Dit document bevat een lijst van de handelingen die de Raad in januari 2017 heeft vastgesteld. 1 2

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 15 juni 2017 (OR. en) 10352/17 PUBLIC 37 INF 109 NOTA Betreft: MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE BESLUITEN VAN DE RAAD - JANUARI 2017 Dit document bevat een lijst van de handelingen die de Raad in januari 2017 heeft vastgesteld. 1 2 Dit overzicht bevat navolgende informatie over de vaststelling van wetgevingshandelingen: de datum van vaststelling, de betrokken Raadszitting, het nummer van het vastgestelde document, de verwijzing naar het Publicatieblad, de toepasselijke stemregel, de stemuitslag en, in voorkomend geval, de stemverklaringen en de verklaringen in de Raadsnotulen. 1 2 Met uitzondering van bepaalde handelingen met een beperkte reikwijdte, zoals procedurebesluiten, benoemingen, besluiten van organen die zijn opgericht bij internationale overeenkomsten, specifieke begrotingsbesluiten, enz. Bij wetgevingshandelingen die zijn vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure kan de datum van de Raadszitting waarin de wetgevingshandeling is vastgesteld, afwijken van de werkelijke datum van de betrokken handeling doordat wetgevingshandelingen in de gewone wetgevingsprocedure pas geacht worden te zijn vastgesteld nadat de voorzitter van de Raad, de voorzitter van het Europees Parlement en de secretarissen-generaal van de twee instellingen deze hebben ondertekend /17 eer/gar/ev 1

2 Dit document bevat tevens informatie over de vaststelling van niet-wetgevingshandelingen die de Raad openbaar wil maken. Dit document staat eveneens op de website van de Raad: Maandelijks overzicht van de besluiten van de Raad (handelingen) - Consilium De in het overzicht genoemde documenten zijn beschikbaar via het openbaar register van Raadsdocumenten: Documenten en publicaties - Consilium Er zij op gewezen dat dit document slechts ter informatie dient: alleen de notulen van de Raad zijn authentiek. Deze staan op de website van de Raad: Notulen van de Raad - Consilium 10352/17 eer/gar/ev 2

3 INFORMATIE OVER DE HANDELINGEN DIE DE RAAD IN JANUARI 2017 HEEFT VASTGESTELD Schriftelijke procedure voltooid op 11 januari 2017 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Besluit (GBVB) 2017/50 van de Raad van 11 januari 2017 houdende wijziging van Besluit 2014/219/GBVB betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) PB L 7 van , blz DOCUMENT / VERKLARINGEN 15053/ e zitting van de Raad van de Europese Unie (BUITEANDSE ZAKEN), gehouden te Brussel op 16 januari 2017 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Besluit (GBVB) 2017/83 van de Raad van 16 januari 2017 tot wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran PB L 12 van , blz Uitvoeringsverordening (EU) 2017/77 van de Raad van 16 januari 2017 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran PB L 12 van , blz Besluit (GBVB) 2017/82 van de Raad van 16 januari 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea PB L 12 van , blz DOCUMENT / VERKLARINGEN 15590/ / / /17 eer/gar/ev 3

4 Besluit (EU) 2017/85 van de Raad van 16 januari 2017 betreffende de sluiting van het protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Democratische Volksrepubliek Algerije over de algemene beginselen voor de deelname van de Democratische Volksrepubliek Algerije aan programma's van de Unie PB L 14 van , blz. 2-3 Besluit (EU) 2017/189 van de Raad van 16 januari 2017 betreffende de namens de Europese Unie in te nemen standpunten in het Subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, het Subcomité handel en duurzame ontwikkeling, het Subcomité douane en het Subcomité geografische aanduidingen, die zijn ingesteld krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van die subcomités PB L 29 van , blz Speciaal verslag nr. 24/2016 van de Europese Rekenkamer: "Meer inspanningen nodig om te zorgen voor grotere bekendheid en voor naleving van de staatssteunregels in het kader van het cohesiebeleid" 16152/ /16 Conclusies van de Raad over Libanon 5131/17 Schriftelijke procedure voltooid op 20 januari 2017 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Verordening (EU) 2017/127 van de Raad van 20 januari 2017 tot vaststelling, voor 2017, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie, van toepassing zijn PB L 24 van , blz /1/17 REV 1 DOCUMENT / VERKLARINGEN 15706/ /17 eer/gar/ev 4

5 Verklaring van de Commissie en de lidstaten Roggen De Commissie en de lidstaten erkennen het door de adviesraad voor de noordwestelijke wateren verrichte goede werk inzake de ontwikkeling van het toekomstige beheer van roggenbestanden. Zij zijn zich er tevens van bewust dat het huidige beheersysteem voor alle roggensoorten waarvoor generieke TAC's gelden, voor verbetering vatbaar is, wil het volledig voorzien in de noodzaak van duurzaam beheer van kwetsbare soorten en van bestanden waarvoor weinig gegevens beschikbaar zijn, en de duurzame exploitatie van commercieel belangrijke soorten mogelijk maken. De betrokkenheid van de adviesraad is belangrijk voor de ontwikkeling van doeltreffende maatregelen voor het beheer van de roggenbestanden. Aangezien deze bestanden beter beheerd moeten worden, vragen de Commissie en de lidstaten de adviesraad om de voorgestelde beheersmaatregelen begin 2017 bekend te maken zodat deze in de eerste helft van 2017 aan het WTECV kunnen worden voorgelegd voor wetenschappelijke beoordeling. De lidstaten zullen het beheer van de roggenbestanden ondersteunen door expertise en middelen ter beschikking van het nodige wetenschappelijk onderzoek te stellen en passende maatregelen te ontwikkelen in de regionale groepen van de lidstaten. Een groot aantal roggensoorten wordt als bijvangst in andere visserijen gevangen. Met het oog op de volledige implementatie van de aanlandingsverplichting zullen de lidstaten derhalve in 2017 het nodige doen om voor een aantal bijvangstroggensoorten passende vrijstellingen op basis van overlevingskansen voor te stellen. Deze vrijstellingen worden door adequate wetenschappelijke gegevens onderbouwd en door het WTECV beoordeeld. Verklaringen van de Commissie Flexibiliteit voor wittekoolvisbestanden De Commissie merkt op dat recente wetenschappelijke informatie wijst op de mogelijkheid van het bestaan van één bestand, dat zich uitstrekt van gebied VII tot VIIIabde. De Commissie zal de ICES vragen vast te stellen of witte koolvis in de gebieden VII en VIIIabde van hetzelfde bestand is en of een stijging van de flexibiliteit met 5 % tussen die gebieden zou stroken met de voorzorgsbenadering. Naar aanleiding van het wetenschappelijk advies zal de Commissie overwegen passende voorstellen in te dienen. Bestanden in de Ierse Zee De Commissie merkt op dat voor februari 2017 een ICES-ijkingsprocedure is gepland waarbij de beoordelingen voor haring, kabeljauw, wijting, schol en schelvis zullen worden onderzocht. Op grond van elk later door de ICES verstrekt advies zal de Commissie overwegen passende voorstellen te doen voor de herziening van de TAC's voor de betrokken bestanden /17 eer/gar/ev 5

6 Verklaring van de Commissie, Spanje en Portugal Horsmakreel De Commissie, Spanje en Portugal merken op dat er een ICES-ijkingsprocedure voor horsmakreel is gepland. Naar aanleiding van de ijkingsprocedure zal de Commissie, in voorkomend geval, een herziene TAC voor 2017 voorstellen, overeenkomstig het wetenschappelijk advies. De betrokken lidstaten zullen een herziening van de TAC overeenkomstig het wetenschappelijk advies steunen, zelfs indien dit tot een vermindering van de vangstmogelijkheden leidt. Verklaringen van de Commissie Schar en bot in IIa en IV De Commissie heeft de ICES gevraagd te bevestigen of het schrappen van de TAC voor schar geen negatieve gevolgen voor het bestand inhoudt. Naar aanleiding van het wetenschappelijk advies zal de Commissie overwegen passende voorstellen in te dienen. Tarbot en griet in IIa en IV De Commissie zal de ICES in 2017 om geactualiseerd advies vragen en zal overwegen passende voorstellen in te dienen voor een in de loop van het jaar door te voeren wijziging van de vangstmogelijkheden voor Haring in VIa N/S De Commissie is verheugd over de inspanningen van lidstaten en belanghebbenden om de kennis over de haringbestanden in de sectoren VIa, VIIb en VIIc te vergroten, alsmede over de poging om een herstelplan voor deze bestanden op te stellen. In 2016 werd een TAC aangenomen om een kleine commerciële visserij te steunen bij het faciliteren van het nodige onderzoek. Naar aanleiding van de beoordeling door het WTECV van een verslag van de betrokken lidstaten over deze visserij zal de Commissie passende wijzigingen van de bestaande TAC's overwegen /17 eer/gar/ev 6

7 Verklaring van de Commissie, Spanje en Portugal Ansjovis in IX en X De Commissie, Spanje en Portugal merken op dat de door Spanje in het najaar verrichte akoestische survey belangrijke informatie verschaft over de nieuwe aanwas in de Golf van Cádiz. Op basis van die nieuwe informatie zegt de Commissie toe de ICES te verzoeken uiterlijk op 31 maart 2017 advies uit te brengen over de vraag of vangsten in 2017 van ton, of van vergelijkbare omvang, als duurzaam kunnen worden beschouwd. Op grond van dat advies van de ICES zal de Commissie overwegen of het passend is een herziening van de TAC voor dat bestand voor te stellen. Verklaring van de Commissie Vermijdingsprogramma's voor doornhaai De Commissie verzoekt de lidstaten vermijdingsprogramma's voor doornhaai te ontwikkelen die vergelijkbaar zijn met het huidige programma dat in de Uniewateren en internationale wateren van de gebieden I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV is ingesteld. Indien deze programma's door het WTECV positief worden beoordeeld, zal de Commissie overwegen een voorstel in te dienen om TAC's voor onvermijdelijke bijvangsten in de betrokken gebieden op te nemen /17 eer/gar/ev 7

8 Verklaring van de Raad en de Commissie over aanverwante bijvangstsoorten De Raad en de Commissie hebben nota genomen van de verzoeken van lidstaten om specifieke bepalingen waarbij in de op pelagische soorten gerichte visserij bijvangsten van de volgende bestanden wordt toegestaan: heek, evervis, wijting, schelvis, kabeljauw, zwarte koolvis, grote zilvervis, rog, lom, tong, schol, bot en makreel in de visserij op blauwe wijting in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan; heek, schelvis, evervis en wijting in de makreelvisserij in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan; haring in de makreelvisserij in de gebieden IIIa en IV; evervis, wijting, schelvis, kabeljauw, zwarte koolvis, grote zilvervis, rog, lom, tong, schol en bot in de makreelvisserij in de gebieden VIIIc, IX en X; heek in de horsmakreelvisserij in de gebieden IVb, IVc, en VIId, en in de horsmakreelvisserij in de gebieden IIa - XIV; kabeljauw, zwarte koolvis, grote zilvervis, rog, lom, tong, schol, bot en heek in de horsmakreelvisserij op het westelijke bestand (voornaamste gebied); evervis, wijting, schelvis, kabeljauw, zwarte koolvis, grote zilvervis, rog, lom, tong, schol, bot en makreel in de horsmakreelvisserij op het westelijke bestand (gebied VIIIc); evervis, wijting, schelvis, kabeljauw, zwarte koolvis, grote zilvervis, rog, lom, tong, schol, bot en makreel in de horsmakreelvisserij in gebied IX; zwarte koolvis en makreel in de haringvisserij in IIIa; zwarte koolvis en makreel in de haringvisserij in IV; zwarte koolvis in de visserij op Atlanto-Scandische haring in I en II. Aangezien deze bijvangsten voorkomen in visserijen op soorten waarvoor nog geen wetenschappelijke beoordeling is verricht met het oog op flexibiliteit tussen soorten, zeggen de betrokken lidstaten toe de nodige ondersteunende gegevens voor de wetenschappelijke beoordeling door de ICES uiterlijk op 28 februari 2017 ter beschikking van de Commissie te stellen. In het licht van het beschikbare wetenschappelijk advies zal de Commissie overwegen passende bepalingen voor de algemene benadering inzake alle aanverwante bijvangstsoorten in de vangstmogelijkheden, inclusief voor flexibiliteit tussen soorten, voor te stellen /17 eer/gar/ev 8

