Advocaat-generaal acht Belgische regeling m.b.t. persoonlijke aftrekken van gehuwden strijdig met Gemeenschapsrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advocaat-generaal acht Belgische regeling m.b.t. persoonlijke aftrekken van gehuwden strijdig met Gemeenschapsrecht"

Transcriptie

1 Afgiftekantoor Turnhout 1 nr 25 // 27 juni 2013 n i e u w s b r i e f over fiscaliteit, accountancy en vennootschapsrecht Advocaat-generaal acht Belgische regeling m.b.t. persoonlijke aftrekken van gehuwden strijdig met Gemeenschapsrecht Andy Cools, Diensthoofd Personen- en Bedrijfsfiscaliteit bij KBC In een nieuwe zaak werd aan het Hof van Justitie opnieuw een vraag voorgelegd over de verenigbaarheid met het recht van de Europese Unie van een regeling inzake inkomstenbelasting van een lidstaat die tot gevolg heeft dat een ingezeten belastingplichtig echtpaar geen gebruik kan maken van een gedeelte van de fiscale voordelen die in deze regeling zijn vastgesteld ten gunste van gezinnen. De bijzonderheid van deze zaak is gelegen in de omstandigheid dat een van beide echtelieden zijn volledige inkomen ontvangt in een andere lidstaat, waar hij als alleenstaande wordt belast en gedeeltelijk gebruik heeft kunnen maken van soortgelijke fiscale voordelen. De advocaat-generaal besluit tot een strijdigheid van de Belgische regeling met het EU-recht (conclusie advocaatgeneraal d.d. 13 juni 2013, C 303/12). Feiten Een belastingplichtige met de Duitse nationaliteit is gehuwd met een vrouw van Belgische nationaliteit. Het echtpaar heeft twee kinderen en woont in België. Voor de aanslagjaren 2003 en 2004 hebben zij in België ieder afzonderlijk een belastingaangifte ingediend, zonder te vermelden dat ze gehuwd zijn. De belastingplichtige die als advocaat werkt in Duitsland en waar hij zijn volledige inkomen ontvangt, heeft aangegeven geen belastbare inkomsten of personen ten laste te hebben. De vrouw daarentegen, die als werkneemster werkt in België, heeft de hypotheekrente, twee kinderen ten laste en de kosten van kinderopvang aangegeven. De Belgische fiscus stelde echter vast dat de vrouw niet als alleenstaande kon worden aangemerkt, en zond derhalve een bericht van wijziging. Hierin werd aangekondigd dat er een gemeenschappelijke aanslag zou worden opgemaakt en dat een nieuwe aanslag zou worden opgesteld op basis van de gezamenlijke inkomsten van het echtpaar. Nochtans formuleerde het echtpaar bezwaar tegen de verschuldigde belasting aangezien deze werd berekend op hun beider naam, en zij verzochten om een afzonderlijke berekening ervan, ter verzekering van de vrijheid van vestiging en van de effectieve en totale vrijstelling van de Duitse inkomsten van de man, maar dit werd door de bevoegde gewestelijk directeur afgewezen. Tevens was gebleken dat de Duitse belastingdienst aan de man had geweigerd om gebruik te maken van de regeling van de gezamenlijke aanslag waarvoor gehuwde en niet duurzaam gescheiden belastingplichtigen in aanmerking deze week: Advocaat-generaal acht Belgische regeling m.b.t. persoonlijke aftrekken van gehuwden strijdig met Gemeenschapsrecht 1 De nieuwe Limosa-melding: België opnieuw op de vingers getikt door Europa voor de belemmering van het vrije verkeer van diensten en personen 4 Nieuwe berekeningswijze VAA bedrijfswagen niet ongrondwettelijk 6 VAA verkregen van slapende vennootschappen blijft VAA 7 Uitstel voor btw-belastingplichtigen: faciliteiten zomervakantie Een uitgave van WPG Uitgevers België NV Mechelsesteenweg Antwerpen Verschijnt wekelijks (44 keer per jaar) Erkenningsnummer P PB-nummer B-41-1-

2 komen die in Duitsland belastbaar zijn, terwijl zij in een andere lidstaat wonen. De reden daarvoor luidt dat de Duitse belastbare inkomsten van de man minder dan 90 % van de totale inkomsten van zijn huishouden bedroegen en, ten tweede, de inkomsten van zijn echtgenote zowel boven de absolute drempel van EUR als boven de relatieve drempel van 10 % van het wereldinkomen lagen, zoals bepaald in de Duitse belastingregeling. Finaal kwam de zaak tot bij de rechtbank van eerste aanleg van Luik, die op 21 juni 2012 een prejudiciële vraag stelde aan het Hof van Justitie. Samengevat wenst de verwijzende rechter met zijn prejudiciële vraag een uitspraak van het Hof over de verenigbaarheid met het recht van de Unie van de fiscale behandeling die door een lidstaat, in casu België, wordt toegepast op een echtpaar dat in deze lidstaat woont en er inkomsten ontvangt, en waarvan een van de echtelieden als zelfstandige werkt in een andere lidstaat, in casu de Bondsrepubliek Duitsland, waar hij al zijn inkomsten ontvangt, die het grootste deel uitmaken van de inkomsten van het echtpaar en krachtens een dubbelbelastingverdrag belastbaar zijn in Duitsland en vrijgesteld in België. De visie van de advocaat-generaal De advocaat-generaal stelt vast dat het echtpaar gezamenlijk is belast ingevolge de Belgische wetgeving. Meer bepaald zijn de inkomsten van de vrouw in België en de inkomsten van de man in Duitsland, die krachtens artikel 23 van het dubbelbelastingverdrag tussen België en Duitsland zijn vrijgesteld in België maar krachtens deze bepaling en artikel 155 WIB 92 in aanmerking worden genomen om de belasting in België te bepalen (vrijstelling onder progressievoorbehoud), bij elkaar opgeteld om de belasting van het echtpaar op zijn totale inkomen tegen een progressief tarief vast te stellen, rekening houdend met belastingaftrekken. Met de vrijstelling voor een kind ten laste kan elke echtgenoot een bepaalde som aftrekken van de heffingsgrondslag. Krachtens deze bepaling heeft elke echtgenoot bij de berekening van de belasting recht op een belastingvrije som van een basisbedrag van EUR (het basisbedrag). Artikel 134, 1, eerste alinea, WIB 92 bepaalt verder dat dit basisbedrag wordt aangerekend bij het inkomensdeel van elk van de echtgenoten dat binnen de belastinggrondslag ligt. Deze basisbedragen worden vervolgens verhoogd met toeslagen voor personen ten laste. Het wetboek van inkomstenbelasting bepaalde dat deze toeslagen bij voorrang worden aangerekend bij het inkomensdeel van de echtgenoot met het hoogste beroepsinkomen. Het is deze aanvullende vrijstelling voor kind ten laste, die wordt aangerekend bij de vrijgestelde inkomsten van de man. Vervolgens analyseert de advocaat-generaal de relevante aspecten van de Duitse belastingregeling. De man is ingevolge het dubbelbelastingverdrag in Duitsland als alleenstaande belast over zijn inkomsten in deze lidstaat. De man heeft in het kader van de in Duitsland betaalde inkomstenbelasting gebruik kunnen maken van een voordeel wegens kinderen ten laste, in de vorm van een belastingvrije som. Vanuit deze achtergrond kan de advocaat-generaal de vraag analyseren van het echtpaar stellende dat de Belgische belastingregeling hen benadeelt ten opzichte van echtparen die al hun inkomsten ontvangen in België, en hierdoor een beperking vormt van de vrijheid van vestiging. Zij profiteren namelijk niet daadwerkelijk van dit voordeel, omdat enerzijds de belastingvrije som als toeslag voor een kind ten laste wordt aangerekend bij het hoogste belastbare inkomen van het echtpaar, en anderzijds dit inkomen is ontvangen in een andere lidstaat in België en is vrijgesteld in België. In het licht van de vrijheid van vestiging is het dus de vraag of de toepassing van de Belgische belastingregeling voor het echtpaar in de zaak als echtpaar genomen, een nadeel meebrengt, dat voortvloeit uit het feit dat de man zijn volledige inkomen in een andere lidstaat ontvangt en het echtpaar hierdoor het daadwerkelijke voordeel van de aanvullende vrijstelling voor kind ten laste wordt ontzegd. In het kader van de prejudiciële vraag wenst de rechtbank van het Hof van Justitie te vernemen of artikel 49 EU aldus moet worden uitgelegd dat het in de weg staat van de toepassing van een belastingregeling van een lidstaat als die aan de orde in deze zaak, die tot gevolg heeft dat een echtpaar dat in deze lidstaat woont en zowel in deze lidstaat als in een andere lidstaat inkomsten ontvangt, een bepaald fiscaal voordeel wordt onthouden vanwege de voorwaarden waaronder dit voordeel wordt aangerekend, ofschoon dit echtpaar hierop wel recht zou hebben indien het alle of het grootste deel van zijn inkomsten in de woonstaat ontving. Traditioneel begint de advocaat-generaal met de visie dat de directe belastingen volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren, die niettemin verplicht zijn deze bevoegdheid met eerbiediging van het Unierecht uit te oefenen (HvJ 14 februari 1995, C 279/93). Het Hof van Justitie heeft met name herhaaldelijk benadrukt dat de lidstaten bij gebrek aan unificatie- of harmonisatiemaatregelen van de Europese Unie bevoegd blijven om de criteria voor de belasting van de inkomsten en het vermogen vast te stellen teneinde, in voorkomend geval door het sluiten van een overeenkomst, dubbele belastingheffing te voorkomen. In dat verband staat het hun vrij om in het kader van dubbelbelastingverdragen aanknopingspunten vast te stellen voor de verdeling van de -2-

3 heffingsbevoegdheid (H.v.J. 12 mei 1998, C 336/96). Deze verdeling van de heffingsbevoegdheid staat de lidstaten echter niet toe maatregelen te nemen die in strijd zijn met de door het verdrag gewaarborgde verkeersvrijheden. Bij de uitoefening van de in dubbelbelastingverdragen aldus verdeelde heffingsbevoegdheid dienen de lidstaten zich te houden aan de regels van het Unierecht. Ook wordt er, voor zover nodig, nog eens aan herinnerd dat het volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie in beginsel de zaak van de woonstaat is om alle aan de persoonlijke en de gezinssituatie verbonden fiscale voordelen aan de belastingplichtige toe te kennen, omdat deze lidstaat, uitzonderingen daargelaten, de persoonlijke draagkracht van de belastingplichtige het best kan beoordelen, aangezien hij daar het centrum van zijn persoonlijke en vermogensrechtelijke belangen heeft (H.v.J. 16 mei 2000, C 87/99). De verplichting om de persoonlijke en de gezinssituatie in aanmerking te nemen, komt slechts op de werkstaat te rusten wanneer de belastingplichtige zijn belastbaar inkomen geheel of nagenoeg geheel aldaar verdient en in de woonstaat geen inkomen van betekenis verwerft, zodat deze laatste hem niet de voordelen kan toekennen die uit het in aanmerking nemen van zijn persoonlijke en gezinssituatie voortvloeien. De advocaat-generaal herinnert aan deze beginselen alvorens hij de verenigbaarheid van de toepassing van de Belgische regeling met de vrijheid van vestiging onderzoekt. Welnu, de advocaat-generaal is wel degelijk van mening dat de Belgische belastingregeling er aanleiding toe geeft dat echtparen die burger zijn van de Europese Unie en wonen op het grondgebied van België, verschillend worden behandeld naargelang de herkomst en de omvang van hun inkomsten, hetgeen hen ervan kan afschrikken de door het verdrag gewaarborgde vrijheden, meer bepaald de vrijheid van vestiging, uit te oefenen. Deze regeling kan de onderdanen van deze staat ten eerste ervan afschrikken gebruik te maken van hun recht van vrij verkeer alsook van hun recht van vrije vestiging door hun werkzaamheden duurzaam in een andere lidstaat uit te oefenen terwijl zij in de eerste lidstaat blijven wonen. Ook kan deze regeling onderdanen van andere lidstaten ervan afschrikken om als burger van de Europese Unie hun recht van vrij verkeer uit te oefenen door in deze lidstaat te gaan wonen, met name voor gezinshereniging, terwijl zij duurzaam werkzaamheden blijven verrichten in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn. Meer in het algemeen vormt de Belgische belastingregeling vanuit diens visie een belemmering voor de garanties die de burgers van de Europese Unie aan het verdrag ontlenen, aangezien zij geen rekening houdt met grensoverschrijdende situaties zoals aan de orde en het dus niet mogelijk maakt de negatieve gevolgen uiteindelijk weg te nemen die zij kan meebrengen voor de uitoefening van die vrijheden. Het echtpaar heeft namelijk een deel van de vrijstellingen die zijn bedoeld voor woonachtige echtparen niet ontvangen als gevolg van het feit dat een van de echtelieden zijn vrijheid van vestiging heeft uitgeoefend en alleen vanwege de wijze waarop de in de Belgische belastingregeling bepaalde aanvullende vrijstelling voor kind ten laste wordt aangerekend. In casu is inderdaad in Duitsland wel rekening gehouden met de persoonlijke en gezinssituatie van de man. Toch kan niet worden gezegd dat de toekenning van dit belastingvoordeel in Duitsland het verlies van het belastingvoordeel kan compenseren dat verzoekers in het hoofdgeding in België hebben geleden. De toekenning van de Duitse regeling is namelijk een zuiver conjuncturele omstandigheid die op ieder moment kan veranderen, aangezien de Bondsrepubliek Duitsland dit voordeel kan schrappen of verlagen zonder dat dit leidt tot enige wijziging in de voorwaarden voor toekenning van de aanvullende vrijstelling voor kind ten laste in België. De verenigbaarheid van de Belgische belastingregeling met het recht van de Unie kan echter niet van dergelijke omstandigheden afhangen. In dat verband heeft het Hof van Justitie herhaaldelijk gesteld dat een fiscale achterstelling door een lidstaat die in strijd is met een fundamentele vrijheid in beginsel niet kan worden gerechtvaardigd door het bestaan van andere fiscale voordelen (H.v.J. 18 juli 2007, C 182/06). Een lidstaat kan, meer bepaald, geen beroep doen op het bestaan van een voordeel dat unilateraal is toegekend door een andere lidstaat om aan zijn verplichtingen krachtens het verdrag, met name de bepalingen inzake de vrijheid van vestiging, te ontkomen (H.v.J. 8 november 2007, C 379/05). De advocaat-generaal stelt dan ook in heldere bewoordingen dat de omstandigheid dat de persoonlijke en gezinssituatie van de man in casu gedeeltelijk in aanmerking is genomen in Duitsland bij zijn belasting als alleenstaande, en hij dus heeft kunnen profiteren van een belastingvoordeel, België dan ook niet kan ontslaan van zijn verplichting te verzekeren dat al zijn ingezetenen die zich in een gelijke situatie bevinden, gelijk worden behandeld en voor hen geen fiscale beperkingen op de door het verdrag gewaarborgde vrijheden in stand te laten. Voorts moet echter worden onderzocht in welke mate er geen zgn. rechtvaardigingsgronden voorhanden zijn. Zo betoogt de Belgische regering dat haar belastingregeling in ieder geval wordt gerechtvaardigd door de noodzaak een -3-

4 evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de lidstaten te bewaren. In alle geval, het Hof van Justitie heeft reeds erkend dat lidstaten kunnen verhinderen dat verliezen tweemaal worden verrekend. Dat principe komt bijvoorbeeld mooi tot uitdrukking in de befaamde Mark & Spencer-casus (H.v.J. 13 december 2005, C 446/03). Maar, de advocaatgeneraal stelt dat de voorliggende omstandigheid in ieder geval enkel het resultaat is van de parallelle toepassing van de Duitse en Belgische belastingregeling, zoals tussen beide lidstaten is overeengekomen in een dubbelbelastingverdrag. Deze lidstaten oefenen namelijk hun eigen bevoegdheden uit op het gebied van de directe belastingen. Uit één en ander volgt volgens de advocaat-generaal dat artikel 49 EU aldus moet worden uitgelegd dat het in de weg staat van de toepassing van een belastingregeling in een lidstaat zoals aan de orde in deze zaak, die tot gevolg heeft dat een echtpaar dat in deze staat woont en tegelijkertijd inkomsten in deze staat en in een andere lidstaat ontvangt, het recht op een bepaald belastingvoordeel wordt onthouden wegens de voorwaarden waaronder dit voordeel wordt aangerekend, terwijl dit echtpaar aanspraak zou kunnen maken op dit voordeel indien de echtgenoten al hun inkomsten of het grootste deel daarvan in hun woonstaat ontvingen. Bemerking Het Hof van Justitie is in deze casus voor het eerst geconfronteerd met de vraag of een lidstaat het niettoekennen van een fiscaal voordeel, in casu een belastingvrijstelling voor een kind ten laste, aan een ingezeten echtpaar, waarvan een van de echtelieden gebruik heeft gemaakt van de door het EU-verdrag gegarandeerde vrijheden, kan rechtvaardigen door de omstandigheid dat deze echtgenoot een soortgelijk voordeel heeft genoten in het kader van zijn belasting in een andere lidstaat. Het Hof van Justitie werd meer in het algemeen gevraagd zijn rechtspraak te preciseren op basis waarvan het in beginsel aan de woonstaat is de algehele persoonlijke en gezinssituatie van de belastingplichtige in aanmerking te nemen, behalve in het geval waarin deze belastingplichtige het hoofddeel van zijn inkomsten in een andere lidstaat ontvangt. Het Hof van Justitie is nu aan zet. De advocaat-generaal ziet alleszins geen afdoende rechtvaardigingsgronden. De nieuwe Limosa-melding: België opnieuw op de vingers getikt door Europa voor de belemmering van het vrije verkeer van diensten en personen Sigrid Vandebroek zaakvoerder To the Next Level BVBA 1. Introductie: overzicht Met ingang van 1 april 2007 voerde de Belgische wetgever de Limosa-melding in. Het letterwoord Limosa staat voor Landoverschrijdend Informatiesysteem ten behoeve van MigratieOnderzoek bij de Sociale Administratie. De melding kadert in het ruimere Limosaproject, waarbij de Belgische overheid betere garanties wenst te scheppen voor het vrije verkeer van diensten en personen. De Limosa-melding moet leiden tot legale tewerkstelling in België, met respect voor de Belgische en Europese regels. Het is een middel in de strijd tegen de oneerlijke concurrentie en sociale fraude en laat de overheid toe na te gaan hoeveel buitenlandse personen in België activiteiten uitoefenen. Alle Belgische administraties hebben toegang tot de Limosa-databank, met als bedoeling doelgerichtere controles te kunnen uitvoeren. Volgens een persbericht van de Staatssecretaris voor fraudebestrijding heeft de aangifteplicht in 2011 het aantal Oost-Europese schijnzelfstandigen aanzienlijk doen dalen. Niettegenstaande het doel van de Belgische overheid om meer garanties te geven voor het vrije verkeer van diensten en personen, oordeelde het Europees Hof van Justitie bij arrest van 19 december 2012 dat de Limosaaangifte voor zelfstandigen een belemmering vormt voor het vrije verkeer van diensten en personen. Het Hof stelt in zijn arrest dat een lidstaat (in casu België) van een in een andere lidstaat gevestigde zelfstandige, die zich op zijn grondgebied begeeft om aldaar een dienst te verrichten, kan opleggen dat een aantal specifieke gegevens worden meegedeeld. In het geval van de Limosa-melding wordt echter te gedetailleerde informatie gevraagd. Daarenboven kan België niet aantonen waarom deze zeer gedetailleerde informatie nodig is om de doelstelling, met name het tegengaan van sociale fraude, -4-

5 te bereiken. Een dergelijke belemmering van het vrije verkeer van diensten en personen is enkel gerechtvaardigd wanneer deze een dwingende reden van algemeen belang heeft en evenredig is met het beoogde doel. De Belgische overheid kon na dit arrest de Limosamelding voor zelfstandigen niet langer in stand houden en deze werd bijgevolg geschorst. De melding voor werknemers en stagiairs bleef van toepassing. De Belgische wetgever heeft ondertussen de regels betreffende de Limosa-melding aangepast. Hiertoe werd op 19 maart 2013 een KB uitgevaardigd. Bij deze wijziging wordt zowel de meldingsplicht in hoofde van de zelfstandigen, als deze in hoofde van de werknemers en stagiairs, aangepast. 2. Limosa-melding: anno april 2007 De Limosa-melding houdt in dat elke buitenlandse werknemer, zelfstandige en stagiair, die niet valt onder de toepassing van de Belgische sociale zekerheid, zijn activiteiten in België op voorhand aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen moet melden. Deze melding gebeurt elektronisch via een daartoe opgerichte website, Het aantal gegevens dat moet worden gemeld is uitgebreid. Voor werknemers en zelfstandigen de identificatiegegevens van de Belgische klant of opdrachtgever; de arbeidsplaats in België waar de prestaties effectief zullen worden geleverd; de identificatiegegevens van de werknemer of zelfstandige; in geval van een werknemer: de identificatiegegevens van de werkgever. Voor (zelfstandige) stagiairs de identificatiegegevens van de Belgische instelling waar de stage gevolgd wordt; de plaats in België waar de stage effectief zal verlopen; identificatiegegevens van de stagiair; de identificatiegegevens van de buitenlandse instelling waar de stagiair zijn studie of zijn beroepsopleiding volgt. Voor de werknemers en zelfstandigen die regelmatig in meerdere lidstaten worden tewerkgesteld, bestaat er een vereenvoudigde meldingsplicht waarbij minder informatie moet worden gegeven en een melding voor een langere periode (12 maanden) kan gebeuren. 3. Limosa-melding: anno juli Wijzigingen voor buitenlandse zelfstandigen, werknemers en stagiairs Het KB van 19 maart 2013 brengt wijzigingen in de verplichte Limosa-melding aan, met als doel de mee te delen gegevens te beperken en de gevraagde gegevens te motiveren in het kader van de strijd tegen de sociale fraude. Het betreft een beperkt aantal wijzigingen. De aangebrachte wijzigingen hebben niet enkel betrekking op de buitenlandse zelfstandigen, die door het arrest werden geviseerd, maar ook op de buitenlandse werknemers en stagiairs. Volgende wijzigingen werden doorgevoerd: Voor de buitenlandse werknemers Beperking van de gegevens die moeten worden gemeld, als volgt: het nationaal identificatienummer in het land van oorsprong, de wekelijkse arbeidsduur en de aard van de diensten die zullen worden verricht, moeten niet langer worden meegedeeld; hier moet enkel worden gemeld of de werknemer als uitzendkracht of in de bouwsector wordt gedetacheerd; de opgevraagde gegevens worden meer gebundeld (van 10 naar 7 categorieën). Voor de buitenlandse zelfstandigen Beperking van de gegevens die moeten worden gemeld, als volgt: het nationaal identificatienummer in het land van oorsprong, de aard van de diensten die zullen worden verricht, het buitenlandse btw-identificatienummer en de identificatiegegevens betreffende de lasthebber die de voorafgaande melding doet, moeten niet langer worden gemeld; hier moet enkel worden gemeld of de zelfstandige al dan niet in de bouwsector zal werken; de opgevraagde gegevens worden meer gebundeld (van 9 naar 5 categorieën). Voor de buitenlandse stagiairs (werknemers en zelfstandigen) Hier is er een uitbreiding van de gegevens die moeten worden gemeld, als volgt: plaats waar de tewerkstelling in België plaatsvindt, het werkrooster (voor werknemers stagiairs) en of er al dan niet activiteiten in de bouw worden verricht; werknemer stagiairs: 7 categorieën van gegevens in plaats van 6; -5-

6 zelfstandige stagiairs: behoud van 6 categorieën van gegevens. 3.2 De vereenvoudigde meldingsplicht Deze specifieke meldingsplicht, van toepassing op werknemers en zelfstandigen die regelmatig in meerdere lidstaten worden tewerkgesteld, wordt afgeschaft. De mogelijkheid om een meldingsplicht voor een langere periode (max. 12 maanden) te doen blijft echter bestaan. De bouwsector en de uitzendsector blijven uitgesloten van de mogelijkheid om een vereenvoudigde meldingsplicht te doen. 3.3 Annuleren van een melding De vervaltermijn voor het annuleren van een gemelde tewerkstelling, die uiteindelijk niet doorgaat, wordt opgeheven. Tot de inwerkingtreding van de wijzigingen moet de annulering van een dergelijke melding nog gebeuren vóór het einde van de 1ste kalenderdag van de aangegeven tewerkstellingsperiode. De bovenstaande wijzigingen treden in werking per 1 juli Tot deze datum blijft de melding van buitenlandse zelfstandigen opgeschort. Volgens bepaalde bronnen heeft de sociale inspectie bevestigd om het ontbreken van een Limosa-melding voor zelfstandigen tot en met 30 juni 2013 niet te sanctioneren. Opgelet, de melding van de werknemers en stagiairs is niet opgeschort en blijft in zijn huidige versie bestaan tot 30 juni of zelfstandige. Daarenboven kunnen ook de opdrachtgever of eindgebruiker worden gesanctioneerd, wanneer deze zijn controleplicht niet correct naleeft. 4. Besluit Niettegenstaande het feit dat het Europese Hof van Justitie enkel opmerkingen heeft geformuleerd ten aanzien van de voorafgaande meldingsplicht voor buitenlandse zelfstandigen, heeft de Belgische wetgever beslist ook de meldingsplicht voor buitenlandse werknemers en stagiairs aan te passen. Daarenboven heeft de wetgever beslist om alle gevraagde gegevens te motiveren. Voor elke categorie van gegevens die moeten worden gemeld, wordt aangegeven waarom deze informatie nodig is bij de strijd tegen de sociale fraude, de schijnzelfstandigheid en zwartwerk. De Belgische overheid is ervan overtuigd dat de Limosamelding en de opgevraagde gegevens nu in lijn zijn met de Europese regels. Het blijft echter afwachten wat de reactie van de Europese Commissie zal zijn en of de betreffende melding overeind blijft. Het aangiftesysteem blijft immers een controlesysteem en niet louter een meldingssysteem. Naast de Limosa-melding moet de buitenlandse zelfstandige, werknemer en stagiair uiteraard nog andere sociale en fiscale verplichtingen naleven wanneer hij in België werkzaamheden komt verrichten. De afwezigheid van een Limosa-melding leidt tot zware sancties in hoofde van de werkgever, onderwijsinstelling Nieuwe berekeningswijze VAA bedrijfswagen niet ongrondwettelijk Zoals bekend is er met ingang van een nieuwe berekeningswijze ingevoerd voor de berekening van het voordeel van alle aard dat voortvloeit uit de gratis beschikking over een bedrijfswagen. Deze regeling heeft van bij haar invoering tal van reacties losgeweekt. Zo zou ze het gelijkheidsbeginsel schenden en zou er sprake zijn van bevoegdheidsoverschrijding van de wetgever, zaken die ertoe zouden kunnen leiden dat de regeling strijdig is met de Grondwet. Recent heeft het Grondwettelijk Hof zich gebogen over de nieuwe berekeningswijze, maar deze heeft de grondwettelijke toets met glans doorstaan. Volgende elementen kwamen in één en hetzelfde arrest aan bod, en werden dus niet problematisch bevonden: het feit dat de federale wetgever in de berekening rekening houdt met de CO 2 -uitstoot van het betrokken voertuig, wat een gewestmaterie is, en daardoor haar bevoegdheid zou hebben overschreden; het feit dat de waarde die het resultaat is van de nieuwe berekening niet langer overeenstemt met de werkelijke waarde van het voordeel voor de verkrijger, ingevolge de opname van de CO 2 -coëfficënt in de formule; het feit dat geen rekening wordt gehouden met kortingen op de aankoopprijs; -6-

7 het feit dat sommige werknemers van hun werkgever geen keuze krijgen wat betreft de opties en deze dus opgelegd krijgen; het feit dat de koning jaarlijks de referentie-co 2 -uitstoot bepaalt, in functie waarvan de CO 2 -coëfficiënt wordt vastgelegd die is opgenomen in de gebruikte formule, en dus een invloed heeft op de grootte van de belasting, wat gelet op het legaliteitsbeginsel niet zou kunnen (cf. geen belasting dan door een wet); het feit dat de formule alleen rekening houdt met de in België bekendgemaakte catalogusprijs; het feit dat geen rekening wordt gehouden met voorwaarden of beperkingen inzake het privégebruik van het voertuig. Voor meer details over de redenen waarom voormelde zaken niet problematisch zijn, verwijzen we naar het arrest. Bron: arrest van het Grondwettelijk Hof van , nr. 83/2013, VAA verkregen van slapende vennootschappen blijft VAA Stel dat u aandeelhouder/zaakvoerder bent van een slapende vennootschap. U hoeft geen intresten te betalen op de gratis lening. In principe doet deze een voordeel van alle aard ontstaan dat bij de inkomsten van de bedrijfsleider moet worden geteld. Toch geen voordeel? Een belastingplichtige was van oordeel dat dit niet het geval is omdat de vennootschap slapend is. Hij heeft geen prestaties geleverd als zaakvoerder en dus kan het voordeel ook geen vergoeding zijn voor prestaties. Hij is van oordeel dat het voordeel ontstaat als gevolg van het aandeelhouderschap en dus in zijn hoofde niet belastbaar is. De Administratie zou niet aantonen dat er een rechtstreeks of onrechtstreeks causaal verband bestaat tussen het mandaat als zaakvoerder en het voordeel. Administratie vindt van wel De Administratie daarentegen is van mening dat een ontvangen voordeel een belastbare bezoldiging uitmaakt wanneer het rechtstreeks of onrechtstreeks zijn oorsprong vindt in de uitoefening van het bedrijfsleidersmandaat en dat het aan de bedrijfsleider toegekende voordeel niet noodzakelijk de tegenprestatie moet zijn van een beroepswerkzaamheid. Hof volgt de Administratie De zaak belandt bij het hof van beroep, dat van oordeel is dat voordelen van alle aard verkregen van een slapende vennootschap blijvend de aard hebben van een VAA, hoewel de bedrijfsleider niet echt actief is geweest in die hoedanigheid. Het hof volgt de Administratie en stelt dat de beroepsactiviteit van de vennootschap en die van de zaakvoerder niet mogen worden verward. Deze laatste heeft zijn werkzaamheid als bedrijfsleider behouden. De machtspositie van de bedrijfsleider in de vennootschap biedt de mogelijkheid zich voordelen van alle aard toe te kennen. Het oorzakelijke verband tussen de voordelen van alle aard en de werkzaamheid van de belastingplichtige als bedrijfsleider staat hierdoor vast. Bron: arrest van het hof van beroep van Antwerpen van , nr. 2012/AR/999, -7-

8 Uitstel voor btw-belastingplichtigen: faciliteiten zomervakantie 2013 De FOD Financiën verleent tijdens de zomervakantie 2013 aan de btw-plichtigen een versoepeling van de termijnen voor het indienen van de aangiften en voor de verschuldigde betalingen evenals voor het indienen van de intracommunautaire opgaven. Aangiften De uiterste datum voor indiening is 9 augustus 2013 in plaats van 22 juli 2013 voor: de maandaangiften met betrekking tot de verrichtingen van de maand juni 2013, de kwartaalaangiften met betrekking tot de verrichtingen van het 2de kwartaal De uiterste datum voor indiening van de maandaangiften met betrekking tot de verrichtingen van de maand juli 2013 is 10 september 2013 in plaats van 20 augustus Opgaven Bovendien hebben de btw-belastingplichtigen de mogelijkheid hun kwartaalopgave van de intracommunautaire handelingen met betrekking tot het tweede kwartaal 2013 evenals de maandopgave van de intracommunautaire handelingen met betrekking tot de maand juni 2013, in te dienen uiterlijk op 9 augustus 2013 in plaats van 22 juli De maandopgave van de intracommunautaire handelingen met betrekking tot de maand juli 2013 kan worden ingediend uiterlijk op 10 september 2013 in plaats van 20 augustus Betalingen De FOD Financiën herinnert eraan dat inzake de betalingen, alle belastingplichtigen ertoe gehouden blijven de verschuldigde btw of het voorschot te betalen op de normale vervaldata, te weten uiterlijk 22 juli 2013 en 20 augustus Indien het bedrag dat betaald wordt op één van de voormelde vervaldagen kleiner is dan hetgeen werkelijk zou verschuldigd zijn, zal de rekening-courant gedebiteerd worden met de interesten, berekend overeenkomstig de bepalingen van het btw-wetboek. De interesten kunnen evenwel worden opgeheven indien op de hierboven bedoelde vervaldagen aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt en voor zover de aan de Staat verschuldigde belasting, voortspruitende uit de ingediende btw-aangifte (vak 71), euro niet overschrijdt. De belastingplichtigen kunnen verdere inlichtingen bekomen bij hun btw-controlekantoor. In beginsel zal de opheffing van de interesten ambtshalve gebeuren zonder de tussenkomst van de belastingplichtige. Bron: persbericht FOD Financiën d.d Colofon K e r n r e d a c t i e : Katelijn Callewaert (PricewaterhouseCoopers Tax Consultants), Lode Agache (Grant Thornton Accountants en Belastingconsulenten), Patrick Vanden Bosch (Fiduciaire Antwerpen), Ria Verheyen (Grant Thornton Bedrijfsrevisoren). A d v i e s r a a d : Guy Poppe (De Broeck Van Laere & Partners), Eric Spruyt (Berquin Notarissen), Alain Claes (De Broeck Van Laere & Partners), Tim Baart (Advocatenkantoor Laga). E i n d r e d a c t i e : Mieke Boone, mieke.boone@wpg.be Verantwoordelijke uitgever: Jeroen Overstijns, Mechelsesteenweg 203, 2018 Antwerpen, Klantendienst: tel. 03/ , fax 03/ , professional@standaarduitgeverij.be. De nieuwsbrief Accountancy & fiscaliteit is een nieuwsbrief van Standaard Uitgeverij/WPG Uitgevers België, is ook elektronisch raadpleegbaar op en verschijnt 44 keer per jaar. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag gereproduceerd, overgenomen of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie streeft naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk gesteld kan worden. -8-

Datum van inontvangstneming : 26/07/2012

Datum van inontvangstneming : 26/07/2012 Datum van inontvangstneming : 26/07/2012 Vertaling C-303/12-1 Zaak C-303/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 juni 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/043 1 BERAADSLAGING NR. 07/015 VAN 27 MAART 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN STAGIAIRS AAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*) ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*) Prejudiciële verwijzing Inkomstenbelasting Wetgeving ter voorkoming van dubbele belasting Belasting van in een andere lidstaat dan de woonstaat

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 januari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 januari 2007 * ARREST VAN 25. 1. 2007 ZAAK C-329/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 25 januari 2007 * In zaak C-329/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 juli 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 juli 2007 * LAKEBRINK EN PETERS-LAKEBRINK ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 18 juli 2007 * In zaak C-182/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Cour

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Vertaling C-176/15-1 Zaak C-176/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 april 2015 Verwijzende rechter: Tribunal de première instance

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010 PERSMEDEDELING Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010 De Heer Didier Reynders, Vice-premier en Minister van Financiën, deelt mee dat de richtlijn 2008/8/EG van de

Nadere informatie

51862 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

51862 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 51862 BELGISCH STAATSBLAD 07.07.2014 MONITEUR BELGE GRONDWETTELIJK HOF Uittreksel uit arrest nr. 68/2014 van 24 april 2014 [2014/203726] Rolnummers : 5619 en 5627 In zake : de prejudiciële vragen betreffende

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T Rolnummer 5942 Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/09/2017

Datum van inontvangstneming : 15/09/2017 Datum van inontvangstneming : 15/09/2017 Samenvatting C-480/17-1 Zaak C-480/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van 2 augustus 2007;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van 2 augustus 2007; SCSZ/07/145 1 BERAADSLAGING NR. 07/047 VAN 4 SEPTEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN, STAGIAIRS EN ZELFSTANDIGE STAGIAIRS

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

LIMOSA is de afkorting voor " Landenoverschrijdend Informatiesysteem ten behoeve van MigratieOnderzoek bij de Sociale Administratie".

LIMOSA is de afkorting voor  Landenoverschrijdend Informatiesysteem ten behoeve van MigratieOnderzoek bij de Sociale Administratie. Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Limosa-meldingsplicht 1. Inleiding Sinds 1 april 2007 moeten buitenlandse

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/178 BERAADSLAGING NR. 07/068 VAN 4 DECEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING DOOR SOCIALE INSPECTIEDIENSTEN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 FEBRUARI 2012 F.10.0115.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0115.N 1. K.P., 2. H.D.S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050

Nadere informatie

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd Page 1 of 7 Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/633.468) dd. 01.07.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB/Geschillen

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Rolnummer 6260. Arrest nr. 80/2016 van 25 mei 2016 A R R E S T

Rolnummer 6260. Arrest nr. 80/2016 van 25 mei 2016 A R R E S T Rolnummer 6260 Arrest nr. 80/2016 van 25 mei 2016 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 132bis en 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 10.06.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft : Verzoekschrift 0006/2011, ingediend door Arsène Schmitt (Franse nationaliteit), namens het Comité Défense

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2...

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in 2010 ... A1 =... B1 251 ... A2 =... B2... Identiteit:.. Repertoriumnummer:.. Ondernemingsnr. of nationaal nr.:. TABEL voor de berekening van de vrijstelling voor bijkomend personeel (artikel 67ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 * ARREST VAN 14. 12. 2000 ZAAK C-141/99 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 * In zaak C-141/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/005 BERAADSLAGING NR 09/004 VAN 13 JANUARI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL P. LÉGER van 13 maart

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL P. LÉGER van 13 maart GERRITSE CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL P. LÉGER van 13 maart 2003 1 1. Het onderhavige verzoek om een prejudiciële beslissing van het Finanzgericht Berlin (Duitsland) betreft de fiscale situatie voor

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Rolnummers 5619 en 5627. Arrest nr. 68/2014 van 24 april 2014 A R R E S T

Rolnummers 5619 en 5627. Arrest nr. 68/2014 van 24 april 2014 A R R E S T Rolnummers 5619 en 5627 Arrest nr. 68/2014 van 24 april 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Zaak C-446/04 Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van 01.03.2018 van het Grondwettelijk Hof inzake het verzoek tot nietigverklaring van de Fairness Tax Samenvatting

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Une indemnité de non concurrence est-elle une indemnité de préavis déguisée? Arrêt Advocaten:

Nadere informatie

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties.

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. ADVIES Nr 29 / 1997 van 5 november 1997 O. Ref. : 10 / A / 1997 / 014 BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. De Commissie voor

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Tijdelijke opdrachten in België Nieuwe regels

Tijdelijke opdrachten in België Nieuwe regels Tijdelijke opdrachten in België Nieuwe regels W E R K E N I N B E L G I Ë LIMOSA Meldingsplicht voor buitenlandse werknemers, zelfstandigen en stagiairs in België Vanaf 1 april 2007 moeten werknemers,

Nadere informatie

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider Home > Recente wijzigingen > FAQ Btw Deeleconomie FAQ Btw Deeleconomie Betreft de mogelijkheid tot het ruilen en het delen van ruimtes, goederen of werktuigen tussen particulieren via een elektronisch

Nadere informatie

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven Beslissing BTW nr. E.T. 116.111 dd. 21.02.2011 Verrichten van onderzoekswerk, met inbegrip van klinische proeven, verricht door artsen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Belastingplichtige die enkel vrijgestelde handelingen verricht waarvoor

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/09/2012

Datum van inontvangstneming : 13/09/2012 Datum van inontvangstneming : 13/09/2012 Vertaling C-375/12-1 Zaak C-375/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2012 Verwijzende rechter: Tribunal administratif de Grenoble

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/575.580 (AOIF 33/2007). Bericht aan de vennootschappen.. Zelfstandige bedrijfsleider. Sociaal voordeel aan het personeel.. Voordeel van alle

Nadere informatie

1. Btw voor notarissen en gerechtsdeurwaarders positieve btw-herziening

1. Btw voor notarissen en gerechtsdeurwaarders positieve btw-herziening NIEUWSBRIEF BTW 31/01/2012 1. Btw voor notarissen en gerechtsdeurwaarders positieve btw-herziening Per 1 januari 2012 zijn notarissen en gerechtsdeurwaarders onderworpen aan btw. In een afzonderlijke mededeling

Nadere informatie

Date de réception : 27/12/2011

Date de réception : 27/12/2011 Date de réception : 27/12/2011 Resumé C-577/11-1 Zaak C-577/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/15/135 BERAADSLAGING NR 09/004 VAN 13 JANUARI 2009, GEWIJZIGD OP 1 SEPTEMBER 2015, MET BETREKKING TOT DE

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

WETGEVER TREEDT OP TEGEN VOORDELEN IN DE VORM VAN AANDELEN DIE EEN BUITENLANDSE VENNOOTSCHAP TOEKENT AAN WERKNEMERS IN BELGIE

WETGEVER TREEDT OP TEGEN VOORDELEN IN DE VORM VAN AANDELEN DIE EEN BUITENLANDSE VENNOOTSCHAP TOEKENT AAN WERKNEMERS IN BELGIE WETGEVER TREEDT OP TEGEN VOORDELEN IN DE VORM VAN AANDELEN DIE EEN BUITENLANDSE VENNOOTSCHAP TOEKENT AAN WERKNEMERS IN BELGIE An De Reymaeker fiscaal advocaat-vennoot Vandendijk & Partners Ondernemingen

Nadere informatie

Kosten eigen aan de werkgever

Kosten eigen aan de werkgever CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Kosten eigen aan de werkgever info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com De bedragen die aan

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Den Haag, J A N 2014 Kenmerk: DGB 2014-20 X Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank te Breda van 4 december 2013, nr. 12/04836, op een beroepschrift van H i H n N M te «(Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 * In zaak C-169/03, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Regeringsrätt (Zweden), in het aldaar aanhangige geding tussen Florian

Nadere informatie

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever.

1. Deze circulaire heeft betrekking op de anciënniteitspremies die aan werknemers worden toegekend tijdens hun loopbaan bij een werkgever. Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Directie I/5B Circulaire nr. Ci.RH.241/608.543 (AAFisc Nr. 27/2011) dd. 23.05.2011 Personenbelasting Beroepsinkomen Anciënniteitspremie Vrijgesteld

Nadere informatie

- Nieuwe loongrenzen vanaf 1 januari 2013 betreffende de Wet op de Arbeidsovereenkomsten. Wet (oorspronkelijke bruto bedragen)

- Nieuwe loongrenzen vanaf 1 januari 2013 betreffende de Wet op de Arbeidsovereenkomsten. Wet (oorspronkelijke bruto bedragen) DECEMBER NIEUWS - Nieuwe loongrenzen vanaf 1 januari 2013 betreffende de Wet op de Arbeidsovereenkomsten De toepassing van bepaalde clausules en de mate waarin deze kunnen worden toegepast, is afhankelijk

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 6141 Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, 5, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummers 5482, 5507 en 5519. Arrest nr. 100/2013 van 9 juli 2013 A R R E S T

Rolnummers 5482, 5507 en 5519. Arrest nr. 100/2013 van 9 juli 2013 A R R E S T Rolnummers 5482, 5507 en 5519 Arrest nr. 100/2013 van 9 juli 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/10/2014

Datum van inontvangstneming : 21/10/2014 Datum van inontvangstneming : 21/10/2014 Vertaling C-432/14-1 Zaak C-432/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 september 2014 Verwijzende rechter: Conseil de prud hommes de

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk 3 HOOFDSTUK I De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk AFDELING 1 Inleiding Doelstelling Achtergrond Sinds 1 juli 2005 geldt een fiscale lastenverlaging voor

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Vertaling C-603/12-1 Zaak C-603/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2012 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Hannover

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 maart 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 maart 2007 * TALOTTA ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 maart 2007 * In zaak 0383/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Hof van Cassatie (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Vertaling C-32/13-1 Zaak C-32/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 januari 2013 Verwijzende rechter: Sozialgericht Nürnberg (Duitsland)

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.855 ------------------------------ Zitting van dinsdag 25 juni 2013 ------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.855 ------------------------------ Zitting van dinsdag 25 juni 2013 ------------------------------------------ A D V I E S Nr. 1.855 ------------------------------ Zitting van dinsdag 25 juni 2013 ------------------------------------------ Ontwerp van wet tot wijziging van het Hoofdstuk 8 van Tiel IV van de programmawet

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/02/2014

Datum van inontvangstneming : 17/02/2014 Datum van inontvangstneming : 17/02/2014 C-9/-14-1 Luxembcurg l i!frp Hoge Raad der Nederlanden Entree 1 3 JAN. 201~ --------- Derde Kamer Nr. 12/02305 13 december 2013 Arrest Ingeschreven in het register

Nadere informatie

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M Inkomstenbelasting. Keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaal - en terugnameregeling bij negatieve inkomsten uit eigen woning en belastingvermindering bij keuzerecht Directoraat-generaal

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * K" LINE AIR SERVICE EUROPE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * In zaak C-131/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel,

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart 2007. Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart 2007. Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2006/2/11 ARREST van 19 maart 2007 Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT Procestaal : Nederlands ARRET du 19 mars 2007 En cause METABOUW BOUWBEDRIJF

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 (1)

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 1 juli 2004 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Eerste

Nadere informatie

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht

Nadere informatie

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS 788-2018 ADVIES betreffende DE AFBAKENING VAN DE RISICOSECTOREN VOOR DE VERPLICHTE LIMOSA-AANGIFTE VOOR ZELFSTANDIGEN (goedgekeurd door het bureau op 19

Nadere informatie

Brondatum:

Brondatum: Keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaal- en terugnameregeling bij negatieve inkomsten uit eigen woning en belastingvermindering bij keuzerecht Brondatum: 26-04-2013 De keuzeregeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019 1/5 Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot de attesten voor de belastingvermindering voor premies voor een rechtsbijstandsverzekering (CO-A-2019-120)

Nadere informatie

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht'

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht' Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht' Bart Vereecke redacteur MoneyTalk en Trends 14/04/18 om 13:40 - Bijgewerkt op 15/04/18 om 00:57 Het Europees Hof van

Nadere informatie

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt?

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? FAQ - TAX REFORM 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? Hiervoor moet men in twee stappen te werk gaan. In eerste instantie moeten de intresten op «staatsbons

Nadere informatie

Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen

Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen Bijlage bij 12.12 Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen De wijziging van de teruggaafprocedure geldt enkel voor belastingplichtigen die gevestigd zijn binnen de lidstaten. Volgens

Nadere informatie

van advocaten vanaf 1 januari 2014. Een kort overzicht van de het btw-statuut van de advocaat

van advocaten vanaf 1 januari 2014. Een kort overzicht van de het btw-statuut van de advocaat Opheffing van de btwvrijstelling voor de diensten van advocaten vanaf 1 januari 2014. Een kort overzicht van de het btw-statuut van de advocaat Opheffing van de btwvrijstelling voor de diensten van advocaten

Nadere informatie

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten

Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten Toelichting bij het jaaroverzicht van dividenden en interesten U ontvangt/ontving in de loop van de maand april/mei van KBC een jaaroverzicht van dividenden en interesten, eventueel samen met de eigenlijke

Nadere informatie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken 5.9.2018 A8-0260/ 001-023 AMENDEMENTEN 001-023 ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken Verslag Tom Vandenkendelaere A8-0260/2018 Gemeenschappelijk btw-stelsel met betrekking tot de speciale

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Vertaling C-388/18 1 Zaak C-388/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 juni 2018 Verwijzende rechter: Bundesfinanzhof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Circulaire Nr. Ci.RH.241/ (AAFisc 21/2011) dd

Circulaire Nr. Ci.RH.241/ (AAFisc 21/2011) dd Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Directie I/5A Circulaire Nr. Ci.RH.241/607.210 (AAFisc 21/2011) dd. 15.04.2011 Inkomstenbelasting Aanvullende vergoeding Forfaitaire vergoeding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.2.2018 COM(2018) 68 final 2018/0027 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Denemarken wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie