1. Doelstelling Vormgeven van structurele bachelorsamenwerking tussen de negen (Technische) Wiskunde opleidingen in Nederland.

Transcriptie

1 WISKUNDE ICAB jaarplan 2011/12 Algemeen deel 1. Doelstelling Vormgeven van structurele bachelorsamenwerking tussen de negen (Technische) Wiskunde opleidingen in Nederland. Achtergrond De opleidingen wiskunde in Nederland aan de zes algemene universiteiten (UL, UvA, VU, UU, RU, RuG) en de drie technische universiteiten (TUD, UT, TU/e) hebben sinds het academisch jaar een samenwerkingsverband op het gebied van het masteronderwijs. Dit samenwerkingsverband wordt bestuurd door het regieorgaan, dat bestaat uit de opleidingsdirecteuren van deze opleidingen. De dagelijkse gang van zaken wordt behartigd door een dagelijks bestuur (bestaande uit de voorzitter van het regieorgaan, een directeur, de voorzitter van de LNMB (Landelijk Netwerk Mathematische Besliskunde), een van de opleidingsdirecteuren van de 3TUs) en ondersteund door een secretariaat. Zie voor meer informatie, geschiedenis, en de huidige samenstelling van het bestuur. De landelijke master is een samenwerkingsverband van de wiskunde masteropleidingen, maar werkt inhoudelijk ook samen met de onderzoeksclusters en onderzoeksscholen. De samenwerking binnen de landelijke master had in eerste instantie onder andere de volgende doelen: (1) hoge kwaliteit van het onderwijs, (2) doelmatigheid, (3) interactie van studenten en docenten uit de verschillende instellingen. Op het gebied van landelijke samenwerking op het gebied van masteronderwijs loopt wiskunde in Nederland voorop. In de landelijke samenwerking in de master wiskunde is veel bereikt, en we willen deze innovatieve aanpak in stand houden en uitbreiden door de volgende stap gaan zetten: optimalisering van de aansluiting van de bacheloropleiding op de masteropleiding. 2. Contactgegevens coördinator Dr. Bart de Smit (Universiteit Leiden, Mathematisch Instituut, 3. Overzicht geplande netwerkactiviteiten Workshops verbetering bewijsvaardigheden in de wiskundebachelor Doel: verbetering van het rendement van het onderwijs in wiskundige redeneer- en bewijstechnieken. We willen dit bereiken door het uitwisselen en implementeren van best practices in de specifieke toetsingsvormen en activerende werkvormen die geschikt zijn voor het omgaan met abstractie en redeneringen in de wiskunde.

2 Achtergrond: bij verschillende wiskunde bacheoropleidingen in het land wordt geconstateerd dat wiskundestudenten met name struikelen over het onder de knie krijgen van bewijstechnieken, en met name het zelfstandig kunnen toepassen daarvan. Een van de aanbevelingen van de meeste recente onderwijsvisitatiecommissie is dan ook: Besteed in de bacheloropleiding expliciet aandacht aan het ʻleren bewijzenʼ, zoals op de Universiteit van Amsterdam bij het vak Analyse 2ʼʼ (blz 52 van het QANU rapport onderwijsvisitatie wiskunde opleidingen ). Deze problematiek doet zich voor bij bewijsvoering in zowel de algebra als de analyse. Organisatoren: prof.dr. E. Koelink (RU) en prof.dr. J. Hulshof (VU). Doelgroep: naast docenten van de relevante vakken is het verstandig om studenten bij de aanpak van deze problematiek te betrekken. In het bijzonder zullen ook de studentleden van de opleidingscommissies van de verschillende universiteiten actief worden benaderd om deel te nemen. Tijdsplanning: er zullen twee bijeenkomsten plaatsvinden. Tijdens de eerste bijeenkomst gepland najaar 2011) zullen de verschillende aanpakken naast elkaar worden gelegd en zullen best practices geïdentificeerd worden en plannen worden gemaakt om deze uit te rollen. Tijdens de tweede bijeenkomst (gepland najaar 2012) zullen de eerste resultaten van de implementatie worden gepresenteerd, waarbij waar mogelijk het verband met studiesucces wordt gelegd, zowel wat betreft de kwantitatieve effecten (bijvoorbeeld slagingspercentages) als de kwalitatieve effecten (naar het oordeel van docenten en studenten (bijvoorbeeld uitkomsten studenten-enquetes)). Begroting: zie Appendix. 4. Totaalbegroting (in k ) De gedetailleerde begroting is te vinden in het Appendix 2 netwerk-workshops 8 leerlijn-workshop 2 landelijk bachelor-overleg 120 uur coordinatie icab-subsidie matching 44,802 16,974 27, ,464 69,840 42,624 18,378 1,710 16,668 8,640 3,600 5, ,284 92,124 92,160 1http://

3 ICAB Project Bachelor Wiskunde Nederland (BWN) 1. Projectnaam Bachelor Wiskunde Nederland: samenwerking en innovatie voor wiskundeopleidingen 2. Deelnemende instellingen (tenminste 2 universiteiten) UL, UvA, VU, UU, RU, RuG, TUD, UT, TU/e 3. Contactgegevens projectleider Prof.dr. Jan Bouwe van den Berg (Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Wiskunde, janbouwe@few.vu.nl) 4. Namen projectmedewerkers Vanuit de negen deelnemende universiteiten en de vier onderzoeksclusters (zie projectomschrijving hieronder) zal een projectteam worden samengesteld. In eerste instantie zullen hiervoor de opleidingsdirecteuren voor de bacheloropleidingen wiskunde of leden van de opleidingscommissies worden gevraagd. 5. Start- en einddatum project 1 september december Betreft het een project voor bachelor of master? Bachelor 7. Projectdoelstelling Verbetering doorstroom van bachelor naar master en verhoging studiesucces door betere aansluiting. 8. Projectresultaten a. Inventarisatie en vergelijking inhoud van de bacheloropleidingen wiskunde aan de 9 universiteiten. b. Beschrijving leerlijnen op gebieden stochastiek, analyse, meetkunde en algebra. c. Formuleren voorstel voor uniformeren bachelor, rekening houdend met lokale accenten. d. Benoemen knelpunten in de aansluiting op master en voorstel voor landelijke vakken in de (gevorderde) bachelor. 9. Projectomschrijving Om tot een inhoudelijk zinvolle vergelijkingen tussen de 9 bacheloropleidingen Wiskunde te komen moeten we de vier leerlijnen (meetkunde, algebra, analyse, stochastiek) binnen de wiskunde inventariseren en expliciteren. Over deze leerlijnen (inclusief leerdoelen) en mogelijke varianten en implementaties, zullen de negen bacheloropleidingen het eens moeten worden. Hierbij zal worden gekeken naar lokale `best practices', ook van andere wiskunde opleidingen in het buitenland. Uiteraard dient bij de uniformering van de bacheloropleidingen de mogelijkheid voor profilering van de verschillende wiskundeopleidingen (met hun lokale expertise) in stand te blijven. De leerlijnen worden tevens gebruikt om een goede aansluiting van de bacheloropleidingen op de masteropleiding Wiskunde te garanderen. Het landelijke

4 masteronderwijs wordt inhoudelijk verzorgd door het Applied Mathematics Institute (AMI) van de 3TUs, het Landelijk Netwerk Mathematische Besliskunde (LNMB) en de vier NWO onderzoeksclusters, namelijk GQT (meetkunde), NDNS (analyse), STAR (stochastiek) en DIAMANT (algebra). Aangezien de bachelorleerlijnen hierop dienen aan te sluiten, zullen de leerlijnen in innige samenwerking met vakteams van deze vier onderzoeksclusters worden vormgegeven en gedefinieerd. Uiteraard zal ook de rol van het AMI en LNMB niet vergeten worden, waarbij in het bijzonder aandacht zal zijn voor het dwarsverband modelleren dat door alle vier leerlijnen heen loopt. Hiervoor zullen verscheidene workshops per leerlijn worden georganiseerd. Deze acties zullen worden gecoördineerd door een op te richten landelijke bacheloroverleg, dat kan worden ondersteund met de expertise opgebouwd in het regieorgaan. Uiteindelijk willen we komen tot (een voorstel voor) een pilot met landelijk bacheloronderwijs. Met name dient antwoord te komen op de vragen welke vakken daar het best voor in aanmerking kunnen komen en hoe we de organisatie praktisch vorm kunnen geven. Hiermee wordt ook aangesloten bij recente ontwikkelingen in het sectorplan Wiskunde via zowel de wiskundeclusters als MasterMath. Voor de uitvoering van dit project zijn 8 leerlijn-workshops (2 per leerlijn) en 2 landelijke overkoepelende overleggen (in 2012) in het kader van het landelijk bacheloroverleg gepland (daarna met dezelfde frequentie voortgezet). Het landelijk bacheloroverleg is een lange termijn commitment van de deelnemende universiteiten, terwijl de leerlijnworkshops een incidenteel karakter hebben. Daarom willen we de leerlijn-workshops in grote mate uit de icab-subsidie financieren, en zien we het landelijk bacheloroverleg voornamelijk als matching. Uitvoering van het hierboven beschreven project zal leiden tot de volgende positieve effecten: a. landelijke harmonisatie werkt kwaliteits- en rendementsverhogend (best practices); b. vergroting mobiliteit van bachelor naar master (aansluiting bachelor-master verbetert); c. de onderlinge bekendheid tussen docenten wordt verder versterkt; d. andere disciplines kunnen leren van deze landelijke wiskundesamenwerking; e. en niet te vergeten, het studentperspectief: landelijke bachelorsamenwerking leidt (onder behoud van efficiëntie) tot een grotere keuze aan vakken, gedoceerd door internationaal bekende, inspirerende topdocenten. 10. Projectbegroting zie Appendix

5 Appendix: gedetailleerde begroting Totaalbegroting 2 netwerk-workshops 8 leerlijn-workshop 2 landelijk bachelor-overleg 120 uur coordinatie icab-subsidie matching 44,802 16,974 27, ,464 69,840 42,624 18,378 1,710 16,668 8,640 3,600 5, ,284 92,124 92,160 Per netwerk-workshop 27 docenten 18 studenten 20 uur voorbereiding 10 uur documentatie icab-subsidie matching 17,847 6,237 11,610 2,394 1, , , ,401 8,487 13,914 Per leerlijn-workshop 18 deelnemers 20 uur voorbereiding 10 uur documentatie icab-subsidie matching 11,898 8,010 3,888 1, , ,058 8,730 5,328 Per bijeenkomst landelijk bacheloroverleg 9 deelnemers 30 uur voorbereiding 15 uur documentatie icab-subsidie matching 5, ,814 2, ,800 1, , ,334 Richtbedragen p.p. p.p. uurtarief netto uurtarief bruto uurvergoeding student

6 Per netwerk-workshop per staflid/docent 4 uur voorbereiding icab-subsidie matching Per netwerk-workshop per student icab-subsidie matching Per leerlijn-workshop per deelnemer 4 uur voorbereiding icab-subsidie matching Per bijeenkomst landelijk bacheloroverleg per deelnemer 4 uur voorbereiding icab-subsidie matching