ISBN (paperback) NUR 133

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ISBN (paperback) NUR 133"

Transcriptie

1

2 ISBN (paperback) NUR 133 Uitgever: Accent Grave vof Golfresidentie NS Dronten T E info@accentgrave.nl I accentgrave.nl I handboekbuitenpromoveren.nl Boekontwerp: Edith van Beek (invorm.nl), Driehuis Coverbeeld: Shutterstock.com Fotografie: Bert de Jong (lambertdejong.nl), Den Haag Drukker: Ridderprint (ridderprint.nl), Ridderkerk Trefwoorden: academia, beoordelingscommissie, buitenpromotie, buitenpromovendi, buitenpromovendus, buitenpromoveren, copromotor, dissertatie, doctor, doctoreren, duopromotie, hoogleraar, hora est, leescommissie, manuscriptcommissie, pedel, proefschrift, professor, promotiebonus, promotiecommissie, promotieonderzoek, promotiepremie, promotievergoeding, promotor, promoveren, thesis, universiteit, verdedigen, verdediging Is this the life for you? It may be, if you have kept your mind active in the years since you were in college but have an uneasy feeling that you have rarely, if ever, stretched it to anything like its limit; if you have read, but widely rather than intensively, never having homed in on something so absorbing that you wanted to get into it deeply; if you have taken courses occasionally but found them superficial; if you have wondered, when encountering someone who seemed to have found an engrossing intellectual pursuit, if there might not be a field that would do that for you. Ronald Gross, The Independent Scholar s Handbook Referentie (APA): Basten, F.M.R.C., & Tiggelen, K.B. van (2015). Handboek Buitenpromoveren editie Hét oriëntatiepunt voor promoveren naast of na een carrière. Dronten: Accent Grave/Nijmegen: Campus Orleon. Referentie (MLA): Basten, Floor, en Kerstin van Tiggelen. Handboek Buitenpromoveren editie Hét oriëntatiepunt voor promoveren naast of na een carrière. Dronten: Accent Grave/Nijmegen: Campus Orleon, Print. Tweede, gewijzigde druk. Kalendis Octobribus MMXV (A.D.). Alle rechten voorbehouden. Disclaimer: aan de inhoud van dit boek kunnen geen rechten worden ontleend en de auteurs zijn niet aansprakelijk voor de gevolgen van het toepassen van de informatie uit dit handboek.

3 6 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Inhoud 7 INHOUD Promotiereglementen Verwarrende verschillen Voorwoord Léon de Caluwé Doctoraal, doctoraat en doctoral Voorwoord Roel in t Veld Bachelorthesis, masterthesis, doctoraatsthesis Voorwoord van de auteurs Promovendus en promotus Dr. worden via de Nederlandse doctorsgraad INLEIDING Vooropleiding Aanvullende eisen Buitenpromovendi: een grote en diverse groep Inhoudelijke aansluiting Geen stereotype buitenpromovendus Persoonlijke kwaliteiten Promotie en buitenpromotie Dr. worden via de internationale doctorsgraad PhD Begripsbepaling Vreemde taal Voor wie en hoe is dit handboek geschreven? Andere academische tradities De kandidaat-buitenpromovendus Genodigden op reis De buitenpromovendus Dr. worden via de internationale doctorsgraad DBA Andere promovendi Inhoudelijke verschillen (Co)promotoren en begeleiders Titel voor de naam Universiteiten die beleid willen maken voor buitenpromovendi Double degree programme Verantwoording Hoeveel waard De tijdlijn Joint doctorates Onderlinge afspraken AANTEKENINGEN Serieuze onderzoeksrelatie Duopromotie: samenwerken, maar ieder voor zich VERHALEN Vruchtbare constructie Buitenpromovendus Peter Klosse, eigenaar Hotel Gastronomique De Echoput, Specifieke vereisten Universiteit Maastricht De hbo-promovendus Promotor Yvonne Benschop, Radboud Universiteit Nijmegen Voordelen Buitenpromovendus Kees van Dusseldorp, predikant Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt), Nadelen Theologische Universiteit Kampen Netwerken van hbo-promovendi AANTEKENINGEN WEGEN NAAR DE WETENSCHAP Wat is promoveren? Gemaksdiensten Zelfstandigheid Communiceren in het wetenschappelijk discours Originaliteit Significante bijdrage aan de wetenschap Positie innemen, maar ook conformeren De cultuur rond promoveren AANTEKENINGEN VERHALEN Buitenpromovendus Ineke Strijp, directeur Strada Beheer interim-management, Tilburg University Buitenpromovendus Freek Peters, managing partner de Galan Groep, Tilburg University Promotor Arie de Ruijter, Tilburg University AANTEKENINGEN OVERWEGINGEN VOORAF... 83

4 8 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Inhoud Tien redenen om er niet aan te beginnen De investering Geen idee wat me te wachten staat Onbegrip uit naaste kring Het imago van de nerd Te lang en te veel met hetzelfde bezig zijn Faalangst en perfectionisme Nergens voor nodig De academische cultuur Wetenschappers zullen me toch wel niet begrijpen Te weinig ondersteuning Tien redenen om het zeker te doen De lol en de uitdaging De praktijk verbeteren Professionalisering De titel als beloning en erkenning Verwachtingen van de buitenwereld Positie op de (arbeids)markt Een kader vinden Het onderwerp identiteit geven in de wetenschap De wetenschap innoveren De onderzoekende samenleving Van kriebels naar een eerste idee Begin een eigen intellectueel dagboek Verken nieuwe kennisgebieden Treed binnen in een vakgebied Ontwikkel uw eerste project Het onderzoeksidee van hoofd naar papier Promoveren is leren Dicht bij uzelf Rijkdom aan perspectieven Strategisch een onderwerp kiezen Aantrekkelijk voor de wetenschap Aantrekkelijk voor uw werkgever/onderneming Twee broodheren Promotor kiezen Passende wereldbeelden Zoekstrategieën Een eerste schifting: wie niet? De short list Contact maken Afwegingen van een hoogleraar Uw eigen afwegingen Een tweede promotor Kies verstandig Universiteit kiezen Rankings en reputaties Begeleide trajecten Wetenschappelijke producten Artikelen Boek Een proefontwerp Andersoortige producties Nederlands, Engels of toch een andere taal Wat is het makkelijkst? Wie is uw directe doelgroep? Hoe groot is uw indirecte doelgroep? Wat is de dominante vakliteratuur? Wie is uw (co)promotor? Wie zit er in uw leescommissie? Samenvatting Verdediging Handelseditie Een proeve van bekwaamheid Onderzoeken is een werkwoord Een goede onderzoeksvraag formuleren Kennis van achtergrondliteratuur laten zien Begrip van onderzoeksmethoden demonstreren Inzicht in theorie tonen Schrijven in academische taal Creativiteit en originaliteit Zelfstandigheid tonen Perfectie? Hoe de leescommissie leest De wetenschappelijke wereld Drijfveren en neigingen Status Macht Samenwerken in concurrentie Originaliteit en status Sociale rollen van wetenschappers en schoolvorming Anciënniteit en nieuwkomers in de wetenschap Wetenschappelijke revoluties

5 10 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Inhoud Psychologie van de wetenschap Uiterlijke kenmerken Doen of niet doen, een checklist Formele vereisten Kan ik dit wel? Wil ik dit wel? Lukt het me wel? AANTEKENINGEN VERHALEN Buitenpromovendus Birgit Snijder-Kuipers, kandidaat-notaris De Brauw Blackstone Westbroek, Rijksuniversiteit Groningen Promotor Katrien Termeer, Wageningen University Buitenpromovendus Richard van Houdt, vice president Royal Bank of Scotland, Business School Nederland Promotor Robert-Jan Simons, Universiteit Utrecht AANTEKENINGEN WELKOM IN DE WERELD VAN DE WETENSCHAP Uw promotie op hoofdlijnen Uw buitenpromotie als verhaal Uw buitenpromotie als een serious game Formele stappen Wetenschapsfilosofie Ontologie, epistemologie, methodologie, fenomenologie Stromingen en scholen Verschillen tussen disciplines Fasen in onderzoek Formuleren van een probleemstelling Vaststellen waar u u bevindt Inperken van het probleemgebied Contact maken met uw publiek Tijd- en faseringsschema Afwerking Een recursief proces Formuleren van een probleemstelling De vraag als start van uw promotietraject? De voedingsbodem van een vraag Praktische problemen en wetenschappelijke problemen De probleemstelling geproblematiseerd Kenmerken van een goede probleemstelling Kenmerken van een slechte probleemstelling Strategie en bijbehorende methode(n) van onderzoek Disciplines van onderzoek Grondvorm Van vraag naar methode Onderzoekssituatie Beschikbaarheid van data Beschikbare middelen Eigen voorkeuren Mono- of multidisciplinair onderzoek Valkuilen bij het onderzoeksontwerp Checklist voor de onderzoeksstrategie Pseudowetenschap Een overtuigend promotievoorstel De procedure van het promotievoorstel Het format van het promotievoorstel De criteria voor het promotievoorstel Patstelling Relatie theorie en praktijk Soorten theorie Testen en genereren Uw bijdrage Relatie theorie en praktijk De preciezen en de rekkelijken Ethiek en integriteit Individuele ethiek Disciplinaire ethiek Institutionele ethiek Fraude: inbreuk op wetenschappelijke integriteit Sloppy science Academische etiquette De belangeloze onderzoeker Over plagiaat, zelfplagiaat en auteursrecht Citeren en parafraseren Toestemming Plagiaatcontrole Veilig citeren AANTEKENINGEN

6 12 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Inhoud 13 VERHALEN Buitenpromovendus Fred Scholte, arbeidsdeskundige UWV, Erasmus Universiteit Rotterdam Promotor Gerard den Hertog, Theologische Universiteit Apeldoorn Buitenpromovendus Anne Nigten, lector Hanzehogeschool, University of the Arts (Londen, UK) AANTEKENINGEN EEN WETENSCHAPPER WORDEN Lezen, lezen, lezen Leesstrategieën Lezen als gewoonte Annoteren als gewoonte Het literature review Soorten bronnen Schrijven vanaf dag één Divergeren Ordenen Convergeren Blijf schrijven Typen schrijvers en hun valkuilen Academisch schrijven Academische output Publiceren Citeren Schrijftips Onderzoek doen Controleerbaarheid Vakkundigheid Logica Validiteit Betrouwbaarheid Adequaatheid Conferenties Vormen van presentaties Presenteren Omgaan met vragen Netwerken op conferenties De conferentie als antropologisch studieobject Een conferentie kiezen Psychologie van promoveren Persoonlijke kenmerken Pieken en dalen Promoveren als transitie Lijden onder de promotie Timemanagement en planning Planning van uw onderzoek Planning en deadlines Langetermijnplanning Creëer en benut de omstandigheden Tijdschrijven Afspraken met uw werk-/opdrachtgever Afspraken met het thuisfront Uitbesteden Ondersteuning vanuit universiteit Personen Programma s Onderwijstaken Andere faciliteiten De begeleiding Pedagogiek van promoveren Ambities van hoogleraren Begeleiders en begeleidingsrelaties Meerdere begeleiders Verwachtingen van begeleiders Uw verwachtingen De begeleidingssessie Een productieve samenwerking Een desastreuze samenwerking Spanningen, mediation en afscheid Mismatch in aangeboden en gevraagde begeleiding Botsing van persoonlijkheden Wat echt niet kan Als liefde in het spel is Cursussen en workshops Disciplinegebonden onderzoeksvaardigheden Algemene academische vaardigheden Praktische vaardigheden Criteria voor aanbieders Netwerken Netwerkanalyse Promovendinetwerken

7 14 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Inhoud Academische experts Technische ondersteuning Sociaal-emotionele ondersteuning Gebruikers van uw onderzoek Een ondersteunend netwerk bouwen Veranderen als professional Die onderzoekende collega Die onderzoekende werknemer Die onderzoekende ondernemer Ondersteuning vanuit het thuisfront Ondeelbare ervaringen Beslissingen nemen Prioriteiten en timemanagement Gezondheid Uw lichaam Burn-out Geen goed einde Factoren afkomstig uit promotieonderzoek Factoren uit het buitenpromovendus-zijn Voldongen feiten Alleen maar ellende? AANTEKENINGEN VERHALEN Buitenpromovendus Diederik van Meenen, projectmanager Defensie, Universiteit voor Humanistiek Promotor Henk de Roest, Protestantse Theologische Universiteit Buitenpromovendus Mariëtte Heemskerk, interim-manager, Technische Universiteit Delft Promotor Ad Kil, Nyenrode Business Universiteit AANTEKENINGEN DE EINDSTREEP Inhoudsopgaven, noten, referenties en registers Inhoudsopgaven Noten Referentiesystemen Registers Stellingen zetten de verdediging op scherp Geen bepalingen Specifieke eisen Schertsstelling Editen en vertalen Nederlands-Nederlands Nederlands-Engels Engels-Engels De leescommissie Taak van de commissie Cum laude Wie uitnodigen Laten uitgeven of zelf doen Academische uitgeverijen Doe-het-zelf Ontwerp en opmaak ISBN NUR-code Drukken Publiciteit Verkoop Vaste boekenprijs Productieklaar maken Tekstuele onderdelen Opmaak (door vormgever) Opmaak (zelf) Na opmaak Uitnodiging Bladwijzer Stellingen Drukker E-boek De promotiecommissie De oppositie Ongenode en bevriende opponenten Voorbereiding op de verdediging Soorten vragen Proefpromotie Tijdpad Pedel Een allround ceremoniemeester Oorsprong en historie Paranimfen Partner, kinderen of ouders

8 16 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Inhoud Beantwoording overnemen De promotieplechtigheid Zakken voor de verdediging Opbouw van de verdediging Formulezinnen en aanspreektitels Uw werk verdedigen De promotie Prijzen en awards Dissertatieprijzen vanuit de wetenschap Dissertatieprijzen van buiten de wetenschap Boek-van-het-jaarprijzen Oeuvreprijzen Na de eindstreep Verder gaan in de wetenschap Verder gaan met uw professionele praktijk Op uw lauweren rusten AANTEKENINGEN VERHALEN Promotor Ron Tuninga, Open Universiteit Buitenpromovendus Marie Frietman, docent klassieke talen, Universiteit Leiden Promotor Miriam Vollenbroek-Hutten, Universiteit Twente AANTEKENINGEN PRAKTISCHE ZAKEN De promotiepremie Bedrag per promovendus De mythe van de premie Begroting Begeleiding proefschrift Begeleiding vaardigheden en werkzaamheden Variabele kosten Potentiële inkomsten Onderhandelingsruimte Financiering Zelf betalen Uw werkgever/opdrachtgever betaalt mee De overheid betaalt mee Subsidies en fondsen Inkomsten uit uw onderzoek Fiscale aftrekposten en urencriterium Scholingsuitgaven Bedrijfskosten Urencriterium Promoveren met een uitkering UWV Gemeente Particuliere verzekeraar Werkgever of eigen spaarpotje Afspraken over intellectuele eigendom Auteursrecht Merkenrecht Modellenrecht Octrooirecht Databankenrecht Rechtsbijstand De promovendidecaan/promovendi-ombudsman Geschillencommissie Administratieve rechter Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit Vakbond College voor de Rechten van de Mens Verzekeringen AANTEKENINGEN VERHALEN Promotor Joyeeta Gupta, Universiteit van Amsterdam Buitenpromovendus Bert-Jan Heusinkveld, predikant PKN, Vrije Universiteit Amsterdam Promotor Perry den Brok, Technische Universiteit Eindhoven AANTEKENINGEN GERAADPLEEGDE LITERATUUR AANBEVOLEN LITERATUUR OVER DE AUTEURS: FLOOR BASTEN OVER DE AUTEURS: KERSTIN VAN TIGGELEN

