creative performance Techniekenboek

Transcriptie

1 creative performance Techniekenboek

2 1 Menu Instellingen 1.1 Naam eigenaar 1.2 Tweelingnaald 2 Quilten 2.1 Quilten uit de vrije hand 2.2 Quilten in de naaimodus 3.1 Bloemen en bladeren 3 Naaireeks 3.2 Naam 3.3 Sterren 4 Inhoudsopgave Stitch Creator 5 Borduurmotievencombinatie 4.1 Bewerken en een nieuwe steek maken Bloem en blad 4.2 Bewerken en een nieuwe steek maken Siercirkels 4.3 Bewerken en een nieuwe steek maken Sterrencirkels 4.4 Een nieuwe steek maken Schelp 4.5 Nieuwe steken maken Hoeveel steken? 4.6 Bewerken en een nieuwe steek maken Bladerenkoord 5.1 Bloemen met tekst 5.2 Maxi-steken combineren 5.3 Stapelsteken 6.1 Decoratieve steek 6 Tapering 6.2 Quiltlabel tapering in de borduurring 6.3 Sterren en vierkanten taperen in de borduurring 7 Precise positioning Blad 95-97

3 1 Menu Instellingen 1.1 Naam eigenaar Druk op het Menu Instellingen op de taakbalk. Druk op Naam eigenaar om een popup te openen waarin u uw naam kunt invoeren. Typ uw naam. Druk op het pictogram voor kleine letters om met kleine letters te werken. Druk op OK om uw naam te bevestigen. Druk op OK om het menu Instellingen te sluiten. Om te controleren of uw naam ook echt is geprogrammeerd, drukt u op het Infomenu op de taakbalk. Druk op Persoonlijke info om uw naam, softwareversie, serienummer, enz. te controleren. Druk op Annuleren om uw persoonlijke info te sluiten. 3 PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l.

4 1 Menu Instellingen 1.2 Tweelingnaald Druk op het Menu Instellingen op de taakbalk. Druk op Instellingen Machine Druk op Tweelingnaald om de lijst met opties voor de tweelingnaaldbreedte te bekijken. 4 Druk op de tweelingnaaldgrootte van uw keuze Druk op OK om te bevestigen en de lijst met opties voor de tweelingnaaldbreedte te sluiten. Druk op OK om het menu Instellingen te sluiten. Het veld Instellingen machine geeft nu weer dat u uw machine heeft ingesteld op naaien met een tweelingnaald. 4

5 Menu Instellingen Selecteer een van de ingebouwde steken en naai een nieuwe decoratieve steek. Zorg dat u de aanbevelingen opvolgt voor de juiste naaivoet, gebruik van versteviging, enz Als er een pop-up verschijnt die u meldt dat de geselecteerde tweelingnaald niet is toegestaan, is de steek waarschijnlijk te breed voor de tweelingnaaldbreedte of kan de geselecteerde steek niet met een tweelingnaald worden genaaid. U kunt een andere tweelingnaaldbreedte nemen of een andere steek selecteren. Druk op Annuleren (de X) om de tweelingnaald te houden en naar een andere steek te gaan. Druk op OK (het vinkje) om de tweelingnaald uit te schakelen. Ga dan terug naar het Menu Instellingen om een andere tweelingnaaldbreedte te selecteren of naai de geselecteerde steek zonder tweelingnaald. Volg uw gebruiksaanwijzing (pagina 2:6) voor het inrijgen van een tweelingnaald. 5 PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l.

6 2 Quilten 2.1 Quilten uit de vrije hand 1 Naaimodus. 2 Druk op de Free Motion opties om een venster te openen waarin u verschillende opties voor naaien uit de vrije hand kunt selecteren. 3 Er zijn drie verschillende free-motion opties: De instelling Dynamisch verende voet 6D freemotion, de instelling Verende voet free-motion en de instelling Sensormatic free-motion. Welke u selecteert hangt af van de naaivoet die u gebruikt. Wanneer de machine is ingesteld op naaien uit de vrije hand, wordt de transporteur automatisch verzonken. 4 5 Druk op de instelling Dynamisch verende voet 6D free-motion. De transporteur gaat automatisch omlaag. Let op: De Dynamisch verende voet 6D is een optionele naaivoet. Het veld machine-instellingen geeft nu weer dat u uw machine heeft ingesteld op naaien uit de vrije hand met de Dynamisch verende voet 6D. 6

7 Quilten Schakel het ITD systeem (B) uit. Verwijder de standaard naaivoet (C). Draai voorzichtig de schroef (D) los totdat het kruisvormige gat (E) toegankelijk is. 7 Knijp de Dynamisch verende voet 6D zachtjes samen en leid de pen van de naaivoet zo ver mogelijk in het kruisvormige gat (E) van de persvoethouder. De arm op de naaivoet moet achter de naaldschroef zijn. 8 Draai de schroef (D) aan De Dynamisch verende voet meet de dikte van de stof en gaat met iedere steek omhoog en omlaag om de stof vast te houden op de steekplaat terwijl de steek wordt gevormd. Let op: De Dynamisch verende voet 6D wordt aanbevolen voor gebruik met rechte steken. Activeer Steekbreedtebeveiliging bij de Instellingen Machine. De Dynamisch verende voet 6D free-motion modus is speciaal geschikt voor het naaien van moderne quilts met verschillende stofhoogten. Selecteer een rechte steek. Rijg de machine in met naaigaren als boven- en onderdraad. Begin met lange draaduiteinden van de boven- en de onderdraad. Tik het voetpedaal eenmaal aan om de naald omlaag en weer omhoog te brengen. Op deze manier brengt u de onderdraad naar boven. Houd de draaduiteinden vast en maak enkele steken op dezelfde plaats. Stop en knip de draaduiteinden af. Naai dan eerst van achteren naar voren en daarna van rechts naar links. Houd een gelijkmatige snelheid aan en verplaats uw stof met de hand. Oefen op het maken van lussen en zelfs op het schrijven van uw naam! U regelt de steeklengte met de manier waarop u de stof verplaatst. Oefen op een gelijkmatige beweging van de stof en de snelheid van de machine. Druk op de instelling Verende voet free-motion voor naaien uit de vrije hand met optionele verende naaivoeten. De transporteur gaat automatisch omlaag. Het veld machine-instellingen geeft nu weer dat u uw machine heeft ingesteld op naaien uit de vrije hand met de Verende voet. Controleer of het IDT systeem is losgekoppeld. Bevestig de verende voet zoals hierboven is beschreven voor de Dynamisch verende voet 6D. 7

8 Quilten De verende naaivoet gaat bij elke steek omhoog en omlaag om de stof op de steekplaat te houden terwijl de steek wordt gemaakt. Optionele verende naaivoeten kunt u aanschaffen bij uw plaatselijke erkende PFAFF dealer. De free-motion modus verend is speciaal geschikt voor het naaien van moderne quilts met verschillende stofhoogten. Selecteer een rechte steek. Rijg de machine in met naaigaren als boven- en onderdraad. Begin met lange draaduiteinden van de bovenen de onderdraad. Tik het voetpedaal eenmaal aan om de naald omlaag en weer omhoog te brengen. Op deze manier brengt u de onderdraad naar boven. Houd de draaduiteinden vast en maak enkele steken op dezelfde plaats. Stop en knip de draaduiteinden af. Naai dan eerst van achteren naar voren en daarna van rechts naar links. Houd een gelijkmatige snelheid aan en verplaats uw stof met de hand. Oefen op het maken van lussen en zelfs op het schrijven van uw naam! U regelt de steeklengte met de manier waarop u de stof verplaatst. Oefen op een gelijkmatige beweging van de stof en de snelheid van de machine. Druk op de instelling Sensormatic free-motion om de machine in te stellen op de modus Sensormatic free-motion met naaivoet 6A. Bij naaien met lage snelheid, gaat de naaivoet bij elke steek omhoog en omlaag om de stof op de steekplaat te houden terwijl er een steek wordt gevormd. Bij een hogere snelheid zweeft de naaivoet tijdens het naaien over de stof. De modus Sensormatic free-motion wordt gebruikt met de optionele naaivoet 6A. In de modus Sensormatic free-motion heeft u de optie om de hoogte van de naaivoet te veranderen. Druk lang op het keuzevakje om een pop-up te openen waarin u de naaivoethoogte kunt instellen. Druk op de plus om de naaivoet omhoog te brengen en op de min om de naaivoet omlaag te brengen. De transporteur gaat automatisch omlaag. Druk op OK om uw Sensormatic free-motion naaivoethoogte te bevestigen. Druk op OK om het venster met free-motion opties te sluiten. 8

9 Quilten Het veld machine-instellingen geeft nu weer dat u uw machine heeft ingesteld op Sensormatic free-motion naaien. 21 Controleer of het IDT systeem is losgekoppeld. Klik de Sensormatic naaivoet voor quilten uit de vrije hand 6A vast Selecteer een rechte steek. Rijg de machine in met naaigaren als boven- en onderdraad. Begin met lange draaduiteinden van de boven- en de onderdraad. Tik het voetpedaal eenmaal aan om de naald omlaag en weer omhoog te brengen. Op deze manier brengt u de onderdraad naar boven. Houd de draaduiteinden vast en maak enkele steken op dezelfde plaats. Stop en knip de draaduiteinden af. Naai dan eerst van achteren naar voren en daarna van rechts naar links. Houd een gelijkmatige snelheid aan en verplaats uw stof met de hand. Oefen op het maken van lussen en zelfs op het schrijven van uw naam! U regelt de steeklengte met de manier waarop u de stof verplaatst. Oefen op een gelijkmatige beweging van de stof en de snelheid van de machine. De Draadopnaaiset # heeft twee Sensormatic naaivoeten die met dezelfde instellingen werken als de Sensormatic freemotion voet. Volg de instructies bij uw Draadopnaaiset voor het gebruik van deze naaivoeten. 9 PFAFF, IDT en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l.

10 2 Quilten 2.2 Quilten in de naaimodus De categorie Quiltsteken heeft vier subcategorieën met quiltsteken. Deze lijst geeft u ideeën voor het gebruik van de verschillende steken. Sommige zijn geschikt om door de lagen van een quilt heen te quilten. Andere steken zijn decoratief en moeten alleen op de quilttop worden genaaid, met versteviging onder de stof. 2.1 Handwerksteken Quilten met een rechte steek Quilten met een rechte steek en op één plaats afhechten. Gebruik deze steek voor patchwork. Imitatie-handquiltsteek Laat uw steken eruit zien als handquiltwerk door nylongaren te gebruiken als bovendraad en de draadspanning te verhogen. Quilt Gebruik nylongaren als bovendraad en verhoog de draadspanning voor een handgequilt effect of houd de spanning normaal en gebruik rayon garen dikte 40 als bovendraad en onderdraad op de spoel. Festonsteek Decoratieve rand. Gebruik deze steek alleen op de quilttop. Rijg de machine in met rayongaren dikte 40 als bovendraad en met onderdraad op de spoel. Gebruik versteviging onder de stof. 2.2 Traditionele quiltsteken Antieke quilt Decoratieve quiltsteken. Gebruik deze steek alleen op de quilttop. Rijg de machine in met rayongaren dikte 40 als bovendraad en met onderdraad op de spoel. Gebruik versteviging onder de stof. 10

11 Quilten Meandersteken Meanderen Quilten of decoratief naaien. Gebruik deze steek alleen op de quilttop. Rijg de machine in met rayongaren dikte 40 als bovendraad en met onderdraad op de spoel. Gebruik versteviging onder de stof. Meanderen waarbij de motieven elkaar kruisen Quilten, decoratief naaien of stoppen. Gebruik deze steek alleen op de quilttop. Rijg de machine in met rayongaren dikte 40 als bovendraad en met onderdraad op de spoel. Gebruik versteviging onder de stof. Lussen quilten Quilten of decoratief naaien. Kan worden gebruikt om door de quilttop, de tussenvulling en de achtergrondstof heen te quilten. Rijg de machine in met katoenen naaigaren of rayongaren dikte 40, als boven, en onderdraad. Golven quilten Quilten of decoratief naaien. Kan worden gebruikt om door de quilttop, de tussenvulling en de achtergrondstof heen te quilten. Rijg de machine in met katoenen naaigaren of rayongaren dikte 40, als boven, en onderdraad. 2.4 Crazy-patchworksteken Crazy patchwork Crazy-patchworkquilten of decoratief naaien. Gebruik deze steek alleen op de quilttop. Rijg de machine in met rayongaren dikte 40 als bovendraad en met onderdraad op de spoel. Gebruik versteviging onder de stof. 6.2 Handgemaakte Quiltsteken Crazy-patchworksteken. Rijg de naaimachine in met nylongaren als bovendraad en gekleurd garen als onderdraad. Deze steken zijn standaard ingesteld voor draadspanning (draadhoeveelheid niet beschikbaar). De spanning op deze steken is verhoogd tot 6.0 om de onderdraad naar boven te trekken. 11

12 Quilten 2.2 Patchwork maken met een naadtoeslag van 6 mm met naaivoet 0A 1 Druk op. categorie 2; Quiltsteken subcategorie 1; Handwerksteken steeknummer 1 2 Pas de naaldpositie aan op 2.0 naar rechts door op de + te drukken. 3 Klik naaivoet 0A op de naaimachine Rijg de machine in met naaigaren als boven- en onderdraad. Schakel het IDT systeem in. Laat de rand van de naaivoet gelijk lopen met de rand van de stof. Patchwork maken met een naadtoeslag van 6 mm met de Quiltvoet met IDT systeem Druk op. categorie 2; Quiltsteken subcategorie 1; Handwerksteken steeknummer 1 Bevestig de steekplaat voor rechte steken. Het kleinste gat in de steekplaat voor rechte steken ondersteunt de stof dichter bij de naald en helpt te voorkomen dat de stof omlaag wordt getrokken in het spoelgebied, vooral aan het begin en/of het einde van een naad. Activeer Steekbreedtebeveiliging in het Menu Instellingen. Hiermee wordt de naald vergrendeld in de middelste positie voor afhechtingen en het afsnijden van de draden om schade aan de naald en/of de naaivoet te voorkomen. 12

13 4 Bevestig de ¼" quilt- en patchworkvoet. Rijg de machine in met naaigaren als boven- en onderdraad. Schakel het IDT systeem in. Naai lapjes stof aan elkaar met een rechte steek. Bij gebruik van een naadtoeslag van 6 mm leidt u de stof langs de buitenste rand van de naaivoet. Als u een naadtoeslag van 3 mm gebruikt, leidt u de stof langs de binnenste rand van de naaivoet. Gebruik de rode markering op de teen van de naaivoet om te bepalen wanneer u moet stoppen en draaien op 6 mm voor de volgende naad. Patchwork maken met een naadtoeslag van 6 mm met de ¼" Quiltvoet met geleider rechts met IDT systeem, # Quilten Druk op. categorie 2; Quiltsteken subcategorie 1; Handwerksteken steeknummer 1 Bevestig de optionele steekplaat voor rechte steken. Het kleinste gat in de steekplaat voor rechte steken ondersteunt de stof dichter bij de naald en helpt te voorkomen dat de stof omlaag wordt getrokken in het spoelgebied, vooral aan het begin en/of het einde van een naad. Activeer Steekbreedtebeveiliging in het Menu Instellingen. Hiermee wordt de naald vergrendeld in de middelste positie voor afhechtingen en het afsnijden van de draden om schade aan de naald en/of de naaivoet te voorkomen. Klik de de ¼" Quiltvoet met geleider rechts op de machine. Schakel het IDT systeem in. Selecteer een rechte steek. Leg de stof met de goede kanten op elkaar onder de naaivoet met de geleider bij de rand van de stof. Naai de blokken aan elkaar en houd de randen daarbij goed tegen de geleider aan de rechterkant van de naaivoet. 13

14 Quilten Doorstikken: Klik de de ¼ Quiltvoet met geleider rechts op de machine. Schakel het IDT systeem in. Selecteer een rechte steek, een drievoudige rechte steek of de rechte handwerksteek. Leg de quilt onder de naaivoet met de geleider in de naald of op de rand van het stoffen blok. Naai rondom het blok en u krijgt een perfecte afstand van 6 mm langs alle randen van het blok. Gebruik de rode markering op de teen van de naaivoet om te bepalen wanneer u moet stoppen en draaien op 6 mm voor de volgende naad. Naai in de naad met de optionele Doorpitvoet met IDT systeem, # Druk op categorie 2; Quiltsteken subcategorie 1; Handwerksteken steeknummer 1 Bevestig de optionele steekplaat voor rechte steken. Het kleinste gat in de steekplaat voor rechte steken ondersteunt de stof dichter bij de naald en helpt te voorkomen dat de stof omlaag wordt getrokken in het spoelgebied, vooral aan het begin en/of het einde van een naad. Activeer Steekbreedtebeveiliging in het Menu Instellingen. Hiermee wordt de naald vergrendeld in de middelste positie voor afhechtingen en het afsnijden van de draden om schade aan de naald en/of de naaivoet te voorkomen. Bevestig de Doorpitvoet. Schakel het IDT systeem in. Rijg de machine in met naaigaren als boven- en onderdraad. 4 Leg de quilt onder de naaivoet met de geleider in de naald of op de rand van de patchworkdelen. De geleider van de naaivoet volgt precies in het midden van de patchworknaden zodat u perfect kunt quilten. 14

15 Quilten 2.2 Imitatie handquiltsteek 1 Druk op. categorie 2; Quiltsteken subcategorie 1; Handwerksteken steeknummer 2 2 Zet een INSPIRA doorstiknaald maat 90 in de machine. 3 4 Selecteer Menu Instellingen. Druk op Steekbreedtebeveiliging. Zo blijven de afhechtingen en afgesneden draden in het midden van de naaivoet, zodat de naald niet breekt. Rijg de machine in met transparant garen als bovendraad. Zorg ervoor dat de draad in verticale stand staat. 5 Breng een spoel aan met katoenen naaigaren of rayongaren dikte 35 of Naai een rij steken op een quiltsandwich van katoenen stof en katoenen tussenvulling. Als er niet voldoende onderdraad naar boven komt, verhoog dan de bovenspanning. 7 Naai de eerste rij steken. 8 9 Breng uw geleider voor doorstikken/ quilten aan op 25 mm van de naald. Om uw geleider voor doorstikken/ quilten aan te brengen, draait u de schroef op de achterkant van de houder los. Verwijder de schroef niet, maar draai hem voldoende los om de quiltgeleider te kunnen aanbrengen. Leg het gebogen uiteinde van de geleider gelijk met de steken op de stof. Draai de schroef aan. Naai verticale gequilte banen op 2,5 cm afstand van elkaar over uw quiltsandwich. Herhaal dit horizontaal. 15

