10079/15 mou/dau/sl 1 DG F 2C

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juni 2015 (OR. en) 10079/15 PUBLIC 43 INF 113 NOTA Betreft: MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE BESLUITEN VAN DE RAAD - FEBRUARI 2015 Dit document bevat een lijst van de handelingen die de Raad in februari 2015 heeft vastgesteld. 1 2 Er staat informatie in over de vaststelling van wetgevingshandelingen, met name: de datum van vaststelling, de desbetreffende zitting van de Raad, het nummer van het vastgestelde document, de verwijzing naar het Publicatieblad, de toepasselijke stemregel, de stemuitslag en, in voorkomend geval, de stemverklaringen en de verklaringen in de Raadsnotulen. 1 2 Met uitzondering van bepaalde handelingen met een beperkte draagwijdte, zoals procedurebesluiten, benoemingen, besluiten van organen die zijn opgericht bij internationale overeenkomsten, specifieke begrotingsbesluiten, enz. In het geval van wetgevingshandelingen die volgens de gewone wetgevingsprocedure zijn vastgesteld, kan er een verschil zijn tussen de datum van de Raadszitting waarin de wetgevingshandeling is vastgesteld en de werkelijke datum van de betrokken handeling, omdat wetgevingshandelingen in de gewone wetgevingsprocedure pas geacht worden te zijn vastgesteld nadat de voorzitter van de Raad, de voorzitter van het Europees Parlement en de secretarissen-generaal van de twee instellingen deze hebben ondertekend /15 mou/dau/sl 1

2 Dit document bevat ook informatie over de vaststelling van niet-wetgevingshandelingen die de Raad openbaar wil maken. Dit document staat ook op de website van de Raad: Maandelijks overzicht van de besluiten van de Raad (handelingen) - Consilium De in het overzicht genoemde documenten zijn beschikbaar via het openbaar register van Raadsdocumenten: Documenten en publicaties - Consilium Er zij op gewezen dat dit document slechts ter informatie dient: alleen de notulen van de Raad zijn authentiek. Zij staan op de website van de Raad: Notulen van de Raad - Consilium 10079/15 mou/dau/sl 2

3 INFORMATIE OVER DE HANDELINGEN DIE DE RAAD IN FEBRUARI 2015 HEEFT VASTGESTELD 3367e zitting van de Raad van de Europese Unie (BUITEANDSE ZAKEN), gehouden te Brussel op 9 februari 2015 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Conclusies van de Raad over de prioriteiten van de EU in de mensenrechtenfora van de Verenigde Naties in 2015 Verklaring van Hongarije DOCUMENT / VERKLARINGEN 5840/15 Met de aanneming van het actieprogramma van de internationale conferentie over bevolking en ontwikkeling en van het actieprogramma van Peking is blijk gegeven van opmerkelijke eensgezindheid. Volgens deze programma's vormt de uitoefening van de mensenrechten de kern van ontwikkeling, en sinds de aanneming van de programma's zijn belangrijke resultaten geboekt op het gebied van gezondheidszorg, gendergelijkheid en onderwijs. Hongarije handhaaft zijn toezeggingen op het gebied van de mensenrechten en blijft zich inzetten voor de uitvoering van beide actieprogramma's als belangrijkste referentiepunten voor de termen seksuele gezondheidszorg, reproductieve gezondheidszorg en reproductieve rechten. Aangezien de term "seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten" niet gedefinieerd wordt, kan Hongarije "seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten" enkel volgens zijn nationale wetgeving uitleggen. Verklaring van Malta Malta zal de fundamentele waarden die in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de latere verdragen verankerd zijn, blijven eerbiedigen. Voorts zal Malta zijn uiterste best doen om de toepassing van de instrumenten voor de mensenrechten te bevorderen en het toepassingsgebied ervan te verruimen, teneinde de universele eerbiediging en bescherming van de rechten van de mens te garanderen. Toch wenst Malta nogmaals te wijzen op zijn principieel standpunt over de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten; aanbevelingen of toezeggingen van de Europese Unie mogen in geen enkel geval en voor geen enkele partij een verplichting scheppen om abortus als een legitieme vorm van reproductieve gezondheid, rechten of middelen te beschouwen. Besluit (GBVB) 2015/241 van de Raad van 9 februari 2015 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen PB L 40 van , blz / /15 mou/dau/sl 3

4 Uitvoeringsverordening (EU) 2015/240 van de Raad van 9 februari 2015 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen PB L 40 van , blz Besluit (GBVB) 2015/203 van de Raad van 9 februari 2015 ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten als bijdrage aan transparantie- en vertrouwenwekkende maatregelen bij ruimteactiviteiten PB L 33 van , blz Besluit (GBVB) 2015/202 van de Raad van 9 februari 2015 tot wijziging van Besluit 2010/656/GBVB tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust PB L 33 van , blz Verordening (EU) 2015/192 van de Raad van 9 februari 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 174/2005 tot instelling van beperkingen op het leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten aan Ivoorkust PB L 33 van , blz. 1-3 Besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie 5829/ / / / /12 Conclusies van de Raad over Libië 5977/15 Conclusies van de Raad over Jemen 5983/15 Conclusies van de Raad over de verkiezingen in Nigeria 6049/15 Conclusies van de Raad over de dreiging van Boko Haram 6051/15 Conclusies van de Raad over de Centraal-Afrikaanse Republiek 6058/15 Conclusies van de Raad over Mali 6052/15 Conclusies van de Raad over terrorismebestrijding 6048/ /15 mou/dau/sl 4

5 3368e zitting van de Raad van de Europese Unie (ALGEMENE ZAKEN), gehouden te Brussel op 10 februari 2015 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Conclusies van de Raad over het werkprogramma voor 2015 van de Commissie 5955/15 Conclusies van de Raad over cyberdiplomatie 5610/15 Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/215 van de Raad van 10 februari 2015 betreffende de inwerkingstelling van de bepalingen van het Schengenacquis inzake gegevensbescherming en de voorlopige inwerkingstelling van delen van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het Schengeninformatiesysteem voor het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland PB L 36 van , blz DOCUMENT / VERKLARINGEN 5481/15 Gemeenschappelijke standpunten van de Unie over de toetredingsonderhandelingen met Montenegro 5654/15 Besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds Besluit (EU) 2015/214 van de Raad van 10 februari 2015 houdende goedkeuring van het Shift2Railmasterplan PB L 36 van , blz. 7-7 Besluit (EU) 2015/238 van de Raad van 10 februari 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen inzake de toegang voor vissersvaartuigen die de vlag van de Seychellen voeren tot de onder de jurisdictie van de Europese Unie vallende wateren en mariene biologische rijkdommen van Mayotte PB L 40 van , blz / / / /15 mou/dau/sl 5