9 26 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 1 - Inleiding BUITENPROMOVENDI: EEN GROTE EN DIVERSE GROEP Buitenpromovendi vormen een veel grotere groep dan doorgaans wordt aangenomen; bijna de helft van het totaal aantal promovendi behoort tot deze categorie (VSNU, 2008, p. 9). In totaal gaat het dan om ongeveer buitenpromovendi per jaar (CBS, 2012, p. 106). Misschien hebt u een bepaald beeld bij de buitenpromovendus en ziet u voor uw geestesoog een oudere man die aan het eind van zijn loopbaan nog graag wat verdieping aan zijn praktijktheorieën wil toevoegen. Als u inderdaad dit stereotype beeld hebt, dan komt dat waarschijnlijk voort uit de relatieve onzichtbaarheid van buitenpromovendi. Dat was vroeger anders. Voordat medio jaren tachtig het aiostelsel werd ingevoerd, was de buitenpromovendus een algemeen verschijnsel: iedereen die promoveerde, was het. Naast de wetenschappers die als bijvoorbeeld docent of onderzoeker een dienstverband hadden aan een universiteit, waren er de nodige externe promovendi, die niet op de universitaire loonlijst stonden. Na de introductie van de aio (assistent in opleiding) gingen de buitenpromovendi meer en meer tot de universitaire exotica behoren. De bulk van de doctoren kwam steeds meer voort uit onderzoeksscholen waarin aio s met een tijdelijk dienstverband intensief werden opgeleid en begeleid. De revival van de buitenpromovendus vindt zijn oorsprong in geld en een krappe arbeidsmarkt. Universiteiten hadden veel moeite om de aioplaatsen goed bezet te krijgen, mede door het lage salaris dat ze hen te bieden hadden. Tegelijkertijd zijn volgens Hello en Sonneveld (2010) buitenpromovendi nooit weg geweest. Zij vielen alleen meestal buiten het blikveld van de onderzoeksscholen en graduate schools, regelden hun werk met hun eigen promotor en traden pas uit een relatieve anonimiteit op het moment dat zij hun proefschrift verdedigden GEEN STEREOTYPE BUITENPROMOVENDUS Wellicht waren na de hervorming van het stelsel de meeste buitenpromovendi mannen van zekere leeftijd, maar zoals de portretten in dit handboek laten zien, is er nu in elk geval niet een stereotype buitenpromovendus. Een verkennend onderzoek naar de wederwaardigheden van dertig buitenpromovendi (Basten, 2010) laat zien dat mannen en vrouwen van alle leeftijden aan een buitenpromotie beginnen. Han Douwes is voor zover bekend de oudste Nederlander die een proefschrift afrondde. Hij deed dat op 92-jarige leeftijd, in 2000, aan de Universiteit van Amsterdam. Floor Sietsma is tot nu toe de jongste, zij promoveerde in 2012 als 20-jarige eveneens aan deze Amsterdamse universiteit. Wat ze gemeen hebben is naast een passie voor onderzoek het feit dat ze als buitenpromovendus zijn gepromoveerd, hij in 2000 na zeventig jaar onderzoek en zij in 2012 na tweeënhalf jaar. De populatie buitenpromovendi is zowel groot als divers. Er zijn ook meerdere wegen die tot de titel leiden. In deel 2 komen verschillende routes aan de orde PROMOTIE EN BUITENPROMOTIE Een regulier promotietraject is een onderzoeksperiode die een pasafgestudeerde student of medewerker van de universiteit in loondienst bij de universiteit vervult. Voorheen werden hiervoor de termen aio, oio (onderzoeker in opleiding) of assistent-onderzoeker gebruikt. Sinds 2004 heet iedereen die vanuit de universiteit promotieonderzoek uitvoert reguliere promovendus. Reguliere promovendi voeren naast hun onderzoekswerkzaamheden vaak nog tal van andere universitaire taken uit, zoals het geven van colleges, het ondersteunen van het onderzoek van de hoogleraar-promotor, het namens de faculteit bezoeken van congressen en het produceren van artikelen. In feite is alles erop gericht om de promovendus vertrouwd te maken met de volledige academische traditie. Als buitenpromovendus staat u niet op de loonlijst van de universiteit, krijgt u al deze taken niet toegewezen en hebt u ook meestal geen ambities voor een carrière binnen academia. Integendeel: in de huidige arbeidssituatie zijn er voldoende inkomsten om het levensonderhoud tijdens het promotietraject te financieren, de professionele agenda stelt voldoende uitdagingen op het gebied van timemanagement en er is al een succesvolle maatschappelijke loopbaan. Die academische ongebondenheid schept een zekere vrijheid om biograaf van uw eigen onderzoek en leven te zijn. Het verschil in oriëntatie tussen reguliere promovendi en buitenpromovendi lijkt op het verschil dat Sweitzer (2009) maakt tussen de perceiving fits en de assessing fits. De eersten zijn sterk georiënteerd op hun professionele identiteit als academicus en het bereiken van haalbare doelen; zij zijn toegankelijker voor de academische socialisering (3.11), omdat ze als passend bij de academische norm willen worden gezien. De laatsten zijn meer gericht op de kwaliteit van de promotie-ervaring en hun persoonlijke ontwikkeling; zij zijn meer bezig met het verbinden van hun persoonlijke behoeften en groei als mens. U komt weliswaar van buiten de academische infrastructuur, maar staat niet buiten het universitaire promotiereglement. Een buitenpromotie moet aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen als een interne promotie. Voor beide vormen geldt ook hetzelfde promotiereglement (3.10). De doctorstitel die is verkregen via een buitenpromotie heeft daarom hetzelfde gewicht als een doctorstitel van een reguliere promotie BEGRIPSBEPALING De Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) hanteert het volgende onderscheid in promovendi (2011): 1. Werknemer-promovendus: dit is een werknemer die een arbeidsovereenkomst met een universiteit of een Universitair Medisch Centrum (UMC) heeft met daarin opgenomen een promotieverplichting én zijn UFO-code (hiermee worden functies geordend) is die van promovendus of UMC-equivalent (vroeger waren dit de aio s of reguliere promovendi; wij zullen in dit handboek de term reguliere promovendus blijven gebruiken, omdat de duiding voor dit type promovendus nog wel eens verandert en regulier het meest tijdloos is); 2. Promoverende medewerker: dit is een werknemer die een arbeidsovereenkomst met een universiteit of een UMC heeft met daarin opgenomen een promotieverplichting én zijn UFO-code is niet die van promovendus of UMC-equivalent; 3. Contractpromovendus: dit is een persoon die geen arbeidsovereenkomst heeft met de universiteit waar de promotie wordt

10 28 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 1 - Inleiding 29 afgerond, maar die als hoofddoelstelling heeft te promoveren; de VSNU onderscheidt drie typen: a. een promovendus met een beurs van een eigen universiteit of UMC; b. een promovendus met een beurs van een andere organisatie, bijvoorbeeld van de Europese Unie of een buitenlandse universiteit; c. een promovendus die geen beurs heeft, maar wel financiering en/of tijd van de werkgever ter beschikking heeft gekregen voor een promotieonderzoek (bijvoorbeeld hbopromovendi; zie 2.8). 4. Buitenpromovendus: persoon die geen arbeidsovereenkomst heeft met de universiteit waar de promotie plaatsvindt, maar die wel als doelstelling heeft te promoveren. In dit handboek gebruiken we de term buitenpromovendus voor zowel type 3c als type 4. We wijken dus af van de indeling van de VSNU en dat doen we omdat er meer overeenkomsten dan verschillen tussen beide zijn: beide typen promovendi moeten veel zelf regelen en doen het grootste deel van hun onderzoek buiten de context van een universiteit. Daarnaast hanteert de VSNU bij alle typen promovendi als indicator dat er sprake is van een Afspraak te komen tot een promotie (VSNU, 2011), zichtbaar in bijvoorbeeld toegang tot een graduate school, opleidings- en begeleidingsplan, promotieplan en een aangewezen promotor. Dit stemt ook overeen met de promotiereglementen van de meeste universiteiten, die een promovendus pas erkennen na een formele aanmelding; tot die tijd is sprake van iemand die wenst te promoveren. In dit handboek rekenen we echter ook de mensen die wensen te promoveren en die (nog) niet op deze wijze een vorm van formele samenwerking (afspraak) met een universiteit hebben, tot de groep buitenpromovendi. Uit het onderzoek van Basten (2010) kwam naar voren dat het formaliseren van afspraken vaak pas aan de orde komt als de buitenpromovendus al geruime tijd met het onderzoek bezig is, vaak onder informele begeleiding van een hoogleraar en soms zonder begeleiding. Het vinden van dan wel samenwerken met een geschikte promotor maakt deel uit van het traject van de buitenpromovendus en verdient daarom aandacht in dit handboek. Buitenpromoties zijn er ook weer in diverse vormen, zoals zelfstandig of via een begeleidingstraject, maar ook duaal en in deeltijd. Een duale promotie is een tussenvorm van een interne promotie en een buitenpromotie. Tilburg University hanteert op haar website (n.d.) de volgende definitie: Duale promovendi zijn in deeltijd tewerk gesteld bij de universiteit en zijn deeltijd aan het werk bij een andere partij (bijvoorbeeld bij het bedrijfsleven of in een overheidsorganisatie). Een deeltijdpromotie is hiermee vergelijkbaar, alleen is niet bepaald wat u het andere deel van uw tijd doet (in loondienst of ondernemer zijn, van uw vrije tijd genieten of aan uw proefschrift werken). Universiteiten verlenen soms ook de doctorstitel aan mensen die geen proefschrift hebben geschreven. Deze graad heet doctor honoris causa (doctor wegens eervolle verdienste). In de promotiereglementen staat wie daarvoor in aanmerking komen. Meestal gaat het om personen die onderzoek hebben gedaan, dat voor de wetenschapsbeoefening aan de universiteit of voor de wetenschap in het algemeen van uitzonderlijke betekenis is gebleken, of om mensen die in wetenschappelijk, cultureel of maatschappelijk opzicht direct dan wel indirect een zeer uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Dit type doctoren heeft de titel niet gekregen door het promovendusschap en valt daarmee buiten het bestek van dit handboek. Voor het handboek hanteren we de volgende, ruime definitie: een buitenpromovendus is iemand die zichzelf buitenpromovendus vindt. Houdt u er wel rekening mee dat universiteiten en de VSNU er dus een engere definitie op na houden; volgens hen is een buitenpromovendus iemand die met een universiteit de afspraak heeft gemaakt om te promoveren en volgens de VSNU daarvoor geen tijd en/of middelen ter beschikking heeft gekregen door de werkgever. MOORD EN DOODSLAG Dr. Valery Fabrikant werkte al dertien jaar aan Concordia University en stond al bijna net zo lang bekend om zijn ongepaste gedrag jegens studenten, collega s en stafmedewerkers. Zijn gedrag werd agressiever en de universiteit zocht naar manieren om van hem af te komen. Toen hem een vaste baan werd geweigerd, klaagde Fabrikant zijn afdeling aan wegens financieel wanbeleid en het uitblijven van de juiste waardering voor onderzoeksprestaties. Omdat zijn aanklacht gepaard ging met nog meer ongepast gedrag, zette de universiteit een ontslagprocedure in gang wegens intimidatie. Op 24 augustus 1992 schoot Fabrikant op de negende verdieping van het Henry F. Hall gebouw Phoivos Ziogas, Matthew Douglass, Michael Hogben en Aaron Jaan Saber van het Engineering department dood en verwondde hij afdelingssecretaresse Elizabeth Horwood. De universiteit stelde twee onafhankelijke commissies in. Beide concludeerden dat Fabrikant s klachten over wanbeleid gegrond waren. Theodore Streleski, een wiskundige op Stanford, sloeg in 1978 zijn promotor Karel deleeuw dood met een hamer, omdat hem na negentien jaar graduate school verteld werd dat hij zijn doctoraat niet zou halen. In 1989 ging Jens P. Hansen, een promovendus van de School of Medicine van de University of Florida naar het huis van Arthur Kimura, zijn hoogleraar Pathologie, en schoot hem dood. Dr. Kimura was de voorzitter van de commissie die vlak daarvoor had besloten dat Hansen na zeven jaar zijn promotietraject moest afronden met een mastertitel.

11 38 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Verhalen 39 BUITENPROMOVENDUS PETER KLOSSE, EIGENAAR HOTEL GASTRONOMIQUE DE ECHOPUT, UNIVERSITEIT MAASTRICHT Thema: smaakclassificatie Titel proefschrift: The concept of flavor styles to classify flavors Universiteit: Universiteit Maastricht Promotoren: prof. dr. ir. W.H.M. (Wim) Saris en prof. H.C. (Coen) Hemker De leescommissie gaf groen licht. Eén lid bood zelfs aan om de rijke data van het smaakonderzoek nog eens dieper door te rekenen. Positief bedoeld, maar het voorstel bracht Michelinsterrenrestaurateur en oprichter van de Academie voor Gastronomie Peter Klosse in grote onzekerheid. Er is immers altijd die theoretische kans dat nieuwe statistische analyses inzichten opleveren die het fundament van de thesis aantasten. Klosse: Dit is een van die onverwachte momenten in het promotietraject waarop je een enorme knauw krijgt. Mijn ouders zijn de grondleggers van restaurant De Echoput in Hoog Soeren. Daarnaast is mijn vader ook een van de oprichters van de Alliance Gastronomique, waarin de beste Nederlandse en Vlaamse restaurateurs, chefs en sommeliers zich hebben verenigd. Hij had een enorm onderzoekende geest. Bob Cramwinckel, toen verbonden aan Wageningen UR, is een zeer open minded wetenschapper die weinig last heeft van de wetenschappelijke dogmatiek. Hij ergerde zich aan de traditionele manier van denken op smaakgebied. Bob en mijn vader vonden elkaar en initieerden in 1989 samen een onderzoek naar universele begrippen waarmee je smaakverschillen van wijn kunt beschrijven. Vinologen gebruiken over het algemeen heel bloemige bewoordingen. Maar daarmee krijg je nog niet te pakken waarom wijn A anders smaakt dan wijn B. Uit experimenten bleek dat wel goed te kunnen aan de hand van de drie smaakfactoren strak mondgevoel, filmend mondgevoel en smaakrijkdom. Het was een aha-erlebnis dat deze termen ook zeer geschikt waren om gerechten te beschrijven. Toen in de loop van het onderzoek deze begrippen duidelijker werden, schoof ik aan. Inmiddels was ik afgestudeerd in bedrijfskunde, had het restaurant overgenomen en mijn vader opgevolgd binnen de Alliance. Voor de professionals schreef ik in 1998 het boek Smaak en voor de jonge generaties in het horecaonderwijs het boek Smaakstijlen. Nu moeten we de empirische resultaten eigenlijk nog wetenschappelijk onderbouwen, zei ik in 2000 tegen Bob. Dat heet promoveren, antwoordde hij, Dat heb ik al achter de rug, dus moet jij het doen. een liefhebber van goed eten en een groot kenner van eiwitten. Het idee van een promotie kwam daarmee in een enorme stroomversnelling. En ik had vanaf de eerste dag al promotoren om mij heen. Wim heeft mij enorm gecoacht op het gebied van academisch schrijven; ik was immers een publiekschrijver. Eind 2000 werd het proposal goedgekeurd. Naast een stevige fysiologische onderbouwing van proeven en smaak, bestaat het proefschrift ook uit twee empirische onderzoeken. Allereerst een smaaktest van 48 producten verdeeld over een behoorlijk grote sample van 175 mensen; daarbij had ik het geluk dat Bob Cramwinckel via zijn Centrum voor Smaakonderzoek een grote onderzoekspopulatie beschikbaar stelde. De oorspronkelijke drie factoren uit het wijnonderzoek werden gecombineerd tot acht smaakstijlen die een nieuw smaakclassificatiesysteem vormden: de smaakstijlenkubus. Vervolgens ben ik gaan praten met de achttien beste chefs van Nederland en heb hen gevraagd om hun mooiste gerecht te beschrijven aan de hand van die smaakstijlenkubus. In de leescommissie zat Hans van Trijp, hoogleraar aan WUR Marketing and Consumer Behaviour Group. Die man gaat naar bed en staat op met statistiek. Hij had wat statistisch commentaar, maar bood tegelijkertijd een medewerker aan die nog een slag over de data kon doen. Achteraf is het een verrijking, maar toen gaf het veel onzekerheid. Ik kan bij lange na niet inschatten hoeveel tijd ik in het promotieonderzoek heb gestoken. Veel. Ik begon meestal rond tien uur s avonds en werkte door tot een uur of drie s morgens. Dat klinkt niet als een heel gezond advies, maar de bedrijfstijden van een restaurant liggen anders dan standaardwerktijden. Aan geld heeft het me niets gekost. Ik heb een leuk feest gegeven in Neercanne, maar dat valt niet onder de verplichte promotiekosten. Het boek heeft zichzelf ruimschoots terugverdiend. Door de hele promotie ben ik tien stappen kritischer geworden en zijn mijn dagelijkse activiteiten dankzij twee lectoraten in Leeuwarden en Maastricht van horeca verschoven naar onderwijs. Een geweldige nieuwe ontwikkeling. Bereid je voor op tegenslagen, die zullen er zeker in meer of mindere mate zijn. Maak echt tijd vrij, en je moet óf kunnen óf leren schrijven, want dat is een heel andere vaardigheid dan denken. En tot slot: als je ergens een stemmetje hebt dat begint te fluisteren over promoveren, just do it. Hij belde binnen twee weken terug met de boodschap dat hij twee hoogleraren had gevonden. En ook niet de minsten: Wim Saris, hoogleraar Humane Voeding en directeur van onderzoeksinstituut NUTRIM, en Coen Hemker, voormalig rector magnificus van Universiteit Maastricht,

12 40 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Verhalen 41 PROMOTOR YVONNE BENSCHOP, RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Ik applaudisseer voor buitenpromovendi die hun proefschrift afronden Wat buitenpromovendi nodig hebben, is enthousiasme voor het onderwerp, doorzettingsvermogen en interesse in de wetenschap. Drie tips geeft prof. dr. Y.W.M. (Yvonne) Benschop, hoogleraar Organizational Behaviour aan de Radboud Universiteit, hen: Bezint eer gij begint, heb een beetje lol in je onderzoek en organiseer hulptroepen. Een buitenpromovendus moet een hele sterke wil hebben om van een onderwerp iets te weten te komen en een enorm doorzettingsvermogen, maar ook de wens om een bijdrage aan de wetenschap te leveren. Je hart moet uitgaan naar het leveren van een theoretische bijdrage, niet alleen een empirische. Je moet je willen begeven in het wetenschappelijke debat, daarin een positie innemen en het een stap verder brengen. De beste proefschriften hebben een combinatie van theorie en empirie. Die combinatie maakt het echt tot een proefschrift, anders is het een verslag van een empirisch onderzoek. Buitenpromovendi zijn vaak mensen met een volledige baan. Het tempo van hun voortgang ligt daardoor lager. Juist die positie innemen is voor hen vaak ingewikkeld. Als je langere tijd van de universiteit weg bent, moet je daar opnieuw in thuis raken. Er zijn maar weinig mensen die voor hun hobby de literatuur bijhouden, maar handig is dat wel. Ik heb nu een buitenpromovendus die dat heeft gedaan en je ziet dat hij veel sneller kan schakelen. Aan onderzoek in je eigen praktijk zitten wat haken en ogen. Je moet op een andere manier kijken als je onderzoeker bent, van een afstand en met een andere bril. Dat is niet altijd gemakkelijk. Momenteel zijn er vier buitenpromovendi bij mij actief bezig en een vijfde is aan het opstarten. In het verleden zijn buitenpromovendi afgehaakt na anderhalf, twee jaar. Ze hadden het onderschat en het werd een te zware belasting, omdat ze het privé niet voor elkaar kregen om in hun drukke leven nog zo n omvangrijk project te doen. Als je zestig uur in de week werkt, dan is het niet realistisch om te denken dat je dit ernaast kunt doen. De wens is er wel, maar kun je in de praktijk niet waarmaken. Wil je vooruitgang blijven zien, dan moet je het equivalent van twee werkdagen per week eraan kunnen werken. Anders zit er domweg te veel tijd tussen, dan kun je geen meters maken en dat is frustrerend. Toch wil ik geen eisen stellen aan de hoeveelheid tijd, daar laat ik het niet echt van afhangen. Inmiddels hebben we bij de Nijmegen School of Management een PhD-klas waarin de promovendi in het eerste jaar samenwerken aan hun voorstel. Dan verloopt dat makkelijker en is het proces beter gefaciliteerd. Daarna moeten ze het zelf doen. Ik kijk het altijd een jaar met ze aan om te zien of er voldoende vooruitgang in zit en of we wederzijds vinden dat we onze tijd op een zinvolle manier met elkaar besteden. Als zij me vragen om een afspraak ben ik er, maar ik laat de regie daarover het liefst aan hen, dan wordt het geen ritueel dansje. Dan staat die afspraak er niet omdat ze de hoogleraar moeten zien, maar omdat het zinnig is. Ik heb het liefst een afspraak aan de hand van stukken, zodat je kan zien dat het echt vooruitgaat. Ik heb ook regelmatig voorgesprekken met mensen die de grote nieuwe theorie van organisatiewetenschappen willen maken. Dan zeg ik: Dat is een heel goed plan, maar misschien moet je er nog even over nadenken. Als ik het onderwerp niet zie zitten, doe ik het niet, dan kunnen zij bij mij niet halen wat ze nodig hebben: inhoudelijke interesse, expertise en enthousiasme. Ik vind dat de taak van de promotor is om mee te juichen en dat kan ik alleen als ik het onderwerp interessant vind. Wat ik van mijn buitenpromovendi terughoor, is dat ze altijd blij de deur uit gaan. Buitenpromovendi hebben veel waarde voor de wetenschap. Die is erg geholpen met iedereen die zich er substantieel tegenaan wil bemoeien. En als buitenpromovendi promoveren en een proefschrift aanleveren, doen ze dat. Ik applaudisseer daarvoor. Hun proefschriften zijn niet anders en dat zouden ze ook niet moeten zijn. Ik kan me voorstellen dat hun onderzoek wat meer empirisch georiënteerd is dan sec theoretisch, maar ik kan het niet hard maken op grond van wat ik heb gezien. Een tip zou zijn: bezint eer gij begint. Ik vind het heel jammer van de mensen die gestopt zijn, omdat ik heb gezien hoeveel moeite het kost dat besluit te nemen. Het is niet prettig om onder ogen te zien dat je het niet voor elkaar krijgt, dat voelt als een mislukking. Een ander advies: het moet niet alleen met het hoofd, maar ook met het hart. Dat zorgt ervoor dat je het niet alleen als belasting ziet, maar ook iets waar je plezier aan kunt beleven. Heb een beetje lol in je onderzoek. Als je geen lol hebt, wat doe je jezelf dan aan? Voor mensen die het alleen voor de titel doen, is het te veel werk, die houden het niet vol. Een laatste advies is dat twee meer weten dan één en drie weten nog meer. Organiseer dus hulptroepen, zorg dat je goede begeleiding hebt.

13 42 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Verhalen 43 BUITENPROMOVENDUS KEES VAN DUSSELDORP, PREDIKANT GEREFORMEERDE KERK (VRIJGEMAAKT), THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT KAMPEN Thema: narrativiteit en preekleer Titel proefschrift: Preken tussen de verhalen. Een homiletische doordenking van narrativiteit Universiteit: Theologische Universiteit Kampen Promotor: prof. dr. C.J. (Kees) de Ruiter Copromotor: prof. dr. R.R. (Ruard) Ganzevoort Hoe komen mensen tot begrip? Die vraag hield Kees van Dusseldorp, predikant in de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Schildwolde, vijftien jaar lang bezig. Hij zocht zijn antwoorden in postmoderne theorieën en dan met name over narrativiteit. Een tijd was hij bang dat de toen opkomende aandacht voor narrativiteit slechts een hype was. Dat bleek gelukkig niet het geval. Van Dusseldorp: Wat ik toen niet kon weten maar nu wel het geval blijkt te zijn, is dat de aandacht voor het narratieve alleen maar groter is geworden. Mijn studie beantwoordt de vraag welke waarde een narratief perspectief heeft voor de gereformeerde homiletiek, de kunst van het preken. Ik heb geprobeerd de preekleer te doordenken naar eigentijdse hermeneutische stromingen. Het narratieve is daar dominant in. Mensen zijn narratieve wezens, ze leven in een wereld vol verhalen en maken van hun leven een verhaal. Door postmoderne stromingen te exploreren, te doordenken en te verbinden met onze preekleer, heb ik geprobeerd om onze theologische traditie bij de tijd te brengen. Vraagstellingen uitdenken en disciplines en taalvelden verbinden intrigeert mij wel. De connectie tussen publiek en bijbel via narrativiteit heeft me gevoeliger gemaakt voor hoeveel verhaal er in de Bijbel te vinden is. verbonden is aan de Vrije Universiteit, werd al snel copromotor. Ik maakte deel uit van de vakgroep Praktische Theologie. Hun begeleiding heb ik als heel plezierig ervaren. Ze waardeerden mijn onderzoek en gaven veel ruimte. In perioden waarin ik weinig productief was, werd voorzichtig gevraagd of ik nog bezig was, zonder dat ik daarop werd afgerekend. Ik was wel bang dat het narratieve een hype was die over zou zijn tegen de tijd ik klaar was, maar de aandacht voor het narratieve is inmiddels een dominante stroming in de sociale en geesteswetenschappen. Ik ken veel theologen die het verlangen hebben om met een promotie een kop te zetten op hun studie. Het aantal mensen dat de eindstreep haalt, is echter niet zo groot. Onze baan kent een hoge werkdruk en je moet veel discipline hebben voor zo n langetermijnproject. Ik deed het niet in mijn reguliere tijd, dus dan wordt het een vrijetijdsproject dat je er een beetje bij doet en gemakkelijk uit je agenda schuift. Ik had al een paar keer kort studieverlof genomen, maar mensen blijven je opzoeken. Dat hoort bij mijn positie als predikant, maar dat betekent ook dat je maar de helft van het verlof in de studie kunt steken. Ik heb me wel eens schuldig gevoeld dat het zo lang duurde. Op een gegeven moment zei mijn vrouw: Je moet nu kiezen: of je maakt het af en dan moet je dat ook binnen een bepaalde termijn doen, of je stopt. Toen heb ik gezegd: Dan ga ik ervoor. Het was ook net een handige samenloop van omstandigheden. Ik begeleidde een stagiaire die wat vervanging heeft gedaan, waardoor ik de laatste tweeënhalve maand echt vrij was om die laatste slag te maken. Dat gaat dan toch tien keer zo snel! Hoewel mijn thema niet typisch Nederlands is, is mijn dissertatie wel in het Nederlands omdat de gereformeerde theologie zoals wij die kennen in Nederland sterk vertegenwoordigd is. Collega s reageerden enthousiast, ik heb leuke recensies gehad en krijg nog steeds uitnodigingen om workshops, referaten en gastcolleges te verzorgen. Sinds vorig jaar ben ik docent aan de universiteit. Binnen onze kerkelijke traditie ben ik nu een van de twee gepromoveerde theologen in de preekleer. Dat geeft me enige autoriteit, ook al voel ik me nog maar een beginneling. Er zit veel retorica in de preekleer, het kennen van je doelgroep om effectief te communiceren. Een preek doe je immers voor mensen, je probeert ze te raken. Narrativiteit richt je aandacht op hoe mensen luisteren naar iets als een preek, terwijl ze tegelijkertijd met hun eigen levensverhaal bezig zijn. Mijn studie heeft mij ertoe gebracht daarover na te denken in mijn eigen werk. Ik probeer dat aandacht te geven door me er in de voorbereiding op te bezinnen en te proberen in mijn preek verbinding te maken met mijn publiek. Bijvoorbeeld door met goede voorbeelden en anekdotes de juiste toon te pakken en afstemming te zoeken met wat mensen bezighoudt. Het heeft me ook wel bescheidenheid gebracht. Ik doe natuurlijk mijn best, maar wat mensen doen met wat ze van me horen, beslissen ze zelf. Ik heb meer respect voor hoe mensen individueel met hun levensverhaal bezig zijn. Na mijn afstuderen in 1994 vroeg mijn studiebegeleider of ik interesse had in onderzoek. Destijds was er veel belangstelling voor verhalende preken. Ook ik had daar belangstelling voor en het kwam me goed uit, dus heb ik ja gezegd. Mijn studiebegeleider werd mijn promotor. Ruard, die

14 56 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 2 - Wegen naar de wetenschap DR. WORDEN VIA EEN NEDERLANDSE DOCTORSGRAAD Iedereen met een mastertitel uit het hoger onderwijs heeft wettelijk het recht om te promoveren aan een universiteit. Dit is geregeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Het hoger onderwijs bestaat uit het wetenschappelijk onderwijs (w.o., ook wel aangeduid als academic university) en het hoger beroepsonderwijs (hbo, of professional university). De WHW geldt alleen voor onderwijsinstellingen die de WHW met name noemt. Dit zijn grofweg de bekende Nederlandse hbo s en universiteiten. De eis van een mastertitel is in deze wet vastgelegd in artikel 7.18 lid 2a. Twee andere eisen zijn dat er een proefschrift wordt afgeleverd (lid 2b) en aan het promotiereglement van de betreffende universiteit wordt voldaan (lid 2c) VOOROPLEIDING De waarde van een universitaire master als entreebewijs voor een universitaire promotie is boven elke discussie verheven. Maar de toegang met een professionele (= hbo-)master kan soms tot verwarring leiden bij een universiteit, vooral als deze nog niet met een brede instroom vanuit het hbo te maken heeft gehad. Daarom is het goed om in het gesprek met de universiteit waar nodig te verwijzen naar de precieze formuleringen in de WHW. De relevante passages betreffen: Tot de promotie heeft toegang ieder [ ] aan wie op grond van artikel 7.10a, eerste, tweede of derde lid, de graad Master is verleend (WHW artikel 7.18 lid 2a) Het instellingsbestuur verleent [ ] de graad Master aan degene die met goed gevolg het [ ] afsluitend examen van een masteropleiding in het hoger beroepsonderwijs heeft afgelegd. (WHW artikel 7.10a lid 2) Nu zijn er in Nederland verschillende benamingen voor professionele masters, nog los van de studierichting, zoals initiële masters en postinitiële masters. De eerste master heeft betrekking op opleidingen die de overheid (mede)financiert, het zogeheten bekostigde onderwijs. Dit zijn de studies op hogescholen waarvoor collegegeld moet worden betaald. Daarnaast bieden hbo s, business schools en andere private onderwijsinstellingen ook masters aan die de overheid niet subsidieert en die herkenbaar zijn aan hun veel hogere studiegeld. Dit zijn de zogeheten postinitiële masters. Het verschil zit dus voor een belangrijk deel in het soort aanbieder en de manier van financiering. De commerciële aanbieders hebben zich als instelling en op de individuele masteropleidingen doorgaans door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO; nvao.net) laten accrediteren tot instelling voor hoger onderwijs en zijn daarom voor de toegang tot de promotie gelijk aan een reguliere hogeschool. U kunt de accreditatie van uw professionele mastertitel controleren via het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) op de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO; duo.nl). Ook met een niet-nederlandse master bent u in veel gevallen welkom aan de universiteit. Van belang is of uw buitenlandse master het niveau heeft van de Nederlandse master. De Nuffic (nuffic.nl) is de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en verzorgt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW; rijksoverheid.nl/ministeries/ocw) officiële diplomawaarderingen. Speciaal voor particuliere aanvragen heeft de Nuffic samen met de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB; s-bb.nl) het Informatiecentrum Diplomawaardering (IcDW, idw.nl) opgericht. Tot slot kunt u toegang krijgen tot de promotie als u al gepromoveerd bent. Sommige universiteiten wijken hiervan af en verlenen alleen toegang wanneer de Nederlandse doctorsgraad of een buitenlands equivalent daarvan op een ander vakgebied betrekking heeft dan op het nu beoogde vakgebied. De promotiereglementen van de universiteiten geven hierover uitsluitsel AANVULLENDE EISEN Universiteiten kunnen in hun promotiereglement nog andere, aanvullende eisen stellen. Zo dient een promovendus van de Wageningen University aantoonbaar de Nederlandse of de Engelse taal te beheersen op het niveau dat is vastgesteld door het College voor Promoties (2012, art. 3.3). Voor de toelating tot het promotieonderzoek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn geldt in principe de richtlijn dat het eindcijfer van de master- of doctoraalscriptie een 8 of hoger is en het gemiddelde van de overige in de masters/doctoraal II-fase behaalde resultaten in principe een 7.5 of hoger is (2004, art. 10) INHOUDELIJKE AANSLUITING Hoewel u met een masterdiploma het recht hebt om een promotietraject te volgen, heeft geen enkele universiteit de plicht om u te accepteren als promovendus. Een belangrijk criterium is of uw onderwerp inhoudelijk en methodologisch aansluit op de universiteit van uw keuze. Het heeft immers weinig zin om met een zuiver letterkundig onderwerp een technische universiteit te benaderen. Ook zal een universiteit met een sterke kwantitatieve onderzoekstraditie u weinig begeleiding kunnen bieden bij bijvoorbeeld een narratieve analyse. Het is dus belangrijk dat u zelf goed onderzoekt welke promotor en universiteit het beste bij u passen (3.6 en 3.7). Juist omdat inhoudelijke aansluiting een zwaarwegend aspect is, kan er een verzoek tot ontheffing van de opleidingseis worden ingediend. Hiervoor is in principe een aanbeveling van een hoogleraar nodig. In de promotiereglementen van de universiteiten staan de procedurele stappen voor deze route beschreven. Een bijzondere vorm van inhoudelijke aansluiting geldt voor de Theologische Universiteit Apeldoorn en de Theologische Universiteit Kampen. De Theologische Universiteit Apeldoorn (2004) stelt in artikel 3 van haar reglement: Van de promovendi aan de universiteit wordt gevraagd dat zij instemming betuigen met de gereformeerde belijdenisgeschriften. In geval deze instemming niet geheel gegeven kan worden, zal toelating tot de promotie niet kunnen plaatsvinden dan na een gesprek met een afvaardiging van het college, dat hierover rapporteert aan het curatorium. In navolging hiervan volgt in artikel 16.4:

15 58 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 2 - Wegen naar de wetenschap 59 In geval van een principieel meningsverschil waarbij de inhoud van artikel 3 in geding is, zal geen uitspraak worden gedaan dan na overleg met het curatorium. De Theologische Universiteit Kampen (2013) stelt geen expliciete eis aan promovendi, maar voor al het personeel geldt dat men belijdend lid moet zijn in volle rechten van één van de Gereformeerde Kerken in Nederland of van één van de kerken waarvan de generale synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland heeft uitgesproken dat deze te herkennen zijn als kerken van Jezus Christus die zich onderwerpen aan Gods Woord en zich gebonden weten aan de gereformeerde belijdenissen. In artikel 34.3 is daarnaast opgenomen: Een aspirant-student die geen lid is van een van de hiervoor bedoelde kerken, ondertekent een door de rector opgestelde verklaring waaruit de positieve houding van de aspirantstudent ten opzichte van het gereformeerde karakter van de universiteit blijkt en die de belofte van haar kant bevat daarop geen inbreuk te zullen maken. Er is goede reden aan te nemen dat dit ook voor promovendi geldt PERSOONLIJKE KWALITEITEN Een proefschrift schrijven is iets anders dan een scriptie schrijven. Althans: alles gaat dieper, strekt verder en duurt langer. Bovendien duikt u diep in de academische wereld met haar eigen structuur en cultuur (3.11). En als buitenpromovendus introduceert u op uw onderzoeksgebied ook nog eens een innovatieve verbinding tussen academia en de beroepspraktijk. Behalve intellectuele kwaliteiten vraagt zo n project om grote persoonlijke veerkracht. En behalve dat u hierover kritisch tegenover uzelf moet zijn, kunnen ook universiteiten een toelatingsgesprek of voortraject verplicht stellen als (onderdeel van de) selectieprocedure. De Technische Universiteit Eindhoven legt in haar promotiereglement bijvoorbeeld uit waarom aan het verzoek om toegang tot de promotie het cv van de promovendus, inclusief publicatielijst, moet worden toegevoegd: Deze toevoeging kan in het geval van ongewone situaties (met name bij buiten promovendi die onbekend zijn aan de universiteit) een waarschuwingssignaal geven en aanleiding zijn tot grotere oplettendheid bij de decaan (2013, pp ). Ook wordt in het reglement personen die een Nederlandse hbo-opleiding oude stijl hebben gevolgd en in principe kunnen worden toegelaten tot de promotie, geadviseerd ruim van tevoren, bij voorkeur vóór de feitelijke start van het promotieonderzoek of ontwerp een principe toelating te vragen. [ ] Van belang is daarbij dat de kandidaat over voldoende ervaring met wetenschappelijk onderzoek beschikt om de promotie tot een goed einde te brengen. Op basis van het curriculum vitae, een publicatielijst en een aanbeveling van de beoogd promotor kan de haalbaarheid van deze toelating vooraf beoordeeld worden (2013, p. 28). De Technische Universiteit Delft stelt een vergelijkbare eis: Promotie-kandidaten met een diploma van een Nederlandse HBO-opleiding dienen aan hun aanmelding als promovendus een schriftelijk aanbeveling van de betrokken hoogleraar toe te voegen (2010, p. 34). Ook dienen Degenen met een buitenlands diploma [ ] voor de aanvang van het promotietraject aan het College voor Promoties te vragen of zij op basis van dit diploma tot de promotie kunnen worden toegelaten (2010, p. 34). De Nuffic is in Nederland het aangewezen bureau om buitenlandse diploma s naar Nederlandse equivalenten te vertalen. Daarmee zijn vooropleiding, inhoudelijke aansluiting en persoonlijke kenmerken de drie belangrijkste criteria voor toegang tot een universitair promotietraject dat leidt tot de doctorstitel. 2.4 DR. WORDEN VIA DE INTERNATIONALE DOCTORSGRAAD PHD Is in misdaadromans het adagium Cherchez la femme of Follow the money, voor promoties geldt Find the knowledge. Gezien de weliswaar stevige, maar toch kleine plek van Nederland op het internationale wetenschappelijke toneel, is de kans groot dat u de echte specialist op uw onderzoeksgebied over de grens vindt. Dat brengt u wellicht tot een promotie aan een buitenlandse universiteit. Een van de kenmerken van een buitenpromotie is het in verhouding lage aantal contactmomenten tussen promovendus en promotor; dat is een voordeel wanneer honderden of duizenden kilometers u scheiden van uw buitenlandse promotor. Bovendien is afstand in communicatief opzicht nauwelijks een obstakel, want met de moderne middelen is naast een telefoongesprek of mailbericht een Skypeverbinding snel gelegd. En of u nu in Nederland promoveert en een paar keer een buitenlands congres bezoekt, of in het buitenland promoveert en een paar keer vanuit Nederland op en neer reist, maakt ook weinig verschil VREEMDE TAAL Wat wel verschil maakt, is de taal waarin aan de buitenlandse universiteit wordt gedoceerd. Natuurlijk kunt u uw thesis gewoon in het Engels schrijven, maar de kans is groot dat u nog wat colleges moet volgen op het gebied van uw onderwerp, over methodologie of analysetechnieken; en dat gebeurt aan de Stockholms universitet toch echt in het Rijkszweeds en aan de Universidad Complutense de Madrid in onmiskenbaar Spaans. Hoewel een handige online functionaliteit als Google Vertalen zelfs publicaties in het Hongaars tot in redelijk detail helpt bestuderen, is zo n programma voor het volgen van colleges niet echt een uitkomst. De oplossing: kijk of de buitenlandse universiteit een samenwerkingsverband heeft met een Nederlandse of Vlaamse universiteit, zodat u de aanvullende kennis in de eigen taal kunt verwerven. Bovendien zijn er Nederlandse commerciële partijen die onderwijs aan promovendi aanbieden (5.10.4) ANDERE ACADEMISCHE TRADITIES Behalve de beste promotor voor uw onderzoeksonderwerp zijn er nog meer redenen die het interessant maken om uw promotie aan een buitenlandse universiteit uit te voeren. Zo bouwt u een bijzonder netwerk van relevante contacten op en maakt u kennis met andere academische tradities. Denk hierbij aan de tradities tijdens de promotieplechtigheid zelf, zoals de viva voce. Dit is het mondelinge examen dat u aflegt in de Angelsaksische traditie en waar meestal nog een lijst met afgesproken wijzigingen op volgt voordat u daadwerkelijk klaar bent. In Zweden wordt u door een enkele externe examinator ten overstaan van een commissie (en eventueel een publiek met familie en vrienden) aan de tand gevoeld en besluit de gehele commissie over uw promotie. De sfeer en het doel van een Zweedse promotie is vergelijkbaar met die van

16 60 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 2 - Wegen naar de wetenschap 61 een Nederlandse (6.11). Er zijn ook verschillen in hoe het promotietraject zelf is vormgegeven. In Duitsland promoveren betekent de macht van Duitse hoogleraren tegenkomen. Die macht is erg groot. Hoogleraren worden voor het leven benoemd en er is nauwelijks controle op de kwaliteit die ze leveren; ze zijn min of meer onaantastbaar. Hun macht leidt ertoe dat zij bepalen wat interessant is voor promotieonderzoek en dat de promovendi weinig academische vrijheid ondervinden. Vrijwel alle buitenlandse universiteiten bieden op hun website Engelstalige informatie over doctorate programmes voor external PhD s aan. Zo vindt u snel de mogelijkheden en voorwaarden. En wat betreft het mogen voeren van deze internationale doctorstitel: daar een doctor is hier een doctor (2.5.2) GENODIGDEN OP REIS Dan blijft er nog een heikel puntje over: de promotieplechtigheid. Althans, voor de genodigden voor de promotieplechtigheid. Want uw grensoverschrijdende wetenschappelijke avontuur heeft mogelijkerwijze nogal wat consequenties voor de Nederlandse afvaardiging: de internationale entourage geeft uw promotie natuurlijk nog meer cachet, ook voor de aanwezigen, maar die jaagt u op kosten met een reis en verblijf voor de promotie, de receptie en een eventueel feest. Een alternatief is om dat feestje gewoon in Nederland te vieren. DOCTOR IN WAT? Wie promoveert, promoveert binnen een bepaalde faculteit. Zo promoveert u bijvoorbeeld in de Letteren, de Geneeskunde of de Geesteswetenschappen. Wanneer uw onderzoeksonderwerp multidisciplinair en dus moeilijk onder een standaardnoemer te vangen is, kunt u naar goed gebruik uzelf aanduiden als doctor in uw specifieke thema. Zo is de ene auteur van dit handboek doctor in metaforen en verhalen over organisatiewetenschap en onderwijsinnovatie, en de andere auteur doctor in de gaten in regels. Een van de bekendste voorbeelden van deze vorm van naamgeving is geluksprofessor socioloog prof. dr. Ruut Veenhoven. 2.5 DR. WORDEN VIA DE INTERNATIONALE DOCTORSGRAAD DBA Angelsaksische landen kennen naast een PhD (Doctor of Philosophy) ook een DBA (Doctor of Business Administration). Dit is een bedrijfskundig promotietraject, en daarmee thematisch een logisch vervolg op een MBA. In Nederland wordt dit zogenoemde professional doctorate aangeboden door business schools in samenwerking met een buitenlandse universiteit. Ook een DBA kan recht geven op het voeren van de doctorstitel vóór uw naam. Academische titels en graden zijn lastig internationaal met elkaar te vergelijken, zeker buiten Europa. Er zijn gebaseerd op de Angelsaksische traditie twee hoofdgroepen, namelijk PhD (Philosophiae Doctor) en ScD (Scientiae Doctor). Onder de eerste valt de Nederlandse doctorstitel, de laatste kent allerlei vakspecifieke doctorsgraden, waarvan in Nederland de DBA de bekendste is. De academische wereld hecht aanzienlijk meer waarde (eigenlijk: alleen maar waarde) aan een PhD. Het bedrijfsleven, vooral in Europa, vindt het nog lastig om een PhD en DBA ten opzichte van elkaar op de juiste waarde te schatten INHOUDELIJKE VERSCHILLEN In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten is de DBA in Nederland niet opgenomen in de onderwijswet. Er bestaat daarom de perceptie dat een DBA een soort PhD light is. Volgens aanbieders van deze route is dat onjuist. Er zijn Nederlandse hoogleraren die begeleiden, het proposal toetsen, de academische kwaliteit bewaken, in de leescommissie zitten en hun naam aan het traject als geheel verbinden. Evenals een PhD kandidaat voegt de DBA er iets toe aan de academische body of knowledge, maar er is een extra voorwaarde: de uitkomsten moeten van praktisch nut zijn voor organisaties en managers in het algemeen of voor een bepaalde groep daarbinnen in het bijzonder. Fundamenteel onderzoek is daarom per definitie uitgesloten bij een professional doctorate TITEL VOOR DE NAAM De lastige positie waarin de DBA zich bevindt, heeft vooral te maken met de relatief recente introductie van dit type promotietraject in Nederland. Onbekend maakt in dit verband niet zo zeer onbemind, maar vooral onzeker. Want de grote hamvraag die nog steeds boven de markt hangt, is of iemand met de DBA-graad de titel dr. voor zijn naam mag zetten. De vraag die er dan direct op volgt, is of een DBA-doctor net zoveel waard is als een Nederlandse doctor. De Nederlandse doctorstitel is volgens artikel 7.18 lid 1 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) exclusief voorbehouden aan een Nederlandse universiteit. Business schools en andere private aanbieders vallen hier dus buiten. Toch kunnen ook zij een promotietraject aanbieden; óf ze werken hiervoor samen met een van de Nederlandse WHW-universiteiten óf ze werken hiervoor samen met een buitenlandse universiteit. De WHW stelt in artikel 7.23 lid 4 over de buiten Nederland verkregen graad van doctor:

17 62 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 2 - Wegen naar de wetenschap 63 Degene aan wie door een niet in Nederland gevestigde instelling voor hoger onderwijs een graad als bedoeld in artikel 7.22 is verleend en die gerechtigd is op grond daarvan een graad in het desbetreffende land in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen, is eveneens gerechtigd die graad in Nederland in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen op dezelfde wijze als in het desbetreffende land. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing. (WHW, 1992) Het genoemde derde lid van artikel 7.22 stelt: [ ] De in het tweede lid bedoelde titel wordt, afgekort tot dr., voor de naam geplaatst. Kort samengevat: biedt de buitenlandse universiteit een promotieprogramma dat volgens de nationale wetgeving ter plaatse het recht geeft op de doctorstitel én deze mag aldaar als dr. voor de naam worden gevoerd, dan mag u die doctorstitel op dezelfde manier ook in Nederland gebruiken. Formeel gezien is er geen verschil tussen daadwerkelijk naar het buitenland vertrekken om aan een Amerikaanse, Braziliaanse of Chinese universiteit te promoveren, of vanuit Nederland via een business school uw promotie als een bijzondere vorm van afstandsonderzoek uit te voeren. De Nederlandse business school zal alleen wel aannemelijk moeten maken dat de internationale partneruniversiteit over een geaccrediteerd of gevalideerd DBA-programma beschikt, en dat de kwaliteit van de samenwerking als zodanig ook door een orgaan met voldoende statuur is goedgekeurd en geborgd. Informeer hiernaar bij uw business school DOUBLE DEGREE PROGRAMME Juist doordat de DBA in Nederland een nieuw verschijnsel is, zijn verschillende aanbieders met wisselend succes op zoek gegaan naar eigen uitwerkingen. Denk aan varianten zonder partneruniversiteit, met een Europese partneruniversiteit en met een niet-europese partneruniversiteit. Voor zover bekend biedt alleen Business School Nederland (BSn) nog een volledig DBA-traject aan, en wel in samenwerking met Sheffield Hallam University. BSn-directeur Marcel van der Ham over de juridische en academische borging: Beide partners verzorgen elk ongeveer de helft van het programma. Deze taakverdeling en andere operationele afspraken, zoals het aantal Nederlandse en Britse hoogleraren in de leescommissie, zijn goedgekeurd door de validation commission van Sheffield, waarin zowel mensen van binnen als buiten de universiteit zitting hebben. Het proposal van de buitenpromovendi wordt dubbel beoordeeld, namelijk zowel door ons als door Sheffield. En aan het eind levert dit double degree programme een DBA-diploma op van elk van beide instituten; op basis van het Britse doctoraat mag je de doctorstitel voor je naam voeren (persoonlijke communicatie) HOEVEEL WAARD Terecht vragen buitenpromovendi in spe zich af of een buitenlandse titel, waaronder een DBA, in Nederland wordt erkend. Als daarmee wordt bedoeld of ze mogen worden gevoerd, dan blijkt uit bovenstaande een volmondig ja. Als de vraag echter is of buitenlandse titels kunnen worden gelijkgesteld aan Nederlandse titels, dan is daar lastig een eenduidig antwoord op te geven. Want hoe meet je of een doctorsgraad ergens zwaarder of lichter is dan in Nederland? Daarvoor is op zijn minst een ijkpunt nodig over het niveau van de Nederlandse doctoraatsprogramma s, maar de daartoe meest geëigende organisatie, de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) zegt geen DBA- en PhD-opleidingen te accrediteren. Er bestaat dus niet zoiets als een nationaal accreditatiekader voor promotietrajecten. In theorie compliceert dat gemis het werk van de Nuffic, het door de overheid aangewezen expertisecentrum op het gebied van diplomawaardering van in het buitenland gevolgd algemeen voortgezet en hoger onderwijs, aanzienlijk. Tegelijkertijd is dit instituut nog nooit geconfronteerd geweest met een verzoek tot diplomawaardering van een buitenlandse DBA-graad, aldus Bas van de Heuvel van de Nuffic (persoonlijke communicatie): Als je om een bepaalde formele reden wilt laten zien dat je buitenlandse doctorsgraad min of meer gelijkwaardig is aan een Nederlandse doctorsgraad, dan is er een formele erkenningsprocedure nodig, waarbij de Dienst Uitvoering Onderwijs, kortweg DUO, over het algemeen advies inwint bij de Nuffic en uiteindelijk de beslissing neemt. Van de Heuvel ziet echter niet snel de praktische relevantie van zo n waarderingstraject, want doctor is doctor. Bovendien is er in de Nederlandse wet weinig vastgelegd over het promotietraject. We kunnen dus moeilijk vergelijken op niveau, studieduur, credits, inhoud, of leeruitkomsten. We nemen dus aan dat een erkende buitenlandse universiteit een behoorlijk promotietraject aanbiedt. We kijken echter wel of er een origineel onderzoek heeft plaatsgevonden dat geresulteerd heeft in een proefschrift en waarvoor een verdediging heeft plaatsgevonden. Deze criteria gelden uiteraard niet alleen voor een DBA, maar voor iedere internationale doctorsgraad waarvoor een waardering wordt gevraagd BRIEF TWEEDE KAMER Wij hebben op 6 april 2013 een brief gericht aan alle woordvoerders Hoger Onderwijs in de Tweede Kamer over detaillering van de voorwaarden van een DBA via een Nederlands instituut. Daarbij draait het om de vraag of er specifieke eisen worden gesteld aan de inhoud van de samenwerking, zoals de locatie waar de verdediging plaatsvindt, de samenstelling van de leescommissie, en of ook de Nederlandse business school op het buitenlandse doctoraatsdiploma mag worden vermeld. Reacties hierop zijn te zijner tijd te lezen op handboekbuitenpromoveren.nl. ONLINE RAADGEVERS In de social media zijn diverse raadgevers actief die u een idee kunnen geven van wat het betekent om een academische promotie voor te bereiden. Zoals thesiswhisperer op Twitter en Piled Higher and Deeper op Facebook. Op louterpromoveren.nl vindt u diverse tips in het Nederlands. Hoewel deze raadgevers zich vooral richten op reguliere promovendi, onthullen ze ook veel van de sociaal-culturele aspecten van de universitaire wereld. Daarmee zijn ze de moeite waard om in uw voorbereiding te betrekken.

18 188 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 4 - Welkom in de wereld van de wetenschap RELATIE THEORIE EN PRAKTIJK Een theorie is niet veel meer dan een verklaring voor wat er in de situatie of met de verschijnselen die we onderzoeken aan de hand is. Aan het ene uiterste is het een groot, doorwrocht, formeel academisch stelsel, aan het andere zijn het de persoonlijke intuïties, onderbuikgevoelens en vermoedens van leken. In beide gevallen en alle gevallen ertussenin is een theorie nooit heilig en altijd vatbaar voor verwerping. Maar ook: in elk proefschrift is een substantieel deel weggelegd voor theorie. S cientific discovery and scientific knowledge have been achieved only by those who have gone in pursuit of it without any practical purpose whatsoever in view is een uitspraak van Max Planck, die door veel wetenschappers gekoesterd wordt in hun verdediging van wat buitenstaanders zinloos onderzoek zouden kunnen vinden. We zien dergelijke uitspraken ook tegenwoordig weer opduiken als verzuchtingen van wetenschappers in de media, waarmee ze willen aangeven dat ze hun echte werk, namelijk onderzoek doen, niet goed kunnen uitvoeren omdat ze met te veel andere zaken bezig moeten zijn. Merton (1973) heeft dat beeld van degene die zich met het echte werk bezighoudt de lone scholar genoemd en ontzenuwd als mythe die zo nu en dan weer opduikt als er een te grote bemoeienis van buitenaf komt. Op momenten dat er vanuit de samenleving in het algemeen of domeinen daarbinnen in het bijzonder (politiek, economie, et cetera) een beroep op de wetenschap wordt gedaan, valt er vanuit de wetenschap een steeds scherper klinkende behoefte aan fundamenteel, zuiver of puur onderzoek te horen. Wetenschapssociologie is op zichzelf een interessante studie, maar het voert voor dit handboek te ver om er al te diep op in te gaan; voor hier is het voldoende dat u weet dat er hoogleraren zijn die geen waarde hechten aan praktische relevantie of die zelfs expliciet afwijzen; maar daar staan ook hoogleraren tegenover die welwillender zijn SOORTEN THEORIE In de volksmond staat theorie bekend als het tegenovergestelde van praktijk en daarmee dus als iets onpraktisch (3.1.4). In de wetenschap is theorie een geliefkoosd begrip, maar ook daarbinnen kan het op verschillende manieren worden gebruikt: soms is het nog te bewijzen (hypothese, vooronderstelling), soms is het al bewezen (feit). Theorie is onlosmakelijk verbonden aan wetenschap als collectieve exercitie om kennis verder te brengen en daarmee met het genre proefschrift als bijdrage daaraan. In feite is het niet meer en niet minder dan de manifestatie van hoe we de wereld begrijpen. Dat dit binnen en tussen vakgebieden verschilt, is niet vreemd gelet op de variatie in wetenschapsfilosofieën die eraan verbonden zijn (4.2). Het is daarnaast zinvol om een onderscheid te maken tussen soorten theorieën en het doel dat u met theorie voor ogen hebt. Phillips en Pugh (2000) onderscheiden drie soorten. De eerste is achtergrondtheorie. Achtergrondtheorie is uw vakgebied en u moet dus op de hoogte zijn van belangrijke ontwikkelingen en doorbraken, controverses en de hoofdrolspelers daarin. Samengevat heet dit de state of the art. Veel buitenpromovendi moeten, omdat ze al wat langer de deur van de universiteit achter zich hebben dichtgetrokken, zich die achtergrondliteratuur eerst weer eigen maken. Een literature review is een geijkte manier om te laten zien dat u de state of the art beheerst (5.1.4). De tweede soort theorie is de centrale (focal) theorie. Hiermee zoomt u in op wat u gaat onderzoeken en waarom. Centraal betekent hier: de kern van uw proefschrift betreffend. De centrale theorie is dus specifieker dan de achtergrondtheorie en gaat over de aard van het probleem dat u analyseert, mogelijk de gegenereerde hypothesen, de discussie van de argumenten en/of bevindingen van andere auteurs, en de dataverzameling en uitkomsten van uw eigen onderzoek. De derde soort theorie is de datatheorie. Deze ondersteunt de relevantie en betrouwbaarheid van het materiaal dat u gebruikt voor uw antwoorden (5.3.5). Was uw meetinstrument in orde? Klopten de historische bronnen? Is helder welk interpretatiekader u gebruikt voor uw analyse? Datatheorie heeft dus te maken met de transparantie en navolgbaarheid van uw methode TESTEN EN GENEREREN Een theorie kunt u op twee manieren inzetten: u kunt een bestaande theorie testen (verifiëren of falsifiëren) en u kunt een nieuwe theorie genereren. Beide is mogelijk binnen een en hetzelfde onderzoek. In het eerste geval begint u bij theorie en formuleert u hypothesen die u vervolgens toetst, vaak in een vaste strategie met een survey, in het tweede geval begint u met de dataverzameling en komt u bij een nieuwe theorie uit, meestal in een flexibele strategie voor exploratief onderzoek (4.5.3). We schrijven vaak en meestal, omdat surveys ook gebruikt kunnen worden voor het genereren van theorie en kwalitatieve studies ook ingezet kunnen worden om theorieën te testen UW BIJDRAGE Wat u met welke theorie doet, hangt natuurlijk af van uw onderzoeksvraag en -strategie, maar wat in elk geval van u verwacht wordt, is dat u een bijdrage levert aan de theorievorming van uw vakgebied. Het doel van onderzoek is theorie in de eerdere, meer algemene betekenis die we hierboven hanteerden, namelijk: de situatie of verschijnselen die u onderzocht begrijpen. U moet laten zien hoe door uw onderzoek de achtergrond- en centrale theorieën waar u mee werkte zijn veranderd en waarom. Hiervoor is vaak het discussiehoofdstuk gereserveerd, waarin u uw bijdrage aan de wetenschap aannemelijk maakt. Naast een bijdrage aan wetenschappelijke kennis en theorieën willen veel buitenpromovendi een bijdrage leveren aan de professionele praktijk of aan de samenleving meer in het algemeen. Met het begrip valorisatie wordt aangeduid wat de maatschappelijke waarde van uw onderzoek is. Valorisatie wordt steeds vaker vereist bij wetenschappelijk onderzoek, maar is niet altijd gemakkelijk aan te tonen (Benneworth & Jongbloed, 2009). Met een concreet ontwerp of een getest prototype zal dat wellicht eenvoudiger zijn dan met een biografie van een historische persoon. In de meeste gevallen hoeft u valorisatie echter niet aan te tonen, maar u moet het wel aannemelijk maken. Valorisatie kent voor- en tegenstanders. Wanneer partijen van buiten de wetenschap zich met de wetenschap willen bemoeien, dan zien we als karakteristieke reactie vanuit de wetenschap een voorkeur voor fundamenteel onderzoek (Merton, 1973; 3.1.4). Bij de introductie van valorisatie was dat niet anders. Bestuurders leggen het op als maatschappelijke verantwoording die het wantrouwen jegens de wetenschap moet

19 190 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 4 - Welkom in de wereld van de wetenschap 191 wegnemen (zie bijvoorbeeld KNAW, 2013), maar de werkvloer staat er sceptisch tegenover en heeft het over de spanning tussen economisch interessant zijn en wetenschappelijke waarden. Een andere reactie hangt daarmee samen, namelijk een beroep op eigen autonomie (bijvoorbeeld in The European Code of Conduct; zie 4.8.3, 4.8.5, 4.8.7) en inperkingen van de invloed van opdrachtgevers van onderzoek (bijvoorbeeld in De Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening; zie 4.8.3). Probeer te achterhalen hoe uw promotor tegenover valorisatie staat. Is hij positief, dan zal hij blij zijn met uw praktijkbijdrage. Is hij negatief, dan is hij misschien niet uw aangewezen begeleider of moet u uw ambities voor praktijkinnovatie bijstellen (3.6.1) RELATIE THEORIE EN PRAKTIJK In hebben we al even stilgestaan bij de relatie tussen theorie en praktijk. Hoewel een proefschrift volkomen gemakkelijk zonder praktijk door het leven kan gaan, ziet het zonder theorie het levenslicht niet. Dit hoort nu eenmaal bij het genre. De mate waarin praktijk toelaatbaar is in uw onderzoek, is soms een kwestie van onderhandelen met uw promotor. Vaak is het zo, dat de onderzoeksstrategie bepaalde delen van de praktijk uitsluit, bijvoorbeeld wanneer u uzelf concentreert op een aantal variabelen. Sociale praktijken zijn weerbarstig en complex. Weerbarstig houdt in dat veranderingen niet noodzakelijkerwijs optreden wanneer u uw interventies loslaat, of niet veranderen volgens een patroon dat u verwacht had. Complex betekent dat er zo veel aspecten (mensen, dingen, concepten, geld, ICT, et cetera) een rol spelen in de praktijk, dat relaties tussen oorzaak en gevolg niet meer eenduidig te leggen zijn. Voor veel wetenschappers is het daarom noodzakelijk om de complexiteit van een praktijk te reduceren tot een aantal meetbare variabelen. Het kan zijn dat u daardoor het gevoel hebt dat u uw praktijk tekort doet. Daar staat tegenover dat uw onderzoeksvraag onderzoekbaar moet zijn, met andere woorden: tot een antwoord moet leiden. Ook als u niet alles kunt onderzoeken, kunt u altijd wel iets onderzoeken en daarmee bijdragen aan de wetenschap (2.1.5). Het ligt aan uzelf, uw ambities en uw eigen pragmatische overwegingen hoe strak u uw onderzoek wilt inkaderen, zonder daarbij dat wat uw onderzoek voor u zo interessant maakt eruit te snijden DE PRECIEZEN EN DE REKKELIJKEN De verhouding tussen theorie en praktijk heeft gevolgen voor de keuze voor en inzet van methoden (4.5.2). Rugg en Petre (2004) plaatsen dit op een continuüm van abstract naar concreet. Aan het ene uiterste staan de abstracties, bijvoorbeeld een wiskundige modellering of een nieuwe representatie. Iets verderop staat het gecontroleerde experiment, bijvoorbeeld met afhankelijke en onafhankelijke variabelen en een controlegroep. Ergens na het midden staat het veldexperiment, waarin de variabelen veel minder onder controle zijn te houden. Aan het andere uiterste staan de subjectieve data met vaak heel weinig bronnen, soms niet meer dan de onderzoeker zelf (auto-etnografie). Er is een traditioneel onderscheid tussen wat Rugg en Petre (2004, p. 151) de neats en de scruffies noemen en wat wij hier zullen vertalen met de preciezen en de rekkelijken om redenen die vanzelf duidelijk zullen worden. De preciezen gebruiken formalismen om schone en abstracte beschrijvingen van het probleemgebied op te leveren. De rekkelijken richten zich op het begrijpen van wat er daadwerkelijk aan de hand is, ook al kunnen ze dat niet heel precies onder woorden brengen. De verstandhouding tussen beiden varieert meestal van koele minachting tot bittere gevechten. De preciezen hebben meestal meer academic street credibility, omdat ze in het algemeen intimiderende mathematische representaties gebruiken. De rekkelijken hebben meer draagvlak bij de praktijk, juist omdat ze een grote verzameling aan oorlogsverhalen hebben en weten waar de klepel hangt als er een klok geluid wordt. Het heeft z n voordelen om van beide markten thuis te zijn: Some people straddle the divide and have both a wonderful fund of stories and the ability to use intimidating representations. These people frequently end up as the gurus in a field, and apparently get quite a few free meals and invitations to nice conferences as a result. (Rugg & Petre, 2004, p. 151) DOCTORSTITEL MAAKT VERSCHIL OP DE ARBEIDSMARKT Nederland telde in de periode 2007/2010 bijna gepromoveerden. Dit is 6 procent van de ruim academici tussen de 15 en 65 jaar. Gepromoveerden hebben vaker een voltijdbaan dan niet-gepromoveerde academici, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook werken ze vaker op een hoger beroepsniveau dan niet-gepromoveerde academici. Twee derde van de werkende gepromoveerden heeft een baan in de niet-commerciële dienstverlening, zoals de gezondheidszorg of het hoger onderwijs. Een kwart van de gepromoveerden werkt in de commerciële dienstverlening, zoals de detailhandel of de banksector. CBS (cbs.nl/nl-nl/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2011/ wm.htm)

20 218 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 5 - Een wetenschapper worden LEZEN, LEZEN, LEZEN Succesvol binnentreden in een wetenschappelijk discours begint meestal niet met zenden, maar met ontvangen: voordat iemand naar u wil luisteren, wil die er eerst op vertrouwen dat u weet waar u het over hebt. De weg daarnaartoe is lezen. Er zijn drie redenen om te lezen. De eerste is om breed ideeën op te doen over uw onderwerp. De tweede is om bij anderen de kneepjes van het vak af te kijken. De derde is om informatie te verzamelen om over te kunnen schrijven. Elk leesmotief heeft een eigen strategie en die werken we in dit hoofdstuk uit. Daarnaast besteden we aandacht aan goede gewoontes en het literature review LEESSTRATEGIEËN Zeker wanneer u net met uw onderwerp aan de slag bent gegaan, is het een goed idee om breed, ook over de grenzen van uw discipline heen te lezen. Dit noemen we divergent lezen. Zo doet u ideeën op voor verbindingen tussen uw onderwerp en aanpalende onderwerpen en vindt u wellicht waar uw originele bijdrage aan de wetenschap uit kan bestaan: Much of the best work comes from cross-fertilization between apparently unconnected fields (Rugg & Petre, 2004, p. 72). Divergent lezen doet u door ruim baan te geven aan uw associaties; meestal nodigt het werk daar ook toe uit. Naarmate uw probleemstelling scherper wordt en u gerichter de literatuur van uw vakgebied induikt, leest u ook om te ontdekken hoe ervaren wetenschappers schrijven. Dit noemen we ambachtelijk lezen, omdat u ervan leert hoe binnen uw vak een tekst gestructureerd wordt, een argumentatie wordt opgezet, geciteerd wordt en concepten uitgewerkt worden. U socialiseert als het ware in het genre. Daarom is het goed om ten minste één proefschrift van voor tot achter helemaal uit te lezen. Door ambachtelijk lezen leert u twee belangrijke academische vaardigheden: een goede probleemstelling formuleren en wetenschappelijk schrijven. Dat doet u door kritisch te lezen. Kritisch betekent in een wetenschappelijke context niet dat u erop gebrand bent het tegendeel van de auteur te bewijzen, maar dat u uzelf de nou en? -vraag blijft stellen en in de tekst naar antwoorden zoekt. Als u uzelf erop betrapt dat u tijdens het lezen steeds ja! ja! ja! denkt, dan moet u zich afvragen of u nog wel kritisch leest. Blijf zorgvuldig de auteur volgen, anders loopt u het risico iets te lezen wat er niet staat: One of the first experiments I ever published was a study on the effect of demand characteristics in a psychological experiment that purported to be about sensory deprivation. The study was done under the direction of Martin Orne at Harvard Medical School in the summer of 1961, while I was still a graduate student at Berkeley. This study was published in 1964 (Orne & Scheibe, 1964), but became well known in certain quarters even before its publication, for it was one of the first studies to demonstrate the potentially confounding effects of subtle implicit instructions in common social psychological experimentation. When I returned to Berkeley in the fall of 1961, I had a conversation with a fellow graduate student who had heard about the study from a friend of his at Harvard, but he did not know that I had actually performed the experiment. His account of the experiment to me an account I allowed him to give without giving away my own involvement was a classic example of leveling and sharpening. The gist of his account was true, but the effects he reported to me were far more dramatic and stronger than what we actually found, and the experimental manipulations he described only vaguely resembled what we actually did. And yet he had full confidence in the authenticity of his report. (Scheibe, 1998, p. 57) Bent u het inderdaad eens met de auteur (dat kan natuurlijk), of leest u wat u graag wilt lezen en zoekt u alleen bevestiging van wat u al lang dacht te weten? Kunt u, met andere woorden, nog de kwaliteit van de tekst (argumentatie, bewijsvoering) nuchter beoordelen? Vertraag een aantal pagina s lang uw leestempo door steeds de o ja? -vraag te stellen, dat dwingt u om bij de tekst te blijven en remt daardoor wellicht al te eigen associatieve interpretaties. Voor deze leesstrategie is het verder van belang dat u die toepast op wetenschappelijke bronnen, zodat u niet de verkeerde stijl kopieert. Het herkennen van de juiste soort bron is dus ook onderdeel van uw academische leesvaardigheid en daar komen we in op terug. Hoe meer u gelezen hebt, des te beter u kunt beoordelen of u nog verder naar informatie moet zoeken. Dit noemen we convergent lezen. U gaat gericht op zoek naar antwoorden op vragen die u nog hebt om de losse eindjes in uw argumentatie aan elkaar te knopen. Meestal worden die losse eindjes zichtbaar doordat u aan het schrijven bent en merkt dat u nog geen vloeiende lijn kunt aanbrengen (5.2.6). Hiervoor bestudeert u de relevante literatuur in uw vakgebied tot zover terug in de tijd als nodig is (dus niet alleen de laatste vijf jaar), waarbij u kiest voor journals uit uw eigen vakgebied en (hoofdstukken in) boeken uit aangrenzende gebieden. Convergent lezen doet u door u te concentreren op wat er beweerd wordt én op wat niet gezegd wordt; dat laatste legitimeert uw probleemgebied en onderzoek. Rugg en Petre (2004) hebben het over groeifasen in academisch lezen. De beginnende promovendus heeft een onderzoeksgebied gekozen en leest om uit te zoeken wat al bekend is. Hij verzamelt bronnen, bestudeert ze en maakt samenvattingen. De promovendus die al wat verder is, heeft een onderzoeksonderwerp en is in staat informatie daarover te ordenen. De weer wat verder gevorderde promovendus heeft een probleemstelling en selecteert bronnen die daarvoor relevant zijn. De promovendus die bijna klaar is, heeft de bewijsvoering voor zijn stelling. Hij leest bronnen op wat nog niet bekend is en beoordeelt literatuur op kwaliteit en lacunes. Deze indeling in groeifasen suggereert een soort blikvernauwing tegen het einde van het proefschrift. Die is ongetwijfeld nodig, maar niet altijd het geval. Het kan goed zijn om tegen het einde nog eens divergent te gaan lezen om op nieuwe argumenten te komen voor wetenschappelijke of maatschappelijke relevantie, of om te speculeren over toepassingen van uw bevindingen in andere gebieden. Het kan ook goed zijn om aan het begin af en toe convergent te lezen en de diepte in te gaan om te controleren

21 220 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 5 - Een wetenschapper worden 221 of u bij het inperken van uw probleemgebied wel terechtkomt in een vakgebied waar u uzelf thuis voelt. U kunt ambachtelijk lezen parallel aan beide andere strategieën inzetten wanneer u niet alleen let op wat er gezegd wordt, maar ook bewust kijkt naar hoe het opgeschreven is. Tot slot is het zo dat u een tekst vaak maar vanuit één houding kunt lezen. Soms is het handig om een bron die u divergent bestudeerd hebt nog eens convergent te lezen en andersom. Ambachtelijk lezen is iets wat u door oefening onder de knie krijgt; u merkt dat u het geautomatiseerd hebt als afwijkingen van de genreregels u opvallen LEZEN ALS GEWOONTE Lezen moet uw tweede natuur worden. De meeste doorgewinterde onderzoekers hebben actieve, parate kennis van 100 tot 150 artikelen en boeken. Deze zogenaamde database is een repertoire aan parate kennis van de belangrijkste denkrichtingen en onderzoekers in het vakgebied als ook een verzameling onderzoeksmodellen en voorbeelden. Tijdens hun lezen kan de kern ervan verschuiven naar wat volgens de academische discussie relevant en interessant is en/of waarheen de persoonlijke belangstelling zich beweegt. Die database is dus niet constant, maar veranderlijk (Rugg & Petre, 2004). Door veel te lezen bouwt u uw eigen database op, waarmee u een context krijgt waarbinnen u uw ideeën en concepten kunt plaatsen. Rugg en Petre (2004, pp ) vertalen een aantal leesgewoontes van levenslange lezers in adviezen aan hun eigen lezers: Steady consumption. The idea is not so much to read voraciously as to read regularly. Use a tortoise strategy, rather than a hare. Always carry reading with you use the ten minutes on the train platform, or while you re waiting for your supervisor, or between seminars, or while dinner is cooking. Leave papers in the loo. Keep an annotated bibliography and keep it up to date. Find a regular reading time, about an hour a day. For many, this is first thing in the morning. Don t go straight to your office; go to the library first for your hour. Read books as well as papers. Most great readers are a little obsessive and like to get a sense of completeness when they re reading on a new subject. Many map the key writers. Make sure all your photocopies of papers have full citations on them, down to the ISSN or ISBN and page numbers. Most great readers maintain more than one reading strand so morning time may be technical reading, but bedtime is philosophy reading. Read a chapter every night before you sleep, no matter how tired you are. At conferences, carry the proceedings to the sessions with you and annotate the paper with your notes during the talk. Even when you find a paper uninteresting, cast your eye over the remainder, so that you have a portrait of the contents. Use your network to filter your reading, hence increasing the interest level of what you pick up. Join (or form) a reading group, or find a reading buddy. From Feynman (as recalled by Michael Jackson): when reading something difficult, if you get stuck reading something, start again from the beginning (this allows you to rehearse the early sections, correct misunderstandings that accumulate and benefit from elapsed time). Elapsed time can help: skim-read the material, then set it aside briefly before coming back to read it thoroughly. U ziet dat een aantal gewoontes ook betrekking heeft op annotatie. Daar gaan we hieronder op in ANNOTEREN ALS GEWOONTE U bouwt een database op met 100 tot 150 bronnen die u paraat hebt. Dat vraagt nogal wat van uw geheugen. Houd daarom een geannoteerde bibliografie bij. Een bibliografie kan net zo werken als een woordenboek of encyclopedie: er zijn lemma s (in uw geval: auteurs of thema s) en daarachter staat een uitleg (in uw geval een samenvatting). Een gedisciplineerd bijgehouden bibliografie behoedt u voor cryptomnesie (4.9.4), maar helpt u ook a) in te zien hoe uw gedachten zich ontwikkelen en b) snel na te zoeken wie wat ook alweer zei waarover. Bovendien helpt een bibliografie u ordening aan te brengen in alles wat u gelezen hebt, zowel conceptueel en thematisch als van kern naar periferie. Ontwikkel een annotatiesysteem dat bij u past. Kies voor de eenvoudig te gebruiken ordeningssystematiek van de kaartenbak. Deze kan digitaal zijn of fysiek (papier in ringbanden, op verschillende planken, in hangmappen in een archiefkast), of allebei. Zorg voor een sluitend verwijzingssysteem, zodat u gemakkelijk de bronnen bij elkaar kunt houden op thema, kritische benadering, auteur (bijvoorbeeld: maar ook zie Basten (2010) over kritische houding hoogleraren of ad Basten & Van Tiggelen (2013) over gemaksdiensten/uitbesteding ). Zorg ervoor dat u de hoofd- en deellemma s eenduidige namen geeft (bijvoorbeeld academia met daarin: cultuur, ethiek, hbo-onderzoek, loopbanen, ondernemerschap, promoveren, universiteit als instituut en wetenschap en samenleving ) en informatieve namen geeft. Dat laatste speelt vooral een rol bij de digitale opslag van bestanden. Digitale publicaties hebben wel eens namen die voor de naamgever logisch waren, maar voor u volkomen cryptisch worden; na verloop van tijd bent u kwijt welke inhoud schuilgaat achter de naam. Hernoem digitale publicaties daarom volgens uw eigen logica (bijvoorbeeld eindrapport 1.pdf wordt zo commissie-levelt-over-stapel.pdf). Zelfs als u de gewoonte hebt om in de kantlijn aantekeningen te maken, dan doet u er goed aan om na de eerste lezing uw aantekeningen nog eens na te lopen en de belangrijkste ervan op te nemen in uw bibliografie. Belangrijkste slaat hier niet op directe relevantie. Als u vermoedt dat een aantekening later nog van pas kan komen, dan hoeft die niet nu meteen van belang te zijn. Door te lezen, ontwikkelt u uzelf en daarmee komt uw probleemstelling ook tot ontwikkeling. Door deze dynamiek kan wat eerst irrelevant leek, later de kern van uw onderzoek blijken te zijn. Mocht u uzelf onzeker voelen over welke aantekeningen u wel en niet overneemt in uw bibliografie, neem dan alles over of maak een meta-aantekening als later herlezen! Noteer bibliografische gegevens en de datum waarop u de bron hebt geraadpleegd (met name belangrijk bij online bronnen). Bij alles wat u in uw bibliografie opneemt, moet u een helder onderscheid maken tussen letterlijke citaten (tussen aanhalingstekens en met vermelding van paginanummer), parafrases (geen aanhalingstekens, wel paginanummer) en uw eigen gedachten (bijvoorbeeld tussen vierkante haken, in een gedachtewolk, in een andere kleur, met de toevoeging ik hierover ). U moet immers goed uit elkaar houden wat u weet omdat u het gelezen hebt, en waar u opkwam toen u het las. Bij het maken van een samenvatting kunt u uw eigen steno ontwikkelen, bijvoorbeeld zo:

22 222 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 5 - Een wetenschapper worden 223 Afkortingen van zelfstandige naamwoorden: onderzoek wordt oz, buitenpromovendi wordt bp. Symbolen voor logische relaties: dus wordt >, daling in aioplaatsen leidt tot stijging van buitenpromovendi wordt aio = bp. Symbolen voor chronologische ontwikkeling: wordt steeds meer wordt >>>, na X kwam Y wordt X > Y. Drie dringende adviezen horen hierbij: 1. Gebruik dit steno nooit in het overnemen van letterlijke citaten in uw bibliografie. 2. Gebruik niet dezelfde afkorting voor twee verschillende dingen (dus niet vd voor zowel van de als voor de ). 3. Wees consequent in uw afkortingen. Er is ook software, zoals EndNote en RefWorks, waarmee u behalve de referentiegegevens (auteur, titel, jaar, uitgever/blad) ook aantekeningen kunt opslaan (het voordeel is bovendien dat u met deze software de referentiestijl (6.1.3) automatisch kunt omzetten naar het gewenste systeem). Behalve bibliografische informatie en de inhoudelijke samenvatting kunt u in een lemma in uw bibliografie ook andere informatie opnemen, zoals de locatie waar u de bron gevonden hebt (de rugcode van de bibliotheek, de url), hoe u de bron gevonden hebt (op aanbeveling van, in de referentielijst van), kernbegrippen, verder te lezen literatuur en de samenvatting van de auteur. Maak van annoteren een gewoonte, dat wil zeggen: doe het nadat u een bron bestudeerd hebt en voordat u naar de volgende bron gaat: The discipline is to keep up a continual, accumulating record of your reading and thinking (Rugg & Petre, 2004, p. 77) HET LITERATURE REVIEW Het materiaal waar wetenschappers mee werken is kennis en informatie. Ze moeten dus weten waar en hoe ze dit materiaal kunnen vinden, hoe ze het moeten interpreteren en hoe ze het moeten presenteren. Deze academische vaardigheid demonstreren ze in een literature review. Een literature review is iets anders dan een literatuurstudie. Bij een studie laat u zien dat u de belangrijkste bronnen kent (gelezen en begrepen hebt), bij een review brengt u de bronnen met elkaar in verband en bespreekt u ze kritisch aan de hand van wat belangrijk is voor uw probleemstelling en wat niet (en waarom niet), met welke auteurs u het eens bent en met welke niet (en waarom niet), hoe de bronnen hebben bijgedragen aan uw onderzoek en hoe u daarvan afwijkt (Rugg & Petre, 2004). Door te laten zien hoe u u verhoudt tot de bronnen (standaardwerken in uw vakgebied en relevante werken uit aangrenzende gebieden), bakent u uw eigen probleemgebied ten opzichte van bestaande theorie en eerder onderzoek af en daarop neemt u de positie in het wetenschappelijke discours in, van waaruit u uw bijdrage daaraan gaat leveren. Na het lezen van een studie zegt een wetenschapper tegen zichzelf: Nou en? Dat weet ik zelf ook wel. Op een review kan hij reageren met: Hé, dat is interessant, zo had ik er nog niet tegen aangekeken! Dat is het effect dat u wilt bereiken, een lezer die voor zichzelf de nou en -vraag beantwoordt (2.1.3). De meeste proefschriften beginnen met een overzicht van de literatuur, ook als het proefschrift een bundel artikelen is (het eerste is dan het review); kritische lezers zijn gerustgesteld als ze zien dat u uw huiswerk hebt gedaan en ze eventueel de originele bronnen zelf kunnen nakijken. Het literatuuroverzicht kent een structuur die de lezer moet helpen en deze structuur weerspiegelt dat u weet wat u doet en waarom u dat doet (Rugg & Petre, 2004). Vergelijkbaar met uw reis als held (4.1.2) bevat een proefschrift een plot en het literature review is het deel dat de begintoestand weergeeft en de plot in werking stelt: The story should start with a problem of some sort (for instance, a dragon laying waste the land, in a good legend, or a problem in the domain, in research). The literature review and/or introduction then follow the steps taken by previous work in an attempt to resolve the problem. The literature review and/or introduction end at the point where you, the hero or heroine, enter the scene, armed with your enchanted sword/improved research methodology. The rest of the paper/ dissertation follows your adventures, to the point where you emerge triumphant. (Rugg & Petre, 2004, p. 57) Uw literature review en probleemstelling moeten een soort oorzaak-gevolgrelatie hebben: If the literature review is well-structured and appropriately critical, then, ultimately, the research question emerges as an inevitable conclusion of the literature review (Rugg & Petre, 2004, p. 76). Voor veel buitenpromovendi is de afstand tussen wat toen zij studeerden de state of the art was en wat die nu is groot. Het is absoluut noodzakelijk die afstand te overbruggen en recentere bronnen te raadplegen. Tegelijkertijd kan de literatuurlijst van toen bronnen bevatten die inmiddels tot de standaardwerken zijn gaan behoren. Herlees ze dan met de kennis van nu. In een review moet u laten zien hoe de kennis in een vakgebied zich ontwikkeld heeft. Tot slot nog een wijze raad van Rugg en Petre: als u niets kunt vinden aan werk dat op uw probleemgebied al verricht is, dan nog moet u wel vreselijk zeker van uw zaak zijn voordat u hardop zegt dat er nog niets gedaan is: At best, you might look a bit silly if there is a major literature which has been missed; at worst, you might be accused of academic malpractice in claiming priority over a previous researcher in this area (not too likely if you are a final year undergraduate, but more of a worry if you are a PhD student aiming for a career in academia). For this reason, saying, No previous work has been done in this area is simply asking for trouble, and most sensible professionals use expressions such as, This area appears to have received little or no attention in the past, which allows them to wriggle out with some face saved if a previous literature does exist. (Rugg & Petre, 2004, p. 60) SOORTEN BRONNEN Kenmerkend voor het wetenschappelijke discours is dat het gebaseerd is op wetenschappelijke bronnen. U kunt dus niet zomaar alles wat u tegenkomt gebruiken en dat heeft ook zo z n voordeel: The academic literature has a pecking order, ranging from publications which are accepted on sufferance through to publications which are treated with considerable respect. Some of this pecking order is quite possibly based on snobbery, but most of it is based on the quality control that the publication uses. The more rigorous the quality control that a publication uses, the more prestigious the publication is. It s a simple and sensible concept, and it makes life a lot simpler and more reliable for everyone involved. If you are about to spend months or years of your life, and perhaps sizeable amounts of money researching a topic, then it s very reassuring to know that your initial assumptions are as solidly based as they can be. (Rugg & Petre, 2004, p. 59)

23 224 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen 5 - Een wetenschapper worden 225 Hoe weet u nu wat het geschikte materiaal is voor uw review, dus wat de belangrijkste bronnen in uw vakgebied zijn? Een eerste antwoord vindt u bij uw promotor door ernaar te vragen. Een tweede antwoord vindt u in andere literature reviews en review articles. U kunt niet zomaar alles gebruiken wat u interessant vindt. Rugg en Petre (2004) stellen de pikorde in academisch toelaatbare bronnen vast. Bovenaan staan de artikelen in encyclopedieën en topjournals. Meestal zijn het de internationaal leidende experts die gevraagd worden een artikel in een encyclopedie (soms heet het handboek ) te schrijven, en artikelen in topjournals zijn voor publicatie door internationale autoriteiten op hun vakgebied gereviewed. Iets verder naar beneden in de pikorde staan de middenmoters onder de journals. Die hebben meestal ook een reviewsysteem, maar de referees zijn minder beroemd. Nog iets verder naar beneden staan de specialistische nieuwsbrieven en professionele vakbladen. Die werken meestal niet met gespecialiseerde referees, maar met een redacteur. Ook boeken variëren in status. Studieboeken (geschreven voor studenten, met oefeningen en tips) staan lager geplaatst dan specialistische boeken (met noten en een uitgebreide literatuurlijst). Voor zowel journals als boeken kunt u citatieindexen raadplegen. Daarin vindt u welke artikelen naar andere publicaties verwijzen. Drie grote citatie-indexen zijn de Science Citation Index, de Social Sciences Citation Index en de Arts & Humanities Citation Index. Daarin zult u zien dat boeken ondervertegenwoordigd zijn, maar u kunt boeken en journals om verschillende redenen gebruiken. Boeken bevatten vaak niet de state of the art, maar kunnen u wel interessante overzichten en conceptuele kaders geven. Journals houden u up-to-date over de actuele discussies, maar het kost wel tijd om ze bij te houden en als buitenpromovendus hebt u niet altijd toegang tot de relevante journals. Ook de meest gerespecteerde auteurs mag u kritisch beoordelen. Wordt hun onderzoek bijvoorbeeld gesponsord? Hebt u een wetenschappelijk werk van hen in handen, of een maatschappelijk betoog? Hebben ze hun werk bij een universiteit uitgegeven (University Press) of bij een commerciële uitgever? Over internet als bron zijn de meeste auteurs verdeeld (maar dat ligt ook aan de kwaliteit van internetpublicaties op het moment van hun schrijven). Rugg en Petre noemen internet bijvoorbeeld a treacherous, unreliable and usually amateurish source of information, misinformation and downright lies (2004, p. 28). In hun latere editie van The craft of research (2008) schrijven Booth et al. dat ze hun kritiek op online bronnen hebben herzien en in plaats daarvan aanwijzingen geven waarmee onderzoekers het kaf van het koren kunnen scheiden: Not long ago, experienced researchers distrusted all data found on the Internet. That is no longer true. Researchers now log on to the Internet to access library sources, government reports and databases, primary texts from reputable online publishers, newspapers, even scholarly journals available only online. You can use and trust those sources as you would their print counterparts. Beyond those traditional sources, you ll find more on the Internet than any library can or would provide. But the Net s strength in numbers is also its limitation, because it has no gatekeepers. It is like a publisher without editors or a library without librarians. Most people post what they are passionate about or what will make them money, with no one to check their honesty or accuracy. When a search engine points you to a site, it knows only that many others have looked at it, not whether it offers careful reporting or the ranting of an obsessed mind. Your problem is that you can t easily know that either. (Booth et al., 2008, p. 75) Veilig internetgebruik hangt ook samen met de fase van uw onderzoek. Bent u u nog aan het oriënteren op uw onderwerp, dan kunt u gerust Google, Wikipedia en blogs gebruiken om op ideeën te komen en u te laten verrassen. Hebt u een onderwerp, kijk dan op de websites van onderzoekers; velen hebben werk online gepubliceerd en anders vindt u de referentie waarmee u naar de bibliotheek kunt. Vindt u een online bron, zoek dan uit wie degene is die de site onderhoudt en of de site nog actueel is. Let ook op het taalgebruik: is het afstandelijk academisch of betogend, eenzijdig en opruiend? Past de bron, met andere woorden, in het genre van het wetenschappelijke discours? Hoe kunt u zelf te werk gaan? Maak op basis van adviezen van uw begeleider en/of review artikelen een lijst met zoektermen en voer een online search uit; bijvoorbeeld in Web of Science, de database van Thomson Reuters met daarin de journals met de hoogste citatiescores (thomsonreuters.com/web-of-science). Vergeet niet om aantekeningen te maken. Het lukt buitenpromovendi niet altijd om toegang tot de digitale tijdschriften te krijgen. Het is wel de moeite waard om het te blijven proberen, bijvoorbeeld via een gastvrijheidsverklaring (5.7). Lukt het echt niet, dan kunt u de bibliotheek van uw eigen (of een andere, dichtstbijzijnde) universiteit bezoeken. Maak dan vooraf een lijst met bronnen die u wilt bestuderen; online toegang tot de catalogus van uw universiteitsbibliotheek is namelijk wel altijd mogelijk via de website van de universiteit. Zo kunt u thuis op uw gemak uw fuik zetten en dan ter plaatse de vangst binnenhalen. In hebben we uiteengezet hoe de leescommissie leest. Die strategie kunt u overnemen om snel door grote teksten te gaan en ze op hun waarde voor uw onderzoek te schatten. WIJSHEID De wetenschap doet onze kennis toenemen in dezelfde mate waarin ze onze trots doet afnemen Claude Bernard

24

25

26

! 5!!! Inhoud'! Voorwoord!Léon!de!Caluwé!...!15! Voorwoord!Roel!in! t!veld!...!17! Voorwoord!van!de!auteurs!...!19!

! 5!!! Inhoud'! Voorwoord!Léon!de!Caluwé!...!15! Voorwoord!Roel!in! t!veld!...!17! Voorwoord!van!de!auteurs!...!19! 5 Inhoud' VoorwoordLéondeCaluwé...15 VoorwoordRoelin tveld...17 Voorwoordvandeauteurs...19 1.'Inleiding...21 1.1Buitenpromovendi:eengroteendiversegroep...22 1.1.1#Geen#stereotype#buitenpromovendus#...#22

Nadere informatie

HANDBOEK BUITENPROMOVEREN

HANDBOEK BUITENPROMOVEREN HANDBOEK BUITENPROMOVEREN Hét oriëntatiepunt voor promoveren naast of na een carrière EIGENLIJK VOOR ALLE PROMOVENDI Dr. Floor Basten Dr. Kerstin van Tiggelen, MBA ISBN 978-90-819353-2-6 (paperback) NUR

Nadere informatie

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013 Conferentie Promoveren en promotietrajecten VU Amsterdam, 15 mei 2013 Heden en toekomst van promoveren Prof. Martin Kropff, rector Wageningen University Promoveren: wat is onveranderd? Kern: het (leren)

Nadere informatie

HANDBOEK BUITENPROMOVEREN

HANDBOEK BUITENPROMOVEREN HANDBOEK BUITENPROMOVEREN Hét oriëntatiepunt voor promoveren naast of na een carrière Dr. Floor Basten Dr. Kerstin van Tiggelen, MBA 6 HANDBOEK BUITENPROMOVEREN - Basten & Van Tiggelen Inhoud 7 INHOUD

Nadere informatie

Procedureoverzicht Promotietraject Faculteit der Geesteswetenschappen (Promotiereglement 2015)

Procedureoverzicht Promotietraject Faculteit der Geesteswetenschappen (Promotiereglement 2015) Procedureoverzicht Promotietraject Faculteit der Geesteswetenschappen (Promotiereglement 2015) Hieronder volgt een overzicht van de stappen in de formele procedure die uiteindelijk wordt afgesloten door

Nadere informatie

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Veloncongres 2015 & Over het programma Promotiebeurs - doel Initiator Ministerie van OCW Loopt sinds 2011, inmiddels structureel

Nadere informatie

Procedureoverzicht Promotietraject (Promotiereglement 2015)

Procedureoverzicht Promotietraject (Promotiereglement 2015) overzicht Promotietraject (Promotiereglement 2015) Hieronder volgt een overzicht van de stappen in de formele procedure die uiteindelijk wordt afgesloten door de openbare verdediging van het proefschrift.

Nadere informatie

Promotiereglement van de

Promotiereglement van de Promotiereglement van de Open Universiteit Open Universiteit www.ou.nl 6117235 6117235ENG Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: Wet: de Wet op het Hoger onderwijs

Nadere informatie

Artikel 4 1. Het proefschrift kan door één persoon dan wel door twee personen tezamen worden geschreven.

Artikel 4 1. Het proefschrift kan door één persoon dan wel door twee personen tezamen worden geschreven. Promotiereglement van de Open Universiteit Nederland Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: Wet : de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)

Nadere informatie

Artikel 4 1. Het proefschrift kan door één persoon dan wel door twee personen worden geschreven.

Artikel 4 1. Het proefschrift kan door één persoon dan wel door twee personen worden geschreven. U2017/01484/ROF Promotiereglement van de Open Universiteit Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: Wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Prof. Dr. Ton Hol, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (voorzitter) Prof. Dr. em. Léon de Caluwé (VU) (tevens consultant) Dr.

Nadere informatie

(De grijs gedrukte teksten zijn artikelen uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW))

(De grijs gedrukte teksten zijn artikelen uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)) PROMOTIEREGLEMENT UNIVERSITEIT UTRECHT (De grijs gedrukte teksten zijn artikelen uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)) Artikel 7.19 WHW Promotiereglement; eredoctoraat

Nadere informatie

Opleidingsreglement van de PhD-opleiding Graduate School of Natural Sciences Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht

Opleidingsreglement van de PhD-opleiding Graduate School of Natural Sciences Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht Opleidingsreglement van de PhD-opleiding Graduate School of Natural Sciences Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht Versie 6 10 juli 2007 PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN art. 1.1 - Toepasselijkheid

Nadere informatie

Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden

Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden Deze richtlijn is van toepassing op promovendi van de Universiteit Leiden die vallen in de VSNUcategorieën 1 (werknemer-promovendus) en 3 (contractpromovendus).

Nadere informatie

Belangrijkste informatie uit het actuele Promotiereglement. Basis Het promotietraject valt binnen de Graduate School FGB.

Belangrijkste informatie uit het actuele Promotiereglement. Basis Het promotietraject valt binnen de Graduate School FGB. Belangrijkste informatie uit het actuele Promotiereglement Basis Het promotietraject valt binnen de Graduate School FGB. Betreffende formulier I Bij aanvang van het PhD-traject dient door het formulier

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Presenteren & Promoveren

Presenteren & Promoveren Presentatietraining voor promovendi Presenteren & Promoveren Ik kon na de training echt vol vertrouwen, met rust en enthousiasme mijn proefschrift verdedigen! Voor wie? Promovendi van alle faculteiten

Nadere informatie

g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK

g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK De Graduate School van de Universiteit voor Humanistiek (UvH) biedt een vierjarige promotieopleiding, die uitmondt in een wetenschappelijk proefschrift

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Studeren in Nederland

Studeren in Nederland Studeren in Nederland Annekee de Jager Kaj Temme Nederlandse Ambassade Brussel Leuven, 27 oktober 2015 Inhoud 1. Nederland 2. Waarom studeren in Nederland? 3. Onderwijs in Nederland 4. Nederlandse studentensteden

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

PROMOTIEREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK INHOUDSOPGAVE

PROMOTIEREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK INHOUDSOPGAVE PROMOTIEREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 HET DOCTORAAT 1 Algemene bepalingen 2 Toegang tot de promotie Promovendus Promotor Co-promotor 3 Totstandkoming proefschrift 4

Nadere informatie

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar. Resultaten NAE 2016 Samenvatting: De NAE is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt uitgevoerd door DESAN,

Nadere informatie

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) 1. Opzet van het onderzoek 2. Resultaten en conclusies 3. Discussie Vraagstelling 1. Welke omvang heeft intersectorale

Nadere informatie

(De grijs gedrukte teksten zijn artikelen uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW))

(De grijs gedrukte teksten zijn artikelen uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)) PROMOTIEREGLEMENT UNIVERSITEIT UTRECHT (De grijs gedrukte teksten zijn artikelen uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)) Artikel 7.19 WHW Promotiereglement; eredoctoraat

Nadere informatie

Ius promovendi UHD. Universiteit Twente-HR In opdracht van het College van Promoties 6 december 2017 Versie 5 CvP 2017/1098

Ius promovendi UHD. Universiteit Twente-HR In opdracht van het College van Promoties 6 december 2017 Versie 5 CvP 2017/1098 Ius promovendi UHD Universiteit Twente-HR In opdracht van het College van Promoties 6 december 2017 Versie 5 CvP 2017/1098 1 Verruiming ius promovendi Universiteit Twente Samenvatting In september 2017

Nadere informatie

Presenteren & Promoveren Presentatietraining voor promovendi

Presenteren & Promoveren Presentatietraining voor promovendi Presenteren & Promoveren Presentatietraining voor promovendi Ik kon na de training echt vol vertrouwen, met rust en enthousiasme mijn proefschrift verdedigen! Spies&Spreken Glasfabriek, Daalsedwarsweg

Nadere informatie

Belevingen van Buitenpromovendi

Belevingen van Buitenpromovendi Belevingen van Buitenpromovendi Workshop Ondersteuning Buitenpromovendi Den Haag, 12 oktober 2018 Onderzoeksteam: Inge van der Weijden, Ingeborg Meijer & Christine Teelken Bijdrage van: Ingeborg van der

Nadere informatie

Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied

Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied Show & Share 2008 Promoveren bij Hogeschool INHOLLAND Ad van Blokland, coördinator Promotieonderzoek Institute of Advanced Studies and Applied Research 1 Inhoud presentatie Waarom aandacht voor promoveren

Nadere informatie

Het juridisch doctoraat: Van klassiek juweel tot academisch fabricaat?

Het juridisch doctoraat: Van klassiek juweel tot academisch fabricaat? Het juridisch doctoraat: Van klassiek juweel tot academisch fabricaat? Workshop 8: de kwaliteit en beoordelingsprocedure van proefschriften Juridische dissertatie is nog steeds juweel Ondanks forse toename

Nadere informatie

Wat onderscheidt ons, Tilburg University, van de andere Nederlandse universiteiten? Waar maken wij het verschil?

Wat onderscheidt ons, Tilburg University, van de andere Nederlandse universiteiten? Waar maken wij het verschil? Dames en Heren, Het zal u waarschijnlijk niet zijn ontgaan dat ons stelsel van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek onderwerp is van maatschappelijk en (vooral ook) politiek debat. Er is al veel

Nadere informatie

Concept procedure voor het verlenen van een eredoctoraat aan de UNA

Concept procedure voor het verlenen van een eredoctoraat aan de UNA Eredoctoraat UNA Concept procedure voor het verlenen van een eredoctoraat aan de UNA Datum: 9 maart 2012 Inleiding In de Landsverordening Universiteit der Nederlandse Antillen (hierna: LUNA) wordt in artikel

Nadere informatie

Presenteren & Promoveren 2014

Presenteren & Promoveren 2014 Presenteren & Promoveren 2014 Een training voor promovendi De dissertatie is af. Het was een klus, maar de manuscriptcommissie heeft haar goedkeuring gegeven. De datum voor de promotie is al weken bekend.

Nadere informatie

IMPRESSIE WORKSHOP 4. praktijkgericht juridisch onderzoek. G.A.F.M. van Schaaijk

IMPRESSIE WORKSHOP 4. praktijkgericht juridisch onderzoek. G.A.F.M. van Schaaijk IMPRESSIE WORKSHOP 4 praktijkgericht juridisch onderzoek G.A.F.M. van Schaaijk AANKONDIGING VAN EEN NIEUW BOEK: PRAKTIJKGERICHT JURIDISCH ONDERZOEK DOOR GEERTJE VAN SCHAAIJK Verwachte verschijningsdatum:

Nadere informatie

Stichting Empowerment centre EVC

Stichting Empowerment centre EVC I N V E N T A R I S A T I E 1. Inleiding Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland 1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC)

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8 Samenvatting aanvraag Bijlage 8 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): X Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing

Nadere informatie

Nationale DenkTank 2014 Big Data Academy

Nationale DenkTank 2014 Big Data Academy Big Data Academy Achtergrond en uitwerking Big Data Academy (BDA) Management Summary Oplossing [Twintig] deelnemers waarvan [80%] masterstudenten en PhD s en[20%] werknemers die voldoen aan de voorkenniseisen

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Binnen twee jaar als leerkracht voor de klas. Verkorte opleiding Leraar Basisonderwijs (pabo) share your talent. move the world.

Binnen twee jaar als leerkracht voor de klas. Verkorte opleiding Leraar Basisonderwijs (pabo) share your talent. move the world. Verkorte opleiding Leraar Basisonderwijs (pabo) HBO-bachelor voltijd Startmoment: september 2019 Graad: Bachelor of Education Binnen twee jaar als leerkracht voor de klas Je hebt een hbo- of universitaire

Nadere informatie

Formulier 31-05-2012. 1. Persoonlijke gegevens

Formulier 31-05-2012. 1. Persoonlijke gegevens Nederlandse Onderzoekschool voor Theologie en Religiewetenschap Netherlands School for Advanced Studies in Theology and Religion (NOSTER) Aanmeldingsformulier promovendi Promovendi die verbonden zijn aan

Nadere informatie

PROMOTIEREGLEMENT. Universiteit voor Humanistiek

PROMOTIEREGLEMENT. Universiteit voor Humanistiek PROMOTIEREGLEMENT Universiteit voor Humanistiek PROMOTIEREGLEMENT UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK INHOUDSOPGAVE PREAMBULE HOOFDSTUK 1 HET DOCTORAAT 1 Algemene bepalingen 2 Toegang tot de promotie Promovendus

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing Nieuwe opleiding is): Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing bestaande opleiding Nevenvestiging

Nadere informatie

Utrecht Business School

Utrecht Business School Cursus Time Management De cursus Time Management duurt ongeveer 2 maanden en omvat 5 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een van onze opleidingslocaties in Utrecht. Hierin

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

DOORSTUDEREN NA HET HBO

DOORSTUDEREN NA HET HBO DOORSTUDEREN NA HET HBO Met welke financiële gevolgen moet je rekening houden? Informatie van het Avans Studentendecanaat Stand van zaken 2019-2020 Kenmerk: 14 september 2015 Studeren na het HBO: onderwerpen

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2013 Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt

Nadere informatie

Associate degree Deeltijd

Associate degree Deeltijd Associate degree Deeltijd 2018-2019 Bloemsierkunst Vakmanschap, effectief communiceren en managen op hbo-niveau in de bloemsierkunst U bent werkzaam in de bloemenbranche, als zelfstandig ondernemer of

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

Inleiding Introductie

Inleiding Introductie Inleiding Introductie Hora Finita: PhD management software ondersteunt de processen faciliteert onderlinge verschillen Graduate Schools op basis van input van gebruikers maatwerk mogelijk 2 Inleiding Opbouw

Nadere informatie

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014 J uni 2016 SAMENVATTING Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014 Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): X Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma

Nadere informatie

DOORSTUDEREN NA HET HBO

DOORSTUDEREN NA HET HBO DOORSTUDEREN NA HET HBO Met welke financiële gevolgen moet je rekening houden? Informatie van het Avans Studentendecanaat Stand van zaken 2018-2019 Kenmerk: 14 september 2015 Studeren na het HBO: onderwerpen

Nadere informatie

Master of Psychological Research

Master of Psychological Research Master of Psychological Research Inleiding De master of psychological research is een speciale eenjarige master die voortbouwt op uw onderzoeksvaardigheden die u tijdens uw master of psychology scriptie

Nadere informatie

Samenvatting. onderzoek kortheidshalve aan met de term aangestelde promovendi.

Samenvatting. onderzoek kortheidshalve aan met de term aangestelde promovendi. Samenvatting Introductie Negen jaar geleden vroeg de Universiteit Utrecht haar promovendi om een oordeel over een aantal aspecten van hun promotietraject. Lagen ze op schema, welke steun kregen internationale

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

ONTSLA JEZELF Jouw Eerste Stap Naar Werken Met Energie En Voldoening Dit rapport is geschreven voor iedereen die al lang op zoek is naar werk dat echt voldoening gaat geven en in een ideale wereld het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

PROMOTIEREGLEMENT Universiteit Maastricht 2012

PROMOTIEREGLEMENT Universiteit Maastricht 2012 PROMOTIEREGLEMENT Universiteit Maastricht 2012 Vastgesteld bij besluit van het College van Decanen van 12 mei 2003, gewijzigd in februari 2007 (artikel 27) en gewijzigd bij besluit van het College van

Nadere informatie

onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden

onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden onderzoek op het hbo transformeert de samenleving tekst: Rob Voorwinden 6 De wereld verandert: om ons heen zien we langzaam systemen en instituties omvallen. Wat daarvoor in de plaats komt? Hbo-onderzoek

Nadere informatie

Cover Page. Author: Çelik, Saniye Title: Sturen op verbinden : de business case van diversiteit van publieke organisaties Issue Date:

Cover Page. Author: Çelik, Saniye Title: Sturen op verbinden : de business case van diversiteit van publieke organisaties Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44122 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Çelik, Saniye Title: Sturen op verbinden : de business case van diversiteit van

Nadere informatie

Universiteit Maastricht 2003

Universiteit Maastricht 2003 PROMOTIEREGLEMENT Universiteit Maastricht 2003 Vastgesteld bij besluit van het College van Decanen van 12 mei 2003 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 5 2 De promovendus 9 3 De promotor 13 4 De copromotor

Nadere informatie

Studeren na het HBO. stand van zaken 2013-2014. Informatie van het Avans Studentendecanaat

Studeren na het HBO. stand van zaken 2013-2014. Informatie van het Avans Studentendecanaat Studeren na het HBO stand van zaken 2013-2014 Informatie van het Avans Studentendecanaat 1 Studeren na het HBO: onderwerpen 1. Wat moet je weten over het collegegeld als je kiest voor een nieuwe bachelor

Nadere informatie

Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen

Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen Transnationaal programma in gespecialiseerde vertaling: optie literair vertalen Welkom aan de KU Leuven, een van de grootste en oudste universiteiten van Europa. Met meer dan 250 masteropleidingen aan

Nadere informatie

Handboek Buitenpromoveren Profielpagina s voor universiteiten en graduate schools

Handboek Buitenpromoveren Profielpagina s voor universiteiten en graduate schools Handboek Buitenpromoveren Profielpagina s voor universiteiten en graduate schools Het Handboek Buitenpromoveren is hét oriëntatiepunt voor buitenpromovendi in spe, onderweg, begeleidende hoogleraren en

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Haal meer uit hoogbegaafde medewerkers

Haal meer uit hoogbegaafde medewerkers Haal meer uit hoogbegaafde medewerkers Onopvallend leiderschap werkt Veel HR-afdelingen hebben een talentmanagementsysteem maar weten niet welke medewerkers extra slim zijn. Driekwart van de hoogbegaafde

Nadere informatie

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 www.qompas.nl Februari 2016 Surrounded by Talent Inleiding In deze rapportage laten we de resultaten zien van een enquête onder eerstejaars studenten welke met de Qompas

Nadere informatie

Q1 Aan welke universiteit werkt u?meerdere antwoorden mogelijk

Q1 Aan welke universiteit werkt u?meerdere antwoorden mogelijk Q1 Aan welke universiteit werkt u?meerdere antwoorden mogelijk Beantwoord: 2.006 Overgeslagen: 210 Universiteit van Amsterdam Vrije universiteit... Universiteit Leiden Erasmus Universiteit Universiteit

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid te Den Haag. Datum: 26 maart 2012

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid te Den Haag. Datum: 26 maart 2012 Rapport Rapport betreffende een klacht over Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid te Den Haag. Datum: 26 maart 2012 Rapportnummer: 2012/047 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat: De toenmalig

Nadere informatie

DOORSTUDEREN NA HET HBO

DOORSTUDEREN NA HET HBO DOORSTUDEREN NA HET HBO Met welke financiële gevolgen moet je rekening houden? Informatie van het Avans Studentendecanaat Stand van zaken 2015-2016 Kenmerk: 14 september 2015 Studeren na het HBO: onderwerpen

Nadere informatie

Samenvatting. International Joint Research Master Work and Organizational Psychology

Samenvatting. International Joint Research Master Work and Organizational Psychology Informatiedossier doelmatigheidstoets CDHO Samenvatting International Joint Research Master Work and Organizational Psychology Maastricht University - Universität Lüneburg Universitat de València Juli

Nadere informatie

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014 S AMENVATTI NG Ok t ober2015 Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014 Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): X Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma

Nadere informatie

DOORSTUDEREN NA HET HBO

DOORSTUDEREN NA HET HBO DOORSTUDEREN NA HET HBO Met welke financiële gevolgen moet je rekening houden? Informatie van het Avans Studentendecanaat Stand van zaken 2016-2017 Kenmerk: 14 september 2015 Studeren na het HBO: onderwerpen

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen 19 JUNI 2014 Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen van de bestaande situatie Flexibilisering

Nadere informatie

mastertrack Governance & Law in Digital Society

mastertrack Governance & Law in Digital Society Bijlage 2 Samenvatting aanvraag nevenvestiging mastertrack Governance & Law in Digital Society Faculteit Rechtsgeleerdheid Campus Fryslân 1 Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking

Nadere informatie

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam Aanvraagformulier nieuwe opleiding Basisgegevens Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam Contactgegevens Naam opleiding Internationale

Nadere informatie

Doctoraatsreglement van de FPPW

Doctoraatsreglement van de FPPW FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Doctoraatsreglement van de FPPW Unaniem goedgekeurd door de Faculteitsraad op 17 september 2014 1. Inleiding Dit reglement bevat faculteitsspecifieke

Nadere informatie

interne regeling Bijlage 3 Opleidings-en begeleidingsplan OIO Naam: Afdeling: Titel promotietraject: Plan voor de periode:

interne regeling Bijlage 3 Opleidings-en begeleidingsplan OIO Naam: Afdeling: Titel promotietraject: Plan voor de periode: Trainee Research Assistents ingangsdatum 18 juni 2008 Bijlage 3 Opleidings-en begeleidingsplan OIO Naam: Afdeling: Titel promotietraject: Plan voor de periode: Toelating tot de promotie op basis van: Overige

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15

Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15 Overzicht Lotingstudies WO Laatste wijziging: 14-9-15 Bedrijfskunde Radboud Universiteit Nijmegen Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Bedrijfskunde Vrije Universiteit Amsterdam Biomedische wetenschappen

Nadere informatie

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B Opgesteld door de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen d.d.: 20 januari 2010 versie:

Nadere informatie

Nieuws uit t decanaat 6 oktober 2017

Nieuws uit t decanaat 6 oktober 2017 Nieuws uit t decanaat 6 oktober 2017 havo/vwo bestemd voor havo/vwo bovenbouw Nieuws uit t decanaat is het mededelingenblad vanuit het decanaat havo/vwo van het Vechtdal College in Hardenberg. Het verschijnt

Nadere informatie

Promotiereglement. inclusief addenda

Promotiereglement. inclusief addenda 2014 Promotiereglement inclusief addenda Addendum Promotiereglement 2014 Vastgesteld in de bijeenkomst van het College voor Promoties d.d. 12-10-2017 Verruiming ius promovendi Ingangsdatum 01-11-2017 Artikel

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/90730

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe

Nadere informatie

V Voorwoord 5. G Gebruikswijzer 7. I Inhoudsopgave 9. T Toelichtend commentaar 15

V Voorwoord 5. G Gebruikswijzer 7. I Inhoudsopgave 9. T Toelichtend commentaar 15 Inhoudsopgave V Voorwoord 5 G Gebruikswijzer 7 I Inhoudsopgave 9 I T Toelichtend commentaar 15 1 Inleiding 15 1.1 Indeling 15 1.2 Totstandkoming, inwerkingtreding, wetswijzigingen 16 1.3 WHW in vogelvlucht

Nadere informatie

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Master-thesis over de werkwijze van de docent kunsteducatie in het VMBO en VWO Tirza Sibelo Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Richting: Sociologie

Nadere informatie

De IUR mag beschouwd worden als een onderwijsinstelling die opleidingen biedt waarbij de islam

De IUR mag beschouwd worden als een onderwijsinstelling die opleidingen biedt waarbij de islam EEN BEKNOPTE BELEIDSPLAN De Islamic University of Applied Sciences Rotterdam (IUR) opgericht in 1997 is een Nederlandse onderwijsinstelling op islamitische grondslag. Met de twee hbogeoriënteerde opleidingen

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Ondernemerschap door loslaten van vaste functies

Ondernemerschap door loslaten van vaste functies Organisatie naam: Full Management Support Plaats: Breda Aantal medewerkers: 25 en een netwerk van ZZP ers Soort arbeidsflexibiliteit: zelfsturende teams, ondernemerschap door functionele flexibiliteit

Nadere informatie

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis Voor promovendi en Research Masters 2012 2013 Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1 1. De Onderzoekschool Politieke Geschiedenis De Onderzoekschool Politieke

Nadere informatie

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's)

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's) PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's) Inleiding Plannings- en evaluatiegesprekken (minimaal één keer per jaar) helpen de begeleider en oio bij het doelgericht

Nadere informatie

Jaarverslag College voor Promoties

Jaarverslag College voor Promoties Jaarverslag College voor Promoties Academisch jaar 2015/2016 DATUM 10 februari 2017 AUTEUR Ir. Hante Meester Wageningen University & Research is specialised in the domain of healthy food and living environment.

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

'Ik merkte dat het mij meer moeite kostte' NIEUWS. Published on advalvas (http://www.advalvas.vu.nl) 28 februari 2017

'Ik merkte dat het mij meer moeite kostte' NIEUWS. Published on advalvas (http://www.advalvas.vu.nl) 28 februari 2017 Published on advalvas (http://www.advalvas.vu.nl) Home > 'Ik merkte dat het mij meer moeite kostte' NIEUWS 28 februari 2017 'Ik merkte dat het mij meer moeite kostte' Hbo-studenten doen het prima als ze

Nadere informatie

Studeren na het HBO. stand van zaken 2014-2015. Informatie van het Avans Studentendecanaat

Studeren na het HBO. stand van zaken 2014-2015. Informatie van het Avans Studentendecanaat Studeren na het HBO stand van zaken 2014-2015 Informatie van het Avans Studentendecanaat 1 Studeren na het HBO: onderwerpen 1. Wat moet je weten over het collegegeld als je kiest voor een nieuwe bachelor

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wet van.. tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op het onderwijstoezicht en het Wetboek van Strafrecht, in verband met het tegengaan van misleidend gebruik

Nadere informatie