RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

Transcriptie

1 RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 21 mei 2018 met nummer RvVb/UDN/1718/0872 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0232/UDN Verzoekende partijen 1. de heer Alexander DEBLOND 2. de heer Marc DOCUET vertegenwoordigd door advocaten Stijn VERBIST en Pieter THOMAES met woonplaatskeuze op het kantoor te 2000 Antwerpen? Graaf van Hoornestraat 51 Verwerende partij de GEWESTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAAR van het departement RUIMTE VLAANDEREN, afdeling Antwerpen vertegenwoordigd door advocaten Willem SLOSSE en Stijn BRUSSELMANS met woonplaatskeuze op het kantoor te 2018 Antwerpen, Mechelsesteenweg 64 bus 201 I. BESTREDEN BESLISSING De verzoekende partijen vorderen met een aangetekende brief van 18 mei 2018 de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de verwerende partij van 12 oktober De verwerende partij heeft aan de stad ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, en de nv Q PARK BELGIUM een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van twee ondergrondse parkings, namelijk parking Steendok en parking Kooldok, de herinrichting van de Van der Sweepstraat, de Namenstraat en de Verviersstraat en de tijdelijke inrichting van een speeltuin, sportveld en hondenloopzone aan de Waterpoort op de percelen gelegen te 2000 Antwerpen, Namenstraat zn., Van der Sweepstraat zn., Verviersstraat zn., Vlaamsekaai zn., Waalsekaai zn., met als kadastrale omschrijving 11 e afdeling, sectie L, zn. en 11 e afdeling, sectie L, nr. 3929/2. II. ONDERZOEK VAN HET VERZOEK TOT SCHORSING BIJ VOORRAAD BIJ UITERST DRINGENDE NOODZAKELIJKHEID Krachtens artikel 40, 2, tweede lid van het Decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) kan de Raad op verzoek, in geval van uiterst dringende noodzakelijkheid, bij wijze van voorlopige maatregel de schorsing van de bestreden beslissing bevelen, zonder dat de partijen of sommige van hen zijn gehoord. RvVb - 1

2 Standpunt van de verzoekende partijen De verzoekende partijen omschrijven de uiterst dringende noodzakelijkheid en het verzoek om bij wijze van voorlopige maatregel de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing te schorsen als volgt: Het bouwschema betreft volgens tussenkomende partij zelf het volgende [stuk 16]: In detail : Week mei: Proefsleuven en opbreken verharding Week mei: Plaatsen berlinerwanden van tunnel deel I Week 28 mei 3 juni: Plaatsen berlinerwanden van tunnel deel I Week 4 10 juni: Grondplaat tunnel deel I Week juni: Dakplaat tunnel deel I Week juni: Openleggen bouwput in zone tunnel deel 2 in functie van verleggen nutsleidingen Week 25 juni 1 juli: Verleggen nutsleidingen van zone tunnel deel 2 naar zone tunnel deel 1 Week 2 8 juli: Verleggen nutsleidingen van zone tunnel deel 2 naar zone tunnel deel 1 Week 9 15 juli: Bouwverlof Met andere woorden, tegen dat er in het meest optimale scenario een gewoon schorsingsarrest van uw Raad is in de reeds bepleitte schorsingsprocedure, zijn de tunnels reeds gegraven en worden de wanden ervan volop geplaatst. Een onmiddellijke gedwongen stopzetting van deze wederrechtelijke en schadelijke werken dringt zich aldus op. Teneinde geen verdere onherroepelijke schade aan te brengen dienen de de werken die betrekking hebben op de realisatie van de uitgang van de parking Steendok vanaf de reeds uitgegraven bouwput richting, door en in de Verviersstraat zelf onmiddellijk te worden stopgezet tot Uw Raad zich heeft kunnen uitspreken over de op 8 mei 2018 in beraad genomen vordering tot schorsing. 22. Huidig vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid gaat tevens gepaard met het verzoek om als voorlopige maatregel alvast te bevelen dat aan de stad Antwerpen en de NV Q Park Belgium het verbod wordt opgelegd om in uitvoering van de stedenbouwkundige vergunning van 12 oktober 2017 de werken die betrekking hebben op de realisatie van de uitgang van de parking Steendok vanaf de reeds uitgegraven bouwput richting, door en in de Verviersstraat zelf of door een aangestelde verder te zetten tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen uitspraak heeft gedaan op de in beraad genomen vordering tot schorsing van verzoekende partijen. Dit alles onder verbeurte van een dwangsom van eur per dag dat wordt voortgewerkt, te rekenen vanaf de betekening van het tussen te komen bevelschrift. Dit is namelijk de enige mogelijkheid voor verzoekende partijen om ook de werken ter hoogte van de Waalse Kaai, die momenteel volop plaatsvinden [stuk 15], te doen stilleggen. De Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg heeft, ondanks hetgeen gevorderd, immers enkel de werken in de Verviersstraat beperkt. RvVb - 2

3 [afbeelding] De kans is immers reëel dat ook tegen dat dat er een uitspraak is in een tegensprekelijke UDN-procedure (die gebruikelijk een tiental dagen duurt tot een arrest) de sleuf reeds in de Waalse Kaai wordt gegraven en de bouwheer zich ter zake opnieuw kan beroepen op het voldongen feit. Een UDN procedure op eenzijdig verzoek met verzoek tot het bevelen van voorlopige maatregelen is de enige gepaste procedure die een voldongen feit op zeer korte termijn kan vermijden. 23. Verzoekende partijen hebben zoals eerder uiteengezet zeer diligent opgetreden. Sinds de pleitzitting van de schorsing op 8 mei 2018 hebben verzoekende partijen steeds extreem diligent opgetreden teneinde hun rechten te vrijwaren in de tijdig opgestarte procedure bij Uw Raad. Het is daarentegen volstrekt onbegrijpelijk en onbehoorlijk dat de bouwheer, de stad Antwerpen nota bene een bestuur onderworpen aan de beginselen van behoorlijk bestuur, de werken ter plaatse maandenlang niet opstart om dan net tussen het in beraad nemen van het schorsingsverzoek en het schorsingsarrest, de hinderverwekkende werken onherroepelijk en volledig uit te voeren. Beoordeling door de Raad 1. Op grond van een summier onderzoek van het inleidend verzoekschrift en van de stukken waarop de Raad in de huidige stand van de procedure beschikt en vermag acht te slaan, kan in redelijkheid geen betwisting bestaan omtrent het gegeven dat in de voorliggende aangelegenheid sprake is van de vereiste uiterst dringende noodzakelijkheid. Aangezien de stad ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, en de nv Q PARK BELGIUM kennelijk een aanvang hebben genomen met de uitvoering van de werken waarvoor de bestreden beslissing een stedenbouwkundige vergunning verleent kort nadat de uitspraak over de vordering tot schorsing conform artikel 40, 1 DBRCdecreet van 7 december 2017 van de verzoekende partijen in beraad werd genomen, komt het de Raad in redelijkheid passend voor om mede gelet op het hoger geciteerde bouwschema bij voorraad en bij wijze van voorlopige maatregel de schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid te bevelen. In dit licht acht de Raad het in het belang van alle partijen evenzeer aangewezen om bij wijze van voorlopige maatregel aan de stad ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, en de nv Q PARK BELGIUM en hun aangestelden een verbod op te leggen om, zoals hierna gepreciseerd, op enigerlei wijze uitvoering te geven aan de bestreden beslissing van 12 oktober 2017 en dit onder verbeurte van een dwangsom van euro per dag dat in strijd met dit verbod werken zouden worden uitgevoerd. Anders dan de verzoekende partijen vorderen, gelden de thans bevolen schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing, evenals het hierna nader gepreciseerde verbod tot het uitvoeren van werken, met inbegrip van de eraan gekoppelde dwangsom, slechts tot de betekening van het arrest waarin uitspraak wordt gedaan over de gebeurlijke bevestiging van de thans bevolen schorsing en over de gebeurlijke handhaving van de thans opgelegde voorlopige maatregel. RvVb - 3

4 2. De Raad beveelt derhalve bij wijze van voorlopige maatregel de schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid. De Raad legt tevens aan de stad Antwerpen, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, en aan de nv Q-Park Belgium met inbegrip van hun aangestelden, het verbod op om op enigerlei wijze uitvoering te geven aan de bestreden beslissing van 12 oktober 2017 in zoverre de werken betrekking hebben op de realisatie van de uitgang van de parking Steendok vanaf de reeds uitgegraven bouwput richting, door en in de Verviersstraat of deze werken verder te zetten en dit in afwachting van het arrest dat uitspraak doet over de gebeurlijke bevestiging van de thans bevolen schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid en over de gebeurlijke handhaving van de thans bevolen voorlopige maatregelen. III. OPROEPING CONFORM ARTIKEL 40, 2, TWEEDE LID DBRC-DECREET 1. Krachtens artikel 40, 2, tweede lid DBRC-decreet worden in het arrest dat de voorlopige schorsing beveelt de partijen opgeroepen om binnen drie dagen te verschijnen voor de kamer die uitspraak doet over de bevestiging van de schorsing. De voorzitter van de tiende kamer roept op grond van artikel 40, 2, tweede lid DBRC-decreet de partijen en Kies een item. op om te verschijnen op de zitting waarop de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt behandeld. De zitting van de Raad zal plaatsvinden op donderdag 24 maart 2016 om 14u00 in de zittingszaal Lambrechts, Ellipsgebouw, B-toren (gelijkvloers), Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel. (artikel 65/1, 1 Procedurebesluit). Het administratief dossier en de eventuele overtuigingsstukken kunnen op 24/05/2018 voor de zitting en vanaf 9u30 op de griffie worden geraadpleegd. De Kamervoorzitter beslist om naast de verzoekende partijen en de verwerende partij, ook volgende belanghebbenden te horen (artikel 65/1, 1, eerste lid, 3 Procedurebesluit): de stad ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met zetel te 2000 Antwerpen, Grote Markt 1; het college van burgemeester en schepenen van de stad ANTWERPEN, met zetel te 2000 Antwerpen, Grote Markt 1; de nv Q-PARK BELGIUM (BE ), met maatschappelijke zetel te 1930 Zaventem, Belgicastraat 3 bus 6; 2. Elke verzoekende partij is bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid een rolrecht verschuldigd van 100 euro. Elke tussenkomende partij is bij het indienen van een verzoekschrift tot tussenkomst een rolrecht verschuldigd van 100 euro per vordering waarin een verzoekschrift tot tussenkomst is ingediend (artikel 21, 1 DBRC-decreet). Bij de betekening van dit arrest brengt de griffier u op de hoogte van de gegevens van het Fonds Bestuursrechtscolleges, met inbegrip van het rekeningnummer, en van de toepasselijke sanctie(s) bij niet-tijdige betaling. RvVb - 4

5 BESLISSING VAN DE RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN 1. De Raad beveelt bij wijze van voorlopige maatregel de schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de verwerende partij van 12 oktober 2017 waarbij aan de stad ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, en de nv Q PARK BELGIUM een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van twee ondergrondse parkings, namelijk parking Steendok en parking Kooldok, de herinrichting van de Van der Sweepstraat, de Namenstraat en de Verviersstraat en de tijdelijke inrichting van een speeltuin, sportveld en hondenloopzone aan de Waterpoort op de percelen gelegen te 2000 Antwerpen, Namenstraat zn., Van der Sweepstraat zn., Verviersstraat zn., Vlaamsekaai zn., Waalsekaai zn., met als kadastrale omschrijving 1 1e afdeling, sectie L, zn. en 1 1e afdeling, sectie L, nr. 3929/2. 2. De Raad legt bij wijze van voorlopige maatregel aan de stad ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, en de nv Q PARK BELGIUM, evenals hun aangestelden het verbod op om op enigerlei wijze uitvoering te geven aan de bestreden beslissing van 12 oktober 2017 in zoverre de werken betrekking hebben op de realisatie van de uitgang van de parking Steendok vanaf de reeds uitgegraven bouwput richting, door en in de Verviersstraat of verder te zetten. 3. De in sub 1 bevolen schorsing en in sub 2 opgelegde voorlopige maatregel gaan onmiddellijk in en dit tot de betekening van het arrest waarin uitspraak wordt gedaan over de gebeurlijke bevestiging van de bevolen schorsing en over de gebeurlijke handhaving van de opgelegde voorlopige maatregel. 4. De in sub 2 vermelde voorlopige maatregel wordt opgelegd onder verbeurte van een dwangsom van eur per dag dat wordt voortgewerkt in strijd met de in sub 2 opgelegde voorlopige maatregel te rekenen vanaf de betekening van huidig arrest. 5. De Raad roept de partijen en belanghebbenden op te verschijnen conform onderdeel III. van dit arrest. 6. De uitspraak over de kosten wordt uitgesteld tot de uitspraak over de bevestiging van de schorsing. Dit arrest is uitgesproken te Brussel in openbare zitting van 21 mei 2018 door de tiende kamer. De toegevoegd griffier, De voorzitter van de tiende kamer, Thibault PARENT Filip VAN ACKER RvVb - 5