16 Quilten 2.2 Uw quilt doorquilten met een gegolfde quiltsteek 1 Druk op. categorie 2; Quiltsteken subcategorie 3; Meandersteken steeknummer 5 2 Rijg de machine in met naaigaren als boven- en onderdraad. 3 Naai een rij steken op een quiltsandwich van katoenen stof en katoenen tussenvulling. 4 Breng uw geleider voor doorstikken/quilten aan op 25 mm van de naald. Om uw geleider voor doorstikken/quilten aan te brengen, draait u de schroef op de achterkant van de houder los. Verwijder de schroef niet, maar draai hem voldoende los om de quiltgeleider te kunnen aanbrengen. Leg het gebogen uiteinde van de geleider gelijk met de steken op de stof. Draai de schroef aan. 5 Blijf rijen steken naaien en leg de quiltgeleider langs de vorige rij steken. PFAFF, IDT, INSPIRA en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 16

17 3 Naaireeks 3.1 Bloemen en bladeren 1 Optiebalk. Reeksen 2 Selectiemenu. 3 Druk op. Steken categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 5; Versiersteken steeknummer 26 4 Selectiemenu. 17

18 Naaireeks Druk op. categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 3; Bladeren en bloemen steeknummer Het informatieveld geeft de lengte van de geprogrammeerde reeks weer. Druk op OK om over te schakelen naar de naaimodus. Om de reeks op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 9 Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden. 10 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. 11 Voer de naam van de reeks in Bloem_en_Bladeren 18

19 Naaireeks OK 13 OK 14 Naai uw reeks Bloem_en_Bladeren. Zorg dat u de aanbevelingen opvolgt voor de juiste naaivoet, gebruik van versteviging, enz. PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 19

20 3 Naaireeks 3.3 Sterren 1 Optiebalk. Reeksen. 2 Selectiemenu. 3 Druk op. Steken categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 4; Kunststeken steeknummer 6 4 Druk op richtingssteken. 20

21 Naaireeks Stel de richting in op door de groene lijn te slepen of op de juiste positie te klikken. U ziet de richting in lichtgroen onderaan het scherm. 6 Druk driemaal op de plus om drie steken toe te voegen in de richting Stel de richting in op 90 8 Druk driemaal op de plus om drie steken toe te voegen in de richting 90 9 Druk weer op de ster (4.4.6) in het steekselectiegebied. 10 Herhaal stap 5-9 tweemaal om een diagonale lijn sterren te maken. 21

22 Naaireeks Stel de richting in op Druk driemaal op de plus om drie steken toe te voegen in de richting Stel de richting in op Druk driemaal op de plus om drie steken toe te voegen in de richting Druk weer op de ster (4.4.6) in het steekselectiegebied. 16 Herhaal de stappen eenmaal om de diagonale lijn voort te zetten in de tegenovergestelde richting. Herhaal de stappen nogmaals om de laatste richtingssteken toe te voegen en terug te gaan naar het startpunt. Het informatieveld geeft de lengte van de geprogrammeerde reeks weer 18 Druk op OK om over te schakelen naar de naaimodus. 22

23 Naaireeks Om de reeks op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 20 Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden. 21 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. 22 Voer een naam in voor de reeks Sterren 23 OK 24 OK 25 Naai uw Sterrenreeks. 23 PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l.

24 3 Naaireeks 3.2 Naam 1 Naaimodus. 2 Optiebalk. Reeksen. 3 Selectiemenu. 4 Druk op. Lettertypes Comic lettertype 24

25 Naaireeks Voer MAKE-UP TAS in. 6 Horizontaal voorbeeld. 7 Bekijk de geprogrammeerde reeks in horizontale weergave. Gebruik de pijlen om vooruit of achteruit in de reeks te gaan. 8 Druk op Zoomen naar alles om de hele reeks te zien. (Dan is het eenvoudiger om de spelling te controleren) Druk op OK om de voorbeeldweergave te sluiten. Het informatieveld geeft de lengte van de geprogrammeerde reeks weer. Druk op OK om over te schakelen naar de naaimodus. Druk op Naaiprogramma s op de optiebalk. 25

26 Naaireeks Druk op. Enkel-steekprogramma Zorg ervoor dat dit is ingesteld op 1 Druk op Naaiprogramma s op de optiebalk om de pop-up te sluiten. 14 Om de reeks op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 15 Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden. 16 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen OK 19 OK 20 Voer de naam van de reeks in make-up tas. Borduur de reeks make-uptas. Zorg dat u de aanbevelingen opvolgt voor de juiste naaivoet, gebruik van versteviging, enz. PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 26

27 4 Stitch Creator 4.1 Bewerken en een nieuwe steek maken Bloem en blad 1 Open de Stitch Creator functie. 2 Selectiemenu. 3 Druk op. Steken categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 3; Bladeren en bloemen steeknummer 20 4 Om nog een steek toe te voegen uit dezelfde categorie, druk u op de bladerpijlen in het steekkeuzegebied. 27

28 Stitch Creator Ga omhoog naar steeknummer 2 (in dezelfde categorie). Druk op dat blad. 6 7 Om de bloem en de bladeren dichter bij elkaar te zetten, opent u de functie Stitch Creator opnieuw om terug te gaan en de steek te bewerken. Druk op steekpunt nummer 67. (Gebruik de pijlen om door de steken te gaan en het exacte steekpunt te vinden.) 8 Druk op Multi-selectie om dit in te schakelen. 9 Ga met de pijl omlaag om ook steekpunt 68 en 69 te selecteren Druk op het pictogram Verwijderen om deze twee steken te verwijderen. Druk op OK om uw steek te zien. We willen de steek dikker maken. Open de Stitch Creator functie opnieuw om terug te gaan en de steek te bewerken. 28

29 Stitch Creator Druk lang op het pictogram Multi-selectie om alles op het scherm te selecteren. 15 Druk op het pictogram van de drievoudige steek om de bloem en het blad met drievoudige steek te stikken. Druk op OK om over te schakelen naar de naaimodus. 16 Om de steek op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 17 Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden OK. 21 OK. 22 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. Voer een naam in voor de reeks Drievoudige bloem. Naai uw nieuwe steek. PFAFF, CREATIVE PERFORMANCE en STITCH CREATOR zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 29

30 4 Stitch Creator 4.2 Bewerken en een nieuwe steek maken Siercirkels 1 Open de Stitch Creator functie. 2 Selectiemenu. 3 Druk op. steken categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 5; Versiersteken steeknummer Druk op Multi-selectie om alle steekpunten te deselecteren. Schakel Multi-selectie selecteren opnieuw in. 6 Ga met de pijl omhoog om alle steekpunten te selecteren tot (en met) nummer 465. creative sensation techniekenboek 30

31 Stitch Creator Druk op Verwijderen om deze 31 steken te verwijderen. Selecteer Druk/sleepfunctie beeld verplaatsen en druk en sleep op het scherm om het beeld helemaal naar de bovenkant van de steek te verplaatsen. Selecteer Druk/sleepfunctie verplaatsen. 10 Druk op steekpunt nummer 32 (zie afbeelding) 11 Schakel Multi-selectie selecteren in. 12 Ga met de pijl omhoog om alle steekpunten te selecteren tot (en met) nummer Druk op Verwijderen om deze 32 steken te verwijderen. Selecteer Druk/sleepfunctie beeld verplaatsen en verplaats het beeld naar de bal in het midden van de steek. Selecteer Druk/sleepfunctie verplaatsen. 16 Druk op het eerste steekpunt van de bal, nummer

32 Stitch Creator Schakel Multi-selectie selecteren in. 18 Ga met de pijl omlaag om alle steekpunten van de bal te selecteren tot (en met) nummer Druk op Verwijderen om de steken te verwijderen. Druk op OK om uw nieuwe steek te zien OK 26 OK 27 Om de steek op te slaan, drukt u op Opties voor opslaan. Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden. Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. Voer een naam in voor de steek SIERCIRKELS Naai uw nieuwe steek. PFAFF, CREATIVE PERFORMANCE en STITCH CREATOR zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 32

33 4 Stitch Creator 4.3 Bewerken en een nieuwe steek maken Sterrencirkels 1 Open de Stitch Creator functie. 2 Selectiemenu. 3 Druk op. Steken categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 4; Kunststeken steeknummer 1 4 Om steken toe te voegen in de cirkel die eruit gaan zien als een ster binnenin de cirkel, drukt u op Nieuw steekpunt. 33

34 Stitch Creator Sleep het nieuwe steekpunt omhoog en plaats het aan de linkerkant van de cirkel. Nauwkeurig afstemmen met het wiel. Stel de coördinaten in op / Voeg een nieuw steekpunt in 7 Sleep het nieuwe steekpunt weer terug naar het startpunt en zet het daar neer. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt en zet het neer aan de linkerkant van de cirkel, hoger en meer naar rechts ten opzichte van de vorige steek. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op / Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt weer terug naar het startpunt en zet het daar neer. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/3.000 Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt en plaats het in het midden van de cirkel, op de vaste lijn, iets hoger dan de vorige steek. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/

35 Stitch Creator Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt weer terug naar het startpunt en zet het daar neer. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/3.500 Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt en plaats het in de rechterkant van de cirkel, iets lager dan de vorige steek. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 1.500/ Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt weer terug naar het startpunt en zet het daar neer. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/3.000 Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt en plaats het in de rechterkant van de cirkel, iets lager en iets meer naar rechts dan de vorige steek. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 2.000/ Voeg een nieuw steekpunt in Sleep het nieuwe steekpunt weer terug naar het startpunt en zet het daar neer. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Om alle steken in de Ster te kopiëren, drukt u op het pictogram Multi-selectie en gaat u met de pijl omhoog naar steekpunt Kopiëren 19 Afbeelding verticaal spiegelen. 35

36 Stitch Creator De coördinaten zijn 0.000/ Druk op OK om naar de naaimodus te schakelen en de hele steek te kunnen bekijken. Om de steek op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 23 Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden OK. 26 OK. 27 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. Voer een naam in voor de steek: Ster_cirkels. Naai uw nieuwe steek. PFAFF, CREATIVE PERFORMANCE en STITCH CREATOR zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 36

37 4 Stitch Creator 4.4 Een nieuwe steek maken Schelp 1 2 Open de Stitch Creator functie. Voeg een nieuw steekpunt in. 3 Sleep het tweede steekpunt helemaal naar rechts in het steekgebied en plaats het daar; maak geen vooruitgaande beweging. Stel het steekpunt nauwkeurig af met de pijlen in het wiel. Stel de coördinaten in op 4.500/ Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/0.000 Voeg een nieuw steekpunt in. 37

38 Stitch Creator Sleep het nieuwe steekpunt helemaal naar links in het steekgebied en plaats het daar; maak geen vooruitgaande beweging. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op -4,500/0.000 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/0.000 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt naar rechts en plaats het daar, zoals op de afbeelding. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 4.125/1.500 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt naar links en plaats het daar, zoals op de afbeelding. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op /1.500 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in. 38

39 Stitch Creator Sleep het nieuwe steekpunt naar rechts en plaats het daar, zoals op de afbeelding. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 3.250/2.500 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt naar links en plaats het daar, zoals op de afbeelding. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op /2.500 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt naar rechts en plaats het daar, zoals op de afbeelding. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 1.750/3.750 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in. 39

40 Stitch Creator Sleep het nieuwe steekpunt naar links en plaats het daar, zoals op de afbeelding. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op /3.750 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep de nieuwe steek vooruit en plaats de steek. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/4.500 Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep het nieuwe steekpunt terug naar het startpunt en plaats het daar. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Voeg een nieuw steekpunt in. Sleep de nieuwe steek vooruit en plaats de steek. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/4.500 Druk op OK om over te schakelen naar de naaimodus. Om de steek op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 40

41 Stitch Creator Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden. 43 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. 44 Voer een naam in voor de steek: Schelp 45 OK. 46 OK. 47 Naai uw nieuwe steek. PFAFF, CREATIVE PERFORMANCE en STITCH CREATOR zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 41

42 4 Stitch Creator 4.5 Een nieuwe steek maken Hoeveel steken kunnen er worden gemaakt van één steekpatroon? - Ontworpen door Betty Biberdorf, Canada - STEEK nr. 1 Dit is de basis voor alle steken van deze oefening! Sluit uw USB-muis aan op uw PFAFF creative performance naai- en borduurmachine. 1 Open de Stitch Creator functie. Om één steek in te voegen, drukt u op Nieuw steekpunt. Laat de steek zoals deze wordt ingevoegd. 2 3 De pijlen (onder het pictogram Multi-selectie) geven 2/2 aan. De naald moet op twee punten in de stof steken om de eerste steek te maken. Het grotere groene vierkant geeft de huidige positie aan (2/2). Ieder rastervakje is 1 mm. Druk opnieuw op Nieuw steekpunt om het 3 e naaldingangspunt in te voegen. Druk en sleep op het scherm om het steekpunt naar 1.500/ te brengen of gebruik het wiel om de steekpositie nauwkeurig af te stellen. 4 Druk opnieuw op Nieuw steekpunt om een andere steek in te stellen (4/4). Breng het Nieuwe steekpunt terug naar dezelfde positie als steekpunt nr. 2, coördinaten 0.000/

43 Stitch Creator Druk op Nieuw steekpunt om de volgende steken in te stellen: Steek 5/5 ga naar 3.125/ Steek 6/6 (weer terug) - ga naar 0.000/1.500 Gebruik indien nodig het wiel voor de nauwkeurige afstelling. Steek 7/7 ga naar 4.500/0.000 Steek 8/8 (weer terug) - ga naar 0.000/ Steek 9/9 ga naar 3.125/1.500 Steek 10/10 (weer terug) - ga naar 0.000/ Steek 11/11 ga naar 1.500/2.125 Steek 12/12 (weer terug) - ga naar 0.000/ Steek 13/13 ga naar 0.000/ Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 43

44 Stitch Creator Om de steek op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 13 Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden. 14 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. 15 Voer een naam in voor de steek Bloem_1 16 OK 17 OK 18 We willen de steek ook in het menu Persoonlijke steken opslaan. Druk op Opties voor opslaan. Druk op Opslaan in Persoonlijk menu. 19 Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. Druk OK om te bevestigen en de pop-up Opslaan in persoonlijk menu. Wanneer u een steek opslaat in uw Persoonlijke bestanden, kunt u deze kopiëren naar uw USB Embroidery Stick en/of computer. Wanneer u een steek opslaat in uw Persoonlijke Menu, kunt u de steek, samen met al uw andere steken, eenvoudig weer openen via het Stekenmenu. U kunt steken in één van beide opties opslaan of in beide. 44

45 Hoeveel steken kunt u maken van deze steek? Dit zijn slechts enkele mogelijkheden. STEEK nr Open de Stitch Creator functie. De steek die u zojuist heeft gemaakt, staat nog op het scherm. Stitch Creator Druk lang op Multi-selectie selecteren om alles te selecteren. U ziet dat de steekpunten nu worden gemarkeerd door lege vakjes en dat het huidige steekpunt een opgevuld groen vakje is. Gemarkeerde steken worden aangegeven met groen. Ongemarkeerde steken worden aangegeven met wit. 22 Druk op Kopiëren 23 Druk op Horizontaal spiegelen. Sluit de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 24 Sla steek nr. 2 op. Open Opties voor opslaan. Opslaan in Persoonlijk menu. Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. 45

46 Stitch Creator 4.5 STEEK nr Open de Stitch Creator functie. De steek die u zojuist heeft gemaakt, staat nog op het scherm. 26 Druk op het steekpunt tussen de twee steekmotieven of gebruik de bladerpijlen om naar steek 13/25 te gaan. Het geselecteerde steekpunt wordt een opgevuld groen vakje. 27 Druk op Verwijderen. 28 Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 29 Sla steek nr. 3 op. Open Opties voor opslaan. Opslaan in Persoonlijk menu. Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. 46

47 Stitch Creator 4.5 STEEK nr Open de Stitch Creator functie. 31 Het laatste steekpunt 24/24 is geselecteerd. 32 Druk op Verwijderen. 33 Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 34 Sla steek nr. 4 op. Open Opties voor opslaan. Opslaan in Persoonlijk menu. Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. 47

48 Stitch Creator 4.5 STEEK nr Open de Stitch Creator functie. Druk lang op Multi-selectie om alles te selecteren. 37 Druk op Drievoudige steek. 38 Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 39 Sla steek nr. 5 op. Open Opties voor opslaan. Opslaan in Persoonlijk menu. Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. 48

49 Stitch Creator 4.5 STEEK nr Open de Stitch Creator functie. Druk lang op Verwijderen om alle steekpunten te verwijderen. 42 Klik op OK om te bevestigen. 43 Druk op Selectiemenu, Steken, Categorie 7 Persoonlijk Menu, Subcategorie 1. Selecteer de steek in positie 1. De steek verschijnt al gemarkeerd (groen) in het steekgebied. 44 Kopiëren 45 Druk op Meerdere selecteren om de steek te deselecteren. 46 Druk op het middelste steekpunt (13/25) tussen de twee steekmotieven. 47 Druk op Verwijderen om het gemarkeerde steekpunt te verwijderen. 49

50 Stitch Creator Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 49 Sla steek nr. 6 op. Open Opties voor opslaan. Opslaan in Persoonlijk menu. Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. STEEK nr Open de Stitch Creator functie. Steek nr. 6 zou nog op het scherm moeten staan. 51 Druk lang op het pictogram Multi-selectie om alles op het scherm te selecteren. 52 Druk op Kopiëren 53 Druk op Horizontaal spiegelen 50

51 Stitch Creator Druk en sleep op het scherm om uw duplicatie links van de eerste steek te brengen. Coördinaten 0.000/ Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 56 Sla steek nr. 7 op. Open Opties voor opslaan. Opslaan in Persoonlijk menu. Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. 51

52 Stitch Creator 4.5 STEEK nr Open de Stitch Creator functie. Zorg ervoor dat u steek nr. 7 op het scherm heeft staan en dat de laatste steek is gemarkeerd. 58 Druk op Selectiemenu, Selecteer Categorie 6, Subcategorie 1, steek Breng de bolletjessteek naar het midden van uw persoonlijke steek nr. 7. Coördinaten 0.000/ Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. Sla steek nr. 8 op. Open Opties voor opslaan. Opslaan in Persoonlijk menu. Selecteer een beschikbare geheugenruimte en druk op OK. 52 PFAFF, CREATIVE PERFORMANCE en STITCH CREATOR zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l.

53 4 Stitch Creator 4.6 Bewerken en nieuwe steken maken Drie variaties op Bladerenkoord - Ontworpen door Betty Biberdorf, Canada - 1 Open de Stitch Creator functie. 2 Selectiemenu. Druk op. 3 categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 3; Bladeren en bloemen steeknummer 23 4 We gaan de middelste bloem van deze steek verwijderen. Druk op het pictogram Multi-selectie om het motief te deselecteren. 53

54 Stitch Creator Druk op de steek tussen het blad en de bloem of gebruik de markeringspijlen om omhoog te gaan naar steek 59/84. 6 Om de hele steek te selecteren, drukt u op Meerdere selecteren om dit in te schakelen. 7 Druk op de steek net boven de bloem of ga omhoog met de markeringspijlen totdat u bij steek 23/84 komt. Let op: Alleen de bloem is gemarkeerd (groen) 8 Druk op Verwijderen 9 Als het goed is, ziet uw scherm er nu zo uit. 10 We moeten enkele steken toevoegen om ons steekmotief nauwkeurig af te stellen. Druk tweemaal op Nieuw steekpunt. Sleep de gemarkeerde steek 24/49 en plaats de steek of gebruik het wiel voor de fijne afstelling. Stel de coördinaten in op 0.000/

55 Stitch Creator Druk op Multi-selectie. Blader omlaag naar steek 49/49 of druk op het laatste steekpunt. 12 Sleep het hele blad en verplaats het. Nauwkeurig afstellen. Stel de coördinaten in op 0.000/ Druk op Multi-selectie om dit te deselecteren. Blader met de markeringspijl omhoog naar steek 23/49. Breng dit steekpunt naar / Selecteer steek 22/49. Breng deze steek naar /2.500 Als het goed is, ziet uw steek er nu zo uit. 55

56 Stitch Creator Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 16 Om de steek op te slaan, drukt u op het pictogram Opties voor opslaan. 17 Druk op Opslaan in Persoonlijke bestanden. 18 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen om NewStitch te wissen. 19 Voer een nieuwe naam in voor uw steek: 2bladeren 20 OK 21 OK 22 Open de Stitch Creator functie. 23 Druk op de steek vlak voor het laatste blad of gebruik de pijl omhoog om naar steek 24/49 te bladeren. 56

57 Stitch Creator Druk op het pictogram Multi-selectie om dit in te schakelen. 25 Druk op of blader naar steek 2/49 om het eerste blad te markeren Druk op Verticaal spiegelen. Voor een volledige weergave van de steek sluit u de functie Stitch Creator door op OK te drukken. 28 Als het goed is, ziet uw steek er nu zo uit. Sla uw nieuwe steek op als 2bladeren_ gespiegeld. (Zie de stappen 16-21) Open de Stitch Creator functie. Om het hele tweede blad te selecteren, drukt u op Multi-selectie om dit in te schakelen. Het laatste steekpunt 49/49 is actief. 31 Gebruik de markeringspijlen om het laatste blad te selecteren; blader omhoog naar steekpunt 25/49. 57

58 Stitch Creator Druk op Verwijderen. 33 Sla op als blader_blad. (Zie de stappen 16-21) PFAFF, CREATIVE PERFORMANCE en STITCH CREATOR zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 58

59 5 Borduurmotievencombinatie 5.1 Bloemen 1 2 Druk op het pictogram van de borduurmodus op de taakbalk. Druk op de optiebalk op borduurring selecteren en selecteer creative Elite Hoop 260x200 mm. 3 Selectiemenu. 4 Druk op. Ingebouwde machinemotieven Selecteer borduurmotief #CPE_024. vp3 creative sensation techniekenboek 59

60 Borduurmotievencombinatie Sleep op het scherm en breng het borduurmotief naar de linker onderhoek. (Breng het iets buiten het borduurringgebied) 6 Borduurmotief in borduurring verplaatsen. (Dit brengt uw borduurmotief in het borduurringgebied. Het borduurmotief wordt zo dicht mogelijk bij de gekozen positie geplaatst.) 7 Kopiëren 8 Horizontaal spiegelen 9 Sleep op het scherm en breng het borduurmotief naar de rechterkant van het borduurgebied. Stel nauwkeurig af met het wiel. Stel de coördinaten in op 46.2/ Druk op Multi-selectie. 11 Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief in de borduurring te centreren 12 Druk op Multi-selectie om de borduurmotieven te deselecteren. 13 Selectiemenu. 60

61 Borduurmotievencombinatie Ga naar Lettertypes en kies Script Alphabet Voer Happy Sewing in en druk op OK. 16 Druk op Roteren en roteer de tekst 270 (of druk driemaal in het midden van het wiel). 17 Druk op Verplaatsen 18 Stel de tekst nauwkeurig af met het wiel. Stel de coördinaten in op 0.0/ Om het borduurmotief op te slaan, drukt u op Opslaan in Persoonlijke motieven. 20 Persoonlijke bestanden 21 Naam veranderen 22 Druk lang op Verwijderen. 61

62 Borduurmotievencombinatie Voer de naam van de combinatie in. Bloemen 24 OK 25 OK 26 Ga naar Borduren en borduur uw borduurmotief PFAFF, CREATIVE en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 62

63 5 Borduurmotievencombinatie 5.2 Maxi-steken combineren 1 2 Druk op het pictogram van de borduurmodus op de taakbalk. Druk op de optiebalk op borduurring selecteren en selecteer creative All Fabric Hoop 150x150 mm. 3 Selectiemenu. Druk op. 4 steken categorie 5; Maxi-steken subcategorie 2; Bladeren en bloemen steeknummer 1 5 Kopiëren 6 Horizontaal spiegelen 63

64 Borduurmotievencombinatie Sleep op het scherm en breng de gekopieerde steek dicht bij de eerste steek. Stel nauwkeurig af met het wiel, stel de coördinaten in op 17.4/0.0 8 Druk lang op Multi-selectie om alles te selecteren. 9 Sleep op het scherm en breng het borduurmotief naar de bovenkant van het borduurgebied. Stel nauwkeurig af met het wiel. Stel de coördinaten in op 0.0/ Druk op Kopiëren 11 Druk op Verticaal spiegelen. 12 Sleep op het scherm en breng het borduurmotief naar de onderkant van het borduurgebied. Stel nauwkeurig af met het wiel. Stel de coördinaten in op 0.0/ Druk lang op Multi-selectie om alles te selecteren. 14 Kopiëren 64

65 Borduurmotievencombinatie Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief in de borduurring te centreren. 16 Roteren 17 Druk in het midden van het wiel om 90 te roteren 18 Druk op Multi-selectie. 19 Kopiëren 20 Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief in de borduurring te centreren. 21 Roteren. 22 Sleep op het scherm en roteer zo dicht bij 45 als mogelijk. Stel nauwkeurig af met het wiel. 65

66 Borduurmotievencombinatie Om de combinatie op te slaan, drukt u op Opslaan in Persoonlijke motieven. 24 Selecteer Persoonlijke bestanden. 25 Druk op Naam veranderen. 26 Druk lang op Verwijderen. 27 Voer een naam voor de combinatie in. MAXI-STEEK 28 OK. 29 OK. 30 Pictogram Ga naar Borduren. 31 Druk op Meer opties op de optiebalk. 32 Monochroom. 33 Borduur uw combinatie. PFAFF, CREATIVE en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 66

67 5 Borduurmotievencombinatie 5.3 Stapelsteken Met de PFAFF creative performance kunt u de prachtige decoratieve Stapelsteken borduren in twee kleuren. Ze zijn gegroepeerd in paren bijpassende steken die zijn ontworpen om op elkaar te worden geborduurd. In de naaimodus naait u eerst de eerste steek en dan de tweede steek, over de eerste heen. Er is voor alle steken een bijzonder startpunt nodig om de steken op de juiste manier te kunnen combineren. Controleer de Quick Help van de machine voor de juiste plaatsing van de steken. In deze oefening naait u de Stapelsteken in de borduurring. Dit helpt u met het startpunt. Combineer de steken, plaats ze waar u maar wilt in de borduurring en borduur ze dan gewoon, perfect op hun plaats! Een bloemenslinger maken: Druk op het pictogram van de borduurmodus op de taakbalk. Druk op de optiebalk op borduurring selecteren en selecteer creative Deluxe Hoop 360x200 mm. Open Reeksen. Druk lang op Verwijderen om de afhechtsteken te verwijderen en sluit de pop-up. Druk in Reeksen op het menu Selectie. 67

68 Borduurmotievencombinatie Druk op. Ingebouwde steken categorie 6; Naaitechnieken subcategorie 4; Stapelsteken steeknummer 5, een bloemen-stapelsteek Druk lang op Kopiëren. Voer 4 in Reekslengte = 340 mm Druk op OK om de reeks te laden in het borduurgebied. Druk op het borduurgebied buiten het borduurmotief om het te deselecteren. 10 Open Reeksen. 11 Druk lang op Verwijderen om de afhechtsteken te verwijderen en sluit de pop-up. 12 Selecteer steek 6 in het stekenselectiegebied Druk lang op Kopiëren. Voer 4 in Reekslengte = 340 mm Druk op OK om de reeks te laden in het borduurgebied. Selecteer Zoom-opties en Zoomen naar vak en druk en sleep een vak om de eerste steken bovenaan het borduurgebied. Zoom ver in, zodat u het eerste steekpunt kunt zien. Gebruik de pijlen op het wiel om de geselecteerde rij steken naar positie -2.2/0.0 te verplaatsen. 68

69 Borduurmotievencombinatie Druk op Zoom-opties en Zoomen naar borduurring. De steken sluiten nu op elkaar tot een bloemenslinger. 18 Open Garenkleur bewerken. 19 Selecteer kleurblok 2: Gebruik Snelle kleurwissel om de garenkleur te veranderen in blauw. Druk op OK om de verandering te bevestigen. Druk op OK om Garenkleur bewerken te sluiten. Druk lang op Multi-selectie om de beide rijen steken te selecteren. Druk op Opslaan in Persoonlijke borduurmotieven, selecteer Persoonlijke motieven. 23 Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen en voer MumCombo in. 24 Druk op OK om Naam veranderen te sluiten. 25 Druk op OK om op te slaan. 26 Druk op Verwijderen om de bloemenslinger te verwijderen. 69

70 Borduurmotievencombinatie 5.3 Een bladerenslinger maken: 27 Open Reeksen. Druk lang op Verwijderen om de afhechtsteken te verwijderen en sluit de pop-up. 28 Selecteer steek 3 in het stekenselectiegebied Druk lang op Kopiëren. Voer 14 in Reekslengte = 350 mm Druk op OK om de reeks te laden in het borduurgebied. Druk op het borduurgebied buiten het borduurmotief om het te deselecteren. Open Reeksen. Druk lang op Verwijderen om de afhechtsteken te verwijderen en sluit de pop-up. 33 Selecteer steek 4 in het stekenselectiegebied Druk lang op Kopiëren. Voer 14 in Reekslengte = 345 mm Druk op OK om te sluiten en de reeks te laden in het borduurgebied. Selecteer Zoom-opties en Zoomen naar vak en druk en sleep een vak om de eerste steken bovenaan het borduurgebied. Zoom ver in, zodat u het eerste steekpunt kunt zien. Gebruik de pijlen op het wiel om de geselecteerde rij steken naar positie 0.0/2.6 te verplaatsen. 38 Druk op Zoom-opties en Zoomen naar borduurring. 39 Open Garenkleur bewerken. 70

71 Borduurmotievencombinatie Selecteer kleurblok 2: Gebruik Snelle kleurwissel om de garenkleur te veranderen in hetzelfde blauw als in de eerste slinger. Druk op OK om de verandering te bevestigen. Druk op OK om Garenkleur bewerken te sluiten. Druk lang op Multi-selectie om de beide rijen steken te selecteren. Druk op Opslaan in Persoonlijke borduurmotieven, selecteer Persoonlijke motieven. Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen en voer Bladerenslinger in. 45 Druk op OK om Naam veranderen te sluiten. 46 Druk op OK om op te slaan Breng het geselecteerde borduurmotief naar links; plaats het op 46.5/0.0. Druk op Dupliceren. Breng het geselecteerde borduurmotief naar rechts; plaats het op 46.5/0.0. Tik eenmaal op het scherm om het borduurmotief te deselecteren. Tik tweemaal op het scherm om het borduurmotief te deselecteren. 50 Open het menu Selectie. 51 Selecteer motieven. Kies Persoonlijke motieven. 52 Druk op MumCombo om het borduurmotief in het borduurgebied te laden. Druk op het midden van het wiel om ervoor te zorgen dat het steek in de borduurring wordt gecentreerd op positie 0.0/0.0. Borduren: 53 Ga naar Borduren. 54 Borduur uw combinatie. PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 71

72 6 Tapering 6.1 Decoratieve steek 1 Selectiemenu. 2 Druk op categorie 2; Quiltsteken subcategorie 4; Crazy-patchworksteken steeknummer 11 3 Naaiprogramma s. 4 Druk lang op Tapering begin. (Het pictogram kan er anders uitzien. Het laat de laatst gebruikte hoek zien.) 5 Selecteer 60, gecentreerd. 70

73 Tapering Druk lang op Tapering einde. (Het pictogram kan er anders uitzien. Het laat de laatst gebruikte hoek zien.) 7 Selecteer 60, gecentreerd. 8 Druk op Enkele-steekprogramma 9 Druk op + om een totaal van 20 steken en een lengte van 60 mm te krijgen. 10 Druk op het pictogram Naaiprogramma s om dit te sluiten. 71

74 Tapering 6.1 Tips en trucs voor het naaien van getaperde steken! Een raster maken op de stof Maak het eenvoudiger om uw gecombineerde taperingsteken te naaien door een raster aan te brengen op de goede kant van uw stof. Trek met een wateroplosbare stift horizontale en verticale lijnen op uw stof. Gebruik het raster als geleide bij het naaien van de volgende stekeneenheid. Als u bij het einde van de steek komt, draait u de stof in de gewenste richting. Gebruik het raster om uw steken in de nieuwe richting te leiden. Aanbevelingen Raadpleeg de aanbevelingen in het informatiesysteem van uw naaimachine voor de geselecteerde steek. Gebruik de juiste naaivoet, versteviging en schakel het IDT systeem in/uit volgens de aanbevelingen van uw naaimachine. Naaldstop omlaag De functie naald omlaag is een fantastische functie bij het naaien van getaperde versieringen. Activeer de functie naald omlaag en de machine stopt met de naald in de stof aan het einde van het taperen. Draai uw stof in de gewenste richting en u bent klaar om te beginnen. De naald staat op het exacte startpunt voor de volgende stekeneenheid. Getaperde naden naaien Wanneer tapering zowel aan het begin als aan het einde is geactiveerd en niet is gecombineerd met een enkele-steekprogramma, start de steekbreedte op 0 mm wanneer u begint te naaien. Terwijl u naait wordt de steek breder totdat de geselecteerde steekbreedte is bereikt. Naai de gewenste naadlengte en druk op de achteruitnaaitoets. De machine begint nu opnieuw te taperen en de steekbreedte wordt verminderd totdat de breedte weer 0 mm is. In deze oefening hebben we de getaperde steek gecombineerd met het enkele-steekprogramma. Dit maakt het veel eenvoudiger en geeft een meer nauwkeurige steek. U begint gewoon te naaien en de machine doet alles voor u. Start de tapering aan het einde Als u de getaperde steek niet heeft gecombineerd met een enkelmotiefprogramma (zoals wij hebben gedaan in deze oefening) kan het moeilijk zijn om te weten wanneer het tijd is om op de achteruitnaaitoets te drukken om de tapering aan het einde te activeren. Zodra u begint met het naaien van een nieuwe steekeenheid, voltooit de machine die eenheid en start tapering aan het einde met de volgende eenheid van de steek. Dit betekent dat u op de achteruitnaaitoets moet drukken wanneer u de laatste voltooide eenheid van uw naad aan het naaien bent. De machine doet dan de tapering aan het einde. Combineer tapering met het enkele-steekprogramma! Het wordt aanbevolen om het taperingprogramma altijd te combineren met het enkelmotiefprogramma. Uw taperingsteken zijn zo eenvoudiger te naaien en zijn ook nauwkeuriger. PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 74

75 6 Tapering 6.2 Quiltlabel Tapering in de borduurring 1 Zorg er eerst voor dat u in de naaimodus bent. Selectiemenu. 2 Druk op Steken, categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 1; Schulpranden steeknummer 11 3 Naaiprogramma s. 4 Druk lang op Tapering begin. 5 Selecteer 45, rechts uitgelijnd. 75

76 Tapering Druk lang op Tapering einde. 7 Selecteer 45, rechts uitgelijnd. 8 Druk op Enkele-steekprogramma 9 Druk op + om een totaal van 4 steken en een lengte van 80 mm te krijgen. 10 Druk op het pictogram Naaiprogramma s om dit te sluiten. 11 Sla de geprogrammeerde steek op in uw Persoonlijke menu. Druk op Opties voor opslaan, Opslaan in Persoonlijk menu. 76

77 Tapering 6.2 Sla de steek op onder Persoonlijk menu 2 positie 1 (Als u wilt, kunt u de steek ook in een ander vrij menu en op een andere positie opslaan). Druk op OK om te bevestigen en de pop-up Opslaan in persoonlijk menu te sluiten Wanneer u een steek opslaat in uw Persoonlijke bestanden, kunt u deze kopiëren naar uw USB Embroidery Stick en/of computer. Wanneer u een steek opslaat in uw Persoonlijke Menu, kunt u de steek, samen met al uw andere steken, eenvoudig weer openen via het Stekenmenu. U kunt de steek in één van beide opties opslaan of in beide. Druk opnieuw op Naaiprogramma s. 14 Druk nog tweemaal op + om een totaal van 6 steken en een lengte van 120 mm te krijgen. 15 Druk op het pictogram Naaiprogramma s om dit te sluiten. 16 We willen dit getaperde steekprogramma opslaan in het Persoonlijke menu. Open Opties voor opslaan. Druk op Opslaan in Persoonlijk menu. 77

78 Tapering Sla de steek op onder Persoonlijk menu 2 positie 2 (Als u wilt, kunt u de steek ook in een ander vrij menu en op een andere positie opslaan). Druk op OK om te bevestigen en de pop-up Opslaan in persoonlijk menu Schakel over naar de borduurmodus. Druk op het pictogram van de borduurmodus. Om het opgeslagen getaperde programma in de borduurmodus te openen, drukt u op het Selectiemenu. 20 Selecteer de eerste steek die u heeft ingeslagen in uw persoonlijke menu. Als u de steek in het eerste submenu heeft opgeslagen zou het zijn categorie 7; Persoonlijk menu subcategorie 2 steeknummer 1 21 Wanneer u het opgeslagen getaperde programma opent in de borduurmodus wordt het omgezet in een borduurmotief. Druk op OK. 22 Controleer of borduurring 120x120 is geselecteerd. (Als dat niet zo is, drukt u op borduurring selecteren op de optiebalk) 78

79 Tapering We willen de borduurmotieven zo ver mogelijk omlaag in de rechter onderhoek van de borduurring plaatsen. Sleep het borduurmotief omlaag en naar rechts en plaats het daar. 24 Druk op Borduurmotief in borduurring verplaatsen. Het borduurmotief wordt in de uiterste rechter onderhoek van de borduurring geplaatst. 25 Nu openen we de tweede getaperde steek die u in uw persoonlijke menu heeft opgeslagen. Als u de steek in het eerste submenu heeft opgeslagen zou het zijn categorie 7; Persoonlijke steken subcategorie 2 steeknummer 2 26 Wanneer u het opgeslagen getaperde programma opent in de borduurmodus wordt het omgezet in een borduurmotief. Druk op OK We willen dat dit borduurmotief na het eerste motief wordt geborduurd en zonder sprongsteek. Dit betekent dat we het moeten roteren. Activeer Roteren. Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief 90 te roteren. Activeer Verplaatsen opnieuw. 79

80 Tapering We willen de borduurmotieven zo ver mogelijk omlaag in de rechter onderhoek van de borduurring plaatsen. Sleep het borduurmotief omlaag en naar rechts en plaats het daar. 30 Druk op Borduurmotief in borduurring verplaatsen. Het borduurmotief wordt in de uiterste rechter onderhoek van de borduurring geplaatst. 31 Druk lang op het pictogram Multi-selectie om de beide borduurmotieven op het scherm te selecteren. 32 Druk in het midden van het wiel om het in het midden van de borduurring te plaatsen Druk op Kopiëren. We willen dat dit borduurmotief na de eerste twee motieven wordt geborduurd en zonder sprongsteken. Dit betekent dat we het moeten roteren. Activeer Roteren. Druk tweemaal in het midden van het wiel om het borduurmotief 180 te roteren. Activeer Verplaatsen opnieuw. 36 Druk in het midden van het wiel om het in het midden van de borduurring te plaatsen. Sleep het borduurmotief omlaag en naar links en plaats het daar. 80

81 Tapering Nu de omlijsting is voltooid, plaatsen we wat tekst in de omlijsting. Druk op het Selectiemenu. Selecteer Lettertypes, Curlz 12 en voer Stitched with in met een hoofdletters, kleine letters en een spatie. Druk op OK om af te sluiten. 39 Druk in het midden van het wiel om de tekst in het midden van de borduurring te plaatsen Druk op de pijl omhoog om het borduurmotief in de borduurring te verplaatsen. De coördinaten moeten 0.0/17.0 zijn Om verder te gaan met uw tekst op een nieuwe regel: Druk op het Selectiemenu. Selecteer Lettertypes, Curlz 12 en voer Love in met een hoofdletters, kleine letters en een spatie. Druk op OK om af te sluiten. 43 Druk in het midden van het wiel om de tekst in het midden van de borduurring te plaatsen. 44 Om verder te gaan met uw tekst op een nieuwe regel: Druk op het Selectiemenu. 45 Selecteer Lettertypes, Curlz 12 en druk op 1 voor toegang tot alle cijfers en speciale tekens. Druk op OK om af te sluiten. 46 Voer 2012 in. Druk op OK om af te sluiten. 81

82 Tapering Druk in het midden van het wiel om de tekst in het midden van de borduurring te plaatsen. 48 Druk op de pijl omlaag om de tekst iets meer naar beneden te plaatsen. De coördinaten moeten 0.0/-17.0 zijn 49 Druk op Garenkleur bewerken op de optiebalk om de borduurgarenkleuren te veranderen. 50 Selecteer kleurblok 1: Om alle kleuren van de omlijsting te selecteren, drukt u op Gelijke kleuren selecteren. Druk op Snelle kleurwissel Neem een kleur die u mooi vindt Druk op OK. Druk op Multi-selectie om de kleurblokken voor de omlijsting te deselecteren. 82

83 Tapering Selecteer kleurblok 2: Om alle kleuren van de tekst te selecteren, drukt u op Gelijke kleuren selecteren. Druk op Snelle kleurwissel Neem een kleur die u mooi vindt Druk op OK. Druk op OK om de pop-up Garenkleur bewerken te sluiten. Om de combinatie op te slaan, drukt u op Opslaan in Persoonlijke motieven. Selecteer Persoonlijke bestanden. Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen en voer Quiltlabel in. Druk op OK om Naam veranderen te sluiten. Druk op OK om op te slaan. Ga naar Borduren. 83 PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l.

84 6 Tapering 6.3 Sterren en vierkanten Taperen in de borduurring 1 Zorg er eerst voor dat u in de naaimodus bent. Selectiemenu. 2 Druk op categorie 4; Decoratieve steken subcategorie 1; Schulpranden steeknummer 11 3 Naaiprogramma s. 4 Druk lang op Tapering begin. 5 Selecteer 45, rechts uitgelijnd. 6 Druk lang op Tapering einde. creative sensation techniekenboek 84

85 Tapering Selecteer 45, rechts uitgelijnd. 8 Druk op Enkele-steekprogramma 9 Druk op + om een totaal van 3 steken en een lengte van 60 mm te krijgen. 10 Druk op het pictogram Naaiprogramma s om dit te sluiten. 11 Sla de geprogrammeerde steek op in uw Persoonlijke menu. Druk op Opties voor opslaan, Opslaan in Persoonlijk menu. Sla de steek op onder Persoonlijk menu 1 positie 1 (Als u wilt, kunt u de steek ook in een ander vrij menu en op een andere positie opslaan). Druk op OK om te bevestigen en de pop-up Opslaan in persoonlijk menu. 12 Wanneer u een steek opslaat in uw Persoonlijke bestanden, kunt u deze kopiëren naar uw USB Embroidery Stick en/of computer. Wanneer u een steek opslaat in uw Persoonlijke Menu, kunt u de steek, samen met al uw andere steken, eenvoudig weer openen via het Stekenmenu. U kunt de steek in één van beide opties opslaan of in beide. 13 Selectiemenu. 85

86 Tapering Druk op categorie 2; Quiltsteken subcategorie 4; Crazy-patchworksteken steeknummer 3 15 Naaiprogramma s Druk op Tapering begin om een hoek van 45, rechts uitgelijnd in te schakelen. (Dit maal hoeft u niet lang te drukken en de hoek te selecteren, omdat we dezelfde hoek willen houden als we vorige keer hadden) Druk op Tapering aan het einde om een hoek van 45, rechts uitgelijnd in te schakelen. (Dit maal hoeft u niet lang te drukken en de hoek te selecteren, omdat we dezelfde hoek willen houden als we vorige keer hadden) Druk op Enkele-steekprogramma 19 Druk op + om een totaal van 3 steken en een lengte van 33 mm te krijgen. 20 Druk op het pictogram Naaiprogramma s om dit te sluiten. 21 Sla de geprogrammeerde steek op in uw Persoonlijke menu. Druk op Opties voor opslaan, Opslaan in Persoonlijk menu. 86

87 Tapering Sla de steek op onder Persoonlijk menu 1 positie 2 (Als u wilt, kunt u de steek ook in een ander vrij menu en op een andere positie opslaan). Druk op OK om te bevestigen en de pop-up Opslaan in persoonlijk menu Schakel over naar de borduurmodus. Druk op het pictogram van de borduurmodus. Om het opgeslagen getaperde programma in de borduurmodus te openen, drukt u op het menu Selectie. 25 Selecteer de eerste steek die u heeft ingeslagen in uw persoonlijke menu. Als u de steek in het eerste submenu heeft opgeslagen zou het zijn categorie 7; Persoonlijk menu subcategorie 1 steeknummer 1 26 Wanneer u het opgeslagen getaperde programma opent in de borduurmodus wordt het omgezet in een borduurmotief. Druk op OK. 27 Druk op de optiebalk op borduurring selecteren en selecteer creative Elite Hoop 260x200 mm. 87

88 Tapering We willen de borduurmotieven zo ver mogelijk omlaag in de rechter onderhoek van de borduurring plaatsen. Sleep het borduurmotief omlaag en naar rechts en plaats het daar Druk op Borduurmotief in borduurring verplaatsen. Het borduurmotief wordt in de uiterste rechter onderhoek van de borduurring geplaatst. Druk op Kopiëren. We willen dat dit borduurmotief na het eerste motief wordt geborduurd en zonder sprongsteek. Dit betekent dat we het moeten roteren. Activeer Roteren. Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief 90 te roteren. Activeer Verplaatsen opnieuw. 33 We willen de borduurmotieven zo ver mogelijk omlaag in de rechter onderhoek van de borduurring plaatsen. Sleep het borduurmotief omlaag en naar rechts en plaats het daar Druk op Borduurmotief in borduurring verplaatsen. Het borduurmotief wordt in de uiterste rechter onderhoek van de borduurring geplaatst. Druk lang op het pictogram Multi-selectie om alle borduurmotieven op het scherm te selecteren. 36 Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief in de borduurring te centreren. 88

89 Tapering Druk op Kopiëren. We willen dat dit borduurmotief direct na het eerste motief wordt geborduurd en zonder sprongsteken. Dit betekent dat we het moeten roteren. Activeer Roteren. Druk tweemaal in het midden van het wiel om het borduurmotief 180 te roteren. Activeer Verplaatsen opnieuw. 40 Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief in de borduurring te centreren Druk lang op het pictogram Multi-selectie om alle borduurmotieven op het scherm te selecteren. Druk op Kopiëren. 43 Sleep het gedupliceerde borduurmotief en plaats het op het scherm. Gebruik het wiel voor de nauwkeurige afstelling. De coördinaten moeten -60.0/-60.0 zijn. 44 Druk lang op het pictogram Multi-selectie om alle borduurmotieven op het scherm te selecteren. 45 Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief in het midden van de borduurring te plaatsen. 89

90 Tapering Activeer Roteren. Druk op de pijl naar links om het borduurmotief te roteren en het in te stellen op Om het tweede van uw twee opgeslagen getaperde programma in de borduurmodus te openen, drukt u op het menu Selectie. Selecteer de tweede steek van uw twee getaperde steekprogramma s die u in uw persoonlijke menu heeft opgeslagen. 48 Als u de steek in het eerste submenu heeft opgeslagen zou het zijn categorie 7; Persoonlijk menu subcategorie 1 steeknummer 2 49 Wanneer u het opgeslagen getaperde programma opent in de borduurmodus wordt het omgezet in een borduurmotief. Druk op OK Activeer Verplaatsen. Sleep het borduurmotief en plaats het op het scherm. Gebruik het wiel voor de nauwkeurige afstelling. De coördinaten moeten 52.0/16.5 zijn. Druk op Kopiëren. We willen dat dit borduurmotief direct na het eerste motief wordt geborduurd en zonder sprongsteken. Dit betekent dat we het moeten roteren in plaats van spiegelen. Activeer Roteren. Druk tweemaal in het midden van het wiel om het borduurmotief 180 te roteren. 90

91 Tapering Druk opnieuw op Verplaatsen. Sleep het borduurmotief en plaats het op het scherm. Gebruik het wiel voor de nauwkeurige afstelling. De coördinaten moeten 61.0/16.5 zijn. Druk op Multi-selectie. Ga met de pijl omhoog om borduurmotief nr. 9 te markeren. 55 Druk op Borduurmotief selecteren om de beide borduurmotieven te selecteren Druk op Kopiëren. We willen dat dit borduurmotief na het eerste motief wordt geborduurd en zonder sprongsteek. Dit betekent dat we het moeten roteren. Activeer Roteren. Druk in het midden van het wiel om het borduurmotief 90 te roteren. Druk opnieuw op Verplaatsen. Sleep het borduurmotief en plaats het op het scherm. Gebruik het wiel voor de nauwkeurige afstelling. De coördinaten moeten 73.0/0.0 zijn. 59 Ga met de pijl omhoog om borduurmotief nr. 10 te markeren. 60 Druk op Borduurmotief selecteren om borduurmotief nr. 10 te selecteren. 61 Ga met de pijl omhoog om borduurmotief nr. 9 te markeren. 91

92 Tapering Druk op Borduurmotief selecteren om ook borduurmotief nr. 9 te selecteren. We willen dat dit borduurmotief direct na het eerste motief wordt geborduurd en zonder sprongsteken. Dit betekent dat we het moeten roteren. Activeer Roteren. Druk tweemaal in het midden van het wiel om het borduurmotief 180 te roteren. Druk opnieuw op Verplaatsen. Sleep het borduurmotief en plaats het op het scherm. Gebruik het wiel voor de nauwkeurige afstelling. De coördinaten moeten 44.5/-12.0 zijn. 65 Ga met de pijl omhoog om borduurmotief nr. 12 te markeren. 66 Druk op Borduurmotief selecteren om borduurmotief nr. 12 te selecteren. 67 Ga met de pijl omhoog om borduurmotief nr. 11 te markeren. 68 Druk op Borduurmotief selecteren om borduurmotief nr. 11 te selecteren. 69 Ga met de pijl omhoog om borduurmotief nr. 10 te markeren. 70 Druk op Borduurmotief selecteren om borduurmotief nr. 10 te selecteren. 92

93 Tapering Ga met de pijl omhoog om borduurmotief nr. 9 te markeren Druk op Borduurmotief selecteren om borduurmotief nr. 9 te selecteren. Druk op Kopiëren. Sleep het borduurmotief en plaats het op het scherm. Gebruik het wiel voor de nauwkeurige afstelling. De coördinaten moeten -56.5/0.0 zijn. Druk op Garenkleur bewerken op de optiebalk om de borduurgarenkleuren te veranderen. Druk op kleurblok 1:1 en activeer Multi-selectie. Druk op ieder kleurblok tot aan blok 8:1. Druk op Snelle kleurwissel. Neem een kleur die u mooi vindt. Druk op OK. Druk op Multi-selectie om dit te deselecteren. Blader omlaag in de kleurenlijst en druk op kleurblok 9:1. Druk op Gelijke kleuren selecteren. Druk op Snelle kleurwissel Neem een kleur die u mooi vindt Druk op OK. Druk op OK om de pop-up Garenkleur bewerken te sluiten. Om de combinatie op te slaan, drukt u op Opslaan in Persoonlijke motieven. Selecteer Persoonlijke bestanden. 93

94 Tapering Druk op Naam veranderen. Druk lang op Verwijderen en voer Sterren en vierkanten in. Druk op OK om Naam veranderen te sluiten. Druk op OK om op te slaan. Ga naar Borduren. PFAFF, CREATIVE en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l. 94

95 7 Precise positioning 7.1 Blad 1 2 Druk op het pictogram van de borduurmodus op de taakbalk. Open het Selectiemenu. 3 Druk op. Ingebouwde machinemotieven Selecteer borduurmotief CPE_025.vp3 4 5 Ga naar Borduren. Druk op de Start/Stop-toets op de voorkant van uw machine om te beginnen met borduren. Wanneer het borduurmotief is voltooid, verschijnt er een pop-up die u vraagt of u het scherm wilt wissen. Druk op annuleren; wij gaan door met een tweede blad. 95

96 Precise positioning Druk op Terug naar Borduurmotief bewerken. 7 Druk op het borduurmotief om het te selecteren Spiegel de afbeelding horizontaal. Span uw stof opnieuw in de borduurring, zo recht mogelijk. Breng de stof naar links. Het volgende borduurmotief sluit aan op de rechterkant van het eerste borduurmotief. Bevestig de borduurring opnieuw. Ga naar Borduren. 12 Druk op meer Precise positioning op de optiebalk. 13 Zorg ervoor dat het groene kruisje in de linker onderhoek van het borduurmotief is. De coördinaten moeten -42.8/-42.8 zijn. 14 Druk op Vergrendelpunt plaatsen op stof. 96

97 Precise positioning Kijk naar de borduurring en naar de naald boven de stof. Gebruik het wiel op het scherm en verplaats de borduurring zodat de naald precies boven de onderste steek rechts in het eerder geborduurde blad staat. De coördinaten verschillen afhankelijk van hoe u uw stof in de borduurring heeft gespannen. 17 Wanneer uw naald precies boven de plek op uw eerder gemaakte borduurmotief is, drukt u op Aansluitpunt selecteren op het scherm om nog een plek in uw borduurmotief te controleren. 18 Druk op het pictogram in de linker bovenhoek Druk op Aansluitpunt op stof plaatsen. Roteren is nu ingeschakeld. Stel indien nodig nauwkeurig af met het wiel totdat de naald precies boven de rechter bovenhoek van het eerder geborduurde blad staat. De precieze graden verschillen afhankelijk van hoe u uw stof in de borduurring heeft gespannen. Wanneer uw naald precies boven de plek op het vorige borduurmotief staat, drukt u op OK om de positie te bevestigen en sluit u Precise positioning. Druk op de starttoets en naai het tweede borduurmotief. Wanneer het tweede borduurmotief is voltooid, verschijnt er weer een pop-up die u vraagt of u het scherm wilt wissen. Druk op annuleren en voeg extra herhalingen van het blad toe om uw gewenste borduurmotief te vormen. Gebruik Precise positioning om de aansluitpunten in te stellen en roteer het borduurmotief zoals nodig is. 97 PFAFF en CREATIVE PERFORMANCE zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l KSIN Luxembourg II, S.ar.l.