Onderzoeksrapport Impliciete kennis : De blik naar buiten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksrapport Impliciete kennis : De blik naar buiten"

Transcriptie

1 Project Een stap naar voren - fase 1 preventief en omgevingsgericht werken vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin Onderzoeksrapport Impliciete kennis : De blik naar buiten Drs. Charlotte Wekker Juli 2013

2 De blik naar buiten en onderzoek naar de kennis, belemmeringen en dilemma s van frontliniewerkers van CJG Oosterpark en CJG Zuid Groningen bij het omgevingsgericht en preventief werken. Drs. Charlotte Wekker In samenwerking met de studenten: Nora Spaans, Lianne Dijkstra, Lowie Tiemersma, Petra Bolijn, Stefanie Berkman en Janine Haarman. Hanzehogeschool Groningen, Lectoraat Integraal Jeugdbeleid In opdracht van het project 'Een stap naar voren' Groningen, juli 2013 Impliciete kennis: De blik naar buiten 1

3 De blik naar buiten Lectoraat Integraal Jeugdbeleid Hanzehogeschool Groningen Impliciete kennis: De blik naar buiten 2

4 Voorwoord In september 2012 ben ik samen met zes intelligente, hardwerkende studenten gestart met het deelproject `ophalen van impliciete kennis bij professionals van de CJG s. We hebben er met z n zevenen met veel plezier aan gewerkt. Het was een genoegen studenten te begeleiden die zo pro-actief waren en meedachten in het design en de instrumenten van het onderzoek. Lowie, Petra, Lianne, Nora, Janine en Stefanie, bedankt voor jullie inzet en mooie scripties. Dit eindrapport is erop gebaseerd. De Centra voor Jeugd en Gezin van de Oosterpark en Zuid, beiden te Groningen, zijn bijzonder gastvrij geweest en hebben de studenten en mij een kijkje in de keuken gegeven. Ik bedank de professionals en de buurtbewoners voor het geschonken vertrouwen. Carin Alink en Aletta van den Berg hebben veel werk verzet in het mogelijk maken van de eerste fase van het deelproject. Dank voor de weg die jullie geplaveid hebben. Met vriendelijke groet, Charlotte Wekker Impliciete kennis: De blik naar buiten 3

5 Samenvatting Dit onderzoek is in samenwerking met het lectoraat Integraal jeugdbeleid uitgevoerd binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Oosterpark en Zuid. Het onderwerp is het ophalen van impliciete/expliciete kennis en belemmeringen/dilemma s bij frontliniewerkers als het gaat om omgevingsgericht en preventief werken. De aanleiding van dit onderzoek is dat de implementatie van deze manier van werken moeizaam verloopt. Frontliniewerkers hebben behoefte aan kennis en handvatten rondom omgevingsgericht en preventief werken. Het doel van dit onderzoek is om de implementatie hiervan beter te laten verlopen. Hierbij is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Welke handvatten kunnen frontliniewerkers binnen het CJG gebruiken om omgevingsgericht en preventief te kunnen werken? Allereerst hebben de onderzoekers een uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd, waarin onder andere een operationalisatie van de begrippen omgevingsgericht en preventief te vinden is. Dit vormt de basis van het observatie- en interviewinstrument. Binnen de observaties is geobserveerd hoe de frontliniewerkers omgevingsgericht en preventief werken en welke belemmeringen/dilemma s zij daarin tegenkomen. Aan de hand van deze observaties zijn er interviews uitgevoerd met de geobserveerde frontliniewerkers, waarin de bevindingen van de observaties verder uitgediept zijn. Als laatste is de definitie van omgevingsgericht en preventief werken en zijn de bijkomende belemmeringen/dilemma s besproken in een focusgroep met frontliniewerkers. Uit al deze gegevens kan geconcludeerd worden dat de meeste belemmeringen en dilemma s van frontliniewerkers over tijdsgebrek en het aansluiten bij en in hun waarde laten van buurtbewoners gaan. Daarnaast willen zij graag interdisciplinair werken, maar ook hun eigen specialisme behouden. Ook blijkt dat frontliniewerkers vanwege hun beroepsgeheim moeilijk kunnen bepalen welke informatie zij wel of niet kunnen verstrekken aan andere organisaties en het sociale netwerk. De laagdrempeligheid van het CJG wordt verminderd doordat het consultatiebureau op een aparte locatie gevestigd is en er aangebeld moet worden bij het CJG. Als laatste blijkt het samenwerken binnen het CJG soms lastig te gaan, omdat het team relatief jong is. Verder kan er geconcludeerd worden dat wat betreft het signaleren van risicosituaties en ingrijpen waar nodig, en het aansluiten bij de leefsituatie, leefstijl en leefomgeving van de buurtbewoner, frontliniewerkers veel impliciete en expliciete kennis bezitten. Zij doen echter (nog) weinig met het netwerk van de buurtbewoner. Daarnaast werken zij minder omgevingsgericht en preventief wanneer het goed gaat met een buurtbewoner. Ter beantwoording van de hoofdvraag is een lijst met handvatten opgesteld waarin beschreven staat hoe je omgevingsgericht en preventief zou kunnen werken. Hierin staan zaken beschreven zoals gespreksvaardigheden, gebruik van humor en het stellen van bepaalde typen vragen. De aanbevelingen van dit onderzoek gaan voornamelijk over hoe de organisatie ervoor kan zorgen dat de opgestelde handvattenlijst effectief toegepast kan worden. Daarnaast wordt frontliniewerkers geadviseerd om meer te doen met het activeren van het sociale netwerk. Ook wordt teambuilding aanbevolen. Al met al zal het uitvoeren van deze aanbevelingen het omgevingsgericht en preventief werken bevorderen. Impliciete kennis: De blik naar buiten 4

6 Inhoudsopgave H1 Inleiding Context Situatie- en probleemanalyse Doelstelling Onderzoeksvraag Vooruitblik op het rapport 10 H2 Een schets van omgevingsgericht en preventief werken Het sociaal werk in ontwikkeling Trends en geschiedenis in de hulpverlening Wet maatschappelijke ondersteuning Welzijn Nieuwe Stijl Nieuwe eisen aan sociaal werk Omgevingsgericht en preventief werken Omgevingsgericht werken Preventief werken Een nieuwe definitie Frontliniewerkers Het Centrum voor jeugd en Gezin Oorsprong Het CJG Oosterpark Impliciete en expliciete kennis Het ijsbergmodel Conclusie 20 H3 Methode Typering onderzoek Onderzoekseenheden Onderzoeksinstrumenten Observaties Interviews Focusgroep Procedure gegevensverzameling Observaties Interviews Focusgroep 25 Impliciete kennis: De blik naar buiten 5

7 3.5 Analyseplan Algemene analyse Observaties Interviews Focusgroep 26 H4 Resultaten Categorie 1: leefsituatie, leefstijl en leefomgeving Categorie 2: sociale cohesie Categorie 3: sociaal netwerk Categorie 4: risicosituaties 60 H5 Conclusie, discussie en aanbevelingen 5.1 Conclusie Deelvraag Deelvraag Hoofdvraag Discussie Validiteit Betrouwbaarheid Terugkoppeling doel onderzoek Definitie omgevingsgericht en preventief werken Literatuuronderzoek Aanbevelingen Toepassing handvattenlijst Werken met het sociale netwerk Teambuilding en locatie CJG Vervolgonderzoek 40 Impliciete kennis: De blik naar buiten 6

8 Bronnenlijst 41 Bijlagen 44 Bijlage 1: Begrippenlijst 44 Bijlage 2: Randvoorwaarden CJG 46 Bijlage 3: Observatie-instrument 48 Bijlage 4: Interviewinstrument 54 Bijlage 5: Agenda focusgroep 58 Impliciete kennis: De blik naar buiten 7

9 H1: Inleiding In dit hoofdstuk is de opdrachtformulering van dit onderzoek te lezen. Dit onderzoek is in opdracht van het lectoraat Integraal Jeugdbeleid uitgevoerd, binnen twee Centra voor Jeugd en Gezin, hierna afgekort als CJG, in de stad Groningen. Hieronder zal eerst een beschrijving van het lectoraat Integraal Jeugdbeleid en het CJG gegeven worden, waarna een situatie- en probleemanalyse beschreven wordt. Vervolgens is te lezen wat de doelstelling en de onderzoeksvraag van dit onderzoek zijn. Dit hoofdstuk sluit af met een vooruitblik op de rest van dit rapport. 1.1 Context Het lectoraat Integraal Jeugdbeleid is onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen en heeft als doel om door middel van praktijkgericht onderzoek en innovatieve projecten bij te dragen aan het opgroeien van kinderen in de noordelijke regio ( Welkom bij het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid, z.j.). Dit onderzoek is uitgevoerd binnen twee CJG s in de gemeente Groningen, op de locatie Oosterpark en Zuid. Het CJG biedt laagdrempelige hulp rondom gezondheid, opgroeien en opvoeden aan alle ouders en hun kinderen tussen -9 maanden en 23 jaar ( Visie, z.j.). Een gemeente mag de naam CJG gebruiken als deze voldoet aan de volgende vier functies (Van Woudenberg, 2009): 1. Uitvoering van de integrale jeugdgezondheidszorg door middel van consultatiebureaus en schoolgezondheidszorg. 2. Uitvoering van vijf WMO functies; informatie & advies, signalering, toeleiding naar hulp, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg. 3. Schakelfunctie met Bureau Jeugdzorg. 4. Schakelfunctie met zorg- en adviesteams van scholen. 1.2 Situatie- en probleemanalyse Sinds januari 2011 is het programma Welzijn Nieuwe Stijl gestart, wat voortkomt uit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Voor de CJG s in de gemeente Groningen betekent dit dat frontliniewerkers, professionals met direct cliëntcontact, omgevingsgericht en preventief zijn gaan werken. Onder omgevingsgericht werken wordt het mobiliseren en versterken van de directe sociale omgeving van ouders verstaan. Preventief werken is gericht op het vergroten van pedagogische bekwaamheid van ouders om zo problemen te verminderen en te voorkomen (Doornenbal & Hennink, 2012). Deze manier van werken is tegenwoordig belangrijk omdat de sociale steun vanuit de omgeving verminderd is. Dit terwijl sociale steun een krachtig en preventief werkend middel blijkt te zijn bij de opvoeding van jonge kinderen (De Roos et al., 2003). Impliciete kennis: De blik naar buiten 8

10 Uit de praktijk blijkt echter dat de implementatie van omgevingsgericht en preventief werken lastig is. Dit heeft deels te maken met de gevraagde omschakeling in de manier van werken van frontliniewerkers, die voorheen vrij reactief en aanbodsgericht was. Daarnaast komt uit de projectbeschrijving van een stap naar voren, opgesteld door het lectoraat integraal jeugdbeleid, naar voren dat frontliniewerkers handelingsverlegenheid ervaren, omdat zij de omgevingsgerichte en preventieve manier van werken niet tijdens hun opleiding hebben geleerd (Doornenbal & Hennink, 2012). Ook is het voor frontliniewerkers niet helder welke kennis, houding en vaardigheden zij nodig hebben voor het omgevingsgericht en preventief werken. Hierdoor is dit voor hen lastig toepasbaar. De frontliniewerkers die wel goed zijn in deze vorm van werken, zijn zich onvoldoende bewust van de kennis, houding en vaardigheden die zij hierbij gebruiken. Zij maken hierbij niet alleen gebruik van expliciete kennis, maar vooral van hun impliciete kennis (Doornenbal & Hennink, 2012). Impliciete kennis is kennis die niet vastgelegd is en voortkomt uit iemands gevoel en intuïtie. Deze kennis is hierom lastig overdraagbaar naar collega s. Expliciete kennis is kennis die vastgelegd en persoonsonafhankelijk is. Deze kennis is gemakkelijk overdraagbaar (Bertrams, 1999; Dijkstra & Van Dartel, 2011; Lemmens & Nijssen, z.j.). Het blijkt dat frontliniewerkers behoefte hebben aan kennis en handvatten rondom omgevingsgericht en preventief werken (Doornenbal & Hennink, 2012). Daarnaast heeft het management last van deze moeizame implementatie omdat zij verantwoordelijk zijn voor deze omschakeling. Uiteindelijk blijft het de taak van het management om aan deze opdracht te voldoen en zullen zij het als last ervaren wanneer dit niet gerealiseerd wordt (Doornenbal & Hennink, 2012). Binnen dit onderzoek wordt hier niet nader op ingegaan. In het kader wat hierboven wordt beschreven heeft het lectoraat Integraal Jeugdbeleid, samen met een aantal CJG s in de gemeente Groningen, het raakpubliek project een stap naar voren: omgevingsgericht en preventief werken vanuit het CJG opgezet. Dit project richt zich op kennis en ervaring over omgevingsgericht en preventief werken en is opgedeeld in drie deelprojecten, waarvan één deelproject als titel impliciete kennis ophalen heeft. Binnen dit deelproject staat de impliciete en expliciete kennis van frontliniewerkers op het gebied van omgevingsgericht en preventief werken centraal. Zodra impliciete kennis genoteerd en besproken wordt verandert deze in expliciete kennis en is deze over te dragen. Dit zal de implementatie van het omgevingsgericht en preventief werken vergemakkelijken. Dit onderzoek is in het kader van dit deelproject uitgevoerd (Doornenbal & Hennink, 2012). 1.3 Doelstelling Het doel van het raakpubliek project een stap naar voren is om voor frontliniewerkers gereedschap te ontwikkelen voor het omgevingsgericht en preventief werken met ouders in de wijk. Het doel van dit onderzoek, welke het deelproject impliciete kennis ophalen omvat, is om de implementatie van omgevingsgericht en preventief werken beter te laten verlopen. Welke impliciete en expliciete kennis hebben frontliniewerkers als het gaat om omgevingsgericht en preventief werken. Daarnaast zijn de belemmeringen en dilemma s waar zij tegenaan lopen in Impliciete kennis: De blik naar buiten 9

11 kaart gebracht. Doordat dit in kaart is gebracht kan de expliciet gemaakte kennis overgegeven worden naar collega frontliniewerkers, wat hen handvatten zal bieden (Doornenbal & Hennink, 2012). Het eindresultaat van dit onderzoek geeft een overzicht van de impliciete en expliciete kennis en belemmeringen/dilemma s van frontliniewerkers weer, op het gebied van omgevingsgericht en preventief werken, binnen het CJG Oosterpark en Zuid. Dit resultaat heeft geleid tot een handvattenlijst waarin beschreven staat hoe frontliniewerkers omgevingsgericht en preventief kunnen werken (Doornenbal & Hennink, 2012). 1.4 Onderzoeksvraag Dit onderzoek omvat het deelproject impliciete kennis ophalen, vormgegeven door het lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Hieronder volgt de hoofdvraag van dit onderzoek. Hoofdvraag: Welke handvatten kunnen frontliniewerkers binnen het CJG gebruiken om omgevingsgericht en preventief te kunnen werken? Deelvragen 1. Welke belemmeringen en dilemma s ondervinden frontliniewerkers bij het omgevingsgericht en preventief werken? 2. Welke impliciete en expliciete kennis hebben frontliniewerkers als het gaat om omgevingsgericht en preventief werken? De onderzoekers hebben een aantal begrippen, die van belang zijn voor dit onderzoek, geoperationaliseerd. Deze zijn terug te vinden in bijlage Vooruitblik op het rapport Naast deze inleiding zal er binnen dit onderzoeksrapport worden ingegaan op de literatuur, methode, resultaten, conclusie, discussie en aanbevelingen. Binnen het literatuuronderzoek, hoofdstuk 2, zal de ontwikkeling binnen het sociaal werk, die samenhangt met de Wet maatschappelijke ondersteuning en Welzijn Nieuwe Stijl, uitgediept worden. Daarnaast wordt er ingegaan op het concept van het CJG en worden de begrippen omgevingsgericht en preventief werken, frontliniewerkers en impliciete/expliciete kennis nader geoperationaliseerd. In hoofdstuk 3 wordt de onderzoeksmethode verder beschreven aan de hand van de typering van het onderzoek, de eenheden die onderzocht worden, de onderzoeksinstrumenten, de procedure van de gegevensverzameling en de manier waarop de gegevens geanalyseerd zullen worden. De resultaten van dit onderzoek zijn te vinden in hoofdstuk 4, daarin worden de resultaten van de observaties, interviews en de focusgroep weergegeven. De resultaten zijn erg Impliciete kennis: De blik naar buiten 10

12 uitgebreid en concreet weergegeven omdat aangenomen wordt dat de verwoording van de concrete, alledaagse dingen, professionals kan ondersteunen in hun leerproces. Als laatste wordt er in hoofdstuk 5 ingegaan op drie onderdelen. Ten eerste zal in de conclusie antwoord gegeven worden op de hoofd- en deelvragen. Ten tweede wordt in de discussie een kritische beschouwing op dit onderzoek gegeven en als laatste worden er aanbevelingen voor het CJG gegeven. In de bijlagen zijn een begrippenlijst, de randvoorwaarden voor het CJG, de onderzoeksinstrumenten en de handvattenlijst voor frontliniewerkers van het CJG te vinden. Impliciete kennis: De blik naar buiten 11

13 2: Het theoretisch kader rondom omgevingsgericht en preventief werken Het doel van dit literatuuronderzoek is om een dieper theoretisch kader neer te zetten, welke een basis biedt voor het uitvoeren en begrijpen van dit onderzoek. Dit literatuuronderzoek bestaat uit zeven subhoofdstukken. Het eerste subhoofdstuk richt zich op ontwikkelingen binnen het sociaal werk, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning en Welzijn Nieuwe Stijl. Ook wordt er ingegaan op de nieuwe eisen die hierdoor aan het sociaal werk worden gesteld. Mede door deze beschrijving is de oprichting van het Centrum voor Jeugd en Gezin te begrijpen. In subhoofdstuk 2 zal de definitie van het omgevingsgericht en preventief werken welke op dit moment wordt toegepast uiteengezet worden. Daarnaast wordt er een nieuwe definitie beschreven welke aangehouden zal worden binnen dit onderzoek. Binnen subhoofdstuk 3 wordt het begrip frontliniewerkers uiteengezet, omdat dit onderzoek onder hen gehouden wordt. Nadat de ontwikkelingen binnen het sociaal werk en deze belangrijke begrippen beschreven zijn, wordt er binnen subhoofdstuk 4 ingegaan op het concept van het CJG. Eerst wordt de oorsprong van het CJG besproken, waarna ingegaan wordt op de CJG s Oosterpark en Zuid. Hierna worden in subhoofdstuk 5 de begrippen impliciete en expliciete kennis geoperationaliseerd, met als doel om het onderzoek beter te kunnen begrijpen en als voorbereiding op de observaties. Verder wordt in subhoofdstuk 6 het ijsbergmodel besproken, welke een basis vormt voor het interviewinstrument. Dit literatuurhoofdstuk sluit af met subhoofdstuk 7, de conclusie, waarin een link gelegd wordt tussen de beschreven literatuur en de meerwaarde hiervan voor dit onderzoek. 2.1 Het sociaal werk in ontwikkeling In dit eerste subhoofdstuk zullen verschillende ontwikkelingen binnen het sociaal werk besproken worden. Hiermee wordt gestart door een beschrijving van de geschiedenis en verschillende trends binnen het sociaal werk. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de Wet maatschappelijke ondersteuning, ook wel Wmo genoemd, welke een grote verandering binnen het sociaal werk heeft voortgebracht. Als laatste wordt de ontwikkeling van Welzijn Nieuwe Stijl besproken, welke is begonnen als stimuleringsprogramma, maar tegenwoordig binnen veel organisaties wordt gezien als een stijl van werken die nauw verbonden is met de uitgangspunten van de Wmo Trends en geschiedenis in het sociaal werk Na de Tweede Wereldoorlog werd de rol van de overheid uitgebreid door middel van de invoering van nieuwe wetten, gericht op het verzekeren van een sociaal minimum. Het gevolg hiervan was dat burgers minder zelfredzaam werden (Metz, 2011). In de jaren 50 en 60 besloot de overheid om hiernaast ook een welzijnsgarantie te bieden aan individuen. Hiermee was de verzorgingsstaat geboren. Eén van die nieuwe invoeringen was de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), welke net als andere nieuwe wetten pasten binnen de trend van individualisering. Tegelijkertijd maakten deze wetten de individualisering mogelijk. Daarnaast groeide het Impliciete kennis: De blik naar buiten 12

14 welzijnswerk in deze tijd explosief, wat inhield dat geschoolde professionals het werk van vrijwilligers overnamen (Jager-Vreugendenhil, 2012; Metz, 2011). Eind jaren 60 en begin jaren 70 kwam er steeds meer kritiek op de verzorgingsstaat. Het hulpverleningsaanbod raakte steeds meer versnipperd en werd daardoor minder toegankelijk. Tegelijkertijd stegen de kosten voor de verzorgingsstaat en was er kritiek op de groeiende invloed van de overheid op verschillende levensterreinen. Door de invloed van de overheid werd de sociale zorg vanuit het sociale netwerk vervangen door publieke voorzieningen (Jager-Vreugendenhil, 2012; Metz, 2011). Als oplossing voor die kritieken werd in de jaren 80 door minister Brinkman het principe van vraagsturing ingevoerd in zorg en welzijnsinstellingen. Dat hield in dat organisaties steeds efficiënter en doelmatiger moesten gaan werken. Ook deed minister Brinkman een beroep op burgers om voor zorg en welzijn hulp vanuit hun eigen omgeving te zoeken, in plaats vanuit de overheid. In diezelfde tijd werd ook de vermaatschappelijking van de zorg gelanceerd, wat inhoudt dat elke burger meedoet in de samenleving (Jager-Vreugendenhil, 2012; Bijlsma & Janssen, 2008; Van der Linde, 2010). Daarnaast werd in 1987 de Welzijnswet ingevoerd die de gemeenten vrij liet om welzijnswerk zelf in te vullen. Dit was de start van de decentralisatie in de zorg (Sprinkhuizen & Scholte, 2012; Dijstelbloem et al, 2004). In de jaren 90 bleven de kosten voor de verzorgingstaat stijgen. Door de vergrijzing nam en neemt het zorggebruik toe. Daarnaast stijgen de kosten voor de geboden zorg. Als reactie hierop heeft de overheid onder andere de voorzieningen voor mensen met een beperking gedecentraliseerd en geherstructureerd (Jager-Vreugendenhil, 2012; Metz, 2011). De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning kan worden gezien als een logisch vervolg op bovenstaande trends van decentralisatie, vermaatschappelijking en individualisering. Hieronder wordt deze wet beschreven omdat deze de aanzet gaf voor het omgevingsgericht en preventief werken binnen het sociaal werk. Binnen de komende paragraaf zal ingegaan worden op wat de Wmo precies inhoudt, welk doel het heeft en wat de gevolgen zijn voor de burgers Wet maatschappelijke ondersteuning Op 1 januari 2007 is de Wmo ingevoerd. Door deze invoering zette de trend van decentralisatie nog verder door, gemeentes kregen nu ook de verantwoordelijkheid over voorheen gecentraliseerde voorzieningen (Jager-Vreugendenhil, 2012). Er wordt per gemeente zelf bepaald hoe de Wmo ingevuld wordt, zodat dit afgestemd kan worden op de wensen en behoeftes van inwoners. Gemeentes dienen zich wel te houden aan de doelstellingen en randvoorwaarden die vanuit de Wmo gesteld zijn (Hoenderkamp, 2007). Het doel van de Wmo is meedoen. Dit houdt in dat iedere burger kan participeren in de samenleving en zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. Al dan niet met hulp van vrienden, familie of vrijwilligers. Daarom wordt de Wmo ook wel de participatiewet genoemd (De Waal et al, 2008). In eerste instantie is iedereen verantwoordelijk voor zichzelf en zijn familie, het uitgangspunt van de Wmo. Daarin wil de Wmo weer terug naar de sterke sociale verbanden uit het begin van de 20 e eeuw waarin burenzorg en mantelzorg een vanzelfsprekendheid was (Sijtema, 2008). Pas als mensen er niet uitkomen met hun omgeving kan de gemeente maatschappelijke ondersteuning bieden. Maatschappelijke ondersteuning houdt in, activiteiten die het mogelijk maken voor mensen om mee te kunnen doen in de Impliciete kennis: De blik naar buiten 13

15 samenleving, bijvoorbeeld opvoedondersteuning of huishoudelijke hulp (De Waal et al, 2008). De Wmo verdeelt het beleid in negen prestatievelden. De gemeente moet beleid ontwikkelen die aansluit bij deze negen prestatievelden. Deze negen prestatievelden hebben betrekking op het bevorderen van de sociale samenhang, preventief werken, het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers, bevordering van deelname aan het maatschappelijk verkeer, het bieden van maatschappelijke opvang en de bevordering van openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid (Sprinkhuizen & Scholte, 2012) Welzijn Nieuwe Stijl Na een evaluatie van vier jaar Wmo blijkt dat er op sommige gebieden nog verbetering te halen is. Vooral de kwaliteit en professionaliteit van het welzijnswerk en de relatie tussen gemeenten en welzijnsinstellingen kunnen nog een stimulans gebruiken. Om deze stimulans te bewerkstelligen is in september 2010 door onder andere het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl gestart ( De schatten van Welzijn Nieuwe Stijl, 2012; Welzijn Nieuwe Stijl, 2010). Het accent van Welzijn Nieuwe Stijl ligt op het implementeren en verspreiden van bestaande kennis. Het stimuleringsprogramma biedt zowel een algemeen ondersteuningsaanbod, als individuele adviestrajecten voor gemeenten en welzijnsinstellingen. Er worden handvatten en concrete hulp aangeboden bij het ontwerpen en uitvoeren van een implementatieplan ( Welzijn Nieuwe Stijl, 2010). De ontwikkeling Welzijn Nieuwe Stijl gaat uit van de volgende acht bakens, die aangeven wat werken volgens deze trend inhoudt ( De schatten van Welzijn Nieuwe Stijl, 2012): 1. Gericht op de vraag achter de vraag 2. Gebaseerd op de eigen kracht van de burger 3. Direct eropaf 4. Formeel en informeel in optimale verhouding 5. Doordachte balans van collectief en individueel 6. Integraal werken 7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht 8. Gebaseerd op ruimte voor de professional Uit welzijnsland komen verschillende reacties op de invoering van Welzijn Nieuwe Stijl. Zo geven Van den Born en Lourens (2011) aan dat ze al jaren outreachend werken, het netwerk betrekken en cliënten in hun eigen kracht zetten. Ook Sprinkhuizen en Scholte (2012) geven aan dat Welzijn Nieuwe Stijl teruggaat naar de basis van het maatschappelijk werk en zijn positief over deze manier van werken. Daarnaast is er ook kritiek. Jager-Vreugenhil (2012) is sceptisch over het idee dat een verandering in het overheidsbeleid kan leiden tot veranderingen in sociale verbanden. Ook De Vries (2011) denkt dat er te gemakkelijk vanuit wordt gegaan dat psychosociale problemen voortaan binnen sociale structuren opgelost kunnen worden. Hij geeft aan dat er weinig vrijwilligers werkzaam zijn binnen gezinnen met complexe problematieken en dat dergelijke begeleiding veel vaardigheden en professionele begeleiding van Impliciete kennis: De blik naar buiten 14

16 vrijwilligers vraagt. Al deze veranderingen binnen het sociaal werk hebben gevolgen voor de professionals die hierbinnen werkzaam zijn. Er worden andere eisen aan de professionals gesteld, welke hieronder worden toegelicht Nieuwe eisen aan sociaal werk Sociale professionals hebben de laatste jaren heel wat veranderingen voor de kiezen gekregen, wat inhoudt dat ze anders moeten gaan werken en denken. Met de wisseling van een verzorgingsstaat naar een participatiestaat is het sociaal werk in een sleutelpositie gedirigeerd. Er wordt namelijk van sociale professionals verwacht dat zij zich tegenwoordig richten op activering en ondersteuning bij het zelf doen van cliënten (Sprinkhuizen & Scholte, 2012). De laatste jaren staat professionalisering van de sociale sector ook hoog op de agenda. Professionals zouden niet goed in staat zijn om zich aan te passen en in te spelen op veranderingen en ontwikkelingen binnen de sociale sector. Dat heeft volgens Van Vliet (2009) niet alleen te maken met een gebrek aan competenties maar ook met een gebrek aan kennis. Binnen dit onderzoek wordt een onderscheid gemaakt tussen expliciete kennis en impliciete kennis. Wat deze twee begrippen precies inhouden wordt in subhoofdstuk 2.5 uitgelegd. De consequenties van al die veranderingen voor de professionals zijn dat ze vraaggericht moeten gaan werken, maar tegelijkertijd ook problemen moeten kunnen signaleren en handelend moeten optreden. Er wordt van professionals gevraagd dat ze omgevingsgericht en preventief gaan werken (Van Vliet, 2009; De Waal et al, 2008). Er bestaan verschillende definities over wat die begrippen inhouden. Hieronder zal uiteen gezet worden welke definitie er binnen dit onderzoek aangehouden wordt. 2.2 Omgevingsgericht en preventief werken Het Centrum voor Jeugd en Gezin is mede opgericht met als doel om omgevingsgericht en preventief te werken. Dit blijkt in de praktijk echter niet altijd een even gemakkelijke opgave (Doornenbal & Hennink, 2012). Er blijkt geen eenduidige definitie te bestaan van preventief en omgevingsgericht werken. Verschillende bronnen beschrijven verschillende definities, die hieronder uiteengezet worden. Eerst zal er ingegaan worden op de definitie van omgevingsgericht werken, daarna op de definitie van preventief werken en als laatste wordt er aandacht besteed aan een nieuwe definitie van zowel omgevingsgericht als preventief werken, opgesteld door het lectoraat Integraal Jeugdbeleid in samenwerking met de onderzoekers van dit onderzoek Omgevingsgericht werken Doornenbal & Hennink (2012) hebben in de projectbeschrijving Een stap naar voren: preventief en omgevingsgericht werken vanuit het CJG, al een definitie van omgevingsgericht werken beschreven: Het handelen van frontliniewerkers is gericht op het mobiliseren en versterken van de directe sociale omgeving en het versterken van de onderlinge pedagogische steun tussen ouders. Impliciete kennis: De blik naar buiten 15

17 Ook van Vliet (2009) benoemt in haar beschrijving van omgevingsgericht werken dat professionals onder andere dienen te kijken naar het sociale netwerk van de cliënt, of het ontbreken hiervan. Daarnaast beschrijft zij dat professionals die omgevingsgericht werken dienen te voldoen aan de volgende punten: - Zij kennen de behoeften van hun doelgroep. - Zij dragen bij aan een probleemoplossing, vanuit de leefsituatie, leefstijl en leefomgeving van mensen. - Zij dienen oog te hebben voor interactiepatronen binnen een gezin of buurt. - Zij werken outreachend, wat inhoudt dat de professional aanwezig is onder kwetsbare groepen en in achterstandsbuurten, gevoelig is voor wat hier speelt en zowel gevraagd als ongevraagd diensten aanbiedt. - Zij kunnen bemoeizorg bieden en verantwoorden. Wanneer de bovenstaande definities vergeleken worden kan geconcludeerd worden dat omgevingsgericht werken in ieder geval gericht is op het sociale netwerk van de cliënt, en het in kaart brengen en optimaliseren van het buurtklimaat waarin de professional actief is. Doornenbal & Hennink (2012) noemen binnen deze definitie ook specifiek het versterken van onderlinge pedagogische steun tussen ouders, terwijl de Vliet (2009) juist de nadruk legt op het zoeken naar een probleemoplossing vanuit de leefwereld van cliënten, outreachend werken en bemoeizorg Preventief werken Naast een definitie van omgevingsgericht werken, hebben Doornenbal & Hennink (2012) ook preventief werken gedefinieerd: Het handelen van frontliniewerkers in het CJG is gericht op het bevorderen van de pedagogische bekwaamheden van ouders. Door het preventief werken vergroten zij de handelingsbekwaamheid van ouders waarmee problemen worden verminderd en voorkomen. De ondersteuning vertrekt vanuit de vraag van ouders. Ook Sprinkhuizen en Scholte (2012) beschrijven de preventieve insteek van het CJG. Zij beschrijven dat deze insteek gerealiseerd wordt door het aanbod van opvoed- en opgroeiondersteuning laagdrempeliger en toegankelijker te maken. Hier draagt het CJG aan bij. Daarnaast benoemen zij dat outreachend werken (ook wel vindplaatsgericht werken) ook valt onder het preventief werken. In tegenstelling tot de hierboven genoemde bronnen beschrijven de Roos, van Dinther en Terpstra (2003) een meer algemene definitie van preventie. Deze houdt in dat de professionals ernstige problemen, of verergering hiervan, voorkomen door middel van doelgerichte en georganiseerde activiteiten. Hierbij gaat het alleen om problemen die door de persoon, omgeving of de samenleving als ernstig en als last worden ervaren en die iemand zelf niet kan oplossen. Daarnaast benoemen zij dat preventieactiviteiten altijd op basis van opvattingen en normen van de beroepsgroep, samenleving, overheid of politiek opgesteld worden. De initiatiefnemer van deze activiteit is van mening dat er bij een persoon of groep een risico aanwezig is. Burggraaf-Huisker en Blokland (2005) gaan naast de algemene definitie van preventie, ook specifieker in op het begrip pedagogische preventie. Zij onderscheiden binnen dit begrip drie vormen: opvoedingsondersteuning, ontwikkelingsstimulering en het beïnvloeden van de directe leefomgeving van ouders en hun kinderen/jeugdigen. Impliciete kennis: De blik naar buiten 16

18 Al met al kan er geconcludeerd worden dat preventief werken als doel heeft om problemen of verergering hiervan te voorkomen. Daarnaast worden het bevorderen van pedagogische bekwaamheid van ouders, een laagdrempelig aanbod van opvoedingsondersteuning, ontwikkelingsstimulering en het beïnvloeden van de directe leefomgeving als belangrijke punten binnen het preventief werken genoemd (Doornenbal & Hennink, 2012; Sprinkhuizen & Scholte, 2012; De Roos, Van Dinther & Terpstra, 2003; Burggraaf-Huisker & Blokland, 2005; Van Vliet, 2009). Sprinkhuizen en Scholte (2012) zijn de enigen die ook outreachend werken hierbij benoemen. Door de Vliet (2009) is deze werkvorm eerder al als onderdeel van het omgevingsgericht werken benoemd Een nieuwe definitie Zoals uit verschillende bronnen is gebleken hebben omgevingsgericht en preventief werken een andere betekenis, maar monden ze deels uit in dezelfde activiteiten en professionele houding en vaardigheden. In samenspraak met de onderzoekers van dit onderzoek is het lectoraat Integraal Jeugdbeleid tot één definitie van zowel preventief als omgevingsgericht werken gekomen. Hiertoe is besloten, omdat meerdere bronnen verschillende definities beschrijven en er vanuit de onderzoekers behoefte was aan een nieuwe, volledige definitie. Het feit dat zowel omgevingsgericht als preventief werken in één definitie is weergegeven ondersteunt het idee dat een professional niet óf omgevingsgericht, óf preventief dient te werken, maar het beste beide werkmethoden kan combineren. Deze opnieuw vormgegeven definitie zal in dit onderzoek aangehouden worden en luidt als volgt: Omgevingsgericht en preventief werken is: 1. Frontliniewerkers sluiten aan bij de leefsituatie, leefstijl en leefomgeving van buurtbewoners om hun eigen kracht te kunnen gebruiken. 2. Frontliniewerkers versterken de sociale cohesie ten behoeve van het pedagogisch klimaat binnen de buurt. 3. Frontliniewerkers mobiliseren en/of vergroten het sociaal netwerk van buurtbewoners. 4. Frontliniewerkers signaleren risicosituaties en grijpen in waar nodig om erger te voorkomen (Doornenbal & Hennink, 2012; Sprinkhuizen & Scholte, 2012; De Roos, Van Dinther & Terpstra, 2003; Burggraaf- Huisker & Blokland, 2005; Van Vliet, 2009). In bijlage 1 staan belangrijke begrippen binnen deze definitie nader uitgewerkt. Hierin wordt per categorie van deze definitie beschreven wat hieronder wordt verstaan. Dit kan gezien worden als een operationalisering van de definitie van omgevingsgericht en preventief werken, en is opgesteld door de onderzoekers en het lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Deze operationalisering vormt de basis voor het observatie-instrument, welke gebruikt wordt binnen dit onderzoek. Impliciete kennis: De blik naar buiten 17

19 1. Frontliniewerkers sluiten aan bij de leefsituatie, leefstijl en leefomgeving van buurtbewoners om hun eigen kracht te kunnen gebruiken. - In kaart brengen van leefstijl, leefsituatie en leefomgeving van de buurtbewoners. - Laagdrempelig in het contact bij interactie in de buurt. Laagdrempelig aanwezig zijn binnen de buurt, zodat de frontliniewerker een gemakkelijk aanspreekpunt is voor de buurtbewoners. - Focus leggen op de eigen kracht van de buurtbewoner en het gebruik hiervan stimuleren. - Ondersteuning en hulp bieden op basis van wat de buurtbewoner wil, of bij hem/haar past. -Interdisciplinair werken, samenwerken waarbij de regie bij de buurtbewoner ligt. 2. Frontliniewerkers versterken de sociale cohesie ten behoeve van het pedagogisch klimaat binnen de buurt. - Buurtactiviteiten organiseren afgestemd op de buurtbewoners - Signaleren als buurtbewoners een actieve rol willen hebben binnen het ontwerpen en uitvoeren van activiteiten; hun faciliteren in de uitvoering. - Interdisciplinair samenwerken ten behoeve van sociale cohesie. 3. Frontliniewerkers mobiliseren en/of vergroten het sociaal netwerk van buurtbewoners. - Bespreekbaar maken en inzicht krijgen in het sociaal netwerk van de buurtbewoner - Contact leggen met het sociaal netwerk - Inzetten van het sociaal netwerk, bijv. door het organiseren van een eigen kracht conferentie - Buurtbewoners enthousiasmeren voor activiteiten binnen de buurt, afgestemd op de buurtbewoners. - Interdisciplinair samenwerken tussen professionals ten behoeve van het mobiliseren en/of vergroten van het sociaal netwerk 4. Frontliniewerkers signaleren risicosituaties en grijpen in waar nodig om erger te voorkomen. - Aanwezig zijn in de buurt en contact leggen met buurtbewoners om risicosituaties/ontwikkelingen binnen de buurt te kunnen signaleren - Via het bijwonen van informele bijeenkomsten in de buurt op de hoogte blijven van risicosituaties in de buurt en rondom buurtbewoners - Doorvragen naar de vraag achter de vraag. - Na het signaleren van risico s extra aandacht hebben voor dit risico tijdens cliëntcontacten, bijvoorbeeld door het te bespreken en eventueel ingrijpen. - Interdisciplinair samenwerken bij het signaleren van risicosituaties en ingrijpen waar nodig. 2.3 Frontliniewerkers Dit onderzoek vindt plaats onder frontliniewerkers, ook wel frontlijnwerkers, binnen de CJG s Oosterpark en Zuid. De vraag is echter wat dit type werker precies inhoudt. Uit de literatuur blijkt dat deze functie door verschillende bronnen anders wordt beschreven. Binnen dit subhoofdstuk wordt deze definitie nader Impliciete kennis: De blik naar buiten 18

20 uitgewerkt door de beschrijvingen van verschillende bronnen uiteen te zetten en tot één definitie te komen. Bruining (2009) beschrijft de frontliniewerker als beroepsbeoefenaar met direct cliëntcontact, die in het primaire proces van de maatschappelijke dienstverlening werkt. Het gaat hierbij om een grote groep; in 2007 zijn dit binnen onderwijs, zorg en veiligheid zo n 1,1 miljoen mensen. Daarnaast hebben frontliniewerkers discretionaire bevoegdheden. Hiermee wordt bedoeld dat iemand vrije beslissingsruimte heeft en op basis van normen, waarden en beroepscodes beslissingen kan maken. Omdat het werk van een frontliniewerker veelzijdig is en er soms op basis van beperkte informatie en weinig tijd beslissingen moeten worden genomen, is deze beslissingsvrijheid belangrijk. Zo moeten frontliniewerkers nogal eens beslissingen nemen die grenzen aan wat wetten, regels en protocollen voorschrijven, bijvoorbeeld als het gaat om euthanasie, zelfdoding of mishandeling bij cliënten. Daarnaast wordt er veel gevraagd van frontliniewerkers. Zij dienen evidence based te werken, maar ook empathisch te werk te gaan en mogen eigenlijk geen fouten maken. Gebeurt dit wel, dan wordt dit meestal breed uiteengezet in de media, met als gevolg dat er vanuit de politiek steeds hogere eisen aan frontliniewerkers gesteld. Hierom stelt Bruining (2009) dat het werken in de frontlinie risicovol, onvoorspelbaar en zwaar is. Naast Bruining (2009) bevestigen ook Sprinkhuizen & Scholte (2012) dit. Zij stellen dat het werken in de frontlinie er met de jaren niet eenvoudiger en veiliger op geworden is, mede doordat frontliniewerkers het vertrouwen van groepen en individuen die in de rafelrand van de samenleving terecht gekomen zijn moeten herstellen. Denk hierbij aan woonwagenbewoners, dak- en thuislozen, verslaafden, prostituees en veelplegers. In tegenstelling tot Bruining (2009), spreekt Scholte et al. (2012) niet over de frontliniewerker als beroepsbeoefenaar met direct cliëntcontact, maar beschrijft zij de functie van de nieuwe sociale professional, die ook wel de generalist, wijkcoach, frontlijnwerker, sociaal makelaar of krachtwerker genoemd wordt. Zij legt uit dat het hierbij gaat om een professional die een verbinding maakt tussen de leefwereld van burgers en instituten, tussen verschillende professionals en tussen burgers onderling. Ook legt deze professional hierbij de nadruk op empowerment. Hij of zij hoeft geen specifieke kennis te hebben, maar beschikt juist over een breed spectrum aan kennis, waardoor hij/zij eerste hulp kan bieden in diverse situaties. Tevens schrijft zij dat deze nieuwe sociale professional nog niet grootschalig aanwezig is. Al met al kan er gezegd worden dat frontliniewerkers beroepsbeoefenaars zijn met direct cliëntcontact en werken in het primaire proces van de maatschappelijke dienstverlening. Zij kunnen werken binnen het onderwijs, de politie, zorg of hulpverlening. Wordt de omschrijving van deze functie toegespitst op het sociaal werk, dan is de frontliniewerker ook iemand die door middel van een breed spectrum aan kennis hulp kan bieden in diverse situaties. Daarnaast legt deze frontliniewerker de nadruk op empowerment; de eigen kracht van de cliënt (Bruining, 2009; Scholte et al., 2012; Sprinkhuizen & Scholte, 2012). 2.4 Het Centrum voor Jeugd en Gezin In het voorgaande subhoofdstuk zijn de ontwikkelingen binnen het sociaal werk en de begrippen omgevingsgericht en preventief werken en frontliniewerker nader uitgewerkt. Nu deze ontwikkelingen en Impliciete kennis: De blik naar buiten 19

21 begrippen duidelijk zijn, wordt het concept van het CJG beschreven. Binnen dit subhoofdstuk zal ingegaan worden op de oorsprong van het CJG en het CJG Oosterpark en Zuid. In bijlage 2 is te vinden aan welke randvoorwaarden elk CJG moet voldoen Oorsprong Bij de start van het kabinet Balkenende IV in 2007 werd het Ministerie van Jeugd en Gezin in het leven geroepen. Het beleid van dit ministerie richt zich ten eerste op het gezin, ten tweede op preventie en ten derde op het eerder ingrijpen wanneer er echt wat mis is. Onder het beleidsprogramma Alle kansen voor alle kinderen heeft het ministerie het concept van het CJG opgesteld (Rouvoet, 2007). De aanleiding voor de oprichting van de CJG s in Nederland is dat er jeugd tussen wal en schip belandt, er onvoldoende gedaan wordt om vroegtijdig problemen te signaleren en dat instanties rondom jeugd en opvoeding onvoldoende samenwerken. Het ministerie voor Jeugd en Gezin stelde als doel dat er in 2011 in elke Nederlandse gemeente (443 in totaal) een CJG aanwezig moest zijn. Deze CJG s zijn laagdrempelige fysieke inlooppunten geworden, waar (aanstaande) opvoeders, kinderen en jongeren tussen -9 maanden en 23 jaar terecht kunnen met vragen rondom opgroeien en opvoeden. Daarnaast kan er snel en gecoördineerd advies en hulp op maat aangeboden worden ( Geschiedenis, z.j.; Sprinkhuizen & Scholte, 2012; Van Woudenberg, 2009). De gemeente Groningen telt acht CJG s, waarvan zeven in het noordelijke deel van de gemeente en één in het zuidelijke deel (Centrum voor Jeugd en Gezin Groningen, 2013). Op twee van deze CJG s, namelijk die in de wijken Zuid en Oosterpark richt het onderzoek zich Het CJG Oosterpark In subhoofdstuk 2.3 is de definitie van een frontliniewerker beschreven. Binnen het CJG Oosterpark wordt onder frontliniewerkers de functies van pedagogisch consulent, maatschappelijk werk en sociaal verpleegkundige verstaan (Doornenbal & Hennink, 2012). Naast de professionals binnen het CJG Oosterpark, wordt er ook veel gebruik gemaakt van vrijwilligers. Het CJG Oosterpark heeft een huiskamer waarin ouders en jeugdigen elkaar informeel kunnen ontmoeten. De huiskamer is laagdrempelig, wat past binnen de visie van het CJG. Verder organiseert het CJG activiteiten en cursussen voor ouders, kinderen en jongeren, zoals werelds koken, opstapje, triple p en de cursus gezond zwanger ( Welkom in het CJG Oosterpark, z.j.). Daarnaast heeft het CJG een consultatiebureau, wat maakt dat zij goed zicht heeft op alle kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar en hun opvoeders. Het CJG Oosterpark is het enige CJG in Groningen waarbij het consultatiebureau zich vanwege ruimtegebrek niet in de fysieke locatie van het CJG bevindt ( Welkom in het CJG Oosterpark, z.j.). Uit een interview met Aletta van den Berg (coördinator CJG Oosterpark) blijkt dat het CJG Oosterpark gezien kan worden als een netwerkorganisatie. Het bestaat uit de Maatschappelijke Juridische Dienstverlening (MJD), Jeugd gezondheidszorg (onderdeel van het GGD), COP groep, MEE en Elker. Impliciete kennis: De blik naar buiten 20

22 2.4.3 Het CJG Zuid Het CJG Zuid telt dezelfde functies wat betreft frontliniewerkers als in de Oosterpark. Ook hier spelen vrijwilligers een grote rol. Het CJG Zuid bevindt zich in een recent gerenoveerd pand midden in de wijk de Wijert. De huiskamer waar iedere dag mogelijkheid tot inloop is, wordt druk bezocht. De huiskamer is centraal gelegen in het pand en wordt omringd door de vergader-, activiteiten-, kantoorruimtes en het consultatiebureau. De bezoekers van het consultatiebureau lopen hierdoor makkelijk binnen bij het CJG. Er worden diverse activiteiten georganiseerd, waaronder yoga, de cursus Peuter in Zicht, koken, breien en het programma Opstapje Het netwerk van het CJG Zuid bestaat uit de ketenpartners: COP groep, Maatschappelijke Juridische Dienstverlening (MJD) en jeugdgezondheidszorg. 2.5 Impliciete en expliciete kennis Binnen dit subhoofdstuk wordt er ingegaan op de begrippen impliciete en expliciete kennis. Kennis is volgens Verhaaren (2010) een proces; de actie van het weten, en wordt door hem beschreven als theoretisch weten. Kennis is echter ook ruimer op te vatten, hieronder vallen ook competenties, houding en vaardigheden. Davenport en Prusak (1998) beschrijven kennis als een mengeling van ervaringen, contextuele informatie, waarden en deskundig inzicht dat een kader geeft voor de integratie en evaluatie van nieuwe ervaringen en informatie. Dan is kennis ook op te vatten als de bril waarmee je naar nieuwe ervaringen en informatie kijkt. Ieders kennis zegt dus iets over hoe je informatie en ervaringen interpreteert. Binnen dit onderzoek wordt er onderscheid gemaakt tussen expliciete en impliciete kennis, welke hieronder beschreven worden. Deze definities zullen tijdens dit onderzoek aangehouden worden. Expliciete kennis wordt ook wel explicit knowledge genoemd en omvat alle kennis die vastgelegd is. Deze kennis is persoonsonafhankelijk en kan ook gebruikt worden door anderen. Deze is gemakkelijk overdraagbaar (Hardyman et al, 2013; Bertrams, 1999; Lemmens & Nijssen, z.j.). Bij expliciete kennis kan er gedacht worden aan internet, literatuur en wet- en regelgeving (Kothari et al, 2012). Impliciete kennis wordt ook wel tacit knowledge genoemd en omvat kennis die niet vastgelegd is. Bij impliciete kennis kan er gedacht worden aan vaardigheden en ervaringen uit het verleden. Gevoel en intuïtie spelen hierbij een belangrijke rol. Het is onbewuste kennis die zeer moeilijk te verwoorden is en hierdoor ook moeilijk over te dragen is (Kothari et al, 2012; Bertrams, 1999; Dijkstra & van Dartel, 2011). In het boek `The Knowledge-Creating Company` leggen de Japanse hoogleraren Nonaka en Takeuchi (1995) het fenomeen van organisatorische kenniscreatie uit. Organisatorische kenniscreatie werd gedefinieerd als "... het vermogen van een onderneming als geheel nieuwe kennis te creëren, te verspreiden door de hele organisatie, en te belichamen in producten, diensten en systemen "(p. 3). Nonaka en Takeuchi betogen dat Impliciete kennis: De blik naar buiten 21

23 kennis in eerste instantie gecreëerd wordt door individuen en de individuele kennis organisatorische kennis wordt. De auteurs erkennen twee soorten kennis: stilzwijgende en expliciete. Expliciete kennis is de kennis die kan worden opgeschreven en relatief gemakkelijk van de ene persoon naar de volgende wordt overgedragen. Stilzwijgende kennis aan de andere kant is moeilijker te verwoorden, want het komt vaak voort uit ervaring. Door impliciete kennis te expliciteren wordt het overdraagbaar en genereert het informatie. Uitgaande van het kwadrant rechtsboven met de klok mee: 1. Stilzwijgende kennis en ervaring kan expliciet worden gemaakt door kennis zichtbaar te maken en te verwoorden. Op deze manier wordt stilzwijgende kennis informatie. 2. Informatie kan worden gecombineerd met ander kennis, geïntegreerd en gedistribueerd. 3. Internalisering transformeert informatie in kennis door middel van oefening en ervaring. 4. Het is ook mogelijk om onze impliciete kennis te delen met anderen via socialisatie Binnen het onderzoeksinstrument voor het interview wordt het ijsbergmodel van Freud gebruikt. Hieronder zal toegelicht worden wat het ijsbergmodel inhoudt en waar deze term vandaan komt. 2.6 Het ijsbergmodel Sigmund Freud is de grondlegger van de psychoanalyse. Freud beschrijft de persoonlijkheidsstructuur in drie onderdelen; het ego, het id en het superego. Het ego is het bewuste en rationele deel van de persoonlijkheid. Het id is het primitieve en onbewuste deel van de persoonlijkheid. Het superego kan gezien worden als het geweten, dat omvat de normen en waarden van een persoon. Die drie onderdelen vormen samen een geest die continu met zichzelf in conflict is. Freud ziet die geest als een ijsberg waarbij ongeveer 1/10 deel boven water ligt, dat is het bewuste ego en een klein stuk van het superego. Verder ligt ongeveer 9/10e onder water, namelijk het id en het grootste deel van het superego. Dit houdt in dat een groot deel van de persoonlijkheidstructuur van een mens onbewust is (Zimbardo et al, 2009; Bulhof, 1983; Israëls, 1999). Impliciete kennis: De blik naar buiten 22

24 2.7 Conclusie Het literatuuronderzoek gaat van start met het uiteenzetten van de trends en geschiedenis binnen het sociaal werk. Dit is van belang voor het onderzoek omdat binnen dit kader de huidige ontwikkelingen binnen het sociaal werk, waaronder omgevingsgericht en preventief werken, kunnen worden begrepen. Door de ontwikkelingen binnen de samenleving, zoals de individualisatie, is het ontstaan van de CJG s een logisch gevolg. Door de individualisering is de sociale steun vanuit de omgeving verminderd, terwijl sociale steun een krachtig en preventief werkend middel blijkt te zijn bij de opvoeding van jonge kinderen. Het CJG ondersteunt opvoeders en hun kinderen/jeugdigen en richt zich op het versterken van sociale steun. Uit het literatuuronderzoek komt naar voren dat professionals het moeilijk vinden om zich aan te passen aan alle veranderingen binnen het sociaal werk. Ook wordt er van professionals gevraagd om omgevingsgericht en preventief te werken. De implementatie van deze werkvorm verloopt niet alleen binnen het CJG moeizaam, maar ook binnen andere hulpverleningsorganisaties. In het literatuuronderzoek is een nieuwe definitie geformuleerd voor omgevingsgericht en preventief werken, welke aangehouden wordt binnen dit onderzoek: omgevingsgericht en preventief werken is de sociale cohesie van opvoeders, hun kinderen en jeugdigen binnen de buurt versterken, en vanuit hun leefsituatie, leefstijl en leefomgeving, ondersteuning bieden. Plus het mobiliseren en als nodig, vergroten van hun sociale netwerk, en het signaleren van risicosituaties en hier op inspelen. Het formuleren van deze definitie voorkomt verwarring binnen de analyse van de observaties, interviews en de focusgroep. Ook zorgt het ervoor dat de onderzoeken van de drie onderzoekskoppels met elkaar te vergelijken zijn. Daarnaast zijn binnen het literatuuronderzoek de begrippen frontliniewerker en impliciete en expliciete kennis uiteen gezet. Net als bij omgevingsgericht en preventief werken beschrijven verschillende bronnen andere definities. Door dit uiteen te zetten worden deze begrippen duidelijk en is helder geworden wat er binnen dit onderzoek onder wordt verstaan. Impliciete kennis: De blik naar buiten 23

Uitkomsten fase 1, opmaat voor fase 2

Uitkomsten fase 1, opmaat voor fase 2 1 nummer 1, juli 2013 Nieuwsbrief Project Een stap naar voren preventief en omgevingsgericht werken vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin Uitkomsten fase 1, opmaat voor fase 2 Samenvatting resultaten

Nadere informatie

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG Plan voor een scholings CJG: in en vanuit het CJG Uitgaan van de eigen kracht van ouders en kinderen, die eigen kracht samen versterken en daar waar nodig er op af en ondersteunen Het scholingsplan CJG

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Workshop Krimpcafe XL Maatwerk op lokaal niveau. Jaap Ikink. 12 juni 2014

Workshop Krimpcafe XL Maatwerk op lokaal niveau. Jaap Ikink. 12 juni 2014 Workshop Krimpcafe XL Maatwerk op lokaal niveau Jaap Ikink 12 juni 2014 Maatwerk voor Sociale Wijkteams Waarom sociale wijkteams? Uitdaging op lokaal niveau! Adviezen voor beleid?! Maatwerk voor Sociale

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Deze tijd vraagt om creativiteit

Deze tijd vraagt om creativiteit 12 april 2012 Werkplaats Onderneem met zin! Deze tijd vraagt om creativiteit Participeren/ Meedoen naar vermogen Schakelen en verbinden Wim Roelofs Integrale aanpak en noodzaak om te schakelen en te verbinden

Nadere informatie

Gewoon opvoeden in Groningen

Gewoon opvoeden in Groningen Gewoon opvoeden in Groningen Voorbeeld : gewoon opvoeden, alledaags opvoeden, alledaagse opvoedvragen Wat is dit? Start: Eigen voorbeeld geven. Voor iedereen verschillend, afhankelijk van de situatie van

Nadere informatie

Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel

Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel Hanneke Henkens Congres Herstelwerkzaamheden 14 december 2006 WMO, WIA, WWB, Poortwachter AWBZ ZVW Forensisch wettelijk kader GGz Maatschappelijke

Nadere informatie

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad September 2010 Doel van de Wmo: Participatie Iedereen moet op eigen wijze mee kunnen doen aan de samenleving 2 Kenmerken van de Wmo - De Wmo is gericht

Nadere informatie

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Het Bruggenbouwers project wordt in de Zweedse stad Linköping aangeboden en is één van de succesvolle onderdelen van een groter project in die regio. Dit project is opgezet

Nadere informatie

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers Wmo-werkplaats Twente Scholingshandleiding voor cursist en trainer Samenwerken met vrijwilligers De vrijwilliger als vanzelfsprekende partner in zorg en welzijnswerk juli 2011 Saxion. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

9 WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning

9 WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning Over de auteur: Wicher Pattje Wicher Pattje is oud-wethouder van de gemeente Groningen en beleidsadviseur in de sociale sector, gericht op overheden en non-profit instellingen. Voor meer informatie: www.conjunct.nl.

Nadere informatie

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving Breed Welzijn s-hertogenbosch Juvans Maatschappelijk Werk en Dienst verlening // Welzijn Divers //

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Module Samen met jongeren nadenken over werken en leren voor Sociale Wijkteams

Module Samen met jongeren nadenken over werken en leren voor Sociale Wijkteams Module Samen met jongeren nadenken over werken en leren voor Sociale Wijkteams Tijd: 2 ½ uur Sociale Wijkteam leden Een collectieve leerbijeenkomst staat in het teken van participatie van jongeren die

Nadere informatie

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen Wmo-kanteling Raadpleging Inwonerpanel Dongen Even voorstellen 2 Stephan Dijcks GfK onderzoekt gedrag consumenten en burgers Beheer en onderzoek Inwonerpanel Dongen Uitvoerder landelijke Wmo-evaluatie

Nadere informatie

Wmo en de professional

Wmo en de professional Wmo en de professional Wmo werkplaats Groningen- Drenthe Ferry Wester 1 Wat gaan we doen 1. Kennismaking en uitleg programma 2. Wat is de Wmo? 3. Doelen en uitgangspunten van de Wmo 4. Uitvoering van de

Nadere informatie

Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS

Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS Bijlage 2 Bestuursrapportage uitvoeringsplannen Beleidsplan Wmo 2012-2015 Asten-Someren Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS Inleiding In het kader van de kerntakendiscussie is besloten dat

Nadere informatie

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland Wmo Wie of wat is de Wmo? Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze wet is op 1 januari 2007 ingevoerd. - Zorgt ervoor dat iedereen zo lang mogelijk

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Workshop Introductie Wmo. Lesprogramma. Ontwikkelingen

Workshop Introductie Wmo. Lesprogramma. Ontwikkelingen Workshop Introductie Wmo Wmo-werkplaats Groningen-Drenthe 28 juni 2012 Lies Korevaar Lesprogramma Kennismaking en uitleg programma Wat is de Wmo? Doelen en uitgangspunten van de Wmo Uitwerking Wmo in de

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Stadjers over het CJG Groningen

Stadjers over het CJG Groningen Stadjers over het CJG Groningen Een Stadspanelonderzoek 2013 Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht onderzoek, het toegankelijk

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen De Wmo heeft de afgelopen jaren een flinke ontwikkeling doorgemaakt. De eerste jaren bestonden uit het neerzetten van goede structuren voor hulp en ondersteuning. De

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Natuurlijk... NUTH. NUTH... Natuurlijk DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)

Natuurlijk... NUTH. NUTH... Natuurlijk DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO) DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO) Natuurlijk... NUTH NUTH... Natuurlijk Gemeente Nuth - Deweverplein 1 - Postbus 22000-6360 AA Nuth - 045-5659100 - www.nuth.nl VOORWOORD wethouder J.J.C van den

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid

De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid Alle hens aan dek Presentatie door Gerda van der Lee, Voorzitter Wmo adviesraad s-hertogenbosch 12 maart 2013 De Wet Maatschappelijke Ondersteuning wil dat

Nadere informatie

JAARVERSLAG WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM 2010-2011

JAARVERSLAG WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM 2010-2011 JAARVERSLAG WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM 2010-2011 Inleiding Sinds 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht. Het doel van de wet is dat iedereen kan meedoen in de maatschappij,

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Inhoud 1. Inleiding 2 De Wmo-werkplaats 2 Schets van de context 2 Ontwikkelde producten 3 2. Doel onderzoek

Nadere informatie

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING Samen maken wij meedoen voor jeugd mogelijk Kinderen en jongeren met een beperking moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

Nadere informatie

Welzijn nieuwe stijl. Thema-avond gemeenteraad Geldermalsen. 19 oktober 2010 Marjon Breed

Welzijn nieuwe stijl. Thema-avond gemeenteraad Geldermalsen. 19 oktober 2010 Marjon Breed Welzijn nieuwe stijl Thema-avond gemeenteraad Geldermalsen 19 oktober 2010 Marjon Breed Presentatie Welzijn nieuwe stijl Welzijn in Geldermalsen De Wmo Welzijn Actuele ontwikkelingen Welzijn nieuwe stijl

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

TEAMNASCHOLINGEN EIGEN KRACHT GENERALISTISCH WERKEN IN GEZINNEN EN SOCIALE WIJKTEAMS

TEAMNASCHOLINGEN EIGEN KRACHT GENERALISTISCH WERKEN IN GEZINNEN EN SOCIALE WIJKTEAMS TEAMNASCHOLINGEN EIGEN KRACHT GENERALISTISCH WERKEN IN GEZINNEN EN SOCIALE WIJKTEAMS MODULES: EIGEN KRACHT VAN DE CLIËNT EN ZIJN SYSTEEM INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN COMBINEREN VAN FORMELE

Nadere informatie

Informeel Delen van Ervaringen en Expertise IDEE 13 mei

Informeel Delen van Ervaringen en Expertise IDEE 13 mei Informeel Delen van Ervaringen en Expertise IDEE 13 mei 5/14/2014 Startpunt We leven niet in een tijdperk van veranderingen maar in een verandering van tijdperken. Jan Rotmans Maatschappelijke en politieke

Nadere informatie

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014 Zienn gaat verder Jaarplan 2014 Een verhaal heeft altijd meer kanten. Zeker de verhalen van de mensen voor wie Zienn er is. Wij kijken naar ál die kanten. Kijken verder. Vragen verder. Gaan verder. Zo

Nadere informatie

Collectief en preventief werken in sociale teams vanuit samenlevingsopbouw

Collectief en preventief werken in sociale teams vanuit samenlevingsopbouw Collectief en preventief werken in sociale teams vanuit samenlevingsopbouw Hanzehogeschool Groningen, 2016 Lectoraat Rehabilitatie, Wmo-werkplaats Noord Lies Korevaar, lector rehabilitatie & Ria Barenkamp,

Nadere informatie

OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET JONGEREN MISSION POSSIBLE

OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET JONGEREN MISSION POSSIBLE OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET JONGEREN MISSION POSSIBLE OPEN INSCHRIJVING IN UTRECHT WAT IS MISSION POSSIBLE? Bent u geïnteresseerd te ontdekken waar de motivatie van jongeren ligt om hun problemen zelf

Nadere informatie

Alle diensten hebben tot doel te stimuleren dat gebruikers meedoen aan de samenleving en het opruimen van eventuele participatieblokkades.

Alle diensten hebben tot doel te stimuleren dat gebruikers meedoen aan de samenleving en het opruimen van eventuele participatieblokkades. Welzijn is meedoen. Alle diensten hebben tot doel te stimuleren dat gebruikers meedoen aan de samenleving en het opruimen van eventuele participatieblokkades. Kwetsbare inwoners worden gedefinieerd als:

Nadere informatie

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Maatschappelijke Ondersteuning Project!mpuls November 2004 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Presentatie opbouw Stand van zaken, doelstelling en inhoud van de WMO Gevolgen voor verschillende

Nadere informatie

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD MEMO AAN DE GEMEENTERAAD Aan T.a.v. Datum Betreft Van Ons kenmerk Bijlagen De gemeenteraad - Brede Welzijnsvisie Het college 121560 1 Controller Directie Paraaf Datum CC Samenvatting Op 3 juli 2012 heeft

Nadere informatie

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk Pamela van der Kruk Interim manager WijkInformatiePunt en Sociaal Wijkteam Wielwijk INDELING PRESENTATIE

Nadere informatie

HET Loket in TEN BOER. Van bureau naar keukentafel

HET Loket in TEN BOER. Van bureau naar keukentafel HET Loket in TEN BOER Van bureau naar keukentafel Maatschappelijke veranderingen Van verzorgingstaat naar participatiesamenleving Van politiek naar sociaal burgerschap WMO; participeren en eigen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

De jeugd heeft de toekomst. Notitie Jeugd

De jeugd heeft de toekomst. Notitie Jeugd De jeugd heeft de toekomst Notitie Jeugd Apeldoorn, maart 2018 De jeugd heeft de toekomst De samenleving is volop in beweging. We willen graag dat iedereen mee kan doen en ook mee doet. Daarbij zien we

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren Notitie versie 1.0 September 2016 Door Frea Haker (Gezond in ) Eveline Koks (Jongeren Op Gezond Gewicht) Anneke Meijer (Coördinatie Gezond Gewicht Fryslân

Nadere informatie

Werken aan de nieuwe sociaal werker

Werken aan de nieuwe sociaal werker Werken aan de nieuwe sociaal werker Bijeenkomst OPOF, 17 november 2011, Utrecht Margot Scholte, lector maatschappelijk werk INHolland / senior medewerker beroepsontwikkeling MOVISIE De kracht van Maatschappelijk

Nadere informatie

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving Aanpak: CJG-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: CJG Icare Deze

Nadere informatie

Mother and Father for the First time Greve, Denemarken

Mother and Father for the First time Greve, Denemarken Mother and Father for the First time Greve, Denemarken Het programma Mother and Father for the First time wordt aangeboden in Greve, een gemeente in Denemarken van ongeveer 48.000 inwoners. Denemarken

Nadere informatie

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september 2009 Programma 1. Opening door wethouder Everink 2. Toelichting op gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid Locale Educatieve Agenda (LEA) Centrum voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK TEAMNASCHOLING VEILIGHEID IN GEZINNEN 3 KOLOMMEN 1 VEILIGHEID IN GEZINNEN 3 KOLOMMEN In het voeren van gesprekken met ouders waarbij sprake is van (vermoedens van) kindermishandeling teneinde tot verwijzing/c.q.

Nadere informatie

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Versie: 31 maart 2014 1. Inleiding: Wij kunnen ons in Nederland gelukkig prijzen met een van de sterkste sociale stelsels ter wereld.

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 8. Leeswijzer 10

Inhoud. Inleiding 8. Leeswijzer 10 Inhoud Inleiding 8 Leeswijzer 10 1 Motiverende gespreksvoering: een introductie 14 1.1 Wat is motiverende gespreksvoering? 14 1.2 Kenmerken van motivatie 15 1.3 Waarom werkt motiverende gespreksvoering?

Nadere informatie

Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Zaaknummer: OWZAP01 Onderwerp stand van zaken Centrum voor Jeugd en Gezin Heusden Collegevoorstel Inleiding Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Heusden is volop in ontwikkeling. In het bijgevoegde memo

Nadere informatie

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein Organiseren van samenwerking in het jeugddomein De overkoepelende resultaten van vier afstudeeronderzoeken Publiek Management In opdracht van Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) hebben vier studenten Bestuurs-

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN

INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN TRAINING VOOR SOCIALE (WIJK)TEAMS: INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN TEAMNASCHOLING INTEGRAAL WERKEN MET MULTI PROBLEEMGEZINNEN UITGANGSPUNTEN Multi probleemgezinnen staan bij veel hulpverleners

Nadere informatie

Andere trajecten: Andere decentralisatieopgaven en aanpalende trajecten

Andere trajecten: Andere decentralisatieopgaven en aanpalende trajecten Traject Dantumadiel Aanvragers: Gemeente Dantumadiel, Achtkarspelen, Ameland, Dongeradeel, Kollumerland, Schiermonnikoog, SW Het Bolwerk, Timpaan Welzijn, Stichting Welzijn Schiermonnikoog Adviseur: Sjoerd

Nadere informatie

Welzijn Nieuwe Stijl Schoonhoven. Eric Lagendijk december 2011

Welzijn Nieuwe Stijl Schoonhoven. Eric Lagendijk december 2011 Welzijn Nieuwe Stijl Schoonhoven Eric Lagendijk december 2011 Programma Wat is Welzijn Nieuwe Stijl (WNS)? Traject Schoonhoven Verkenning welzijnsbeleid Burgerkracht/ Eigen kracht: how to do? Regionale

Nadere informatie

Zorgvrijwilligers, hoe zet je ze op een verantwoorde manier in? Ilse de Bruijn 12 november 2013, Den Haag

Zorgvrijwilligers, hoe zet je ze op een verantwoorde manier in? Ilse de Bruijn 12 november 2013, Den Haag Zorgvrijwilligers, hoe zet je ze op een verantwoorde manier in? Ilse de Bruijn 12 november 2013, Den Haag Vrijwilligerswerk in zorg & ondersteuning Werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en

Nadere informatie

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk Mythen en feiten rond de informele steunstructuren Tot slot: Meer doelmatigheid van het professionele aanbod valt te verkrijgen door het kritisch doorlichten

Nadere informatie

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten Aanleiding Op 16 oktober heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die de regering verzoekt om een zelftest aan gemeenten aan te reiken die gemeenteraden,

Nadere informatie

Gerry Broersma Opbouwwerker Miks Welzijn, Joure www.miks-welzijn.nl

Gerry Broersma Opbouwwerker Miks Welzijn, Joure www.miks-welzijn.nl Assen, 19 april 2011 Gerry Broersma Opbouwwerker Miks Welzijn, Joure www.miks-welzijn.nl en Sjoerd IJdema Adviseur Partoer Centrum Maatschappelijke ontwikkelingen Fryslân. www.partoer.nl Inhoud Welzijn

Nadere informatie

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings

Nadere informatie

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving Breed Welzijn s-hertogenbosch Juvans Maatschappelijk Werk en Dienst verlening // Welzijn Divers //

Nadere informatie

De slimste route? Vormgeven toegang

De slimste route? Vormgeven toegang De slimste route? Vormgeven toegang Grote veranderingen in zorg en ondersteuning Taken vanuit AWBZ, Jeugdzorg, Werk en inkomen. Passend onderwijs (toegang tot onderwijs) De slimste route (voor Hengelo)

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) De vier cursisten, die aanwezig waren, begonnen zich aan elkaar voor te stellen onder leiding van de cursusleidster. Van de vier cursisten waren

Nadere informatie

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte De ontwikkeling van de ehealth-koffer Naam : Seline Kok en Marijke Kuipers School : Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding : HBO-Verpleegkunde voltijd

Nadere informatie

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd Centrale helpdesk voor gemeenten Samenwerken voor de jeugd Inhoud Woord vooraf 3 1. Meer preventie en meer opvoedondersteuning 5 Centrum voor Jeugd en Gezin 5 Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg 6 Digitaal

Nadere informatie

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar Utrecht gezond! Gemeente Utrecht en Door: Ellen van der Voorst en Victor Everhardt Achmea, divisie Zorg & Gezondheid werken samen

Nadere informatie

BEWEGEN EN BEHOUDEN BELEIDSPLAN SPCJ-RADIX

BEWEGEN EN BEHOUDEN BELEIDSPLAN SPCJ-RADIX BEWEGEN EN BEHOUDEN BELEIDSPLAN SPCJ-RADIX 2013-2017 BEWEGEN EN BEHOUDEN BELEIDSPLAN SPCJ-RADIX 2013-2017 Inleiding Een beleidsplan dat in het teken staat van het veranderende speelveld in het welzijnswerk.

Nadere informatie

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19 Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende

Nadere informatie

Preventie in Gooise Meren. Preventie in het Sociaal domein

Preventie in Gooise Meren. Preventie in het Sociaal domein Preventie in Gooise Meren Preventie in het Sociaal domein Preventie: brede opgave Samen werken aan een vitale samenleving: prettig leefbaar, veilig, toegankelijk, gezond en betrokken Domein overstijgend:

Nadere informatie

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg

Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg Visie Jongerenwerk Leidschendam-Voorburg Juni 2014 Waarom een visie? Al sinds het bestaan van het vak jongerenwerk is er onduidelijkheid over wat jongerenwerk precies inhoudt. Hierover is doorgaans geen

Nadere informatie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0067 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn

Nadere informatie

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Huizen van het Kind Gezinnen ondersteunen in hun kracht Een noodzakelijke, natuurlijke evolutie ondersteund door een nieuwe regelgeving www.huizenvanhetkind.be Doelstelling Hoe Regels Doelstelling Hoe

Nadere informatie

Je steunsysteem is overal om je heen.

Je steunsysteem is overal om je heen. Je steunsysteem is overal om je heen. Kwartiermaken in de wijken in Oss en in de regio. Burgerkracht en Presentie Definitie kwartiermaken: Kwartiermaken gaat over het bevorderen van het maatschappelijk

Nadere informatie

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Wmo monitor 2011 - uw organisatie Vraag 1 Welk type organisatie vertegenwoordigt u? (meerdere antwoorden mogelijk) Professionele organisaties Welzijnsorganisatie Vrijwilligerscentrale

Nadere informatie

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Het doel van deze beschrijving is om enerzijds houvast te geven voor het borgen van de unieke expertise van de cliëntondersteuner voor

Nadere informatie

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Met veel interesse hebben wij - de gemeente Houten - op 1 februari 2016 kennis genomen van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Houten. Om te komen

Nadere informatie

Sociaal makelaar De vraag is leidend Organiserend vermogen. Sociaal Team Klanttevredenheid Omslag in denken en doen Expertise Sport en Bewegen

Sociaal makelaar De vraag is leidend Organiserend vermogen. Sociaal Team Klanttevredenheid Omslag in denken en doen Expertise Sport en Bewegen Jaarverslag 2017 Sociaal makelaar De vraag is leidend Effecten Organiserend vermogen Sociaal Team Klanttevredenheid Omslag in denken en doen Expertise Sport en Bewegen Samenwerking Burgerinitiatief Integratie

Nadere informatie

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd

WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd WELKOM Informatiebijeenkomst wetsvoorstel jeugd Transitiebureau Jeugd September 2013 Stand van zaken jeugdwet en landelijke ontwikkelingen 2 Voorlichtingsbijeenkomst nieuwe jeugdwet Het gebeurt per 1 januari

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 606 Jeugdzorg 2003 2006 Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement

Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement Handreiking Zorg- & Welzijnsarrangement voor duidelijke afspraken in samenwerking tussen formele en informele partijen rondom een persoon met ondersteuningsvraag versie januari 2018 Hoe kom je tot een

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008

BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008 BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008 BESLUIT COLLEGE d.d. 26 februari 2013 Onderwerp: (Sociaal cultureel) Welzijnswerk 2014 Beleid: Het coalitieakkoord

Nadere informatie

Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk

Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk Gluren bij de 3D buren Een kijkje in het huis van sociaal werk 5/13/2016 Wie ben ik? Wat was ook al weer de bedoeling van 3D? Het echte gluren: wie, wat en hoe doen ze het? Aantal dilemma s Discussie Wie

Nadere informatie

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; Oude en nieuwe Wmo De Tweede Kamer is akkoord met het Voorstel van wet Wmo 2015. Na behandeling in de Eerste Kamer zal dit voorstel eind 2014 de huidige Wmo gaan vervangen. Tussen de huidige Wmo en het

Nadere informatie

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Centrum Jeugd & Gezin Maasland 1 Centrum Jeugd & Gezin Maasland Presentatie BJZ Centrum Jeugd & Gezin Maasland "Meer dan een gebouw alleen" 5 juni 2012 2 Het Centrum Jeugd & Gezin Maasland voor Kinderen en jongeren (0-23 jaar) Ouders

Nadere informatie

Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Een kwaliteitskader voor zorgaanbieders dat uitgaat van de kwaliteit van bestaan

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2 Raadsvergadering van 11 juni 2009 Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk Verantwoordelijke portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman SAMENVATTING

Nadere informatie

Opvoeden en opgroeien in Slotervaart. Ouder-en-kindcentra, brede scholen en community centers in stadsdeel Slotervaart, Amsterdam

Opvoeden en opgroeien in Slotervaart. Ouder-en-kindcentra, brede scholen en community centers in stadsdeel Slotervaart, Amsterdam Opvoeden en opgroeien in Slotervaart Ouder-en-kindcentra, brede scholen en community centers in stadsdeel Slotervaart, Amsterdam Opzet presentatie Situatie stadsdeel Slotervaart Invulling van de vijf gemeentelijke

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2005/16502

Raadsvoorstel 2005/16502 Raadsvoorstel 2005/16502 Plan van aanpak Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) gemeente Portefeuillehouder M. Steffens-van de Water/ H. Tuning Steller J. Sinke Collegevergadering 21 juni 2005 Raadsvergadering

Nadere informatie

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

RIBW werkt in & met sociale wijkteams RIBW werkt in & met sociale wijkteams Inspiratiedagen RIBW 1 & 8 september 2015 Movisie Anneke van der Ven 9/9/2015 In wat voor tijd leven we eigenlijk? 1 1. Van AWBZ naar Wet Maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie