenseerd door een tegenprestatie van andere aard (bij voorbeeld het gebruik van een machine): de verstrekte arbeidstijd en eventueel de betaalde lonen worden niet in beschouwing genomen; de waarde van de ontvangen prestatie wordt als kosten geboekt in de overeenkomstige rubriek (in het voorbeeld: rubriek 60 werk door derden en huur van machines ).

15 1977R2237 NL personen of ondernemingen (werkzaamheden verricht door loonwerkers (en waarvan de kosten onder de bedrijfskosten zijn opgenomen)). De volgende categorieën worden onderscheiden: A. Niet-betaalde, regelmatig werkzame arbeidskrachten Arbeidskrachten die geen loon ontvangen of een beloning (in geld of in natura) die niet overeenkomt met het bedrag dat gewoonlijk voor de geleverde prestatie wordt betaald ( 1 ) en die tijdens het boekjaar iedere week (behoudens de jaarlijkse vakanties) voor de duur van ten minste een gehele werkdag, deel genomen hebben aan bedrijfswerkzaamheden ( 2 ). De volgende subgroepen worden onderscheiden: 13. Bedrijfshoofd/bedrijfsleider ( 3 )( 4 ) Juridisch en economisch verantwoordelijke voor het bedrijf die tevens belast is met de lopende dagelijkse bedrijfsleiding. 14. Bedrijfshoofd/geen bedrijfsleider ( 4 ) Juridisch en economisch verantwoordelijke voor het bedrijf die niet belast is met de lopende dagelijkse bedrijfsleiding. 15. Bedrijfsleider/geen bedrijfshoofd ( 4 ) Verantwoordelijke voor de lopende dagelijkse bedrijfsleiding maar die geen juridische en economische verantwoordelijkheid draagt. 16. Echtgenote (echtgenoot) van het bedrijfshoofd ( 5 ) 17. Overige niet-betaalde regelmatig werkzame arbeidskrachten ( 5 ) Niet-betaalde regelmatig werkzame arbeidskrachten die niet tot een van de voorgaande rubrieken behoren. B. 18. Niet-betaalde niet regelmatig werkzame arbeidskrachten Niet-betaalde arbeidskrachten die gedurende het boekjaar niet regelmatig op het bedrijf hebben gewerkt; deze worden in deze rubriek samengevat. ( 1 ) Het desbetreffende bedrag wordt niet onder de bedrijfskosten opgenomen. ( 2 ) Iemand die regelmatig werkzaam is, maar die om bijzondere redenen gedurende een bepaalde periode niet op het bedrijf heeft gewerkt, wordt niettemin geboekt (voor het aantal gewerkte uren) onder de regelmatig werkzame arbeidskrachten. Het gaat om volgende bijzondere en alle soortgelijke gevallen: a) Bijzondere produktieomstandigheden in het bedrijf waardoor de arbeidskrachten niet het gehele jaar door nodig zijn, bij voorbeeld wijnbouw- of olijventeeltbedrijven, bedrijven gespecialiseerd op het vetweiden of de produktie van fruit en groenten in de open grond. b) Afwezigheid van het werk buiten de normale vakanties, bij voorbeeld: militaire dienst, ziekte, ongeval, bevalling, langdurig verlof, enz. c) Aankomst op, of vertrek van het bedrijf. d) Totale stilstand van het werk op het bedrijf door bijzondere oorzaken (overstroming, brand, enz). ( 3 ) In geval van deelpacht wordt de deelpachter aangeduid als bedrijfshoofd/bedrijfsleider. ( 4 ) De functie van de betrokken personen wordt aangeduid door een codenummer in kolom (1), namelijk: 1 = bedrijfshoofd/bedrijfsleider 2 = bedrijfshoofd/geen bedrijfsleider 3 = bedrijfsleider/geen bedrijfshoofd. Voor bedrijven die als vennootschap (rechtspersonen) worden gevoerd, wordt het codenummer 9 vermeld. Als de desbetreffende functie door verschillende personen (b.v. twee broers, vader en zoon, ) wordt uitgeoefend, dan wordt ieder van hen in volgorde van afdalende verantwoordelijkheid vermeld en bij gelijke verantwoordelijkheid volgens afdalende leeftijd. De gegevens betreffende de persoon met de grootste verantwoordelijkheid worden in de posities 51 t/m 54 aangegeven, deze betreffende de volgende persoon in de posities 55 t/m 58, enz. ( 5 ) Het aantal personen van deze categorie dient te worden aangegeven (kolom 1). In het geval waarin er meer dan één bedrijfshoofd is, kan het aantal echtgenoten meer dan één zijn.

16 1977R2237 NL C. Betaalde regelmatig werkzame arbeidskrachten Arbeidskrachten die een voor de geleverde prestatie normale beloning (in geld en/of natura) ontvangen en die gedurende het boekjaar iedere week (behoudens de jaarlijkse vakanties) voor de duur van ten minste een gehele werkdag deelgenomen hebben aan de bedrijfswerkzaamheden. De volgende subgroepen worden onderscheiden: 19. Bedrijfsleider Betaalde persoon belast met de lopende dagelijkse bedrijfsleiding. 20. Overige Betaalde regelmatig werkzame arbeidskrachten, uitgezonderd de betaalde bedrijfsleider; deze worden in deze rubriek samengevat. D. 21. Betaalde niet regelmatig werkzame arbeidskrachten Betaalde arbeidskrachten die tijdens het boekjaar niet regelmatig op het bedrijf hebben gewerkt; deze worden in deze rubriek samengevat (inclusief zij die aangenomen werk hebben verricht). Voor iedere rubriek worden de volgende gegevens verstrekt: Geboortejaar (kolom 2) Het geboortejaar wordt aangegeven voor bedrijfshoofd(en) en bedrijfsleider(s), (categorieën 13 t/m 15 en 19) met de twee laatste cijfers van het desbetreffende jaartal. Aantal jaar-eenheden (kolom 3) De regelmatig werkzame arbeidskrachten worden in aantal jaar-eenheden gegeven. Iemand die zijn gehele jaarlijkse arbeidstijd aan bedrijfswerkzaamheden besteedt (volledig werkzame arbeidskracht) geldt als één jaar-eenheid, zelfs als de werkelijke arbeidstijd de voor de streek en het bedrijfstype normale arbeidstijd overschrijdt. Iemand die niet het gehele jaar op het bedrijf werkt vormt en deel van een jaar-eenheid. Het aantal jaar-eenheden van een dergelijk iemand wordt bepaald door zijn werkelijke jaarlijkse arbeidstijd te delen door de normale arbeidstijd van een volledig werkzame arbeidskracht in de desbetreffende streek en bedrijfstype ( 1 ). Arbeidstijd (kolom 4) De arbeidstijd wordt in uren aangeduid. Het gaat om de werkelijk aan bedrijfswerkzaamheden bestede tijd ( 1 ). De arbeidstijd voor aangenomen werk wordt bepaald door het betaalde bedrag te delen door het uurloon van op tijdloon aangeworven normale arbeidskrachten. Bedrijfswerkzaamheden De werkzaamheden van het landbouwbedrijf omvatten alle organisatorische, toezichthoudende en uitvoerende werkzaamheden, hetzij van intellectuele aard of handenarbeid, die verricht zijn om de eigenlijke werking van het bedrijf te verzekeren, bij voorbeeld: organisatorische en leidinggevende werkzaamheden (aan- en verkopen betreffende het bedrijf, boekhouding, enz.), werkzaamheden op het land (ploegen, zaaien, oogsten, verzorging van boomgaarden, enz.), werkzaamheden voor de veehouderij (bereiding van het voer, voedering van de dieren, melken, verzorging van de dieren, enz.), werkzaamheden van opslag, be- en verwerking op het bedrijf (binnenhalen, karnen, verpakken, enz.), lopend onderhoud van gebouwen, machines, installaties, hagen, sloten, enz., ( 1 ) Als iemand niet in staat is om een normale prestatie te leveren (de prestatie van iemand in de kracht van zijn leven), bij voorbeeld door invaliditeit, wordt hij bij het aantal jaar-eenheden dienovereenkomstig geteld en vermeldt de aangegeven tijd het aantal uren dat normaal door een valide arbeidskracht aan de desbetreffende werkzaamheden zou zijn besteed.

17 1977R2237 NL transportwerkzaamheden voor het bedrijf voor zover die door arbeidskrachten van het bedrijf zijn verricht, overige werkzaamheden die direct verbonden zijn met de uitoefening van het landbouwbedrijf: bosbouwwerkzaamheden (betreffende bossen die deel uitmaken van het landbouwbedrijf), werkzaamheden voor agri-toerisme (onderhoud van campings, sportvelden, trimbanen, maneges, zonneweiden, enz.) in gevallen dat deze bijkomstig zijn en zo sterk met het bedrijf vervlochten dat het praktisch niet mogelijk is de werkzaamheden voor agri-toerisme van de uitoefening van het landbouwbedrijf te scheiden ( 1 ), werkzaamheden voor derden voor zover die een toevallig karakter hebben en met de machines van het bedrijf worden verricht (de desbetreffende opbrengst wordt tot de bedrijfsopbrengsten gerekend). Tot de bedrijfswerkzaamheden behoren met name niet: de produktie van kapitaalgoederen (gebouwen, groot onderhoud van gebouwen en machines, aanplantingen, afbraak van gebouwen, rooien van fruitbomen, enz.), werkzaamheden voor de huishouding van het bedrijfshoofd of de bedrijfsleider, bijzondere bezigheden zoals vergaderingen van beroepsorganisaties, zakenreizen, bezoeken aan landbouwtentoonstellingen, marktbezoek dat geen verband houdt met aan- en verkopen voor het bedrijf, enz. D. AANTAL EN WAARDE VAN DE DIEREN De volgende veecategorieën worden onderscheiden: 22. EENHOEVIGE DIEREN (alle leeftijden) Inclusief ren- en rijpaarden. 23. MESTKALVEREN Mestkalveren die gewoonlijk worden geslacht voor de leeftijd van 5 maanden. 24. OVERIGE RUNDEREN JONGER DAN EEN JAAR 25. MANNELIJKE RUNDEREN VAN 1 TOT 2 JAAR 26. VROUWELIJKE RUNDEREN VAN 1 TOT 2 JAAR Niet inbegrepen zijn vrouwelijke runderen die reeds hebben gekalfd. 27. MANNELIJKE RUNDEREN VAN 2 JAAR EN OUDER 28. FOKVAARZEN Vrouwelijke runderen van twee jaar en ouder die nog niet hebben gekalfd en voor de fokkerij zijn bestemd. 29. MESTVAARZEN Vrouwelijke runderen van twee jaar en ouder die nog niet hebben gekalfd en niet voor de fokkerij zijn bestemd. 30. MELKKOEIEN Vrouwelijke runderen die hebben gekalfd (inclusief die jonger dan twee jaar) en die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gehouden voor de produktie van melk, bestemd voor de menselijke consumptie of voor de verwerking tot melkprodukten. ( 1 ) In dit geval worden de ontvangsten en kosten betreffende het agri-toerisme respectievelijk geboekt bij de opbrengsten (zie rubriek 179) en de kosten van het bedrijf.

18 1977R2237 NL AFGEMOLKEN KOEIEN Melkkoeien na de laatste lactatieperiode. 32. OVERIGE KOEIEN 1. Vrouwelijke runderen die hebben gekalfd (inclusief die jonger dan twee jaar) en die uitsluitend of hoofdzakelijk voor het zogen van kalveren worden gehouden en waarvan de melk niet is bestemd voor de menselijke consumptie of de verwerking tot melkprodukten. 2. Werkkoeien. 3. Overige niet meer voor genoemde doeleinden gebruikte koeien (al dan niet gemest voor het slachten). 33. BUFFELS JONGER DAN 1 JAAR 34. MANNELIJKE BUFFELS VAN 1 TOT 2 JAAR 35. VROUWELIJKE BUFFELS VAN 1 TOT 2 JAAR Niet inbegrepen zijn de vrouwelijke buffels die reeds hebben gekalfd. 36. MANNELIJKE BUFFELS VAN 2 JAAR EN OUDER 37. BUFFELVAARZEN Vrouwelijke buffels van 2 jaar en ouder, bestemd voor de melkproduktie maar die nog niet hebben gekalfd. 38. BUFFELKOEIEN Vrouwelijke buffels die hebben gekalfd (inclusief die jonger dan 2 jaar) en die bestemd zijn voor de melkproduktie. 39. OVERIGE VROUWELIJKE BUFFELS VAN 2 JAAR EN OUDER Hierboven niet genoemde vrouwelijke buffels van 2 jaar en ouder. 40. FOKOOIEN Vrouwelijke schapen van 1 jaar en ouder die voor de fokkerij zijn bestemd. 41. OVERIGE SCHAPEN Schapen van alle leeftijden met uitzondering van fokooien. 42. GEITEN (alle leeftijden) 43. BIGGEN Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg. 44. FOKZEUGEN Fokzeugen van 50 kg en meer. Niet inbegrepen zijn mestzeugen (zie rubriek 46 Overige varkens ). 45. MESTVARKENS Mestvarkens met een levend gewicht van 20 kg en meer. Hieronder vallen niet, mestzeugen en -beren (zie rubriek 46 Overige varkens ). 46. OVERIGE VARKENS Varkens met een levend gewicht van 20 kg en meer met uitzondering van fokzeugen (zie rubriek 44) en mestvarkens (zie rubriek 45). 47. SLACHTKUIKENS ( 1 ) Niet inbegrepen leghennen en oudere leghennen. ( 1 ) Eendagskuikens niet inbegrepen.

19 1977R2237 NL LEGHENNEN ( 1 ) Inbegrepen zijn jonge hennen, leghennen, alsmede oudere leghennen. Jonge hennen zijn hennen, die nog niet legrijp zijn. 49. OVERIG PLUIMVEE (eenden, kalkoenen, ganzen en parelhoenders) ( 1 ) 50. OVERIGE DIEREN Per categorie van dieren worden de volgende gegevens verstrekt: Begininventaris (kolommen 1 en 2) aantal (kolom 1) Aantal dieren in eigendom van het bedrijf aan het begin van het boekjaar ongeacht of ze op dat tijdstip al of niet op het bedrijf aanwezig zijn. waarde (kolom 2) Waarde van de dieren in eigendom van het bedrijf aan het begin van het boekjaar, gewaardeerd tegen de op dat tijdstip geldende prijzen. Eindinventaris (kolommen 3 en 4) Aantal (kolom 3) Aantal dieren in eigendom van het bedrijf aan het einde van het boekjaar, ongeacht of zij op dat tijdstip al of niet op het bedrijf aanwezig zijn. Waarde (kolom 4) Waarde van de dieren in eigendom van het bedrijf aan het einde van het boekjaar, gewaardeerd tegen de op dat tijdstip geldende prijzen. Gemiddeld aantal (kolom 5) Het gemiddeld aantal wordt aangeduid in tienden van dieren behalve voor pluimvee dat in aantal dieren wordt aangegeven. Een dier komt overeen met de aanwezigheid op het bedrijf gedurende een geheel jaar. De dieren worden geteld rekening houdend met de duur van hun aanwezigheid op het bedrijf. Het gemiddeld aantal wordt bepaald ofwel aan de hand van periodieke inventarisatie of wel aan de hand van een register van aan- en afvoer. Het omvat alle op het bedrijf aanwezige dieren, met inbegrip van de op contract opgefokte of gemeste dieren ( 2 ) en de in- of uitgeschaarde dieren gedurende de periode dat deze op het bedrijf aanwezig zijn. E. AAN- EN VERKOPEN VAN DIEREN De volgende categorieën worden onderscheiden: 51. Eenhoevigen 52. Runderen 53. Buffels 54. Schapen 55. Geiten 56. Varkens 57. Pluimvee 58. Overige dieren Per categorie van dieren worden de volgende gegevens verstrekt: ( 1 ) Eendagskuikens niet inbegrepen. ( 2 ) Dieren die niet aan het bedrijf toebehoren doch er worden opgefokt of gemest onder zodanige omstandigheden dat deze activiteit in hoofdzaak neerkomt op een dienstverlening door het bedrijfshoofd, die niet het economische risico draagt, dat gewoonlijk eigen is aan de opfok of mesterij van deze dieren.

20 1977R2237 NL Aankopen van dieren (kolom 1) Bedrag van de aankopen van dieren tijdens het boekjaar (inclusief de aankoopkosten). De hiervoor ontvangen premies en subsidies worden niet in mindering gebracht op het bedrag van genoemde aankopen; zij worden vermeld in rubriek 116 (zie instructies betreffende deze rubriek). Verkopen van dieren (kolom 2) Bedrag van de verkopen van dieren tijdens het boekjaar. De hiervoor ontvangen premies en subsidies zijn niet begrepen in het bedrag van de verkopen; deze worden vermeld in rubriek 112 (zie instructies betreffende deze rubriek). Als de eventuele verkoopkosten bekend zijn, dan worden die niet afgetrokken van het bedrag van de verkopen maar vermeld in rubriek 71 ( Overige directe kosten veehouderij ). Verbruik in de huishouding en betalingen in natura (kolom 3) Waarde van de tijdens het boekjaar in de huishouding verbruikte of als betaling in natura gegeven dieren, gewaardeerd tegen verkoopprijs af bedrijf. F. KOSTEN De bedrijfskosten (in geld en natura) komen overeen met het verbruik (inclusief het intern verkeer) van produktiemiddelen voor de tijdens het boekjaar verkregen opbrengsten of dat gedurende het boekjaar heeft plaatsgehad. Wanneer bepaalde kosten gedeeltelijk op privé- en gedeeltelijk op bedrijfskosten betrekking hebben (b.v. elektriciteit, vaste- en vloeibare brandstoffen, enz.) wordt alleen dit laatste deel op het bedrijfsformulier vermeld. Het deel van de kosten van privé auto s voor het gebruik voor bedrijfsdoeleinden wordt eveneens in beschouwing genomen. De kosten voor de opbrengsten van het boekjaar worden verkregen door de aankopen van het boekjaar (met inbegrip van het intern verkeer) te corrigeren met de inventarisverschillen inclusief verschillen in veldinventaris. Voor ieder van de desbetreffende posten wordt het bedrag van de betaalde kosten en van het intern verkeer afzonderlijk aangegeven. De kosten voor het gebruik van investeringsgoederen komen tot uiting in de afschrijvingen ( 1 ). Om deze redenen worden de uitgaven voor investeringsgoederen niet als bedrijfskosten beschouwd. Uitgaven voor kosten die tijdens het boekjaar of daarna voor schadeloosstelling in aanmerking komen (bij voorbeeld reparatie van een trekker na een ongeluk dat was gedekt door een verzekering of door de verantwoordelijke derde) worden niet als kosten beschouwd. Het ontvangen bedrag wordt evenmin opgenomen. De ontvangsten voor weer verkochte produktiemiddelen moet worden afgetrokken van de desbetreffende kostenposten. Ontvangen premies en subsidies op kosten worden niet afgetrokken van de desbetreffende kostenbedragen; zij worden vermeld in rubriek 114 (zie instructies betreffende deze rubriek) ( 2 ). De kosten omvatten eveneens de eventuele aankoopkosten overeenkomende met elke kostenpost. De volgende kostenposten worden onderscheiden: 59. Lonen en sociale lasten van de betaalde arbeidskrachten Deze post omvat de volgende kosten: de eigenlijke in geld betaalde lonen en salarissen aan de betaalde arbeidskrachten, ongeacht de manier waarop de beloning wordt bepaald (tijdloon of stukloon) na aftrek van eventuele uitkeringen van sociale aard die aan het bedrijfshoofd als werkgever zijn uitgekeerd als compensatie voor de betaling van loon dat niet overeenkomt met een werkelijke werkprestatie. (Voorbeeld: afwezigheid van het werk wegens ongeval, beroepsopleiding, enz.); de in natura betaalde lonen en salarissen (bij voorbeeld: inwoning, kost, woning, produkten van het bedrijf, enz.); produktie- en kwaliteitspremies, nieuwjaarsgeschenken, fooien, winstaandeel; ( 1 ) Voor instructies betreffende de afschrijvingen zie rubrieken 94 t/m 103. ( 2 ) Premies en subsidies op investeringen worden vermeld in de rubrieken 94 t/m 103.

21 1977R2237 NL overige kosten voor arbeidskrachten (aanwervingskosten); sociale lasten ten laste van de werkgever en die welke door hem worden betaald in naam en plaats van de werknemer; verzekering tegen arbeidsongevallen. Sociale lasten en persoonlijke verzekeringen van het bedrijfshoofd en de niet-betaalde arbeidskrachten worden niet als bedrijfskosten beschouwd. Bedragen uitgekeerd aan tot de niet-betaalde arbeidskrachten gerekende personen die per definitie lager zijn dan de normale beloning, (zie definitie niet-betaalde arbeidskrachten) worden niet op het bedrijfsformulier vermeld. Uitkeringen (in geld of natura) aan gepensioneerde arbeidskrachten die op het bedrijf geen enkel werk meer verrichten, worden niet onder deze post geboekt maar bij de overige algemene kosten. 60. Werk door derden en huur van machines Deze post omvat de volgende kosten: het bedrag betaald aan loonwerkbedrijven voor verrichte bedrijfswerkzaamheden. Over het algemeen omvat dit bedrag een beloning voor het gebruik van machines, personeel en, naar gelang van de werkzaamheden, de prijs van de gebruikte produkten (bij voorbeeld: bestrijdingsmiddelen). Als dit laatste bedrag bekend is wordt het van de post werk door derden afgetrokken en geboekt in de desbetreffende rubriek (bij voorbeeld de post bestrijdingsmiddelen ); de kosten voor de huur en leasing van machines die bestuurd of gebruikt worden door het personeel van het bedrijf. 61. Lopende onderhoudskosten van machines Kosten van onderhoud en kleine herstellingen van machines die de intrinsieke waarde niet veranderen van de desbetreffende machines (kosten van monteur, vervangingsstukken, enz.). Deze post omvat ook de aankoop van gereedschappen en de kosten van zadelmaker, hoefbeslag van werkpaarden en de aankoop van banden, dekzeilen, beschermingskleding voor de uitvoeringvan ongezonde werkzaamheden, reinigingsprodukten aangewend voor het reinigen van de werktuigen in het algemeen ( 1 ) en het aandeel in de kosten van personenauto s voor het gebruik voor bedrijfsdoeleinden (zie ook rubriek 63). Grote herstellingen die aan de machine een zekere meerwaarde geven ten opzichte van de waarde voor de reparatie, worden niet onder deze post opgenomen (zie ook: afschrijvingen van machines). 62. Motorbrandstoffen en smeermiddelen Deze rubriek omvat ook het aandeel in de kosten van brandstoffen en smeermiddelen van personenauto s voor het gebruik voor bedrijfsdoeleinden (zie ook rubriek 63). Indien aardolieprodukten, zowel als motorbrandstof als voor verwarming worden gebruikt, wordt het bedrag verdeeld over de posten: 62. Motorbrandstoffen en smeermiddelen 80. Brandstoffen voor verwarming. 63. Kosten van personenauto s Veevoer Als het aandeel van de kosten van personenauto s voor het gebruik voor bedrijfsdoeleinden forfaitair wordt bepaald (b.v. als een bedrag per km), worden deze kosten in onderhavige rubriek aangegeven. Men onderscheidt aangekocht veevoer en intern verkeer van veevoer. Het aangekochte veevoer omvat eveneens de aankoop van mineralen, melkprodukten (aangekocht of teruggeleverd) en produkten voor bewaring en ( 1 ) De reinigingsprodukten aangewend voor het reinigen van de veehouderijwerktuigen (b.v. melkmachine) worden vermeld in rubriek 71 Overige directe kosten van de veehouderij.

22 1977R2237 NL conservering van veevoer, betaald weidegeld en opfokkosten van jongvee buiten het bedrijf, alsmede de kosten voor het gebruik van gemeenschapsweiden en andere niet in de cultuurgrond begrepen oppervlakten grasland en voedergewassen. Aangekocht strooisel en stro is eveneens in het aangekochte veevoer begrepen. Aangekocht veevoer voor graasdieren wordt onderverdeeld in krachtvoer ( 1 )en ruwvoeder (inclusief weidegeld en opfokkosten van jongvee buiten het bedrijf, evenals de kosten van het gebruik van gemeenschapsweiden en aangekocht strooisel en stro) ( 2 ). Het intern verkeer van veevoer omvat de marktbare produkten van het bedrijf (inclusief melk en melkprodukten, maar uitgezonderd de door kalveren gezogen melk die niet in beschouwing wordt genomen). Strooisel en stro van het bedrijf zijn slechts inbegrepen als ze een marktbaar produkt vormen in het desbetreffende gebied en boekjaar. De volgende rubrieken worden onderscheiden: Aangekocht veevoer voor: Graasdieren (eenhoevigen, runderen, schapen, geiten) 64. Krachtvoer 65. Ruwvoer 66. Varkens 67. Pluimvee en overig kleinvee Intern verkeer van veevoer voor: 68. Graasdieren (eenhoevigen, runderen, schapen, geiten) 69. Varkens 70. Pluimvee en overig kleinvee 71. Overige directe kosten van de veehouderij Alle kosten die direct verband houden met de voortbrenging van dierlijke produkten, voor zover ze niet afzonderlijk onder andere kostenposten worden geboekt: dierenartskosten, medicamenten, dekgeld, kunstmatige inseminatie, castratie, melkcontrole, contributie en inschrijving in het stamboek, reinigingsprodukten aangewend voor het reinigen van de veehouderijwerktuigen (b.v. melkmachine) ( 3 ), verpakkingsmateriaal voor dierlijke produkten, middelen nodig bij de verwerking van dierlijke produkten, kosten van opslag en bewerking van dierlijke produkten van het bedrijf uitgevoerd buiten het bedrijf, verkoopkosten van dierlijke produkten van het bedrijf, bedrag van de incidentele aankoop van dierlijke produkten (b.v. melk) die met de eigen produktie op het bedrijf worden verwerkt, enz. 72. Aangekocht zaaigoed en pootgoed Aangekocht zaaigoed en pootgoed met inbegrip van bollen, knollen. Plantgoed voor nieuwe aanplantingen vormt evenwel een investering en komt in rubriek 96 (Blijvende teelten) of rubriek 100 (Bossen). De kosten van jonge bomen en struiken voor een vervanging van slechts geringe omvang worden evenwel als kosten van het boekjaar beschouwd en komen in de onderhavige rubriek behalve als zij betrekking hebben op de bossen, die deel uitmaken van het landbouwbedrijf, die in rubriek 77 (Directe kosten van bossen) worden geboekt. De kosten van bewerking van zaaigoed (schonen en ontsmetten) komen eveneens in deze post. ( 1 ) De rubriek krachtvoer omvat met name: koeken, mengvoeders, granen, gedroogd gras, gedroogde suikerbietenpulp, vis- en vleesmeel, melk en melkprodukten, en produkten voor de bewaring en conservering van dergelijke voedermiddelen. ( 2 ) De kosten van loonwerkers betreffende de ruwvoederwinning, bij voorbeeld inkuilen, worden aangegeven in rubriek 60 Werk door derden. ( 3 ) De reinigingsprodukten aangewend voor het reinigen van de werktuigen in het algemeen worden vermeld in rubriek 61 Lopende onderhoudskosten van machines.