Bijlage I. Samenvatting Milieubeleidsplan periode

Transcriptie

1 Bijlage I. Samenvatting Milieubeleidsplan periode CODE BELEID INVESTERING Uitvoering Bij ieder bouwplan van 30 woningen of meer, stelt de ontwikkelende partij in overleg met de gemeente Purmerend, een energievisie op stedenbouwkundig niveau op. 100 uur per jaar Op 30 mei 2013 heeft de gemeenteraad het document "Organische gebiedsontwikkeling Kop van West" vastgesteld. Hierin is opgenomen dat "in een nadere uitwerking van de duurzaamheidsambities bij kleinschaligere ontwikkelingen, zal mede in relatie tot de stadsverwarming worden bekeken hoe deze individuele initiatieven voor duurzaamheidsambities niet hoeven te worden geblokkeerd." Dit beleid heeft jaarlijks prioriteit gekregen voor wat betreft de ontwikkeling van nieuwbouwprojecten van 3 woningen of meer De bestaande kennis binnen de organisatie op gebied van duurzaam bouwen wordt (kwantitatief en kwalitatief) op peil gehouden Het "warmte, tenzij"-principe wordt gehanteerd: nieuwe bouwwerken worden aangesloten op het warmtedistributienet van Purmerend, tenzij dit economisch niet rendabel is (e.e.a. conform gemeentelijke bouwverordening). 40 uur per jaar De ontwikkelingen op het terrein van duurzaamheid zijn zodanig dat dit een regelmatig aandacht behoeft. geen extra investering; past in de Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het 'warmte, tenzij'-principe gehanteerd, zie De gemeente beoordeelt de energievisie op basis van de zgn. Trias Energetica. In volgorde van belangrijkheid gelden de volgende criteria: geen extra investering; past in de. Bij het uitwerken wordt rekening gehouden met het principe van de ontwikkeling van de Kop van West (flexibel en organisch), en wordt het "Warmte, tenzij"-principe (zie 3.1.3) uitgewerkt. Bij de ontwikkeling van de Kanaalzone (Weidevenne) heeft, bij de keuze van de ontwikkelaar, duurzaamheid een rol gespeeld. Dit heeft ertoe geleid dat in de stedenbouwkundige visie een uitwerking is gegeven van de Trias Energetica. Ook wordt e een warmteplan voor Klein Where voorbereid. Via het warmteplan wordt de aansluitplicht op het warmtenet geregeld. Het warmtenet in Purmerend is aangesloten op de biowarmtecentrale De Purmer, die het warmtenet van duurzame warmte voorziet. Op deze manier draagt de gemeente bij aan de doelstellingen uit het Parijse klimaatakkoord.

2 3.1.5 Eens per half jaar besteedt de gemeente middels voorlichting aandacht aan energiebesparing in bestaande woningen en aan eventueel daarvoor te verkrijgen subsidies Aansluiting op een publieke voorziening voor verwarming stimuleren, waar renovatie of aanpassing van bestaande bouw aan de orde is Stimuleren Stadsverwarming Purmerend om het warmtenet verder te verduurzamen. 40 uur per jaar Hieraan wordt jaarlijks uitvoering gegeven. geen extra investering; past in de. Op ambtelijk en bestuurlijk niveau hebben diverse overleggen VVE's gevoerd over dit onderwerp. Uitgangspunt vanuit de gemeente is het 'warmte, tenzij'-principe. Dit beleid wordt jaarlijks voortgezet. 50 uur per jaar Warmteplan vaststelling voor de Kop van West. Op 28 mei 2015 is het warmteplan Kop West vastgesteld. Op basis van het warmteplan bestaat de verplichting aan te sluiten op het warmtenet van de stadsverwarming BV. Voor 2016 is gewerkt aan de vaststelling van een warmteplan voor Klein Where De bodemkwaliteit en de functie die de bodem heeft, worden op elkaar afgestemd. Schone grond moet schoon blijven, licht en matig verontreinigde grond moet worden beheerd en ernstig verontreinigde grond, waarbij actuele risico's zijn, moet worden gesaneerd. geen extra investering; past in de. Uitvoering onderzoeken en saneringen: p.m. Dit uitgangspunt wordt gehandhaafd bij nieuwe ontwikkelingen De bodemkwaliteitskaarten en bodembeheersplannen worden voor het totale grondgebied van de gemeente Purmerend geoptimaliseerd. Op deze wijze kunnen grondstromen en het toepassen van grond in werken en projecten beter worden gereguleerd en beheerd. Dit wordt meegenomen bij de reguliere en wettelijk verplichte actualisatie van de bodemkwaliteitskaart ,- (een optimaliseringsslag) De geoptimaliseerde bodemkwaliteitskaarten worden regulier toegepast. Page 1

3 3.2.3 Grondstromen in werken en projecten reguleren en te beheren In de leefomgeving vindt geen toename plaats van de geluidbelasting. Alleen wanneer aan de randvoorwaarden van de Wet geluidhinder wordt voldaan, kunnen hogere geluidswaarden worden vastgesteld Blijven voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit, welke zijn weergegeven in de Wet milieubeheer De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld beperkt te houden tot de wettelijke aanvaarde normen. Dit geldt voor activiteiten met gevaarlijke stoffen zowel op het gebied van vervoer als gebruik van deze stoffen binnen inrichtingen Het up-to-date houden van de risicokaart. (wettelijk verplicht) Bij de aanleg van nieuwe wateren of de herinrichting van bestaande wateren, wordt rekening gehouden met grond door de constructie van natuurlijke oevers. Uitwerking is locatieafhankelijk Bij herinrichtingen van straten en plantsoenen, waar mogelijk klimaatbestendige bestrating/inrichting toepassen, om het afvloeien van regenwater te verminderen en het bufferend vermogen te vergroten. Geen; past in de geen;past in de huidie valt onder budget tbv uitvoering van het waterplan Purmerend projectafhankelijk p.m. Er is een nieuw gronddepot in Baanstee Noord in gebruik genomen. Dit beleid blijft gehandhaafd. Dit beleid is toegepast in het kader van reguliere besluitvorming De gemeentelijke nota Integrale handhaving is eind 2015 vervangen door de nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Purmerend In deze nota heeft de toezicht op en de handhaving van externe veiligheid wederom een hoge prioriteit. Dit betreft een wettelijke plicht, en blijft gehandhaafd. De risicokaart is up to date en wordt up to date gehouden. Dit beleid heeft zich vertaald in verbetering van natuurvriendelijke oevers, gebruik van duurzame materialen voor beschoeiingen en bruggen. Bij nieuwe ontwikkelingen blijft dit beleid gehandhaafd. In projecten dat dit aan de orde is, wordt met dit uitgangspunt rekening gehouden. Er wordt ingezet op zo min mogelijk verharding en waar mogelijk wordt groen aangelegd. Page 2

4 3.6.3 Integraal vervanging en dus ook afkoppeling vuilen schoonwaterriolering in Overwhere-Zuid en Wheermolen (onderdeel waterplan). valt onder budget tbv uitvoering van het Waterplan Purmerend Groen in de stedelijke omgeving behouden Recreatief groen behouden Bestaande fietsvoorzieningen in stand houden Dit project loopt nog en wordt voortgezet in de op te stellen Klimaatagenda. Aan de hand van de vstgestelde groenstructuurvisie is van 2015 tm beschikbaar om de beeldkwaliteit van het groen in de stedelijke omgeving te behouden en indien van toepassing te verbeteren.. Zie Het fietsparkeren in de binnenstad wordt verder uitgevoerd. Er worden diverse fietsstraten aangelegd en door reconstructie worden bestaande fietsvoorzieningen verbeterd Streven naar instandhouding van het fijnmazige openbaar vervoersysteem Nieuwe ontwikkelingen en plannen zodanig uitvoeren dat wonen, werken en ondernemen in Purmerend goed mogelijk en aantrekkelijk is Het actueel houden van vergunningen in het meldingensysteem. Toezicht op en handhaving van de daarbij behorende regels vindt frequent plaats. 80 uur per jaar Kosten p.m. afhankelijk van situatie. In de afgelopen jaren is hieraan uitvoering gegeven. De inrichting van haltes is verbeterd, er zijn DRISpanelen geplaatst en er is een nieuw busstation aan het tramplein gerealiseerd. Dit beleid wordt voortgezet. Het Handhavingsprogramma dat is vastgesteld integreert handhaving en vergunningverlening in één programma. De uitvoering van deze taak is overgegaan naar de omgevingsdienst IJmond. De gemeente blijft wel het bevoegd gezag in deze. Er is regelmatig overleg tussen de gemeente en de omgevingsdienst over de uitvoering van deze taak. Daarnaast stelt de omgevinsgdienst jaarlijks een jaarverslag op waarin wordt beschreven op welke manier deze taak is uitgevoerd. Page 3

5 4.2.2 Eens in de vijf jaar wordt een analyse en prioriteitstelling milieuwethandhaving opgesteld (wettelijk verplicht). Regelmatig, meer in elk geval naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie, wordt nagegaan of het handhavingsbeleid moet worden aangepast. 250 uur per 5 jaar + 80 uur per jaar. Eind 2015 is de nota Integrale handhaving vervangen door de nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Purmerend Bij de totstandkoming van deze nota is de analyse en prioriteitenstelling opnieuw uitgevoerd Invoeren overdracht van kennis en informatie. 40 uur per jaar Deze actie is onderdeel van het reguliere werk Bij het verlenen van omgevingsvergunningen wordt rekening gehouden met het milieuplan Waar mogelijk en wenselijk koopt Purmerend producten en diensten duurzaam in Middels het regulerende spoor ondernemers stimuleren om verdergaande milieumaatregelen in de bedrijfsvoering door te voeren Waar mogelijk en wenselijk stimuleert de gemeente initiatieven op het gebied van elektrisch vervoer, toepassing van alternatieve motorbrandstoffen, groene grondstoffen en duurzame elektriciteit In voorkomende gevallen bedrijfsterreinen duurzaam revitaliseren. Waar mogelijk duurzame revitalisatie stimuleren. 40 uur per jaar Deze actie is onderdeel van het reguliere werk. 50 uur per jaar Bij aanbesteding wordt duurzaamheid als een van de criteria meengenomen. In samenwerking met SVO is bedrijven een energiescan aangeboden. Ook is er een bijeenkomst geweest om te bezien of er collectieve energievoorzieningen op het bedrijventterrein kunnen worden gerealiseerd. In 2016 wordt dit project afgesloten. Nagegaan wordt, of er nog een vervolg komt, m.n. met betrekking tot de (collectieve) energievoorziening voor De Koog. 60 uur per jaar Dit beleid heeft o.a. vorm gekregen door het plaatsen van laadpalen. Dit beleid wordt voortgezet. p.m. Afhankelijk van keuzes en mogelijkheden. De Baanstee Noord wordt verder ontwikkeld. Een duurzaamheidsadviseur adviseert ondernemers over het treffen van duurzaamheidsmaatregelen in de te realiseren bedrijfspanden Bij vervanging van de gemeentelijke voertuigen afwegen of overstappen op milieuvriendelijke alternatieven rendabel en wenselijk is Behouden van de recreatieve waarden van het Purmerbos, zodat duurzame recreatie mogelijk blijft pm Dit beleidsuitgangspunt heeft ertoe geleid dat vrachtwagens die worden aanbesteed moeten voldoen aan de Euro-6 normen. Geen ontwikkelingen, het beleid blijft gehandhaafd. Page 4

6 5.3.2 Bij de uitvoering van het actieplan waterrecreatie rekening houden met duurzame vaarrecreatie Purmerend stimuleert initiatiefnemers van evenementen tot invoering van duurzaamheidsaspecten c.q. maatschappelijke verantwoord ondernemen. Aanvangen met verbeteringen voor watertoerisme. Twee van de speerpunten daarin zijn het sloepennetwerk en elektrisch varen. Het sloepennetwerk is gerealiseerd. Elektrisch varen is nog niet mogelijk omdat er nog geen walaansluitingen zijn. Op 23 april 2013 heeft de gemeenteraad de Evenementenvisie Purmerend vastgesteld. Het streven is erop gericht om evenementen duurzaam te laten organiseren. Dit betekent dat aan organisatoren wordt verzocht: - het afval te beperken en te scheiden; - gebruik te maken van recyclebare materialen; - water en energie te besparen; - aandacht te hebben voor bereikbaarheid op de fiets of met openbaarvervoer. Er worden criteria opgesteld, aan de hand waarvan bepaald kan worden, hoe duurzaam een evenement is. Page 5

7 Bijlage II Prioriteitstelling. De inspanning die nodig is om als Purmerend geheel te verduurzamen is aanzienlijk groter dan de beschikbare tijd en middelen die hiervoor beschikbaar zijn in de planperiode. Dit vraagt om een prioriteitstelling. In de uitgangspunten/doelstellingen voor het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid zijn de volgende specifieke punten genoemd. - Stadsverwarming - Energiebesparing - Aanjagen initiatieven voor duurzame energieproductie - Communicatie - Afvalbeleid - Afscheid van Aardgas - Klimaatbestendigheid. Dit wil niet zeggen dat zaken die hieraan direct verwant zijn een lagere prioriteit moeten hebben. Zo is een belangrijke reden voor het afscheid nemen van aardgas, het verlagen van de hoeveelheid vrijkomende CO2. Andere voorstellen die een zelfde doel bereiken zijn eveneens van belang. Te denken valt aan het verder afscheid nemen van fossiele brandstof in het verkeer. Naast deze punten zijn er wettelijke taken en verplichtingen waarvan de prioriteitstelling feitelijk al vast ligt. De genoemde uitgangspunten voor gemeentelijk duurzaamheidsbeleid worden als vertrekpunt meegenomen waarbij de onderlinge prioriteit afhankelijk is van ambitie, haalbaarheid en realiteitszin. Een en ander wordt vervolgens gekoppeld aan de timing voor de uitvoering van de prioriteit. Hoewel de gemeentelijke uitgangspunten zijn geformuleerd is het belangrijk om periodiek een actieve dialoog aan te gaan met interne en externe belanghebbenden. De bereidheid ook andere opvattingen en bijdragen zichtbaar mee te nemen in de besluitvorming is uiteindelijk bepalend voor de geloofwaardigheid, het succes en het draagvlak. Door te kiezen voor een Duurzaamheidsagenda met jaarschijven blijft er ruimte voor het betrekken van het (politiek) bestuur, de organisatie en maatschappelijke partijen bij de keuzen en de daaruit voortvloeiende rol- en taakverdeling. De gekozen doelstellingen en daarop gebaseerde activiteitenplannen krijgen een zichtbare plaats in de cyclus van planvorming en verantwoording. Prioriteit indeling. Prioriteit 0 Hierbij gaat het om activiteiten die feitelijk al ondergebracht zijn in de reguliere. Hiervoor behoeft niet opnieuw tijd te worden vrijgemaakt of kosten te worden gemaakt. Prioriteit I Hieronder vallen Page 6

8 a. de nieuwe wettelijke taken en de initiatieven die direct vormgeven aan het uitvoeren van de beleidsuitgangspunten/doelstellingen zoals reeds in gemeentelijke beleidsdocumenten zijn opgenomen en haalbaar en realistisch zijn. Nb. Nieuwe wettelijke taken zijn uiteraard vanzelfsprekend, maar worden in beeld gebracht omdat hieraan tijd en kosten verbonden zijn. b. Of initiatieven gericht op energiewinning of besparing die zich over een periode van maximaal 10 jaar terugverdienen ten aanzien van gemeentelijke panden dan wel van maatschappelijk instellingen waarmee een subsidierelatie wordt onderhouden of ten aanzien van gebouwen voor het onderwijs. c. Of initiatieven gericht op beperking het risico van schade als gevolg van klimaatverandering. Prioriteit II Hieronder vallen a. Initiatieven die indirect vormgeven aan het uitvoeren van de beleidsuitgangspunten/doelstellingen zoals reeds in gemeentelijke beleidsdocumenten zijn opgenomen en haalbaar en realistisch zijn. b. Of initiatieven gericht op energiewinning of besparing zich over een periode van meer dan 10 jaar en minder dan 20 jaar terugverdienen ten aanzien van gemeentelijke panden dan wel van maatschappelijk instelling waarmee een subsidierelatie wordt onderhouden of ten aanzien van gebouwen voor het onderwijs. Prioriteit III Hieronder vallen a. Initiatieven die indirect vormgeven aan het uitvoeren van de beleidsuitgangspunten/doelstellingen zoals reeds in gemeentelijke beleidsdocumenten zijn opgenomen en waarvoor nader onderzoek/informatie nodig is om na te gaan of deze haalbaar en realistisch zijn. b. Initiatieven die voor de komende periode een lage prioriteit hebben. Prioriteit IV Hieronder vallen a. Initiatieven die tot de reguliere taak van derden behoren op basis van wetten of andere voorschriften. b. Initiatieven die geen steun vinden in de vastgestelde Gemeentelijke beleidsuitgangspunten. c. Initiatieven die indirect vormgeven aan het uitvoeren van de beleidsuitgangspunten/doelstellingen zoals reeds in gemeentelijke beleidsdocumenten zijn opgenomen maar nu en op korte termijn niet haalbaar en realistisch zijn. Page 7

9 Bijlage III Voortzetting eerdere prioriteiten. Hierbij gaat het om activiteiten die feitelijk al ondergebracht zijn in de reguliere. Hiervoor behoeft niet opnieuw tijd te worden vrijgemaakt of kosten te worden gemaakt. Deze komen dus ook niet terug in de agendering of de kostenraming maar zullen wel een plek krijgen in de interne werkplanning. Code Beleidsinitiatief Bij ieder bouwplan van 30 woningen of meer, stelt de ontwikkelende partij in overleg met de gemeente Purmerend, een energievisie op stedenbouwkundig niveau op De bestaande kennis binnen de organisatie op gebied van duurzaam bouwen wordt (kwantitatief en kwalitatief) op peil gehouden Nieuwe bouwwerken worden in principe niet aangesloten op het aardgasnetwerk. Het "warmte, tenzij"-principe wordt gehanteerd: nieuwe bouwwerken worden aangesloten op het warmtedistributienet van Purmerend, tenzij dit economisch niet rendabel Eens per half jaar besteedt de gemeente middels voorlichting aandacht aan energiebesparing in bestaande woningen en aan eventueel daarvoor te verkrijgen subsidies. Bijhouden website duurzaamheid Aansluiting op een duurzame (publieke) voorziening voor verwarming stimuleren, waar renovatie of aanpassing van bestaande bouw aan de orde is Stimuleren Stadsverwarming Purmerend om het warmtenet verder te verduurzamen Middels het regulerende spoor ondernemers stimuleren om verdergaande milieumaatregelen in de bedrijfsvoering door te voeren In voorkomende gevallen bedrijfsterreinen duurzaam revitaliseren. Waar mogelijk duurzame revitalisatie stimuleren Purmerend stimuleert bedrijven om duurzaam te ondernemen. De inzet is om forse energiebesparingen te realiseren, dan wel zelf duurzame energie op te wekken of inkopen van groene stroom Bestaande fietsvoorzieningen in stand houden Streven naar instandhouding van het fijnmazige openbaar vervoersysteem Stimuleren van duurzaam regionaal OV vervoer van, naar en binnen Purmerend. De inzet is het formuleren van duurzaamheidscriteria bij aanbestedingen en toepassing van schone brandstoffen Zonne-energie: Ondersteuning OiP, facilitering Tegenstroom. ( wat is de stand van zaken met het initiatief Tegenstroom? Verhogen van de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparaten (WeCycle) Purmerend streeft naar hergebruik van grondstoffen en natuurlijke materialen bij werken / werkzaamheden Page 8

10 05.03 Samenwerking met (sub)regionale partners als VNG, MRA, SDE, etc. om bestaande allianties de komende jaren verder uit te bouwen en versterken Deelname en ondersteuning van de Denktank Duurzaamheid Bij de aanleg van nieuwe wateren of de herinrichting van bestaande wateren, wordt rekening gehouden met grond door de constructie van natuurlijke oevers. Uitwerking is locatie-afhankelijk Bij herinrichtingen van straten en plantsoenen, waar mogelijk klimaatbestendige bestrating/inrichting toepassen, om het afvloeien van regenwater te verminderen en het bufferend vermogen te vergroten Groen in de stedelijke omgeving behouden Behouden van de recreatieve waarden van het Purmerbos, zodat duurzame recreatie mogelijk blijft Alle gemeentelijke gebouwen zijn voorzien van een verplicht energielabel. Page 9

11 Bijlage IV Manifest Aan de slag met wonen zonder aardgas 26 oktober 2016 Nederland gaat stoppen met het koken en stoken op aardgas. Dit is een van de belangrijkste consequenties van het klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van het klimaat onder de twee graden Celsius te houden. Dat betekent dat ruim zeven miljoen huishoudens van aardgas af gaan en overgaan op andere manieren van verwarming, koken en het verwarmen van tapwater. Dit is een enorme verandering en uitdaging. Gemeenten, provincies, energiebedrijven, netbeheerders, milieuorganisaties en lokale energie initiatieven zien het tegelijkertijd als een kans om gezamenlijk de verduurzaming van Nederland te versnellen. Lot van Hooijdonk (Wethouder Utrecht), Ingrid Thijssen (RvB Alliander) en Jan Jacob van Dijk (gedeputeerde Gelderland) bieden namens alle organisaties het manifest aan. Page 10

12 In de jaren 60 heeft ook zo n grootschalige transitie van kolen naar gas plaatsgevonden. Aardgas heeft de Nederlandse huishoudens veel gebracht, maar nu is het tijd voor een schoner en duurzamer alternatief. Wij beginnen vandaag met de volgende energietransitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving. Dit is een groot en langdurig proces. Juist daarom is het belangrijk dat we het nu in gang zetten. Dit kan leiden tot grote veranderingen voor bewoners. Het is dan ook van essentieel belang bewoners tijdig te informeren en hen te betrekken bij de verduurzaming van hun woning en buurt. Op dit punt staan we nog maar aan het begin. Het overgrote deel van de huishoudens is nog niet op de hoogte van de noodzaak om het gebruik van aardgas voor de verwarming van woningen af te bouwen. Daarom zullen we actief landelijk en lokaal samenwerken bij de ontwikkeling van de verduurzamingsdialoog. Wij gaan concreet aan de slag in de bestaande bouw met als doel om de komende decennia het aardgas te vervangen voor een duurzaam alternatief. We kiezen hierbij voor een wijkgerichte aanpak om maatwerk te leveren en bewoners bij de keuze van alternatieven te betrekken. Hierbij kijken we ook integraal naar het totaal en de samenhang van de duurzame energie-opties. We gaan voor de meest passende warmtevoorziening per buurt en wijk. In alle gevallen is besparing door middel van isolatie noodzakelijk. Als onderdeel van de transitie streven we ernaar om er zo snel mogelijk voor te zorgen dat nieuwbouwwijken niet meer op aardgas aangesloten worden. Voor deze opgave staan wij niet alleen. De gemeenten ontplooien activiteiten samen met energiebedrijven, netbeheerders, provincies, woningcorporaties, bouwbedrijven, milieuorganisaties, lokale energie initiatieven en overige bewonersorganisaties om de overgang naar een aardgasvrije leefomgeving te realiseren. Omdat de aardgastransitie vele nieuwe vragen oproept, nemen we ook het initiatief om samen met deze partijen en andere overheden de kennisontwikkeling en kennisdeling professioneel te organiseren, zowel op landelijk als op regionaal niveau. Door bundeling van de krachten kunnen, middels schaalgrootte, kostenreducties plaatsvinden zodat alternatieven voor aardgas steeds goedkoper worden. De regionale netwerkbedrijven zullen gemeenten ondersteunen bij de transitie door, onder andere, de relevante informatie over de gasnetten en de elektriciteitsnetten ter beschikking te stellen. Doel is om samen te werken aan de meest optimale oplossingen voor een duurzame, veilige en betrouwbare energie-infrastructuur tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Lokale energie initiatieven zullen een aanjagersrol spelen bij de transitie door samen met gemeenten plannen te ontwikkelen en bewonersorganisaties te betrekken en begeleiden in dit proces. HIER opgewekt, het kennisplatform van lokale energie initiatieven, zal de lokale energie initiatieven op dit terrein ondersteunen. Wij gaan aan de slag! Doet u mee? Page 11

13 Ondertekenende partijen: Provincie Gelderland, Provincie Utrecht, Provincie Zuid-Holland, Energie Nederland, Enexis, Liander, Stedin, Deltares, HIER klimaatbureau, HIER opgewekt, Klimaatverbond Nederland, Milieudefensie, Natuur & Milieu, Natuur en Milieufederaties, NVDE, Programma Warmte en Koude Metropoolregio Amsterdam, Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland, Stichting Warmtenetwerk, Stroomversnelling, Westland Infra. Gemeenten: Aalten, Alphen aan de Rijn, Amstelveen, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Berg en Dal, Berkelland, Beuningen, Beverwijk, Bodegraven-Reeuwijk, Breda, Bronckhorst, Brummen, Buren, Culemborg, Delft, Den Haag, Diemen, Doesburg, Doetinchem, Druten, Duiven, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Geldermalsen, Gouda, Groningen, Haarlemmermeer, Harderwijk, Hattem, Heerde, Heerhugowaard, Heumen, Houten, Krimpenerwaard, Lansingerland, Leeuwarden, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Lingewaal, Lingewaard, Lochem, Maastricht, Montferland, Neder Betuwe, Nijmegen, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Overbetuwe, Pijnacker-Nootdorp, Purmerend, Putten, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rotterdam, Scherpenzeel, Schiedam, Ten Boer, Utrecht, Vlaardingen, Voorst, Wageningen, Westervoort, Westland, Wijchen, Winterswijk, Zaltbommel, Zevenaar, Zoetermeer, Zoeterwoude, Zutphen. Page 12