9 Sprot in de Noordzee De Commissie zal overwegen een wijziging van de Noordzee-TAC voor sprot voor te stellen na ontvangst van advies van de ICES in april 2017 en vóór de aanvang van het visseizoen. Verklaring van de Commissie en Frankrijk Zuidelijke zeebaars De handhaving van de goede staat van het zuidelijke zeebaarsbestand in de Golf van Biskaje (ICES-sectoren VIIIa en VIIIb) is een gemeenschappelijke prioriteit van de Commissie en Frankrijk. Als voornaamste bij deze visserij betrokken lidstaat heeft Frankrijk het initiatief genomen een "beheerregeling" op nationaal niveau op te zetten. Bij besluit van 24 november 2016 heeft Frankrijk namelijk reeds een aantal beheersmaatregelen getroffen, waaronder: een jaarlijks maximaal toegestane vangst van ton op basis van het omzichtige ICES-advies van 25 augustus 2015; een verhoging van de minimale instandhoudingsreferentiegrootte van 36 tot 38 cm. Frankrijk zegt toe deze bepalingen te zullen completeren met een overzicht van de vangsten in het eerste kwartaal en met het treffen van aanvullende beheersmaatregelen om een evenwicht tussen visserijtakken te waarborgen. In 2017 zal de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) de toestand van het zuidelijke zeebaarsbestand opnieuw beoordelen. Frankrijk zegt toe de samen met de beroepsbeoefenaars in de sector gestarte werkzaamheden te zullen voortzetten en deze beheersmaatregelen te zullen herzien op basis van toekomstig wetenschappelijk advies. De Commissie is ingenomen met deze toezeggingen en is bereid een goede samenwerking op dit gebied te onderhouden /17 eer/gar/ev 9

10 Verklaring van de Commissie Vrijstelling voor bepaalde vaartuigen in de kabeljauwvisserij in het westelijke deel van de Oostzee De Commissie neemt nota van de urgentie van het voorstellen van passende maatregelen inzake de afwijking van de periode waarin de visserijactiviteiten moeten worden stilgelegd voor westelijke kabeljauw in de deelsectoren 22, 23 en 24 van de Oostzee van 1 februari tot en met 31maart. Daartoe bevestigt de Commissie haar toezegging om, in overeenstemming met het meerjarig beheersplan voor de Oostzee en het wetenschappelijk advies, alle nodige maatregelen te treffen voor het wijzigen van de Verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2017, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn, teneinde de tijdige inwerkingtreding van deze afwijking te waarborgen. Verklaring van de Raad Vrijstelling voor bepaalde vaartuigen in de kabeljauwvisserij in het westelijke deel van de Oostzee De Raad neemt nota van de verklaring van de Commissie en zal alle nodige maatregelen treffen om het debat over het Commissievoorstel zo spoedig mogelijk te onderzoeken en af te ronden, teneinde het vóór 1 februari 2017 af te sluiten. Verklaring van Kroatië en Italië GFCM Kroatië en Italië zullen de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat hun vloten de vangstniveaus van 2014 voor kleine pelagische soorten, zoals gemeld overeenkomstig Aanbeveling GFCM/33/2009/3 inzake de uitvoering van GFCM-taak 1, niet zullen overschrijden. Verklaring van Portugal Golfrog Portugal zegt toe om uiterlijk op 30 april 2017 geactualiseerde vangst- en inspanningsgegevens ter beschikking van de Commissie te stellen voor wetenschappelijke toetsing en beoordeling in /17 eer/gar/ev 10

11 Verklaring van Frankrijk en Spanje ICCAT-vangstmogelijkheden Spanje en Frankrijk zeggen toe gesprekken te starten om tot een akkoord te komen over de ICCAT-vangstmogelijkheden (soorten en hoeveelheden) die Spanje in 2017 aan Frankrijk zal overdragen ter compensatie van de 62,17 ton blauwe marlijn die Frankrijk van zijn quotum voor 2017 aan Spanje heeft overgedragen. Verklaringen van België, Denemarken, Duitsland en Frankrijk Preferenties van Den Haag België, Denemarken, Duitsland en Frankrijk zijn van mening dat in 1983 overeenstemming bereikt is over de sleutels voor de verdeling van de quota over de lidstaten. Deze sleutels vormen de grondslag van de relatieve stabiliteit, welk beginsel is vastgelegd in de basisverordening betreffende het gemeenschappelijk visserijbeleid. Naar onze mening druisen de preferenties van Den Haag in tegen het beginsel van de relatieve stabiliteit /17 eer/gar/ev 11

12 Verklaring van de Raad en de Commissie Verklaring over bestanden De Raad en de Commissie constateren dat de verordeningen betreffende de vangstmogelijkheden een aantal TAC's bevatten voor bestanden waarvoor slechts weinig gegevens beschikbaar zijn en die een geringe economische waarde hebben, die alleen als bijvangst worden gevangen of waarvoor de quota niet worden opgebruikt. In dat verband herinneren de Raad en de Commissie aan hun in 2015 afgelegde verklaring over dergelijke bestanden, en wijzen zij erop dat de perceptie van de status van deze bestanden niet ingrijpend is veranderd in de loop van Derhalve vinden de Raad en de Commissie het nog altijd zinvol om de vangsten onder of op het niveau van de TAC's voor 2015 te houden. Daartoe lijkt het de Commissie en de Raad, onverminderd het initiatiefrecht van de Commissie en de prerogatieven van de Raad uit hoofde van artikel 293, lid 1, VWEU, in dit stadium wenselijk om de TAC's voor de hierna genoemde bestanden voor 2017 op het niveau van 2015 te houden. De Commissie zal echter blijven samenwerken met de lidstaten en de bevoegde wetenschappelijke instanties om de wetenschappelijke informatie over deze bestanden te verbeteren. Indien de perceptie van de status van een of meer van deze bestanden tijdens de betrokken periode ingrijpend verandert, zijn de Raad en de Commissie het erover eens dat hiermee rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van de TAC's voor 2017, naargelang van het geval. In 2016 werden twee bestanden geacht aanzienlijke negatieve wijzigingen te hebben ondergaan en werden zij van onderstaande lijst geschrapt /17 eer/gar/ev 12

13 Gewone naam Blauwe leng Blauwe leng Kabeljauw Tong Tong Tong Haring Grote zilvervis Grote zilvervis TAC-eenheid EU-wateren en internationale wateren van II en IV EU-wateren en internationale wateren van III VIb (subgebied Rockall) VI, Vb, internationale wateren van XII en XIV VIIbc VIIhjk VIIef EU-wateren en internationale wateren van I en II EU-wateren en internationale wateren van III en IV 10352/17 eer/gar/ev 13

14 Leng Leng Leng Schol Schol EU-wateren en internationale wateren van I en II IIIa EU-wateren en internationale wateren van V Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV VIIbc Schol VIII, IX, X en CECAF Witte koolvis Witte koolvis Witte koolvis Zwarte koolvis Tong Wijting Vb (EU-wateren), VI, XII en XIV VIIIc IX, X, CECAF (EU) VII, VIII, IX, X, CECAF (EU) VIIIcde, IX, X, CECAF (EU) VIIa Lom IIIa en EU Lom Lom EU I, II, XIV Uniewateren van IV 10352/17 eer/gar/ev 14

15 Verklaring van Frankrijk Zeebaarsvisserij in de noordelijke gebieden (IVbc, VIIa, VIId-h) Frankrijk brengt in herinnering dat het sinds vele jaren vraagt om totaal toegestane vangsten (TAC) voor zeebaars. Het wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) van 2015, op grond waarvan de vangstmogelijkheden zijn vastgesteld, heeft geleid tot een zeer sterke afname van de zeebaarsvangst in de gebieden IVbc, VIIa, en VIId-h. De sociaaleconomische kwetsbaarheid van elk van deze visserijtakken is in aanmerking genomen bij de toewijzing van de vangstmogelijkheden, maar dit is onvoldoende gebleken om de gevolgen te beperken voor bepaalde visserijtakken, waarvan de vangstcapaciteit sterk is gedaald. De toestand van het noordelijke zeebaarsbestand is het resultaat van factoren van uiteenlopende aard. Frankrijk zal, op basis van een evenwichtige aanpak, het nodige doen opdat, wanneer dit bestand is hersteld, alle visserijen in het noordelijk gebied opnieuw op zeebaars kunnen vissen. 3514e zitting van de Raad van de Europese Unie (Landbouw en Visserij), gehouden te Brussel op 23 januari 2017 WETGEVINGSHANDELINGEN HANDELING DOCUMENT STEMREGEL STEMMING Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens (Voor de EER relevante tekst) PB L 57 van , blz /16 Gekwalificeerde meerderheid Alle lidstaten voor, behalve: Tegen: UK 10352/17 eer/gar/ev 15

16 Verklaring van de Commissie gesteund door Spanje De Commissie is van mening dat overweging 45 om de volgende redenen niet had mogen worden opgenomen. Ten eerste houdt de overweging geen verband met het regelgevend gedeelte van de verordening en is ze dus niet in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven. In dat akkoord hebben het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie bevestigd dat zij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de gemeenschappelijke richtsnoeren voor de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving ten volle blijven onderschrijven. Daarin is bepaald dat overwegingen tot doel hebben op beknopte wijze de redenen voor de belangrijkste bepalingen van het regelgevend gedeelte uiteen te zetten, zonder de bewoordingen daarvan te herhalen of te parafraseren, en dat zij geen regelgevende bepalingen of politieke wensen mogen bevatten. Ten tweede herinnert de Commissie eraan dat het begrip staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU objectief in het Verdrag is vastgelegd en dat het niet ter beschikking van de Uniewetgever staat. Het kan als zodanig alleen door de Commissie of de nationale rechtbanken worden gebruikt in bepaalde gevallen die onderworpen zijn aan het toezicht van de Unierechter. Ten derde kan de verwoording van de overweging aanleiding geven tot onduidelijkheid. Met betrekking tot het begrip staatssteun in de zin van het Verdrag kan niet worden aangevoerd dat overheidsfinanciering van alle toegangs- en defensieinfrastructuur die toegankelijk is voor alle gebruikers op gelijke en niet-discriminerende voorwaarden, altijd buiten het toepassingsgebied van de regels inzake staatssteun valt. Uit de besluitvormingspraktijk van de Commissie blijkt, bijvoorbeeld, dat overheidsfinanciering van bepaalde toegangsinfrastructuur binnen een havengebied als staatssteun kan worden beschouwd. Gezamenlijke verklaring van Duitsland, Polen, België en Frankrijk Ten aanzien van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens. Duitsland, Polen, België en Frankrijk staan achter de doelstellingen van de verordening. Zij waarderen met name dat met de verordening wordt beoogd bij te dragen tot de financiële transparantie en tot vergroting van het internationale concurrentievermogen van de Europese havens. Duitsland, Polen, België en Frankrijk hechten hun goedkeuring aan de verordening, ervan uitgaande dat de in de wetgevingsprocedure bereikte compromissen en de ermee verband houdende besluiten van wetgevers niet via andere relevante rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld de herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV), worden tegengewerkt /17 eer/gar/ev 16

17 Verklaring van het Verenigd Koninkrijk Het verheugt het Verenigd Koninkrijk dat deze verordening aanzienlijk minder belastend is dan oorspronkelijk voorgesteld. Niettemin betreurt het VK de vaststelling ervan, zelfs in haar gewijzigde vorm, omdat het de bepalingen (uitgezonderd die betreffende het transparanter maken van overheidsfinanciering) onnodig en grotendeels ongeschikt acht voor het bevorderen van investeringen en efficiëntie in de Europese havens, en met name de havens in het VK. In de overtuiging dat zij nadelige gevolgen zou hebben voor zijn concurrerende en efficiënte havens, stemt het Verenigd Koninkrijk tegen de verordening. De ervaring van de voorbije decennia met de gedereguleerde, concurrerende havensector van het VK, die overwegend in particulier bezit is en grotendeels niet wordt gesubsidieerd, wijst overtuigend uit dat gedereguleerde havens onder eerlijke concurrentievoorwaarden kunnen en zullen investeren voor hun ontwikkeling conform de huidige en toekomstige vervoerseisen /17 eer/gar/ev 17

