MINDERHEDEN IN VLAAMS-BRABANT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MINDERHEDEN IN VLAAMS-BRABANT"

Transcriptie

1 Dossier 2015 I Dienst welzijn - Steunpunt sociale planning MINDERHEDEN IN VLAAMS-BRABANT Filip De Maesschalck, Tine De Rijck en Vicky Heylen

2

3 Voorwoord Rond het thema minderheden is er steeds heel wat in beweging. Nieuwe nationaliteiten vestigen zich in onze regio, omwille van het toetreden van landen bij de EU bijvoorbeeld, of omdat mensen op de vlucht gaan voor geweld of vervolging. De veranderende bevolkingssamenstelling van Brussel zien we weerspiegeld in de migratiestroom van Brussel naar Vlaams-Brabant. Het steunpunt sociale planning volgt de evoluties op, en maakt na vijf jaar opnieuw een stand van zaken op in dit Dossier minderheden in Vlaams-Brabant. Vlaams-Brabant is, als kruispunt van vele werelden, een provincie met een grote diversiteit, ook op het gebied van bevolkingssamenstelling. De diversiteit neemt er ook sneller toe dan gemiddeld in Vlaanderen. Het profiel van de minderheden in onze provincie is heel verscheiden. We vinden er medewerkers van de EU en andere internationale organisaties, werknemers van internationale bedrijven die hier als expat enkele jaren verblijven, arbeidsmigranten uit de jaren zestig en hun kinderen en kleinkinderen die vaak hier geboren en getogen zijn, nieuwkomers uit Oost-Europa, erkende vluchtelingen die hier een bestaan trachten op te bouwen In dit dossier trachten we deze verschillende groepen in beeld te brengen. We bekijken ook de trends van de laatste jaren, en gaan in op de socio-economische positie van minderheden, op het minderhedenbeleid en de voorzieningen die er voor hen zijn. Tenslotte nemen we het taalgebruik onder de loep, al is dat in Vlaams-Brabant niet altijd gebonden aan herkomst. Met dit dossier willen we lokale besturen, voorzieningen die minderheden als doelgroep hebben, en andere organisaties die er mee te maken krijgen, zo goed mogelijk informeren over dit thema. De groeiende diversiteit stelt de lokale besturen, voorzieningen en de volledige samenleving immers steeds voor nieuwe uitdagingen. We hopen dat op basis van dit dossier een beleid aangepast aan nieuwe vragen en noden kan worden gevoerd. Monique Swinnen Gedeputeerde voor welzijn 3

4 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inhoudsopgave... 4 Leeswijzer... 6 DEEL I: Minderheden en nationaliteiten Een afbakening van minderheden De veranderende nationaliteitswetgeving Een indeling in nationaliteitsgroepen...10 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Omvang, evolutie en spreiding Nationaliteit, origine en herkomst in Vlaams-Brabant Evolutie in de tijd Ruimtelijke verschillen Een specifieke groep: expats of internationale werknemers Een vergelijking met het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Omvang en evolutie Spreiding Leeftijdsstructuur en gezinsvormen Een jongere leeftijdsstructuur Meer gezinnen met kinderen Migratie Algemene migratiedynamiek Migratie naar herkomstgroep Ruimtelijke verschillen Enkele conclusies...47 DEEL III: Socio-economische positie van minderheden Socio-economische positie naar herkomst De actieve bevolking: loonverschillen Evolutie en verschillen binnen Vlaams-Brabant Profiel van de werkzoekenden Algemeen overzicht Evolutie en verschillen binnen Vlaams-Brabant

5 11.3 Profiel van de werkzoekenden Enkele conclusies...60 DEEL IV: Taalgebruik en taalkennis Taalgebruik moeder-kind Onderwijstaal Taalkennis werkzoekenden Enkele conclusies...68 DEEL V: Minderhedenbeleid Vreemdelingenbeleid Integratiebeleid Integratie en inburgering in Vlaams-Brabant Nederlandse taallessen in Vlaams-Brabant Voorzieningen voor woonwagenbewoners Organisaties van minderheden Zelforganisaties Andere voorzieningen Enkele conclusies...81 Algemeen besluit Bijlage: tabellen

6 Leeswijzer In dit dossier gebruiken we zo veel mogelijk dezelfde variabelen en dezelfde bronnen als in het dossier Minderheden van vijf jaar geleden, zodat vergelijken in de tijd mogelijk wordt. Tegelijkertijd zijn er heel wat nieuwe gegevens beschikbaar, die eveneens geïntegreerd worden. Een aantal zaken die uitvoerig werden behandeld in het oorspronkelijke dossier, zoals de Belgische migratiegeschiedenis, worden hier slechts beperkt toegelicht. Waar mogelijk worden ook de gegevens over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meegenomen. Heel wat ontwikkelingen, zoals migratie, stoppen immers niet aan administratieve grenzen. Bovendien is de impact van Brussel op de aanwezigheid van minderheden in Vlaams-Brabant erg groot. Een aantal basisgegevens worden achteraan in dit dossier als bijlage weergegeven. Alle andere gegevens die gebruikt worden in dit dossier kunnen opgevraagd worden bij het Steunpunt sociale planning via Het gaat telkens om de situatie op 1 januari van het vermelde jaar, tenzij het over periodegegevens gaat zoals het aantal migraties. 6

7 DEEL I: Minderheden en nationaliteiten DEEL I: Minderheden en nationaliteiten 1. Een afbakening van minderheden Minderheden worden vaak afgebakend op basis van de nationaliteit onaliteit. Maar is nationaliteit eigenlijk een goede maat om minderheden te definiëren? En wat bedoelen we eigenlijk met een minderheid? Vaak wordt er vertrokken van het concept etniciteit. In een aantal Angelsaksische landen, zoals de VS en Groot-Brittannië, wordt op regelmatige tijdstippen aan de bevolking gevraagd bij welke etnische groep ze zichzelf zouden indelen. Dit vormt dan de basis van verschillende onderzoeken over minderheden. In heel wat andere landen, zoals in België, wordt etniciteit niet bevraagd en wordt daarom uitgegaan van de nationaliteit. Etniciteit en nationaliteit zijn echter niet helemaal vergelijkbaar. Het eerste meet bij welke culturele, taal- of religieuze groep iemand zichzelf indeelt, terwijl de nationaliteit meet onder welke nationale staat, met bijhorende rechten en plichten, iemand valt. Iemands etniciteit, althans zoals ze geoperationaliseerd is in de Angelsaksische context, ligt in zekere zin vast (zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen black en white ). Bij de nationaliteit is dat niet het geval. Mensen kunnen de Belgische nationaliteit aannemen en worden dan als Belg beschouwd. Gezien sommige groepen al generaties lang in België verblijven, is dat ook gerechtvaardigd. De nationaliteitswetgeving in België is echter sterk versoepeld in de laatste decennia, en dus is het mogelijk dat mensen met een recent verleden buiten België toch de Belgische nationaliteit bezitten. Om toch een notie van een niet-belgische origine in te bouwen, met gevolgen voor bijvoorbeeld de huidige taalkennis, gebruikten we in het oorspronkelijke dossier minderheden de nationaliteit bij geboorte, die origine werd genoemd. In dit dossier werken we op drie niveaus. Een eerste is de nationaliteit. Die hangt immers samen met een reeks rechten en plichten. Zo hebben EU-ingezetenen heel wat rechten die niet-euingezetenen niet hebben. Daarnaast is er de nationaliteit bij geboorte, die we origine noemen. Dit laat vergelijking toe met het vorige dossier. Tenslotte kijken we ook naar de nationaliteit bij geboorte van de ouders. Inwoners waarvan één van de ouders een niet-belgische nationaliteit bij geboorte had, vormen immers de belangrijkste doelgroep van het Vlaams integratiebeleid. Zij worden personen van buitenlandse herkomst genoemd. 7

8 Deel I: Minderheden en nationaliteiten 2. De veranderende nationaliteitswetgeving Gezien minderheden in dit dossier gedefinieerd worden aan de hand van de nationaliteit, de nationaliteit bij geboorte of de nationaliteit bij geboorte van de ouders, is het belangrijk inzicht te hebben in de nationaliteitswetgeving en de evolutie daarvan. De voorwaarden voor het toekennen van de Belgische nationaliteit zijn de laatste decennia immers sterk aangepast. Tot in de jaren 1980 was nationaliteitsverwerving in grote mate afhankelijk van afstamming. In 1984 veranderde dat. Sindsdien krijgen kinderen van gemengde huwelijken automatisch de Belgische nationaliteit, en niet alleen als de vader Belg is. Kinderen van de derde generatie die in België geboren zijn kunnen voortaan ook Belg worden via een verklaring van de ouders. In de jaren 1990 en 2000 wordt de nationaliteitsverwerving verder versoepeld. De belangrijkste veranderingen zijn er in 1991 en Sinds 1991 worden buitenlanders van de derde generatie automatisch Belg. De tweede generatie kan via een verklaring de Belgische nationaliteit verwerven. Sinds 2000 wordt de nationaliteitsverklaring een recht voor wie in België is geboren of er zeven jaar zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad. Deze wet wordt in 2013 opnieuw verstrengd. Zo is voortaan een bewijs van maatschappelijke integratie vereist, evenals kennis van één van de drie landstalen. 1 In totaal werden er in België, sinds 1947, mensen Belg. Tot en met 1984 waren er dat slechts , of gemiddeld per jaar. Sindsdien liggen de cijfers heel wat hoger, met de hoogste waarden telkens in het jaar nadat een belangrijke wetsverandering heeft plaatsgevonden (1985, 1992, 2001). Het aantal nationaliteitsveranderingen bleef na deze pieken ook telkens wat hoger dan in de periode daarvoor. Enkel in 2014 zien we, na de verstrenging van de wet in 2013, een opvallende daling. Figuur 1 geeft deze ontwikkeling weer, evenals de evolutie van het totaal aantal niet-belgen. We zien na elke belangrijke wetswijziging een daling van het aantal niet-belgen, maar dat wordt na één of enkele jaren steeds terug omgebogen tot een stijging. Vooral in de meest recente periode is dat opvallend. Het aantal niet-belgen is nu groter dan in eender welk jaar sinds de Tweede Wereldoorlog. 2 Dit heeft te maken met de grote internationale migratiestromen in de tweede helft van de jaren Het migratiesaldo, het aantal immigraties min het aantal emigraties, is in die periode zelfs groter dan in de periode tussen de Tweede Wereldoorlog en 1974, toen er actief buitenlandse arbeidsmigranten werden aangeworven, onder meer via bilaterale akkoorden met emigratielanden. Figuur 2 geeft het aantal internationale migraties weer van vreemdelingen: immigraties, emigraties en het resulterende migratiesaldo. Hieruit blijkt dat het hoge migratiesaldo in de jaren 2000 vooral te maken heeft met een stijgend aantal immigraties, want het aantal emigraties blijft relatief constant over de gehele periode. De laatste jaren gaat het aantal emigraties echter wel in stijgende lijn, en in combinatie met een dalende immigratiestroom leidt dat tot een minder hoog migratiesaldo. 1 Voor meer informatie over de geschiedenis van de nationaliteitswetgeving, zie het eerste dossier minderheden uit 2010 (p. 9-11). 2 Dit geldt ook wanneer we het aandeel niet-belgen binnen de totale bevolking bekijken. Het gaat nu om 11,2% van de Belgische bevolking. 8

9 DEEL I: Minderheden en nationaliteiten Figuur 1: : Aantal A personen dat Belg wordt en aantal niet-belgen, België, wet van28 juni Aantal personen dat Belg wordt wet van13 juni 1991 wet van1 maart Aantal niet-belgen Bron: FOD Economie, AD Statistiek Aantal personen dat Belg wordt, gemiddelde waarde Aantal personen dat Belg wordt, geobserveerde waarden Aantal niet-belgen, geobserveerde waarden Figuur 2: : Internationale migraties van vreemdelingen,, België,, Aantal personen Immigraties Emigraties Migratiesaldo Bron: FOD Economie, AD Statistiek 9

10 Deel I: Minderheden en nationaliteiten 3. Een indeling in nationaliteitsgroepen In Vlaams-Brabant wonen 175 verschillende nationaliteiten. Wanneer we naar de nationaliteit bij geboorte kijken, is dat zelfs nog meer. Om praktische redenen groeperen we daarom de nationaliteiten in enkele grotere groepen. Tabel 1 geeft deze groepering weer. Een eerste onderscheid wordt gemaakt tussen EU-landen en niet EU-landen. Inwoners met een nationaliteit van de Europese Unie hebben immers een aantal rechten die anderen niet hebben. Binnen deze twee grote groepen wordt er nog een verdere onderverdeling gemaakt. Binnen de EU wordt een verschil gemaakt tussen: Zuid-Europese landen, waarvan de migratiegeschiedenis teruggaat tot de arbeidsmigratie net na de Tweede Wereldoorlog 3, Oost-Europese landen, die het westelijke deel van het ex-oostblok omvatten Noordwest-Europese landen, waaronder de buurlanden. Buiten de EU wordt een onderscheid gemaakt tussen: Maghreb-landen en Turkije, waarvan de migratiegeschiedenis terug gaat tot de arbeidsmigratie in de jaren 1960, landen van het ex-oostblok die niet tot de EU behoren, welvarende landen van buiten de EU (Noord-Amerika, Oceanië en andere landen die de Wereldbank omschrijft als High-income OECD countries ) overige landen, onderverdeeld naar regio (Afrikaanse, Aziatische en Zuid- en Centraal- Amerikaanse landen). 4 De tabel vermeldt enkel de nationaliteiten van huidige landen, maar ook nationaliteiten van landen die niet meer bestaan worden meegeteld. Dit geldt bijvoorbeeld voor personen met de Tsjecho-Slowaakse nationaliteit, die bij Oost-Europa worden ingedeeld. Sommige voormalige landen vallen echter in twee gebieden. Zo valt de vroegere Sovjetunie voor een deel in het ex- Oostblok en voor een ander deel in de andere landen van Azië. Joegoslavië valt voor een deel in het ex-oostblok, dat niet tot de EU behoort, en voor een deel in Oost-Europa, dat wel tot de EU behoort. Deze landen worden ingedeeld bij dat gebied waarin een meerderheid van de bevolking woonde. Hier gaat het telkens om het ex-oostblok, dat buiten de EU ligt. Tenslotte zijn er ook erkende vluchtelingen uit huidige of voormalige landen, die eveneens worden meegeteld. 3 Voor een overzicht van de Belgische migratiegeschiedenis, zie het eerste dossier minderheden (p. 8-9). 4 Wanneer iemand een nationaliteit heeft van een overzees gebied van een land of van een land dat bijzondere betrekkingen heeft met een ander land, wordt het daar niet automatisch bijgevoegd, maar gaan we uit van de geografische logica. Zo hoort Gibraltar (Verenigd Koninkrijk) bij Zuid-Europa en niet bij Noordwest-Europa, horen de Canarische eilanden (Spanje) bij Afrika en niet bij Zuid-Europa en horen de Britse Maagdeneilanden (Verenigd Koninkrijk) bij Centraal- en Zuid-Amerika en niet bij Noord- en West- Europa. 10

11 DEEL I: Minderheden en nationaliteiten Tabel 1: Een indeling in nationaliteitsgroepen Europese Unie België Zuid-Europa Oost-Europa Noord- en West-Europa Cyprus, Griekenland, Italië, Malta, Portugal en Spanje landen van het ex-oostblok die nu tot de EU behoren: Bulgarije, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. andere EU-landen: Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk en Zweden Buiten de Europese Unie ex-oostblok Maghreb Turkije rijke OESO-landen andere landen van Afrika andere landen van Azië andere landen van Zuid- en Centraal-Amerika landen van het ex-oostblok die niet tot de EU behoren: Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Rusland, Servië, VJR Macedonië en Wit-Rusland Algerije, Libië, Marokko, Mauretanië en Tunesië Noord-Amerika, Oceanië en andere niet-eu-landen die door de Wereldbank worden omschreven als 'High-income OECD Countries' (Chili, Ijsland, Israël, Japan, Noorwegen, Zuid-Korea en Zwitserland). Ook de mini-staatjes Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino en Vaticaanstad worden bij deze groep gerekend. Niet alleen de nationaliteit, maar ook de nationaliteit bij geboorte (de origine) en de herkomst worden op deze manier ingedeeld. In navolging van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR), die de doelgroep van het Vlaams integratiebeleid operationaliseert, wordt bij de herkomst eerst rekening gehouden met de geboortenationaliteit van de vader. Wanneer die Belgisch is of niet gekend, wordt gekeken naar de geboortenationaliteit van de moeder. Wanneer die Belgisch is of niet gekend wordt gekeken naar de geboortenationaliteit van de persoon zelf. Wanneer die Belgisch is of niet gekend wordt de nationaliteit van de persoon gebruikt. 11

12 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant 4. Omvang, evolutie en spreiding 4.1 Nationaliteit, origine en herkomst in Vlaams-Brabant Figuur 3 geeft de bevolkingspiramide van Vlaams-Brabant, waaruit zowel het aantal mensen met een buitenlandse nationaliteit, een buitenlandse nationaliteit bij geboorte (origine) of een buitenlandse nationaliteit bij geboorte van één van de ouders (herkomst) kunnen worden afgeleid. Centraal (in het lichtblauw) zien we de niet-belgen Belgen. Het gaat om 9,1% van de bevolking. Wanneer we de Belgen die geboren zijn als niet-belg (in het donkerblauw) daarbij tellen, komen we aan 15,1% van de inwoners die een niet-belgische origine heeft. De overige 84,9% is geboren als Belg. Van deze inwoners kunnen we nagaan wat de nationaliteit is van de ouders (of, bij alleenstaande ouders, van de ouder). 5 Sommigen hebben (minstens) een ouder met een niet-belgische nationaliteit (in het lichtgeel), anderen hebben geen ouder(s) met een niet-belgische nationaliteit maar wel met een niet-belgische nationaliteit bij geboorte (in het donkergeel). Het gaat respectievelijk om 2,7% en 3,4% van de bevolking. Wanneer we die groepen optellen bij de bevolking van niet-belgische origine, komen we aan 21,2% van de Vlaams-Brabantse bevolking die een buitenlandse herkomst heeft. Meer dan een vijfde van de Vlaams-Brabantse bevolking behoort dus tot de doelgroep van het Vlaams integratiebeleid. 6 Het gaat dan ook om een erg brede definitie van buitenlandse herkomst: van meer dan de helft van de als Belg geboren inwoners met (minstens) een Belgische ouder van niet-belgische origine heeft de andere ouder wel de Belgische origine. Dit geldt eveneens voor inwoners met (minstens) een ouder met een niet-belgische nationaliteit. 7 5 Het rijksregister bevat geen afstammingsgegevens. We kennen enkel de relatie van de verschillende gezinsleden met de referentiepersoon. Enkel als die relatie zoon of dochter is, kan de ouderband met zekerheid worden bepaald. In alle andere gevallen worden de ouders bepaald door middel van de zogenaamde LIPRO-typologie, die de gezinnen typeert op basis van de beschikbare informatie in het rijksregister. Het kan dan gaan om eigen kinderen of stiefkinderen. Wanneer een kind in verschillende observatiejaren (een) verschillende potentiële ouder(s) heeft, krijgt het oudste observatiejaar voorrang, tenzij de ouderband met zekerheid werd bepaald. 6 De definitie die de Vlaamse Regering hanteert, en daarmee ook de Studiedienst van de Vlaamse Regering, gebruikt enkel de geboortenationaliteit van de ouders, en niet de nationaliteit. Een klein aantal ouders is geboren met de Belgische nationaliteit, en heeft nu een niet-belgische nationaliteit. 7 Van de als Belg geboren inwoners met een Belgische ouder van niet-belgische origine heeft 53% een andere ouder van Belgische origine. Bij de als Belg geboren inwoners met een ouder van niet-belgische nationaliteit is dat zelfs 60% Dit cijfer is hoger omdat het aandeel inwoners met een EU-herkomst hier hoger ligt, en bij hen ligt het aandeel inwoners met een ouder van Belgische origine veel hoger: 88% bij een Belgische ouder met niet-belgische origine, 77% bij een ouder met niet-belgische nationaliteit. Bij een niet-eu-herkomst is dat heel wat minder, met respectievelijk 38% en 36%. 12

13 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant De andere inwoners van Vlaams-Brabant zijn als Belg geboren en hebben ouders (of één ouder, bij alleenstaande ouders) die als Belg geboren zijn (in het lichtrood), of ouders (of één ouder, bij alleenstaande ouders) waarvan de (geboorte)nationaliteit niet gekend is (in het donkerrood). De nationaliteit van de ouders kan immers enkel nagegaan worden voor kinderen die, in Vlaams- Brabant, het ouderlijk huis verlieten na 31 december We kunnen er wel vanuit gaan dat de nationaliteit bij geboorte van diegenen die eerder het ouderlijke huis verlieten, ook de nationaliteit bij geboorte van de ouders is. Tot 1984 was immers vooral de afstamming (van de vader) belangrijk voor nationaliteitsverwerving. Figuur 3: : Bevolkingspiramide van Vlaams-Brabant, naar nationaliteitshistoriek, 2015 leeftijd Mannen Vrouwen aantal personen niet-belg Belg, geboren Belg, ouder(s) niet-belg Belg, geboren Belg, ouder(s) Belg en geboren Belg Belg, geboren niet-belg Belg, geboren Belg, ouder(s) Belg en geboren niet-belg Belg, geboren Belg, nationaliteit (bij geboorte) ouder(s) niet bekend Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Tabel 2 en Figuur 4 geven de bevolking naar nationaliteit, origine en herkomst. De EU- nationaliteiten zijn duidelijk in de meerderheid, waarvan de belangrijkste de Noordwest- Europese zijn. Wanneer we naar de origine kijken, blijkt ongeveer de helft van de inwoners geboren met een EU-nationaliteit. Vooral de Maghrebijnse en de Turkse origine worden nu belangrijker, maar ook de andere niet-eu-origines worden beduidend groter. Bij de herkomst is dat nog meer uitgesproken. De Maghrebijnse herkomst wordt nu bijna even groot als de Zuid- Europese, al is de Noordwest-Europese nog heel wat belangrijker. Daarna volgen de Afrikaanse, de Aziatische en de Oost-Europese herkomst. 13

14 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Tabel 2: : Nationaliteit, origine en herkomst in Vlaams-Brabant, 2015 Nationaliteit Origine Herkomst België EU waarvan Noordwest-Europa waarvan Zuid-Europa waarvan Oost-Europa Niet-EU waarvan Maghreb waarvan Turkije waarvan ex-oostblok waarvan rijke OESO-landen waarvan overig Azië waarvan overig Afrika waarvan overig Amerika Onbekend Totaal Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Figuur 4: Niet-Belgische nationaliteit n ationaliteit,, origine en herkomst in Vlaams-Brabant, % van de bevolking niet-eu EU onbekend overig Amerika overig Afrika overig Azië rijke OESO-landen ex-oostblok Turkije Maghreb Oost-Europa Zuid-Europa Noordwest-Europa nationaliteit origine herkomst Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 14

15 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Het verschil tussen nationaliteit enerzijds en origine en herkomst anderzijds is dus vooral groot voor landen buiten de EU. Personen met een EU-nationaliteit nemen immers veel minder vaak de Belgische nationaliteit aan, gezien zij heel wat rechten genieten die niet-eu burgers niet hebben. Voor hen is Belg worden dus minder urgent. Dit zien we duidelijk op Figuur 5. Deze figuur geeft aan welk aandeel van de verschillende geboortenationaliteiten in de loop van haar of zijn leven Belg is geworden. Dit is minder dan een kwart bij EU-landen en rijke OESO-landen, bijna 80% bij Maghreb en Turkije en ongeveer de helft bij andere niet-eu landen. De lagere waarden bij deze andere niet-eu landen zijn mogelijk te wijten aan meer recente immigratie. Figuur 5: Aandeel personen dat Belg wordt naar nationaliteit bij geboorte,, Turkije Maghreb overig Afrika ex-oostblok overig Azië % dat nu de Belgische nationaliteit heeft overig Amerika rijke OESO-landen Zuid-Europa Noordwest- Europa Oost-Europa niet-eu EU Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Zowel bij de nationaliteit, bij de origine als bij de herkomst spelen een aantal individuele herkomstlanden een dominante rol. De 20 belangrijkste herkomstlanden staan in voor meer dan drie kwart van alle niet-belgen, niet-belgen bij geboorte of inwoners van niet-belgische herkomst. Dit kan afgelezen worden op Tabel 3, die de 20 belangrijkste herkomstlanden geeft, in aantal en in percentage van de totale groep niet-belgen, niet-belgen bij geboorte of inwoners van niet-belgische herkomst. Bij de nationaliteiten zien we dat vooral de EU-landen belangrijk zijn, bij de origine en zeker bij de herkomst worden Marokko en Turkije, maar ook DR Congo veel prominenter. Wat de origine en de herkomst betreft, is Marokko veruit het belangrijkste herkomstland. 15

16 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Tabel 3: : Meest voorkomende nationaliteiten, aliteiten, origines en herkomstlanden,, 2015 Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning % van niet- Belgische origine Herkomst Aantal % van niet- Belgische herkomst Nationaliteit Aantal % van niet-belg Origine Aantal Nederland ,7 Marokko ,4 Marokko ,1 Italië ,0 Nederland ,2 Nederland ,2 Polen ,1 Italië ,6 Italië ,4 Frankrijk ,0 Polen ,1 Turkije ,6 Roemenië ,0 Frankrijk ,1 Frankrijk ,5 Spanje ,4 Turkije ,9 DR Congo ,7 Groot-Brittannië ,0 DR Congo ,5 Spanje ,1 Duitsland ,8 Roemenië ,2 Polen ,0 Portugal ,6 Spanje ,9 Roemenië ,2 Marokko ,6 ex-ussr ,7 Groot-Brittannië ,1 ex-ussr ,4 Groot-Brittannië ,4 Duitsland ,0 DR Congo ,4 Duitsland ,2 ex-ussr ,0 Griekenland ,9 Portugal ,0 Portugal ,6 Verenigde Staten ,9 ex-joegoslavië ,4 ex-joegoslavië ,4 China ,7 Griekenland ,6 Griekenland ,7 ex-joegoslavië ,3 China ,5 China ,2 Turkije ,6 India ,4 India ,2 India ,3 Verenigde Staten ,3 Verenigde Staten ,2 ex-tsjecho-slowakije ,0 Rwanda ,0 Rwanda ,0 Brazilië ,0 Kameroen ,9 Kameroen ,9 TOTAAL ,8 TOTAAL ,3 TOTAAL ,0 Totaal niet-belg ,0 Totaal niet- Belgische origine ,0 Totaal niet- Belgische herkomst ,0 4.2 Evolutie in de tijd Het aantal vreemdelingen in Vlaams-Brabant nam sinds de jaren 1980 sterk toe. In 1981 was 4,0% van de inwoners niet-belg Belg. In 1990, enkele jaren na de eerste belangrijke wijzigingen in de nationaliteitswetgeving, was dat 4,3%. In 2015 is dat aandeel meer dan verdubbeld tot 9,1%. De grootste stijging is merkbaar in de eerste helft van de jaren 1990 en vooral in de tweede helft van de jaren De laatste jaren is dat iets minder uitgesproken. De waargenomen stijging is nog sterker wanneer we naar de nationaliteit bij geboorte kijken en het sterkst bij de herkomst (Figuur 6). Nationaliteitsveranderingen verminderen immers rechtstreeks de stijging van het aantal niet-belgen, terwijl dat bij de origine pas het geval is bij de volgende generatie, en bij de herkomst nog een generatie verder. 16

17 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Figuur 6: : Aantal inwoners met een niet-belgische nationaliteit, origine en herkomst, ,5 15 % van de bevolking 12,5 10 7,5 nationaliteit origine herkomst 5 2, Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Er zijn grote verschillen afhankelijk van de nationaliteit, de origine of de herkomst. Hieronder worden deze verschillende ontwikkelingen bekeken gedurende de laatste 10 jaar. In deze periode was de algemene stijging van het aantal mensen met een niet-belgische nationaliteit, origine of herkomst immers het grootst. Figuur 7 geeft de evolutie van de verschillende nationaliteit tionaliteitsgroepen van 2005 tot Daaruit blijkt dat vooral Oost-Europese nationaliteiten een sterke groei kennen. Dat heeft natuurlijk te maken met de opname van deze landen in de Europese Unie in 2004 (Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Slovenië en Tsjechië) en in 2007 (Bulgarije en Roemenië). De Oost-Europese nationaliteitsgroep is nu de op twee na belangrijkste, na de Noordwest- Europese en Zuid-Europese. Verder zien we ook de Zuid-Europese, Aziatische en Afrikaanse nationaliteiten relatief sterk aangroeien. Nationaliteiten van de Maghreb, Turkije, en de rijke OESO-landen, blijven ongeveer stabiel, tenminste wanneer we kijken naar het aandeel in de bevolking. In absolute cijfers gaan alle nationaliteitsgroepen erop vooruit. 17

18 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Figuur 7: : Niet-Belgische nationaliteiten in Vlaams-Brabant, % van de bevolking 2,5 2 1,5 1 0,5 Noordwest-Europa Zuid-Europa Oost-Europa Maghreb Turkije ex-oostblok rijke OESO-landen overig Azië overig Afrika overig Amerika Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning De stabilisering van het aandeel inwoners met een nationaliteit van de Maghreb of van Turkije heeft te maken met het grote aantal nationaliteitsveranderingen binnen deze groepen (zie boven). Als we bovenstaande grafiek hernemen met de nationaliteit bij geboorte in plaats van de nationaliteit zelf, zien we ook bij deze groepen een stijgend aandeel. De stijging is nog steeds het sterkst voor de Oost-Europese origine, maar die van Maghrebijnse origines is nu ongeveer even groot als die van andere Afrikaanse en Aziatische origines. Figuur 8: : Niet Belgische nationaliteiten bij geboorte in Vlaams-Brabant, ,5 3 % van de bevolking 2,5 2 1,5 1 0,5 Noordwest-Europa Zuid-Europa Oost-Europa Maghreb Turkije ex-oostblok rijke OESO-landen overig Azië overig Afrika overig Amerika Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Tenslotte kunnen we dezelfde grafiek opstellen met de herkomst in plaats van de origine (Figuur 9). Nu wordt de Maghrebijnse herkomst de snelste groeier, zelfs vóór de Oost-Europese. De Maghrebijnse aanwezigheid in België gaat immers meer dan 50 jaar terug, terwijl de Oost- 18

19 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Europese migratie meestal veel recenter is. 8 Het verschil tussen de eigen geboortenationaliteit en de geboortenationaliteit van de ouders is dan ook veel groter voor de eerste groep, waarvan de ouders vaak Belg zijn geworden. Ook de overige Afrikaanse, Aziatische en Zuid-Europese herkomstlanden stijgen relatief sterk, zoals dat ook bij de nationaliteit en de origine het geval was. Gezien het aandeel van de inwoners met een niet-belgische nationaliteit, origine of herkomst groeit, daalt het aandeel inwoners met de Belgische nationaliteit, origine of herkomst. In absolute cijfers neemt het aantal inwoners met een Belgische nationaliteit of origine wel toe. Voor de Belgische herkomst is dat echter niet het geval. Figuur 9: : Inwoners van niet-belgische herkomst in Vlaams-Brabant, ,5 % van de bevolking 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 Noordwest-Europa Zuid-Europa Oost-Europa Maghreb Turkije ex-oostblok rijke OESO-landen overig Azië overig Afrika overig Amerika 0, Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 4.3 Ruimtelijke verschillen Algemeen beeld De aanwezigheid van minderheden verschilt zeer sterk van gemeente tot gemeente. Maar ook binnen gemeenten zijn er grote verschillen. Daarom werken we met kaarten op het niveau van deelgemeenten. 8 De aanwezigheid van Oost-Europeanen in België gaat wel verder terug. Zo werden in het interbellum Oost-Europeanen aangetrokken om te werken in de steenkoolmijnen. Het ging echter om veel kleinere aantallen dan nu. 19

20 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Kaart 1 geeft de bevolking met een niet-belgische nationaliteit. Vooral in de oostelijke en zuidoostelijke rand rond Brussel wonen er heel wat mensen met een niet-belgische nationaliteit. Het gaat vooral om EU-nationaliteiten. Ook in de andere (deel)gemeenten rond Brussel (vooral in de zuidwestelijke Zennevallei) en in Leuven is er een bovengemiddelde aanwezigheid van mensen met een buitenlandse nationaliteit. Ook hier zijn EU-nationaliteiten in de meerderheid. Alleen in Leuven is dat (net) niet het geval. De laagste waarden vinden we in de plattelandsgemeenten van het centrale gedeelte van het Hageland en in het zuidelijke Pajottenland. Kaart 1: : Bevolking met een niet-belgische nationaliteit ( ) 9 % van de bevolking 18,6-31,5 9,6-18,5 6,6-9,5 3,6-6,5 0,3-3,5 Vlaams-Brabant: 9,5 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal EU niet-eu Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart 2 toont de bevolking van niet-belgische origine. Nu zien we de hoogste waarden ten oosten en ten noordoosten van Brussel. In het oosten zijn EU-origines in de meerderheid, maar in het noordoosten is dat niet het geval. Ook op het vlak van origine vinden we bovengemiddelde waarden in de andere (deel)gemeenten rond Brussel (vooral in de zuidwestelijke Zennevallei en in Zellik) en in Leuven, maar niet-eu-origines zijn hier meestal in de meerderheid. Enkel ten zuidoosten van Brussel geldt dit niet. De centra van Diest en Asse hebben eveneens een bovengemiddelde waarde. De laagste waarden vinden we ook op deze kaart in het centrale deel van het Hageland en in het zuidelijk Pajottenland. 9 Absolute aantallen kleiner dan 10 zijn niet afgebeeld. Dit geldt ook voor de andere kaarten in dit onderdeel. 20

21 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Kaart 2: : Bevolking met een niet-belgische origine o ( ) % van de bevolking 30,2-39,1 15,2-30,1 10,2-15,1 5,2-10,1 1,8-5,1 Vlaams-Brabant: 15,1 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Wemmel Kaart 3 geeft tenslotte de bevolking van niet-belgische herkomst. Het ruimtelijk patroon lijkt heel sterk op dat van de bevolking van niet-belgische origine, alleen liggen de cijfers heel wat hoger. In Diegem, Ruisbroek, Stevens-Woluwe en Zellik gaat het zelfs om meer dan de helft. Daar zijn de minderheden dus samen in de meerderheid. Kaart 3: : Bevolking van niet-belgische herkomst ( ) % van de bevolking 39,2-55,9 21,2-39,1 15,2-21,1 9,2-15,1 2,3-9,1 Vlaams-Brabant: 21,1 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Pepingen Opwijk Ternat Lennik Asse Merchtem Halle Dilbeek Meise Beersel Londerzeel Wezembeek-Bertem Oppem Pieters- Leeuw Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Meise Wemmel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Aantal Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode EU niet-eu Aantal Tervuren EU niet-eu Zemst Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Steenokkerzeel Machelen Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Huldenberg Keerbergen Haacht Herent Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Bekkevoort Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Diest Landen Geetbets Zoutleeuw De verschillende nationaliteitsgroepen Hieronder gaan we nog verder in detail: we kijken naar de ruimtelijke spreiding van de verschillende nationaliteitsgroepen van binnen de EU en buiten de EU. We kijken meer bepaald 21

22 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant naar de ruimtelijke spreiding van de verschillende origines, op dezelfde manier als in het vorige dossier minderheden. Op een eerste kaart (Kaart 4) zien we de bevolking van de meest welvarende landen, namelijk de Noordwest-Europese EU-landen en de rijke OESO-landen buiten de EU. We zien de sterke aanwezigheid van deze groepen ten zuidoosten van Brussel, waar heel wat medewerkers wonen van de EU en andere internationale instellingen en bedrijven. Ook Leuven kent een hoge waarde. Dit is de enige gemeente waar meer dan een kwart van deze inwoners van buiten de EU komt, wat te maken heeft met de aanwezigheid van de universiteit. Daarnaast zijn er nog een aantal residentiële gemeenten met een bovengemiddelde aanwezigheid van inwoners uit welvarende landen, zoals Wemmel en Keerbergen. De waarden liggen het laagst in het zuiden van het Pajottenland en in het centrale Hageland, maar dit geldt ook voor alle andere origines die we hieronder bespreken. Kaart 4: : Bevolking van Noordwest-Europes Europese origine of origine uit een ander rijk OESO-land ( ) % van de bevolking 7,7-21,0 3,9-7,6 2,0-3,8 1,1-1,9 0,2-0,9 Vlaams-Brabant: 3,8 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal binnen de EU buiten de EU Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Huldenberg Keerbergen De volgende twee kaarten tonen het aantal inwoners met een origine van de klassieke immigratielanden. Dat zijn landen waaruit reeds arbeidsmigranten werden aangetrokken in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog. Kort na de oorlog werden heel wat mensen van Zuid-Europese landen aangetrokken. In de jaren 1960 werden vooral mensen uit de Maghreb (voornamelijk Marokko) en Turkije gerekruteerd. Op Kaart 5 zien we de bevolking met een Zuid-Europese origine. Deze groepen zijn sterk aanwezig in Leuven, waaronder heel wat studenten, en rond Brussel. Daar vinden we de hoogste waarden in de Zennevallei. Oorspronkelijk waren de Zuid-Europese immigranten immers vooral gebonden aan de industrie in de Zennevallei, en die historische aanwezigheid is nog steeds zichtbaar. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Spaanse gemeenschap in Vilvoorde en de Italiaanse gemeenschap in Pieters-Leeuw. Natuurlijk speelt hier eveneens meer recente migratie, die vaak vanuit Brussel verloopt, een rol. We zien ook hoge waarden ten oosten en ten zuidoosten van Brussel. Daar gaat het vaak om inwijking die te maken heeft met de opname van deze landen in de Europese Unie, en de daaraan verbonden internationale werknemers. Haacht Herent Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw 22

23 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Kaart 5: : Bevolking van Zuid-Europese origine (2015 ( 2015) % van de bevolking Aantal 4,7-11, ,4-4,6 Italië 1,3-2,3 0,7-1,1 Spanje 0,0-0,6 andere landen Londerzeel Vlaams-Brabant: 2,3 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Grimbergen Vilvoorde Genesius- Rode Kaart 6 geeft de bevolking met een origine van de Maghreb of Turkije. Ook voor deze groepen zien we dat de Zennevallei belangrijk is, en ook hier kan dat deels teruggebracht worden tot de oorspronkelijke migratie, hoewel recentere migratie eveneens een rol speelt, vaak vanuit Brussel. De hoge waarden ten westen van Brussel zijn vooral te verklaren door die meer recente migratie. De Maghrebijnse (voornamelijk Marokkaanse) aanwezigheid is meestal dominant, hoewel de Turkse gemeenschap vaak groter is ten noordoosten van Brussel. Ook in Brussel zelf zijn de inwoners van Turkse origine sterk geconcentreerd in het noordoosten. Verder vinden we nog bovengemiddelde waarden in Leuven en in Diest. In Diest gaat het vooral om inwoners met een Turkse origine, die oorspronkelijk uit de Limburgse mijnstreek komen. Kaart 6: : Bevolking van origine uit de Maghreb of Turkije (2015 ( 2015) % van de bevolking 5,3-18,5 2,7-5,2 1,4-2,6 0,8-1,3 0,0-0,7 Vlaams-Brabant: 2,6 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Pepingen Opwijk Ternat Lennik Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Wezembeek-Bertem Oppem Pieters- Leeuw Drogenbos Meise Wemmel Linkebeek Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Maghreb Turkije Zemst Steenokkerzeel Machelen Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Bekkevoort Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Diest Landen Geetbets Zoutleeuw 23

24 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Een derde reeks kaarten heeft betrekking op nationaliteiten van meer recente immigratielanden. Het gaat enerzijds om Oost-Europese immigratie, die pas belangrijk werd na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie op het eind van de jaren 1980 en het begin van de jaren Daarnaast gaat het om landen uit Afrika, Azië en Zuid-Amerika die niet tot de rijke OESO-landen behoren. De bevolking met een Oost-Euro Europese origine vinden we vooral rond Brussel en in Leuven terug (Kaart 8), hoewel er ook in het Hageland bovengemiddelde waarden voorkomen, vooral in de steden. Binnen de Oost-Europese origines zijn EU-origines heel wat belangrijker ten zuidoosten van Brussel. Hier wonen immers heel wat medewerkers van de Europese Unie en andere internationale instellingen en bedrijven in Brussel. Ook elders zijn EU-nationaliteiten vaak in de meerderheid, zij het minder uitgesproken. Kaart 7: : Bevolking van Oost-Europese origine ( ) % van de bevolking 5,5-8,6 2,8-5,4 1,5-2,7 0,8-1,4 0,0-0,7 Vlaams-Brabant: 2,7 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal binnen de EU buiten de EU Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw De bevolking met een origine van andere niet-eu landen (Kaart 8) vinden we opnieuw vooral rond Brussel en in Leuven, maar ook in het zuiden van het Hageland (Tienen, Landen) en rond Liedekerke. Terwijl het in Leuven en in het Hageland vooral gaat om Aziatische origines, zijn het rond Brussel vaker de Afrikaanse. Dat is wat minder uitgesproken in het oosten en zuidoosten. In Leuven speelt de universiteit een belangrijke rol, bijvoorbeeld bij de grote Chinese gemeenschap. Origines die minder verbonden zijn met de universiteit zijn er echter eveneens relatief sterk aanwezig, zoals de Nepalese. Rond Brussel is de Congolese origine veruit de belangrijkste, maar ook andere origines als de Rwandese en de Kameroense spelen een rol. Zuid-Amerikaanse origines zijn veel minder belangrijk, en relatief het sterkst ten zuidoosten van Brussel. Vaak gaat het daar om medewerkers van internationale organisaties en bedrijven. 24

25 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Kaart 8: : Bevolking van origine uit andere niet-eu landen ( ) % van de bevolking Aantal 7,3-16, ,7-7,2 Afrika 1,9-3,6 1,0-1,8 Azië 0,0-0,9 Amerika Londerzeel Vlaams-Brabant: 3,6 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw 25

26 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Recente evoluties Zoals hoger aangegeven, is de bevolking van niet-belgische origine sterk gegroeid de laatste jaren. In 2005 had 9,4% van de Vlaams-Brabanders een niet-belgische geboortenationaliteit. In 2015 was dat al 15,1%. Het gaat dus om een groei van 5,7% in 10 jaar tijd. Ook hier zijn er echter grote ruimtelijke verschillen (Kaart 9). De stijging vond vooral plaats in de rand rond Brussel (met uitzondering van het zuidoosten) en in Leuven. Verder zijn er nog bovengemiddelde groeiwaarden in het zuiden van het Hageland (Tienen, Landen), en in een aantal niet aan Brussel grenzende gemeenten in het westen van de provincie, zoals Liedekerke en Affligem. De groei is dus vooral sterk in gebieden waar het aandeel van deze bevolkingsgroep al groot was, met de gemeenten ten zuidoosten van Brussel als belangrijkste uitzondering. Op de kaart is ook aangegeven of de groei vooral wordt bepaald door EU-origines dan wel door niet-eu-origines. Algemeen is de groei van eerstgenoemde groep minder sterk (2,1% versus 3,6%), en ook in de meeste gemeenten is dat het geval. Binnen de EU-origines is de Oost-Europese goed voor bijna 60% van de groei. Meer dan een kwart van de groei is toe te schrijven aan de Zuid-Europese origines, en de groei van deze groep is in een aantal deelgemeenten (in de zuidelijke Zennevallei en in Leuven) belangrijker dan de Oost-Europese. De bevolking met een Noordwest-Europese origine groeit gemiddeld wel aan, maar opvallend is de daling in enkele gemeenten ten zuidoosten van Brussel, zelfs in absolute cijfers. Binnen de niet-eu EU-origines zijn de regionale verschillen groter. De Maghrebijnse en Turkse origines staan in voor ongeveer een derde van de totale groei, maar die is vooral belangrijk rond Brussel (buiten het zuidoosten), en helemaal niet in het arrondissement Leuven. Daar is de groei van de bevolking van Aziatische origine, die gemiddeld instaat voor ongeveer een vijfde, veel belangrijker. De Afrikaanse origine neemt gemiddeld ongeveer een kwart van de groei voor haar rekening, en die is relatief belangrijk ten westen van Brussel, zoals in Liedekerke, Affligem, Asse en Merchtem. Kaart 9: : Evolutie van de bevolking van niet-belgische origine, in % van de bevolking 9,8-16,5 5,8-9,7 3,8-5,7 1,8-3,7-0,9-1,7 Vlaams-Brabant: 5,7 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal EU niet-eu Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw 26

27 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant 4.4 Een specifieke groep: expats of internationale werknemers Er is vanuit de overheid heel wat aandacht voor een specifieke groep van minderheden: de zogenaamde expats. Vaak wordt deze groep echter niet duidelijk afgebakend. Wat is dat eigenlijk, een expat, en wat is het verschil met andere migranten? Expats worden vaak onderscheiden door hun hogere opleidingsniveau en/of professionele status en het relatief korte verblijf in het land van aankomst (Gatti, 2009) 10. Een groot deel van de expats in Brussel en Vlaams-Brabant zijn echter werkzaam in de instellingen van de Europese Unie, en net deze groep onderscheidt zich van vele andere expats door hun relatief lange verblijf (Rozanska, 2011) 11. EU-medewerkers hebben vaak levenslange (statutaire) contracten en zo niet, hernieuwbare contracten van bepaalde duur. Maar het zijn vaak niet (enkel) het opleidingsniveau, de professionele status en/of de lengte van het verblijf die worden gebruikt om een expat of expatriate te definiëren. Zo worden expats vaak onderscheiden van andere migranten op basis van het land van oorsprong, het al dan niet vrijwillige karakter van de verhuisbeweging, het al dan niet tijdelijke karakter van de verhuisbeweging, en de negatieve of positieve connotatie die met deze termen samengaat. Expats komen dan doorgaans niet uit ontwikkelingslanden, zijn niet genoodzaakt om te migreren (bv. omwille van werkloosheid), verhuizen niet definitief, en de connotatie is bij deze groep positiever dan bij andere migranten. Andresen et al. (2014) 12 hebben een groot aantal definities van het begrip expat onder de loep genomen, en lijstten een aantal elementen op die aan de expat worden toegeschreven om deze groep te onderscheiden van andere migranten. Naast het initiatief en de motieven voor de verhuis, de verblijfsduur en de eventuele (intentie tot) terugkeer, zijn er ook nog de emotionele verbondenheid met het land van herkomst of van aankomst, het al dan niet mee verhuizen van de familie, en de consequenties voor de verhuizer (bv. verlies van sociale relaties). Het bindende element tussen al deze definities is het uitvoeren van (legaal) werk in het buitenland of, met andere woorden, de status van internationale werknemer. Ook Bryon et al. (2009) 13 definiëren expats als buitenlanders die om professionele redenen (tijdelijk) in België wonen. Er kan verder nog een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten expatriates. Andresen et al. (2014) onderscheiden vier groepen, afhankelijk van twee criteria: gebeurt de verhuisbeweging op eigen initiatief of door de organisatie waarin ze tewerkgesteld zijn, en kadert de verhuis binnen één en dezelfde organisatie (bijvoorbeeld tussen regionale kantoren) of tussen verschillende organisaties. Welke definitie we ook aanhouden, het ligt niet voor de hand om deze groep in kaart te brengen. We hebben geen gegevens over het opleidingsniveau van mensen die in het buitenland zijn opgeleid. Ook het jaar van aankomst kunnen we moeilijk als criterium nemen, omdat dit niets zegt over de (toekomstige) periode van verblijf. Bovendien zijn er EUwerknemers en andere internationale werknemers die na hun carrière in België blijven. Het land 10 Gatti E. (2009), Een definitie van de expat: hoogopgeleide migranten in Brussel, Brussels Studies, 28 (17 p.). 11 Rozanska J. (2011), Polish EU Officials in Brussels: Analysis of an Emerging Community, Migration and Ethnic Themes (Migracijske i etničke teme), Vol. 27, Nr. 2, pp Andresen M., Bergdolt F., Margenfeld J. & Dickmann M. (2014), Addressing international mobility confusion developing definitions and differentiations for self-initiated and assigned expatriates as well as migrants, The International Journal of Human Resource Management, Vol. 25, Nr. 16, pp Bryon J., Van Soom E. & Charliers K. (2009), Expat tourism in Flanders. Onderzoek naar het toeristisch imago van Vlaanderen bij expats en hun toeristisch potentieel, Toerisme Research Paper, 18 (68 p.). 27

28 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant van herkomst is eveneens een problematisch criterium. Het profiel van de inwoners met een bepaalde nationaliteit kan immers erg verschillend zijn. Zo zijn er heel wat Poolse EUmedewerkers in Brussel en Vlaams-Brabant, maar daarnaast komen veel Poolse migranten naar hier om te werken in de bouwnijverheid of de schoonmaaksector. Internationale werknemers uit ontwikkelingslanden werken dikwijls in sectoren met veel laaggeschoolde profielen, maar kunnen ook tewerkgesteld zijn in (regionale kantoren van) internationale organisaties zoals de VN of de Wereldbank in Brussel. Andere elementen, zoals het initiatief, het motief of het vrijwillige karakter van de verhuisbeweging zijn helemaal moeilijk te meten. Wanneer we het criterium aanhouden dat alle definities van expats verbindt, namelijk dat het om verhuizers gaat die (legaal) aan het werk gaan in het land van aankomst, lijkt het wel mogelijk de groep mensen te bepalen die uit het buitenland komt en bij aankomst werk had. Het gaat dan om alle internationale werknemers, al dan niet op eigen initiatief en al dan niet binnen eenzelfde organisatie. Dit vraagt een combinatie van migratiegegevens en professionele gegevens via de kruispuntbank van de sociale zekerheid. Het probleem is echter dat in die databank enkel de werkgelegenheid is opgenomen die onder de Belgische sociale zekerheid valt, en dat is niet het geval voor heel wat werkgevers van internationale werknemers zoals de EU. De vraag is bovendien hoever we dan terug moeten gaan in de tijd: is iemand die al vele jaren voor de EU werkt, en hier schoolgaande kinderen heeft, nog steeds een expat? Of is hij gewoon een buitenlandse ingezetene en moet hij als migrant worden beschouwd? Een aantal groepen die onder bovenstaande definitie vallen kunnen we wel in kaart brengen, omdat zij apart worden geregistreerd in het rijksregister. Het gaat enerzijds om de niet-belgische ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, evenals hun echtgeno(o)t(e) en de familieleden ten laste. Daarnaast is er een groep van bevoorrechte vreemdelingen die niet onderworpen zijn aan de registratieformaliteiten van gewone vreemdelingen. Het gaat onder meer om diplomatieke en consulaire ambtenaren en hun familieleden. Opgelet: vreemdelingen die deel uitmaken van het diplomatieke korps of die onschendbaarheden genieten die vergelijkbaar zijn met die van het diplomatieke korps vallen hier niet onder. Zij worden immers niet opgenomen in het rijksregister. Dit geldt ook voor militair personeel van SHAPE en NAVO. De twee genoemde groepen, EU-medewerkers en bevoorrechte vreemdelingen, vormen dus samen maar een deel van wat onder het begrip expat wordt verstaan, maar hun spreiding geeft wel een beeld van waar de expats ruimtelijk geconcentreerd zijn. Op Kaart 10 is duidelijk te zien dat het bijna uitsluitend om de deelgemeenten ten oosten en zuidoosten van Brussel gaat. 28

29 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Kaart 10: : Niet-Belgische EU-medewerkers en bevoorrechte vreemdelingen (2015) per inwoners Aantal 49,6-95, ,6-49,5 6,7-16,5 EU-medewerkers 3,4-6,6 Bevoorrechte vreemdelingen Kapelle- Begijnendijk 0,9-3,3 Londerzeel op-den- Keerbergen Bos Tremelo <25 personen Aarschot Vlaams-Brabant: 6,7 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Pieters- Leeuw Meise Wemmel Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Haacht Rotselaar Leuven Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw 29

30 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant 5. Een vergelijking met het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 5.1 Omvang en evolutie Figuur 10 geeft het aandeel van de bevolking met een niet-belgische nationaliteit in Vlaams- Brabant, het Vlaams Gewest en het Brussels Gewest in Het aandeel niet-belgen is groter in Vlaams-Brabant (8,8%) dan in het Vlaams Gewest (7,5%). Dit geldt ook voor de verschillende nationaliteitsgroepen, met uitzondering van een aantal niet-eu-nationaliteiten: Maghreb, Turkije en ex-oostblok. In vergelijking met Brussel gaat het in Vlaams-Brabant echter om kleine aandelen. Daar is bijna een derde (33,1%) van de bevolking niet-belgisch. Figuur 10: : Niet-Belgische nationaliteiten in Vlaams-Brabant, het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, % van de bevolking niet-eu EU onbekend overig Amerika overig Afrika overig Azië rijke OESO-landen ex-oostblok Turkije Maghreb Oost-Europa Zuid-Europa Noordwest-Europa 5 0 Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Brussels Gewest Bron: FOD Economie, AD Statistiek Ook bij de nationaliteit bij geboorte zien we in 2014 een grotere aanwezigheid in Vlaams- Brabant (14,6%) dan in het Vlaams Gewest (13,3%). Ook hier zijn de meeste origines belangrijker in Vlaams-Brabant, opnieuw met uitzondering van een aantal niet-eu-origines: Maghreb, Turkije en ex-oostblok. Vooral voor de Turkse origine is het verschil opvallend. Verder zijn er net iets meer mensen van Noordwest-Europese origine in het Vlaams Gewest. Het gaat vooral om Nederlanders in de grensstreek. In het Brussels Gewest was in 2013 een ruime meerderheid van de bevolking al van niet-belgische origine (55,3%). 22,9% van de bevolking 30

31 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant had er een EU-origine en 32,4% een niet-eu-origine. De Maghrebijnse (vooral Marokkaanse) origine weegt in die laatste groep sterk door, met 14,2% van de bevolking 14. Figuur 11: : Niet-Belgische origines in Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest, % van de bevolking niet-eu EU onbekend overig Amerika overig Afrika overig Azië rijke OESO-landen ex-oostblok Turkije Maghreb Oost-Europa Zuid-Europa Noordwest-Europa 2 0 Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunten sociale planning van de Vlaamse provincies Ook wanneer we naar herkomst kijken, is de aanwezigheid van minderheden groter in Vlaams- Brabant dan in het Vlaams Gewest. In 2014 ging het in Vlaams-Brabant om 20,5% en in het Vlaams Gewest om 18,5%. Dit geldt zowel voor inwoners met een herkomstland uit de EU (9,8% in Vlaams-Brabant, 8,4% in het Vlaams Gewest) als buiten de EU (10,7% in Vlaams- Brabant, 10,1% in het Vlaams Gewest). In Brussel is meer dan twee derde van de bevolking van niet-belgische herkomst: 26,6% heeft een EU-herkomst en 41,9% een niet-eu-herkomst. Van die laatste is bijna de helft van Maghrebijnse afkomst (19,7% van de bevolking). 15 Figuur 12 toont de evolutie van het aantal inwoners met een niet-belgische nationaliteit, origine of herkomst in Vlaams-Brabant en in het Vlaams Gewest. In 1981 was het aandeel met een niet- Belgische nationaliteit hoger in het Vlaams Gewest (4,1%) dan in Vlaams-Brabant (4,0%). In 1990 was dat niet meer het geval, en het verschil is sindsdien toegenomen. Nu, in 2015, bedraagt het in Vlaams-Brabant 9,1% en in het Vlaams Gewest 7,8%. Opvallend is de daling in het Vlaams Gewest in 2001 en 2002, wat in Vlaams-Brabant niet het geval was. Dit heeft te maken met het relatief grote aantal nationaliteitsveranderingen in het Vlaams Gewest na de versoepeling van de Belgische nationaliteitsverwerving in Het zijn immers vooral inwoners met een niet-eu-nationaliteit die Belg worden, en in het bijzonder inwoners met een nationaliteit van de Maghreb of van Turkije, en die zijn relatief belangrijker in het Vlaams 14 Bron: KSZ DWH AM&SB (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) 15 Bron: KSZ DWH AM&SB (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) 31

32 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Gewest. 16 Toch zien we dat ook de aangroei van inwoners met een niet-belgische origine wat groter ligt in Vlaams-Brabant dan in het Vlaams Gewest. Dit geldt zowel voor de groei van de bevolking met een EU-origine als met een niet-eu-origine. Tenslotte is ook de groei van het aantal inwoners van niet-belgische herkomst groter in Vlaams-Brabant dan in het Vlaams Gewest. In Brussel was in 1981 reeds 23,9% van de inwoners niet-belg. In 1990 was dat 27,8%, en nu gaat het om 33,9%, ondanks een relatief sterke daling door nationaliteitsveranderingen in de eerste helft van de jaren Ook de stijging van het aantal mensen van niet-belgische origine of herkomst is er meer uitgesproken dan in Vlaams-Brabant of het Vlaams Gewest. Figuur 12: Evolutie van het aantal inwoners met een niet-belgische nationaliteit, origine en herkomst in Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest, % van de bevolking 12 8 herkomst Vlaams-Brabant herkomst Vlaams Gewest origine Vlaams-Brabant origine Vlaams Gewest nationaliteit Vlaams-Brabant nationaliteit Vlaams Gewest Bron: FOD Economie, AD Statistiek (nationaliteit); Steunpunten sociale planning (origine) en KSZ DWH AM&SB (herkomst) 5.2 Spreiding Kaart 11 geeft de spreiding van het aandeel niet-belgen in Vlaanderen en Brussel. Daaruit blijkt dat de hoogste waarden terug te vinden zijn in Brussel en de rand rond Brussel, in een reeks gemeenten aan de Nederlandse grens (waar het bijna uitsluitend om Nederlanders gaat), en in een aantal andere steden (Antwerpen, Leuven). Kraainem, Tervuren, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Overijse hebben zelfs een hoger aandeel niet-belgische inwoners dan Antwerpen of Leuven. Het aandeel EU-ingezetenen is er relatief wel belangrijker. 16 Na de wet van 1984, die de Belgische nationaliteitsverwerving voor het eerst sterk versoepelde, was er wel een daling merkbaar in Vlaams-Brabant. Toen zijn er immers veel inwoners met een Zuid-Europese nationaliteit Belg geworden. 32

33 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Kaart 11: Niet iet-belgische bevolking (2014) % van de bevolking 15,5-48,4 11,5-15,4 7,5-11,4 3,5-7,4 0,9-3,4 Vlaams-Brabant: 8,8 Vlaams Gewest: 7,5 Brussels Gewest: 33,1 Aantal EU niet-eu Brugge Antwerpen Gent Leuven Hasselt Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: FOD Economie, AD Statistiek Kaart 12 geeft de bevolking met een niet-belgische origine in het Vlaams Gewest. In grote lijnen zien we hetzelfde beeld, maar er zijn toch een aantal verschuivingen. Gemeenten met veel inwoners van klassieke immigratielanden komen nu meer op de voorgrond: vooral de voormalige Limburgse mijnstreek, maar ook Niklaas, Mechelen, Ronse, en een aantal gemeenten rond Brussel die niet in het zuidoosten liggen. Algemeen is het belang van de niet- Europese origine groter dan bij de nationaliteitsgegevens. Kaart 12: : Bevolking van niet-belgische origine (2014) % van de bevolking 25,3-53,9 19,3-25,2 13,3-19,2 7,3-13,2 1,6-7,2 Vlaams-Brabant: 14,6 Vlaams Gewest: 13,3 Aantal EU niet-eu Brugge Antwerpen Gent Leuven Hasselt Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunten Sociale planning 33

34 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Wanneer we naar de niet-belgische herkomst kijken (Kaart 18) gelden gelijkaardige vaststellingen, alleen liggen de aandelen heel wat hoger. Hoge waarden vinden we aan de grens met Nederland, in de voormalige Limburgse mijnstreek, in een aantal steden en in de Brusselse rand. Daar hebben Machelen, Kraainem, Vilvoorde en Drogenbos meer inwoners van niet- Belgische herkomst op de bevolking dan de stad Antwerpen. In het Vlaams Gewest kennen alleen Baarle-Hertog en Hamont-Achel aan de Nederlandse grens en Genk en Maasmechelen in de voormalige mijnstreek nog een groter aandeel inwoners van niet-belgische herkomst. 17 Kaart 13: : Bevolking van niet-belgische herkomst (2014) % van de bevolking 34,5-67,2(Brussel: 34,5-89,0) 26,5-34,4 18,5-26,4 10,5-18,4 3,2-10,4 Vlaams-Brabant: 20,5 Vlaams Gewest: 18,5 Brussels Gewest: 68,5 Aantal EU niet-eu Brugge Antwerpen Gent Leuven Hasselt Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: : KSZ DWH AM&SB 17 Voor een uitvoerige beschrijving van de situatie van minderheden in België, zie onder meer: Vause S & Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (2013), Statistisch en demografisch verslag 2013: Migraties en migrantenpopulaties in België, Brussel: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding,175 p.; Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (2014), Migratie: Jaarverslag 2013, Brussel: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, 251 p. Voor een uitvoerige beschrijving van de situatie van minderheden in het Vlaams Gewest, zie onder meer: Vanduynslager L., Wets J., Noppe J. & Doyen G. (2013), Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2013, Antwerpen: Steunpunt Inburgering en Integratie, 182 p.; Pelfrese E. & Van Peer C. (eds.) (2014), Internationale migraties en migranten in Vlaanderen, Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering, 228p. 34

35 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant 6. Leeftijdsstructuur en gezinsvormen In dit onderdeel werken we met herkomstgegevens mstgegevens, en niet met nationaliteiten of origines. Op die manier wordt de eenheid in een gezin bewaard, en worden verkeerde interpretaties vermeden. Wanneer we bijvoorbeeld naar de leeftijdsverdeling kijken van mensen met een Maghrebijnse of Turkse nationaliteit of nationaliteit bij geboorte, blijkt het aandeel minderjarigen relatief klein te zijn. Het is echter niet zo dat mensen met een Maghrebijnse of Turkse nationaliteit of nationaliteit bij geboorte weinig gezinnen met kinderen vormen, maar wel worden hun kinderen vaak als Belg geboren. 6.1 Een jongere leeftijdsstructuur De bevolking van niet-belgische herkomst heeft een veel jongere leeftijdsstructuur dan de bevolking van Belgische herkomst. Dit is duidelijk te zien op Figuur 13, die de bevolkingspiramides van beide groepen weergeeft. Beide piramides zijn perfect vergelijkbaar omdat ze dezelfde oppervlakte hebben (dat gebeurt door de cijfers uit te drukken per inwoners, respectievelijk van niet-belgische en van Belgische herkomst). Bij de bevolking van niet-belgische herkomst zijn de jongste leeftijden het belangrijkst, en is het aandeel ouderen erg beperkt. De bevolkingspiramide van de inwoners van Belgische herkomst toont een relatief oude leeftijdsstructuur. De belangrijkste leeftijdsgroepen bevinden zich tussen de 45 en 65 jaar (de zogenaamde babyboomers). Figuur 13: : LeefL eeftijdspiramide van de Vlaams-Brabantse bevolking van Belgische en van niet- Belgische herkomst, 2015 Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 35

36 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Meer dan een derde (34,0%) van de inwoners van niet-belgische herkomst is minderjarig. Het aandeel ouderen bedraagt minder dan een twintigste (4,6%). Bij de bevolking van Belgische herkomst is minder dan 17% minderjarig en meer dan 22% 65-plusser. De gemiddelde leeftijd van een inwoner van niet-belgische herkomst is 29,2 jaar. Voor iemand van Belgische herkomst is dat meer dan 44 jaar. Er zijn ook verschillen tussen de inwoners van niet-belgische herkomst onderling, al zijn die nooit zo groot als het verschil tussen een Belgische en een niet-belgische herkomst. Zo is de bevolking van EU-herkomst wat minder jong dan de bevolking van niet-eu-herkomst (Tabel 4). De bevolking van Oost-Europese herkomst heeft een wat jongere leeftijdsstructuur dan de andere inwoners van EU-herkomst. De bevolking met een herkomst van een rijk OESO-land heeft dan weer een wat minder jonge leeftijdsstructuur dan de andere inwoners van niet-euherkomst. De jongste leeftijdsstructuur vinden we bij de bevolking van Maghrebijnse of andere Afrikaanse herkomst. Zij hebben de laagste gemiddelde leeftijd, en het aandeel minderjarigen is er groter dan 40%. Tabel 4: : Gemiddelde leeftijd, aandeel <18 en aandeel 65+ naar herkomst, Vlaams-Brabant Brabant, 2015 Gemiddelde leeftijd Aandeel <18 (%) Aandeel 65+ (%) België 44,5 16,7 22,4 EU 31,8 30,0 6,5 waarvan Noordwest-Europa 32,9 30,8 8,6 waarvan Zuid-Europa 32,1 29,3 6,4 waarvan Oost-Europa 28,5 29,2 1,8 niet-eu 26,8 37,6 2,9 waarvan rijke OESO-landen 30,5 31,5 4,9 waarvan ex-oostblok 28,8 32,7 3,6 waarvan overig Azië 28,1 31,6 2,7 waarvan overig Amerika 27,2 33,7 2,0 waarvan Turkije 27,0 36,4 2,8 waarvan Maghreb 25,9 42,2 3,3 waarvan overig Afrika 25,1 42,0 2,0 Totaal 41,3 20,4 18,6 Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Op Figuur 14 zien we een meer gedetailleerde leeftijdsverdeling voor een aantal herkomstgroepen oepen. Hierop zien we dat ook binnen de actieve leeftijden de oudste leeftijdsgroepen het belangrijkst zijn bij een Belgische herkomst. De helft van de bevolking op actieve leeftijd is er ouder dan 45 jaar. Bij de andere herkomstgroepen is dat heel wat minder. Ook binnen de groep van minderjarigen en binnen de ouderen zijn de oudste leeftijdsgroepen telkens het belangrijkst bij een Belgische herkomst. 36

37 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Figuur 14: Leeftijdsverdeling naar herkomst, h Vlaams-Brabant Brabant, 2015 Procent van inwoners met dezelfde herkomst Totaal België Noordwest- Europa Zuid-Europa Oost-Europa Maghreb en Turkije overig Afrika overig Azië andere landen actieve leeftijden ouderen minderjarigen <3 Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 6.2 Meer gezinnen met kinderen Deze jonge leeftijdsstructuur vertaalt zich ook in andere gezinstypes. Op Figuur 15 kunnen we het belang van de verschillende gezinstypes aflezen bij de verschillende herkomstgroepen (volgens herkomst van het gezinshoofd). Ook de gemiddelde leeftijd van het gezinshoofd is telkens aangegeven. Het aandeel gezinnen en met kinderen is het kleinst bij een Belgische herkomst. Het is heel wat groter bij een herkomstland uit de EU en is het grootst bij inwoners van Maghrebijnse of Turkse herkomst. Bij de andere inwoners van niet-eu-herkomst is het beeld gemengd: bij een Afrikaanse herkomst zijn er veel gezinnen met kinderen, met opvallend veel alleenstaande ouders 18. Bij een herkomstland uit Azië of een ander land buiten de EU is dit aandeel heel wat kleiner. Bij deze groepen zijn er immers heel wat alleenwonenden. Dat heeft te maken met recente migratie van jonge alleenstaanden. Bij de inwoners van Belgische herkomst vormen de alleenwonenden de belangrijkste groep, maar hier gaat het vaak om alleenwonende ouderen. 18 Reeds in 2010 werd dit vastgesteld bij mensen met een Congolese nationaliteit bij geboorte. Het is niet duidelijk of dit een gevolg is van migratie dan wel van andere processen zoals echtscheiding. Zie hiervoor: Schoonvaere, Q. (2010), Studie over de Congolese migratie en de impact ervan op de Congolese aanwezigheid in België: analyse van de voornaamste demografische gegevens, Brussel/Louvain-la-Neuve: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding/Studiegroep toegepaste demografie (UCL), 87 p. 37

38 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant De gemiddelde leeftijd van de alleenwonenden van Belgische herkomst is meer dan 60 jaar, terwijl dat bij een niet-eu-herkomst minder dan 40 jaar is. De op één na belangrijkste groep bij een Belgische herkomst zijn de gehuwden zonder kinderen. Het gaat vooral om koppels waarbij de kinderen het huis al uit zijn. Hun gemiddelde leeftijd bedraagt meer dan 66 jaar. Dit gezinstype is heel wat kleiner bij een herkomst uit een EU-land, en relatief onbelangrijk bij een niet-eu-herkomst. De leeftijd van de gezinshoofden is bij deze groepen ook heel wat lager. Dat geldt ook bij een Oost-Europese herkomst, waar een heel wat jongere leeftijdsstructuur geldt dan bij een andere EU-herkomst. Figuur 15: : Gezinstypes en gemiddelde leeftijd gezinshoofd naar herkomst van het gezinshoofd, % 90% 80% 43,0 65,6 43,8 66,3 39,4 62,5 36,6 60,4 34,4 45,2 35,1 46,0 39,4 36,7 47,7 39,0 34,7 44,6 39,5 36,2 52,0 38,7 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 40,7 48,1 51,8 57,9 40,9 49,1 53,8 60,7 41,0 47,6 48,8 47,2 40,3 47,5 47,7 41,9 37,4 39,8 41,4 37,5 43,5 42,7 40,5 44,8 40,6 38,9 44,3 44,1 33,9 44,3 43,9 38,0 andere gezinsvormen niet gehuwd zonder kinderen gehuwd zonder kinderen niet gehuwd met kind(eren) gehuwd met kind(eren) alleenstaande ouder alleenwonend gemiddelde leeftijd van het gezinshoofd 0% Totaal België Noordwest- Europa Zuid-Europa Oost-Europa Maghreb en Turkije overig Afrika overig Azië andere landen Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning De bevolking van niet-belgische herkomst is veel belangrijker bij jongeren dan bij ouderen. Bij de 0-2 jarigen heeft 38% een niet-belgische herkomst, en dit aandeel daalt geleidelijk om nog 3% te bedragen bij de 80-plussers (Tabel 5). Dit hangt samen met de jongere leeftijdsstructuur en het grotere aandeel gezinnen met kinderen. Het gemiddeld aantal kinderen per gezin met kinderen is bij de gezinnen van niet-belgische herkomst ook wat groter dan bij gezinnen van Belgische herkomst, al is het effect daarvan minder groot. Zo is het aandeel gezinnen met kinderen t.o.v. het totaal aantal gezinnen bijna dubbel zo groot bij een Maghrebijnse of Turkse herkomst (74%) dan bij een Belgische herkomst (38%), terwijl dat niet geldt voor het gemiddeld aantal kinderen, namelijk 1,7 bij een Belgische herkomst tegenover 2,4 bij een Maghrebijnse of Turkse herkomst Dit cijfer bedraagt bij een Belgische herkomst 1,72, bij een Oost-Europese 1,75, bij een Zuid-Europese 1,77, bij een Noordwest-Europese 1,95, bij een Aziatische 1,99, bij een Maghrebijnse of Turkse 2,40 en bij een andere Afrikaanse 2,46. Bij een andere niet-europese herkomst bedraagt dit cijfer 2,00. 38

39 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Tabel 5: : Aandeel personen van niet-belgische herkomst naar leeftijd, 2015 Leeftijd Herkomst EU (%) Niet-EU (%) Totaal niet-belg (%) < Totaal Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 7. Migratie In het vorige hoofdstuk werden de leeftijds- en gezinsstructuren bekeken. Ze hebben een grote impact op het aantal geboorten en het aantal overlijdens, en dus op de natuurlijke aangroei en de bevolkingsevolutie. Toch hebben migratiebewegingen een nog grotere invloed op de bevolkingsevolutie. Hieronder kijken we eerst naar de algemene migratiedynamiek, om deze vervolgens uit te splitsen naar herkomst. In een derde deel kijken we naar de verschillen tussen de gemeenten, die erg groot kunnen zijn. 7.1 Algemene migratiedynamiek Figuur 16 toont de algemene migratiedynamiek in Vlaams-Brabant in de laatste 10 jaar. Het gaat telkens om het saldo: het aantal inwijkingen min het aantal uitwijkingen. 20 Een positief saldo resulteert dus in een bevolkingsgroei, een negatief saldo in een bevolkingsafname. De saldi van de uitwisseling tussen Vlaams-Brabant en de Belgische gewesten zijn in het blauw aangeduid. De saldi van de migraties tussen Vlaams-Brabant en het Vlaams en het Waals Gewest zijn negatief, en dat betekent dus dat er vanuit Vlaams-Brabant meer mensen naar Wallonië en de rest van het Vlaams Gewest trekken dan omgekeerd. Daarentegen is er een sterke aangroei vanuit het Brussels Gewest, die maakt dat het totaal binnenlands saldo, dus zonder rekening te houden met migraties van en naar het buitenland, positief is. Deze tendensen zijn relatief stabiel over de jaren heen. Het totaal binnenlands saldo is in het rood aangeduid op Figuur 16, evenals het saldo van de migraties tussen Vlaams-Brabant en het buitenland. Ook dit laatste is positief, en tot 2010 ongeveer even groot als het binnenlands saldo. Sindsdien is het beduidend lager. Tenslotte is ook het totaal migratiesaldo aangeduid (in 20 Een verhuisbeweging wordt hier gedefinieerd als de verandering van woonplaats tussen 2 opeenvolgende jaren. Er wordt daarbij enkel gekeken naar de woonsituatie op 1 januari. Iemand die meerdere malen verhuist binnen één jaar wordt dus maar één keer geteld. 39

40 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant het zwart), de optelling van het binnenlands en het buitenlands saldo. Dit is veel groter dan de natuurlijke aangroei (het aantal geboortes min de sterfte, aangeduid in het groen). 21 Figuur 16: Migratiedynamiek in Vlaams-Brabant Brabant: : evolutie migratiesaldi, per inwoners Saldo Brussels Gewest Saldo Vlaams Gewest Saldo Waals Gewest Totaal saldo binnenland Saldo buitenland Totaal migratiesaldo Natuurlijke aangroei Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Binnen Vlaams-Brabant zijn er natuurlijk eveneens heel wat migraties, binnen en tussen de Vlaams-Brabantse gemeenten. Dat aantal is zelfs groter dan het aantal verhuisbewegingen tussen Vlaams-Brabant en de andere gewesten of tussen Vlaams-Brabant en het buitenland: in 2014 waren er migraties binnen Vlaams-Brabant 22, tegenover uitwisselingen met de rest van België en met het buitenland. De bewegingen binnen Vlaams-Brabant bepalen dus in belangrijke mate de bevolkingssamenstelling van de (deel)gemeenten. Figuur 17 splitst deze migratiecijfers op naar herkomst. We werken enkel met herkomstgegevens om de eenheid in het gezin te bewaren. We zien dat de migratie naar het Waals Gewest en de rest van het Vlaams gewest bijna uitsluitend inwoners van Belgische herkomst omvat. Bij de migratie vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het vooral om mensen met een niet-belgische herkomst, wat in overeenstemming is met de bevolkingssamenstelling van Brussel. Bovendien worden deze saldi steeds groter, zowel voor een herkomst uit een EU-land als een niet-eu land. Het saldo van inwoners met een Belgische herkomst wordt kleiner, al blijft het uitgesproken positief. Kijken we naar de buitenlandse migratiesaldi, dan zien we een negatief saldo voor mensen van Belgische herkomst en een positief saldo voor mensen van niet-belgische herkomst. Er trekken dus meer mensen van 21 Het binnenlandse saldo is lager in het Vlaams Gewest dan in Vlaams-Brabant. Voor het buitenlandse saldo geldt het omgekeerde. De nabijheid van Brussel speelt hier telkens een grote rol. Er zijn immers heel wat binnenlandse bewegingen, tussen Vlaams-Brabant en Brussel, resulterend in een sterk positief saldo. Tegelijkertijd oefent Brussel een sterke onthaalfunctie uit voor migratie uit het buitenland, wat het lagere cijfer in Vlaams-Brabant verklaart. 22 Daarvan zijn er migraties tussen gemeenten en migraties binnen gemeenten. 40

41 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Belgische herkomst naar het buitenland dan dat er (terug) naar België komen, terwijl bij de mensen van niet-belgische herkomst het omgekeerde gebeurt. De daling in recente jaren geldt vooral voor migranten uit landen van buiten de EU, die nu minder belangrijk zijn dan migranten uit EU-landen. In een volgende grafiek splitsen we ook de natuurlijke aangroei uit naar herkomst. We zien een sterk positieve natuurlijke aangroei bij personen van niet-belgische herkomst, en een sterk negatieve natuurlijke aangroei bij personen van Belgische herkomst. Toch zijn de effecten van het totaal migratiesaldo, een optelling van het binnen- en buitenlands migratiesaldo, nog heel wat groter. Dit is te zien op de laatste grafiek. Figuur 17: Migratiedynamiek in Vlaams-Brabant Brabant: evolutie migratiesaldi ,, naar herkomst per inwoners 0,5 0-0,5-1 -1,5 Vlaams Gewest per inwoners 0,5 0-0,5-1 -1,5 Waals Gewest ,5-2,5 België EU niet-eu België EU niet-eu 4 3,5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3 2,5 Buitenland per inwoners 3 2,5 2 1,5 1 0, per inwoners 2 1,5 1 0,5 0-0, België EU niet-eu België EU niet-eu per inwoners 2,5 2 1,5 1 0,5 0-0,5-1 -1,5-2 -2,5 Natuurlijke aangroei België EU niet-eu 6 5,5 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0-0,5-1 -1,5-2 Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning per inwoners Totaal migratiesaldo België EU niet-eu 41

42 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant 7.2 Migratie naar herkomstgroep Tabel 6 geeft de migratiesaldi naar herkomstgroep in de periode We nemen hier een vijfjarige periode om eventuele schommelingen tussen de jaren op te vangen die het gevolg zijn van eenmalige gebeurtenissen, zoals vastgoedontwikkelingen. Voor mensen van niet-belgische herkomst is het buitenlands migratiesaldo steeds positief (meer inwijkingen dan uitwijkingen), behalve voor de Noordwest-Europese landen en rijke OESOlanden. Opvallend is verder de grote netto instroom (migratiesaldo 5.025) van mensen met een Oost-Europese herkomst. De bijdrage van klassieke migratielanden als de Maghreb is hier relatief beperkt. Dat is helemaal niet het geval bij de migratie vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar de Maghreb de belangrijkste herkomst vormt (migratiesaldo 6.124). Voor alle herkomstlanden zijn er overigens meer inwijkingen in Vlaams-Brabant dan uitwijkingen naar Brussel. De bewegingen van en naar de andere gewesten zijn relatief beperkt bij mensen van niet-belgische herkomst. De uitwisseling is enkel van betekenis bij de Noordwest-Europese (zowel naar het Vlaams als het Waals Gewest) en de Zuid-Europese herkomstlanden (naar het Waals Gewest). Tabel 6: Migratiesald igratiesaldi Vlaams-Brabant naar herkomst (totaal( ) 2014) Buitenland Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Totaal België EU waarvan Noordwest-Europa waarvan Zuid-Europa waarvan Oost-Europa niet-eu waarvan Maghreb waarvan Turkije waarvan ex-oostblok waarvan rijke OESO-landen waarvan ander Azië waarvan ander Afrika waarvan ander Amerika Totaal Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Wanneer het aantal inwijkingen ongeveer even groot is als het aantal uitwijkingen is het migratiesaldo klein. Een klein migratiesaldo wil daarom niet altijd zeggen dat het totaal aantal migratiebewegingen (inwijkingen en uitwijkingen samen) eveneens klein is. En dit kan belangrijk zijn, gezien een groot aantal migratiebewegingen een sterke impact heeft op de bevolkingssamenstelling van de gemeenten en deelgemeenten. Figuur 18 geeft voor de verschillende herkomstgroepen niet alleen de saldi weer, maar ook het totaal aantal uitwijkingen (in het rood) en het totaal aantal inwijkingen (in het blauw) in Vlaams- Brabant. Bovenaan staan de migraties van en naar het buitenland. Daarop zien we dat mensen van Noordwest-Europese herkomst een licht negatief migratiesaldo kennen, maar dat zij wel het meest verhuizen van alle groepen, zelfs meer dan de groep van Belgische herkomst. Ook bij een 42

43 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant herkomst van rijke OESO-landen zijn er veel verhuizingen, toch in vergelijking met het relatief kleine aantal inwoners met deze herkomst. Onderaan staan de migraties van en naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarop zien we dat het aantal verhuisbewegingen van mensen met een Belgische herkomst heel groot is, ook al wordt het migratiesaldo vooral bepaald door personen van niet-belgische herkomst. De bewegingen tussen Vlaams-Brabant en het Waals Gewest en de rest van het Vlaams Gewest zijn niet afgebeeld; die zijn immers erg beperkt voor inwoners van niet-belgische herkomst. Figuur 18: Aantal inwijkingen, uitwijkingen en saldo naar herkomst (totaal ) 2014) Buitenland Aantal migraties België Noordwest-Europa Zuid-Europa Oost-Europa Maghreb Turkije ex-oostblok rijke OESO-landen ander Azië ander Afrika ander Amerika uitwijking buitenland inwijking buitenland saldo buitenland Aantal migraties België Brussels s Hoofdstedelijk Gewest Noordwest-Europa Zuid-Europa Oost-Europa Maghreb Turkije ex-oostblok rijke OESO-landen ander Azië ander Afrika ander Amerika uitwijking Brussel inwijking Brussel saldo Brussel Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 43

44 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Zoals eerder gesteld zijn er ook binnen Vlaams-Brabant zelf nog heel wat migratiebewegingen. Gezien het om bewegingen gaat binnen en tussen de Vlaams-Brabantse gemeenten, resulteren die in een 0-saldo op het niveau van de provincie, maar ze kunnen wel een serieuze impact hebben. Mensen met een Belgische herkomst verhuizen vaker binnen Vlaams-Brabant dan mensen met een niet-belgische herkomst, zeker in vergelijking met internationale migraties, maar ook ten opzichte van verhuisbewegingen tussen Vlaams-Brabant en de rest van België. Toch gaat het hier nog om heel wat bewegingen, omdat het om grote absolute cijfers gaat. Bij een EU-herkomst gaat het om verhuisbewegingen binnen Vlaams-Brabant, tegenover internationale migraties en nationale migraties. Bij een niet-eu-herkomst gaat het om verhuisbewegingen binnen Vlaams-Brabant, tegenover internationale migraties en nationale migraties. Bij een Belgische herkomst gaat het om verhuisbewegingen binnen Vlaams-Brabant, tegenover internationale migraties en nationale migraties Ruimtelijke verschillen Inzake migratie zijn er grote verschillen tussen de (deel)gemeenten. Kaart 14 geeft het saldo van de migraties van en naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van personen van niet-belgische herkomst, op het niveau van deelgemeenten. Het zijn vooral de buurgemeenten van Brussel die grote migratiecijfers laten optekenen, met de hoogste waarden in Drogenbos en Ruisbroek, Machelen en Diegem, en Zellik en Wemmel. We zien verder bovengemiddelde waarden tot in Affligem en Liedekerke, aan de grens met Oost-Vlaanderen. In de meeste gemeenten gaat het vooral om mensen vanuit landen van buiten de EU, met uitzondering van de gemeenten ten zuidoosten van Brussel. 24 Ook bij een Belgische herkomst zien we vooral een bovengemiddelde netto inwijking in de buurgemeenten van Brussel, maar de hoogste waarden liggen in andere deelgemeenten. Opvallend zijn Genesius-Rode en Hoeilaart, Beersel, de aaneensluitende deelgemeenten Dilbeek, Itterbeek, Vlezenbeek en Laureins-Berchem, en Kobbegem en Bekkerzeel, beiden deelgemeenten van Asse. 23 Van die bewegingen binnen Vlaams-Brabant zijn er, bij een EU-herkomst, binnengemeentelijke migraties. Bij een niet-eu-herkomst zijn er dat en bij een Belgische herkomst Voor een meer gedetailleerde analyse, zie De Maesschalck F., De Rijck T. & Heylen V. (2014), Dossier Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel, Leuven: Provincie Vlaams-Brabant, 110 p. 44

45 DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant Kaart 14: Saldo van de migraties van en naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van personen van niet-belgische herkomst,, gemiddelde per inwoners Aantal* 16,9-27, ,9-16,8 4,9-8,8 EU 2,9-4,8 niet-eu Kapelle- Begijnendijk 0,0-2,8 Londerzeel op-den- Keerbergen Diest Bos Tremelo <0 Aarschot Vlaams-Brabant: 4,9 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Op Kaart 15 staat het saldo van de migraties van en naar het buitenland van personen van niet- Belgische herkomst. Dit blijkt vooral een stedelijk fenomeen: bijna een derde van de aangroei gaat naar de Leuvense deelgemeenten (31,3%). Daarnaast zien we hoge waarden in Zellik, Zaventem, Tienen, Strombeek-Bever, Drogenbos, Vilvoorde, Ruisbroek en Asse. Opvallend zijn de negatieve saldi ten zuidoosten van Brussel. Vooral bij de mensen uit EU-landen zijn er daar meer uitwijkingen dan inwijkingen. Algemeen is de aangroei uit het buitenland ongeveer even groot voor personen met een EU-herkomst als voor personen met een herkomst van buiten de EU, al is dat niet in alle deelgemeenten het geval. Pieters- Leeuw Meise Wemmel Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Huldenberg Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Pepingen Opwijk Ternat Lennik Asse Merchtem Halle Dilbeek Wezembeek-Bertem Oppem Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Grimbergen Vilvoorde Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Haacht Herent Rotselaar Leuven Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen * absolute aantallen kleiner dan 25 worden niet afgebeeld Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Rotselaar Leuven Tielt-Winge Bekkevoort Bekkevoort Kortenaken Kaart 15: Saldo van de migraties van en naar het buitenland van personen van niet-belgische herkomst,, gemiddelde per inwoners Aantal* 8,6-16, ,6-8,5 2,6-4,5 EU 1,6-2,5 niet-eu Kapelle- Begijnendijk 0,0-1,5 Londerzeel op-den- Keerbergen Diest Bos Tremelo Scherpenheuvel <0 Aarschot Boortmeerbeek -Zichem Zemst Vlaams-Brabant: 2,5 Haacht Drogenbos Linkebeek Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Boutersem Hoegaarden Glabbeek Tienen * absolute aantallen kleiner dan 25 worden niet afgebeeld Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Linter Kortenaken Linter Landen Landen Geetbets Zoutleeuw Geetbets Zoutleeuw 45

46 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant Op Kaart 16 zien we de migraties tussen de deelgemeenten binnen de provincie, van inwoners van niet-belgische herkomst. Opvallend is dat vooral stedelijke gebieden mensen verliezen: de rand rond Brussel en, zeer uitgesproken, de stad Leuven. We zien dus eigenlijk een suburbanisatie vanuit de meer centrale gebieden. Bij mensen van Belgische herkomst zien we overigens gelijkaardige tendensen. Kaart 16: Saldo van de migraties binnen Vlaams V laams-brabant van personen van niet-belgische herkomst,, gemiddelde per inwoners 4,1-10,3 2,1-4,0 0,1-2,0-1,9-0,0-11,9 - -2,0 Vlaams-Brabant: 0,0 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal* 16 EU niet-eu Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek-Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Hoegaarden Tielt-Winge Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw * absolute aantallen kleiner dan 25 worden niet afgebeeld Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning De kaart van de bewegingen tussen Vlaams-Brabant en de rest van het Vlaams en het Waals Gewest is hier niet opgenomen, omdat het over relatief kleine aantallen gaat. Deze bewegingen doen zich vooral voor in het arrondissement Halle-Vilvoorde. In de zuidelijke gemeenten wordt er vooral naar Wallonië getrokken; in de meer noordelijke en westelijke gemeenten gaat het vaker naar het Vlaams Gewest. Ook hier zien we gelijkaardige bewegingen bij de inwoners van Belgische herkomst. 46

47 8. Enkele conclusies DEEL II: Minderheden in Vlaams-Brabant In Vlaams-Brabant heeft 9% van de inwoners een niet-belgische nationaliteit. 15% heeft een niet-belgische geboortenationaliteit of origine en 21% heeft minstens één ouder met een niet- Belgische geboortenationaliteit (herkomst herkomst). De Vlaamse overheid richt zich met haar integratiebeleid vooral op personen van buitenlandse herkomst, die zij definieert als inwoners die bij geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten of van wie minstens één van de ouders bij geboorte niet de Belgische nationaliteit bezat. Dat geldt in Vlaams-Brabant dus voor meer dan één vijfde van de bevolking. Het gaat om een erg ruime definitie: inwoners die als Belg geboren zijn maar wel een ouder hebben met een niet-belgische (geboorte)nationaliteit hebben meestal een andere ouder die wel als Belg werd geboren. Bij de nationaliteit zijn de landen van de EU duidelijk in de meerderheid. Wanneer we naar de geboortenationaliteit kijken, is dat nog ongeveer de helft. Bij de herkomst overwegen de landen van buiten de EU. Vooral voor Marokko is er een groot verschil tussen nationaliteit- en herkomstgegevens gegevens, al vallen ook Turkije en Congo op. Een meerderheid van de inwoners van buiten de EU neemt immers op termijn de Belgische nationaliteit aan, terwijl dat bij inwoners met een EU-nationaliteit een kleine minderheid is. Daardoor is Marokko relatief onbelangrijk als we naar de nationaliteit kijken, maar wel het belangrijkste herkomstland. Als we groepen samennemen blijft bij de herkomst de groep van Noord-Europese landen en de groep van Zuid- Europese landen belangrijker dan de groep van Maghreb-landen. Daarna volgen de Afrikaanse, de Oost-Europese (binnen de EU) en de Aziatische groep. Het aantal inwoners met een niet-belgische nationaliteit, origine of herkomst groeit snel aan. De laatste 25 jaar steeg de bevolking met een niet-belgische nationaliteit van 4% naar 9% van de bevolking, de bevolking met een niet-belgische origine van 5% naar 15% en de bevolking met een niet-belgische herkomst van 6% naar 21%. Het grootste deel van die groei doet zich voor in de laatste tien jaar. Opvallend is de sterke groei van Oost-Europeanen (van binnen de EU). Wanneer we naar herkomst kijken is de groei van de Maghreb-landen nog belangrijker. Daarnaast groeien ook de Afrikaanse, Aziatische en Zuid-Europese groepen sterk aan. Deze toename wordt deels bepaald door natuurlijke aangroei. De bevolking van niet-belgische herkomst heeft een veel jongere leeftijdsstructuur dan de bevolking van Belgische herkomst. Bij de bevolking van Belgische herkomst is 22% 65 jaar of ouder, bij de bevolking met een EUherkomst is dat 7% en bij de bevolking met een niet-eu-herkomst 3%. De omgekeerde tendens zien we bij het aandeel minderjarigen. De gemiddelde leeftijd van inwoners van Belgische herkomst bedraagt 45 jaar, bij een EU-herkomst is dat 32 jaar en bij een herkomst van buiten de EU 27 jaar. Door deze jongere leeftijdsstructuur telt de bevolking van niet-belgische herkomst veel meer gezinnen met kinderen. Dit is nog het meest opvallend bij inwoners van Maghrebijnse of Turkse herkomst, gezien er bij de andere groepen meer (recent geïmmigreerde) jonge alleenstaanden zijn. De natuurlijke aangroei bij de bevolking van niet-belgische herkomst is duidelijk positief, zowel bij een EU-herkomst als bij een niet-eu-herkomst. Bij de bevolking van Belgische herkomst is die negatief: de sterfte is er groter dan het aantal geboortes. Meer nog dan door de natuurlijke aangroei wordt de groei van de bevolking van niet-belgische herkomst in Vlaams-Brabant bepaald door migratie: uit het buitenland, maar vooral uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brussel heeft immers een sterke onthaalfunctie voor migranten 47

48 Deel II: Minderheden in Vlaams-Brabant uit het buitenland, waardoor het aantal buitenlandse immigraties in het nabije Vlaams-Brabant relatief beperkt is. Uit het buitenland komen er vooral personen van Oost-Europese (van binnen de EU), Aziatische, Zuid-Europese en Afrikaanse herkomst. Bij de immigranten uit Brussel is de Maghreb de belangrijkste herkomstgroep, op de Belgische herkomst na. Er verhuizen dan wel veel meer personen van Belgische herkomst van Brussel naar Vlaams-Brabant dan omgekeerd, maar naar het buitenland en de rest van België vertrekken er meer. Daardoor is ook het totale migratiesaldo (immigraties min emigraties) negatief voor inwoners van Belgische herkomst. Gemiddeld is in het Vlaams Gewest het aandeel inwoners met een niet-belgische nationaliteit kleiner dan in Vlaams-Brabant, en dit geldt zowel voor nationaliteiten van binnen de EU als van daarbuiten. De enige uitzonderingen zijn inwoners met een nationaliteit van de Maghreblanden, Turkije, en ex-oostblok-landen (van buiten de EU). Ook het aandeel inwoners met een niet-belgische geboortenationaliteit of een niet-belgische herkomst is kleiner in Vlaanderen als geheel, al gelden er dezelfde uitzonderingen. Vooral het aandeel inwoners met een Turkse origine is heel wat groter in het Vlaams Gewest dan in Vlaams-Brabant. In het Brussels Hoofdstedelijk elijk Gewest is de buitenlandse aanwezigheid veel groter dan in Vlaams-Brabant: een derde heeft er niet de Belgische nationaliteit, meer dan de helft heeft er niet de Belgische origine en meer dan twee derde heeft er niet de Belgische herkomst. De toename van het aandeel inwoners met een niet-belgische nationaliteit, origine en herkomst is groter in Vlaams- Brabant dan in het Vlaams Gewest, maar heel wat kleiner dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er zijn binnen Vlaams-Brabant grote ruimtelijke verschillen illen. De aanwezigheid van minderheden is het minst belangrijk in het centrale Hageland en het zuidelijke Pajottenland. Omgekeerd is hun aanwezigheid het grootst in het centrum van Leuven en rond Brussel. Ook op Vlaams niveau bekeken bevinden de gemeenten rond Brussel zich bij de hoogste aandelen. Wanneer we naar de nationaliteit kijken, is vooral het gebied ten zuidoosten van Brussel belangrijk: hier wonen heel wat inwoners met een EU-nationaliteit, vaak internationale werknemers bij de EU of andere internationale organisaties en bedrijven. Bekijken we de origine en de herkomst, dan liggen de hoogste waarden ten noordoosten van Brussel, samen met de zuidelijke Zennevallei en Zellik. In enkele deelgemeenten is meer dan de helft van de bevolking van niet-belgische herkomst. Hier gaat het vooral om herkomstlanden van buiten de EU. Wanneer we de landen van origine verder opsplitsen, zien we nog een aantal ruimtelijke verschillen. Zo vinden we relatief veel mensen met een Zuid-Europese en Maghrebijnse origine in de Zennevallei, een aanwezigheid die deels teruggaat op de oorspronkelijke migratie na de Tweede Wereldoorlog, maar zeker ook op de meer recente migratie uit Brussel. De toename van het aantal mensen met een niet-belgische origine is vooral sterk in gebieden waar het aandeel al groot was, met de gemeenten ten zuidoosten van Brussel als belangrijkste uitzondering. 48

49 DEEL III: Socio-economische positie van minderheden DEEL III: Socio-economische positie van minderheden In dit onderdeel nemen we de socio-economische positie van minderheden onder de loep. Een eerste deel behandelt de socio-economische positie van alle leeftijdsgroepen. Vervolgens wordt dieper ingegaan op een aantal aspecten van de bevolking op beroepsactieve leeftijd. We bekijken eerst de werkende bevolking, en meer bepaald de loonverschillen binnen die groep. Vervolgens wordt een analyse gemaakt van de werkzoekenden. 9. Socio-economische positie naar herkomst Figuur 19 geeft de socio-economische positie van de Vlaams-Brabantse bevolking naar herkomst (Belg, EU, niet-eu) voor Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest. De volgende socio-economische posities worden onderscheiden: - (1) loontrekkenden, (2) zelfstandigen en (3) uitkeringsgerechtigde werklozen, die samen de actieve bevolking of beroepsbevolking uitmaken 25 ; - Daarnaast zijn er een aantal groepen die niet werken, maar doorgaans wel op beroepsactieve leeftijd zijn: (4) personen die financiële hulp ontvangen van het OCMW (leefloon en equivalent leefloon) en personen die (5) volledig arbeidsongeschikt zijn of een inkomensvervangende tegemoetkoming krijgen omwille van een handicap. Tenslotte zijn er nog (6) andere personen op beroepsactieve leeftijd. Deze inwoners zijn niet gekend bij de Belgische sociale zekerheid, omdat ze geen loon of uitkering krijgen of onder een alternatief sociale zekerheidsstelsel vallen, zoals dat van de Europese Unie; - (7) gepensioneerden en (8) andere 65-plussers die niet gekend zijn bij de Belgische sociale zekerheid 26 ; - (9) kinderen die recht geven op kinderbijslag en (10) andere jarigen die niet gekend zijn bij de Belgische sociale zekerheid. Wat het relatief belang van deze socio-economische posities betreft zijn er sterke verschillen tussen de verschillende herkomstgroepen. Dit is onder andere te wijten aan de verschillen in leeftijdsstructuur. Zo zien we een groot aandeel gepensioneerden bij mensen van Belgische herkomst, terwijl deze groep relatief klein is bij andere herkomstgroepen. Dit is het meest uitgesproken bij inwoners van niet-eu-herkomst, die ook de jongste leeftijdsstructuur hebben. Het omgekeerde zien we bij de kinderen, zowel bij de kinderen die recht geven op kinderbijslag als bij de andere minderjarigen. Opvallend is wel dat die laatste groep belangrijker is bij een EUherkomst dan bij een niet-eu-herkomst. Hier is mogelijk de invloed van internationale werknemers te zien, die vaak kindertoelages krijgen via een Europees of buitenlands stelsel. 25 De categorie loontrekkend omvat alle personen die (als voornaamste job) loontrekkend zijn, samen met de personen in volledige loopbaanonderbreking. De categorie zelfstandige omvat alle personen die (als voornaamste job) zelfstandige of helper zijn. 26 De categorie gepensioneerd omvat alle pensioentrekkenden, maar ook bruggepensioneerden en personen in een gelijkaardige regeling (terbeschikkingstelling voorafgaand aan pensioen, stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag). 49

50 Deel III: Socio-economische positie van minderheden Bij de bevolking op beroepsactieve leeftijd zien we relatief meer loontrekkenden en zelfstandigen bij een Belgische herkomst. Uitzondering is het relatief groot aandeel zelfstandigen afkomstig uit EU-landen, dat in Vlaams-Brabant zelfs groter is dan bij de mensen van Belgische herkomst. Omgekeerd zijn er meer werklozen en inwoners met financiële hulp bij een niet-belgische herkomst, vooral bij de groep van buiten de EU. 27 Het beeld wordt wel bemoeilijkt door de categorie andere, die relatief belangrijk is bij de personen van niet- Belgische herkomst. Het kan gaan om werknemers van de Europese Unie of andere internationale instellingen, maar evengoed om huismannen of vrouwen. Het is in elk geval een erg diverse groep van mensen, met als enig gemeenschappelijk kenmerk dat ze op dit moment geen uitkering ontvangen, noch sociale bijdragen betalen in België. Figuur 19: : Socio-economische positie naar herkomst, Andere, 0-17 jaar Kind % van inwoners met dezelfde herkomst Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Vlaams-Brabant Belg EU niet-eu Vlaams Gewest Andere, 65+ Gepensioneerd Andere, jaar Arbeidsongeschikt/ Handicap Financiële hulp Werkloos Zelfstandige Loontrekkend Bron: KSZ DWH AM&SB Verder zijn er nog (kleinere) verschillen tussen Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest. Zo is het aandeel actieven op de arbeidsmarkt telkens kleiner in het Vlaams Gewest, terwijl de werkloosheid en het aandeel mensen met financiële hulp telkens groter is in het Vlaams Gewest, en dit ongeacht de herkomst. De verschillen zijn wel meer uitgesproken bij personen van niet- Belgische herkomst. 27 Er zijn ook nog verschillen tussen de eerste, de tweede en de derde generatie (zie Djait F. (2015), Herkomstmonitor 2015, Arbeidsmarktpositie van personen met een buitenlandse herkomst op basis van administratieve gegevens, Brussel: Departement Werk en Sociale Economie, 57 p.) 50

51 DEEL III: Socio-economische positie van minderheden Binnen Vlaams-Brabant zelf zijn er eveneens grote verschillen. Kaart 17 geeft op gemeenteniveau het aantal mensen van niet-belgische herkomst dat een uitkering krijgt maar doorgaans wel op beroepsactieve leeftijd is (werkloos, financiële hulp of arbeidsongeschikt/ handicap), als percentage van het totaal aantal mensen van niet-belgische herkomst dat ofwel een uitkering krijgt ofwel aan het werk is als zelfstandige of loontrekkende. We zien de hoogste waarden in het Hageland en in de rand rond Brussel. In het Hageland geldt dit vooral voor het zuiden en het noorden, en in de Brusselse rand geldt dit helemaal niet voor het zuidoosten. Hier zijn de waarden net heel laag, evenals in de rand rond Leuven. Leuven zelf heeft wel een bovengemiddelde waarde. Bij de inwoners van Belgische herkomst zien we eenzelfde ruimtelijk beeld, alleen zijn de cijfers wat lager 28. Kaart 17: Personen van niet-belgische herkomst met een uitkering (werkloos, financiële hulp of arbeidsongeschiktheid beidsongeschiktheid/handicap handicap), 2013 % van personen met uitkering én werkenden 18,3-22,6 (Brussel: 18,3-42,6) 15,8-18,2 13,3-15,7 10,8-13,2 7,6-10,7 Vlaams-Brabant: 15,7 Vlaams Gewest: 21,4 Brussels Gewest: 29,5 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal 500 Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem werkloos financiële hulp arbeidsongeschikt/handicap Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: KSZ DWH AM&SB Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Rond Brussel gaat het meestal om werklozen, wat in het oosten van de provincie niet steeds het geval is. Zo is het aandeel mensen met financiële hulp opvallend groot in Leuven en Tienen, terwijl in Diest het aandeel arbeidsongeschikten of personen met een handicap relatief groot is. Met financiële hulp wordt in deze cijfers zowel het leefloon als het equivalent leefloon bedoeld. Het equivalent leefloon kan worden toegekend aan personen die geen recht hebben op een leefloon maar die zich wel in een vergelijkbare noodsituatie bevinden. Dit geldt bijvoorbeeld voor inwoners met een nationaliteit van buiten de EU die geen permanente verblijfsvergunning hebben. Om een leefloon te ontvangen moet men immers Belg zijn, (familielid van een) burger van de Europese Unie, erkend politiek vluchteling, staatloze of als vreemdeling ingeschreven in het bevolkingsregister. Binnen de groep mensen met een niet-eu nationaliteit die financiële 28 Het is wel opvallend dat heel wat gemeenten in het arrondissement Halle-Vilvoorde hier relatief minder hoge waarden hebben. Dit geldt vooral voor gemeenten ten westen van Brussel en het minst voor gemeenten ten zuidoosten van Brussel. 51

52 Deel III: Socio-economische positie van minderheden steun ontvangen, zijn degenen met een equivalent leefloon in de meerderheid 29. Sinds 2007 hebben asielzoekers geen recht meer op financiële steun, wat het aantal equivalent leefloners sterk heeft doen dalen. 10. De actieve bevolking: loon l oonverschillen Figuur 20 geeft het aandeel van de verschillende dagloonklassen weer naar herkomst, voor Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest. Het gaat enkel om de lonen van de loontrekkenden, over de zelfstandigen zijn geen vergelijkbare gegevens beschikbaar. Het gaat om brutolonen, wat inhoudt dat de werknemersbijdragen zijn inbegrepen, maar de werkgeversbijdragen niet. Hoge lonen (>150 euro) komen veel vaker voor bij inwoners van Belgische herkomst dan bij inwoners van niet-belgische herkomst. Vooral bij mensen met een herkomst van buiten de EU zijn er weinig hoge lonen. De situatie is wel beduidend beter in Vlaams-Brabant dan in het Vlaams Gewest, meer nog voor inwoners van niet-belgische herkomst dan voor inwoners van Belgische herkomst. Figuur 20: : Dagloonklasse naar herkomst, Vlaams-Brabant en Vlaams Gewest, % van de loontrekkenden met dezelfde herkomst Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Vlaams-Brabant Belg EU niet- EU Vlaams Gewest hoog (> 150 euro) midden ( euro) laag (<= 100 euro) Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) 29 Bron: POD MI 52

53 DEEL III: Socio-economische positie van minderheden 10.1 Evolutie en verschillen binnen Vlaams-Brabant Voor alle herkomstgroepen zien we een daling van het belang van de laagste inkomensklasse tussen 2009 en Die is wel wat minder sterk voor personen uit de EU (Figuur 21). Bij inwoners met een herkomst van buiten de EU zien we vooral een stijging van het belang van de middeninkomens, bij inwoners met een Belgische herkomst zijn dat eerder de hoge inkomens. Het belang van de hoogste inkomensgroep neemt ook sterk toe voor inwoners van niet-euherkomst, maar het blijft toch een relatief beperkt aandeel. Figuur 21: : Dagloonklasse naar herkomst, dagloon =<100 euro dagloon euro dagloon >150 euro % van de loontrekkenden Belg EU niet-eu Bron: KSZ DWH AM&SB % van de loontrekkenden Belg EU niet-eu % van de loontrekkenden Belg EU niet-eu Groter dan de verschillen in de tijd zijn de verschillen tussen de Vlaams-Brabantse gemeenten. Kaart 18 geeft het aandeel inwoners van niet-belgische herkomst met een hoog dagloon. We zien hoge waarden ten zuidoosten van Brussel en rond Leuven. Lage waarden vinden we in het Hageland, in de Zennevallei van Halle tot Vilvoorde en in enkele gemeenten ten westen van Brussel. De kaart van de lage inkomens (Kaart 19) toont het omgekeerde beeld, hoewel dat wat minder geldt voor het arrondissement Halle-Vilvoorde. Daar vinden we immers vaker middeninkomens terug (met uitzondering van het zuidoosten). Kaart 18: Inwoners van niet-belgische herkomst met een hoog dagloon (> 150 euro),, 2013 % van de loontrekkenden van niet-belgische origine 33,2-47,6 22,2-33,1 16,7-22,1 14,0-16,6 10,5-13,9(Brussel: 8,4-13,9) Vlaams-Brabant: 22,1 Vlaams Gewest: 13,1 Brussels Gewest: 17,2 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Aantal 500 EU niet-eu Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) : KSZ DWH AM&SB (Brusselse gemeenten) Geetbets Zoutleeuw 53

54 Deel III: Socio-economische positie van minderheden Kaart 19: Inwoners van niet-belgische herkomst met een laag dagloon (=< 100 euro),, 2013 % van de loontrekkenden van niet-belgische herkomst 47,5-58,4(Brussel: 47,5-63,5) 42,5-47,4 37,5-42,4 32,5-37,4 26,9-32,4 Vlaams-Brabant: 42,4 Vlaams Gewest: 49,3 Brussels Gewest: 49,7 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Overijse Aantal Boortmeerbeek Kampenhout EU niet-eu Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) : KSZ DWH AM&SB (Brusselse gemeenten) Geetbets Zoutleeuw Voor inwoners van Belgische herkomst geldt in grote lijnen hetzelfde beeld, hoewel het aandeel hoge inkomens algemeen hoger is en het aandeel lage inkomens lager. Er zijn wel een aantal opvallende uitzonderingen. Zo zien we in Leuven heel weinig lage inkomens bij inwoners van Belgische herkomst. 11. Profiel van de werkzoekenden 11.1 Algemeen overzicht Figuur 22 geeft de werkloosheidsgraad (het aantal uitkeringsgerechtigde werklozen als aandeel van de beroepsbevolking) naar herkomst voor Vlaams-Brabant en het Vlaams gewest. Zoals hierboven al werd aangegeven tellen we meer werklozen onder de mensen met een niet- Belgische herkomst, en zeker van buiten de EU. In het Vlaams Gewest is de werkloosheidsgraad voor de drie groepen hoger dan in Vlaams-Brabant, en het verschil tussen beide cijfers is het grootst bij mensen van niet EU-herkomst en het kleinst bij een Belgische herkomst. 54

55 DEEL III: Socio-economische positie van minderheden Figuur 22: : Uitkeringsgerechtigde werklozen naar herkomst, % van de beroepsbevolking Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 2 0 Belg EU niet-eu Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) Bij bovenstaande cijfers wordt de beroepsbevolking als noemer gebruikt. Daarin zijn de EUmedewerkers en andere internationale werknemers echter niet opgenomen, omdat zij niet vallen onder de Belgische sociale zekerheid. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ), waar deze gegevens vandaag komen, beschouwt hen dus als niet-werkend. In Vlaams-Brabant is dit echter problematisch, zeker in een aantal gemeenten waar deze groepen sterk aanwezig zijn. Zo wordt de werkloosheidsgraad (het aantal werklozen gedeeld door de beroepsbevolking) sterk overschat in gemeenten als Kraainem en Wezembeek-Oppem, waar veel EU-medewerkers en andere internationale werknemers wonen. Op dezelfde manier wordt de werkzaamheidsgraad (het aantal werkenden gedeeld door de beroepsbevolking) er onderschat, en het aandeel gezinnen waar niemand werkt overschat: in Kraainem zou dat 28% bedragen, het grootste aandeel van de hele provincie. Bij personen met een EU-herkomst zou dat zelfs 47% zijn en bij personen met een niet-eu-herkomst 41%. In werkelijkheid zijn deze cijfers veel lager. Voor een verdere analyse gebruiken we daarom de gehele bevolking van jaar als noemer. We maken verder ook geen gebruik meer van de cijfers van de uitkeringsgerechtigde werklozen, maar wel de cijfers van alle niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) 30. Hierin zitten immers ook de werkzoekenden zonder recht op een uitkering. Deze cijfers, afkomstig van de VDAB, maken ook een meer gedetailleerde indeling mogelijk van de geboortenationaliteiten. Herkomstgegevens zijn echter niet beschikbaar. 30 Het gaat om jaargemiddelden. Dit is het gemiddelde van het aantal werkzoekenden op het einde van elke maand. 55

56 Deel III: Socio-economische positie van minderheden Figuur 23 toont het aantal werkzoekenden naar origine t.o.v. de totale bevolking van die origine van jaar. 31 Dit betekent dat EU-medewerkers en andere internationale werknemers hier wel mee worden opgenomen in de noemer. Figuur 23: Niet-werkende werkzoekenden naar origine, ,5% Vlaams-Brabant Vlaams Gewest overig Afrika Maghreb Turkije overig Azië ex-oostblok % van de jarigen overig Amerika rijke OESO-landen Oost-Europa Zuid-Europa Noordwest- Europa Belg Totaal niet-eu EU Bron: VDAB; Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Algemeen zien we het hoogste aandeel werkzoekenden bij een origine van buiten de EU, een veel lager aandeel bij een EU-origine en het laagste aandeel bij een Belgische origine. Er zijn echter grote verschillen naar origine binnen deze groepen. Het aandeel werkzoekenden bedraagt 15,1% voor inwoners met een geboortenationaliteit uit overig Afrika, 13,0% bij een Maghrebijnse origine en 12,0% bij een Turkse, terwijl het maar 3,4% bedraagt voor inwoners met een geboortenationaliteit uit rijke OESO-landen. Die laatste groep is wel een uitzondering binnen de geboortenationaliteiten van buiten de EU, want het op één na laagste aandeel bij niet-eu-origines vinden we bij een geboortenationaliteit uit overig Amerika, dat met 9,0% hoger ligt dan eender welke EU-origine. De cijfers liggen heel wat hoger in het Vlaams Gewest als geheel, en opnieuw zijn de verschillen met Vlaams-Brabant het grootst bij een niet-belgische origine. Na de Belgische is het verschil tussen Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest nog het kleinst bij een origine uit Turkije of de Maghreb. In procenten uitgedrukt gaat het nog steeds om een verschil van respectievelijk 2,3 en 4,1%. 31 Het gaat om de bevolking in het begin van het betreffende jaar. De gemiddelde bevolking in het Vlaams Gewest kon niet worden berekend, omdat de gegevens voor het jaar 2015 nog niet beschikbaar zijn. 56

57 DEEL III: Socio-economische positie van minderheden 11.2 Evolutie en verschillen binnen Vlaams-Brabant Figuur 24 toont de evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden in de tijd. Links staat de evolutie van de absolute aantallen naar origine (het aantal werkzoekenden van Belgische origine en het totaal aantal werkzoekenden zijn veel groter en moeten afgelezen worden op de rechtse as en niet op de linkse as). We zien algemeen een stijging van het aantal werkzoekenden. Deze is het grootst voor een Oost-Europese origine (meer dan een verdubbeling) en het kleinst voor de Belgische origine (een stijging met 15%). Daarbij wordt echter geen rekening gehouden met de evolutie van de totale bevolking op actieve leeftijd binnen de verschillende origines. Rechts op de figuur wordt dit wel in rekening gebracht, en staat het percentage werkzoekenden t.o.v. de bevolking van die origine van jaar. We zien voor zowat alle origines een veel vlakkere curve. Op de bevolking van Belgische origine na, groeit immers van alle groepen de bevolking aan. Het aandeel werkzoekenden op de bevolking van Belgische origine groeit op deze manier uitgezet relatief sterk aan (+17%), De bevolking van Oost-Europese origine op actieve leeftijd is bijna verdubbeld tijdens deze periode, waardoor het aandeel werkzoekenden binnen deze groep slechts met 3% is gestegen. Voor een Maghrebijnse of Turkse origine is er zelfs een lichte daling te zien ten opzichte van de bevolking. Voor de overige Afrikaanse origines zien we wel nog een sterke stijging. Figuur 24: : Niet-werkende werkzoekenden naar origine, Absolute aantallen Procenten Aantal (behalve Belg en Totaal) Aantal (Belg en Totaal) % van de jarigen EU niet- EU Belg niet-eu EU overig Afrika Maghreb en Turkije ex-oostblok en overig Azië Oost-Europa Zuid-Europa Noordwest-Europa en rijke OESO-landen Belg Totaal Bron: VDAB; Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Kaart 20 toont de verschillen tussen de gemeenten. We zien heel wat werkzoekenden binnen de groep van niet-belgische origine in het Hageland en rond Brussel, met uitzondering van het zuidoosten en de meeste gemeenten van het zuidelijk Pajottenland. Ook hier is er een sterke overeenkomst met het aandeel werkzoekenden onder de Belgische bevolking, dat hoog is in het Hageland, in de Zennevallei en in mindere mate ten westen van Brussel, maar ook in Leuven. Dat laatste is niet het geval bij de bevolking van niet-belgische origine. 57

58 Deel III: Socio-economische positie van minderheden Kaart 20: Niet werkende werkzoekenden van niet-belgische origine,, 2014 % van de jarigen van niet-belgische origine 11,9-14,9 10,2-11,8 8,5-10,1 6,8-8,4 3,8-6,7 Vlaams-Brabant: 8,5 Vlaams Gewest: 12,9 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Aantal Overijse 300 Boortmeerbeek Kampenhout origine EU origine niet-eu Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: werkzoekenden: VDAB : bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 11.3 Profiel van de werkzoekenden Het opleidingsniveau van werkzoekenden van niet-belgische origine is lager dan dat van de werkzoekenden van Belgische origine (Figuur 25). Er zijn echter grote verschillen tussen de geboortenationaliteiten. Het aandeel hooggeschoolden is duidelijk hoger dan gemiddeld voor personen uit Noordwest-Europa en rijke OESO-landen. We zien echter ook een hoger aandeel hooggeschoolden voor Zuid- en Centraal-Amerika, Oost-Europa, overig Azië en het ex-oostblok. Omgekeerd is het aandeel laaggeschoolden duidelijk lager voor wie uit Noordwest-Europa en rijke OESO-landen komt, en verder voor Zuid- en Centraal-Amerika en overig Afrika. Algemeen is het aandeel laaggeschoolden opvallend hoog bij de klassieke immigratielanden: Maghreb, Turkije en ook Zuid-Europa. Er zijn ook verschillen tussen de arrondissementen. Zo is de hogere scholingsgraad van personen uit Oost-Europa opvallend in Halle-Vilvoorde, terwijl dat voor de personen uit Zuid-Europa geldt in het arrondissement Leuven. 58

59 DEEL III: Socio-economische positie van minderheden Figuur 25: : Werkzoekenden in Vlaams-Brabant naar origine en opleidingsniveau, % van de werkzoekenden gemiddelde middengeschoold gemiddelde laaggeschoold hooggeschoold Turkije Maghreb overig Afrika ex-oostblok overig Azië Zuid- en Centraal- Amerika rijke OESO-landen Zuid-Europa Oost-Europa Noordwest-Europa België middengeschoold laaggeschoold Bron: VDAB In het Vlaams Gewest als geheel zien we dezelfde tendensen als in Vlaams-Brabant, zoals het opvallend hoog aandeel laaggeschoolden bij een origine van klassieke immigratielanden. 32 Wel is er in het Vlaams Gewest in tegenstelling tot in Vlaams-Brabant een hoger aandeel laaggeschoolden dan gemiddeld voor overig Afrika en een minder hoog aandeel hooggeschoolden dan gemiddeld voor Oost-Europa. In het Vlaams Gewest is de opleidingsgraad algemeen wel veel lager dan in Vlaams-Brabant: gemiddeld is 46% er laaggeschoold en 18% hooggeschoold. In Vlaams-Brabant is dat 37% en 25%. Daarmee is de scholingsgraad van alle origines hoger in Vlaams-Brabant dan in het Vlaams Gewest, maar ook hier is het verschil groter voor inwoners van niet-belgische origine dan voor inwoners van Belgische origine. 32 Gegevens over de onderwijsloopbaan van de leerlingen in het Vlaams onderwijs zijn beschikbaar naar nationaliteit of naar thuistaal, maar niet naar origine of herkomst. Dit levert een erg fragmentarisch beeld op, gezien het relatief kleine aantal leerlingen met de niet-belgische nationaliteit, en het feit dat de thuistaal in Vlaams-Brabant vaak niet samenvalt met origine of herkomst. Er zijn wel een aantal onderzoeken gevoerd die gebruik maken van surveys, en die maken wel duidelijk dat de achterstand in het onderwijs relatief groot is voor leerlingen van buitenlandse herkomst, vooral van klassieke migratielanden en het meest uitgesproken van buiten de EU. Zie onder meer: Duquet N., Glorieux I., Laurijssen I. & Van Dorsselaer Y. (2006), Wit krijt schrijft beter. Schoolloopbanen van allochtone jongeren in beeld, Antwerpen: Garant, 106 p.; Jacobs D. & Rea A. (2011), Verspild talent. De prestatiekloof in het secundair onderwijs tussen allochtone en andere leerlingen volgens het PISA-onderzoek 2009, Brussel: Koning Boudewijnstichting, 95 p. 59

60 12. Enkele conclusies Deel III: Socio-economische positie van minderheden De socio-economische positie van de inwoners van Vlaams-Brabant verschilt sterk afhankelijk van de herkomst. De bevolking van niet-belgische herkomst heeft immers een jongere leeftijdsstructuur en dus zijn er heel wat minder gepensioneerden en meer kinderen. Maar ook binnen de beroepsactieve leeftijden zijn er verschillen. Zo krijgen de inwoners van niet-belgische herkomst relatief vaker een werkloosheidsuitkering, OCMW-steun of een andere inkomensvervangende tegemoetkoming. Deze vaststellingen zijn sterker bij mensen met een herkomst van buiten de EU. Wanneer we de situatie van de werkzoekenden meer in detail bekijken, valt het op dat er ook grote verschillen zijn binnen de niet-eu EU-origines origines. Zo zijn inwoners vanuit rijke OESO-landen relatief minder vaak werkzoekend dan inwoners van Belgische origine. Bij de andere inwoners van buiten de EU zijn de cijfers algemeen hoger dan bij een EU-origine, maar ze variëren toch nog sterk. De werkloosheid varieert er van 9% van de jarigen bij een Centraal- en Zuid- Amerikaanse origine, tot meer dan 15% bij een Afrikaanse origine. Ook de evolutie in de tijd verschilt sterk per origine. Zo zien we voor sommige groepen een daling (Maghreb, Turkije), en voor een aantal andere een sterke stijging (Afrika, ex-oostblok en overig Azië). Tenslotte zijn er ook verschillen naar het profiel van de werkzoekenden. Van sommige groepen werkzoekenden van niet-belgische origine is het opleidingsniveau gemiddeld hoger dan dat van werkzoekenden van Belgische origine. Dat geldt voor werkzoekenden uit Noordwest-Europese en rijke OESOlanden, maar bijvoorbeeld ook uit Centraal- en Zuid-Amerikaanse landen. Er zijn wel opvallend veel laagopgeleiden bij de klassieke migratielanden (Maghreb, Turkije, Zuid-Europa). Tenslotte kijken we naar socio-economische verschillen binnen de werkende bevolking. Zo zijn er grote loonverschillen tussen verschillende groepen loontrekkenden. Het aandeel lage lonen is heel wat hoger bij een niet-belgische herkomst, en vooral van buiten de EU. We zien wel een daling van het aandeel lage lonen bij alle herkomstgroepen, zij het minder uitgesproken voor wie uit een EU-land komt. Dit gaat samen met een stijging van de hoogste lonen bij een Belgische herkomst, en een stijging van de middenlonen bij een niet-eu-herkomst. In het Vlaams Gewest is de situatie gemiddeld telkens minder gunstig dan in Vlaams-Brabant: relatief meer werklozen en werkzoekenden, meer OCMW-steuntrekkers en meer andere vervangingsinkomens. Ook de lonen zijn er beduidend minder hoog. Opvallend is dat de verschillen vooral groot zijn bij een niet-belgische herkomst. Tenslotte zijn er ook binnen n Vlaams-Brabant grote verschillen: onder de inwoners van niet- Belgische herkomst zijn er relatief weinig mensen met een uitkering ten zuidoosten van Brussel en rond Leuven. Het omgekeerde geldt in het zuiden en het noorden van het Hageland, in Leuven, in de Zennevallei en in een aantal gemeenten ten westen van Brussel. Bovendien zijn er in die laatste gebieden ook relatief meer lage inkomens onder de loontrekkenden. Overigens gelden dezelfde vaststellingen telkens bij inwoners van Belgische herkomst (al is hun situatie gemiddeld wel beter). Er zijn natuurlijk wel een aantal uitzonderingen. Zo zijn er relatief weinig werkzoekenden van niet-belgische origine in Leuven, terwijl er wel veel werkzoekenden zijn van Belgische origine. Tegelijkertijd zien we er relatief veel lage lonen bij mensen van niet-belgische herkomst, terwijl dat aandeel bij mensen van Belgische herkomst klein is. 60

61 DEEL IV: Taalgebruik en taalkennis DEEL IV: Taalgebruik en taalkennis Dit onderdeel handelt over het taalgebruik en de taalkennis in de Vlaams-Brabantse gemeenten. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen beide. Het gebruik van een andere taal dan het Nederlands impliceert niet dat men het Nederlands niet machtig is. Bovendien kan het taalgebruik verschillen afhankelijk van de context. Zo kan de thuistaal anders zijn dan de taal op het werk of op school. Bovendien kan taalgebruik binnen dezelfde context gemengd zijn: men kan thuis bijvoorbeeld zowel Nederlands als een andere taal spreken. Hieronder gebruiken we cijfers over het taalgebruik thuis, het taalgebruik op school en de taalkennis. Voor de thuistaal kijken we naar de taal die de moeders met hun jonge kinderen spreken. Voor het taalgebruik op school begroten we het aantal leerlingen dat naar een Nederlandstalige school gaat. Voor de taalkennis tenslotte kijken we naar het aandeel werkzoekenden dat het Nederlands machtig is. Het gaat dus telkens maar om een deel van de bevolking: volledige talentellingen zijn sinds 1961, wanneer de taalgrens werd vastgelegd, immers bij wet verboden. Het is tenslotte belangrijk om te benadrukken dat het taalgebruik in Vlaams-Brabant niet noodzakelijk samen loopt met nationaliteit, origine of herkomst. Er zijn immers heel wat inwoners van Belgische herkomst die Frans spreken, vooral rond Brussel en aan de taalgrens. 13. Taalgebruik moeder-kind In 2014 sprak 63% van de moeders in Vlaams-Brabant Nederlands met hun (in dat jaar geboren) kind. 33 Dat is minder dan gemiddeld in het Vlaams Gewest (72,1%). Figuur 26 geeft aan om welke talen het gaat. De figuur geeft niet alle individuele talen, maar een groepering van talen. Deze indeling is niet taalkundig, maar wel geografisch en/of sociologisch. De volgende groepen worden onderscheiden: (1) Het Nederlands en (2) het Frans worden als aparte groepen weerhouden. Daarnaast gaat het om (3) Noordwest-Europese talen (Engels, Duits en de Scandinavische talen) en (4) Zuid- Europese talen (Spaans, Portugees, Catalaans, Italiaans en Grieks). Dit zijn de belangrijkste talen in respectievelijk de Noordwest- en de Zuid-Europese landen. Een aantal van die talen zijn ook officiële talen buiten de Europese Unie (voornamelijk Engels, Spaans en Portugees in Amerika). (5) De Oost-Europese talen worden voornamelijk gesproken in Oost-Europa: de Slavische talen, de Baltische talen, het Roemeens, het Hongaars en het Albanees 34. (6) Het Arabisch, het Berbers en het Turks zijn de meest gebruikte talen onder de (eerste generatie) migranten uit de Maghreb en Turkije. (7) De Aziatische talen worden voornamelijk in Azië gesproken 35. (8) De groep van andere talen is divers. Het gaat om een aantal Afrikaanse talen, maar ook gebarentaal, het Romani en een aantal niet gespecifieerde andere talen. 33 In dit onderdeel worden onbekenden nooit meegenomen om de percentages te berekenen. Bij 1,5% van de moeders is het taalgebruik niet gekend. Dit aandeel is vaak groter in de gemeenten rond Brussel. Zo bedraagt het aandeel onbekenden in de faciliteitengemeenten 6,0%, met een maximum van 10,5% in Kraainem. Hier gaat het vermoedelijk vooral om niet-nederlandstaligen. 34 De oorspronkelijke databank van Kind en Gezin bevatte ook het Kosovaars. Dit is geen taal op zich en werd hier bij het Albanees gevoegd, wat de meest gesproken taal is in Kosovo. 35 Ook het Aramees, het Assyrisch, het Hebreeuws en het Jiddisch werden in deze groep ondergebracht. 61

62 Deel IV: Taalgebruik en taalkennis Op de figuur zien we dat het Frans veel meer gebruikt wordt in Vlaams-Brabant dan gemiddeld in het Vlaams Gewest. 19% van de moeders spreekt deze taal met hun kind, t.o.v. 6% in het Vlaams Gewest. Verder zijn de Noordwest-Europese talen (dit geldt zowel voor het Engels als voor de andere talen) en de Zuid-Europese talen belangrijker in Vlaams-Brabant, al gaat het om een relatief kleine groep. Alle andere taalgroepen zijn belangrijker in het Vlaams Gewest, maar dit is alleen erg uitgesproken voor het Arabisch, het Berbers en het Turks. Die zijn goed voor 9% van de moeders in het Vlaams Gewest. In Vlaams-Brabant is dat 5%. Het aandeel inwoners van Maghrebijnse of Turkse herkomst is dan ook heel wat groter in het Vlaams Gewest (zie boven). Figuur 26: : Belangrijkste talen moeder-kind in Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest (totaal ) 2014) % van de moeders Andere talen Aziatische talen Arabisch, Berbers, Turks Slavische, Baltische en andere oost-europese talen Zuid-Europese talen Noordwest-Europese talen Frans Nederlands 10 0 Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Bron: Kind en Gezin; eigen bewerking Wanneer we naar de individuele talen kijken is het Frans bij jonge moeders zowel in Vlaams- Brabant als in het Vlaams Gewest de belangrijkste taal na het Nederlands. De volgende tien meest gesproken talen zijn dezelfde in Vlaams-Brabant als in het Vlaams Gewest, zij het in een andere volgorde. In Vlaams-Brabant is dat, van belangrijk naar minder belangrijk: Arabisch, Engels, Pools, Turks, Roemeens, Spaans, Berbers, Portugees, Russisch en Albanees. In het Vlaams Gewest zijn Turks en Berbers relatief belangrijker; zij staan op de derde en de vierde plaats. Verder wordt het Portugees er beduidend minder gesproken, en het Russisch meer. Hoewel de Oost-Europese talen wat minder worden gesproken in Vlaams-Brabant dan in het Vlaams Gewest, geldt dat niet voor het Pools en het Roemeens. De aanwezigheid van de EU in Brussel is daar niet vreemd aan. 62

63 DEEL IV: Taalgebruik en taalkennis Figuur 27 toont de evolutie van het taalgebruik moeder-kind in Vlaams-Brabant. We zien een daling van het belang van het Nederlands (-4,9%), ten voordele van het Frans (+2,7%) en de Oost-Europese talen (+1,6%). Die laatste zijn nu belangrijker dan het Arabisch, Berbers en Turks, een groep die relatief stabiel blijft. Ook de andere groepen blijven min of meer stabiel, met uitzondering van de Aziatische talen (+0,6%), maar deze groep blijft relatief klein. Ook in het Vlaams Gewest als geheel daalde het belang van het Nederlands (-3,9%), eveneens ten voordele van het Frans (+1,6%), de Oost-Europese talen (+1,4%) en de Aziatische talen (+0,6%). Verder kennen de Zuid-Europese talen er een bescheiden groei (0,3%). Figuur 27: : Belangrijkste talen moeder-kind in Vlaams-Brabant (evolutie ) 2014) % van de moeders (Nederlands) % van de moeders (andere talen) Nederlands Frans andere Noordwest-Europese talen Zuid-Europese talen Oost-Europese talen Arabisch, Berbers, Turks Aziatische talen Andere Bron: Kind en Gezin; eigen bewerking Er zijn natuurlijk grote ruimtelijke verschillen in Vlaams-Brabant. In het arrondissement Halle- Vilvoorde spreekt meer dan de helft van de moeders (50,2%) niet het Nederlands met hun kind, terwijl dat in het arrondissement Leuven 20,8% bedraagt. Dat is minder dan gemiddeld in het Vlaams Gewest. Kaart 21 maakt dit duidelijk: vooral rond Brussel zijn de waarden erg hoog. In de faciliteitengemeenten is dat zelfs meer dan drie kwart. In het oosten van de provincie vinden we de hoogste waarden in Leuven (44%), Tienen (32%), Diest en Landen (telkens 21%). Van deze steden heeft alleen Leuven een waarde boven het provinciaal gemiddelde van 37%. Deze kaart toont het gemeentelijk gemiddelde. Het zijn echter vooral de deelgemeenten het dichtst bij Brussel die hoge waarden hebben. In een aantal deelgemeenten spreekt, net als in de faciliteitengemeenten, meer dan drie kwart van de moeders niet het Nederlands met hun kind: Ruisbroek, Stevens-Woluwe, Strombeek-Bever, Zellik en Diegem. In het oosten van de provincie zijn het vooral de centra van de steden die hogere waarden hebben: in Leuven is dat 57,7%, in Tienen 36,9% en in Diest 31,4%. 63

64 Deel IV: Taalgebruik en taalkennis Rond Brussel is het Frans vaak goed voor meer dan de helft van de door Kind en Gezin geregistreerde vreemde talen (Kaart 21). Dat is het meest opvallend ten zuiden en ten westen van Brussel. In het oosten van de provincie is dat niet het geval: het belang van het Frans is er met 50% het grootst in Landen, aan de taalgrens. Het belang van het Arabisch, Berbers en Turks is het grootst in Diest (vooral Turks), in Vilvoorde (vooral Arabisch en Berbers) en in Machelen (Arabisch, Berbers én Turks). De groep van Aziatische en andere talen is opvallend sterk aanwezig in Leuven en meer algemeen in het oosten van de provincie. Vooral de Aziatische talen springen er uit, zoals ook de bevolking van Aziatische origine er belangrijk is. Kaart 21: : Taal moeder-kind niet het Nederlands (totaal ) 2014) % van de moeders 75,3-95,5 50,3-75,2 25,3-50,2 12,8-25,2 1,5-12,7 Vlaams-Brabant: 37,0 Halle-Vilvoorde: 50,2 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Lennik Pepingen Opwijk Ternat Asse Halle Aantal Merchtem Dilbeek Pieters- Leeuw 250 Frans Londerzeel Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Noordwest- en Zuid-Europese talen Oost-Europese talen Arabisch, Berbers, Turks Aziatische en andere talen Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Kind en Gezin Diest Landen Geetbets Zoutleeuw 14. Onderwijstaal In dit onderdeel gaan we na hoeveel kinderen en jongeren er in het Nederlands naar school gaan. We hebben immers gegevens over het aantal leerlingen in het (Nederlandstalig) ) onderwijs erkend door de Vlaamse Gemeenschap en over het totaal aantal kinderen en jongeren (telkens naar woongemeente). We kunnen dus bepalen hoeveel kinderen en jongeren niet naar het lager- of secundair (Nederlandstalig) onderwijs gaan erkend door de Vlaamse Gemeenschap. Deze kinderen en jongeren gaan doorgaans naar een niet-nederlandstalige school: een school erkend door de Franse Gemeenschap, een Europese school of een internationale school. 36 We kijken concreet naar de geboortejaren: hoeveel van de kinderen geboren in de jaren vinden we terug in het Nederlandstalig onderwijs? Deze geboortejaren komen immers overeen met de generatieleerlingen in de lagere school in het schooljaar , het meest 36 Het aantal leerlingen binnen het thuisonderwijs is zeer beperkt. In 2013 ging het om leerlingen in heel het Vlaams Gewest. Dat is 0,12% van het totaal aantal leerlingen. 64

65 DEEL IV: Taalgebruik en taalkennis recente schooljaar waarover we beschikken. We vertrekken niet van de 6-11 jarigen, omdat er omwille van schoolse achterstand (of voorsprong) ook oudere (of jongere) leerlingen in de lagere school kunnen zitten. Voor de secundaire school gaat het om de geboortejaren In het schooljaar gingen leerlingen, of 86,5% van de kinderen die geboren zijn in de jaren en die wonen in Vlaams-Brabant, naar het Nederlandstalig lager onderwijs. Dit cijfer verschilt echter sterk van gemeente tot gemeente. In Kraainem en Linkebeek was dat minder dan de helft, terwijl dat in de meeste gemeenten meer dan 95% bedroeg. Dit wordt duidelijk op Kaart 22. Meer in het algemeen zien we lage waarden rond Brussel en in mindere mate langs de taalgrens (Bever en Herne in het westen en Landen in het oosten). Kaart 22: : Leerlingen geboren in die school lopen in een school erkend door de Vlaamse Gemeenschap (2013) % van de inwoners geboren in >= 96,1 90,6-96,0 79,6-90,5 63,1-79,5 46,8-63,0 Vlaams-Brabant: 86,5 Halle-Vilvoorde: 79,6 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren 100 Overijse Boortmeerbeek Kampenhout Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: leerlingen: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming : bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning Voor het secundair onderwijs ligt het cijfer beduidend lager: leerlingen, of 80,6% van de kinderen die geboren zijn in de jaren en die wonen in Vlaams-Brabant, gaan naar het Nederlandstalig onderwijs. In alle faciliteitengemeenten gaat het om minder dan de helft, tot slechts 15% in Linkebeek, maar in de meeste Vlaams-Brabantse gemeenten bedraagt het meer dan 90%. Op Kaart 23 zien we opnieuw dat de afstand tot Brussel een grote rol speelt, en in mindere mate de ligging aan de taalgrens (Bever, Herne en in mindere mate Landen) Er zijn geen opvallende evoluties over de jaren heen. In 2010 bedroeg dit cijfer voor het lager onderwijs 86,1% (86,5% nu) en voor het secundair onderwijs 80,9% (80,6% nu). 65

66 Deel IV: Taalgebruik en taalkennis Kaart 23: Leerlingen geboren in die school lopen in een school erkend door de Vlaamse Gemeenschap (2013) % van de inwoners geboren in >= 95,9 85,9-95,8 70,9-85,8 50,9-70,8 14,6-50,8 Vlaams-Brabant: 80,6 Halle-Vilvoorde: 70,9 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Pepingen Opwijk Ternat Lennik Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Kaart 24 geeft het aandeel werkzoekenden zonder goede kennis van het Nederlands. In Vlaams- Brabant als geheel gaat het om 26,2%. De waarden zijn echter vooral hoog in het arrondissement Halle-Vilvoorde (37%). In het arrondissement Leuven gaat het maar om 12%, Pieters- Leeuw Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Aantal 100 Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: leerlingen: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming : bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 15. Taalkennis werkzoekenden Op basis van de thuistaal bij moeders met een jong kind (gemeten als de taal die de moeder met haar kind spreekt) en de schooltaal kunnen geen rechtstreekse conclusies getrokken worden over de taalkennis. Op basis van een survey in de Vlaamse Rand 38 blijkt dat Frans de meest gekende taal is in de rand. 77,7% van de inwoners zegt de taal goed tot uitstekend te spreken. Daarna volgt het Nederlands met 68,4%. De derde taal is het Engels met 46,6%. Het is echter niet zo dat de anderen deze talen helemaal niet spreken. Wanneer we gaan kijken naar het aandeel mensen dat de taal niet kent komen we aan 1,6% voor het Frans, 5,9% voor het Nederlands en 13,8% voor het Engels. Gezien het hier gaat om een survey 39, kunnen we deze cijfers niet uitsplitsen per gemeente. We kunnen dat wel doen voor een andere indicator: de taalkennis van de werkzoekenden. Die is hoogstwaarschijnlijk niet volledig gelijklopend met die van de bevolking in het algemeen, maar wel interessant om de verschillen tussen de gemeenten in te schatten. 38 Zoals afgebakend door de Vlaamse Regering: de zes faciliteitengemeenten, de buurgemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest én de buurgemeenten van de faciliteitengemeenten. 39 Janssens R. (2014), Taal en identiteit in de rand. Een analyse van de taalsituatie in de rand rond Brussel op basis van de brio-taalbarometer, Brussel: VUBPRESS, 123 p. 66

67 DEEL IV: Taalgebruik en taalkennis wat minder is dan het Vlaams gemiddelde van 14,8%. De hoogste waarden (ruim over de helft) vinden we in de faciliteitengemeenten, maar ook in Zaventem en Machelen gaat het (nipt) om meer dan de helft. De laagste waarden vinden we centraal in het Hageland en ten noorden van Leuven. Op de kaart zijn de werkzoekenden zonder goede kennis van het Nederlands ook opgesplitst naar origine (Belgisch of niet-belgisch). Werkzoekenden van niet-belgische origine zijn hier in de meerderheid (4.601 t.o.v van Belgische origine), hoewel de totale groep werkzoekenden van niet-belgische origine veel kleiner is (7.949 t.o.v van Belgische origine). Rond Brussel zien we echter dat het aantal mensen van Belgische origine bij de werkzoekenden zonder goede kennis van het Nederlands, vaak groter is dan het aantal mensen van niet-belgische origine Wanneer we het aandeel werkzoekenden zonder goede kennis van het Nederlands apart bekijken voor de niet-belgische en de Belgische origine, zien we dan ook veel hogere waarden voor de niet-belgische origine. Die bedraagt 61,4%, t.o.v. 15,0% voor de Belgische origine. Dit is telkens hoger dan in het Vlaams Gewest (respectievelijk 38,9% en 6,7%). Het is echter vooral in het arrondissement Halle-Vilvoorde dat deze waarden hoog zijn, zowel voor een niet- Belgische als een Belgische origine (hier scoort het arrondissement Leuven lager dan gemiddeld in het Vlaams Gewest). Voor beide groepen is het ruimtelijk beeld dan ook gelijkaardig aan dat van Kaart 24. Kaart 24: : Werkzoekenden zonder goede kennis van het Nederlands (2015) % van de werkzoekenden 52,5-72,3 26,3-52,4 13,2-26,2 6,6-13,1 0,0-6,5 Vlaams-Brabant: 26,2 Vlaams Gewest: 14,8 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Aantal Genesius- Rode 250 niet-belgische origine Belgische origine Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: VDAB Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw 67

68 16. Enkele conclusies Deel IV: Taalgebruik en taalkennis Het taalgebruik in Vlaams-Brabant is divers, maar buiten het Nederlands speelt het Frans veruit de belangrijkste rol. Bijna een vijfde van de moeders spreekt Frans tegen hun pasgeboren kind. In het Vlaams Gewest is het Frans gemiddeld veel minder belangrijk, en daardoor wordt het Nederlands er vaker gebruikt (71% tegenover 63% in Vlaams-Brabant). In het Vlaams Gewest als geheel worden, buiten het Nederlands, het Arabisch, Berbers en Turks het meest gebruikt door moeders met jonge kinderen. Deze talen zijn er samen goed voor bijna een tiende van de geregistreerde talen. In Vlaams-Brabant is dat heel wat minder. Zowel in het Vlaams Gewest als in Vlaams-Brabant daalt het aandeel moeders dat Nederlands spreekt met hun kind. Het Frans wordt belangrijker, maar ook Oost-Europese talen kennen een opvallende groei. Kijken we naar de verschillen binnen Vlaams-Brabant dan blijkt dat vooral rond Brussel andere talen worden gesproken. In het arrondissement Halle-Vilvoorde spreekt minder dan de helft van de moeders Nederlands met hun kind, en in een aantal gemeenten of deelgemeenten (vooral faciliteitengemeenten) is dat minder dan een kwart. Bij de andere talen speelt het Frans in de meeste gemeenten de belangrijkste rol, al wordt het niet overal door de meerderheid gesproken. In het arrondissement Leuven wordt meer Nederlands gesproken dan gemiddeld in het Vlaams Gewest. Enkel de stad Leuven heeft een veel lagere waarde. In dit arrondissement speelt het Frans een kleine rol, uitgezonderd in enkele taalgrensgemeenten. Met de taal die de moeder met haar kind spreekt wordt gepeild naar de thuistaal, al is dit niet noodzakelijk de enige thuistaal. Bovendien kan het taalgebruik in andere contexten helemaal anders zijn. Wanneer we naar de schooltaal kijken, blijkt het gebruik van het Nederlands veel belangrijker. Van de leerlingen in het lager onderwijs gaat 87% naar het Nederlandstalig onderwijs, in het secundair is dat 81%. Ook hier vinden we de laagste waarden vooral in het arrondissement Halle-Vilvoorde (80% voor het lager onderwijs en 71% voor het secundair onderwijs). Waarden die lager zijn dan de helft vinden we, wat het lager onderwijs betreft, in amper twee (faciliteiten)gemeenten, in het secundair geldt dit voor alle faciliteitengemeenten. Noch de thuistaal, noch de onderwijstaal kunnen worden gelijkgesteld met de taalkennis. We beschikken niet over populatiegegevens over de taalkennis, maar uit een recente enquête bleek wel dat 68% van de inwoners van de Vlaamse Rand (buurgemeenten van Brussel en van de faciliteitengemeenten) het Nederlands goed spreekt, en slecht 6% van de inwoners het Nederlands niet spreekt. Ook hier zijn ongetwijfeld nog grote verschillen tussen de gemeenten. Om de gemeentelijke verschillen te kunnen inschatten, kunnen we kijken we naar het aantal werkzoekenden dat het Nederlands niet machtig is. Ook hier zien we vooral hoge aandelen in het arrondissement Halle-Vilvoorde. In de faciliteitengemeenten gaat het zelfs over ruim meer dan de helft. In het arrondissement Leuven is het aandeel werkzoekenden zonder goede kennis van het Nederlands lager dan gemiddeld in het Vlaams Gewest. Heel wat van de werkzoekenden die het Nederlands niet machtig zijn, zijn van niet-belgische origine, maar rond Brussel zijn werkzoekenden van Belgische origine vaak in de meerderheid. Daaruit blijkt duidelijk dat taalgebruik in Vlaams-Brabant niet zomaar samenvalt met nationaliteit, origine of herkomst. 68

69 DEEL V: Minderhedenbeleid DEEL V: Minderhedenbeleid In dit onderdeel bespreken we een aantal beleidsaspecten. In een eerste hoofdstuk gaan we kort in op het vreemdelingenbeleid, dat de toegang tot en het verblijf van vreemdelingen in België regelt, en een federale bevoegdheid is. Vervolgens wordt het integratiebeleid behandeld. Dit is een regionale bevoegdheid, maar de Vlaamse overheid wil ook het voeren van een lokaal integratiebeleid versterken. In een laatste hoofdstuk gaan we in op een aantal organisaties en voorzieningen die vanuit de bevolking zelf werden opgericht. 17. Vreemdelingenbeleid Wanneer wordt gesproken over de toegang tot en het verblijf van vreemdelingen in België, wordt vaak de focus gelegd op het asielbeleid. Het federale vreemdelingenbeleid is echter veel meer dan dat: het gaat ook om het toekennen van visa en arbeidskaarten, verblijven om studieredenen, gezinshereniging, regularisatie en terugkeerbeleid, en eveneens om de nationaliteitswetgeving. Een overzicht kan men vinden in het jaarlijks verslag van het federaal migratiecentrum Myria. 40 Het belang van deze andere domeinen blijkt ook uit de cijfers. De groep van (erkende) asielzoekers vormt immers een minderheid in de totale migratiestroom naar België. In 2014 kwamen er vreemdelingen naar ons land (en verlieten vreemdelingen het land). In dat jaar waren er asielaanvragers, goed voor dossiers. Het aantal erkenningen van het vluchtelingenstatuut of toekenningen van subsidiaire bescherming bedroeg in dat jaar 6.146, op een totaal van behandelde dossiers. Het beschermingspercentage bedroeg dus 47%. Dit is veruit het hoogste aantal én het hoogste beschermingspercentage sinds de hervorming van de asielprocedure in Asielzoekers worden opgevangen in opvangcentra die beheerd worden door Fedasil (het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers), het Belgische Rode Kruis of andere organisaties. Na vier maanden kan een asielzoeker vragen om naar een individuele woning te verhuizen, die beheerd wordt door een OCMW (de zogenaamde lokale opvanginitiatieven of LOI's) of door een ngo. In Vlaams-Brabant (situatie oktober 2015) zijn er twee opvangcentra: in Alsemberg (162 plaatsen) en in Steenokkerzeel (50 plaatsen voor niet-begeleide minderjarigen). Door de recente stijging van het aantal asielzoekers zijn er ook twee tijdelijke opvangcentra opgericht: in Vilvoorde (124 plaatsen) en in Holsbeek (80 plaatsen voor niet-begeleide minderjarigen). Momenteel hebben 57 van de 65 Vlaams-Brabantse gemeenten een LOI Myria, Migratie in cijfers en in rechten 2015, Brussel: Myria, 237 p. 41 Er zijn (situatie oktober 2015) geen LOI s in de gemeenten waar een permanent asielcentrum ligt (Beersel en Steenokkerzeel), en ook in Bever, Grimbergen, Keerbergen, Leuven, Lubbeek en Machelen is er geen LOI. In een aantal van deze gemeenten wordt nu wel een LOI gepland. 69

70 18. Integratiebeleid Deel V: Minderhedenbeleid Het integratiebeleid is een regionale bevoegdheid. Het Vlaamse integratiebeleid is gericht naar de volledige Vlaamse bevolking, maar er worden wel een aantal bijzondere doelgroepen genoemd. Een eerste zijn de personen van buitenlandse herkomst: personen die legaal en langdurig in België verblijven, en die bij hun geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten of van wie minstens een van de ouders bij geboorte niet de Belgische nationaliteit bezat, in het bijzonder diegenen die zich in een vaststelbare achterstandspositie bevinden. Een tweede groep zijn de woonwagenbewoners: personen die legaal in België verblijven en die wonen of woonden in een woonwagen, of waarvan de ouders dat deden, met uitzondering van bewoners van campings of gebieden met weekendverblijven. Daarnaast richt het integratiebeleid zich ook op vreemdelingen zonder wettig verblijf, die wegens een noodsituatie begeleiding vragen. Het Vlaams integratiebeleid wordt ondersteund door het Agentschap Integratie en Inburgering. Dit agentschap werd opgericht op 1 januari 2015 en integreert een reeks instellingen die tot en met 2014 het Vlaams integratie- en inburgeringsbeleid uitvoerden: (1) de provinciale integratiecentra, die gemeenten en andere beleidsinstanties ondersteunen en stimuleren bij het voeren van een integratiebeleid, (2) de onthaalbureaus inburgering, die de al dan niet verplichte inburgeringstrajecten van nieuwkomers coördineren, en (3) de sociale tolk- en vertaaldiensten, waarop openbare diensten, welzijnsorganisaties, scholen, ziekenhuizen beroep kunnen doen. Ook het expertisecentrum Kruispunt Migratie-Integratie werd in dit agentschap geïntegreerd. In de steden Antwerpen en Gent werden aparte stedelijke agentschappen opgericht. Sinds 1 oktober 2015 zijn ook de Huizen van het Nederlands ondergebracht bij het Agentschap Inburgering en Integratie. Deze Huizen van het Nederlands oriënteren anderstaligen naar het geschikte aanbod Nederlandse taallessen, maar voorzien die niet zelf. Er zijn momenteel acht Huizen van het Nederlands in Vlaanderen en Brussel: één in elke provincie en in de grote steden Brussel, Antwerpen en Gent Integratie en inburgering in Vlaams-Brabant In het kader van het minderhedendecreet van 28 april 1998 werden 8 integratiecentra erkend: één in elke provincie, en één in de drie grote steden (Brussel, Antwerpen, Gent). Van bij de oprichting in 1998 tot eind 2014 was de werking van het Provinciaal Integratiecentrum (PRIC) Vlaams-Brabant opgenomen binnen het provinciebestuur. Het PRIC ijverde voor een inclusief diversiteitsbeleid binnen het provinciebestuur, maar was en is vooral een partner voor lokale besturen, welzijns- en gezondheidsorganisaties, scholen Organisaties die ondersteuning willen op het vlak van diversiteit kunnen er terecht voor advies en consulentschap, begeleiding van interculturaliseringsprocessen, tips rond het omgaan met diversiteit, vormingen (op maat) en andere vormen van deskundigheidsbevordering. Via onder andere beeldvormingscampagnes en een werking rond sociale cohesie wordt het samenleven in diversiteit bevorderd. Om te komen tot een betere emancipatie en participatie werkt het PRIC met Toeleiders in de Diversiteit, waarbij mensen die zelf een inburgeringstraject hebben doorlopen contacten leggen met de nieuwkomers in hun gemeente. De cel woonwagenwerk ijvert onder meer voor meer doortrekkersterreinen en residentiële woonwagenterreinen. 70

71 DEEL V: Minderhedenbeleid Op 1 januari 2015 werden de 15 medewerkers van het PRIC (6 in Leuven en 9 in de regiowerkingen van Asse, Diest, Halle en Vilvoorde) ingekanteld in het Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering. Ook de Sociale tolk- en vertaaldienst PaSTa en het onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant werden overgedragen. Kaart 25 geeft de kantoren van Agentschap Integratie en Inburgering Vlaams-Brabant, samen met de bestaande lokale integratiediensten. Deze gemeentelijke integratiediensten zijn erkend door Vlaanderen en hebben de opdracht het Vlaamse integratiebeleid lokaal mee uit te voeren. De meeste lokale integratiediensten bevinden zich in het arrondissement Halle-Vilvoorde. In het arrondissement Leuven zijn er enkel integratiediensten: in Leuven, Diest en Landen. De integratiediensten in Halle, Vilvoorde en Leuven zijn het oudst en bestaan al sinds Ook de integratiediensten van Asse, Pieters-Leeuw en Liedekerke bestaan al meer dan vijf jaar. De jongste integratiediensten vinden we in Zaventem, Tervuren en Landen. Zij werden opgericht in Daarnaast zijn er nog 15 gemeenten die te kennen hebben gegeven een integratiebeleid te willen voeren en die hiervoor een integratiesubsidie bij de Vlaamse overheid hebben aangevraagd in In de overige 34 gemeenten is er (nog) geen integratiedienst. Het gaat vooral om gemeenten ten noorden van Leuven, in het zuidelijk Pajottenland en in het centrale Hageland. Kaart 25: : Kantoren Agentschap Integratie en Inburgering en lokale integratiediensten Agentschap Integratie en Inburgering ") Kantoor integratie Vlaams-Brabant!( Kantoor inburgering Vlaams-Brabant ") Hoofdzetel Bever Galmaarden Herne Liedekerke Gooik Affligem Roosdaal Pepingen Opwijk Ternat Lennik Asse ")!( Merchtem Halle Dilbeek Pieters- Leeuw ")!( Londerzeel Meise Wemmel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Beersel Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Lokale integratiedienst opgericht voor 2011 opgericht in 2011 of 2012 opgericht na 2012 integratiesubsidie aangevraagd geen integratiedienst ")!( Zemst Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar!( ") Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee!( Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek!( Tienen Bekkevoort ")!( Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Agentschap Integratie en Inburgering Vlaams-Brabant 71

72 Deel V: Minderhedenbeleid Inburgering Vlaams-Brabant coördineert inburgeringstrajecten voor nieuwkomers 42. Deze trajecten bestaan uit een cursus maatschappelijke oriëntatie (een kennismaking met de Vlaamse en Belgische samenleving), een basiscursus Nederlands als tweede taal, loopbaanoriëntatie (begeleiding naar het vinden van werk of studies) en individuele trajectbegeleiding. De exacte afbakening van de doelgroep voor inburgering is behoorlijk complex 43. De grootste groep van inburgeraars zijn vreemdelingen van 18 jaar of ouder die ingeschreven zijn in het rijksregister, wonen in een gemeente van het Vlaams Gewest en voor het eerst een verblijfstitel van meer dan drie maanden hebben. Ook Belgen kunnen behoren tot de doelgroep, wanneer ze voor het eerst in het rijksregister ingeschreven zijn, 18 jaar of ouder zijn, geboren zijn buiten België, en minstens één ouder hebben die buiten België geboren is. Binnen deze doelgroep zijn er verplichte inburgeraars en vrijgestelde inburgeraars. Verplichte inburgeraars moeten minstens 80% van de lessen bijwonen. Als ze dat niet doen, riskeren ze een boete. Vrijgesteld zijn burgers van een lidstaat van de Europese Unie, Ijsland, Noorwegen, Liechtenstein of Zwitserland, evenals hun familieleden (met uitzondering van de hierboven vermelde Belgen). Hetzelfde geldt voor inburgeraars die 65 jaar of ouder zijn, en arbeidsmigranten die een verblijfsstatuut hebben dat tijdelijk is maar dat kan leiden tot een definitief verblijf. Er gelden daarnaast nog een reeks vrijstellingen, bijvoorbeeld voor wie een ernstige ziekte of handicap heeft. In 2014 werden nieuwkomers geteld in Vlaams-Brabant. 44 De overgrote meerderheid hiervan was niet inburgeringsplichtig: voor personen was het een recht, voor 623 personen was dat nog onbepaald. De meerderheid (4.424) komt dan ook uit een EU-land of uit Ijsland, Noorwegen, Liechtenstein of Zwitserland. Iedereen die recht heeft op het inburgeringstraject wordt daarvan op de hoogte gebracht door het onthaalbureau, maar lang niet iedereen meldt zich aan. Inwoners met een inburgeringsplicht melden zich meestal wel aan, maar bij inwoners met een inburgeringsrecht is dat een kleine minderheid Het gaat om het zogenaamde primaire inburgeringstraject. Het secundaire inburgeringstraject wordt niet door het onthaalbureau georganiseerd maar wordt aangeboden door de reguliere voorzieningen. Het secundaire traject is gericht op werk en/of opleiding. Zo kan er een (beroeps)opleiding worden gevolgd, verder worden gestudeerd of vrijwilligerswerk worden uitgevoerd. 43 Zie Kruispunt Migratie-Integratie (2014), Juridische afbakening van de doelgroep van inburgering in Vlaanderen en Brussel, Brussel: Kruispunt Migratie-Integratie, 61p. 44 Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering 45 Zie: Agentschap voor binnenlands bestuur (2010), themanummer inburgering, BinnenBand, jg. 15, nr. 68bis; De Cuyper P. (2010), Het inburgeringsbeleid in Vlaanderen: de efficiëntie en effectiviteit geëvalueerd, Onderzoek in opdracht van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, de VDAB en het Departement Onderwijs, Leuven: HIVA, 86 p. 72

73 DEEL V: Minderhedenbeleid Figuur 28 geeft het aantal eerste aanmeldingen bij een onthaalbureau, het aantal ondertekende eerste inburgeringscontracten en het aantal uitgereikte inburgeringsattesten naar nationaliteit, telkens in Het gaat niet noodzakelijk om dezelfde groep: de contracten en attesten kunnen uitgereikt worden aan personen die zich vóór 2014 aanmeldden. We zien dat de meerderheid telkens van buiten de EU komt, en daarbinnen wordt de grootste groep gevormd door Afrikanen van buiten de Maghreb en Aziaten van buiten de rijke OESO-landen. Bij de aanmeldingen gaat het om meer dan 40%, bij de attesten zowat de helft. Figuur 28: : Aantal aanmeldingen bij een onthaalbureau, inburgeringscontracten en attesten naar nationaliteit, Vlaams-Brabant (2014) Aantal Onbekend Overig Amerika Overig Afrika Overig Azië Rijke OESO-landen Ex-Oostblok Turkije Maghreb Oost-Europa Zuid-Europa Noordwest-Europa België 0 Aanmeldingen Contracten Attesten Bron: Agentschap integratie en inburgering - Inburgering Vlaams-Brabant 73

74 Deel V: Minderhedenbeleid Kaart 26 geeft het aantal aanmeldingen per gemeente. Bijna een kwart van de aanmelders woont in Leuven (24%). Daarna volgen Vilvoorde (7%) en Halle (5%). We zien ook regionale verschillen, die deels samenlopen met de nationaliteitsverdeling van de inwoners in het algemeen. Zo zien we meer Aziatische nationaliteiten in en rond Leuven, meer Maghrebnationaliteiten ten noordoosten van Brussel en meer andere Afrikaanse nationaliteiten ten westen van Brussel. Ook bij de contracten en de attesten is dat het geval. Kaart 26: : Aantal eerste aanmeldingen bij een onthaalbureau naar nationaliteit (2014) Aantal aanmeldingen 35 EU-land Maghreb en Turkije overig Afrika overig Azië Andere niet-eu landen Onbekend Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Agentschap Integratie en Inburgering - Inburgering Vlaams-Brabant Het aandeel verplichte inburgeraars bij inwoners met een EU-nationaliteit (inclusief Belgen) is heel klein. Het gaat om 1,6% van de aanmeldingen, 2,1% van de contracten en 9,4% van de attesten. De meerderheid van de inwoners met een niet-eu-nationaliteit heeft wel een inburgeringsplicht. Het gaat respectievelijk om 54,9%, 55,6% en 66,2%. Wanneer we alle rechthebbenden samentellen, zowel EU als niet-eu, zijn de verplichte inburgeraars in de minderheid bij de aanmeldingen en de contracten (39% en 41%), maar in de meerderheid bij de attesten (53%). 74

75 DEEL V: Minderhedenbeleid 18.2 Nederlandse taallessen in Vlaams-Brabant De cursussen Nederlands als tweede taal (NT2) kunnen worden gevolgd door inburgeraars, maar staan ook open voor anderen. De huizen van het Nederlands fungeren als aanspreekpunt voor anderstaligen die Nederlands willen leren, maar organiseren die lessen niet zelf. Deze worden georganiseerd door centra voor basiseducatie, centra voor volwassenonderwijs en universitaire talencentra. Kaart 27 geeft de locatie van al deze instellingen. In het arrondissement Halle- Vilvoorde hebben de meeste gemeenten een lesplaats, in het arrondissement Leuven is het aanbod voornamelijk in de steden gevestigd. Kaart 27: : Aanbod NT2 Gemeenten met een bureau van het Huis van het Nederlands Antenne Enkel loket Lesplaatsen NT2 ") Centrum voor basiseducatie!( Centrum voor volwassenenonderwijs #* Universitair talencentrum Bever Kapelle- Begijnendijk Londerzeel op-den-!( Keerbergen Diest Bos Tremelo Scherpenheuvel ")!( Aarschot!( Boortmeerbeek -Zichem ") Zemst!( Opwijk Haacht!( Meise Rotselaar Merchtem!( Grimbergen Vilvoorde Kampenhout ") Bekkevoort Tielt-Winge ")")")!(!( Holsbeek!( ")!(!(!(!( ")!(!( ") Asse Wemmel Steenokkerzeel Herent!( Affligem Machelen!( Kortenaken!( ") Geetbets Kortenberg ")")")!(!(!(!(!(!(!(!(")!(!(!( ") ") Lubbeek Zaventem!( Leuven!( Ternat!( ") ") #* Glabbeek Liedekerke Dilbeek!(!( Zoutleeuw ")!( Wezembeek- Bertem Boutersem Roosdaal!(!( Kraainem Oppem!( Bierbeek Lennik Tervuren!( Oud-Heverlee ")!( Tienen Linter Drogenbos ")!( Pieters- Leeuw ")!( Huldenberg Hoegaarden Gooik Linkebeek Overijse!( Hoeilaart!( ")!( ") Beersel Landen!( Galmaarden Genesius- Pepingen!(!( ")!( Halle ")!(!( Rode Herne!( Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant In 2014 waren er in Vlaams-Brabant unieke cursisten. Een kwart van de cursisten komt uit Leuven (18%) en Vilvoorde (7%). Daarnaast wonen er vooral rond Brussel heel wat cursisten, en in mindere mate in de Hagelandse steden (Kaart 28). Er komen ook cursisten uit het Brussels Gewest (6%), het Waals gewest (5%) en in mindere mate de rest van het Vlaams Gewest (2%). De kaart geeft ook het geboorteland van de cursisten aan. Rond Brussel is het hoge aandeel cursisten die geboren zijn in België opvallend. In een aantal gemeenten ten zuiden van Brussel is dat bijna de helft, en in het Waals Gewest zelfs meer dan de helft. Bij de andere geboortelanden zien we opnieuw een weerspiegeling van de bevolkingssamenstelling in het algemeen. Zo is een groot aandeel van de cursisten uit de stad en het arrondissement Leuven geboren in Azië. In Vilvoorde zijn er relatief veel cursisten geboren in de Maghreb, en ten westen van Brussel is dat vaak in de rest van Afrika. 75

76 Deel V: Minderhedenbeleid Kaart 28: : Aantal Cursisten NT2, naar geboorteland (2014) Aantal cursisten 250 België EU en rijke OESO-landen Maghreb en Turkije overig Afrika overig Azië andere niet-eu landen Brussels Gewest Waals Gewest rest Vlaams Gewest Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant Kaart 29 geeft het aantal cursisten dat geboren is buiten België als aandeel van de gehele bevolking die buiten België geboren is. 46 Dit geeft een idee van het belang van deze groep binnen een gemeente. We zien de hoogste waarden in het Hageland en in het Pajottenland, hoewel heel wat gemeenten er een erg laag aantal cursisten hebben. Ook Leuven en Vilvoorde hebben een bovengemiddelde waarde. Omgekeerd zijn de erg lage waarden ten zuidoosten van Brussel opvallend. Hier wonen immers heel veel inwoners die geboren zijn in het buitenland. Kaart 29: : Cursisten NT2 geboren buiten België (2014) % van bevolking geboren buiten België 12,7-31,1 10,5-12,6 8,3-10,4 6,1-8,2 2,4-6,0 < 25 cursisten Vlaams-Brabant: 8,3 Bever Galmaarden Herne Liedekerke Roosdaal Gooik Affligem Ternat Lennik Pepingen Opwijk Asse Merchtem Halle Dilbeek Londerzeel Wezembeek- Bertem Oppem Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos Zemst Grimbergen Vilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Steenokkerzeel Machelen Kortenberg Zaventem Kraainem Hoeilaart Wezembeek- Bertem Oppem Tervuren Boortmeerbeek Kampenhout Overijse Herent Huldenberg Keerbergen Haacht Tremelo Rotselaar Leuven Begijnendijk Holsbeek Bierbeek Oud-Heverlee Lubbeek Aarschot Boutersem Tielt-Winge Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem Glabbeek Tienen Bekkevoort Kortenaken Linter Diest Landen Geetbets Zoutleeuw Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning 46 Het gaat meer bepaald om de bevolking die een vorige woonplaats had in het buitenland. 76

77 DEEL V: Minderhedenbeleid 18.3 Voorzieningen voor woonwagenbewoners wagenbewoners Woonwagenbewoners zijn één van de doelgroepen van het Vlaams integratiebeleid. Een telling gecoördineerd door het Kruispunt Migratie-Integratie in 2011 kwam uit op 877 woonwagenbewoners in het Vlaams Gewest, waarvan 212 in Vlaams-Brabant Brabant. De meeste gemeenten in Vlaams-Brabant tellen vijf of minder woonwagenbewoners. Alleen in Pieters- Leeuw, Aarschot, Asse, Leuven, Beersel, Rotselaar, Diest, Halle en Vilvoorde is dat meer. Daarnaast trekken er jaarlijks naar schatting zo n families door Vlaanderen. Men kan een onderscheid maken tussen verschillende soorten voorzieningen voor woonwagenbewoners. Er zijn residentiële woonwagenterreinen voor langdurig verblijf met een permanente infrastructuur (water, elektriciteit ). Daarnaast zijn er doortrekkersterreinen ortrekkersterreinen voor kortstondige verblijven (max. 3 weken), maar wel met een permanente infrastructuur. Pleisterplaatsen tenslotte dienen eveneens voor kortstondige verblijven, maar hebben geen permanente infrastructuur. In Vlaanderen zijn er 30 openbare residentiële woonwagenterreinen, goed voor 481 standplaatsen, en slechts 4 doortrekkersterreinen, goed voor 78 standplaatsen. Kaart 30 geeft de situatie weer in Vlaams-Brabant: In het noordoosten zijn er vier openbare residentiële woonwagenterreinen. Daarnaast werden er 43 private residentiele terreinen geteld, die niet zijn aangeduid op de kaart: 33 in het arrondissement Halle-Vilvoorde en 10 in het arrondissement Leuven. Er is op dit moment één doortrekkersterrein, in Beersel, dat volgend jaar definitief ingericht zou moeten zijn. Daarnaast zijn er terreinen gepland in Asse, Herent en Tienen. Er bestaat geen vastgelegde lijst van pleisterplaatsen in de provincie. De provinciegouverneur vraagt elk jaar aan alle Vlaams-Brabantse gemeenten en politiezones om een pleisterplaats te voorzien. Kaart 30: Openbare residentiële woonwagenterreinen en (geplande) doortrekkersterreinen Bever openbaar residentieel woonwagenterrein* doortrekkersterrein gepland doortrekkersterrein Autosnelwegen en autowegen Wegen voor interregionaal verkeer Galmaarden Herne Liedekerke Affligem Roosdaal Gooik Opwijk Ternat Asse Lennik Pepingen 10 Dilbeek Halle Londerzeel Merchtem Pieters- Leeuw Meise Wemmel Beersel Kapelle- op-den- Bos Drogenbos 15 GrimbergenVilvoorde Linkebeek Genesius- Rode Zemst Kortenberg Zaventem Wezembeek- Kraainem Oppem Tervuren Hoeilaart Keerbergen Boortmeerbeek Steenokkerzeel Machelen Overijse Standplaatsen aantal 20 Kampenhout Bertem Huldenberg Haacht 15 Herent Rotselaar Leuven Tremelo 26 8 Begijnendijk Holsbeek Oud-Heverlee Bierbeek Aarschot 11 Tielt-Winge Lubbeek Glabbeek Boutersem Hoegaarden Scherpenheuvel -Zichem 15 Bekkevoort Tienen Diest Kortenaken Linter 11 Zoutleeuw Landen Geetbets *Daarnaast zijn er 43 private residentiele terreinen, waarvan 33 in arr. Halle-Vilvoorde en 10 in arr. Leuven. Deze zijn niet weergegeven op de kaart. Kaart: Steunpunt sociale planning Bron data: Agentschap Integratie en Inburgering Vlaams-Brabant 77

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Roeselare Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK Arrondissement Diksmuide HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Kortrijk Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Ieper Opsplitsing in

Nadere informatie

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN vs PROVINCIE VLAAMS-BRABANT

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN vs PROVINCIE VLAAMS-BRABANT BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2017 vs. 2016 PROVINCIE VLAAMS-BRABANT 1 INLEIDING Dit rapport toont u vrijblijvend enkele kerncijfers voor uw gemeente en de gemeenten binnen uw provincie. In totaal worden 6 kerncijfers

Nadere informatie

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs PROVINCIE VLAAMS-BRABANT

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs PROVINCIE VLAAMS-BRABANT BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs. 2015 PROVINCIE VLAAMS-BRABANT 1 INLEIDING Dit rapport toont u vrijblijvend enkele kerncijfers voor uw gemeente en de gemeenten binnen uw provincie. In totaal worden 6 kerncijfers

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Tielt Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Tielt Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Kortrijk Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling?

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling? Waar is uw constructie gelegen volgens het PRUP of gewestplan? Woongebied (woongebied of landelijk woongebied volgens gewestplan of BPA, zone voor kleinschalig wonen en verblijven volgens het PRUP, niet-vervallen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Oostende Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Oplaadpunten in Vlaams-Brabant

Oplaadpunten in Vlaams-Brabant Oplaadpunten in Vlaams-Brabant Naam Adres Openingsuren Verlofdagen Vilvoorde 24/7 Toekomststraat 38, 1800 Vilvoorde 08u30-12u00, 12u30-16u00 Gesloten, 14u00-18u00 08u30-12u00, 12u30-16u00 08u30-12u00,

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/146 ADVIES NR. 13/65 VAN 2 JULI 2013, GEWIJZIGD OP 5 NOVEMBER 2013 EN OP 7 OKTOBER 2014, INZAKE DE MEDEDELING

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE Arrondissement Brugge HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

DOSSIER. Ouderen in Vlaams-Brabant 2010. www.vlaamsbrabant.be/welzijn

DOSSIER. Ouderen in Vlaams-Brabant 2010. www.vlaamsbrabant.be/welzijn s t e u n p u n t so c i a l e p l a n n i n g DOSSIER Ouderen in Vlaams-Brabant 2010 www.vlaamsbrabant.be/welzijn Voorwoord Na de eerste editie van het dossier ouderen dat in 2007 verscheen willen we

Nadere informatie

BIJLAGE 6A Cluster culturele ontplooiing 1. OA

BIJLAGE 6A Cluster culturele ontplooiing 1. OA BIJLAGE 6A Cluster culturele ontplooiing 1. OA Allochtonen Allochtonen zijn één van de doelgroepen van het minderhedenbeleid. In het kader van het minderhedenbeleid wordt onder allochtonen verstaan: mensen

Nadere informatie

Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel. Steunpunt Sociale Planning

Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel. Steunpunt Sociale Planning Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel Profiel (deel)gemeenten Pendel Inhoud Verhuisbewegingen: richting Vlaams-Brabant I. II. Het profiel van de verhuizers III. Verschillen tussen (deel)gemeenten Pendel:

Nadere informatie

Flemish-Brabant, an urban network Reality Threads Opportunities

Flemish-Brabant, an urban network Reality Threads Opportunities Flemish-Brabant, an urban network Reality Threads Opportunities spatial complex of buildings and infrastructures urban networks from space spatial complex of buildings and infrastructures in other words:

Nadere informatie

Uw bedrijf in de kijker

Uw bedrijf in de kijker Uw bedrijf in de kijker Wil u de belangrijkste zakelijke contacten bereiken in Vlaams-Brabant? Kies dan voor de (media-)kanalen van Voka Kamer van Koophandel Vlaams-Brabant! Adverteer in Ondernemers Met

Nadere informatie

OVERZICHT Punt en. Vlaams-Brabant 30 Aantal erkende voorzieningen MFC en erkende punten RTH

OVERZICHT Punt en. Vlaams-Brabant 30 Aantal erkende voorzieningen MFC en erkende punten RTH SECTORALE BEOORDELING VAN MANIFESTE GEMEENTELIJKE OF REGIONALE ZORGACHTERSTAND 2019 (Sub)sector 1. Personen met een handicap 2. Kinderopvang 2.1 Kinderopvang baby s en peuters 2.2 Buitenschoolse kinderopvang

Nadere informatie

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten Vlaams-Brabant (Arrondissement Asse-Halle Halle-Vilvoorde) Analyse e van de resultaten 1. Inleiding De gestelde vragen Bent U een inwoner van Vlaams-Brabant (Asse-Halle-Vilvoorde)? (filtervraag) Waar ben

Nadere informatie

OMGEVINGSANALYSE GEETBETS DOOR OCMW GEETBETS 2013

OMGEVINGSANALYSE GEETBETS DOOR OCMW GEETBETS 2013 OMGEVINGSANALYSE GEETBETS DOOR OCMW GEETBETS 2013 INLEIDING Beste lezer, In deze publicatie kan u de omgevingsanalyse van de gemeente Geetbets vinden zoals deze opgemaakt werd door het OCMW van Geetbets.

Nadere informatie

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014) Dat onze samenleving steeds diverser wordt is een open deur intrappen. Opeenvolgende migratiestromen brachten mensen uit alle hoeken van de wereld naar Brussel: werknemers uit Italië, Spanje, Marokko,

Nadere informatie

Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag

Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag Sessies door de FOD Financiën georganiseerd in provincie Vlaams-Brabant Vergeet niet: Identiteitskaart verplicht Komt u voor iemand anders? Breng

Nadere informatie

nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland Kinderen moeten

Nadere informatie

Hoe veilig is uw gemeente?

Hoe veilig is uw gemeente? Dinsdag 0 mei 008 Hoe veilig is uw gemeente? Brusselse criminaliteit besmet rand Een analyse van de recentste criminaliteitscijfers leert snel dat Brussel de ongekroonde koning blijft van de zware misdaad.

Nadere informatie

IN 1, 2, 3... DOOR DE PROVINCIE

IN 1, 2, 3... DOOR DE PROVINCIE Kindereditie IN 1, 2, 3... DOOR DE PROVINCIE 1 DE PROVINCIE IN BEELD België telt 10 provincies. Je merkt onmiddellijk dat de provincie Vlaams-Brabant in het hart van ons land ligt. Met een oppervlakte

Nadere informatie

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Nadere informatie

1. Situering. 2. Opzet van het ontwerpbesluit

1. Situering. 2. Opzet van het ontwerpbesluit Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 12 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2010/09 datum 25 november 2010 bestemmeling Mevrouw Freya Van den Bossche,

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009 Gemeente Voeren Welkom op de startpagina van de lijke fiches minderheden! De lijke fiches minderheden bevatten een basisdatafiche, een fiche, enkele detailfiches en een fiche met demografische gegevens

Nadere informatie

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant Nummer 1 20 januari 2004 10de jaargang Inhoud Reglementen en verordeningen van de provincieraad Nr. 1 Toepassing van artikel 19 van het decreet van 22 februari

Nadere informatie

Dossier Armoede in Vlaams-Brabant

Dossier Armoede in Vlaams-Brabant steunpunt sociale planning Dossier Armoede in Vlaams-Brabant 2011 Filip De Maesschalck, Tine De Rijck en Wendy Broos Kubis www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning Voorwoord Armoede vind je, helaas, overal.

Nadere informatie

Hors plan de délestage Buiten afschakelplan Commune Gemeente. Tranche 3 Schijf 3. Tranche 1 Schijf 1. Tranche 2 Schijf 2

Hors plan de délestage Buiten afschakelplan Commune Gemeente. Tranche 3 Schijf 3. Tranche 1 Schijf 1. Tranche 2 Schijf 2 Aarschot 303 3 306 Aarschot 195 195 Gelrode 12 1 13 Langdorp 59 2 61 Rillaar 37 37 Affligem 66 7 73 Essene 25 25 Hekelgem 24 7 31 Teralfene 17 17 Asse 72 12 216 300 Asse 72 1 45 118 Bekkerzeel 4 4 Kobbegem

Nadere informatie

Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Steunpunt Sociale Planning

Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Steunpunt Sociale Planning Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant Profiel (deel)gemeenten Pendel Inhoud Verhuisbewegingen: richting Vlaams-Brabant I. Omvang en evolutie II. Het profiel van de verhuizers III.

Nadere informatie

Electorale verfransing in Vlaams-Brabant

Electorale verfransing in Vlaams-Brabant VIVES BRIEFING 2018/04 Electorale verfransing in Vlaams-Brabant Op zoek naar een verklaring op gemeentelijk niveau Gert-Jan Put KU Leuven, VIVES, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Bart Maddens

Nadere informatie

Voorstelling Dienst Ondersteuningsplan Gratis dienstverlening voor personen met een handicap

Voorstelling Dienst Ondersteuningsplan Gratis dienstverlening voor personen met een handicap Voorstelling Dienst Ondersteuningsplan Gratis dienstverlening voor personen met een handicap 11/05/2015 Onze opdracht: Procesbegeleiding om een persoon met een (vermoeden van) handicap en zijn netwerk

Nadere informatie

Centrum Particulieren Leuven

Centrum Particulieren Leuven Centrum Particulieren Leuven ZITDAGEN VOOR HET INVULLEN VAN DE BELASTINGAANGIFTE AARSCHOT Capucienenklooster Stadspark 1 3200 AARSCHOT AFFLIGEM Bellekouter Bellestraat 99 1790 AFFLIGEM ASSE Raadzaal gemeentehuis

Nadere informatie

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO) Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van (art. 26 OESO) 2/02/2010 I. Nieuwe overeenkomsten die een bepaling bevatten die voorziet in de uitwisseling van bankinlichtingen Botswana 12/05/09 03/07/09

Nadere informatie

Sociaal Wonen in Glabbeek Project De Melkroos

Sociaal Wonen in Glabbeek Project De Melkroos Sociaal Wonen in Glabbeek Project De Melkroos Een sociale woning huren U mag u altijd bij een Sociale Huisvestingsmaatschappij (SHM inschrijven om een woning te huren. Zelfs als de woningen nog niet gebouwd

Nadere informatie

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland Kinderen moeten

Nadere informatie

Interprovinciale studie Detailhandel. Rapport Provincie Vlaams-Brabant Algemeen bijlageboek -

Interprovinciale studie Detailhandel. Rapport Provincie Vlaams-Brabant Algemeen bijlageboek - Interprovinciale studie Detailhandel Rapport Provincie Vlaams-Brabant 2012-2014 - Algemeen bijlageboek - INHOUDSOPGAVE Bijlage 1: Verklarende woordenlijst 5 Bijlage 2: Provinciale fiches Vlaams-Brabant

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Sint-Pieters-Leeuw -

Omgevingsanalyse Sint-Pieters-Leeuw - Omgevingsanalyse Sint-Pieters-Leeuw - Bijlage bij het strategisch meerjarenplan 2014-2019 0 Inhoudsopgave Voorstelling van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw... 4 1. Demografie... 5 1.1. Loop van de bevolking...

Nadere informatie

Hoofdstuk. Migratie. in België

Hoofdstuk. Migratie. in België 17 Hoofdstuk 2 Migratie in België Dit hoofdstuk duikt in de migratiestatistieken van België. Zo komen niet alleen de stocks van de buitenlandse bevolking aan bod, maar ook cijfers rond de immigratie- en

Nadere informatie

gewogen gemiddelde dagprijs gemeente statuut woonzorgcentrum Alle Kamertypes eenpersoonskamer tweepersoonskamer gemeente Aarschot

gewogen gemiddelde dagprijs gemeente statuut woonzorgcentrum Alle Kamertypes eenpersoonskamer tweepersoonskamer gemeente Aarschot NULMETING MEI 2016 VOOR DE DAGPRIJZEN WOONZORGCENTRA - ALLE KAMERTYPES gewogen gemiddelde dagprijs statuut woonzorgcentrum Alle Kamertypes eenpersoonskamer tweepersoonskamer Aarschot OCMW SINT ROCHUS 53,49

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO) Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van (art. 26 OESO) 15/06/2010 I. Nieuwe overeenkomsten die een bepaling bevatten die voorziet in de uitwisseling van bankinlichtingen Barbados 08-12/02/10 11/02/10

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016 2016 Toerisme in Cijfers Tourism in Figures XL Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016 Juli 2017 AANTAL AANKOMSTEN PER MAAND, 2016 Tabel P. Table NUMBER OF ARRIVALS BY MONTH,

Nadere informatie

Chronologisch overzicht van het Provinciaal BibliotheekSysteem (PBS)

Chronologisch overzicht van het Provinciaal BibliotheekSysteem (PBS) Chronologisch overzicht van het Provinciaal BibliotheekSysteem (PBS) 2003 Redactie lastenboek 2004 februari Publicatie lastenboek 2004 maart-juni Selectie Pilootbibliotheken 2004 14 april Opening van de

Nadere informatie

Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag

Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag Uw belastingaangifte invullen? Onze experten helpen u graag Sessies door de georganiseerd in provincie Vlaams-Brabant Vergeet niet: Identiteitskaart verplicht Komt u voor iemand anders? Breng dan ook een

Nadere informatie

Kentering in de demografische dynamieken van het Brussels stadsgewest. Les dynamiques démographiques contrastées de la région urbaine bruxelloise

Kentering in de demografische dynamieken van het Brussels stadsgewest. Les dynamiques démographiques contrastées de la région urbaine bruxelloise Etienne Van Hecke Jean-Michel Decroly Lieve Vanderstraeten Kentering in de demografische dynamieken van het Brussels stadsgewest Les dynamiques démographiques contrastées de la région urbaine bruxelloise

Nadere informatie

Persbericht, 26 juli 2013

Persbericht, 26 juli 2013 Persbericht, 26 juli 2013 Verbrusseling neemt op verscheidene plaatsen dramatische proporties aan Nieuwe geboortecijfers Kind en Gezin: aandeel Nederlandstaligen in Halle-Vilvoorde blijft dalen Drie jaar

Nadere informatie

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO) Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van (art. 26 OESO) 9/06/2009 I. Nieuwe overeenkomsten die een bepaling bevatten die voorziet in de uitwisseling van bankinlichtingen Brunei 30/04/09 Nieuwe Overeenkomst.

Nadere informatie

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen Ten gevolge van de

Nadere informatie

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO) Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van (art. 26 OESO) 10/11/2009 I. Nieuwe overeenkomsten die een bepaling bevatten die voorziet in de uitwisseling van bankinlichtingen Land Botswana 03/07/09 Herziene

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2013-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2013-I nstituut voor de nationale rekeningen Statistiek buitenlandse handel Kwartaalbericht 2013- nstituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009 Gemeente Halen Welkom op de startpagina van de lijke fiches minderheden! De lijke fiches minderheden bevatten een basisdatafiche, een fiche, enkele detailfiches en een fiche met demografische gegevens

Nadere informatie

kinderopvang in kaart

kinderopvang in kaart kinderopvang in kaart Provincie Vlaams-Brabant 2010 VOORWOORD Er zijn in Vlaanderen her en der heel wat cijfers beschikbaar over kinderopvang en over factoren die de vraag naar kinderopvang beïnvloeden.

Nadere informatie

Mantelzorg en de. gemeentelijke mantelzorgpremie in Vlaams-Brabant

Mantelzorg en de. gemeentelijke mantelzorgpremie in Vlaams-Brabant Mantelzorg en de gemeentelijke mantelzorgpremie in Vlaams-Brabant Mantelzorg en de gemeentelijke mantelzorgpremie in Vlaams-Brabant Ons Zorgnetwerk Remylaan 4B, 3018 Wijgmaal 016-24 49 49 onszorgnetwerk@kvlv.be

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2014-II

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2014-II nstituut voor de nationale rekeningen Statistiek buitenlandse handel Kwartaalbericht 2014- nstituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Verzopen weekend krijgt niet klein

Verzopen weekend krijgt niet klein CAMPAGNE 2010 Verzopen weekend krijgt 11.11.11 niet klein In 2010 stond onze werking in het teken van de Millenniumdoelstellingen. Vijf jaar vóór de datum waarop de MDG s gehaald moeten worden, wilden

Nadere informatie

SBI-indeling, omzetniveau en internationale handel in goederen van de leden van de FME en aangesloten brancheverenigingen

SBI-indeling, omzetniveau en internationale handel in goederen van de leden van de FME en aangesloten brancheverenigingen SBI-indeling, omzetniveau en internationale handel in goederen van de leden van de FME en aangesloten brancheverenigingen CBS April 2019 Inhoud Werkblad Inhoud Toelichting Toelichting bij de tabellen Tabel

Nadere informatie

Betrokkene gemeente. Galmaarden 1570 Galmaarden Tollembeek Vollezele Totaal kantoor:

Betrokkene gemeente. Galmaarden 1570 Galmaarden Tollembeek Vollezele Totaal kantoor: UKA Uitreikingskantoor Postcode Gemeente Betrokkene gemeente Aantal particuliere brievenbussen (update mei 25) Totaal bussen (met en zonder sticker) Totaal bussen zonder sticker Aantal betrokken brievenbussen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Bestaand artikel: Artikel 7 : STATUUT VAN HET AANDEEL TE PLAATSEN KAPITAAL

Bestaand artikel: Artikel 7 : STATUUT VAN HET AANDEEL TE PLAATSEN KAPITAAL Bestaand artikel: Artikel 7 : STATUUT VAN HET AANDEEL TE PLAATSEN KAPITAAL Er worden vier reeksen aandelen uitgegeven : Reeks A : toegekend aan de gemeenten : het bedrag van het kapitaal dat door de gemeenten

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Nederland 0,10 0,10. Internationaal 0,10 0,10. Alarmnummer 112 Gratis Gratis

Nederland 0,10 0,10. Internationaal 0,10 0,10. Alarmnummer 112 Gratis Gratis Tarievenkaart Starttarieven Doel Incl. btw Mobiel Nederland 0,10 0,10 Internationaal 0,10 0,10 Tarieven bellen binnen Nederland tarieven in euro/ minuut (doorberekend per hele minuut) Bestemming Incl.

Nadere informatie

Tarieven Internationale registratie (Benelux basis) 2016

Tarieven Internationale registratie (Benelux basis) 2016 Tarieven Internationale registratie (Benelux basis) 2016 Nieuwe aanvrage tot registratie officiële taksen in totale kosten in * basisbedrag t/m 3 klassen 755 1055 toeslag merk in kleur 250 275 Vernieuwing

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in juni 2014 De arbeidsmarkt in juni 2014 Datum: 17 juli 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in december 2014 De arbeidsmarkt in december 2014 Datum: 14 januari 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche december 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016 De arbeidsmarkt in januari 2016 Datum: 12 februari 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016 De arbeidsmarkt in maart 2016 Datum: 11 april 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016 De arbeidsmarkt in mei 2016 Datum: 17 juni 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in oktober 2016 De arbeidsmarkt in oktober 2016 Datum: 9 november 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (! Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen 2016 Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!) cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen, april 2017 1 ALGEMEEN OOST-

Nadere informatie

JAAROVERZICHT 2010 gedetailleerd per Categorie, Regio en Land Bron: CBS

JAAROVERZICHT 2010 gedetailleerd per Categorie, Regio en Land Bron: CBS Hout en Plaatmateriaal JAAROVERZICHT gedetailleerd per Categorie, Regio en Land Bron: CBS 1 van 22 08/15/2011 Hout Nederland - Index en Samenvatting Per Categorie (genummerd) zijn de gegevens uitgesplitst

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016 De arbeidsmarkt in augustus 2016 Datum: 8 september 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in mei 2014 De arbeidsmarkt in mei 2014 Datum: 13 juni 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016 De arbeidsmarkt in februari 2016 Datum: 16 maart 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

GROENE ZORG IN VLAAMS- BRABANT

GROENE ZORG IN VLAAMS- BRABANT GROENE ZORG IN VLAAMS- BRABANT COLOFON Verantwoordelijke uitgever: Provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven Wettelijk depot: D/2018/8495/33 Redactie: Steunpunt Groene Zorg, dienst landbouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in augustus 2014 De arbeidsmarkt in augustus 2014 Datum: 17 september 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

DOSSIER. Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel STEUNPUNT SOCIALE PLANNING. www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning

DOSSIER. Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel STEUNPUNT SOCIALE PLANNING. www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning STEUNPUNT SOCIALE PLANNING DOSSIER Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel Filip De Maesschalck, Tine De Rijck en Vicky Heylen www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning Voorwoord In eerdere dossiers van het

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in maart 2017 De arbeidsmarkt in maart 2017 Datum: 12 april 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie