Overal in deze publicatie vindt u de veiligheidswaarschuwingen GEVAAR en LET OP (vergezeld van het

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Overal in deze publicatie vindt u de veiligheidswaarschuwingen GEVAAR en LET OP (vergezeld van het"

Transcriptie

1 Welkom U hebt een van de beste buitenboordmotorproducten ter wereld aangeschaft. Het bevat diverse speciaal ontworpen functies die het gebruik vereenvoudigen en het product duurzaam maken. Bij goed gebruik en goed onderhoud zult u dit product vele vaarseizoenen lang met plezier kunnen gebruiken. Lees deze handleiding zorgvuldig door om u van maximale prestaties en probleemloos gebruik te verzekeren. Deze handleiding vormt een aanvulling op de gebruikershandleiding die met uw motor wordt meegeleverd. Hij bevat aanvullende specifieke informatie over gebruik en onderhoud van het voortstuwingssysteem met Joystick Piloting for Outboards (joystickbesturing voor buitenboordmotor[en]). Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het Joystick Piloting for Outboards voortstuwingssysteem gebruikt. Dank u voor de aankoop van een van onze producten. We wensen u van harte veel vaarplezier toe. Mercury Marine Informatie over garantie Voor het door u aangeschafte product geldt een beperkte garantie van Mercury Marine. De garantievoorwaarden worden uiteengezet in de Garantiehandleiding of het onderdeel Garantie in de handleiding voor bediening, onderhoud en garantie die met uw motorinstallatie is meegeleverd. De garantieverklaring bevat een beschrijving van wat wel en niet gedekt wordt, de duur van de dekking, hoe u het best dekking onder garantie kunt verkrijgen, belangrijke afstandsverklaringen en beperkingen van schadeclaims en andere aanverwante informatie. Lees deze belangrijke informatie aandachtig. Mercury Premier Service Mercury beoordeelt de dienstverlening door haar dealers en verleent het predicaat "Mercury Premier" aan dealers die blijk hebben gegeven van hun inzet voor service van topklasse. Als een dealer het predicaat Mercury Premier Service verkrijgt, betekent dit dat de dealer: Scoort hoog op de Customer Satisfaction Index (CSI) voor garantieservice over 12 maanden. Beschikt over alle vereiste servicegereedschappen, testuitrusting, handleidingen en onderdelencatalogi. Heeft ten minste één Certified- of Master-monteur in dienst. alle klanten van Mercury Marine tijdig service verleent; langer dan gebruikelijk open is en, waar gepast, op locatie service verleent; Gebruikt, toont en heeft een voldoende voorraad originele Mercury Precision Parts. Heeft een schone en nette werkplaats met goed georganiseerde gereedschappen en servicedocumentatie. Lees deze handleiding zorgvuldig door BELANGRIJK: Als u een gedeelte niet begrijpt, neem dan contact op met uw dealer voor een demonstratie van de daadwerkelijke start- en bedieningsprocedures. Kennisgeving voor gebruikers van deze handleiding Overal in deze publicatie vindt u de veiligheidswaarschuwingen GEVAAR en LET OP (vergezeld van het internationale Gevaar-symbool,! ), die worden gebruikt om uw de aandacht te vestigen op speciale instructies m.b.t. een bepaalde reparatie of handeling die gevaarlijk kan zijn bij een verkeerde of slordige uitvoering. Neem deze waarschuwingen nauwgezet in acht. De veiligheidswaarschuwingen op zich kunnen de gevaren waarop ze wijzen niet elimineren. Strikte inachtneming van deze speciale instructies bij het uitvoeren van onderhoud, plus het gebruik van gezond verstand, zijn belangrijke stappen ter voorkoming van ongevallen.! WAARSCHUWING Duidt een gevaarlijke situatie aan die tot ernstig of dodelijk letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.! OPGELET Duidt een gevaarlijke situatie aan die tot licht of matig letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden. Daarnaast zijn er waarschuwingen met speciale informatie die uw aandacht vereist: KENNISGEVING Duidt een situatie aan die tot uitvallen van de motor of een belangrijk onderdeel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden. BELANGRIJK: Duidt informatie aan die van groot belang is om de taak met succes te voltooien. NB: Duidt informatie aan die nuttig is voor een goed begrip van een bepaalde handeling of actie. 8M nld 2015 Mercury Marine Joystick Piloting for Outboards (joystickbesturing voor buitenboordmotoren)

2 De beschrijving en specificaties in deze handleiding waren van kracht bij het ter perse gaan. Mercury Marine streeft naar constante verbetering en behoudt zich daarom het recht voor om de productie van bepaalde modellen te staken en specificaties of ontwerpen te wijzigen, zonder tot voorafgaande kennisgeving en verdere verplichtingen gehouden te zijn. Auteursrecht en handelsmerken MERCURY MARINE. Alle rechten voorbehouden. Reproductie in zijn geheel dan wel gedeeltelijk zonder toestemming is verboden. Alpha, Axius, Bravo One, Bravo Two, Bravo Three, Circle M met Waves-logo, K planes, Mariner, MerCathode, MerCruiser, Mercury, het Mercury met Waves-logo, Mercury Marine, Mercury Precision Parts, Mercury Propellers, Mercury Racing, MotorGuide, OptiMax, Quicksilver, SeaCore, Skyhook, SmartCraft, Sport Jet, Verado, VesselView, Zero Effort, Zeus, #1 On the Water en We're Driven to Win zijn gedeponeerde handelsmerken van Brunswick Corporation. Pro XS is een handelsmerk van Brunswick Corporation. Mercury Product Protection is een gedeponeerd servicemerk van Brunswick Corporation.

3 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren joystickbesturing... 2 Functies en bedieningsorganen...2 Instrumenten...2 VesselView... 2 SmartCraft digitale meters... 2 System Link digitale meters... 3 Sturen met elektronisch roer... 3 Elektronische afstandsbediening met twee hendels (ERC) Bediening en afstelling... 4 Bediening... 4 Afstellen... 4 Optionele elektronische afstandsbediening SportFish (ERC) Bediening en afstelling... 5 Bediening... 5 Afstellen... 5 Yacht consolebediening met twee hendels Bediening en afstelling... 7 Bediening... 7 Afstellen... 7 Joystickbesturing voor buitenboordmotoren elementaire bediening... 8 Strategie voor motorbewaking... 8 Werking van het Engine Guardian systeem bij een lage accuspanning... 9 Botsingschade van de motorkap voorkomen... 9 Gebruik van de trim of opklapfunctie met de sleutels op Uit motorkapbotsingen... 9 Functies van de joystickbesturing voor buitenboordmotoren. 9 Bediening met hulpstation met joystick (indien aanwezig)... 9 Knoppen trackpad met het aan/uit pictogram...9 Functies voor joystickbesturing Transport van een boot met joystickbesturing voor buitenboordmotoren...11 Hoofdstuk 2 - Op het water Uitlaatgasemissie...14 Wees alert op koolmonoxidevergiftiging Blijf uit de buurt van uitlaatzones Goede ventilatie Slechte ventilatie Suggesties voor veilig varen Om te beginnen Functies digitaal gas en schakelen (Digital Throttle And Shift; DTS) Transfer (boten met twee roeren) Afmeermodus Alleen gasmodus Enkele hendelmodus Motoren synchroniseren Traditioneel manoeuvreren met stuur en stuwkracht De boot vooruit of achteruit manoeuvreren De boot bij lage snelheden in scherpe bochten sturen De boot bij lage snelheden om zijn as laten draaien. 19 Manoeuvreren met de joystick...19 De motoren centreren na gebruik van de joystick De ERC hendels verstellen in de joystickmodus Automatische trimfunctie Besturingsoverdracht Besturingsoverdracht aanvragen...22 Besturingsoverdracht en Autopilot...22 Onderdelen van de Autopilot trackpad Vereisten kaartplotter Responsinstellingen VesselView Autopilot scherm Lampjes op de Autopilot trackpad Autopilot modi...24 Skyhook positiebehoudfunctie Belangrijke veiligheidsoverwegingen Skyhook inschakelen Skyhook uitschakelen Skyhook gebruiken Auto Heading (automatische koers) Auto Heading (automatische koers) inschakelen Koers aanpassen met de "Turn" knoppen of de joystick Een koers hervatten Auto Heading (automatische koers) uitschakelen Track Waypoint (bestemmingspunt volgen) De modus Track Waypoint (bestemmingspunt volgen) inschakelen De Track Waypoint modus uitschakelen "Turn" knoppen in de Track Waypoint modus Auto Heading knop in de Track Waypoint modus Draaien aangeven bij aankomst op bestemmingspunt Waypoint Sequence (reeks bestemmingspunten) Cruisecontrol Hoofdstuk 3 - Problemen oplossen Kijk eerst op VesselView Diagnose van problemen met DTS...36 Motorbewakingssysteem Tabellen voor probleemoplossing Joystick Elektronische afstandsbedieningen Stuursysteem...37 Onderdelen van de DTS trackpad Automatische piloot Skyhook M nld JULI 2015 Bladzijde i

4 Hoofdstuk 4 - Onderhoud Onderhoud van de buitenboordmotor Beschermkabels en veren Zekeringen Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren Stuuractuator Joystick Piloting Hoofdstuk 5 - Informatie over klantondersteuning Servicebijstand Plaatselijke reparatieservice Service onderweg Diefstal van de motorinstallatie...44 Vereiste handelingen na zinken Vervangende onderdelen Inlichtingen over onderdelen en accessoires Oplossen van een probleem...44 Contactinformatie voor klantenservice van Mercury Marine...44 Documentatiemateriaal bestellen Verenigde Staten en Canada Buiten de Verenigde Staten en Canada Hoofdstuk 6 - Controlelijsten vóór aflevering (PDI) en voor aflevering aan klant (CDI) Inspectie vóór aflevering (predelivery inspection; PDI) Inspectie voor levering aan de klant (Customer Delivery Inspection; CDI) Bladzijde ii 90-8M nld JULI 2015

5 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Inhoudsopgave 1 joystickbesturing... 2 Functies en bedieningsorganen... 2 Instrumenten... 2 VesselView... 2 SmartCraft digitale meters... 2 System Link digitale meters... 3 Sturen met elektronisch roer... 3 Elektronische afstandsbediening met twee hendels (ERC) Bediening en afstelling... 4 Bediening... 4 Afstellen... 4 Optionele elektronische afstandsbediening SportFish (ERC) Bediening en afstelling... 5 Bediening... 5 Afstellen... 5 Yacht consolebediening met twee hendels Bediening en afstelling... 7 Bediening... 7 Afstellen... 7 Joystickbesturing voor buitenboordmotoren elementaire bediening... 8 Strategie voor motorbewaking... 8 Werking van het Engine Guardian systeem bij een lage accuspanning... 9 Botsingschade van de motorkap voorkomen... 9 Gebruik van de trim of opklapfunctie met de sleutels op Uit motorkapbotsingen... 9 Functies van de joystickbesturing voor buitenboordmotoren... 9 Bediening met hulpstation met joystick (indien aanwezig)... 9 Knoppen trackpad met het aan/uit pictogram... 9 Functies voor joystickbesturing Transport van een boot met joystickbesturing voor buitenboordmotoren M nld JULI 2015 Bladzijde 1

6 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren joystickbesturing Mercury Marine en de bouwer van uw boot hebben een speciale 'vessel personality' voor de voortstuwing van uw boot ontwikkeld om een optimale werking van de joystick, stuurfuncties en Autopilot onder ideale omstandigheden te verzekeren. Aangezien omstandigheden zoals wind en stroming variëren, kunnen er ter compensatie extra handelingen van u als bestuurder worden vereist. Veranderingen in de motorprestaties, tandwielverhouding of schroeven kunnen van invloed zijn op de werking van de joystick en op de topsnelheid van de boot. Door parameters van de originele fabrieksuitrusting en fabrieksinstellingen aan te passen kunnen de prestaties negatief worden beïnvloed. Voer daarom geen aanpassingen uit zonder eerst de OEM en een productintegratiespecialist van Mercury te raadplegen. De voortstuwingseigenschappen van de boot zijn eigendom van de oorspronkelijke fabrikant: wijzigingen of upgrades van de eigenschappen moeten worden goedgekeurd en gedistribueerd door de oorspronkelijke fabrikant. Mercury biedt alleen ondersteuning met softwarematige eigenschapsveranderingen op verzoek van de bootbouwer. Functies en bedieningsorganen Instrumenten VesselView Er zijn diverse VesselView-producen verkrijgbaar. Voor joystickbesturing van buitenboordmotoren is VesselView 7 of VesselView 4 vereist. VesselView geeft alle motorgegevens, storingscodes, bootgegevens, elementaire navigatiegegevens en systeeminformatie weer. Bij een fout of storing in het besturingssysteem wordt op VesselView een alarmbericht weergegeven. VesselView kan ook worden aangesloten op andere scheepssystemen zoals een GPS, aggregaten en kaartplotters. Met deze scheepsintegratie kan de bestuurder een uitgebreid scala aan vaartuigsystemen controleren en regelen vanaf een enkele display. Zie de instructiehandleiding van VesselView voor nadere informatie. SmartCraft digitale meters VesselView 7 De SmartCraft instrumentenset vormt een aanvulling op de VesselView-informatie. De instrumentenset kan het volgende weergeven: toerenteller Snelheid Temperatuur motorkoelvloeistof Motoroliedruk Accuspanning Brandstofverbruik Bladzijde M nld JULI 2015

7 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Bedrijfsuren motor a b SmartCraft-toerenteller en -snelheidsmeter a - toerenteller b - snelheidsmeter c - LCD-display c De SmartCraft-instrumentenset helpt ook bij de identificatie van storingscodes opgeroepen door het akoestisch waarschuwingssysteem van de motor. De SmartCraft-instrumentenset geeft kritieke motoralarmgegevens en andere mogelijke problemen weer op het LCD-scherm. Raadpleeg voor elementaire bedieningsinformatie over de SmartCraft-instrumentenset en voor meer informatie over de door het systeem bewaakte waarschuwingsfuncties de handleiding die is meegeleverd met uw meterpakket. System Link digitale meters Andere instrumentensets bevatten meters die de informatie van VesselView en de SmartCraft toerenteller en snelheidsmeter aanvullen. De eigenaar en bestuurder moeten goed vertrouwd zijn met alle instrumenten op de boot en met hun functie. Vraag uw bootdealer om u de werking van meters en hun normale standen uit te leggen. De volgende digitale meetinstrumenten zijn wellicht meegeleverd met uw motorinstallatie. a b c d System Link digitale meters Item Meter Weergave a Oliedrukmeter Motoroliedruk b Spanningsmeter Accuspanning c Watertemperatuurmeter Bedrijfstemperatuur motor d Brandstofmeter Hoeveelheid brandstof in de tank Sturen met elektronisch roer De besturing met het elektronisch roer werkt via elektronische signalen. Een door een computer aangestuurde elektrische motor simuleert de weerstandsfeedback van hydraulische stuursystemen. Aanbevolen wordt om voorzichtig te gaan varen in open water zonder obstakels of ander scheepsverkeer totdat u de gelegenheid hebt gehad vertrouwd te raken met de eigenschappen van de joystickbesturing en de reacties van de boot. De elektronische besturing heeft soms een snellere stuurreactie dan verwacht. De voortstuwingseigenschappen van uw boot, die zijn ontwikkeld door de fabrikant in samenwerking met Mercury, zijn bepalend voor het aantal mogelijke omwentelingen van het stuurwiel. Meestal kan het stuur van vergrendeling tot vergrendeling circa vier slagen worden gedraaid. Het aantal keren dat het stuur kan worden gedraaid is afhankelijk van de vaarkarakteristieken van de boot. De arreteerposities die u voelt als u het stuur helemaal naar links of naar rechts draait zijn geen harde aanslagen. De eindpunten worden elektronisch ingesteld door de elektromotor die bevestigd is aan het stuurwiel. In sommige gevallen zult u de elektronische areteerposities van het stuurwiel niet kunnen voelen. Dit gebeurt als de contactsleutel aan stuurboord op Uit staat, als de spanning van de stuurboordaccu laag is, als de 20 A stroomverbreker (meestal "Helm Main Power" of zoiets genoemd) is doorgeslagen of als er een storing in de stuurwielmotor is. Dit wegvallen van de feedback betekent echter niet dat de stuurfunctie is uitgevallen. De motoren stoppen wanneer het stuurwiel de volledige draaipositie bij elke vergrendeling heeft bereikt. 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 3

8 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Elektronische afstandsbediening met twee hendels (ERC) Bediening en afstelling Bediening De elektronische afstandsbedieningshendel (ERC) regelt het schakelen en gasgeven. Duw de bedieningshendel naar voren vanuit neutraal tot aan de eerste arreteerstand om de versnelling op vooruit te zetten. Duw de hendel verder naar voren om het toerental te verhogen. Trek de bedieningshendel vanuit de voorste stand naar de neutraalstand om snelheid te minderen en uiteindelijk te stoppen. Trek de bedieningshendel naar achteren vanuit neutraal tot de eerste arreteerstand om de versnelling in de achteruit te zetten. Trek hem verder naar achteren om de snelheid in achteruit te verhogen. NB: In bepaalde modi wordt de versnelling bepaald door de elektronische schakelregeling (ESC), en niet door de stand van de ERC-hendels. Bij gebruik van de joystick en in Skyhook regelt de computer de schakelfuncties, zelfs als de ERChendels op neutraal staan. b a - Vooruit b - neutraal c - Achteruit c a Om ongewenste bewegingen te voorkomen, kan de weerstand voor het verstellen van de hendels worden ingesteld. Afstellen NB: De bedieningshendelweerstand en arreteerspanning kunnen periodiek onderhoud met behulp van de stelschroeven vereisen. Arreteerweerstand hendel aanpassen: 1. Verwijder de pluggen van de zijkap van de hendel die u wilt verstellen. 2. Draai de stelschroef rechtsom om de weerstand van de bedieningshendel te verhogen en linksom om de weerstand te verlagen. 3. Draai de schroef totdat de gewenste arreteerweerstand van de bedieningshendel is verkregen. Hendelweerstand aanpassen: 1. Verwijder de pluggen van de zijkap van de hendel die u wilt verstellen. 2. Draai de stelschroef rechtsom om de weerstand van de bedieningshendel te verhogen en linksom om de weerstand te verlagen. 3. Draai de schroef totdat de gewenste weerstand van de hendel is verkregen. a - stelschroef arreteerweerstand b - stelschroef hendelweerstand a b Bladzijde M nld JULI 2015

9 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Optionele elektronische afstandsbediening SportFish (ERC) Bediening en afstelling Bediening Schakelen en gas worden geregeld door de beweging van de bedieningshendel. Duw de bedieningshendel naar voren vanuit neutraal tot aan de eerste arreteerstand om de versnelling op vooruit te zetten. Duw hem verder naar voren om het toerental te verhogen. Trek de bedieningshendel naar achteren vanuit neutraal tot de eerste arreteerstand om de versnelling in de achteruit te zetten. Trek hem verder naar achteren om het toerental te verhogen. NB: In bepaalde modi wordt de versnelling bepaald door de elektronische schakelregeling (ESC), en niet door de stand van de ERC-hendels. Bij gebruik van de joystick en in Skyhook regelt de computer de schakelfuncties, zelfs als de ERChendels op neutraal staan. a a - neutraal b - vooruit (hendel aan bakboord); achteruit (hendel aan stuurboord) c - vooruit (hendel aan stuurboord); achteruit (hendel aan bakboord) b c Om ongewenste bewegingen te voorkomen, kan de weerstand voor het verstellen van de hendel worden ingesteld. Afstellen NB: De bedieningshendelweerstand en arreteerspanning kunnen periodiek onderhoud met behulp van de stelschroeven vereisen. Aanpassen bedieningshendelweerstand en spanning arreteerstand ERC-hendel: 1. Steek een geschikt gereedschap in de sleuf aan de onderkant van de embleemkap en wrik de kap los. b c a - zijkap (hendel aan bakboord) b - hendel c - embleemkap d - sleuf a d Verwijder de M8 schroef en sluitring waarmee de hendel is vastgezet Verwijder de hendel. Locatie van de montageschroef en sluitring 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 5

10 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren 4. Verwijder de drie M5 bouten waarmee de zijkap is bevestigd Verwijder de zijkap. Locatie van de bouten van de zijkap 6. Breng voor afstellingen tijdelijk de hendel, sluitring en schroef aan. Draai de schroef handvast aan. 7. Aanpassen spanning arreteerstand ERC-hendel: a. Draai de stelschroef rechtsom om de spanning op de bedieningshendel te verhogen en linksom om de spanning te verlagen. b. Stel de kracht naar wens af. 8. Aanpassen spanning ERC-hendel: a. Draai de stelschroef rechtsom om de spanning op de bedieningshendel te verhogen en linksom om de spanning te verlagen. b. Stel de kracht naar wens af. Zijkap verwijderd a - Stelschroef arreteerstandfrictie b - Stelschroef hendelweerstand a b Verwijder de schroef, sluitring en hendel, nadat de afstelling heeft plaatsgevonden. 10. Installeer de zijkap. Bevestig de kap met de drie M5 x 10 mm schroeven. Haal de schroeven aan volgens de specificatie. Beschrijving Nm lb-in. lb-ft Zijkapschroeven 3, Breng hechtmiddel aan op de schroefdraad van de hendelschroef. Ref.-nr. tube Beschrijving Gebruikt in Onderdeelnr. 7 Loctite 271 Threadlocker (schroefdraadborgmiddel) Schroefdraad van hendelschroef Bladzijde M nld JULI 2015

11 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren 12. Installeer de sluitring en de M8 x 45 mm lange schroef. Haal de schroef aan volgens de specificatie Locatie van de montageschroef en sluitring Beschrijving Nm lb-in. lb-ft Hendelschroef Installeer het embleemdeksel op de hendel. b c a - Zijkap b - Hendel c - Embleemkap d - Sleuf a Yacht-consolebediening met twee hendels Bediening en afstelling Bediening d Schakelen en gas worden geregeld door de beweging van de bedieningshendel. Duw de bedieningshendel naar voren vanuit neutraal tot aan de eerste arreteerstand om de versnelling op vooruit te zetten. Duw de hendel verder naar voren om het toerental te verhogen. Trek de bedieningshendel naar achteren vanuit neutraal tot de eerste arreteerstand om de versnelling in de achteruit te zetten. Trek hem verder naar achteren om de snelheid te verhogen. F N R 78 O 78 O Afstellen 1. Frictiestelschroef voor bedieningshendel - Deze schroef kan worden bijgesteld om de frictie op de bedieningshendel te verhogen of verlagen (de kap moet worden verwijderd). Dit voorkomt dat de hendel bij sterke golfslag onverhoopt beweegt. Draai de schroef naar rechts om de frictie te verhogen en naar links om deze te verlagen. Stel de frictie naar wens af. 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 7

12 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren 2. Stelschroef arreteerstandweerstand - Deze schroef kan worden bijgesteld waardoor er meer of minder kracht nodig is om de bedieningshendel uit de arreteerstanden te halen (kap moet worden verwijderd). Als de schroef naar rechts wordt gedraaid, neemt de weerstand toe. Stel de weerstand naar wens af. a - afstelling arreteerweerstand b - afstelling bedieningshendelweerstand a b Joystickbesturing voor buitenboordmotoren elementaire bediening NB De 'vessel personality' die bepalend is voor de wijze waarop de boot op joystickopdrachten reageert, is ontwikkeld voor een normale belasting en normaal gebruik van de boot onder ideale vaaromstandigheden. Verschillen in wind, stroming en lading kunnen de werking van de joystickbesturing aanzienlijk beïnvloeden. Een boot die bij de boeg zwaar is geladen, zal bijvoorbeeld anders reageren dan een boot die bij de spiegel zwaarder is geladen. De 'vessel personality' kan deze variabelen niet voorzien en kan er niet voor compenseren. Het is de taak van de bestuurder om de vereiste correcties aan te brengen door de verdeling van de lading over de boot te wijzigen of door de extra manoeuvres uit te voeren die nodig zijn om het gewenste vaargedrag te verkrijgen. De joystick biedt bij lage snelheid en tijdens het afmeren een intuïtieve controle over uw boot. In deze modus wordt het motortoerental begrensd tussen stationair en circa 30% van de motorvraag om een ongewenste schroef-romp interactie of ongewenste bootdynamiek te voorkomen. In de afmeermodus wordt de motorvraag begrensd tot 70% van de standaard joystickmodus (zie Hoofdstuk 2 Afmeermodus). De afstandsbedieningshendels moeten worden gebruikt om met de boot te manoeuvreren als de omgevingsfactoren meer stuwkracht vereisen dan de hierboven vermogensbereiken. Gebruikelijke plaats voor de joystick Hoewel de joystickbesturing grotendeels intuïtief werkt, wordt aangeraden deze functie pas te gebruiken nadat u de gelegenheid hebt gehad om vertrouwd te raken met de vaarkarakteristieken van de boot. Oefen het gebruik van de joystick bij proefvaarten in open water. Daarnaast is het een goed idee om ook af en toe te oefenen zonder de joystick, voor het geval dat de joystick onbruikbaar wordt Om de joystick te kunnen gebruiken moeten alle afstandsbedieningshendels op neutraal staan. Strategie voor motorbewaking BELANGRIJK: Als het Engine Guardian-systeem is ingeschakeld, kan de vaarsnelheid van de boot tot stationair toerental dalen en zal de boot eventueel niet op de gashendel reageren. Het Engine Guardian-systeem controleert de kritieke sensoren op de motor voor vroege aanwijzingen van problemen. Het Engine Guardian-systeem werkt altijd wanneer de motor draait zodat u zich nooit hoeft af te vragen of de motor nu wel of niet beschermd wordt. Het systeem reageert op een probleem door een hoornsignaal van zes seconden te laten horen en/of het vermogen van de motor te verminderen ter bescherming van de motor. Neem gas terug als het Engine Guardian-systeem is geactiveerd. Het systeem moet worden gereset voordat de motor op een hoger toerental kan draaien. U reset het Engine Guardian-systeem door de gashendel drie seconden lang in de stand voor stationair te zetten. Als het Engine Guardian-systeem ook na het resetten blijft werken, moet worden vastgesteld waarom het Engine Guardian-systeem wordt ingeschakeld, en moet het probleem eerst worden verholpen. De motorbewaking controleert: Oliedruk Bladzijde M nld JULI 2015

13 Koelvloeistoftemperatuur Waterdruk Overtoeren Accuspanning Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Als het Engine Guardian-systeem op uw boot wordt ingeschakeld, wordt dit door uw SmartCraft-instrumenten aangegeven en wordt u zo nodig geadviseerd om gas terug te nemen. Als de situatie dit vereist zal het Engine Guardian-systeem zelfs soms gas terugnemen. Neem contact op met een erkende dealer om een mogelijke herhaling van het probleem te voorkomen. De Propulsion Control Module slaat de storing op: met deze informatie kan de monteur sneller een diagnose stellen van de problemen. Werking van het Engine Guardian-systeem bij een lage accuspanning Het Engine Guardian-systeem zal het stationair toerental van de motor soms in stappen van 25 omw/min verhogen om te compenseren in geval van een waarschuwing voor lage batterijspanning. Deze verhoging van het motortoerental is minimaal en soms niet merkbaar. Denk eraan dat het motortoerental kan toenemen zonder dat u de afstandsbedieningshendel of joystick beweegt wanneer u afmeert of op plaatsen met beperkte ruimte met de boot manoeuvreert. Botsingschade van de motorkap voorkomen De beschermkabels op de voorkant van de motoren voorkomen botsing van de motorkappen tijdens het varen. Bij afmeermanoeuvres met de joystick kunnen de motoren in de richting van het zwaartepunt van de boot leunen. Als de contactschakelaars op Uit worden gezet terwijl de motoren inleunen, blijven ze in die stand staan. Zorg dat de motoren zijn gecentreerd voordat u ze uitschakelt om onbedoelde botsing van de motorkappen te voorkomen. Laat de contactschakelaars op Run staan om de motoren automatisch te centreren nadat u de joystick hebt gebruikt. Draai het stuurwiel voorbij de door de elektromotor van het stuurwiel geleverde weerstand of draai de joystick naar links of naar rechts. Draai de contactsleutels vervolgens naar Uit. Gebruik van de trim- of opklapfunctie met de sleutels op Uit motorkapbotsingen De joystickbesturing voor buitenboordmotoren heeft een functie waarmee de trimfunctie nog enige tijd kan worden gebruikt nadat de contactsleutel naar Uit is gedraaid. De trimmotor wordt niet direct door de trim/opklapschakelaar bestuurd. Hij wordt door de computersoftware bestuurd. De computer moet een verzoek voor activering van de trimfunctie ontvangen. Nadat de sleutel naar Uit is gedraaid, kan de trimmotor nog 15 minuten lang ingeschakeld worden. Nadat u de sleutel naar Uit hebt gedraaid, gebruikt u de trimschakelaar op de elektronische afstandsbedieningshendel of de trimschakelaar op het roer. De motoren trimmen omhoog maar behouden de stuurstand die ze hadden op het moment dat de contactsleutel naar Uit werden gedraaid. De hoek van de spiegel en de montageafstand van de motoren is bepalend voor de trim-opklaphoek waarbij de motorkappen kunnen botsen. Vergeet niet om de motoren te centreren voordat u ze uitschakelt, om motorkapbotsingen bij het omhoog trimmen van uitgeschakelde motoren te voorkomen. Functies van de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Bediening met hulpstation met joystick (indien aanwezig) Met een hulpjoystick op een apart station, dat hulpstation met joystick wordt genoemd, is dezelfde controle over de boot mogelijk als met een dashboard met joystick. De bestuurder kan de besturing overdragen aan een hulpstation nadat voldaan is aan bepaalde besturingseisen op het hoofddashboard. Er kunnen meerdere hulpstations met joystick op de boot geïnstalleerd zijn. Elk hulpstation is voorzien van een joystick, een noodstopschakelaar en een control pad. De control pad van het hulpstation bevat: controlelampjes voor de status van de aandrijflijn (twee lampjes voor twee motoren, drie voor drie motoren, vier voor vier motoren) Een storingsindicatielampje (alarm) en scheepshoorn Een knop voor besturingsoverdracht met controlelampje Knoppen trackpad met het aan/uit-pictogram Het aan/uit-pictogram geeft aan dat u met de knoppen voor Skyhook, Auto Heading en Track Waypoint de Autopilotfunctie die op de knop staat kunt in- of uitschakelen. Als u op een knop met een aan/uit-pictogram drukt terwijl het lampje van die knop brandt, gaat het lampje in de knop uit en gaat het stand-bylampje branden. Als u op een knop met een aan/uit-pictogram drukt terwijl het lampje van die knop uit is, gaat het lampje voor de knop branden, klinkt er een enkele pieptoon en gaat het actief-lampje branden, tenzij er op dat moment een andere modus actief is. Als er op dat moment een andere modus actief is, kunt u deze uitschakelen door op de knop van de actieve modus te drukken. Druk vervolgens op de knop van de nieuwe modus. 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 9

14 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Als u op een knop met een aan/uit-pictogram drukt terwijl het lampje van die knop uit is, gaat het lampje voor de knop branden, klinkt er een enkele pieptoon en gaat het actief-lampje branden. Functies voor joystickbesturing De joystickbesturing (Joystick Piloting for Outboards) is een geheel geïntegreerd systeem met een GPS-sensor, een elektronisch kompas, een VesselView-display en een Autopilot-trackpad. In het systeem moet een door de bootbouwer of klant te leveren, met NMEA-2000 compatibele kaartplotter worden opgenomen om alle functies van de joystickbesturing voor buitenboordmotoren te kunnen gebruiken. De onderdelen van het systeem communiceren via een controller area network (CAN) met elkaar en met de systeemcontrollers. Er is geen Autopilot van de vervangingsmarkt nodig.! WAARSCHUWING Voorkom ernstig letsel als gevolg van botsingen met andere boten, vastvaren of het raken van objecten in het water. Wees altijd erg oplettend, wanneer de boot in een Precision Pilot-modus actief is. Het Precision Pilot-systeem kan niet adequaat reageren bij botsingen met andere boten, ondiep water of objecten in het water. De operator bedient de hier vermelde functies met de Autopilot-trackpad. b g a b c Autopilot-trackpad a - Skyhook b - bocht naar bak- of stuurboord c - Waypoint Sequence (reeks routepunten) d - Track Waypoint (routepunt volgen) e - Response f - Auto Heading (automatische koers) g - Resume (hervatten) f d e Functies van de Autopilot-trackpad Functie Skyhook Draaien van < en > Waypoint Sequence (reeks bestemmingspunten) Track Waypoint (bestemmingspunt volgen) Response Auto Heading (automatische koers) Beschrijving Schakelt het Skyhook positiecontrolesysteem in en uit. Deze modus is alleen beschikbaar als de joystick in het midden staat, er ten minste twee motoren draaien (zie OPMERKING), de GPS- en de koerssensor beschikbaar zijn en de hendels in neutraal staan. Als de boot afdrijft terwijl Skyhook is ingeschakeld, knippert het Skyhook-lampje totdat de boot uit zichzelf vertraagt; het lampje brandt constant nadat Skyhook is ingesteld. Als u bijvoorbeeld naar voren afdrijft en u drukt op SKYHOOK, zullen de aandrijvingen in achteruit gaan werken om de boot te vertragen. Dat betekent niet dat u niet verder vooruit zult afdrijven. Wanneer de boot uit zichzelf vertraagt, wordt Skyhook geactiveerd. Skyhook wordt niet geactiveerd tijdens het varen. NB: Voor werking van Skyhook moeten er ten minste twee motoren draaien: Op toepassingen met drie motoren moeten dit de twee buitenste motoren zijn. Op toepassingen met vier motoren moeten dit ten minste een bakboord- en een stuurboordmotor zijn (m.a.w. twee buitenste of twee binnenste motoren, of bakboord binnen en stuurboord buiten dan wel bakboord buiten en stuurboord binnen). Skyhook werkt niet als alleen de twee motoren aan stuurboord of alleen de twee motoren aan bakboord draaien. Telkens wanneer u op een van deze knoppen drukt, wordt de automatische koers met 10 aangepast. Dit is niet van invloed op andere Autopilot-functies. NB: Als u de joystick naar bak- of stuurboord verstelt totdat u een pieptoon hoort, verandert dit de koers met 1. Hiermee wordt Waypoint Sequence ingeschakeld, waarmee de boot op een route wordt gezet met meerdere routepunten op de kaartplotter. De routepunten moeten binnen een route liggen. Zie de gebruikershandleiding voor de kaartplotter. De functie Waypoint Sequence is beschikbaar wanneer WAYPOINT SEQUENCE is ingedrukt, en er gegevens (een NMEA-2000-stream) van een kaartplotter en signalen van het GPS en de koerssensor beschikbaar zijn. Waypoint Sequence volgt automatisch een route, kondigt de aankomst bij elk routepunt aan en beweegt dan in de richting van het volgende routepunt. Om Waypoint Sequence in te schakelen, moet u eerst Track Waypoint inschakelen, en selecteert u WAYPOINT SEQUENCE. Routetracking is beschikbaar wanneer er gegevens (een NMEA-2000-stream) van een kaartplotter en signalen van het GPS en de koerssensor beschikbaar zijn. De boot zal proberen vanuit de kaartplotter koers te zetten naar een routepunt of een route. Aankomst bij het routepunt moet worden bevestigd voordat u doorvaart naar het volgende routepunt op de route (tenzij de functie Waypoint Sequence is ingeschakeld; zie vorig item). Als de aankomst niet wordt bevestigd, schakelt de Autopilot over op Auto Heading, met gebruik van de koers die is gebruikt om het routepunt te bereiken. Door op de responsknop te drukken kan de bestuurder bepalen hoe agressief het systeem reageert op opdrachten tijdens gebruik van de functies Waypoint Sequence, Track Waypoint of Skyhook. Hierbij wordt de modus Auto Heading ingeschakeld, die de boot op een vast ingestelde koers houdt op een door de bestuurder gekozen snelheid. De koerscontrole is beschikbaar zodra de Auto Heading-knop wordt ingedrukt en er signalen van het elektronische kompas beschikbaar zijn. (Zie Bocht < en > voor informatie over koersaanpassing.) Voor deze functie wordt geen gebruik gemaakt van de kaartplotter. Bladzijde M nld JULI 2015

15 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Functie Resume (hervatten) Beschrijving Hervat de vorige Auto Heading-koers als de richting van de boot niet meer dan 90 is gewijzigd. NB: Gebruik van het stuurwiel prevaleert altijd boven de Autopilot: in dat geval neemt de bestuurder de besturing van de boot weer over. Wanneer de bestuurder de besturing overneemt van de Autopilot is dit voelbaar aan een lichte weerstand van het stuurwiel. Ook het kiezen van een andere versnelling met de hendel van de elektronische afstandsbediening (ERC) schakelt de Autopilot-modus uit. Transport van een boot met joystickbesturing voor buitenboordmotoren KENNISGEVING Vermijd beschadiging van het stuursysteem door gebruik terwijl dit vergrendeld is. Als u de contactsleutels naar Aan of Run draait terwijl de stuurvergrendeling is aangebracht, kan dat het stuursysteem ernstig beschadigen. Verwijder de stuurvergrendelingen altijd voordat u de contactsleutels in het contactslot steekt. De motoren op een boot met joystickbesturing voor buitenboordmotoren hebben geen onderlinge verbindingsstang en kunnen door zwaartekracht en de bij transport ondervonden trillingen bewegen, zodat ze tegen elkaar kunnen stoten. Voorkom dat de motoren tijdens transport tegen elkaar stoten: 1. Zet de motoren in de normale bedrijfsstand. 2. Verwijder alle contactsleutels. 3. Verwijder de schroeven (optioneel bij korte bewegingen). 4. Plaats een stuurvergrendeling voor aanhangervervoer op de verbindingsstangarm en verbindingsstang voor de buitenste motoren zoals afgebeeld. NB: Voor toepassingen met drie of vier motoren zijn de beschermkabels voldoende om de binnenste motoren op hun plaats te houden. 5. Zorg dat de stuurvergrendeling helemaal over de stuurstang is geplaatst. 6. Zet de stuurvergrendelingen met de meegeleverde klemmen vast. Wanneer de stuurvergrendelingen zijn aangebracht, kunnen de motoren helemaal in de aanhangerstand omhoog worden gezet. BELANGRIJK: Verwijder de stuurvergrendelingen altijd voordat u de contactsleutels in het contactslot steekt M nld JULI 2015 Bladzijde 11

16 Hoofdstuk 1 - Vertrouwd raken met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren Aantekeningen: Bladzijde M nld JULI 2015

17 Inhoudsopgave Uitlaatgasemissie Wees alert op koolmonoxidevergiftiging Blijf uit de buurt van uitlaatzones Goede ventilatie Slechte ventilatie Suggesties voor veilig varen Om te beginnen Functies digitaal gas en schakelen (Digital Throttle And Shift; DTS) Transfer (boten met twee roeren) Afmeermodus Alleen gasmodus Enkele hendelmodus Motoren synchroniseren Traditioneel manoeuvreren met stuur en stuwkracht. 19 De boot vooruit of achteruit manoeuvreren De boot bij lage snelheden in scherpe bochten sturen De boot bij lage snelheden om zijn as laten draaien Manoeuvreren met de joystick De motoren centreren na gebruik van de joystick De ERC hendels verstellen in de joystickmodus Automatische trimfunctie Besturingsoverdracht Besturingsoverdracht aanvragen Besturingsoverdracht en Autopilot Onderdelen van de Autopilot trackpad Hoofdstuk 2 - Op het water Hoofdstuk 2 - Op het water Vereisten kaartplotter Responsinstellingen VesselView Autopilot scherm Lampjes op de Autopilot trackpad Autopilot modi Skyhook positiebehoudfunctie Belangrijke veiligheidsoverwegingen Skyhook inschakelen Skyhook uitschakelen Skyhook gebruiken Auto Heading (automatische koers) Auto Heading (automatische koers) inschakelen Koers aanpassen met de "Turn" knoppen of de joystick Een koers hervatten Auto Heading (automatische koers) uitschakelen Track Waypoint (bestemmingspunt volgen) De modus Track Waypoint (bestemmingspunt volgen) inschakelen De Track Waypoint modus uitschakelen "Turn" knoppen in de Track Waypoint modus Auto Heading knop in de Track Waypoint modus Draaien aangeven bij aankomst op bestemmingspunt Waypoint Sequence (reeks bestemmingspunten) Cruisecontrol M nld JULI 2015 Bladzijde 13

18 Hoofdstuk 2 - Op het water Uitlaatgasemissie Wees alert op koolmonoxidevergiftiging Koolmonoxide (CO) is een dodelijk gas dat aanwezig is in de uitlaatgassen van alle verbrandingsmotoren, dus ook bij motoren voor bootvoortstuwing en stroomaggregaten voor bootaccessoires. CO op zich is geur-, kleur- en smaakloos, maar als u uitlaatgassen ruikt of proeft betekent dit dat u CO inademt. Vroege symptomen van koolmonoxidevergiftiging, vergelijkbaar met die van zeeziekte en dronkenschap, zijn hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.! WAARSCHUWING Het inademen van uitlaatgassen van de motor kan resulteren in koolmonoxidevergiftiging, die kan leiden tot bewusteloosheid, hersenletsel of de dood. Vermijd blootstelling aan koolmonoxide. Blijf uit de buurt van uitlaten wanneer de motor draait. Zorg dat de boot altijd goed geventileerd is, of hij nu stilligt of vaart. Blijf uit de buurt van uitlaatzones De motoruitlaatgassen bevatten schadelijk koolmonoxide. Vermijd plaatsen met hoge concentraties aan motoruitlaatgassen. Houd zwemmers uit de buurt van de boot terwijl motoren draaien en ga niet op zwemplatforms of opstapladders zitten, liggen of staan. Sta tijdens het varen niet toe dat opvarenden zich direct achter de boot bevinden (slepen van een vlot, surfen). Met deze gevaarlijke gewoonte komen personen op een plek waar de motoruitlaatgassen sterk geconcentreerd zijn en staan ze bovendien bloot aan het risico op letsel door de schroef. Goede ventilatie Ventileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen. Voorbeeld van goede luchtstroming door de boot: Slechte ventilatie Onder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met zeildoek omsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden aangezogen. Installeer een of meer koolmonoxidemelders in uw boot. Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in de open ruimte van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld. 1. Voorbeelden van slechte ventilatie terwijl de boot stilligt: a b a - een motor die loopt terwijl de boot in een afgesloten ruimte is afgemeerd b - afmeren dichtbij een andere boot met draaiende motor Bladzijde M nld JULI 2015

19 Hoofdstuk 2 - Op het water 2. Voorbeelden van slechte ventilatie terwijl de boot vaart: a b a - gebruik van de boot met te hoge trimhoek van de boeg b - gebruik van de boot terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn (stationwagon-effect) Suggesties voor veilig varen Om veilig van de waterwegen te kunnen genieten, moet u bekend zijn met de plaatselijke en landelijke vaarregels en beperkingen en tevens de onderstaande suggesties ter harte nemen. Mercury Marine raadt ten zeerste aan dat alle bestuurders van motorboten een cursus voor veilig varen volgen. In de VS worden cursussen aangeboden door de U.S. Coast Guard Auxiliary, het Power Squadron, het Rode Kruis en de waterverkeerscontrolediensten van de verschillende staten. Voor informatie kunt u terecht bij het Boating Safety Resource Center ( of de Boat U.S. Foundation ( Zorg dat u alle scheepvaartregelgeving en -wetgeving kent en in acht neemt. Voer alle veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd een regelmatig schema aan en zorg ervoor dat alle reparaties op de juiste wijze worden uitgevoerd. Controleer de veiligheidsuitrusting aan boord. Hieronder volgen enkele suggesties voor de veiligheidsuitrusting die tijdens het varen aan boord moet zijn: goedgekeurde brandblusapparaten peddel of roeispaan signaleringsmiddelen: zaklantaarn, raketten of vuurpijlen, vlag en fluit of claxon transistorradio gereedschap voor kleine reparaties eerstehulpdoos en -instructies anker en extra ankerlijn waterdichte opbergbakken handbediende lenspomp en extra aftappluggen reserve-bedrijfsuitrusting, -batterijen, -lampjes en -zekeringen drinkwater kompas en kaart van het gebied Let op tekenen van weersverandering en vermijd varen bij slecht weer en in ruwe zee. Vertel aan iemand waar u heengaat en wanneer u verwacht terug te zijn. Instappen van passagiers. Stop de motor zodra passagiers aan boord komen, uitstappen of zich achteraan op de boot (achtersteven) bevinden. Het is niet voldoende om de aandrijfeenheid in neutraal te zetten. Gebruik zwemvesten. De Amerikaanse federale wet vereist dat er een door de Amerikaanse kustwacht goedgekeurd zwemvest van de juiste maat, van het type dat men aantrekt, binnen bereik voor iedereen aan boord aanwezig is, plus een kussen of band die in het water geworpen kan worden. Wij bevelen ten zeerste aan dat iedereen aan boord altijd een zwemvest draagt. Bereid eventuele andere bestuurders van de boot voor. Leg aan ten minste één persoon aan boord de beginselen van het starten en bedienen van de motor en het besturen van de boot uit, voor het geval dat de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt. Overbelast de boot niet. Voor de meeste boten gelden specificaties voor de maximale belasting (maximaal gewicht). Kijk hiervoor op het capaciteitsplaatje van uw boot. Zorg dat u de bedrijfs- en belastingslimieten van uw boot kent. Zorg dat u weet of uw boot blijft drijven als hij vol water loopt. Als u hierover niet zeker bent, neem dan contact op met uw erkende Mercury Marine dealer/distributeur of de fabrikant van de boot. Verzeker u ervan dat iedereen in de boot een zitplaats heeft. Laat niemand op een deel van de boot zitten of meevaren dat niet voor dergelijk gebruik is bedoeld. Dit geldt onder meer voor de rugleuning van de stoelen, gangboorden, de spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen en draaibare visstoelen: overal waar plotselinge, onverwachte acceleratie, plotseling stoppen, onverwacht verlies van de macht over het stuur of plotselinge beweging van de boot ertoe kunnen leiden dat iemand overboord of in de boot valt. Zorg dat alle passagiers een goede zitplaats hebben voordat de boot gaat varen. Vaar nooit onder invloed van alcohol of medicijnen etc. Dat is wettelijk verboden. Alcohol en drugs hebben een nadelige invloed op uw beoordelingsvermogen en verminderen uw reactievermogen aanzienlijk. Zorg dat u het vaarwater kent en vermijd gevaarlijke locaties. 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 15

20 Hoofdstuk 2 - Op het water Let goed op. De bestuurder van de boot is wettelijk verplicht om goed uit te kijken en te luisteren. De bestuurder moet onbelemmerd zicht hebben, vooral naar voren. Het zicht van de bestuurder mag niet worden belemmerd door passagiers, lading of visstoelen wanneer de boot sneller dan met stationair toerental of met planeerovergangssnelheid vaart. Let op anderen, let op het water en houd rekening met uw kielzog. Vaar nooit vlak achter een waterskiër; deze zou kunnen vallen. Als uw boot vaart met een snelheid van 40 km/u (25 mph) zult u een gevallen skiër op een afstand van 61 m (200 ft) voor u binnen vijf seconden inhalen. Wees alert op gevallen waterskiërs. Wanneer u de boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u een gevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naar de skiër terugvaart om deze te helpen. De bestuurder moet de gevallen skiër altijd kunnen zien en mag nooit achteruit naar de skiër of naar andere personen in het water varen. Meld ongelukken. Bestuurders van boten moeten volgens de wet bij de politie een bootongelukverslag indienen wanneer hun boot bij bepaalde bootongelukken betrokken was. Bootongevallen moeten gemeld worden (1) als iemand het leven heeft verloren of dreigt te verliezen, (2) als er letsel is dat voor behandeling meer dan eerste hulp vereist, (3) als de vaartuig- of materiële schade meer dan USD 500 bedraagt of (4) als de gehele boot verloren gaat. Nadere informatie kunt u verkrijgen bij de plaatselijke overheid. Om te beginnen Functies digitaal gas en schakelen (Digital Throttle And Shift; DTS) Het DTS-systeem heeft verschillende gebruiksmodi voor de hendels van de elektronische afstandsbediening (ERC). Elk van de vermelde functies kan tegelijk met de andere worden gebruikt. a j i h b c d e f ERC voor twee motoren a - trimbediening (hendel) b - trimbediening (trackpad) c - neutraallampjes d - transferfunctie e - Afmeermodus f - + (helderheid vergroten) g - Alleen-gasmodus h - (helderheid verminderen) i - besturing met enkele hendel j - synchronisatie-functie g DTS-trackpad op dashboard Bedieningsorgaan Bedieningselement voor trimmen NEUTRAAL (lampjes) LANGZAAM VAREN TRANSFER Functie Zet de motoren hoger of lager voor optimale efficiëntie of in geval van varen in ondiep water of vervoer op een aanhanger. Gaan branden als de aandrijving in neutraal staat. De lampjes knipperen als de motor in de modus Alleen-gas staat. Beperkt het stationairtoerental in vooruit van de boot tot 1700 omw/min. Gebruik de knoppen "+" en " " om de gewenste snelheid of het gewenste toerental in te stellen. NB: De functie voor langzaam varen is niet beschikbaar voor trackpads die op de ERC zijn gemonteerd; hij is alleen beschikbaar voor trackpads op het dashboard. Voor boten met trackpads op de ERC is de functie voor langzaam varen via VesselView beschikbaar. Maakt het mogelijk om de besturing over te dragen naar een ander dashboard. Zie Besturingsoverdracht. Bladzijde M nld JULI 2015

21 Hoofdstuk 2 - Op het water Bedieningsorgaan DOCK THROTTLE ONLY 1 LEVER SYNC + (verhogen) en (verlagen) Functie Beschikbaar bij joystickbesturing en gebruik van de bedieningshendels. Bij gebruik van de joystick wordt de gasklepcapaciteit verlaagd tot circa 70% van de normale gasvraag bij joystickgebruik. Bij gebruik van de bedieningshendels wordt de gasklepcapaciteit verlaagd tot circa 50% van de normale gasvraag bij hendelgebruik. Hiermee kan de bestuurder het motortoerental verhogen zonder de motor in versnelling te zetten. Zie Alleen-gasmodus. Maakt het mogelijk om de gas- en schakelfuncties voor alle motoren te regelen met de bakboordhendel. Zie Modus enkele hendel. Schakelt de automatische synchronisatiefunctie in of uit. Zie Motoren synchroniseren. Verhoogt en verlaagt de helderheidsinstellingen voor de trackpad, de VesselView-display en de SmartCraft-meters. NB: Op DTS-trackpads op het dashboard wordt de snelheid voor langzaam varen met de volgende knoppen verhoogd of verlaagd. Transfer (boten met twee roeren) Met de transferfunctie kan de bestuurder de besturing van de boot van het actieve roer overzetten op het inactieve roer op boten met twee roeren. Zie Besturingsoverdracht Afmeermodus Transferknop en -lampje In de afmeermodus wordt het toerental binnen het gehele bereik met 50% verlaagd zodat het motorvermogen in situaties met weinig ruimte zorgvuldig kan worden geregeld. Als voor het manoeuvreren meer vermogen vereist is omdat de omstandigheden meer stuwkracht vereisen, gebruikt u de elektronische afstandsbediening. NB: Als de joystick is ingeschakeld, wordt het vermogen in de afmeermodus verlaagd tot 70% van het reeds voor de joystick verlaagde vermogen. Inschakelen afmeermodus: 1. Zet beide ERC-hendels in neutraal. 2. Druk op de afmeerknop op de DTS-trackpad. 3. Het afmeerlampje gaat branden. 4. Zet een van beide ERC-hendels in de versnelling. NB: Het motortoerental en beschikbare vermogen worden evenredig met het verstellen van de gashendel verlaagd Afmeerknop en -lampje Uitschakelen afmeermodus: 1. Zet beide ERC-hendels in een willekeurige arreteerstand of neutraal. NB: De afmeermodus wordt alleen uitgeschakeld als de hendels op een arreteerstand zijn gezet. 2. Druk op DOCK. Het afmeerlampje gaat uit. 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 17

22 Hoofdstuk 2 - Op het water Alleen-gasmodus Als u de joystick verstelt terwijl de motoren draaien en de bedieningshendels op neutraal staan, krijgt de boot de opdracht om te gaan varen. De Alleen-gasmodus moet worden gebruikt om de joystick uit te schakelen als de schipper niet aan het roer staat. Door de ERC in de Alleen-gasmodus te zetten, wordt onbedoeld schakelen voorkomen. De motoren lopen via het stuurwiel of de joystick en het toerental van de motoren kan worden verhoogd in de Alleen-gasmodus, terwijl de versnelling in de neutraalstand blijft staan Alleen-gasmodus inschakelen: 1. Zet beide ERC-hendels in neutraal. Alleen-gasknop en -lampje 2. Druk op THROTTLE ONLY op de DTS-trackpad. Het Alleen-gaslampje gaat branden en de neutraallampjes gaan knipperen. 3. Zet een van beide ERC-hendels in de versnelling. De waarschuwingshoorn geeft telkens een signaal wanneer de hendels in of uit de versnelling worden geschakeld in de Alleen-gasmodus, maar de buitenboordmotor blijft in neutraal staan. NB: De Alleen-gasmodus is ook van invloed op de werking van de joystick. De motoren bewegen en het toerental kan worden verhoogd, maar de buitenboordmotoren blijven in neutraal staan. 4. Het toerental van de motoren kan worden verhoogd. Alleen-gasmodus uitschakelen: 1. Zet beide ERC-hendels in neutraal. De Alleen-gasmodus kan alleen worden uitgeschakeld als de ERC-hendels in neutraal staan. NB: Als u op THROTTLE ONLY drukt terwijl de ERC-hendels zijn ingeschakeld, gaat alleen het Alleen-gaslampje uit. De motoren blijven in de Alleen-gasmodus staan totdat u de hendels op neutraal zet. 2. Druk op THROTTLE ONLY. Het Alleen-gaslampje gaat uit. 3. De neutraallampjes stoppen met knipperen en branden constant. U kunt nu de ERC-hendels of de joystick gebruiken om de boot te besturen. Enkele-hendelmodus De joystickbesturing biedt de mogelijkheid om alle motoren met één hendel te bedienen. Dat vereenvoudigt het motorgebruik. De enkele-hendelmodus is niet van invloed op de werking van de joystick. Hij is niet gelijk aan de systeemfunctie die Sync heet Enkele-hendelknop en -lampje Enkele-hendelmodus inschakelen: 1. Zet beide ERC-hendels in neutraal. 2. Druk op 1 LEVER op de DTS-trackpad. Het lampje voor de enkele-hendelmodus gaat branden. 3. Zet de stuurboord-erc-hendel in de versnelling. 4. Het motortoerental wordt synchroon verhoogd en verlaagd, maar de versnelling blijft ongewijzigd. Enkele-hendelmodus uitschakelen: 1. Zet beide ERC-hendels in neutraal. 2. Druk op 1 LEVER. Het lampje voor de enkele-hendelmodus gaat uit. Bladzijde M nld JULI 2015

23 Motoren synchroniseren Hoofdstuk 2 - Op het water De synchronisatiemodus is een automatische functie voor motorsynchronisatie die bij het opstarten automatisch wordt ingeschakeld. De synchronisatiemodus bewaakt de positie van beide ERC-hendels. Als beide hendels zich binnen 10% van elkaar bevinden, wordt het toerental van alle motoren gesynchroniseerd met het toerental van de stuurboordmotor. Het SmartCraft-systeem schakelt de synchronisatie automatisch uit bij de laatste 10% van het hendelbereik, om de motor de gelegenheid te geven het maximaal haalbare toerental te bereiken. De synchronisatiemodus kan pas worden ingeschakeld wanneer het vereiste minimumtoerental is bereikt. Het controlelampje in de SYNC-knop gaat branden als beide motoren zijn ingeschakeld. Het lampje brandt geel in de stationairstand en bij 95% van volgas, en wanneer de motoren niet gesynchroniseerd zijn. Het lampje brandt rood als de motoren gesynchroniseerd zijn Synchronisatieknop en -lampje In VesselView wordt een oranje pictogram weergegeven als het verschil tussen de motortoerentallen meer dan 10% bedraagt. Het pictogram wordt rood als de motoren gesynchroniseerd zijn. Als de synchronisatiemodus is uitgeschakeld, is het pictogram uit. Sync-modus uitschakelen: 1. Zet de ERC-hendels in een willekeurige arreteerstand. 2. Druk op SYNC. Het synchronisatielampje gaat uit. Druk op een willekeurig tijdstip op de synchronisatieknop om de synchronisatiemodus weer in te schakelen. Traditioneel manoeuvreren met stuur en stuwkracht Met de joystickbesturing voor buitenboordmotoren op uw boot verbeteren de manoeuvrecapaciteiten bij lage toerentallen. U kunt nog steeds op planeersnelheid of langzaam blijven varen met behulp van de gebruikelijke bedieningsorganen voor het sturen en accelereren. Mercury Marine raadt aan om de stuur- en afmeermanoeuvres met laag toerental met behulp van alleen het stuurwiel en de ERC-hendels te oefenen voor het onwaarschijnlijke geval dat de joystickbesturing uitvalt. De boot vooruit of achteruit manoeuvreren Zet een of beide motoren in de vooruit- of achteruitversnelling en stuur met het stuurwiel zoals u dat in elke andere vergelijkbare boot zou doen. De boot bij lage snelheden in scherpe bochten sturen Draai het stuurwiel in de richting van de bocht om de boot bij lage snelheid in een scherpe bocht te sturen. Wanneer het stuurwiel volledig gedraaid is, kunt u de bocht nog scherper maken door meer gas te geven aan de buitenste motor. De boot bij lage snelheden om zijn as laten draaien Draai de motoren zodat ze recht vooruit staan. Laat de boot rechtsom draaien door de stuurboordmotor in achteruit te zetten en de bakboordmotor in vooruit. Laat de boot linksom draaien door de bakboordmotor in achteruit te zetten en de stuurboordmotor in vooruit. U kunt de draaisnelheid verhogen door tegelijkertijd beide ERC-hendels te verstellen op meer gas. Er is doorgaans meer gas in achteruit vereist om te compenseren voor het grotere stuwvermogen van een motor in vooruit. Manoeuvreren met de joystick! WAARSCHUWING Een draaiende schroef, een bewegende boot of een massief apparaat dat aan de boot is bevestigd kunnen ernstige of dodelijke verwondingen toebrengen aan zwemmers. Stop de motor onmiddellijk wanneer iemand in het water zich nabij de boot bevindt. 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 19

24 Hoofdstuk 2 - Op het water NB De 'vessel personality' die bepalend is voor de wijze waarop de boot op joystickopdrachten reageert, is ontwikkeld voor een normale belasting en normaal gebruik van de boot onder ideale vaaromstandigheden. Verschillen in wind, stroming en lading kunnen de werking van de joystickbesturing aanzienlijk beïnvloeden. Een boot die bij de boeg zwaar is geladen, zal bijvoorbeeld anders reageren dan een boot die bij de spiegel zwaarder is geladen. De 'vessel personality' kan deze variabelen niet voorzien en kan er niet voor compenseren. Het is de taak van de bestuurder om de vereiste correcties aan te brengen door de verdeling van de lading over de boot te wijzigen of door de extra manoeuvres uit te voeren die nodig zijn om het gewenste vaargedrag te verkrijgen. De joystick is een besturingsinterface met enkele hendel voor het manoeuvreren met de boot. Het besturen van de boot via de joystick is handig voor manoeuvres in nauwe ruimten en onder de meeste omstandigheden tijdens het afmeren. U kunt de joystick tegelijkertijd bewegen en draaien om in nauwe ruimtes ingewikkelde manoeuvres uit te voeren. Het computerbesturingssysteem berekent automatisch de stuurhoek voor elke motor, het gasniveau en de versnelling die vereist zijn om de boot in de richting te duwen of draaien die overeenkomt met de beweging of draaiing van de joystick. Bijvoorbeeld: als u de joystick opzij verstelt, geeft het besturingssysteem van de computer de motoren de opdracht om zijwaartse stuwkracht op de boot uit te oefenen. Als u de joystick draait, wekt de computer krachten op die de boot rond zijn middelpunt laten draaien. De joystick werkt recht evenredig, wat betekent dat hoe verder u de joystick uit het midden beweegt, hoe meer stuwkracht er in die richting wordt geleverd. Bij gebruik van de joystick wordt de beschikbare motorvraag beperkt. Voor joystickbesturing van de boot geldt het volgende: 1. Er moeten ten minste twee motoren draaien om de joystick te kunnen gebruiken. Op toepassingen met drie motoren moeten dit de twee buitenste motoren zijn. Op toepassingen met vier motoren moeten dit ten minste een bakboord- en een stuurboordmotor zijn (m.a.w. twee buitenste of twee binnenste motoren, of bakboord binnen en stuurboord buiten dan wel bakboord buiten en stuurboord binnen). De joystick werkt niet als alleen de twee motoren aan stuurboord of alleen de twee motoren aan bakboord draaien. 2. Voor een optimale stuurfunctie moeten alle motoren helemaal omlaag getrimd worden, waarna u de automatische trimfunctie gebruikt om de motoren onder de optimale trimhoek te zetten. Als de motoren al omlaag getrimd zijn, hoeft de bestuurder de trimstand niet te wijzigen. Het besturingssysteem op de computer trimt de motoren automatisch omhoog tot de in de 'vessel personality' voor voortstuwing vastgestelde hoek wanneer de joystick wordt ingeschakeld. Als de motoren omhoog zijn getrimd, moet de bestuurder ze met de hand helemaal omlaag trimmen, op voorwaarde dat dit geen gevaarlijke situatie oplevert. Het systeem trimt de motoren niet automatisch omlaag als de joystick wordt ingeschakeld. Zie voor meer informatie Automatische trimfunctie. BELANGRIJK: Na gebruik van de joystick en voordat u gaat planeren moet de trimstand worden ingesteld op een hoek voor normaal varen. Het besturingssysteem op de computer zet de motoren niet terug in de stand waarop ze stonden voordat de joystick werd ingeschakeld. 3. Zet alle elektronische afstandsbedieningshendels op neutraal. Voor Zero Effort-bediening schakelt u naar neutraal en zet u de gashendels op stationair. 4. Beweeg de joystick in de richting waarin u de boot wilt bewegen, of draai de joystick in de richting waarin u de boot wilt draaien. De joystick kan tegelijkertijd worden bewogen en gedraaid. De volgende afbeelding geeft een beperkt aantal voorbeelden van de belangrijkste reacties van de boot op bewegingen van de joystick. De afbeeldingen tonen bij benadering de interactie tussen joystickhandelingen en de respons van de boot. Voor exact manoeuvreren zijn meerdere joystickhandelingen en extra gebruikerscorrecties nodig om de manoeuvre precies uit te voeren. NB: De joystick heeft geen arreteerstanden. Hij kan op een van de hier weergegeven pijlen worden gezet of op een willekeurige stand daar tussenin. g h f j a e i b d c a - Vooruit b - schuin naar voren, stuurboord c - lateraal naar stuurboord d - schuin naar achteren, stuurboord e - Achteruit f - schuin naar achteren, bakboord g - lateraal naar bakboord h - schuin naar voren, bakboord i - Gieren aan bakboord j - Gieren aan stuurboord Bladzijde M nld JULI 2015

25 De motoren centreren na gebruik van de joystick Hoofdstuk 2 - Op het water Als u de joystick loslaat blijven de motoren in de laatste opgedragen stand staan, tenzij de laatste opdracht gieren was (ronddraaien van de joystick). Draai het stuurwiel voorbij de elektronische arreteerstand of draai de joystick rond om de motoren te centreren. De ERC-hendels verstellen in de joystickmodus Als de ERC-hendels worden versteld terwijl de joystick wordt gebruikt, wordt er een niet-kritieke storing in het systeem gezet. Er klinkt een reeks pieptonen met tussenperioden van zes seconden, de storing 'ERC override' wordt op de VesselView gemeld en de ERC neemt de besturing van de boot over van de joystick. Nadat de ERC-hendels zijn teruggezet op neutraal kan de boot weer met de joystick worden bestuurd. Automatische trimfunctie De joystickbesturing voor buitenboordmotoren heeft een automatische trimfunctie die kan worden gebruikt in combinatie met het Skyhook positiesysteem en de joystick. De functie trimt de motoren automatisch omhoog of omlaag tot een stand die door de bootbouwer is ingesteld. Automatische trimfunctie inschakelen De automatische trimfunctie wordt ingeschakeld als de ERC-hendels in versnelling worden gezet en dan naar neutraal wordt teruggezet, of als de motoren worden gestart. Automatisch omhoog trimmen Als de bestuurder de besturing van de boot met de joystick wil overnemen, zet de automatische trimfunctie alle lager getrimde motoren omhoog in de vooringestelde stand, als de automatische trimfunctie is ingeschakeld zoals hierboven beschreven. De automatische trimfunctie trimt de motoren ook omhoog als Skyhook wordt ingeschakeld. Nadat de motoren tot de vooringestelde stand omhoog zijn getrimd, wordt de automatische trimfunctie uitgeschakeld: hij kan alleen weer worden ingeschakeld zoals hierboven beschreven. Automatisch omlaag trimmen Als de bestuurder de besturing van de boot met de joystick wil overnemen en een of meer motoren hoger dan de vooringestelde stand zijn getrimd, wordt op de VesselView-display een popup weergegeven. En ook als Skyhook wordt ingeschakeld terwijl een of meer motoren hoger dan de vooringestelde stand zijn getrimd, wordt de popup weergegeven. De popup verdwijnt na 10 seconden, maar de bestuurder heeft 15 seconden de tijd om de functie voor automatisch omlaag trimmen in te schakelen. Om het omlaag trimmen in te schakelen, drukt u kort op de knop voor alles omlaag trimmen op de ERC of de trimpad. Alle motoren die hoger dan de vooringestelde stand zijn getrimd, worden automatisch tot aan de vooringestelde stand omlaag getrimd. Om het automatisch omlaag trimmen van een bepaalde motor te stoppen, drukt u op een van de trimknoppen (omhoog of omlaag) voor die motor. Om het omlaagtrimmen van alle motoren te stoppen, drukt u op een willekeurige knop voor alles trimmen. BELANGRIJK: De vooringestelde positie voor de automatische trimstand is tot op ±3 nauwkeurig, wat betekent dat de automatische trimfunctie de trimstand in beide richtingen tot maximaal 3 te hoog of laag kan instellen. Als een of meer motoren automatisch omhoog getrimd zijn en de resterende motoren automatisch omlaag worden getrimd, kan het verschil in de trimstand van de motoren wel 6 bedragen. Dit is geen defect. Alle motoren in dezelfde automatische trimstand zetten: 1. Zorg dat de motoren zijn afgezet maar de contactsleutels op Aan staan, en trim alle motoren helemaal omlaag. Houd de trimknop nog drie seconden ingedrukt. 2. Start de motoren. 3. Schakel de automatische trimfunctie opnieuw in. 4. Schakel de joystick of Skyhook opnieuw in. De motoren worden automatisch tot dezelfde stand omhoog getrimd. Besturingsoverdracht Op sommige boten kan de besturing van de boot op meerdere plaatsen worden verricht. Deze plaatsen worden doorgaans dashboards of stations genoemd. "Besturingsoverdracht" is de term voor de methode voor het overdragen van de besturing van het ene dashboard (of station) op een ander dashboard.! WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. De bootbestuurder mag nooit het actieve station verlaten als de motor in versnelling is geschakeld. Overdracht van de besturing mag alleen plaatsvinden als beide stations bemand zijn. Overdracht van de besturing door één persoon mag alleen worden uitgevoerd met de motor in neutraal. Met de functie besturingsoverdracht kan de bootbestuurder bepalen welk dashboard de boot bestuurt. Voordat besturingsoverdracht kan plaatsvinden, moeten de ERC-hendels van het actieve dashboard en die op het dashboard waaraan de besturing wordt overgedragen, op neutraal staan. NB: Als u probeert om de besturing over te dragen terwijl de ERC-hendels niet op neutraal staan, klinkt er een pieptoon en zal de besturingsoverdracht niet plaatsvinden, tenzij de hendels van de dashboard op neutraal worden gezet en er opnieuw een verzoek tot besturingsoverdracht wordt gedaan. 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 21

26 Hoofdstuk 2 - Op het water Er kunnen storingscodes op VesselView verschijnen als er een poging tot gebruik van andere besturings- of navigatiefuncties wordt gedaan nadat de procedure voor besturingsoverdracht is gestart. Om deze storingscodes te verwijderen, zult u mogelijk de contactsleutel naar Uit en weer naar Aan moeten draaien, waarna u de procedure voor besturingsoverdracht opnieuw start. Wacht met het geven van andere besturings- en navigatieopdrachten tot de besturingsoverdracht is voltooid om het oproepen van storingscodes te voorkomen. KENNISGEVING De ERC-hendels moeten op de stand neutraal staan om besturingsoverdracht te kunnen verrichten. Terwijl ze in neutraal staan kan uw boot afdrijven en met nabije objecten in aanvaring komen, wat schade zal veroorzaken. Houd uw omgeving goed in de gaten terwijl u de besturingsoverdracht verricht. Voorkom schade: wees extra voorzichtig wanneer u een besturingsoverdracht verricht met de boot vlakbij aanlegsteigers, pieren of andere vaste objecten of nabij andere boten. Besturingsoverdracht aanvragen NB: Elke beweging van de joystick of ERC-hendels na het indrukken van de transferknop beëindigt het verzoek om besturingsoverdracht. Er klinkt een enkele pieptoon en het lampje in de transferknop gaat uit om aan te geven dat het overdrachtverzoek is beëindigd. Om overdracht van de besturing over de boot tussen dashboards aan te vragen: 1. Druk één keer op de transferknop op het roer waaraan u de besturing wilt overdragen, met de ERC-hendels op neutraal. Nadat u op de transferknop hebt gedrukt, gaat het overdrachtslampje branden en klinkt er een pieptoon om aan te geven dat de overdracht op het punt staat te beginnen Transferknop en -lampje NB: Als de ERC-hendels bij de roeren niet op neutraal staan, knipperen de neutraallampjes. Zet alle ERC-hendels op neutraal: het neutraallampje hoort nu constant te branden. 2. Als het lampje van de transferknop en het neutraallampje branden, drukt u nogmaals op de transferknop om de besturingsoverdracht te voltooien. 3. Nadat de besturingsoverdracht is voltooid, klinkt er nogmaals een pieptoon en gaat het lampje in de transferknop uit. NB: Als de besturingsoverdracht niet binnen 10 seconden wordt voltooid, wordt het verzoek automatisch geannuleerd en klinkt er een dubbele pieptoon. De besturing vindt nog steeds plaats via het op dat moment actieve roer. Druk nogmaals op de transferknop om de besturingsoverdracht opnieuw te starten. 4. Het dashboard waarop het verzoek om besturingsoverdracht werd gegeven, is nu actief en bestuurt de boot. Besturingsoverdracht en Autopilot Het overdragen van de besturing van een actief roer op een niet-actief roer (tussen stations) is van invloed op de werking van de Autopilot-modi. Hieronder staan enige van deze effecten vermeld. De modus Auto Heading wordt uitgeschakeld wanneer de ERC-hendels op neutraal worden gezet voor de besturingsoverdracht. U moet de modus Auto Heading opnieuw inschakelen op het roer dat nu actief is geworden. Als de opdracht tot besturingsoverdracht wordt gegeven, komt de functie Autopilot stand-by te staan. De vereiste opdrachten moeten nu bij het net geactiveerde roer opnieuw worden ingevoerd. Als Skyhook is ingeschakeld, wordt deze functie uitgeschakeld zodra de transferknop voor de tweede keer wordt ingedrukt. Skyhook moet bij het net geactiveerde roer opnieuw worden ingeschakeld. De hervattingsfunctie voor Auto Heading wordt niet automatisch overgedragen. Na het inschakelen van de vorige Auto Heading-koers op het actief geworden roer werkt de hervattingsfunctie net zoals op het andere actieve station. In de modus Track Waypoint (routepunt volgen) worden het regelen van de route en de weergave van de routegegevens op de kaartplotter niet automatisch overgedragen naar de kaartplotter bij het actief geworden roer. U moet de kaartplotter bij het actief geworden roer inschakelen, het routepunt of de te volgen bestemmingsroute opnieuw invoeren en de functie Track Waypoint opnieuw inschakelen. Bladzijde M nld JULI 2015

27 Onderdelen van de Autopilot-trackpad Vereisten kaartplotter Hoofdstuk 2 - Op het water Veel van de onderdelen en functies voor Autopilot maken gebruik van informatie van een kaartplotter. Maar niet elke kaartplotter beschikt over de informatiekwaliteit die nodig is voor een goede werking van deze functies. De kaartplotter in uw boot is geselecteerd uit een goedgekeurde lijst die is opgesteld en wordt bijgehouden door Mercury Marine. Deze kaartplotters hebben speciale software die voldoet aan de strenge eisen voor een goede verbinding met de Autopilot en het systeem voor joystickbesturing van buitenboordmotoren. Slechte kwaliteit of onzorgvuldig, door niet goedgekeurde kaartplotters of software gegenereerde informatie kan ertoe leiden dat functies verkeerd, onverwacht of helemaal niet werken. Het updaten van software naar een niet goedgekeurde versie kan er eveneens toe leiden dat het systeem niet goed werkt. Raadpleeg uw erkende dealer of bel de klantenservice van Mercury voor een lijst van goedgekeurde kaartplotters. Responsinstellingen Druk op de responsknop om te bepalen hoe snel of langzaam de boot reageert op geprogrammeerde wijzigingen in de Autopilot-modi. De reactiesnelheid van de boot wordt bepaald door een responswaarde in VesselView. Telkens als u op RESPONSEdrukt, gaat het responslampje knipperen om aan te geven dat u de responsinstelling voor die modus hebt gewijzigd. Aantal knipperingen Aangegeven responsinstelling Kracht van de correctie VesselView Autopilot-scherm 1 1 Mild (voor milde of kalme omstandigheden) 2 2 Gemiddeld (voor gemiddelde omstandigheden) 3 3 Krachtig (voor zware omstandigheden) Op het Autopilot-scherm van VesselView wordt het volgende weergegeven: De hoek van de aandrijvingen in de standby-modus Een digitale kompaswaarde van de huidige koers Drie pictogrammen voor het op dat moment geselecteerde responsniveau motortoerental NB: Niet alle functies van Autopilot werken als er DTS-functies zijn ingeschakeld. Schakel de DTS-functies uit om de Autopilot-functies te gebruiken. a b Display voor vier motoren a - koers b - aandrijfhoek c - motortoerental d - responsniveau d c Lampjes op de Autopilot-trackpad De lampjes op de Autopilot-trackpad geven aan wanneer een Autopilot-modus actief (ingeschakeld) of stand-by (uitgeschakeld) is. Als het stand-bylampje brandt, is de Autopilot uitgeschakeld. Als het actieflampje brandt, is de Autopilot ingeschakeld. Als u op de knop voor Auto Heading, Track Waypoint of Skyhook drukt, wordt die modus ingeschakeld en gaan zowel het bijbehorende lampje als het actieflampje branden M nld JULI 2015 Bladzijde 23

28 Hoofdstuk 2 - Op het water NB: Het stand-bylampje knippert wanneer het systeem de benodigde GPS-signalen probeert te verkrijgen. a b a - stand-bylampje b - actieflampje Autopilot-modi 51879! WAARSCHUWING Vermijd ernstig of dodelijk letsel. Onnadenkend gebruik van de boot kan resulteren in aanvaringen met andere schepen, zwemmers of de bodem. De Autopilot houdt een vooringestelde koers aan maar reageert niet automatisch op gevaren in de nabijheid van de boot. De bestuurder moet aan het roer blijven staan om gevaren te ontwijken en opvarenden te waarschuwen bij koerswijzigingen. De Autopilot omvat verschillende modi waarmee u uw boot naar een specifieke koers kunt sturen, of naar bestemmingen die zijn gegenereerd door een kaartplotter en GPS-unit. Als u gebruik maakt van een apparaat voor het genereren van koersinformatie, hoort u vertrouwd te zijn met de werking van die kaartplotter en de GPS-unit voordat u de Autopilot gaat gebruiken bij het besturen van uw boot. De Autopilot regelt geen snelheid, alleen richting, en kan geen gevaren bij de navigatie waarnemen. Deze automatische modi ontslaan de bestuurder niet van de verantwoordelijkheid om aan het roer te blijven staan en te blijven letten op andere boten, personen in het water of gevaren bij het navigeren. Bij gebruik van de Autopilot met een kaartplotter en een GPS-unit voor het navigeren langs een reeks routepunten (een route) zal de boot niet naar de exacte locatie van het routepunt varen voordat hij koers zet naar het volgende bestemmingpunt. De kaartplotter creëert een zone (de aankomstcirkel) rondom het punt, en de Autopilot meldt aankomst op de bestemming zodra de boot die zone binnenvaart. Skyhook positiebehoudfunctie Uw boot kan uitgerust zijn met de Skyhook-functie voor positiebehoud. Dit systeem maakt gebruik van GPS-technologie en een elektronisch kompas voor automatische schakelbediening, gas en besturing om koers en positie te behouden. Deze functie kan praktisch zijn wanneer u stil ligt om te tanken, wacht totdat een brug wordt geopend of wanneer het water te diep is voor een anker. Skyhook houdt geen exact bepaalde positie aan, maar houdt de boot binnen een vaste koers binnen een gebied. De afmetingen van dit gebied zijn afhankelijk van de nauwkeurigheid van het GPS-satellietsysteem, de signaalkwaliteit van de satelliet, de fysieke positie van de satellieten in verhouding tot de ontvanger, zonnevlammen en de afstand tussen de ontvanger op de boot en grote bouwwerken (bijv. bruggen en gebouwen) en bomen. Onder bepaalde omstandigheden zal Skyhook hierdoor zo sterk worden beïnvloed dat het systeem wordt uitgeschakeld. De bestuurder moet aan het roer blijven staan wanneer Skyhook is ingeschakeld, en blijven letten op veranderende omstandigheden zoals de aanwezigheid van andere boten of zwemmers, of het uitschakelen van Skyhook. Onder normale gebruiksomstandigheden houdt Skyhook de boot binnen een straal van 10 m (30 ft). Deze afstand kan onder bepaalde omstandigheden echter toenemen tot een straal van 30 m (100 ft). Omdat Skyhook de boot ONGEVEER op de juiste positie houdt, kan dat beteken dat uw boot in aanvaring komt met andere objecten vlakbij de boot, wat schade kan veroorzaken. Gebruik Skyhook niet als uw boot vlakbij een dok, paal, brug, een andere boot of een zwemmer ligt.! WAARSCHUWING Skyhook is een automatisch systeem. Gebruik van dit systeem ontslaat de bestuurder niet van de verplichting om aan het roer te blijven staan en op eventueel veranderende omstandigheden te letten. Bij aanwezigheid van zwemmers of andere boten en als Skyhook wordt uitgeschakeld moet de bestuurder de handmatige besturing van de boot kunnen hervatten. Bladzijde M nld JULI 2015

29 Belangrijke veiligheidsoverwegingen Hoofdstuk 2 - Op het water Activiteiten in het water nabij het vaartuig kunnen leiden tot letsel als Skyhook is ingeschakeld. De bestuurder moet de waarschuwingsstickers op de boot lezen en in acht nemen, en aan de opvarenden de werking van Skyhook uitleggen alvorens de functie te gebruiken. Stickers bij de Autopilot-trackpad Sticker bij het instapgedeelte bij de spiegel BELANGRIJK: Als deze stickers onvindbaar zijn of niet meer leesbaar zijn, moeten ze worden vervangen voordat Skyhook wordt ingeschakeld. Neem voor nieuwe stickers contact op met de bootbouwer of een erkende Mercury Marine reparatiewerkplaats. Alvorens Skyhook in te schakelen, moet de bestuurder: 1. De opvarenden laten weten hoe Skyhook werkt, aangeven dat ze uit het water en van het zwemplatform en de ladder vandaan moeten blijven en moeten beseffen dat de positie van de boot plotseling kan veranderen. 2. Stel opvarenden op de hoogte van akoestische en visuele waarschuwingssystemen op de boot, en wanneer deze actief kunnen zijn. 3. Zorg dat niemand zich bij de achterkant van de boot of in het water vlak rondom de boot bevindt. Nadat Skyhook is ingeschakeld, moet de bestuurder: 1. Aan het stuur blijven en goed blijven uitkijken. 2. Skyhook uitschakelen als iemand het water ingaat of de boot vanuit het water benadert.! WAARSCHUWING Een draaiende schroef, een bewegende boot of een apparaat dat is bevestigd aan een bewegende boot kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken bij mensen in het water. Wanneer Skyhook is ingeschakeld, draaien de schroeven en beweegt de boot om op dezelfde plaats te blijven. Zet de motoren onmiddellijk af als iemand zich in het water in de buurt van de boot bevindt. Skyhook inschakelen Skyhook kan pas worden ingeschakeld als de joystick en de bedieningshendels op neutraal staan. 1. Breng de boot naar de gewenste positie. 2. Zorg dat er ten minste twee motoren draaien: Op toepassingen met drie motoren moeten dit de twee buitenste motoren zijn. Op toepassingen met vier motoren moeten dit ten minste een bakboord- en een stuurboordmotor zijn (m.a.w. twee buitenste of twee binnenste motoren, of bakboord binnen en stuurboord buiten dan wel bakboord buiten en stuurboord binnen). Skyhook werkt niet als alleen de twee motoren aan stuurboord of alleen de twee motoren aan bakboord draaien. 3. Controleer of de ERC-hendels in neutraal staan. 4. Overtuig u ervan dat er geen zwemmers of obstakels in de buurt van de boot zijn M nld JULI 2015 Bladzijde 25

30 Hoofdstuk 2 - Op het water 5. Druk op de Skyhook-knop. NB: Er klinkt een dubbele pieptoon als Skyhook niet wordt ingeschakeld. Als u op de Skyhook-knop op de Autopilot-trackpad hebt gedrukt, wordt de popup met de Skyhook-waarschuwing op VesselView weergegeven. Nadat u de popup hebt bevestigd, wordt op VesselView een Skyhook-waarschuwing weergegeven met de schakelstanden in het oranje a a - Skyhook-waarschuwing b - schakelstand b Skyhook uitschakelen Skyhook kan op verschillende manieren worden uitgeschakeld: Draai aan het stuur. Druk op de Skyhook-knop op de Autopilot-trackpad. Beweeg de joystick en zet hem terug naar de oorspronkelijke neutraalstand. Verstel de ERC-hendels. Schakel een of meer motoren uit Skyhook wordt niet automatisch hervat nadat het stuurwiel, de hendels of de joystick weer in de oorspronkelijke stand zijn teruggezet. Druk nogmaals op de Skyhook-knop om de functie opnieuw in te schakelen. Skyhook gebruiken BELANGRIJK: Op toepassingen met drie of vier motoren werkt Skyhook ook als er slechts twee motoren draaien (zie Skyhook inschakelen). Probeer nooit om een niet-draaiende motor te starten terwijl de Skyhook-functie is ingeschakeld. Het reactieniveau van het Skyhook-systeem is afhankelijk van de wind en stroming. Onderzoek in welke positie uw boot het best reageert op snelheid en richting van wind en stroming. Oefen met Skyhook om te bepalen wat het meest geschikt is voor uw boot onder verschillende omstandigheden. Bij extreem weer of een ruwe zee zal Skyhook de koers en positie van de boot soms niet kunnen behouden. Dit geldt met name als de koers van de boot haaks op de wind- of stroomrichting ligt. Als de wind of stroomrichting de boot uit de met Skyhook ingestelde positie duwen, draait Skyhook de boeg van de boot terug naar het oorspronkelijk ingestelde punt. Naarmate de boot verder wordt weggeduwd draait Skyhook de boeg verder naar het ingestelde punt totdat de boeg precies naar het ingestelde punt wijst. Als Skyhook tijdens deze procedure de omstandigheden kan overwinnen en de positie kan behouden, wordt het draaien van de boeg gestopt. Als de omstandigheden verbeteren en Skyhook de boot naar het oorspronkelijke ingestelde punt kan terugbrengen, draait Skyhook de boeg terug naar de oorspronkelijke koers terwijl het de boot terugbrengt naar het ingestelde punt. Bladzijde M nld JULI 2015

31 Hoofdstuk 2 - Op het water Als de boot te ver van het ingestelde punt afdrijft, meldt Skyhook aan de bestuurder dat het de positie niet kan behouden. Skyhook zal blijven proberen om naar het ingestelde punt terug te keren tenzij de bestuurder de besturing van de boot overneemt. Om het effect van extreme omstandigheden op de werking van Skyhook zo veel mogelijk te beperken, raadt Mercury Marine aan om de koers van de boot zo te kiezen passen dat de boeg (of bij sommige boten de spiegel) tegen de wind- of stroomrichting in wijst. Skyhook kan onverwacht uitgeschakeld worden als het motorvermogen of het GPS-signaal wegvalt. In dat geval geeft Skyhook een alarm, worden de motoren op neutraal gezet en zal de boot met de wind en stroming mee drijven. U moet altijd in staat zijn om de besturing weer in eigen hand te nemen. Auto Heading (automatische koers) Met Auto Heading (automatische koers) houdt de boot tijdens het varen automatisch een bepaalde koers aan. Auto Heading (automatische koers) inschakelen 1. Zorg dat het contactslot van de stuurboordmotor in de stand RUN staat. 2. Zet ten minste één draaiende motor in vooruit. NB: Auto Heading werkt niet als de ERC-hendels op neutraal of achteruit staan. 3. Breng de boot in de gewenste koers. 4. Druk op de Auto Heading-knop. De knop licht op en er klinkt een enkele pieptoon om aan te geven dat de modus is ingeschakeld. Er klinkt een dubbele pieptoon als Auto Heading niet wordt ingeschakeld. a b a - knop voor bocht naar bakboord (koersaanpassing) b - knop voor bocht naar stuurboord (koersaanpassing) c - Auto Heading-knop en -lampje d - hervattingsknop en -lampje d c Het VesselView-scherm verandert in Autopilot. Het stuurwiel centreert automatisch en wordt elektronisch vergrendeld. NB: Als u het stuurwiel om de een of andere reden moet draaien, moet u voldoende kracht gebruiken om de elektronische vergrendeling op te heffen. De Autopilot houdt de kompaskoers aan die de boot volgde toen er op AUTO HEADING werd gedrukt. 5. Zie voor het aanpassen van de koers in de modus Auto Heading de paragraaf Koers aanpassen met de bochtknoppen of de joystick. 6. Zie voor uitschakelen van de modus Auto Heading de paragraaf Auto Heading (automatische koers) uitschakelen. 7. Druk op AUTO HEADING voor de tweede keer om de Autopilot stand-by te zetten en alle lampjes behalve het standbylampje uit te schakelen M nld JULI 2015 Bladzijde 27

32 Hoofdstuk 2 - Op het water Koers aanpassen met de "Turn"-knoppen of de joystick In de modus Auto Heading veranderen de bochtknoppen (koersaanpassingsknoppen) de ingestelde koers telkens wanneer u ze indrukt. Ook als u de joystick een seconde naar links of rechts zet, wordt de koers aangepast. Druk op de bochtknop in de richting van de gewenste koerswijziging. Met elke druk op de knop verandert de koers met 10. a b a - knop voor bocht naar bakboord (koersaanpassing) b - knop voor bocht naar stuurboord (koersaanpassing) c - Auto Heading-knop en -lampje d - hervattingsknop en -lampje d c Beweeg de joystick een seconde lang in de gewenste richting om kleine aanpassingen te maken in de gekozen koers en houd de joystick in deze stand vast. Elke beweging die wordt herkend past de gekozen koers aan met 1. NB: De joystick moet over meer dan 50% van zijn bereik bewegen, anders wordt de beweging niet herkend als invoersignaal. Er klinkt een pieptoon. Een koers hervatten De koers aanpassen naar stuurboord De hervattingsknop licht op als er een vorige koers voor hervatting beschikbaar is. BELANGRIJK: De vorige koers kan alleen worden hervat binnen vier minuten nadat Auto Heading is uitgeschakeld door het stuurwiel voorbij de arreteerstand te draaien, of als de boot niet meer dan 90 is gedraaid. Druk op de hervattingsknop om de vorige koers te hervatten als u Auto Heading hebt uitgeschakeld door het stuurwiel te draaien. Auto Heading (automatische koers) uitschakelen 1. U kunt de modus Auto Heading op een van de volgende manieren uitschakelen: Zet de ERC-hendels voor alle motoren in neutraal. Het lampje van de Auto Heading-knop gaat uit en het standbylampje gaat branden. Draai het stuurwiel voorbij de elektronische arreteerstand. Het lampje van de Auto Heading-knop gaat uit en het hervattingslampje gaat branden. Druk op de Auto Heading-knop op de Autopilot-trackpad. Het lampje van de Auto Heading-knop gaat uit en het stand-bylampje gaat branden. 2. Er klinkt een pieptoon en de VesselView-display wordt grijs om aan te geven dat de modus in stand-by staat. Bladzijde M nld JULI 2015

33 Hoofdstuk 2 - Op het water 3. Als het hervattingslampje brandt, kunt u op RESUME drukken om de koers in Auto Heading te hervatten. Zie Een koers hervatten. Als u de koers niet wilt hervatten, drukt u een keer op de Auto Heading-knop om de modus stand-by te zetten. 4. Als het stand-bylampje wel maar het hervattingslampje niet brandt, kunt u de koers niet hervatten door op de hervattingsknop te drukken. Zie Een koers hervatten. Druk op de Auto Heading-knop om de modus Auto Heading helemaal af te sluiten. Track Waypoint (bestemmingspunt volgen)! WAARSCHUWING Vermijd ernstig of dodelijk letsel. Onnadenkend gebruik van de boot kan resulteren in aanvaringen met andere schepen, zwemmers of de bodem. De Autopilot houdt een vooringestelde koers aan maar reageert niet automatisch op gevaren in de nabijheid van de boot. De bestuurder moet aan het roer blijven staan om gevaren te ontwijken en opvarenden te waarschuwen bij koerswijzigingen. Met Track Waypoint navigeert de boot automatisch naar een bepaalde bestemming of een reeks van bestemmingen (de bestemmingsroute). Deze functie is bedoeld voor gebruik op open water dat vrij is van obstakels boven en onder de waterlijn. Kijk naar de hieronder afgebeelde voorbeeldroute: Bestemmingspunten worden getoond in genummerde vierkanten binnen de aankomstcirkel (een cirkel met streepjeslijn rondom het genummerde vierkant). Er is een gevaar tussen routepunt 1 en 2. Als deze routepunten voor de route worden gebruikt, zal de Autopilot proberen om door de gevarenzone heen te varen. De bestuurder moet routepunten selecteren waarmee alle gevaren worden vermeden. Bestemmingspunt 4 bevindt zich te dicht bij 3 om voor dezelfde route te worden gebruikt. Bestemmingspunten moeten zich op voldoende afstand van elkaar bevinden, zodat de aankomstcirkels elkaar niet snijden M nld JULI 2015 Bladzijde 29

34 Hoofdstuk 2 - Op het water Een route wordt samen met de routepunten 1, 2 en 3 weergegeven door de rechte streepjeslijn. Het Autopilot-systeem zal proberen via deze route te navigeren. De bestuurder moet ervoor zorgen dat de route geen gevaren bevat en dient hierop tijdens het varen te blijven letten. Voorbeeldroute Wanneer de functie Track Waypoint geactiveerd is en de boot in bedrijf wordt gesteld, geldt het volgende: De bestuurder moet altijd aan het roer blijven staan. Deze functie is niet bedoeld om de boot zonder toezicht te gebruiken. Gebruik Track Waypoint niet als enige navigatiebron. BELANGRIJK: Track Waypoint kan alleen worden gebruikt met door Mercury Marine goedgekeurde kaartplotters. De gegevens van het routepunt moeten aan VesselView worden geleverd door een kaartplotter van een andere fabrikant. De aankomststraal moet op ten hoogste 0,05 zeemijl worden ingesteld. Zie de handleiding van de kaartplotter voor meer informatie. De nauwkeurigheid van de functie kan worden beïnvloed door omgevingsfactoren en een onjuist gebruik. Raadpleeg de volgende informatie tijdens gebruik van de functies Track Waypoint en Waypoint Sequencing. Waypoint-gegevens afstandsinstellingen Tussen bestemmingspunten Aankomstalarmen Meer dan 1.0 zeemijl (1,85 km) Niet minder dan 0,1 zeemijl (0,19 km) De modus Track Waypoint (bestemmingspunt volgen) inschakelen De modus Track Waypoint (routepunt volgen) inschakelen: 1. Schakel de kaartplotter in en kies een routepunt of een te volgen bestemmingsroute. 2. Zet ten minste één ERC-hendel op vooruit. Track Waypoint werkt niet als beide hendels in neutraal of achteruit staan. 3. Stuur de boot handmatig in de richting van het eerste bestemmingspunt en houd de boot in die koers met een veilige vaarsnelheid.! OPGELET Voorkom letsel als gevolg van onverwacht keren op hoge snelheid. Wanneer de functie Track Waypoint of Waypoint Sequence wordt ingeschakeld in planee, kan de boot hierdoor een scherpe bocht maken. Bevestig de richting van het volgende bestemmingspunt voordat u deze autopilot functies inschakelt. Zorg dat u tijdens het varen in de Waypoint Sequence modus altijd actie kunt ondernemen bij het bereiken van een bestemmingspunt. 4. Druk op TRACK WAYPOINT op de Autopilot-trackpad. Het Track Waypoint-lampje gaat branden en er klinkt een enkele pieptoon om aan te geven dat de modus Track Waypoint is ingeschakeld. NB: Er klinken twee pieptonen als de modus Track Waypoint niet wordt ingeschakeld. Bladzijde M nld JULI 2015

35 Hoofdstuk 2 - Op het water De Autopilot gaat naar het eerste routepunt op de koers van de kaartplotter. Track Waypoint-knop en lampje 5. VesselView geeft het routepunt voor de Autopilot aan. Op de display wordt de digitale koers weergegeven die de boot volgt, en dat de Autopilot met koers naar het routepunt (bearing to waypoint; BTW) is vergrendeld NB: De bochtknoppen op de Autopilot-trackpad kunnen geen bocht starten als de modus Track Waypoint is ingeschakeld. Bochtfuncties zijn alleen beschikbaar in de modus Auto Heading. De Track Waypoint-modus uitschakelen Schakel de modus Track Waypoint uit via een van de volgende handelingen: Druk op TRACK WAYPOINT op de Autopilot-trackpad. Het Track Waypoint-lampje gaat uit en het stand-bylampje gaat branden. Draai het stuurwiel voorbij de arreteerstand. De Autopilot komt stand-by te staan. Zet beide ERC-hendels in neutraal. De Autopilot komt stand-by te staan. Druk op AUTO HEADING. De Autopilot komt in de modus Auto Heading te staan. Schakel de kaartplotter uit. De Autopilot komt stand-by te staan. "Turn"-knoppen in de Track Waypoint-modus Wanneer u vanuit de modus Track Waypoint de linker of rechter bochtknop op de Autopilot-keypad indrukt, verandert de modus in Auto Heading. Auto Heading-knop in de Track Waypoint-modus Wanneer u vanuit de modus Track Waypoint op AUTO HEADING drukt, schakelt de Autopilot over op de modus Auto Heading. Draaien aangeven bij aankomst op bestemmingspunt BELANGRIJK: In tegenstelling tot de modus Waypoint Sequence zal de modus Track Waypoint de boot niet automatisch draaien na aankomst op een uitgezet routepunt. 1. Wanneer de boot de aankomstzone van een routepunt binnenkomt zoals aangegeven door de kaartplotter, gebeurt het volgende: Er klinken een lange en twee korte pieptonen M nld JULI 2015 Bladzijde 31

36 Hoofdstuk 2 - Op het water Het Waypoint Sequencing-lampje begint te knipperen om de bestuurder te laten weten dat men is aangekomen. De in VesselView weergegeven informatie verandert. 2. Als de koers nu veilig op het volgende routepunt kan worden ingesteld, drukt de bestuurder op WAYPOINT SEQUENCE om het routepunt te bevestigen. De Autopilot keert de boot automatisch en kiest een nieuwe koers. 3. Als de koers niet veilig op het volgende routepunt kan worden ingesteld, moet de bestuurder de besturing van de boot overnemen. BELANGRIJK: Als het routepunt niet wordt bevestigd of de bestuurder de besturing niet overneemt, hervat de Autopilot de modus Auto Heading en wordt de huidige koers aangehouden. De Autopilot volgt deze koers totdat de bestuurder de besturing overneemt. Als de bestuurder niet goed oplet, kan de boot tegen een ander vaartuig of een object in het water botsen of kan hij aan de grond lopen. 4. Als het routepunt niet wordt bevestigd, schakelt de Autopilot de modus Track Waypoint uit en wordt de huidige koers in de modus Autopilot aangehouden. 5. Voer aan het einde van de route een nieuw routepunt of een nieuwe route in, of neem de besturing van de boot over. Anders hervat de Autopilot de modus Auto Heading en blijft hij varen volgens de laatste koers Waypoint Sequence (reeks bestemmingspunten) BELANGRIJK: In tegenstelling tot de modus Track Waypoint zal de modus Waypoint Sequence de boot altijd automatisch draaien na aankomst op een uitgezet routepunt. 1. Schakel de kaartplotter in en kies een te volgen bestemmingsroute. 2. Zet ten minste één ERC-hendel op vooruit. De modus Waypoint Sequence wordt niet ingeschakeld als beide hendels in neutraal of achteruit staan. 3. Als het Track Waypoint-lampje niet brandt, drukt u op TRACK WAYPOINT. 4. Druk op WAYPOINT SEQUENCE om de modus Waypoint Sequence in te schakelen. Bladzijde M nld JULI 2015

37 Hoofdstuk 2 - Op het water 5. VesselView laat een pieptoon horen om aan te geven dat het systeem in de modus Waypoint Sequence van Autopilot staat, geeft de kompaskoers weer en geeft aan dat de Autopilot met koers naar routepunt (bearing to waypoint; BTW) is vergrendeld. 6. Als u zich in het aankomstgebied van een routepunt bevindt dat is ingesteld door de kaartplotter, meldt de modus Waypoint Sequence alleen aan de Autopilot dat de boot verder kan gaan naar het volgende routepunt. De modus Waypoint Sequence fungeert als bevestiging van het routepunt en de Autopilot laat een pieptoon horen zodra de boot zich in de zone bevindt. 7. Als u zich niet in een eerder ingestelde aankomstzone van een routepunt bevindt, start de modus Waypoint Sequence de functie voor automatisch varen naar de routepunten in de route. Bevestig dat u de informatie op het VesselView pop-upscherm hebt begrepen en druk op de Waypoint Sequence-knop Blijf alert. In deze modus maakt de boot automatisch bochten. U hoort zeker te weten dat de boot veilig een bocht kan maken zodra de boot de aankomstzone van een routepunt bereikt. Laat de opvarenden weten dat de boot automatisch een bocht maakt, zodat ze hierop voorbereid zijn. 9. Om de modus Auto Sequence uit te schakelen, drukt u op de Waypoint Sequence-knop wanneer de boot zich niet in de aankomstzone van een routepunt bevindt. 10. Druk nogmaals op de Track Waypoint-knop om het systeem stand-by te zetten. Alle lampjes gaan uit, behalve het stand-bylampje. Cruisecontrol Het VesselView-systeem bevat een geïntegreerde cruisecontrol, waarmee de bestuurder het piektoerental naar keuze lager instelt dan volgas. Voor deze functie is VesselView nodig. Raadpleeg de eigenaarshandleiding van uw VesselView voor bedieningsinstructies. Deze extra opmerkingen zijn speciaal bedoeld voor uw installatie: U kunt de cruisecontrol op elk moment via het scherm veranderen of uitschakelen. Wanneer u de contactsleutel naar Uit draait, wordt de cruisecontrol gereset. Als de cruise-limiet wordt gewijzigd terwijl de hendels op vol gas staan, past de instelling zich geleidelijk aan de nieuwe snelheid aan M nld JULI 2015 Bladzijde 33

38 Hoofdstuk 2 - Op het water De cruisecontrol wordt niet uitgeschakeld als de ERC-hendels op een hoger motortoerental staan dan het daadwerkelijke toerental. Zet de hendels terug in de vooruit-arreteerstand om uit te schakelen. Bladzijde M nld JULI 2015

39 Inhoudsopgave Hoofdstuk 3 - Problemen oplossen Hoofdstuk 3 - Problemen oplossen Kijk eerst op VesselView Diagnose van problemen met DTS Motorbewakingssysteem Tabellen voor probleemoplossing Joystick Elektronische afstandsbedieningen Stuursysteem Onderdelen van de DTS trackpad Automatische piloot Skyhook M nld JULI 2015 Bladzijde 35

40 Hoofdstuk 3 - Problemen oplossen Kijk eerst op VesselView Uw VesselView-display is de belangrijkste informatiebron voor de verschillende functies van uw boot. Kijk op het VesselView-display als u vermoedt dat er een probleem is. VesselView geeft storingen en andere informatie weer die behulpzaam kan zijn bij het bepalen wat op dat moment de status is van verschillende systemen die de oorzaak zouden kunnen zijn van het probleem, en wat de oplossing zou kunnen zijn. Diagnose van problemen met DTS Uw erkende Mercury Mariner-dealer beschikt over de juiste service-instrumenten voor de diagnose van problemen met DTS-systemen (digitale gas- en schakelbediening). De ECM (Electronic Control Module, elektronische regelmodule) of PCM (Propulsion Control Module, voortstuwingsregelmodule) op deze motoren kan sommige problemen met het systeem detecteren terwijl ze zich voordoen en slaat dan een storingscode in het geheugen van de regelmodule op. Deze code kan dan later door een monteur worden gelezen met behulp van een speciaal diagnoseapparaat. Motorbewakingssysteem Het Engine Guardian-systeem controleert de sensoren op de motor voor vroege aanwijzingen van problemen. Het systeem reageert op een probleem door een hoornsignaal te geven en/of het motorvermogen te verminderen ter bescherming van de motor. Neem gas terug als het motorbewakingssysteem is geactiveerd. De hoorn gaat uit als het toerental weer onder de toegestane limiet valt. Raadpleeg een erkende Mercury Marine-dealer voor ondersteuning. Tabellen voor probleemoplossing Joystick Symptoom De joystick bestuurt de boot niet. De reactie op de joysticksignalen is onvoorspelbaar of de joystick werkt niet volgens de bediening. De joystick werkt niet goed en er is een storingscode geactiveerd. De joystick werkt onvoorspelbaar. Oplossing Een of beide ERC-hendels staan niet in neutraal. Zet de ERC-hendels in neutraal. Controleer of er ten minste twee motoren (een aan bakboord en een aan stuurboord; zie OPMERKING hieronder) draaien. Start de motor of motoren. Zorg dat er bij de joystick geen radio's of andere bronnen van elektronische of magnetische interferentie zijn. Controleer VesselView op storingscodes van het Engine Guardian-systeem die aangeven dat het motorvermogen wordt begrensd. Laat het systeem door een erkend Mercury Marine-dealer nakijken als deze storingscodes worden aangetroffen. Controleer de trimstand. Trim de motoren omlaag. De joystick is te gevoelig. Schakel de afmeermodus in. Dit vermindert het beschikbare vermogen met 30%. NB: Om de boot met de joystick te kunnen besturen, moeten er ten minste twee motoren draaien. Op toepassingen met drie motoren moeten dit de twee buitenste motoren zijn. Op toepassingen met vier motoren kan dit elke combinatie van ten minste een bakboord- en een stuurboordmotor zijn (m.a.w. twee buitenste of twee binnenste motoren, of bakboord binnen en stuurboord buiten dan wel bakboord buiten en stuurboord binnen). Elektronische afstandsbedieningen Symptoom Het is te moeilijk of te makkelijk om de ERC-hendel uit de neutraal-arreteerstand te halen. De ERC-hendel heeft te veel of te weinig weerstand door zijn bewegingsbereik. De ERC-hendel verhoogt het motortoerental, maar de motoren schakelen niet in versnelling en de boot beweegt niet. De ERC-hendel bedient de motoren maar ze komen niet op vol gas. De ERC-hendel bedient de motor maar reageert niet lineair. Stel de arreteerspanning af. Stel de spanningsschroef van de hendel af. Oplossing Kijk naar de Alleen-gasknop op de DTS-trackpad. Als het lampje brandt, zet u de ERChendels in neutraal en drukt u op de knop om de functie uit te schakelen. Zet de contactschakelaars van alle motoren op Uit. Zet ze vervolgens allemaal op Aan. Kijk op VesselView of er storingscodes of popups verschijnen. Vouw de tekst van de storingscode uit om te zien of u iets moet doen. Neem contact op met een erkende Mercury Marine-dealer. Als de motor maar tot 50% van vol gas komt, controleer dan de afmeerknop op de DTStrackpad. Als het lampje brandt, zet u de hendels in neutraal en drukt u op de knop om de functie uit te schakelen. Kijk op VesselView om te zien of cruise control aan staat. Zet cruise control uit. Inspecteer de schroef op eventuele schade en vervang hem als hij beschadigd is. Neem contact op met uw erkende Mercury Marine-dealer om de beschadigde schroef te laten repareren. Controleer VesselView op storingscodes van de motorbewaking die aangeven dat het motorvermogen is verminderd. Neem in dat geval contact op met uw erkende Mercury Marine-dealer. Kijk naar de Langzaam-varenknop op de DTS-trackpad. Als het lampje brandt, zet u de hendels in neutraal en drukt u op de Langzaam-varenknop om de functie uit te schakelen. Bladzijde M nld JULI 2015

41 Hoofdstuk 3 - Problemen oplossen Symptoom Alle motoren reageren als er één ERC-hendel wordt bewogen. De ERC-bediening, joystick en het stuurwiel werken niet. De boot vaart vooruit maar kan niet snel achteruit varen. Oplossing Overtuig u ervan dat de afmeermodus en de cruisecontrol niet zijn ingeschakeld. Kijk naar de Enkele-hendelknop op de DTS-trackpad. Zet als het lampje brandt de hendels in neutraal en druk op 1 LEVER om de functie uit te schakelen. Druk op TRANSFER op de DTS-trackpad om de besturingsfunctie op het roer te herstellen. (Alleen op boten met meerdere roeren.) Trim de motoren omlaag. Stuursysteem Symptoom Het stuurwiel bestuurt de boot maar werkt zonder eindpunten. Het stuurwiel bestuurt de boot niet. De besturing werkt maar de boot reageert traag. Het stuurwiel draait voorbij het eindpunt. Oplossing De contactsleutel aan stuurboord staat op Uit. Zet de contactsleutel op Aan. Controleer de stroomverbreker van het voedingscircuit aan stuurboord. Zet de stroomverbreker terug als hij is doorgeslagen. Neem gas terug en schakel over op joystickbediening om te sturen. Kijk of er storingen worden weergegeven op de VesselView. Controleer alle zekeringen op de motor, bij het roer en bij de accu. Controleer of alle stroomverbrekers zijn gesloten en zet ze zo nodig terug. Controleer de draadboomconnectors in de stuuractuators. Controleer het stuurvloeistofpeil en vul bij naar vereist. Neem contact op met uw erkende Mercury Marine-dealer voor service. Controleer de trimstand. Stel bij naar vereist. Controleer of alle motoren werken. Zet de contactschakelaars van de motoren op Uit en weer op Aan. Controleer het stuurvloeistofpeil en vul bij naar vereist. Neem contact op met uw erkende Mercury Marine-dealer voor service. Zet de contactsleutel naar Uit en weer naar Aan om de zelfcentrering van het stuurwiel te herstellen en de storingscode te wissen. Onderdelen van de DTS-trackpad NB: Zie Elektronische afstandsbedieningen voor nog meer situaties waarbij de ERC en trackpad betrokken zijn. Symptoom De bootbesturing blijft in de aanlegmodus hangen. De bootbesturing blijft in de Alleengasmodus hangen. De bootbesturing blijft in de Enkelehendelmodus hangen. Oplossing Als de trackpadfuncties zijn ingeschakeld terwijl de motoren draaien en een van de motoren afslaat of wordt uitgeschakeld, wordt de trackpad in die functie vergrendeld. Start de motor en sluit de functie af. Automatische piloot Symptoom De modus Track Waypoint werkt niet. Controleer of de kaartplotter is ingeschakeld. Oplossing Controleer of de kaartplotter beschikt over een actief routepunt. Controleer of de vaarsnelheid vooruit meer is dan 2,6 knopen (3 mph). Controleer of de kaartplotter communiceert met VesselView. Vergelijk de namen van routepunten. Deze moeten hetzelfde zijn. Controleer of het stuurwiel eindarreteerstanden heeft. Zie als er geen eindarreteerstanden zijn de paragraaf Stuursysteem. Controleer de werking van het GPS. Schakel de kaartplotter uit en controleer breedte en lengte op VesselView. Skyhook Symptoom Skyhook werkt niet. Oplossing Controleer of VesselView is ingeschakeld. VesselView moet worden ingeschakeld om Skyhook te laten werken. Controleer de werking van het GPS. Zet de contactsleutels op Uit en weer op Aan als de unit is blijven hangen. Controleer of er ten minste twee motoren (een aan bakboord en een aan stuurboord; zie OPMERKING hieronder) draaien. Start de motor of motoren. NB: Voor werking van Skyhook moeten er ten minste twee motoren draaien. Op toepassingen met drie motoren moeten dit de twee buitenste motoren zijn. Op toepassingen met vier motoren kan dit elke combinatie van ten minste een bakboorden een stuurboordmotor zijn (m.a.w. twee buitenste of twee binnenste motoren, of bakboord binnen en stuurboord buiten dan wel bakboord buiten en stuurboord binnen). 90-8M nld JULI 2015 Bladzijde 37

42 Hoofdstuk 3 - Problemen oplossen Aantekeningen: Bladzijde M nld JULI 2015

43 Inhoudsopgave Hoofdstuk 4 - Onderhoud Hoofdstuk 4 - Onderhoud Onderhoud van de buitenboordmotor Beschermkabels en veren Zekeringen Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren Stuuractuator Joystick Piloting M nld JULI 2015 Bladzijde 39

44 Hoofdstuk 4 - Onderhoud Onderhoud van de buitenboordmotor Om uw buitenboordmotoren in optimale bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat voor de buitenboordmotoren de periodieke inspecties en onderhoudsprocedures worden uitgevoerd die vermeld staan in het Verado handboek voor de eigenaar dat met uw motoren is meegeleverd. Wij dringen er bij u op aan om de buitenboordmotoren naar behoren te laten onderhouden, om de veiligheid van uzelf en uw passagiers zeker te stellen en tevens de betrouwbaarheid ervan in stand te houden. Beschermkabels en veren BELANGRIJK: De beschermkabels en veren voorkomen dat de motoren tegen elkaar stoten. Om beschadiging van de motorkappen of motoren te voorkomen, moeten kabels van de juiste lengte in de juiste richting en met de juiste veren worden geïnstalleerd. Schade door verkeerde of verkeerd geïnstalleerde kabels en veren wordt niet door de garantie gedekt. Het is het beste om dit onderhoud door de plaatselijke erkende Mercury-dealer te laten uitvoeren. De beschermkabels en veren moeten als volgt worden vervangen: Om de twee jaar bij varen in zout water. Om de vijf jaar bij varen in zoet water. Zekeringen BELANGRIJK: De 20A-zekering voor de voeding van de thrust vector module (TVM) bevindt zich alleen in het zekeringblok voor motoren met joystickbesturing. Alle andere zekeringen zijn identiek aan die voor de standaard Verado, en staan vermeld in de handleiding voor de eigenaar van uw buitenboordmotor. De elektrische circuits op de buitenboordmotor worden door zekeringen in de bedrading tegen overbelasting beschermd. Probeer als een zekering is doorgebrand om de oorzaak van de overbelasting op te sporen en te verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering nogmaals doorbranden. Verwijder de zekeringtrekker uit de houder. Neem de kap van de zekeringhouder. Verwijder de zekering die waarschijnlijk is doorgebrand en kijk naar de zilveren strip in de zekering. Als de strip onderbroken is, vervangt u de zekering. Vervang de zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde ampèrage. a c d e f 2 j Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren 20 g h k i b a - zekeringtrekker b - zekeringhouder c - bruikbare zekering d - open (doorgesmolten) zekering e - elektronische regelmodule en ontluchtingsklep "ECM" - 20A-zekering f - bobines "IGN. COILS' 20A-zekering g - brandstoftoevoer "FUEL" 20A-zekering h - reservezekeringen (3) i - voeding thrust vector module (TVM) 20A-zekering j - diagnoseaansluiting 2A-zekering k - drukklep en turbodrukklep injector 'INJ. PWR.' 20A-zekering Verwijder het stuurbekrachtigingsdeksel en vul de dop om het vloeistofpeil te controleren. Het vloeistofpeil hoort net iets onder de onderkant van de vulopening te staan. Vul zo nodig bij met SAE 0W-30 synthetische stuurbekrachtigingsvloeistof. a b c a - deksel stuurbekrachtiging b - vuldop c - peil vullen/vol Bladzijde M nld JULI 2015

45 Hoofdstuk 4 - Onderhoud Ref.-nr. tube Beschrijving Gebruikt in Onderdeelnr. 138 SAE 0W-30 synthetische stuurbekrachtigingsvloeistof Stuuractuator Joystick Piloting Stuurbekrachtigingssysteem K01 De stang van de stuuractuator op modellen met joystickbesturing hoeft niet als onderdeel van onderhoud gesmeerd te worden. Als de hefboomstang wordt gesmeerd, kan dat ertoe leiden dat de inwendige afdichtingen omhoog worden gedrukt en dat er water in het afgedichte gedeelte van de actuator binnendringt. Dat kan leiden tot inwendige corrosie waardoor de actuator beschadigd raakt. De hefboomstang hoeft niet te worden gesmeerd. Breng geen vet of smeermiddelen aan op de hefboomstang. Schuif de actuator uit en verwijder al het vet als u dat op de actuator aantreft. De hefboomstang is gemaakt van vernikkeld roestvast staal en zal niet corroderen. BELANGRIJK: Breng geen vet of smeermiddelen aan op de hefboomstang. a b b a - Verlengarm b - schroef (2) c - Hefboomstang c M nld JULI 2015 Bladzijde 41

Verspreid in deze publicatie ziet u de veiligheidswaarschuwingen GEVAAR en LET OP (vergezeld van het

Verspreid in deze publicatie ziet u de veiligheidswaarschuwingen GEVAAR en LET OP (vergezeld van het Welkom U hebt een van de beste buitenboordmotorproducten ter wereld aangeschaft. Het bevat diverse speciaal ontworpen functies die het gebruik vereenvoudigen en het product duurzaam maken. Bij goed gebruik

Nadere informatie

Overal in deze publicatie en op uw motorinstallatie vindt u de termen Waarschuwing, Voorzichtig en Kennisgeving,

Overal in deze publicatie en op uw motorinstallatie vindt u de termen Waarschuwing, Voorzichtig en Kennisgeving, Welkom U hebt een van de beste scheepsmotorinstallaties ter wereld aangeschaft. Deze bevat diverse speciaal ontworpen functies die het gebruik vereenvoudigen en het product duurzaam maken. Bij goed gebruik

Nadere informatie

Overal in deze publicatie en op uw motorinstallatie vindt u de termen Waarschuwing, Voorzichtig en Kennisgeving,

Overal in deze publicatie en op uw motorinstallatie vindt u de termen Waarschuwing, Voorzichtig en Kennisgeving, Welkom U hebt een van de beste scheepsmotorinstallaties ter wereld aangeschaft. Deze bevat diverse speciaal ontworpen functies die het gebruik vereenvoudigen en het product duurzaam maken. Bij goed gebruik

Nadere informatie

Motorconfiguratie Motorvermogen Model hekaandrijving 200 Bravo Three 250 Bravo Three 300 Bravo Three 350 Bravo Three

Motorconfiguratie Motorvermogen Model hekaandrijving 200 Bravo Three 250 Bravo Three 300 Bravo Three 350 Bravo Three Betrokken modellen De inhoud van deze handleiding heeft betrekking op de Axius Joystick Piloting for Sterndrives die wordt gebruikt op de volgende MerCruiser motorinstallaties: 4.5L V6 6.2L V8 Motorconfiguratie

Nadere informatie

Motorconfiguratie Emissiecertificatie Motorvermogen Model hekaandrijving

Motorconfiguratie Emissiecertificatie Motorvermogen Model hekaandrijving Betrokken modellen De inhoud van deze handleiding heeft betrekking op de Joystick Piloting for Sterndrives (joystickbesturing voor hekaandrijvingen) die wordt gebruikt op de volgende Mercury Diesel-motorinstallaties:

Nadere informatie

! GEVAAR. Duidt een gevaarlijke situatie aan die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden. !

! GEVAAR. Duidt een gevaarlijke situatie aan die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden. ! Welkom U hebt een van de beste scheepsmotorinstallaties ter wereld aangeschaft. Deze bevat diverse speciaal ontworpen functies die het gebruik vereenvoudigen en het product duurzaam maken. Bij goed gebruik

Nadere informatie

2016 Mercury Marine. Joystick Piloting for Inboards een of twee motoren. Bedieningshandleiding

2016 Mercury Marine. Joystick Piloting for Inboards een of twee motoren. Bedieningshandleiding 2016 Mercury Marine Joystick Piloting for Inboards een of twee motoren Bedieningshandleiding 8M0125458 816 nld nld Welkom U hebt een van de beste scheepsmotorinstallaties ter wereld aangeschaft. Deze bevat

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding 2017 Mercury Marine Besturing met joystick voor binnenboordmotoren - enkele of dubbele motor Bedieningshandleiding 8M0128697 1216 nld nld Welkom U hebt een van de beste scheepsmotorinstallaties ter wereld

Nadere informatie

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Alarmsysteem met afstandsbediening leidraad bij het instellen - Dutch Geachte klant, In deze handleiding vindt u de informatie en bedieningen die nodig

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Lees de gebruikershandleiding voor gebruik zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de verschillende functies van uw autoalarm. Deze handleiding beschrijft de functies

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist BEDIENINGSUITLEG 1 - Bestuurderszetel 17 - Hendel stuurafstelling 2 - Sleutelschakelaar (START) 18 - Bedieningshendel hijsen linker

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding 1 Aan de eigenaar Gefeliciteerd met de aankoop van uw Haswing elektrische buitenboordmotor. Een Haswing is een duurzaam kwaliteitsproduct, ontworpen om topprestaties te leveren. Bovendien

Nadere informatie

Vehicle Security System VSS3 - Vehicle original remote

Vehicle Security System VSS3 - Vehicle original remote Vehicle Security System VSS3 - Vehicle original remote Originele afstandsbediening van het voertuig leidraad bij het instellen - Dutch Geachte klant, In deze handleiding vindt u de informatie en bedieningen

Nadere informatie

Elektrische muurbeugel

Elektrische muurbeugel E HANDLEIDING Elektrische muurbeugel IR ontvanger programmeren: (AB = afkorting voor afstandsbediening) STAP 1: Druk en houd voor 5 seconden ingedrukt totdat de LED gaat knipperen en aan blijft, dan druk

Nadere informatie

Bell-control GEBRUIKERSHANDLEIDING (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29,

Bell-control GEBRUIKERSHANDLEIDING (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29, GEBRUIKERSHANDLEIDING Bell-control (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29, NL-2801DA Gouda The Netherlands Tel.: +31-85-4868530 e-mail: info@bellmarine.nl www.bellmarine.nl Copyright 2016 IDTechnology,

Nadere informatie

Digitale momentsleutel 6-30 Nm 1/4"D

Digitale momentsleutel 6-30 Nm 1/4D Onderdeelnr. 5167 Digitale momentsleutel 6-30 Nm 1/4"D www.lasertools.co.uk Referentieformulier Primaire schaal: 6-30 Nm Secundaire schaal: 11,5-59 Ft/Lbs Aandrijving: 1/4"D Functies: 5 instellingen: Kg-m

Nadere informatie

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S DASHBOARD 1 Linker hendel: bediening buitenverlichting - 2 Instrumentenpaneel - 3 Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer

Nadere informatie

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN E81931 2 U mag de stoel niet tijdens het rijden verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1 De stoel, de hoofdsteun, de

Nadere informatie

NL ESP-Systeem

NL ESP-Systeem 603.83.515 NL ESP-Systeem ESP-SYSTEEM (Electronic Stability Program) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking

Nadere informatie

Module Gebruikershandleiding E46 Module

Module Gebruikershandleiding E46 Module Module Gebruikershandleiding E46 Module Versie 1.1 Inhoudsopgave 1 Begrippenlijst... 3 2 Algemene informatie... 4 2.1 PC-Modus / Auto-Modus... 4 2.2 In- en uitschakelen... 4 2.3 Verbinden PC... 5 2.4 Verbinden

Nadere informatie

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33. Instrumenten verklikkerlichten De verklikkerlichten die hier staan vermeld, zijn niet in alle auto s aanwezig. Deze beschrijving geldt voor alle instrumentenuitvoeringen. X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht met sirene. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88

Nadere informatie

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive Duurzaam rijden, samen met ECOdrive Beknopte gebruiksaanwijzing Algemene versie 07-2014 Introductie Het duurzaam ondernemen wordt steeds belangrijker. Veel bedrijven zijn verplicht CO 2 -doelstellingen

Nadere informatie

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING LMD-AE-09HDI-SET LMD-AE-12HDI-SET LMD-AE-18HDI-SET LMD-AE-24HDI-SET Pag 1 Inhoud: Afstandsbediening specificatie.. 3 Afstandsbediening functies.. 4 Betekenis

Nadere informatie

DUTCH Document number: Date:

DUTCH Document number: Date: DUTCH Document number: 86142-1 Date: 02-2011 Let op: Zorg dat u er altijd zicht op hebt Met automatische koersbesturing is het besturen van uw schip gemakkelijker, maar het is GEEN vervanging van goed

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION DV6500 CTO

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION DV6500 CTO U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP PAVILION DV6500 CTO. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP PAVILION DV6500 CTO in de gebruikershandleiding

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene installatiehandleiding Alarmlicht met sirene INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT MET SIRENE Gefeliciteerd met de aankoop van het Egardia alarmlicht met sirene. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektrische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u door zijn elektrische ondersteuning

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Inhoud

Gebruikershandleiding Inhoud Gebruikershandleiding Inhoud 1 Overzicht onderdelen...4 2 Display en bediening... 6 2.1 Functies stuurbediening... 6 2.2 Functies display... 7 2.3 Gashendel (Optioneel)... 9 3 atterijpakket en lader...

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

Automatische transmissie

Automatische transmissie Automatische transmissie TRANSMISSIEHENDEL H3916 De CommandShift transmissie kan als automaat en als handbak worden gebruikt. Automatische bediening Normaal staat de transmissie op 'automatisch'. Nadat

Nadere informatie

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions Awning Instructions Wind, Sun & Rain Sensor Instructions B C D Nederlands Wind, Zon & Regen Sensor Instructies Inhoud Garantie Voordat u de sensor aansluit raden wij u aan de instructies zorgvuldig door

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7 GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS

Nadere informatie

WS 9006 instructiehandleiding. Gebruikershandleiding 1. Functies

WS 9006 instructiehandleiding. Gebruikershandleiding 1. Functies WS 9006 instructiehandleiding Gebruikershandleiding 1. Functies 1.1 Regenmeter - Controle van de Actuele, 1 H, 24 H en Totale Regenval - Controle Dagelijkse, Wekelijkse en Maandelijkse Regenval in Staafdiagrammen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Inhoud

Gebruikershandleiding Inhoud Gebruikershandleiding Inhoud 1 Overzicht onderdelen...4 2 Display en bediening... 6 2.1 Functies stuurbediening... 6 2.2 Functies display... 8 2.3 Gashendel... 11 3 Batterijpakket en lader... 12 3.1 Batterijpakket

Nadere informatie

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel.

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel. Nederlands Instructies voor vervanging Videokaart AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking:

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing LivingColors Iris

Gebruiksaanwijzing LivingColors Iris Gebruiksaanwijzing LivingColors Iris Uitpakken en installeren Aan de slag met uw LivingColors Als u de LivingColors uitpakt, is deze al gekoppeld aan de afstandsbediening. U hoeft alleen nog maar de stekker

Nadere informatie

installatiehandleiding Bewegingsmelder

installatiehandleiding Bewegingsmelder installatiehandleiding Bewegingsmelder INSTALLATIEHANDLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van de Egardia bewegingsmelder. Website Egardia www.egardia.com Klantenservice Meer informatie over de installatie

Nadere informatie

installatiehandleiding Alarmlicht

installatiehandleiding Alarmlicht installatiehandleiding Alarmlicht INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88 E-mail WoonVeilig klantenservice@woonveilig.nl

Nadere informatie

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A Nederlands Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN 461332) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN 471042) A9638059 en A9638060 Hartelijk dank dat u voor deze originele Triumph-accessoireset

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING TECHNISCHE HANDLEIDING TIMER SCHAKELAAR Sleutelschakelaar met timerfunctie 230/380V / 4 x 10 Amp - 1 x 2 AMP inschakelbaar incl. LED controle, uitvoering opbouw ASW BV 2011 Technische Handleiding Documentversie

Nadere informatie

Helphandleiding. (DI2-Adapter voor ander E-BIKE systeem)

Helphandleiding. (DI2-Adapter voor ander E-BIKE systeem) (Dutch) HM-EO.3.2.0-01 Helphandleiding (DI2-Adapter voor ander E-BIKE systeem) Dank u voor de aankoop van Shimano producten. Deze instructiehandleiding geeft uitleg over de bediening van E-TUBE PROJECT.

Nadere informatie

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet Beste Gebruiker, Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Neemt u a.u.b. deze handleiding zorgvuldig

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van deze UHF- PLL 40 kanaals rondleidingsysteem en draadloze

Nadere informatie

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display 1 Product en type naam 1.1 Intelligent LCD Display 1.2 Model: APT12LCD800S 2 Elektrische Parameters 24V/36V/48V batterij ondersteuning Rated operating

Nadere informatie

Draadloze Infrarood Afstandsbediening YB1FA

Draadloze Infrarood Afstandsbediening YB1FA Gebruikershandleiding Split Airconditioners Hartelijk dank voor uw keuze voor een Airview Split Airconditioner. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig voorafgaand aan het gebruik van de apparatuur en

Nadere informatie

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B HANDLEIDING Inhoud 1. Batterijpakket... 4 1.1. Onderdelen... 4 1.2. Batterijpakket opladen... 5 2. Bediening... 7 2.1. Beveiliging... 7 2.2. Display... 7 2.3. Vullingsgraad... 7 2.4. Trapbekrachtiging...

Nadere informatie

ES-S7B. Buitensirene.

ES-S7B. Buitensirene. ES-S7B Buitensirene www.etiger.com Inhoud van de verpakking 1 x ES-S7B 1 x 12V adapter 1 x back-upbatterij (ingebouwd) 1 x siliconen frame Schroeven, pluggen en siliconen doppen Documentatie Belangrijke

Nadere informatie

Sulky Line Painter 1200

Sulky Line Painter 1200 Form No. 3355 9 Rev C Sulky Line Painter 00 Modelnr. 403 6000000 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL) Inhoud Blz. Inleiding....................................

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Inhoud

Gebruikershandleiding Inhoud Gebruikershandleiding Inhoud 1 Overzicht onderdelen...4 2 Display en bediening... 6 2.1 Functies stuurbediening... 6 2.2 Functies display... 8 2.3 Gashendel (Optioneel)... 10 3 Batterijpakket en lader...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo Gebruikershandleiding Digitale Video Memo De gesprekskosten bedragen 0,18 /minuut 2 INHOUD 1. Functies 7 2. Inhoud van de verpakking 8 3. Hoe de Video Memo op te laden 8 4. Hoofdfuncties en werking 11

Nadere informatie

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding CCS COMBO 2 ADAPTER Handleiding WAARSCHUWINGEN BEWAAR DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Dit document bevat belangrijke instructies en waarschuwingen die bij het gebruik van de CSS Combo 2-adapter

Nadere informatie

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display 1 1 Product en type naam 1.1 Intelligent LCD Display 1.2 Model: APT12LCD800S 2 Elektrische Parameters 24V/36V/48V batterij ondersteuning 1RPLQDOH

Nadere informatie

Alleen voor Trip 2, 2L, 3 en 5W Gebruikershandleiding. NEDERLANDS

Alleen voor Trip 2, 2L, 3 en 5W Gebruikershandleiding. NEDERLANDS Alleen voor Trip 2, 2L, 3 en 5W Gebruikershandleiding. NEDERLANDS WELKOM. Hartelijk dank voor je aankoop van een Bontrager Trip -computer. We hopen dat je vele kilometers lang plezier aan deze computer

Nadere informatie

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE INHOUDSTABEL 1. INLEIDING 01 2. VEILIGHEID 01 3. WERKING 01 4. OBOUW 02 ALGEMEEN 02 MAATTEKENING 02 MONTAGE 02 ELEKTRISCH SCHEMA 04 4.1 AANSLUITING D300E II

Nadere informatie

Handleiding: zelfr. knik telescoophoogwerker 20 mtr. hybride

Handleiding: zelfr. knik telescoophoogwerker 20 mtr. hybride Handleiding: zelfr. knik telescoophoogwerker 20 mtr. hybride 1 Achterwiel 8 Platformbediening 2 Stuurwiel 9 Platform 3 Voeding naar acculader 10 Draaihek 4 Grondbediening 11 Veiligheidsgordelverankeringspunt

Nadere informatie

GIDS VOOR DE GEBRUIKER

GIDS VOOR DE GEBRUIKER GIDS VOOR DE GEBRUIKER Aangekoppelde Afstandsbediening MWR-TH00 MWR-TH01 Airconditioner Ne DB98-26319A(1) Veiligheidsvoorschriften Voordat u de aangekoppelde afstandsbediening gebruikt, leest u best deze

Nadere informatie

installatiehandleiding Bewegingsmelder

installatiehandleiding Bewegingsmelder installatiehandleiding Bewegingsmelder INSTALLATIEHANDLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van de WoonVeilig bewegingsmelder. Telefoonnummer WoonVeilig 0900-388 88 88 E-mail WoonVeilig klantenservice@woonveilig.nl

Nadere informatie

Handleiding Otter POD motor

Handleiding Otter POD motor Handleiding Otter POD motor Inhoud Veiligheidsvoorschriften... 2 Inleiding;... 2 POD motor... 3 Installatie en aansluiten;... 3 Varen met de OTTER... 4 Onderhoud... 5 Garantie... 5 Specificaties... 5 Waarschuwing;...

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

Supplement bedieningshandleiding

Supplement bedieningshandleiding Supplement bedieningshandleiding Lift Guard contactalarm First Edition Second Printing Part No. 1278541GTDU Supplement bedieningshandleiding Lift Guard-contactalarmsysteem Het Lift Guard-contactalarmsysteem

Nadere informatie

Overal in deze publicatie en op uw motorinstallatie vindt u de termen Waarschuwing, Voorzichtig en Kennisgeving,

Overal in deze publicatie en op uw motorinstallatie vindt u de termen Waarschuwing, Voorzichtig en Kennisgeving, Welkom U hebt een van de beste scheepsmotorinstallaties ter wereld aangeschaft. Deze bevat diverse speciaal ontworpen functies die het gebruik vereenvoudigen en het product duurzaam maken. Bij goed gebruik

Nadere informatie

Wij willen u graag bedanken voor het aanschaffen van onze digitale. MP3 speler. Lees deze handleiding vóór ingebruikname a.u.b.

Wij willen u graag bedanken voor het aanschaffen van onze digitale. MP3 speler. Lees deze handleiding vóór ingebruikname a.u.b. Wij willen u graag bedanken voor het aanschaffen van onze digitale MP3 speler. Lees deze handleiding vóór ingebruikname a.u.b. zorgvuldig door, zodat u het correct weet te gebruiken. A. Opgelet 1) Schakel

Nadere informatie

HANDLEIDING BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR

HANDLEIDING BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR HANDLEIDING BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR. 9374142170-03 GEBRUIKERSHANDLEIDING 9374142170-03 INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSMAATREGELEN... Nl-1 NAMEN VAN DE ONDERDELEN... Nl-2 WERKING...

Nadere informatie

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service)

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) Machines met XTC Mk3 Proportioneel Controls (7 service) wordt geleverd met de hieronder getoonde besturing. De eenheden voor zowel elektrische en

Nadere informatie

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken

Nadere informatie

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning Lees deze handleiding aandachtig door voor een veilig en correct gebruik van de mobiele airconditioner. Bewaar de handleiding zorgvuldig, zodat

Nadere informatie

GT909NL. Gebruikershandleiding

GT909NL. Gebruikershandleiding GT909NL Gebruikershandleiding Rhodelta b.v. Escudostraat 2 2991 XV Barendrecht Tel. +31 102927461 Fax + 31 104795755 www.rhodelta.nl info@rhodelta.nl 1.0 HANDZENDER OMSCHRIJVING GT889 GT969CH GT889: handzender

Nadere informatie

Smoke Alarm FERION 4000 O

Smoke Alarm FERION 4000 O Smoke Alarm FERION 4000 O nl Smoke Alarm Inhoudsopgave nl 3 Inhoudsopgave 1 Graphics 4 2 Inleiding 6 3 Montage 7 4 Onderhoud 9 5 Technische specificaties 10 6 Klantenservice 12 Bosch Sicherheitssysteme

Nadere informatie

PowerView Motorisation

PowerView Motorisation PowerView Motorisation Smart shades that simplify your life Scène Snelstart gids Een briljante evolutie in The Art of Window Styling. Deze gids helpt je op weg met je PowerView aankoop. STAP 1 INSTALLEER

Nadere informatie

GEBRUIKSHANDLEIDING. Art. 866 DRIVERCARD 06DE1939A - 03/04. Cobra is a registered trade mark by DELTA ELETTRONICA

GEBRUIKSHANDLEIDING. Art. 866 DRIVERCARD 06DE1939A - 03/04. Cobra is a registered trade mark by DELTA ELETTRONICA GEBRUIKSHANDLEIDING Art. 866 DRIVERCARD 12 Cobra is a registered trade mark by DELTA ELETTRONICA 06DE1939A - 03/04 1 06DE1939A.pmd 1 GARANTIE Garantie bepaling INHOUD Introductie... pagina 2 1. DriverCard

Nadere informatie

Handleiding EMDR Lightbar

Handleiding EMDR Lightbar Handleiding EMDR Lightbar Versie 1.1 De meest recente versie is te downloaden op: http://www.emdr-lightbar.nl/support/handleiding.pdf Handleiding Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door voordat

Nadere informatie

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding Rho-Delta b.v. Escudostraat 2 2991 XV Barendrecht Tel. +03110-4795755 Fax. +03110-2927461 www.rhodelta.nl info@rhodelta.nl - OMSCHRIJVING De GT-912 /GT-913/GT-914

Nadere informatie

TREVLER AIR Model GL300

TREVLER AIR Model GL300 HANDLEIDING TREVLER AIR Model GL300 WAARSCHUWING: Stel de Trevler niet bloot aan: - water - andere vloeibare substanties - extreme hitte of kou Open de behuizing van de Trevler nooit, om gevaar voor elektrische

Nadere informatie

Versie: juni installatiehandleiding. Alarmlicht LXA-8A

Versie: juni installatiehandleiding. Alarmlicht LXA-8A installatiehandleiding Alarmlicht LXA-8A INSTALLATIEHANDLEIDING ALARMLICHT Gefeliciteerd met de aankoop van het WoonVeilig alarmlicht. Telefoonnummer WoonVeilig 088 383 88 38 E-mail WoonVeilig klantenservice@woonveilig.nl

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding 1 Aan de eigenaar Gefeliciteerd met de aankoop van uw Haswing elektrische buitenboordmotor. Een Haswing is een duurzaam kwaliteitsproduct, ontworpen om topprestaties te leveren. Bovendien

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889.

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889. COBRA 889 INLEIDING Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889. De belangrijkste vernieuwing in deze 889-serie bestaat uit het systeem, dat de herkenningscode van de afstandsbediening

Nadere informatie

GE Security. FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding

GE Security. FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding GE Security FEP/FER700-serie brandmeldpanelen en herhaalpanelen Gebruikershandleiding versie 1-0 / november 2004 ERKENNING HANDELSMERK De onderstaande merknamen zijn handelsmerken van Echelon Corporation

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards. Gebruikershandleiding. Vodafone Power to you

Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards. Gebruikershandleiding. Vodafone Power to you Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards Gebruikershandleiding Vodafone Power to you Effectief en gebruiksvriendelijk 1. Alarmsysteem met aparte autorisatie Het in uw voertuig gemonteerde

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING EN MONTAGE-INSTRUCTIE

GEBRUIKERSHANDLEIDING EN MONTAGE-INSTRUCTIE GEBRUIKERSHANDLEIDING EN MONTAGE-INSTRUCTIE 1 Introductie 2 Het display De Thallo is een mechanische wandventilator verkrijgbaar in twee uitvoeringen: Thallo Basic en Thallo Plus. De Thallo Basic werkt

Nadere informatie

HD-CVI Verkorte handleiding

HD-CVI Verkorte handleiding HD-CVI Verkorte handleiding model 5104D-5208D-5216D Version 2.0.0 2015 HDCVI DVR Verkorte handleiding Welkom Dank u voor de aankoop van onze DVR! Deze verkorte handleiding helpt u wegwijs met onze DVR

Nadere informatie

Handleiding Quick start

Handleiding Quick start Handleiding Quick start Geachte klant, Hartelijk dank dat u heeft gekozen voor de mobiele telefoon General Mobile Discovery. Deze quick start handleiding is bedoeld om de belangrijkste functies van het

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

RCW Afstandsbediening

RCW Afstandsbediening RCW Afstandsbediening Gebruikershandleiding - Nederlands MURCW 747 399569 Afstandsbediening. 1. Aan uit toets. 2. Selectie toets (koelen, verwarmen, automatisch koelen/verwarmen, ontvochtigen, ventileren).

Nadere informatie

Veiligheidsvoorwaarden

Veiligheidsvoorwaarden Veiligheidsvoorwaarden Belangrijk! De hometrainer is geproduceerd volgens de EN 957-1/5 klasse HC. Max. gebruikersgewicht is 120 kg De hometrainer moet alleen gebruikt worden waar het voor bedoeld is.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Xperia SmartTags NT1/NT2 Inhoudsopgave Inleiding...3 Aan de slag...4 De NFC-functie inschakelen...4 NFC-detectiegebied...4 Smart Connect gebruiken om labels te beheren...4 Xperia

Nadere informatie

Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards

Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards Cobra 4627 Alarmsysteem met DriverCards Gebruikershandleidingding Effectief en gebruiksvriendelijk Het in uw voertuig gemonteerde Cobra alarmsysteem biedt een simpele, maar uiterst effectieve en gebruiksvriendelijke

Nadere informatie

Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards. Gebruikershandleiding. Vodafone Power to you

Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards. Gebruikershandleiding. Vodafone Power to you Vodafone Automotive 4627 Alarmsysteem met DriverCards Gebruikershandleiding Vodafone Power to you Effectief en gebruiksvriendelijk 1. Alarmsysteem met aparte autorisatie Het in uw voertuig gemonteerde

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke

Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht

Nadere informatie

E-Bike. Gebruikers handleiding versie B2

E-Bike. Gebruikers handleiding versie B2 E-Bike Gebruikers handleiding versie 160609-B2 Gebruikers handleiding 1. Ingebruikname Een Target fiets met elektrische ondersteuning rijdt als een gewone fiets, waarbij het elektrisch systeem zorgt voor

Nadere informatie

Thunder Wheel 3D. Thunder Wheel 3D. Gebruikershandleiding. versie 1.0

Thunder Wheel 3D. Thunder Wheel 3D. Gebruikershandleiding. versie 1.0 Thunder Wheel 3D Gebruikershandleiding versie 1.0 Auteursrecht Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant enig deel van deze handleiding te reproduceren of

Nadere informatie

Versnellingsschakelaar

Versnellingsschakelaar (Nederlands) DM-SW0002-00 Dealerhandleiding Versnellingsschakelaar SW-E6000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 Montage... 6 SM-EWE1 gebruiken om de bekrachtigingsschakelaar op het

Nadere informatie

Installatiehandleiding. Bewegingsmelder

Installatiehandleiding. Bewegingsmelder Installatiehandleiding Bewegingsmelder INSTALLATIEHANDLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van de WoonVeilig bewegingsmelder. Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer informatie over de

Nadere informatie

Cobra Alarm 4627. Gebruikers Handleiding

Cobra Alarm 4627. Gebruikers Handleiding Cobra Alarm 4627 Gebruikers Handleiding Clifford Electronics Benelux BV Tel.+31 20 40 40 919 info@clifford.nl ISO 9001:2008 Cobra Alarmsysteem: Diefstal is de laatste tijd explosief gestegen. CAN Bus manipulatie

Nadere informatie