18 Verklaring van Italië Ten aanzien van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de toegang tot de markt voor havendiensten en de financiële transparantie van havens, wenst Italië, dat weliswaar achter de doelstellingen van de verordening staat (en met name waardeert dat met de verordening wordt beoogd de financiële transparantie van de Europese havens te vergroten en hun internationale concurrentievermogen te bevorderen), uitdrukking te geven aan zijn bezorgdheid over andere mogelijke nog ter bespreking voorliggende rechtsgronden voor deze zelfde zaken (havens), die mogelijkerwijs niet met de EU-havenverordening stroken. Bijgevolg hecht Italië zijn goedkeuring aan de verordening, ervan uitgaande dat de in de wetgevingsprocedure bereikte compromissen en de ermee verband houdende besluiten van wetgevers niet in het gedrang worden gebracht door andere relevante rechtshandelingen of initiatieven, te weten die welke buiten de medebeslissingsprocedure om door DG's van de Commissie worden uitgevoerd zoals het onderzoek naar het functioneren de herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) of de enquête over het functioneren van en de belastingregeling voor havens tenzij deze van tevoren aan een samenhangtoets worden onderworpen in nauwe coördinatie met alle betrokken DG s. Meer bepaald vestigt Italië de aandacht op de in het gemeenschappelijk standpunt van Duitsland, Frankrijk, Italië, België en Polen vermelde onopgeloste vraagstukken (zie de brief aan de Commissieleden Bulc en Vestager), te weten de definitie van haveninfrastructuur, baggeren, de notie één project voor alle investeringen in één en dezelfde haven binnen een periode van drie jaar). Enkel het verzoek van de lidstaten om schrapping van iedere verwijzing naar de duur van concessies is tot dusver uitdrukkelijk ingewilligd. Ook andere vraagstukken in verband met havens zijn door tal van lidstaten ter gelegenheid van de tweede raadpleging over de herziening van de AGVV, alsmede in de Groep infrastructuur onder de aandacht gebracht, maar lijken door de Europese Commissie niet in aanmerking te zijn genomen. Deze veronachtzaming zou te wijten kunnen zijn aan een overdreven verruiming van het zogeheten Leipzig-Halle-arrest, dat ertoe leidt dat nu voor het eerst sectorale regels inzake staatssteun in de AGVV zullen worden opgenomen, zonder dat die eerst worden getoetst door het opstellen en toepassen van specifieke richtsnoeren, zoals dat wel het geval was voor alle andere zachte wetgevingsmaatregelen (betreffende het mkb, regionale steun, Milieu & Energie, enz.). Derhalve spoort Italië de Europese Commissie aan verder werk te maken van de onderling samenhangende projecten in verband met zachte wetgeving /machtigingsbesluiten, teneinde de samenhang daartussen te garanderen, en daarbij het standpunt van de lidstaten terdege in aanmerking te nemen en hen vóór het einde van de vaststellingsprocedure nogmaals te raadplegen, eventueel via bilaterale vergaderingen. Verordening (EU) 2017/353 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vervanging van de bijlagen A en B bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende insolventieprocedures PB L 57 van , blz /16 Gekwalificeerde meerderheid Alle lidstaten voor, behalve: Nemen niet deel: DK, IE 10352/17 eer/gar/ev 18

19 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Verordening (EU) 2017/135 van de Raad van 23 januari 2017 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1903 tot vaststelling, voor 2017, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de Oostzee van toepassing zijn PB L 22 van , blz. 1-3 Besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de OESOwerkgroep van de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten met betrekking tot referentiemarktwaarden Uitvoeringsbesluit van de Raad houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Politiedienst (Europol) van de Overeenkomst voor operationele en strategische samenwerking tussen Georgië en Europol DOCUMENT / VERKLARINGEN 5117/ / /1/16 REV e zitting van de Raad van de Europese Unie (Economische en Financiële Zaken), gehouden te Brussel op 27 januari 2017 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Besluit van de Raad over het namens de Europese Unie in de Ledenraad van de Internationale Olijfolieraad in te nemen standpunt betreffende de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven Besluit (GBVB) 2017/154 van de Raad van 27 januari 2017 inzake de actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2016/1136 PB L 23 van , blz DOCUMENT / VERKLARINGEN 5108/ / /17 eer/gar/ev 19

20 Uitvoeringsverordening (EU) 2017/150 van de Raad van 27 januari 2017 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1127 PB L 23 van , blz. 3-6 Uitvoeringsbesluit van de Raad met een aanbeveling voor het verhelpen van de tekortkomingen die zijn geconstateerd bij de in 2016 verrichte evaluatie van de wijze waarop Luxemburg het Schengenacquis op het gebied van gegevensbescherming toepast Uitvoeringsbesluit van de Raad met een aanbeveling voor het verhelpen van de tekortkomingen die zijn geconstateerd bij de in 2016 verrichte evaluatie van de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van het Schengeninformatiesysteem door Luxemburg Uitvoeringsbesluit van de Raad met aanbevelingen voor het verhelpen van de tekortkomingen die zijn geconstateerd bij de evaluatie van Kroatië met het oog op de naleving van de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van gegevensbescherming Uitvoeringsbesluit van de Raad met een aanbeveling voor het verhelpen van de tekortkomingen die zijn geconstateerd bij de in 2016 verrichte evaluatie van de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van het Schengeninformatiesysteem door Italië Conclusies van de Raad over: Europees semester Jaarlijkse groeianalyse: Macro-economische en begrotingsrichtsnoeren voor de lidstaten 15807/ / / / / /17 Conclusies van de Raad over: Waarschuwingsmechanismeverslag /17 Aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone 5194/ /17 eer/gar/ev 20