6 Verklaring van de Commissie In zijn arrest van 24 november 2014 over de gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 (Europees Parlement/Commissie tegen Raad) heeft het Hof van Justitie Besluit 2012/19/EU van de Raad van 16 december 2010 betreffende de verklaring inzake de toekenning van vangst mogelijkheden in wateren van de EU aan Venezolaanse vissersvaartuigen in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana nietig verklaard. Het Hof van Justitie heeft duidelijk bevestigd dat besluiten betreffende de sluiting van externe visserijovereenkomsten volledig binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 2, VWEU vallen (juncto de toepasselijke procedure van artikel 218 VWEU, d.w.z. artikel 218, lid 6, punt a), letter v), VWEU, voor de besluiten over de sluiting) en heeft het standpunt verworpen dat dergelijke besluiten binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 3, VWEU, kunnen vallen. Met betrekking tot het besluit betreffende de sluiting van de visserijovereenkomst met de Seychellen wat betreft de wateren rond Mayotte, betreurt de Commissie derhalve de door de Raad aangebrachte wijziging van de rechtsgrondslag, waarbij artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6, punt a), en lid 7, VWEU, is vervangen door artikel 43 (zonder verwijzing naar het desbetreffende lid), juncto artikel 218, lid 6, punt a), en lid 7, VWEU. Verklaring van de Raad De Raad is het niet eens met de verklaring van de Commissie volgens welke uit het arrest van 24 november 2014 in de gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 zou voortvloeien dat alle besluiten betreffende de sluiting van externe visserijovereenkomsten binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 2, vallen. De Raad is van oordeel dat een dergelijke conclusie niet uit dit arrest kan worden getrokken. De keuze van de rechtsgrondslag voor een handeling van de Unie moet berusten op objectieve factoren die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn; daartoe behoren met name het doel en de inhoud van de betrokken maatregel. In het specifieke geval van de verklaring van de Europese Unie ten aanzien van Venezuela oordeelde het Hof dat de verklaring niet tot doel had vangstmogelijkheden vast te stellen en te verdelen. Een cruciaal onderdeel van de overeenkomst is echter het vaststellen van vangstmogelijkheden voor de Seychellen in de wateren van Mayotte. Gelet op het doel en de inhoud van de overeenkomst, die betrekking heeft op het vaststellen en toewijzen van vangstmogelijkheden in de zin van artikel 43, lid 3, VWEU, is de inhoudelijke rechtsgrondslag voor het besluit betreffende de sluiting van de overeenkomst dus terecht artikel 43 VWEU in zijn geheel. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk Het VK wijst erop dat de definitie van EU-wateren in artikel 2, punt d), van de voorgestelde overeenkomst onduidelijk is en niet strookt met de definitie van Uniewateren in artikel 4, lid 1, punt 1), van de GVB-basisverordening ((EU) nr. 1380/2013). In de laatste definitie wordt geen gewag gemaakt van wateren "die onder de jurisdictie van de EU" vallen, maar duidelijk gemaakt dat Uniewateren "de wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten" zijn. Niet de EU, maar de lidstaten oefenen uit hoofde van het Unclos jurisdictie uit. Het VK wijst erop dat de voorgestelde overeenkomst de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de lidstaten niet mag wijzigen. De definitie van "EU-wateren" in de voorgestelde overeenkomst moet overeenstemmen met de definitie van "Uniewateren" in de GVB-basisverordening /15 mou/dau/sl 6

7 Besluit (EU) 2015/239 van de Raad van 10 februari 2015 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe PB L 40 van , blz /14 Verklaring van de Commissie In zijn arrest van 24 november 2014 over de gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 (Europees Parlement/Commissie tegen Raad) heeft het Hof van Justitie Besluit 2012/19/EU van de Raad van 16 december 2010 betreffende de verklaring inzake de toekenning van vangstmogelijkheden in wateren van de EU aan Venezolaanse vissersvaartuigen in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans Guyana nietig verklaard. Het Hof van Justitie heeft duidelijk bevestigd dat besluiten betreffende de sluiting van externe visserijovereenkomsten volledig binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 2, VWEU vallen (juncto de toepasselijke procedure van artikel 218 VWEU, d.w.z. artikel 218, lid 6, punt a), letter v), VWEU, voor de besluiten over de sluiting) en heeft het standpunt verworpen dat dergelijke besluiten binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 3, VWEU, kunnen vallen. Met betrekking tot het besluit betreffende de sluiting van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe betreurt de Commissie derhalve de door de Raad aangebrachte wijziging van de rechtsgrondslag, waarbij artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6, onder a), en lid 7, VWEU, is vervangen door artikel 43 (zonder verwijzing naar het desbetreffende lid), juncto artikel 218, lid 6, onder a), en lid 7, VWEU. Verklaring van de Raad De Raad is het niet eens met de verklaring van de Commissie volgens welke uit het arrest van 24 november 2014 in de gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 zou voortvloeien dat alle besluiten betreffende de sluiting van externe visserijovereenkomsten binnen het toepassingsgebied van artikel 43, lid 2, vallen. De Raad is van oordeel dat een dergelijke conclusie niet uit dit arrest kan worden getrokken. De keuze van de rechtsgrondslag voor een handeling van de Unie moet berusten op objectieve factoren die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn; daartoe behoren met name het doel en de inhoud van de betrokken maatregel. In het specifieke geval van de verklaring van de Europese Unie ten aanzien van Venezuela oordeelde het Hof dat de verklaring niet tot doel had vangstmogelijkheden vast te stellen en te verdelen. Dit protocol bevat evenwel een cruciaal element, namelijk de vaststelling van de vangstmogelijkheden van de Unie in de wateren waarover de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe de soevereiniteit of de jurisdictie bezit. Gezien het doel en de inhoud van het protocol, te weten onder meer de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden in de zin van artikel 43, lid 3, VWEU, is het derhalve passend dat de materiële rechtsgrondslag voor het besluit betreffende de sluiting van het protocol verwijst naar artikel 43 VWEU in zijn geheel /15 mou/dau/sl 7

8 Verklaring van het Verenigd Koninkrijk en Nederland Het Verenigd Koninkrijk en Nederland onderkennen dat er in het voorstel - waarover onlangs is onderhandeld - tot hernieuwing van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe vooruitgang is geboekt op een aantal belangrijke punten, zoals voordelen voor de plaatselijke visserij-industrie en economisch rendement voor de Europese Unie. Beide delegaties betreuren evenwel dat dit protocol geen duidelijk beheerssysteem omvat om in de noodzakelijke bescherming van haaien te voorzien. Gerichte visserij op en bijvangsten van haai vormen een probleem bij de tonijnvisserij in de Atlantische Oceaan. Het Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben besloten zich van stemming te onthouden en zouden graag zien dat de EU in toekomstige vergaderingen van het Gemengd Comité uit hoofde van dit protocol met maatregelen komt voor het beheer van het haaienbestand. Besluit (Euratom) 2015/224 van de Raad van 10 februari 2015 tot wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan PB L 37 van , blz /14 Verklaring van Luxemburg Luxemburg onderkent het belang van het ITER-project, maar wenst niettemin zijn kritiek op kernonderzoek opnieuw tot uiting te brengen. De Luxemburgse regering bestudeert namelijk een mogelijke stopzetting van haar financiële bijdrage aan ITER, en benadrukt dat de Europese middelen voor onderzoek in de toekomst meer op hernieuwbare energie gericht moeten zijn. Aangezien het gewijzigde voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie geen aanzet bevat voor een dergelijke heroriëntering, kan Luxemburg het niet onderschrijven en brengt het derhalve een tegenstem uit. Schriftelijke procedures voltooid op 12 februari 2015 NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN HANDELING Besluit (GBVB) 2015/236 van de Raad van 12 februari 2015 tot wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran PB L 39 van , blz DOCUMENT / VERKLARINGEN 16356/ /15 mou/dau/sl 8

9 Verordening (EU) 2015/229 van de Raad van 12 februari 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran PB L 39 van , blz. 1-2 Uitvoeringsverordening (EU) 2015/230 van de Raad van 12 februari 2015 houdende uitvoering van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran PB L 39 van , blz / / e zitting van de Raad van de Europese Unie (ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN), gehouden te Brussel op 17 februari 2015 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Besluit (EU) 2015/284 van de Raad van 17 februari 2015 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van protocol 4 bij de EER-overeenkomst betreffende de oorsprongsregels (toetreding van Kroatië) PB L 50 van , blz Besluit (EU) 2015/285 van de Raad van 17 februari 2015 over het door de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité van de EER dat is opgericht bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met betrekking tot de vervanging van protocol 4 bij die overeenkomst inzake oorsprongsregels door een nieuw protocol, dat is afgestemd op de Regionale Conventie betreffende de pan-euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels PB L 50 van , blz Besluit (GBVB) 2015/260 van de Raad van 17 februari 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten PB L 43 van , blz Besluit (GBVB) 2015/259 van de Raad van 17 februari 2015 ter ondersteuning van activiteiten van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens PB L 43 van , blz DOCUMENT / VERKLARINGEN 16970/ / / / /15 mou/dau/sl 9

10 Besluit (EU) 2015/344 van de Raad van 17 februari 2015 tot verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne PB L 60 van , blz Conclusies van de Raad over de jaarlijkse groeianalyse 2015 en het waarschuwingsmechanismeverslag /14 Conclusies van de Raad betreffende de begrotingsrichtsnoeren voor /15 Schriftelijke procedure voltooid op 19 februari 2015 HANDELING NIET-WETGEVINGSHANDELINGEN Besluit (GBVB) 2015/277 van de Raad van 19 februari 2015 houdende wijziging van Besluit 2011/101/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe PB L 47 van , blz /1/15 REV 1 DOCUMENT / VERKLARINGEN 6129/ /15 mou/dau/sl 10