Begeleidend schrijven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Begeleidend schrijven"

Transcriptie

1 Faculteit der Geesteswetenschappen Begeleidend schrijven bij Aanpak Herzieningsplan Masterprogramma s FGw , een rapportage in het kader van de Facultaire agenda FGw in transitie Datum 23 november 2015 Opsteller Frank van Vree Samenvatting In deze notitie, opgesteld door de Raad van de Graduate School of Humanities (GSH-raad), mede op verzoek van de raden van Afdelingsvoorzitters en Onderzoeksdirecteuren, in het kader van de Facultaire Agenda FGw in transitie, wordt een route uitgestippeld om te komen tot een herziening van de inrichting van het masteronderwijs op basis van een inhoudelijke en financiële analyse. Het is dus een procedurestuk, bedoeld om vorm te geven aan een proces dat erop gericht is aan de FGw een duurzaam en financierbaar aanbod van goed geprofileerde masterprogramma s te creëren. Om deze opdracht zo transparant mogelijk uit te voeren wil de GSH-raad, door middel van een facultaire review van alle masterprogramma s, in kaart brengen hoe het masteronderwijs ervoor staat, waar aanpassingen nodig zijn en welke vakken, programma s of specialismen zouden moeten worden behouden dan wel zouden kunnen verdwijnen. Hiertoe is een kwalitatief profiel opgesteld dat niet alleen in lijn is met het Instellingsplan van de universiteit, maar ook aansluit bij de ambities van de UvA als research-universiteit, gepositioneerd in het hart van de stad Amsterdam. Daarnaast worden in dit stuk kwantitatieve criteria geformuleerd, waaronder de wenselijke omvang van de gemiddelde instroom en de afzonderlijke vakken, dit alles tegen de achtergrond van de algemene doelstellingen van de GSH. Achtergrond De notitie van de GSH-raad is een direct uitvloeisel van de facultaire agenda FGw in transitie, die in april 2015 door het Dagelijks Bestuur (DB) aan de facultaire gemeenschap werd voorgelegd. Eén van de hoofdpunten op deze agenda betrof de herziening van het Masteronderwijs. 1 Een dergelijke herziening werd nodig geacht omdat 1) de inkomsten van het masteronderwijs niet opwegen tegen de kosten van het huidige aanbod aan programma s en vakken en de verhouding bachelor-master in de afgelopen jaren uit het lood geraakt is en 2) er op verschillende plekken ongewenste versnippering en verdunning van de programma s is opgetreden. De opdracht ten aanzien van het masteronderwijs werd daarom geformuleerd als het duurzaam en financierbaar maken van de programma s en het versterken van de profilering en de samenhang van programma s. Om het eerste probleem op te lossen, zou wederom de kaasschaaf kunnen worden gehanteerd, waarbij alle opleidingen iets inleveren; maar juist die aanpak zou het tweede probleem aanzienlijk vergroten. Aan de andere kant is ook het terugbrengen van het aantal programma s 1 Lees hier meer over de achtergrond:

2 en specialisaties bijzonder risicovol, omdat de huidige rijkdom een grote aantrekkingskracht uitoefent op studenten in binnen- en buitenland. Om die reden kwam een advieswerkgroep onder leiding van James Kennedy al in januari 2015 tot de conclusie dat het terugbrengen van het aantal vakken wel perspectief biedt op een duurzame en betaalbare oplossing, zeker wanneer tegelijkertijd wordt gewerkt aan een betere profilering van programma s, door een versterking van de samenhang op programmaniveau en een gedifferentieerd vakkenaanbod waarbij academische expertise vervlochten wordt met generieke vaardigheden. Opdracht Om de problemen rond het masteronderwijs aan te kunnen pakken, was er allereerst meer duidelijkheid nodig over de financiële aspecten daarvan, alsmede over de vraag wie het mandaat zou(den) moeten hebben om een plan van aanpak te ontwikkelen. Op 18 mei vond daarom een bijeenkomst plaats met de opleidingsdirecteuren van de GSH, de onderzoeksdirecteuren en de afdelingsvoorzitters 2. Tijdens de bijeenkomst werd onder meer het volgende geconcludeerd: 1) De financiële situatie dwingt de faculteit er toe om te bezuinigen op het masteronderwijs. 2) Er dient een financieel kader opgesteld te worden waarin wordt vermeld hoe groot de bezuinigingsopdracht voor de GSH is. 3) Het model voor de kaderstelling van de GSH moet worden herzien en worden besproken met de afdelingsvoorzitters. 4) Het masteraanbod moet opnieuw ingericht worden met een focus op duurzaamheid en financierbaarheid enerzijds, en betere profilering van en samenhang in de programma s anderzijds. 5) We kunnen niet nogmaals de kaasschaaf hanteren door de bezuinigingsdoelstelling te verdelen over de 68 programma s. Dat zou een verdeling van de armoede door verdere uitholling van de programma s betekenen. Dit is een faculteitsbreed probleem dat dan ook alleen op facultair niveau kan worden geadresseerd en opgelost. Ten slotte werd afgesproken dat het mandaat om dit dossier verder uit te werken en een plan te maken voor de herinrichting van het masteronderwijs moest liggen bij de Raad van de GSH. Financieel kader Als antwoord op de tweede vraag, opgeworpen tijdens de bijeenkomst op 18 mei, is in juni, als onderdeel van de begrotingsvoorbereiding voor , een financieel kader voor de GSH voor 2016 en verder opgesteld. In de besluitenlijst van het DB van 23 juni 4 wordt dit financiële kader beschreven. Uitgangspunt van deze kaderstelling is de gedachte dat het masteraanbod in beginsel zo veel mogelijk binnen de financiële grenzen van de bekostiging voor het masteronderwijs zou moeten blijven; deze bekostiging is op zich al veel ruimer dan die voor het bacheloronderwijs. In de huidige situatie is dat uitgangspunt ver te zoeken: jaarlijks zijn er grote bedragen overgeheveld van het College of Humanities (CoH) naar de GSH (meer dan 4 miljoen in 2014), maar dit is, mede door de teruglopende inkomsten door een dalende instroom in de BA, niet 2 Het verslag is hier te lezen: 3 De strategische herverdeling tussen CoH en GSH wordt jaarlijks vastgesteld in het proces van de begrotingsvoorbereiding en bekrachtigd bij de vaststelling van de begroting. 4 De besluitenlijst is hier te raadplegen: 2

3 vol te houden. Niettemin is bij het maken van de kaderstelling voor 2016 en verdere jaren vastgesteld dat het beleid waarbij de gerealiseerde inkomsten taakstellend zijn voor de uitgaven, op dit moment niet realistisch en zelfs onwenselijk is: voor de GSH zou dat namelijk betekenen dat er de komende twee jaar meer dan 4 miljoen zou moeten worden bezuinigd en dat zou een kaalslag tot gevolg hebben. Om die reden is besloten de strategische overheveling van middelen van het CoH naar de GSH op dit moment weliswaar noodzakelijk is, maar wel de komende jaren beperkt zal moeten worden. In de begroting voor 2016 en 2017 is uitgaande van de huidige prognoses voorzien in een gefaseerde inkrimping van de kaderstelling, van in het totaal 1,5 miljoen, waarbij de GSH twee jaar de tijd heeft om deze doelstelling te realiseren. Ondanks deze verlaging van de kaderstelling blijft de FGw dus meer geld uitgeven aan het masteronderwijs. Ter indicatie: deze strategische herverdeling zal leiden tot een verhouding van middelen voor het CoH en voor de GSH van 61:39. Geheel los van deze financiële kaders staan de investeringen die de faculteit in 2016 en 2017 wil doen om het plan zoals in bijgevoegde notitie wordt beschreven, en follow-up daarvan uit te kunnen voeren. Dit investeringsvoorstel, dat begin december wordt ingediend bij het College van Bestuur, voorziet in een bedrag van euro. Vervolg Het voorgestelde plan van aanpak, zoals beschreven in bijgevoegde notitie, is in de afgelopen maand door de opleidingsdirecteuren van de GSH besproken binnen de teams en de afdelingen. In de komende maand worden deze gesprekken vervolgd. Het DB zal deze notitie bespreken met de FSR en de OR en met de afdelingsvoorzitters. De beschreven reviewprocedure zal in de komende maanden door de opleidingsdirecteuren verder worden voorbereid. In het voorjaar zullen de uitkomsten van de reviewprocedure breed worden besproken binnen de faculteit. 3

4 AANPAK HERZIENINGSPLAN MASTERPROGRAMMA S FGW Franz Berto, Carolyn Birdsall, Keje Boersma, Jan Don, Rachel Esner, Gaston Franssen, Jan Willem van Henten, Paul Knevel, Carlos Reijnen, Hanneke Ronnes, Ineke Vedder, Gerard Wiegers, Gert Jan van Wijngaarden, Irene Zwiep. 1

5 Inhoud 1. Inleiding Masteronderwijs Hoe het nu is Hoe het moet worden Aanpak Profiel Uitgangspunten Mastertypen Criteria Kaderstelling Instroomcriteria Outputcriteria Reviewprocedure Stappenplan Tijdpad Handreikingen voor herziening Mastermentoraat Gemeenschappelijke vakken Verbinding met de stad Aanscherping eindtermen Digitale leermiddelen Koppeling onderwijs en onderzoek Tot slot

6 1. Inleiding De Raad van de Graduate School of Humanities (GSH-raad) kreeg deze zomer van de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) de opdracht om een inhoudelijke en financiële analyse van het masteronderwijs te maken en te kijken hoe een duurzaam en financierbaar aanbod van goed geprofileerde masterprogramma s mogelijk blijft (besluit van de heidag van opleidingsdirecteuren van de GSH, afdelingsvoorzitters, onderzoeksdirecteuren en het Dagelijks Bestuur op 18 mei 2015). Een belangrijke aanleiding is de voorgenomen bezuiniging van 1,5 miljoen euro binnen de GSH in Hiervan zal de faculteit 40% in moeten realiseren door rendementsverhogingen en het samenvoegen of schrappen van programmaonderdelen. De rest moet in plaatsvinden door structurele aanpassingen van het masteraanbod. De bezuiniging zal ingrijpende gevolgen hebben: 1,5 miljoen euro staat ongeveer gelijk aan 99 vakken van elk 12 EC. Om de opdracht zo transparant mogelijk uit te voeren wil de GSH-raad dat er een facultaire review plaatsvindt waarin van alle opleidingen op basis van inhoudelijke en kwalitatieve criteria in kaart wordt gebracht hoe ze ervoor staan en waar aanpassingen nodig zijn. Voor deze review heeft de raad inmiddels het inhoudelijk profiel van het masteronderwijs aangescherpt (par. 3) en een set kwantitatieve criteria geformuleerd (par. 4). Ook zijn er handreikingen voor het uitwerken van (onderdelen van) het herzieningsplan beschreven (par. 6). Op basis van de uitkomsten van de review zal de GSH-raad het Dagelijks Bestuur eind februari 2016 adviseren. GSH-raad 23 november

7 2. Masteronderwijs 2.1 Hoe het nu is Het masteraanbod van de FGw voorziet beslist in een behoefte en trekt jaarlijks ongeveer duizend nieuwe studenten aan. Het aanbod is vrij breed: naast enkele grote doorstroommasters biedt de faculteit veel kleine, specialistische programma s aan. Toch valt er inhoudelijk nog veel aan het masteronderwijs te verbeteren. Zo heeft onderwijsvernieuwing meestal op vakniveau plaatsgevonden. Er is sinds de invoering van de masters in 2003 niet overal structureel gekeken naar hoe vakken binnen een programma een samenhangend geheel vormen en hoe programma s zich op facultair niveau tot elkaar verhouden. Ook zijn sommige (vooral eenjarige) masters een verlengstuk van een specifieke bachelor: ze staan niet of nauwelijks op zichzelf. Toen we afgelopen jaar in het licht van de bezuinigingen naar het aanbod keken, bleek bovendien al snel dat veel van de huidige programma s te duur zijn: ze trekken te weinig studenten om het onderwijs betaalbaar te houden. In het verleden was dit nog niet het geval: de kosten van de masterprogramma s bleven binnen de perken dankzij de grote output van het bacheloronderwijs. Maar deze compensatie is onder de huidige omstandigheden en in de huidige omvang niet langer mogelijk: de bezuinigingsopdracht van 1,5 miljoen euro voor de Graduate School is daar te groot voor. Deze opdracht betreft omgerekend 99 mastervakken van elk 12 EC. 2.2 Hoe het moet worden Met de noodzakelijke herziening van het masteronderwijs willen we een dubbele slag maken: aan de ene kant streven we naar een inhoudelijke (kwalitatieve) vernieuwing van het masteronderwijs, tegelijkertijd is het belangrijk om een verhoging van de output (diploma s, studiepunten) en een reductie van de kosten te realiseren. Het doel is niet om masterprogramma s uiteindelijk evenveel als bachelorprogramma s te laten kosten: masteronderwijs zal altijd duurder blijven, omdat het kleinschaliger is. 2.3 Aanpak De GSH-raad zal de analyse van het masteronderwijs en het formuleren van een herzieningsplan als volgt laten verlopen: in een faculteitsbrede review zal van alle bestaande programma s de stand van zaken in kaart worden gebracht. Dit gebeurt op basis van kwantitatieve en kwalitatieve criteria. Voor het eerste deel is een inhoudelijk profiel opgesteld (par. 3). Voor het tweede deel is een kaderstelling geformuleerd (par. 4). Voor de procedure is een stappenplan opgesteld en een tijdpad (par. 5). Op basis van de uitkomsten zal de GSH-raad aan het Dagelijks Bestuur advies uitbrengen. Hierin staat onder meer welke programma s het beste ofwel grondig herzien ofwel opgeheven moeten worden. 4

8 3. Profiel 3.1 Uitgangspunten Voor de herziening van de masterprogramma s hebben we het profiel inhoudelijk aangescherpt. Centraal staat een actieve wisselwerking tussen het masteronderwijs, de facultaire onderzoeksexpertises en de professionele en maatschappelijke domeinen in en rond Amsterdam (zie ook par. 3.3). Daarmee ligt het profiel in het verlengde van het facultaire beleid van de afgelopen jaren. Zo streeft de faculteit als onderdeel van een LERU-universiteit bij de inrichting van het masteronderwijs al naar een onderzoeksintensieve aanpak die studenten een gedegen academische vorming biedt. Het masteraanbod is gekoppeld aan lopend facultair onderzoek, waarbij de mate waarin verschilt per mastertype (zie par. 3.2). Daarnaast heeft de FGw zich willen onderscheiden met masteropleidingen die inhoudelijk verschillen van het overige aanbod in het land. Ook sluiten de programma s aan bij de maatschappelijke vraag dankzij nauwe samenwerkingen (van alle masterprogramma s) met instellingen in en rond Amsterdam. 3.2 Mastertypen Binnen het aangescherpte profiel zijn de drie mastertypen binnen de faculteit duidelijker van elkaar te onderscheiden. De onderzoeksmaster biedt een inspirerende en kleinschalige omgeving waarin studenten op intensieve wijze worden voorbereid op een loopbaan in de wetenschap. Het trainen van onderzoeksvaardigheden en het verwerven van een kritische, academische blik staan daarbij hoog in het vaandel. Ook is er veel ruimte voor het ontwikkelen van eigen academische interesses. De onderzoeksmaster bereidt studenten zo voor op de wetenschap als beroep, met veel oog voor de maatschappelijke inbedding van de eigen onderzoeksexpertise en tevens voor de waarde en betekenis van de in praktijk gebrachte vaardigheden. 1 De duale master beweegt zich voornamelijk op het snijvlak van onderzoek en de beroepspraktijk. Studenten kunnen zich binnen een academisch werkveld ontwikkelen tijdens een intensief leerwerktraject in een helder omschreven praktijkomgeving (bijvoorbeeld bij een uitgeverij, museum of tijdschrift) en daarbij streven naar wetenschappelijke reflectie op dat beroepsveld. De eenjarige master legt de nadruk op de samenleving. De masters zijn aan lopend onderzoek gekoppeld, verbinden specialistische kennis aan maatschappelijke vraagstukken, en zijn duidelijk ingekaderd. In alle eenjarige masterprogramma s zijn onderdelen opgenomen die het traditionele ideaal van vorming door wetenschap in een hedendaagse, eenentwintigste-eeuwse omgeving waar maken. De eenjarige masterprogramma s slaan een brug tussen academische reflectie binnen een specialisme en de oriëntatie op de professionele en maatschappelijke omgeving. De nadruk ligt daarbij op transferable skills en (het reflecteren op) de toepasbaarheid van wetenschappelijke kennis en inzichten. Tot de professionele omgeving behoort nadrukkelijk ook het leraarschap. 3.3 Criteria Het aangescherpte masterprofiel bevat de volgende criteria: - Het masteronderwijs onderscheidt zich van het onderwijsaanbod aan andere universiteiten in het land. - De programma s sluiten aan op onderzoek: er vindt een aantoonbare wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek plaats. - Het programma kent duidelijke onderwijskundige en didactische uitgangspunten. 1 Over de concrete uitwerking van de nieuwe programma s van de onderzoeksmasters bestaat consensus (zie bijlage 1). 5

9 - Elk programma heeft een duidelijke leerlijn. - Binnen een programma kan de student zich oriënteren op de arbeidsmarkt door bijvoorbeeld stages, workshops of gastlezingen. - Elk masterprogramma is nauw betrokken op de samenleving door samenwerking met relevante instellingen. - Binnen de programma s is sprake van structurele aandacht voor eventuele aanpassingen van het onderwijsprogramma en de mogelijkheid tot het aanboren van nieuwe markten op basis van de in de faculteit aanwezige (onderzoeks-)expertise. - Binnen de masterprogramma s is een vanzelfsprekende open houding ten opzichte van onderwijsvernieuwing. Het gaat dan onder meer om het mastermentoraat, nieuwe onderwijsvormen als e-learning en de samenwerking met andere universiteiten op afstand via streaming (zie ook par. 6). Ook is het beleid van de Graduate School voor studiesucces, rendementsverbetering en selectie onderdeel van het aangescherpte profiel. 2 In het kort behelst dit beleid: de vermindering van studieuitval en -vertraging in de master door onder meer overzichtelijkere programma s, bewustere studiekeuzes en meer begeleiding. Zo moeten studenten bij de aanmelding een motivatiebrief schrijven, krijgen alle studenten een introductie en vinden er gedurende de hele studieloopbaan tutorgesprekken plaats. In de laatste komen onder meer studievoortgang, de keuze van het scriptieonderwerp, het invullen van keuzeruimte (vooral bij onderzoeksmasters) en de voorbereiding op de wereld na de studie aan de orde. Daarnaast werken alle opleidingen met scriptiewerkgroepen die volgens een duidelijk stappenplan het scriptietraject doorlopen Ook besteedt elk programma serieus aandacht aan arbeidsmarktoriëntatie. Of het wenselijk is om vaker studenten voor de masterfase te selecteren, zal het lopende academisch jaar worden verkend door de GSH-raad. 2 Zie met name de notities Selectie en studiebegeleiding in de master, Pilot studiebegeleiding in de master en het Jaarplan

10 4. Kaderstelling Voor het kwantitatieve onderdeel van de facultaire review zijn instroom- en outputcriteria geformuleerd. Deze maken het onder meer mogelijk om alle programma s direct met elkaar te vergelijken. Als een programma niet aan een criterium voldoet, betekent dit overigens niet meteen dat het weg moet. Wél is het aanleiding om te kijken hoe het programma zich verhoudt tot de rest van het aanbod en hoe het alsnog aan het criterium zou kunnen voldoen. 4.1 Instroomcriteria Een opleiding (en binnen de opleiding elk programma afzonderlijk) is pas in financieel opzicht rendabel als het nieuwe cohort studenten een behoorlijke omvang kent. De GSH heeft wat de levensvatbaarheid van programma s betreft in eerdere notities een ondergrens geformuleerd: de instroom per programma moet structureel ten minste vijftien studenten zijn. Wenselijker is echter een instroom van twintig studenten. Dat aantal garandeert, rekening houdend met de uitval en langstudeerders, dat vijftien studenten de opleiding afronden binnen de nominale studieduur plus één jaar. Ook op grond van onderwijskundige overwegingen kan beargumenteerd worden dat een programma/opleiding een zekere kritische massa, dus tussen de vijftien en twintig studenten, moet hebben om tot een optimale studieomgeving te leiden. Op grond van dit criterium kunnen de programma s tijdens de reviewprocedure gegroepeerd worden in de onderstaande categorieën. Hierbij hebben we er rekening mee gehouden dat de programmering en onderwijsvormen van programma s met een instroom onder de tien studenten zeer waarschijnlijk drastischer moeten worden aangepast dan programma s met een instroom van tussen de tien en twintig of meer dan twintig studenten. Categorieën masterprogramma s A. Programma > 20 studenten instroom B. Programma studenten instroom C. Programma < 10 studenten instroom Ook voor de vakken is een ondergrens nodig: ook al kent een programma voldoende instroom, door de gedeelde vakken (die binnen sommige programma s goed bezocht zijn en bij andere minder goed) kan het zijn dat een programma toch niet rendabel is (zie ook par. 6.2). Vanuit het perspectief van financierbaarheid zouden vakken structureel een instroom van twintig studenten of meer moeten hebben (uitgaande van een vakrendement van ten minste 75%). Eerder gaf de masterwerkgroep onder leiding van prof. dr. James Kennedy in het kader van Profiel 2016 al aan dat bij een instroom van negentien studenten de directe kosten en opbrengsten gelijk zijn. Voor de mastervakken komen we tot de volgende categorieën: Categorieën mastervakken A. Vak > 20 studenten instroom B. Vak studenten instroom C. Vak < 10 studenten instroom Uitzonderingen zijn onder meer tutorials, gesloten kernvakken en de opleiding CenR die een aparte bekostiging kent. 7

11 4.2 Outputcriteria In haar jaarplan heeft de GSH outputcriteria geformuleerd. Voor niet-selectieve masters geldt een rendement van 70%, voor selectieve master is dit percentage 80%. De uitval is maximaal 10% per jaar. Het in kaart brengen van deze rendementen hangt samen met een andere ontwikkeling: anders dan voorheen zullen de middelen aan de opleidingen worden toegewezen op basis van de door de UvA gangbare parameters. Dat wil zeggen dat de basis van het verdeelmodel wordt gevormd door de verhouding waarin de opleiding bijdraagt aan de bekostigde studiepunten en diploma s en niet langer op basis van instroom. Dit nieuwe verdeelmodel vormt in de review een ijkpunt om vast te stellen wat de ruimte aan onderwijsuren voor een opleiding is als deze louter op output gebaseerd zou zijn. Dit gegeven is een indicatie voor de mate van urgentie om onrendabele programma s aan te passen, zodat ze wel duurzaam financierbaar worden 8 5. Reviewprocedure 5.1 Stappenplan Met het aangescherpte profiel van de masteropleidingen en de kwantitatieve criteria kunnen we alle masterprogramma s doorlichten en daarbij zowel de inhoudelijke kant van het masteronderwijs als de duurzaamheid en financierbaarheid beoordelen. Vervolgens kunnen we komen tot een overzichtelijkere masterprogrammering (waarin bijvoorbeeld keuze- en kernvakken niet tegelijkertijd plaatsvinden en elkaar beconcurreren ) en voorstellen doen voor aanpassing, samenvoeging en, in sommige gevallen, tot het opheffen van vakken, programma s of specialisaties. Deze procedure kent de volgende stappen: Stap 1: De GSH achterhaalt samen met de opleidingscoördinatoren (OPC s) de kwantitatieve gegevens. De volgende cijfers zijn van belang: alle aanmeldingen voor de opleiding en het programma; daadwerkelijke inschrijvingen per 1 september (per opleiding en programma); aantal studenten per vak binnen het programma; aantal studenten dat vakken afrondt; aantal keuzevakken dat wordt aangeboden binnen de opleiding/het programma; aantal keuzevakken dat gevolgd wordt buiten de opleiding/het programma; aantal geslaagden (per opleiding en programma); uitvalcijfers (per opleiding en programma). Stap 2: De opleidingsdirecteur (OPD) van het cluster schrijft een sterkte/zwakte-analyse over de opleiding en de programma s van het cluster. Daarin gaat de OPD in op de volgende vragen: Op welke visie is de opleiding/het programma gebaseerd? Wat is het profiel? Hoe sluit het profiel van de opleiding aan op het profiel van de GSH? Hoe is de samenwerking met instellingen verankerd in het programma? Hoe ziet de didactische opbouw van de opleiding/het programma eruit? Hoe hangen de vakken met elkaar samen? Wat is de relatie van de vakken tot de (programma-specifieke) eindtermen? Hoeveel specialisaties/tracks biedt de opleiding aan?

12 Welke specialisaties/tracks zijn het meest succesvol (in termen van aantallen studenten die vakken afronden en het diplomarendement)? Hoeveel vakken (zowel verplichte als keuzevakken) worden er aangeboden? Zijn er (te) veel of (te) weinig keuzevakken? Worden er tutorials en andere alternatieve werkvormen aangeboden, en zo ja, welke? Wordt er gebruik gemaakt van e-learning, video- en webcolleges en/of het delen van onderwijs met andere universiteiten via streaming? Zijn de studiegidsteksten en studiehandleidingen up to date? Hoe zijn de evaluaties van de vakken? Welke vakken worden over meerdere jaren goed of slecht geëvalueerd? (De OPD kan op dit punt met de OC overleggen) Wat is de samenstelling van het programmateam? Hoe functioneert het programmateam? Hoe functioneren de coördinatoren? Wat behelst de communicatie naar buiten toe (waaronder voorlichting)? Wat is de concurrentiepositie van de opleiding/het programma ten opzichte van vergelijkbare opleidingen/programma s binnen en buiten de UvA? Wat trekt de studenten aan in de opleiding/het programma en biedt de opleiding/het programma dat (genoeg)? (Scriptietitels en motivatiebrieven kunnen dienen als indicatoren om te bepalen wat studenten interessant vinden) Waar liggen kansen tot samenwerking met andere opleidingen/programma s? Stap 3: De OPD s analyseren de gegevens en uitkomsten van hun eigen cluster en leggen hun sterkte/zwakteanalyse met een advies over handhaving en aanpassing van de programma s voor aan collegadirecteuren van de GSH ter kennisgeving en voor feedback. Daarna sturen zij hun analyses en adviezen aan de facultaire reviewcommissie waarin interne en externe leden zitting hebben. De reviewcommissie analyseert en beoordeelt de stukken en brengt advies uit over de inhoud en financierbaarheid van elke opleiding en de bijbehorende programma s aan de GSH-raad. Dit advies behelst onder meer een voorstel over de voortzetting, voortzetting met verbeterpunten of opheffing van programma s. Stap 4: De GSH-raad formuleert op basis van de rapportages en adviezen puntsgewijs een voorstel voor de herziening van het masteraanbod. Dit voorstel wordt besproken met de coördinatoren, programmateams en capaciteitsgroepsvoorzitters of afdelingsvoorzitters. De onderwijsdirecteur en de OPD bepalen vervolgens wat de uitwerking van het vervolgtraject zal zijn binnen een cluster. Deze uitwerkingen legt de GSH-raad voor aan het Dagelijks Bestuur van de faculteit. Vervolgens gaat het plan voor de herziening van de masters ter kennisgeving naar de raad van het College, de onderzoeksraad en de raad van afdelingsvoorzitters, en voor advies naar de opleidingscommissies (OC s) de Facultaire studentenraad (FSR) en de Ondernemingsraad (OR). 5.2 Tijdpad De facultaire review kent het volgende tijdpad: Stap 1: oktober 2015 Stap 2: november-december 2015 Stap 3: januari 2016 Stap 4: februari

13 6. Handreikingen voor herziening Om extra houvast te hebben in het formuleren van plannen voor het masteronderwijs volgen hierbij enkele handreikingen. Zij kunnen onder meer helpen bepalen welke aanpassingen van de opleidingen, programma s of vakken zinnig zijn. In de handreikingen is oog voor de bezuinigingen én de wens om gespecialiseerde programma s aan te (blijven) bieden. 6.1 Mastermentoraat Het mastermentoraat kan dienen als onderwijsvorm voor kleinere programma s en specialisaties, waarvan de instroom noodzakelijkerwijs of als gevolg van strenge selectie beperkt is. In de huidige situatie krijgen studenten in deze programma s en specialisaties veel individuele begeleiding van de docent (in de vorm van tutorials en term papers). Studenten waarderen dat zeer. Het mastermentoraat is een vorm waarbij die individuele aandacht als standaard geldt, maar maakt het tegelijkertijd voor de docent makkelijker om de student in zijn of haar leertraject structureel te begeleiden. Dat gebeurt door het onderwijs niet (alleen) cursorisch vorm te geven. Het uitgangspunt van het mentoraat is dat de gekozen werkvorm nauw samenhangt met de wetenschappelijke, populariserende of valoriserende activiteiten van de mastermentor: het mentoraat is gestoeld op een nauwe, praktische samenwerking tussen de student en de docent-mentor, die de student een actieve rol laat spelen in zijn of haar professionele activiteiten. Voordelen Het mastermentoraat zorgt ervoor dat specialistische kennis en vaardigheden op een natuurlijke, coherente en inspirerende wijze worden overgedragen in het begeleidingstraject, waarbij de student leert van, en bijdraagt aan, de academische, professionele, populariserende en valoriserende activiteiten van de mastermentor. Kleinschalige opleidingen houden een sterk profiel en zijn aantrekkelijk en onderscheidend, zowel binnen de faculteit als nationaal. Het mastermentoraat zorgt ervoor dat we specialismen op structurele wijze kunnen handhaven op masterniveau, ook als er geen financiële middelen zijn voor cursorisch onderwijs. Voorwaarde voor een mentoraatsconstructie is wel dat er financiële middelen moeten zijn voor een parallel aanbod (een kernvak of een geoormerkt keuzevak) waarin cohortvorming gegarandeerd is. Het mastermentoraat veronderstelt een welomschreven semesterplanning die vooruitloopt op het scriptieonderzoek, wat ten goede komt van het studiesucces. Taakverdeling Studenten motiveren hun masterkeuze en academische interesses gedurende het aanmeldingsproces. Ze nemen deel aan een intensieve mastermentoraat-introductie (de masteroriëntatie), waarin alle beschikbare mentoren hun expertise en projecten toelichten. Op basis van deze oriëntatie maken ze een keuze voor één mastermentor. Mastermentoren maken een semesterplanning op basis van hun professionele activiteiten die op natuurlijke wijze samenhangen met hun positie als onderzoeker: het traject is maatwerk met het onderzoek van de mentor als uitgangspunt (de mentoren willigen dus niet elke willekeurige wens van een student in). Ze identificeren deelprojecten en maken met (groepjes) studenten afspraken over hun rol in de deelprojecten. Ook zien ze de studenten in elk geval acht keer per semester (ongeveer één keer per twee weken) in kleine (taak)groepjes in een workshop/seminar-setting. De mastermentoren houden daarnaast elke week een inloopspreekuur voor individuele afspraken en begeleiden studenten onder meer bij het organiseren van een congres, het uitvoeren van veldwerk, het voorbereiden van een tentoonstelling of het schrijven van een artikel. Structuur (concept) 10

14 Semester 1 Semester 2 Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok 6 Mastermentoraat (6 EC) Mastermentoraat Scriptie (18 EC) (6 EC) Masteroriëntatie (6 EC) Kernvak of geoormerkt keuzevak (12 EC) Geoormerkt keuzevak (12 EC) In blok 1 starten studenten met de (deels klassikale) masteroriëntatie en maken zij zich vertrouwd met de mogelijke mentoren, hun specialismen en de semesterplanning. Op basis van de oriëntatie worden de studenten gekoppeld aan een mentor. De student en mastermentor stellen samen een semesterplanning op en leggen deze vast in een trajectplan. In het trajectplan wordt onderbouwd hoe de einddoelen samenhangen met het mentoraatstraject en zijn onderdelen. Gedurende blok 1 en 2 neemt de mentoraatsvorm het geleidelijk over van de oriëntatie. Naast het mentoraatstraject wordt een kernvak of geoormerkt keuzevak geprogrammeerd, zodat cohortvorming gegarandeerd is en de student niet verloren raakt. Praktische randvoorwaarden De opleidingsdirecteur bepaalt in overleg met de programmateams welke docenten worden ingezet als mastermentor. Het mastermentoraat functioneert volgens het vier-ogen-principe: o o o o o De docent die verantwoordelijk is voor de masteroriëntatie, draagt zorg voor een goede afstemming tussen de student en de mentor, onder andere door het trajectplan te accorderen. Alle toetsingsmomenten moeten peer reviewed tot stand komen, hetzij door medebeoordeling door een andere mastermentor, hetzij door de mastercoördinator. De mastermentor mag niet ook tutor van dezelfde student zijn. De mastermentor is niet per definitie ook de scriptiebegeleider van de student; keuze voor een andere scriptiebegeleider blijft mogelijk. Indien het mastertutoraat facultair wordt ingesteld, zal de tutor ook kunnen bijdragen aan het vier-ogen-principe als de docent of student dat nodig achten. Eindtermen en trajectplan 3 Cruciaal voor een succesvol mastermentoraat is dat de eindtermen aan het eind van het traject zijn gerealiseerd. Om dit te garanderen, stellen mastermentor en student aan het begin van het traject een trajectplan op, waarin per eindterm wordt aangegeven op welk moment, en met welke werkvorm, de eindtermen worden gerealiseerd. Deze gezamenlijke reflectie op de eindtermen en manieren om die te realiseren ligt in het verlengde van de doelstelling om de eindtermen van de masters aan te scherpen (zie par. 6.4). 6.2 Gemeenschappelijke vakken 3 In het trajectplan zouden ook keuzevakken, stages en de scriptie een plek moeten krijgen. 11

15 De afgelopen jaren zijn opleidingen gestimuleerd om vakken als keuzevakken open te stellen voor studenten uit andere programma s. Ook zijn er vakken ontwikkeld die als keuzevak dienen in meerdere programma s. Dit heeft voor sommige clusters van programma s goed gewerkt, maar heeft bij andere programma s het vakkenaanbod versnipperd. Het idee om vakken te delen en zo een goede groepsgrootte te creëren is nog steeds valide, maar de wijze waarop dit wordt vormgegeven kan beter. Zo is het voor het succes van gedeelde vakken beter als docenten uit verschillende programma s de vakken samen ontwikkelen. Zij kunnen ervoor zorgen dat de vakken zich inhoudelijk goed verhouden tot de rest van het curriculum en passen in de leerlijn. Samenwerking tussen programma s binnen één cluster of twee clusters ligt daarbij het meeste voor de hand. Deze optie van gemeenschappelijke vakken hangt in zekere zin samen met het pad dat de GSH de afgelopen jaren volgt en bouwt voort op de door de taakgroep Masteronderwijs voorgestelde profielplannen. Er zijn twee belangrijke verschillen. Ten eerste vraagt de keuze voor meer samenhang binnen en tussen programma s meer om gericht ontworpen vakken voor een beperkt aantal programma s dan om een faculteitsbreed aanbod. Ten tweede is de noodzaak van het samen ontwikkelen van vakken door de bezuinigingsopdracht veel groter: samenwerking kan voor onrendabele programma s een beslissende oplossing zijn. Het is dan ook nadrukkelijk de bedoeling dat mogelijke samenwerking ook op budgetniveau wordt georganiseerd. Bij het werken aan meer en betere gemeenschappelijke vakken is het ook belangrijk om naar de programmering te kijken: vakken van de eenjarige masters moeten maximaal afgestemd zijn op de aanpalende duale en onderzoeksmasters. Zo moeten keuzevakken op andere tijden ingeroosterd zijn dan kernvakken, en waar zinnig volgen studenten in het eerste semester zo veel mogelijk vakken gezamenlijk om vervolgens op te splitsen. 6.3 Verbinding met de stad Gevestigd in de Amsterdamse binnenstad positioneert de FGw zich nadrukkelijk als een van de kloppende harten van een stadsuniversiteit met internationale uitstraling: een academische gemeenschap van en voor de stad en de stedelijke gemeenschap. Die stedelijke oriëntatie biedt tal van kansen en uitdagingen voor de masteropleidingen van de faculteit. Amsterdam is met zijn vele culturele instellingen, erfgoedverzamelingen, onderzoeksinstituten, creative industries en ngo s een constante bron van inspiratie en mogelijkheden. Studenten kunnen in of in samenwerking met een professionele omgeving kennis en vaardigheden ontwikkelen en/of aanscherpen, leren nadenken over de toepasbaarheid van wetenschappelijke kennis en inzichten, en zich oriënteren op een loopbaan na hun opleiding, terwijl de stad op haar beurt wensen kan uiten en vragen kan stellen aan de verschillende opleidingen. Van eenrichtingsverkeer is dus geen sprake. Die wisselwerking vraagt om intensieve samenwerking, die vele vormen kan aannemen, mede afhankelijk van de accenten, aard en leerdoelen/eindtermen van de betreffende masteropleiding en de wensen en mogelijkheden van de stedelijke instellingen. Van individuele stages tot gemeenschappelijke onderzoeksprojecten, van incidentele gastcolleges tot intensieve workshops, van excursies tot scriptiewerkgroepen, en van loopbaanoriëntatie tot academische reflectie op het functioneren van de instellingen. Deels betreft de stedelijke oriëntatie de voortzetting, uitbouw en/of intensivering van reeds bestaande initiatieven en contacten, deels het systematischer doordenken van mogelijkheden en het ontwikkelen van nieuwe plannen en samenwerkingsverbanden. Essentieel is dat de inhoud en vorm van de samenwerking helder zijn geïntegreerd in de opbouw van het programma en bijdragen aan het verwezenlijken van de leerdoelen/eindtermen. De samenwerking behoort geen extraatje te zijn, maar een bewust gekozen en wezenlijk onderdeel van het curriculum van het programma. Dat vraagt om creativiteit, onderhoud van bestaande contacten, en inzet en investeringen door alle betrokkenen. Daar staat een levendige faculteit tegenover die middenin de samenleving staat en betrokken studenten opleidt die zich bewust zijn van hun kennis, vaardigheden en plicht jegens de samenleving en wetenschap. 12

16 6.4 Aanscherping eindtermen In de afgelopen visitatieronde heeft een aantal commissies opgemerkt dat de eindtermen van de master-opleidingen veelal een invuloefening zijn van een facultair aangereikt format. De commissie beschouwt dat als een gemiste kans om bestaande programma s duidelijker te profileren ten opzichte van elkaar, maar vooral ook ten opzichte van vergelijkbare programma s elders in het land (of zelfs daarbuiten). Het kan bijzonder vruchtbaar zijn om eindtermen zo concreet mogelijk te maken. Vanuit de onderwijskunde wordt erop gewezen dat leren plaatsvindt op het moment dat studenten zelf hun kennis kunnen construeren op basis van het aangereikte. 4 Het is dus belangrijk dat studenten en docenten weten welke leerdoelen bereikt moeten worden. Idealiter zijn de eindtermen van de opleiding direct gekoppeld aan de eindtermen van het in de opleiding aanwezige vakkenaanbod en aan de getoetste kennis en vaardigheden in die vakken. In de eindopdracht (traditioneel de scriptie) worden in elk geval de meeste van de eindtermen op een geïntegreerde manier getoetst. Het advies is om per masterprogramma opnieuw de eindtermen van de opleiding goed te doordenken en van daaruit te bezien of het vakkenaanbod (nog) goed aansluit bij die eindtermen. Dit houdt onder meer in dat je bestaande vakken, maar ook leerlijnen in de programma s tegen het licht houdt (denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan het academisch schrijven, het analyseren van vraagstukken in toenemende mate van complexiteit of het doorgronden van een theoretisch concept). Belangrijk is om de doelstellingen niet te zeer (alleen) te richten op de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek per slot van rekening zullen de meeste studenten daar niet in terecht komen maar ook na te denken over vaardigheden die overdraagbaar zijn naar andere maatschappelijke contexten ( transferable skills ). 6.5 Digitale leermiddelen Het masteronderwijs heeft in hoge mate een specialistisch karakter, iets wat studenten, ook uit het buitenland, zeer waarderen. Het delen van vakken tussen programma s of het samenvoegen van programmaonderdelen kan echter gevolgen hebben voor de diepgang van een specialisme. Om de specialistische kwaliteit te behouden zijn er meerdere mogelijkheden, zoals het mastermentoraat (zie 6.1) en ook de inzet van digitale leermiddelen. Zo kan een programma met webcolleges voortbouwen op een breder mastercollege. Het college Materiality & Material Culture, dat deel uitmaakt van de onderzoeksmaster Archeologie, zou bijvoorbeeld ook goed deel uit kunnen maken van masterprogramma s bij Kunstgeschiedens en Erfgoedstudies, waar vergelijkbare vakken zijn. In een gezamenlijk college kunnen dan klassikaal de conceptuele uitgangspunten worden gedoceerd, waarna deze met webcolleges en bijbehorende literatuur worden toegespitst op het betreffende vakgebied. De toetsing van webcolleges kan eveneens digitaal (bijvoorbeeld via Blackboard) plaatsvinden. Het maken van dergelijke colleges vraagt een eenmalige tijdsinvestering van docenten uit verschillende disciplines, waardoor de totale docentenlast van de cursus over een aantal jaar vermindert. Er zijn diverse digitale leermiddelen ontwikkeld binnen het ICTO programma (ICTO staat voor ict in het onderwijs ). Die middelen kunnen helpen om specialismen binnen een bredere master te behouden. Te denken valt aan live stream-colleges in samenwerking met andere universiteiten in binnen- en buitenland, kennisclips om vakken toegankelijk te maken voor studenten uit andere dan de eigen disciplines, en elektronische leeromgevingen waarbinnen studenten zelf kennis verwerven. 4 Biggs, J.B. (2003), Teaching for Quality Learning at the University. Buckingham: Open University Press/Society for Research into Higher Education. 13

17 6.6 Koppeling onderwijs en onderzoek Binnen de context van de UvA als LERU-onderzoeksuniversiteit streeft de GSH ernaar het masteronderwijs nauw te verweven met het onderzoek van de faculteit. Daarnaast dwingt de keuze voor specialistisch masteronderwijs interactie tussen het onderwijs en de onderzoeksgemeenschap af: het verzorgen en ontwikkelen van dit type masteronderwijs vereist specialistische expertise en doorlopende onderzoekservaring van de betrokken docenten. Masteronderwijs, zowel in onderzoeksmasters, de duale masters, als in eenjarige masters, is door de bijdragen van studenten bovendien medebepalend voor een dynamische onderzoeksontwikkeling. Dit uitgangspunt betekent dat het onderwijsaanbod en de facultaire onderzoekskracht zich in wisselwerking dienen te ontwikkelen, op programma- en vakniveau. Programmaniveau Op programmaniveau zijn masterprogramma s idealiter gekoppeld aan succesvolle onderzoeksgemeenschappen. Binnen de FGw bestaat er in veel gevallen succesvolle samenwerking. In een aantal gevallen is er sprake van een onevenwichtige relatie. Dit maakt keuzes noodzakelijk. Waar masterprogramma s ingericht zijn zonder een succesvolle bijbehorende onderzoeksgemeenschap, zijn stappen vereist. In het geval van programma s die daarbij ook een beperkte studentengroep aantrekken, ontstaat de vraag naar de wenselijkheid van het continueren van het programma. In het geval van succesvolle masterprogramma s ligt het echter voor de hand om te investeren in de realisering van een actieve onderzoeksgemeenschap binnen dit veld. Ook daar waar uitzonderlijke onderzoekskracht binnen de faculteit gekoppeld is aan masterprogramma s die een beperktere groep studenten bedienen, ligt continuering voor de hand. Wel is in dit laatste geval herprofilering van het programma nodig. Vakniveau In het bacheloronderwijs heeft onderzoeksintensief onderwijs vaak vooral betrekking op het aanleren van onderzoeksvaardigheden of op onderzoek als onderwijsmethode (waarbij studenten kennismaken met alle facetten van het doen van onderzoek). In het masteronderwijs wordt deze relatie intensiever en ligt er nadruk op het aansluiten bij de vakexpertise van de docent en het zelfstandig verrichten van onderzoek. Dit laatste kan uitnodigen tot praktijk- en projectgericht onderwijs (in plaats van keuzevakken) naast de klassieke verplichte vakken. 14

18 7. Tot slot Het masteraanbod van de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) is toe aan een flinke herziening. Een belangrijke aanleiding is de bezuinigingsopdracht voor van 1,5 miljoen euro. Dit bedrag staat gelijk aan 99 vakken van elk 12 EC. Daarnaast is duidelijk dat het masteraanbod inhoudelijk beter kan. Zo missen meerdere eenjarige masters een duidelijke profilering, zijn sommige programma s nog te veel het vierde jaar volgend op een bachelor, hangen vakken soms te los in het curriculum en kan de samenhang met andere opleidingen of programma s vaak beter.. De GSH-raad kreeg deze zomer van de FGw de opdracht om een inhoudelijke en financiële analyse van het masteronderwijs te maken en te kijken hoe een duurzaam en financierbaar aanbod van goed geprofileerde masterprogramma s mogelijk blijft (besluit van de heidag op 18 mei 2015). Om deze opdracht zo transparant mogelijk uit te voeren wil de raad met een facultaire review van alle programma s in kaart brengen hoe het masteronderwijs ervoor staat, waar aanpassingen nodig zijn en welke vakken, programma s of specialismes opgeheven zouden moeten worden. Hiertoe is een (kwalitatief) profiel opgesteld dat onder meer aansluit bij het feit dat de UvA een LERU-universiteit is, gepositioneerd in het hart van de stad Amsterdam, en dat ook in lijn is met het instellingsplan van de universiteit. Daarnaast zijn in een kaderstelling kwantitatieve criteria geformuleerd, zoals cohortomvang, vakgrootte en diplomarendement. Ook worden in deze operatie de algemene beleidsdoestellingen van de GSH meegenomen. De review zal lopen van oktober tot en met december De reviewcommissie bekijkt de resultaten in januari 2016, en komt in februari met een plan voor aanpassingen in het aanbod. Dit herzieningsplan wordt eind februari voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur en vervolgens aan de medezeggenschapsorganen. 15

19 Faculteit der Geesteswetenschappen Bureau van de Faculteit Spuistraat VT Amsterdam T F Memo Datum 12 mei 2015 Onderwerp Voorstel Research masters Behandeld door DB Telefoon Ten aanzien van de Research Masters streven we in alle programma s naar een sterkere verbinding met het onderzoek (via de research schools) en naar optimalisering van de samenwerking tussen verwante disciplines. Het voornemen is om de Research Masters als volgt te organiseren: Van de huidige Research Masters blijven er vier als zelfstandige opleiding of programma bestaan: o Cultural Analysis o History o Media Studies o Philosophy Op twee plaatsen worden Research Masters samengevoegd tot een nieuw programma: o Literary Studies (samenvoeging Literary Studies en Nederlandse letterkunde) o Linguistics (samenvoeging Linguistics en RAP) De inrichting van de bestaande opleiding Art Studies maakt in de programmering ruimte voor het programma Arts in The Netherlands (i.s.m. Rijksmuseum). Het programma op het gebied van religiewetenschappen wordt voortaan in samenwerking met de UU aangeboden (Religion Studies). Een aantal andere punten behoeft in de komende maanden nadere uitwerking: o De positie van de huidige Research Master Archeologie zal, in overleg met de VU, worden herbezien in het licht van de samenwerking met het erfgoedveld waarbij de inrichting van een master op het gebied van Heritage, Memory and Material culture verkend zal worden. o Een eventuele gemeenschappelijke UvA-VU-Research Master op het gebied van European Studies, samen met het Amsterdam Centre for Contemporary European Studies (ACCESS). o Eventuele voortzetting van de samenwerking UU-UvA op het terrein van de Nederlandse letterkunde (als programma of specialisatie binnen Literary Studies).

Programmeerkader masterprogramma s

Programmeerkader masterprogramma s Programmeerkader masterprogramma s Deze notitie biedt het kader voor de programmering van de masteropleidingen en programma s voor 2015-2016. Vanwege de dringende noodzaak tot bezuinigingen en de heel

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen Faculteit der Geesteswetenschappen Stagereglement masteropleidingen Inhoud Inleiding...3 Verantwoordelijkheid en taakverdeling...3 Aantal studiepunten...3 Plaats in de opleiding...3 Leerdoelen...3 Soort

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

11/8/2016. Academisch Schrijven in het curriculum. Opzet van deze bijeenkomst. Academisch schrijven. Toepassing in curriculum.

11/8/2016. Academisch Schrijven in het curriculum. Opzet van deze bijeenkomst. Academisch schrijven. Toepassing in curriculum. Academisch Schrijven in het curriculum Dr N. Saab, ICLON, Dr Ph. Dol, Academisch Talencentrum, Dr. J.A. Mol, Faculteit der Archeologie Opzet van deze bijeenkomst Interactief: 1. Wij geven enkele voorbeelden

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

Vereisten aan onderwijsprogramma s van de Faculteit der Geesteswetenschappen

Vereisten aan onderwijsprogramma s van de Faculteit der Geesteswetenschappen Vereisten aan onderwijsprogramma s van de Faculteit der Geesteswetenschappen Voor alle onderwijsprogramma s De cursussen hebben een omvang van 5 of 10 ec. In masteropleidingen hebben cursussen met een

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

Concept. Bezuinigings- en investeringsplan FGw 2016-2018. Opsteller Dagelijks Bestuur

Concept. Bezuinigings- en investeringsplan FGw 2016-2018. Opsteller Dagelijks Bestuur Faculteit der Geesteswetenschappen Bezuinigings- en investeringsplan FGw 2016-2018 Datum 16 november 2015 Status Ter inleiding Opsteller Dagelijks Bestuur Dit bezuinigings- en investeringsplan beoogt een

Nadere informatie

Brief Verbetering van de Criteria van Onderwijs in het Engels en Nederlands

Brief Verbetering van de Criteria van Onderwijs in het Engels en Nederlands Dhr. prof. dr. F.P. Weerman Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 fsr-fgw@uva.nl studentenraad.nl/fgw Datum 6 december 2016 Ons kenmerk 16fgw043 Contactpersoon

Nadere informatie

Archeologie in Amsterdam

Archeologie in Amsterdam Archeologie in Amsterdam Archeologie is de studie van samenlevingen, culturen en landschappen door de tijd heen. Fysieke resten van het verleden komen tevoorschijn bij opgravingen, maar worden ook bestudeerd

Nadere informatie

Best practices in academische vaardigheden bij bèta-bacheloropleidingen

Best practices in academische vaardigheden bij bèta-bacheloropleidingen Robert van Wijk & Esther Vleugel vaardigheden bij bèta-bacheloropleidingen Workshop op de ICAB conferentie 2015 Programma Achtergrond van ons academisch vaardigheden onderwijs Onze ervaringen en lessen

Nadere informatie

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Resultaten van inputsessie 10 juni 2014 Introductie Deze PowerPoint bevat de resultaten van de

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie. Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

Archeologie in Amsterdam

Archeologie in Amsterdam Archeologie in Amsterdam Archeologie is de studie van samenlevingen, culturen en landschappen door de tijd heen. Fysieke resten van het verleden komen tevoorschijn bij opgravingen, maar worden ook bestudeerd

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Jaarverslag & Jaarplan

Jaarverslag & Jaarplan Jaarverslag 2016-2017 & Jaarplan 2018-2019 School/College: Onderwijsdirecteur: Overzicht Opleidingen/tracks:

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

1. Doelstelling Vormgeven van structurele bachelorsamenwerking tussen de negen (Technische) Wiskunde opleidingen in Nederland.

1. Doelstelling Vormgeven van structurele bachelorsamenwerking tussen de negen (Technische) Wiskunde opleidingen in Nederland. WISKUNDE ICAB jaarplan 2011/12 Algemeen deel 1. Doelstelling Vormgeven van structurele bachelorsamenwerking tussen de negen (Technische) Wiskunde opleidingen in Nederland. Achtergrond De opleidingen wiskunde

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Talen in transitie Taal, cultuur en regiostudies

Talen in transitie Taal, cultuur en regiostudies Faculteit der Geesteswetenschappen Bureau van de Faculteit Spuistraat 210 1012 VT Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam T 020 525 3068 F 020 525 4708 www.uva.nl/fgw Talen in transitie Taal, cultuur

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma 2012-2013

Verkiezingsprogramma 2012-2013 Verkiezingsprogramma 2012-2013 UVASOCIAAL 5 mei 2012 UVASOCIAAL streeft naar keuzevrijheid, kwaliteit, gelijkheid en betrokkenheid, de belangrijkste voorwaarden voor een goede universiteit! Inleiding UVASOCIAAL

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Samenvatting Bezuinigings- en investeringsplan FGw

Samenvatting Bezuinigings- en investeringsplan FGw Samenvatting Bezuinigings- en investeringsplan FGw 2016-2018 Het faculteitsbestuur (FB) heeft recent een nieuw bezuinigings- en investeringsplan geschreven voor de Faculteit der Geesteswetenschappen voor

Nadere informatie

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Advies Radboud Universiteit Nijmegen Advies Radboud Universiteit Nijmegen De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Radboud Universiteit Nijmegen (hierna RUN) dat het College van Bestuur met zijn brieven

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCHMASTEROPLEIDING GESCHIEDENIS FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

Reactie adviesaanvraag gewijzigde opleidingsclusters

Reactie adviesaanvraag gewijzigde opleidingsclusters Dhr. prof. dr. F.P. Weerman Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 fsr-fgw@uva.nl studentenraad.nl/fgw Datum 20 april 2017 Ons kenmerk 17fgw015 Contactpersoon

Nadere informatie

Public Administration Arbeidsmarkt

Public Administration Arbeidsmarkt Public Administration Maar liefst 33 masters staan voor je klaar als je je bachelor politicologie, bestuurskunde of internationale betrekkingen hebt gehaald. Maak daar maar eens een keuze uit. Ga je voor

Nadere informatie

Bachelor Europese studies. uva.nl/ba-europese-studies

Bachelor Europese studies. uva.nl/ba-europese-studies Bachelor 2019-2020 Europese studies uva.nl/ba-europese-studies In de bachelor Europese studies bestudeer je uiteenlopende aspecten van Europa, zoals de politiek en cultuur van de Europese landen in het

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCH MASTER FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCH MASTER FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCH MASTER FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-2016 Deel B: Opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Voorlichtingsdag Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde PROGRAMMA Bedrijfskunde@VU: hoe, wat en waarom? Prof. dr. W.E.H. Dullaert, Opleidingsdirecteur bachelor bedrijfskunde

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCHMASTEROPLEIDING COMMUNICATIE- EN INFORMATIEWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

BREED Geïntegreerd Interdisciplinair INNOVATIEF

BREED Geïntegreerd Interdisciplinair INNOVATIEF De Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA BREED Geïntegreerd Interdisciplinair INNOVATIEF Geesteswetenschappen Geesteswetenschappen in Amsterdam 1 Voorbeelden van structurele samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

De Werkgroep Masteronderwijs brengt de volgende adviezen uit aan het Faculteitsbestuur:

De Werkgroep Masteronderwijs brengt de volgende adviezen uit aan het Faculteitsbestuur: MA WERKGROEP PROFIEL 2016 Executive Summary De Werkgroep Masteronderwijs brengt de volgende adviezen uit aan het Faculteitsbestuur: 1. Nadruk op hervorming van het modulaire aanbod i.p.v. het programma

Nadere informatie

STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES

STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES STUDIEKEUZEGESPREKKEN BIJ LIBERAL ARTS AND SCIENCES Over het voorkomen van studieuitval bij een universiteitsbrede, interdisciplinaire bacheloropleiding SURF ACADEMY: MASTERCLASS STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING NEERLANDISTIEK (PROGRAMMA REDACTEUR-EDITOR) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans

Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Studeren aan de Universiteit Utrecht Welkom bij de opleiding Frans Luuk Dijkstra (l.dijkstra@uu.nl) Bachelorvoorlichtingsdagen november 2015 Opbouw presentatie Inleiding Kenmerken van de opleiding De studie

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Geachte collega's, beste studenten,

Geachte collega's, beste studenten, College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen

Nadere informatie

Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam

Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam Inleiding Aan de medezeggenschapsorganen 1 van de faculteiten FALW (VU), FEW (VU) en FNWI (UvA) kunnen voorstellen worden

Nadere informatie

Bachelor Duitslandstudies. uva.nl/ba-duits

Bachelor Duitslandstudies. uva.nl/ba-duits Bachelor 2018-2019 Duitslandstudies uva.nl/ba-duits De bachelor Duitslandstudies leidt je op tot academisch geschoolde Duitslanddeskundige met vloeiende beheersing van het Duits. In deze bachelor combineer

Nadere informatie

SKO en Leergang Onderwijskundig Leiderschap op de Erasmus Universiteit Rotterdam

SKO en Leergang Onderwijskundig Leiderschap op de Erasmus Universiteit Rotterdam SKO en Leergang Onderwijskundig Leiderschap op de Erasmus Universiteit Rotterdam Alice van de Vooren en Gerard Baars Risbo, Erasmus Universiteit Rotterdam Versterking onderwijscarriere EUR EUR-speerpunt:

Nadere informatie

Advies Universiteit voor Humanistiek

Advies Universiteit voor Humanistiek Advies Universiteit voor Humanistiek De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit voor Humanistiek (hierna UvH) dat het College van Bestuur met zijn brieven

Nadere informatie

Op weg naar EUR-strategie online leren

Op weg naar EUR-strategie online leren Op weg naar EUR-strategie online leren SURF Symposium Open en Online Education, 11 maart 2014 Dr. Gerard Baars Directeur Risbo en projectleider deelprogramma online leren EUR Bouwstenen strategie online

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Bachelor Italië studies. uva.nl/ba-italiaans

Bachelor Italië studies. uva.nl/ba-italiaans Bachelor 2019-2020 Italië studies uva.nl/ba-italiaans Italië is een land met vele gezichten: alom bekend om zijn architectuur, film, literatuur, mode en design, maar ook wereldberoemd om zijn landschappelijke

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING MIDDEN-OOSTEN STUDIES FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Inhoud 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 Professionele

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Format OER en

Format OER en Format OER en 2014-15 Om de diverse reacties en opmerkingen op de nota van wijzigingen beter te kunnen stroomlijnen is er een format opgesteld. De OR, FSR, OC s en examencommissies zouden wij graag willen

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Agenda. 1. Opening. 2. Post. 3. Actielijst. 4. Vaststellen notulen

Agenda. 1. Opening. 2. Post. 3. Actielijst. 4. Vaststellen notulen Spuistraat VB Amsterdam (00) fgw@studentenraad.nl studentenraad.nl/fgw Aanwezig Afwezig Notulen bijeenkomst facultaire studentenraad FGw - 0- Gunnar de Haan, Astrid Zwinkels, Alex Tess Rutten, Sophie van

Nadere informatie

Advies Universiteit van Tilburg

Advies Universiteit van Tilburg Advies Universiteit van Tilburg De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit van Tilburg (hierna UvT) dat het College van Bestuur met zijn brieven van

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

STUDIELOOPBAANBEGELEIDING TOELICHTING OP DE UITGANGSPUNTEN

STUDIELOOPBAANBEGELEIDING TOELICHTING OP DE UITGANGSPUNTEN STUDIELOOPBAANBEGELEIDING TOELICHTING OP DE UITGANGSPUNTEN De Werkgroep Studieloopbaanbegeleiding heeft de opdracht om een basisstructuur te ontwikkelen voor de begeleiding van studenten aan de HvA en

Nadere informatie

Nieuwe kans op extra instroom

Nieuwe kans op extra instroom Nieuwe kans op extra instroom Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn en

Nadere informatie

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; Nieuwe media en digitale cultuur Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Alle studenten die

Nadere informatie

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap in de reflectie zie je de bron Effectief Leiderschap.. een persoonlijke audit U geeft leiding aan een team, een project of een afdeling. U hebt veel kennis, u

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING MEDIASTUDIES: JOURNALISTIEK EN MEDIA FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

Geen instemming met de OER van ACASA, deel A

Geen instemming met de OER van ACASA, deel A Dhr. prof. dr. F.P. Weerman Kloverniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 fsr-fgw@uva.nl studentenraad.nl/fgw Datum 31 oktober 2017 Ons kenmerk 17fgw039 Contactpersoon

Nadere informatie

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015 Faculteit der Geesteswetenschappen Afdeling Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam Datum 10-9-2015 Contactpersoon J.J.B.Turpijn@uva.nl Bijlagen Beoordelingsformulier

Nadere informatie

Onderwijs met een plus

Onderwijs met een plus Onderwijs met een plus Ons onderwijs richting 2020 www.hoornbeeck.nl Doel Deze brochure bevat de strategische doelen van het Hoornbeeck College voor de periode 2015 2020. In vier hoofdlijnen schetsen we

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Mastermogelijkheden. Hoe verder na een bachelor Psychologie? NL Klaas Visser 2014. mastermogelijkheden psychologie

Mastermogelijkheden. Hoe verder na een bachelor Psychologie? NL Klaas Visser 2014. mastermogelijkheden psychologie Mastermogelijkheden Hoe verder na een bachelor Psychologie? 1 Doel vandaag Beeld geven van Bachelor Master in Nederland Toegespitst op Psychologie Verschillen en overeenkomsten tussen opleidingen Psychologie

Nadere informatie

Ontwerp Profiel 2016 De houtskoolschets

Ontwerp Profiel 2016 De houtskoolschets Faculteit der Geesteswetenschappen Ontwerp Profiel 2016 De houtskoolschets Datum 2 februari 2015 Status Vertrouwelijk, ter bespreking in raden en met OR en FSR Opsteller Dagelijks Bestuur van de faculteit

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang. Griekse en Latijnse taal en cultuur Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang. Griekse en Latijnse taal en cultuur In de bachelor Griekse en Latijnse taal en cultuur word je opgeleid

Nadere informatie

Behandeld door Werkgroep TCR

Behandeld door Werkgroep TCR Faculteit der Geesteswetenschappen Bureau van de Faculteit Spuistraat 210 1012 VT Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam T 020 525 3068 F 020 525 4708 www.uva.nl/fgw Memo Datum 31 augustus 2015 Onderwerp

Nadere informatie

Format Onderwijs- en Examenregeling Master deel B

Format Onderwijs- en Examenregeling Master deel B Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 fgw@studentenraad.nl studentenraad.nl/fgw Format Onderwijs- en Examenregeling Master deel B 2017-2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 1.

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Format Onderwijs- en Examenregeling Bachelor deel B

Format Onderwijs- en Examenregeling Bachelor deel B Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 fgw@studentenraad.nl studentenraad.nl/fgw Format Onderwijs- en Examenregeling Bachelor deel B 2017-2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 1.

Nadere informatie

College van Bestuur Lijst Calimero Dagtekening: 17 december 2014 Notitie Studeren in het buitenland

College van Bestuur Lijst Calimero Dagtekening: 17 december 2014 Notitie Studeren in het buitenland Adresgegevens Oude Kijk in t Jatstraat 39 9712 EB GRONINGEN E: contact@lijstcalimero.nl I: www.lijstcalimero.nl KvK Groningen 50004271 ING Bank NV 5061564 Aan: College van Bestuur Van: Lijst Calimero Dagtekening:

Nadere informatie

Bachelor Kunstgeschiedenis. uva.nl/ba-kunstgeschiedenis

Bachelor Kunstgeschiedenis. uva.nl/ba-kunstgeschiedenis Bachelor 2019-2020 Kunstgeschiedenis uva.nl/ba-kunstgeschiedenis Als je Kunstgeschiedenis studeert, leer je hoe, door wie en voor wie kunst wordt gemaakt. Ook leer je kritisch te denken over de betekenis

Nadere informatie

Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008).

Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008). Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Concept-besluit van het DB-OW over de herziening van de curricula van de masteropleidingen (7 oktober 2008). 1. Concept-besluit en facultaire

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Voor de Onderwijs- en examenregeling van de Master Gezondheidszorgpsychologie wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 pagina 2 Inhoud Pag. Profiel van de onderzoeksmaster 4 Beoordeling

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies Faculteit der Geesteswetenschappen Europese Studies Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies 2015-2016 Vastgesteld en goedgekeurd door de Examencommissie van het College of Humanities,

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Hebreeuwse en Joodse studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Nota Universiteitsraad

Nota Universiteitsraad Nota Universiteitsraad UR nummer 15/073 Aan : College van Bestuur Van : Universiteitsraad Onderwerp : Engelse spreekvaardigheid van docenten Status : Ter bespreking Behandeling in : Commissie OOS, 9 juni

Nadere informatie

SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN

SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN PROGRAMMA WAT GA IK DE KOMENDE 45 MINUTEN VERTELLEN? 1. Waarom sociologie studeren (wat is sociologie?) 2. Waarom sociologie studeren aan de VU? 3. Hoe ziet

Nadere informatie

Bachelor-Master: Oude wijn in nieuwe zakken? Of: Toch een vernieuwing?

Bachelor-Master: Oude wijn in nieuwe zakken? Of: Toch een vernieuwing? Bachelor-Master: Oude wijn in nieuwe zakken? Of: Toch een vernieuwing? Adri Vermeer Het laatste jaar is de onderwijskundige discussie - bij ons in Utrecht althans - beheerst, zelfs overheerst door de invoering

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma Lijst VUUR Faculteitsraad Geesteswetenschappen 2015-2016

Verkiezingsprogramma Lijst VUUR Faculteitsraad Geesteswetenschappen 2015-2016 Verkiezingsprogramma Lijst VUUR Faculteitsraad Geesteswetenschappen 2015-2016 VOORWOORD VUUR doet weer mee in de medezeggenschap van de faculteit Geesteswetenschappen. Een faculteit waarbinnen een grote

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Sinds 1

Nadere informatie

Begroting en plan van aanpak Strategie Activerende werkvormen en blended learning Faculteit Geesteswetenschappen (FGw) 12 juli 2017

Begroting en plan van aanpak Strategie Activerende werkvormen en blended learning Faculteit Geesteswetenschappen (FGw) 12 juli 2017 Begroting en plan van aanpak Strategie Activerende werkvormen en blended learning Faculteit Geesteswetenschappen (FGw) 12 juli 2017 De FGw heeft een strategie geformuleerd op het gebied van activerende

Nadere informatie

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een allround classicus met een brede blik én diepgang.

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een allround classicus met een brede blik én diepgang. Griekse en Latijnse taal en cultuur Je wordt een allround classicus met een brede blik én diepgang. Ik wist al vroeg in mijn middelbareschooltijd dat ik Grieks en Latijn wilde studeren. Het feit dat twee

Nadere informatie

Memo Decaanbenoeming

Memo Decaanbenoeming Nieuwe Achtergracht 170 1018 WV Amsterdam (020) 525 3726 csr@studentenraad.nl studentenraad.nl/csr Memo Decaanbenoeming Voorstel tot bestendiging decaanbenoemingen aan de Universiteit van Amsterdam. Inleiding

Nadere informatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Studieloopbaan en Loopbaanorientatie Nieke Campagne Studenten Loopbaan Service Universiteit Leiden Programma - Wat kan er in de opleiding - Hoe kies je? - Loopbaan oriëntatie en Studieloopbaankeuzes, binnen

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCHMASTEROPLEIDING THEOLOGY AND RELIGIOUS STUDIES (RELIGIOUS STUDIES) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie