Taal op maat. Werkboek 8b. Hoofdauteurs Helga van de Ven Margreet Vreman

Transcriptie

1 Taal op maat Werkboek 8b Hoofdauteurs Helga van de Ven Margreet Vreman Auteurs Monique van Alphen Greetje Ligthart Ingrid Nolet Ydwine van der Veen Maaike de Vries Met medewerking van Rudy Beernink Bart van Schijndel Noordhoff Uitgevers

2 Ontwerp binnenwerk: Grafisch ontwerp Duko Hamminga, Assen Ontwerp omslag: Astrid van der Neut, Rotterdam Ontwerp en uitvoering omslagkoffer: Inge Nouws, Castelldefels, Spanje Foto omslagbeeld: Ron Giling Lineair, Arnhem 0 Noordhoff Uitgevers bv, Groningen/Houten, The Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 9 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 6h Auteurswet 9 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 30 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 6 Auteurswet 9) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 30 KB Hoofddorp, All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without prior written permission of the publisher. ISBN Eerste druk, 0 SISO

3 Inhoud Thema 5 Contact 6 Thema 6 Vrij 6 Thema 7 Mooi! 46 Thema 8 Op reis 66 Extra opdrachten Thema 5 86 Thema 6 89 Thema 7 9 Thema 8 95 Bronvermelding 99 Noordhoff Uitgevers bv 3

4 t W Hoe werk je met Taal op maat? Les6 Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taal Hier zie je wat je gaat doen. Dit is het doel van de les. In Weet je nog? staat in het kort de uitleg uit de vorige les. In de opdrachten oefen je met de uitleg. Je oefent Weet je nog? citeren. Als je letterlijk herhaalt wat iemand heeft gezegd of geschreven, dan gebruik je een citaat. Voor een citaat staat een dubbele punt. Het citaat zelf zet je tussen aanhalingstekens. Als je wat iemand heeft gezegd of geschreven in je eigen woorden herhaalt, doe je dat in de indirecte rede: Hij zei dat hij niet kwam. Plaats dubbele punten en aanhalingstekens bij de citaten. In sommige zinnen hoef je niets in te vullen. Een paar leerlingen uit onze groep willen een artikel schrijven voor de schoolkrant. Thedros zegt Ik ga een stuk schrijven over computergames. 3 Volgens de meester is dat een goed idee. 4 Hij vraagt Wordt het een objectieve of een subjectieve tekst? 5 Thedros antwoordt t Ik ga computergames vergelijken. 6 Janna zegt Dan zit er een mening in, dus is het subjectief. Bekijk de plaatjes. Laat de nieuwslezer de winnares citeren. Schrijf het citaat naast het eerste plaatje. Gebruik aanhalingstekens. Schrijf het citaat nu in de indirecte rede naast het tweede plaatje. Gefeliciteerd met het behalen van je eerste plaats! De Nederlands kampioen zei: Ik ben echt ontzettend blij met mijn eerste plaats. De nieuwslezer zei: Groep 8 Thema 5 Contact Week 4

5 3 A Lees het artikel. Terug naar school na knaagdierenplaag De kinderen van basisschool de Overlaat kunnen eindelijk terug naar hun klaslokalen, nadat ze door steenmarters waren weggeplaagd. De steenmarters poepten en plasten de hele school onder en namen ook een vlooienplaag met zich mee. De kinderen verhuisden naar het gemeentehuis en de school ging dicht. Maandenlang is er hard gewerkt om de diertjes weg te krijgen uit de school. Nu is er nog maar één steenmarter te bekennen en die staat op een schilderij. B Verzin een laatste zin voor de tweede alinea. Schrijf in een citaat wat de directeur zei over de sluiting van de school. C Verzin de laatste zin van het artikel. Schrijf in de indirecte rede op wat een leerling van de school gezegd heeft over het schilderij. 4 Schrijf in de directe rede wat de marters zouden kunnen zeggen. Heb je tijd over? Maak dan de opdracht met het rondje ervoor. 5 Laat je maatje een nieuwtje aan je vertellen. Schrijf een kort citaat van je maatje op. Je leerkracht vertelt je of je deze opdracht maakt. Wat kan ik? Ben je klaar? Ik kan citeren. Kies Werkboek bladzijde 86 of pluswerk of computer. Noordhoff Uitgevers bv Hier lees je wat je hebt geleerd. Ben je iets vergeten? Kijk dan achter in het Taalboek. Daar staat het Taalmaatje met alle uitleg bij elkaar. Groep 8 Thema 5 Contact Week 3 Ben je klaar? Kies dan een opdracht achter in het Taalboek of Werkboek. Je kunt ook aan de slag op de computer of met pluswerk. Noordhoff Uitgevers bv 5

6 Thema 6 Vrij 6 380_WB.indb 6 0// 5:8 PM

7 Themawoorden en schoolwoorden Les en : Les 9 en 0: de balans Het evenwicht. aanwezig zijn Erbij zijn. uit volle borst zingen Heel enthousiast zingen. acteren Een rol spelen in een film of toneelstuk. de componist Iemand die muziek schrijft. de acteur / de actrice Iemand die een rol speelt in een film of toneelstuk, toneelspeler. de dirigent Iemand die een orkest leidt. de emotie Het gevoel. ten gehore brengen Laten horen. de musicus Iemand die muziek maakt. dat klinkt mij als muziek in de oren Dit zeg je als je iets leuk vindt om te horen. overslaan Hoog en schel uitschieten met je stem. de amateur Iemand die voor zijn plezier iets doet en niet voor zijn beroep. dienst verlenen Helpen. het entertainment Vermaak met bijvoorbeeld liedjes of goocheltrucs. geschikt Goed; iets goed kunnen. de grimeur Iemand die toneelspelers opmaakt. de jury Groep mensen die de prestaties van andere mensen beoordeelt. de regelmaat De vaste volgorde of de vaste tijden. de nominatie Benoeming van mensen die een prijs kunnen winnen. de symfonie Muziekstuk voor een groot orkest. promoten Reclame voor iets of iemand maken. Noordhoff Uitgevers bv de decibel Met deze maat geef je aan hoe sterk een geluid is. de publiciteit Bekendmaking via radio, tv, krant of internet _WB.indb 7 0// 5:9 PM

8 Les Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taal Je oefent woorden bij het thema muziek. het herkennen van vergelijkingen. Weet je nog? Soms gebruikt een schrijver een vergelijking met als om duidelijk te maken wat hij bedoelt. Maak de omschrijvingen af. Trek lijnen. Als je uit volle borst zingt, zing je... Een decibel geeft aan hoe... een geluid is. Als je stem overslaat, schiet je stem... uit. De regelmaat betekent de... volgorde. De symfonie is muziek voor een... orkest. hoog groot enthousiast sterk leuk 3 Als iets je als muziek in de oren klinkt, vind je het... om te horen. Welk van de onderstreepte woorden past in de zin? Omcirkel dat woord. vaste Deze componist / decibel heeft een muziekstuk geschreven. De balans / musicus speelt prachtig op zijn viool. 3 Het orkest gaat een symfonie ten gehore brengen / uit volle borst zingen. 4 De zanger zong het lied met veel emotie / overslaan. 5 Er is een goed evenwicht tussen de instrumenten en het koor. Ze zijn precies in symfonie / balans. Waarmee wordt het onderstreepte woord vergeleken? Onderstreep die woorden. Zet erachter hoe het klinkt. Kies uit: leuk hard vals De violist speelt met regelmaat de verkeerde noten. Zijn viool klinkt als een krijsende kat. Vanavond treedt mijn favoriete popgroep op. Dat klinkt mij als muziek in de oren! 3 Het aantal decibel is maximaal. Het geluid klinkt als een stampende olifant. 8 Groep 8 Thema 6 Vrij Week

9 4 A Lees de omschrijvingen. Los de puzzel op. evenwicht iemand die muziek schrijft 3 iemand die een orkest leidt 4 iemand die muziek maakt 5 gevoel B Welk woord lees je onder de pijl? C Welke uitdrukking ken je met dit woord? Maak een goede zin met de uitdrukking. 5 Vergelijkingen met als beginnen soms met een werkwoord. Maak goede vergelijkingen. Trek lijnen. Je mag een woordenboek gebruiken. zwijgen als lachen als zingen als gillen als een boer die kiespijn heeft een mager speenvarken een nachtegaal een wolf 6 huilen als het graf Je kent het woord componist. Bedenk drie woorden met het achtervoegsel -ist die bij het thema muziek passen. Beschrijf de woorden met een vergelijking. Bedenk de vergelijking zelf. Wat kan ik? Ben je klaar? Ik ken de woorden bij het thema muziek. Ik kan vergelijkingen herkennen. Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Noordhoff Uitgevers bv Groep 8 Thema 6 Vrij Week 9

10 Les4 Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taal Je oefent het gebruiken van de vaste kenmerken van een brief. Weet je nog? Een officiële brief heeft altijd een vaste opbouw: naam en adres van jezelf naam en adres van degene naar wie je de brief stuurt 3 plaats en datum 4 aanhef 5 inleiding, 6 middenstuk en 7 slot 8 afsluiting. Zet de onderdelen in de volgorde van een officiële brief. Schrijf de nummers tot en met 8 voor de onderdelen. Geachte heer Vival, Breda, 7 maart 0 Tine Steinz Bombardonplein 9 3 FG Breda Symfonieorkest Bomba Concertgebouwstraat 356 RT Breda Al sinds mijn zesde speel ik contrabas. Mijn muziekleraar vindt dat ik talent heb. Mag ik eens repeteren met uw orkest? Dan kunt u mij horen spelen. Ik hoop dat u daarmee instemt. Met vriendelijke groet, TÈiŸ nçefl SÍtÑe iÿ nÿ zÿ Bij voorbaat hartelijk dank voor uw reactie! Mijn naam is Tine Steinz en ik wil graag contrabas spelen in uw symfonieorkest. Je gaat een officiële brief schrijven aan een bekende artiest. Eerst bedenk je een aanhef, inleiding en middenstuk. Vul het schema in. Vraag Antwoord Vraag Aan wie schrijf je de brief? Geachte Waarom schrijf je de brief? Antwoord Vraag Wat wil je dat de bekende artiest doet? Antwoord 30 Groep 8 Thema 6 Vrij Week

11 3 Schrijf nu de brief. Gebruik het schema van opdracht. Doe het zo: Begin met de plaats en datum. Schrijf een beleefde aanhef. Schrijf drie alinea s: inleiding, middenstuk en slot. Schrijf minimaal tien zinnen. Eindig met een beleefde afsluiting. Spreek de lezer aan met u. 4 A Lees de brief van je maatje en vul samen per brief in: ja of nee. De plaats en de datum staan bovenaan. ja / nee Er staat een beleefde aanhef boven de brief. ja / nee 3 Er is een inleiding, middenstuk en slot. ja / nee 4 Ik heb minimaal tien zinnen geschreven. ja / nee 5 Ik heb de brief beleefd afgesloten. ja / nee 6 Ik heb de lezer met u aangesproken. ja / nee Wat kan ik? B Wat zou je de volgende keer beter kunnen doen? Ik kan de vaste kenmerken van een brief gebruiken. Noordhoff Uitgevers bv Ben je klaar? Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Groep 8 Thema 6 Vrij Week 3

12 Les6 Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taal Je oefent het benoemen van het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord. Weet je nog? Het persoonlijk voornaamwoord geeft aan om welke persoon het gaat in een zin. Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. Let op: staat het voornaamwoord na het woord van? Dan is het een persoonlijk voornaamwoord. A Vul het juiste voornaamwoord in. jij Heb jij wel eens problemen met stem? ik stem klinkt soms een beetje hees. ik 3 Hij slaat ook regelmatig over, die stem van wij 4 Dat is best vervelend als zangles hebben. wij 5 Gelukkig is zangleraar heel aardig. hij 6 Hij geeft veel complimenten en wij mogen al instrumenten gebruiken. hij 7 Ja, de zanglessen van zijn echt fantastisch. ik 8 Ik zing alle liedjes uit volle borst mee, ook al piep soms als een muis! B Onderstreep de ingevulde persoonlijke voornaamwoorden en omcirkel de ingevulde bezittelijke voornaamwoorden. Lees het gedicht. Onderstreep de persoonlijke voornaamwoorden. Omcirkel de bezittelijke voornaamwoorden. Roos Straks brengt Roos haar lied ten gehore. Dat klinkt mij als muziek in de oren. Die stem van haar is zo helder als glas. Ik wou dat mijn stem ook zo goed was. Dan zouden we iedere dag samen swingen. En de longen uit ons lijf zingen! 3 Jou en u zijn persoonlijke voornaamwoorden. Jouw en uw zijn bezittelijke voornaamwoorden. Onderstreep het goede woord. Waar is jou / jouw gitaar gebleven? Is dit dirigeerstokje van u / uw? 3 Mag ik even u / uw viool vasthouden? 4 Ik zing een lied voor jou / jouw. 3 Groep 8 Thema 6 Vrij Week

13 4 Maak met het woord jullie twee zinnen. In de eerste zin moet het woord persoonlijk voornaamwoord zijn, in de tweede zin bezittelijk voornaamwoord. 5 A Vul het voornaamwoord in. Schrijf de letter die erbij hoort in het goede vakje. jij De koptelefoon is van e letter wij De boxen zijn van e letter zij mv Het zijn instrumenten. e letter u Het is cd-speler. e letter B Welk woord lees je onder de pijl? Vul in: Het woord is Dat is een voornaamwoord. C Maak een goede zin met het woord van B. 6 Beschrijf in twee zinnen wat je op de foto ziet. Gebruik minimaal één persoonlijk en één bezittelijk voornaamwoord. Wat kan ik? Ben je klaar? 7 Bedenk drie zinnen die bij het thema muziek passen. Houd deze volgorde aan: bez vnw znw ww vz pers vnw Doe het zo: 3 Ik kan het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord benoemen. Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Noordhoff Uitgevers bv Groep 8 Thema 6 Vrij Week 33

14 Les8 Extra: Lekker lezen Je leert dat je door het lezen van reisverhalen andere culturen kunt leren kennen. Uitleg Reisverhalen Als je reisverhalen leest, lees je over andere culturen. Je komt te weten hoe mensen leven in een land of streek. Wat zijn hun gewoonten en feesten? Wat eten ze en van welke muziek houden ze? Enzovoort. Reisverhalen zijn vaak heel afwisselend en spannend, omdat in de verhalen van alles gebeurt. Lees het fragment. Met een zakmes door de jungle Jeroen is met zijn moeder op vakantie bij zijn oom Rob in Kameroen (Afrika). Hij is net geland op het vliegveld van Douala. Veel tijd om na te denken heeft Jeroen niet. Ze rijden nu in de stad. Mensen sjouwen allerlei dingen op hun hoofd: grote schalen met vruchten, dozen, stapels kleren. De vrouwen dragen hun baby op de rug. Alleen het hoofdje en de voetjes steken uit de draagdoek. Kinderen proberen plastic zakjes met pinda s te verkopen die ze op een platte schaal op hun hoofd dragen. De weg is bezaaid met lege plastic zakken, platgetrapte blikjes en fruitafval. Hier en daar ligt een grote hoop afval half op de straat, waar ze met de auto omheen moeten. Mam, moet je dát zien! Voor hen rijdt een vrouw op een bromfiets. Ze draagt een witte jurk die is bedrukt met portretten van de paus. Op haar rug draagt ze een baby. Tussen haar knieën, op de benzinetank, zit een meisje van een jaar of twee. Achter haar rug op de bagagedrager zitten twee grote kinderen. Kaarsrecht zit de vrouw op de brommer, met op haar hoofd een enorme schaal waarin tomaten hoog opgestapeld liggen. Ze laveert tussen de talloze taxi s, fietsen en voetgangers door en probeert de gaten in het wegdek te vermijden. (...) Bij elke kruising waar ze stoppen, komen er kinderen naar de auto toe. Ze brengen hun hand naar hun mond om te laten zien dat ze honger hebben. Hebben die kinderen niet te eten? vraagt Jeroen. Ze proberen met bedelen aan de kost te komen, zegt Rob. Martinus de Kam 3 Welke dingen zijn in Kameroen anders dan in Nederland? Onderstreep vier verschillen in de tekst. Wat vind jij het opvallendste cultuurverschil? 34 Groep 8 Thema 6 Vrij Week

15 4 Zou je in Douala willen wonen? Ja/nee, want 5 Over welk land, welke streek of welke cultuur zou jij graag reisverhalen willen lezen? Leg je antwoord uit. Ik wil graag lezen over want 6 A Naar welk land zou jij een droomreis willen maken? Je mag ook een land kiezen waar je al bent geweest. B Schrijf een kort reisverhaal over jouw droomreis. Het mag een spannend verhaal zijn, maar in je verhaal moet je wel duidelijk laten zien dat het zich in een andere cultuur afspeelt. Kijk in de uitleg en het fragment hoe je dat kunt doen. Wat kan ik? Ben je klaar? Ik weet dat je door het lezen van reisverhalen andere culturen kunt leren kennen. Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Noordhoff Uitgevers bv Groep 8 Thema 6 Vrij Week 35

16 Les0 Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taal Je oefent woorden bij het thema avondje uit. hoe je de betekenis van een woord kunt vinden. Weet je nog? Je kunt vier stappen gebruiken als je niet weet wat een woord betekent. Kijk: naar de afbeelding; naar het woord; 3 naar de rest van de tekst; 4 in het woordenboek. Schrijf de betekenis van de onderstreepte woorden uit de tekst op. Volg de vier stappen. Tijdens de nominatie voor de Filmprijs benoemde de jury drie genomineerden. De rest van de kandidaten vond de jury ongeschikt. De genomineerden zijn geen professionele acteurs, maar amateurs. De benoeming vond plaats in de schouwburg. Veel verslaggevers waren aanwezig. Zij promootten de genomineerden. Zij maakten reclame voor hun favoriet. béeflºónï o eflºóm iÿºónï g befl oefl Óv aÿºónÿ vaÿnÿ ÓmÇeflºÓn sªeflºónÿ nÿ d içefl ÅeÑeflºÓnŸ pÿñr ÿòs k uÿºónÿºónçeflºónÿ nçefl ÓwΩiŸºÓnŸºÓnÇeflºÓnŸ wiÿ nçefl Doe het zo: nominate jury ongeschikt 3 amateur 4 aanwezig 5 promoten Leg uit met welke stap je de betekenis van de woorden in opdracht hebt gevonden. Doe het zo: nominatie jury ongeschikt 3 amateur SÍtÌ a pÿ 3: sπyœºónï o n içeflºómÿ on içefl Óv aÿºónÿ vaÿnÿ béeflºónï o eflºóm iÿºónï g befl oefl 4 aanwezig 5 promoten 36 Groep 8 Thema 6 Vrij Week

17 A Bedenk synoniemen. 3 Los de puzzel op. benoeming toneelspeler 3 bekendmaking 4 vermaak 5 acteuropmaker 4 e 6 dienst verlenen 7 erbij 3 p B Welk woord lees je onder de pijl? 5 g n C Maak een goede zin met het woord van B. 6 h 7 a a 4 Maak de zinnen af. De entertainer vermaakte ons met Tijdens de cursus grimeren leerden we Deze griezelfilm is ongeschikt voor Welk werkwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord? Schrijf de werkwoorden op. Doe het zo: grimeur acteur nominatie 3 entertainment 4 publiciteit 5 promotie gêr iÿºómçeflñrçeflºónÿ rçefl Kies drie woorden van het thema avondje uit. Maak met deze drie woorden één goede zin. Tip: gebruik een verbindingswoord. Wat kan ik? Ben je klaar? Ik ken de woorden bij het thema avondje uit. Ik kan de betekenis van een woord vinden. Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Noordhoff Uitgevers bv Groep 8 Thema 6 Vrij Week 37

18 Les Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taal Je oefent het schrijven van een klachtenbrief. Weet je nog? Een klachtenbrief heeft een vaste opbouw. In de eerste alinea schrijf je dat je een klacht hebt. In de tweede alinea leg je uit waarom. In de derde alinea schrijf je dat je verwacht dat er iets aan de klacht wordt gedaan en kun je een oplossing geven. In de vierde alinea schrijf je dat je graag een antwoord wilt. Zet de zinnen van de klachtenbrief in de juiste volgorde. Schrijf de nummers tot en met 6 voor de zinnen. Met vriendelijke groet, SÄaŸñrÏ aÿ P±eflºıb b lçe s b lçe s Ik ben ontevreden, omdat ik een uur in de rij moest staan voordat ik naar binnen mocht. De eerste vijf liedjes heb ik daardoor gemist. Ik kijk uit naar uw reactie. Alvast hartelijk bedankt! Ik verwacht dat u iets aan mijn klacht zult doen. U kunt mij blij maken met een gratis kaartje voor het volgende concert van RockIt. Mijn naam is Sara Pebbles. Zaterdag ben ik naar poppodium Triangel geweest, om naar het optreden van RockIt te kijken. Graag wil ik mijn ontevredenheid uiten over de avond. Geachte mevrouw Buizerd, Je gaat een klachtenbrief schrijven aan een circus. Eerst bedenk je waarover. Vraag Waar gaat jouw klacht over? Antwoord Vraag Waarom heb je een klacht? Antwoord Vraag Met welke oplossing zou je blij zijn? Antwoord 38 Groep 8 Thema 6 Vrij Week 3

19 3 Schrijf nu de klachtenbrief. Gebruik het schema van opdracht. Doe het zo: Begin met een beleefde aanhef. Houd de vaste opbouw van een klachtenbrief aan. Gebruik een signaalwoord, zoals omdat of want, in de tweede alinea. Eindig met een beleefde afsluiting. Let op hoofdletters en leestekens. 4 A Lees de brief van je maatje en vul samen per brief in: ja of nee. Ik heb een beleefde aanhef gebruikt. ja / nee Ik heb de opbouw van een klachtenbrief aangehouden. ja / nee 3 Ik heb in de tweede alinea een signaalwoord gebruikt. ja / nee 4 Ik heb de brief beleefd afgesloten. ja / nee 5 Ik heb de hoofdletters en leestekens goed gebruikt. ja / nee Wat kan ik? B Wat zou je de volgende keer beter kunnen doen? Ik kan een klachtenbrief schrijven. Noordhoff Uitgevers bv Ben je klaar? Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Groep 8 Thema 6 Vrij Week 3 39

20 Les4 Herhaling: Kijk op taal Je herhaalt het benoemen van het lidwoord, zelfstandig naamwoord, (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord en bezittelijk voornaamwoord. het herkennen van samengestelde zinnen. Weet je nog? Je kent deze woordsoorten al: znw, lw, bnw en bez vnw. Naar de bioscoop is hun favoriete avondje uit. znw = bioscoop / avondje, lw = de, bnw = favoriete, bez vnw = hun Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord beschrijft het materiaal van een voorwerp. Daar staat vaak -en achter, bijvoorbeeld wollen, houten. A Maak zinnen. Kies een woordsoort uit elke groep puzzelstukjes. Wil heeft acteurs spannend verhaal. Hij draait naar spelen bioscoop? Vanavond bekende mijn de erin. 3 4 Twee je een favoriete film. VÄaŸºÓnÏ aÿºóv o nï dÿ onï dÿñrï aï a i»tfl a i»tfl Óm ÿœºónÿ fμaÿºóv o r içeàtñefl faÿ or içeàtñefl føiÿºılÿºómÿ. fiÿlÿmÿ. B Onderstreep in de zinnen van A alle zelfstandige naamwoorden zwart, alle lidwoorden rood en alle bijvoeglijke naamwoorden groen. Onderstreep de stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden en omcirkel de bezittelijke voornaamwoorden. Ik ben met mijn tante naar het theater geweest. Ze hebben daar fluwelen stoelen met houten leuningen. Ik had mijn zijden topje aan. Mijn tante was haar bril vergeten. Ze heeft toen een bril geleend van onze buurman. Die zat naast ons in zijn katoenen shirt met groene stippen. Ze zette zijn bril op en zei: 'Tsjonge, wat een sterke glazen zitten er in jouw bril. Ik zie allemaal groene stippen.' De buurman vond toen zijn shirt ook niet mooi meer. Hij heeft thuis meteen zijn oude wollen trui aangetrokken. 40 Groep 8 Thema 6 Vrij Week 3

21 Weet je nog? 3 Een samengestelde zin bestaat uit twee zinnen. De ene zin is een hoofdzin. Het onderwerp en de persoonsvorm staan altijd naast elkaar. De andere zin is een bijzin. Een bijzin begint met een verbindingswoord. In de bijzin staan onderwerp en persoonsvorm niet naast elkaar. Maak de hoofdzin af met een bijzin. Nancy promoot de film in haar klas, omdat: De film is geschikt voor kinderen, hoewel: 3 Er spelen geen bekende acteurs in, zodat: Als, is Nancy heel tevreden. Zet een streep bij het begin en het einde van de bijzin. Pierre Grime is grimeur, omdat hij van opmaken en make-up houdt. Het liefst werkt Pierre voor de filmwereld, hoewel hij ook graag operasterren schminkt. 3 Als een operazangeres door Pierre is opgemaakt, zingt zij met meer zelfvertrouwen. 4 Zij kan zich beter inleven in haar rol, omdat ze zich echt anders voelt door Pierres make-up. 5 Omdat Pierre haar zo mooi heeft opgemaakt, voelt ze zich een echte ster. Kijk nog eens naar de zinnen van opdracht 4. Onderstreep de persoonsvormen en omcirkel de onderwerpen. Maak een zin met het verbindvangswoord omdat. Zet een streep bij het begin en het eind van de bijzin. Onderstreep de pv s en omcirkel de onderwerpen. Wat kan ik? Ben je klaar? Ik kan de geleerde woordsoorten benoemen. Ik kan samengestelde zinnen herkennen. Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Noordhoff Uitgevers bv Groep 8 Thema 6 Vrij Week 3 4

22 6 Les Je oefent Woordenschat Schrijven Luisteren en spreken Kijk op taal het benoemen van alle woordsoorten. Weet je nog? Je kent nu deze woordsoorten: znw, lw, ww, bnw, aanw vnw, pers vnw, bez vnw, vz, voegw en tw (telwoord). Onderstreep in de zinnen de woorden van de woordsoort die ervoor staat. Soms moet je meerdere woorden onderstrepen. znw In het theater speelde de acteur in een musical. ww Er was veel publiek gekomen. 3 bnw Het was een bekende en goede acteur. 4 aanw vnw Hij had deze rol al vaker gespeeld. 5 vz In het theater zat ik op de voorste rij. 6 bez vnw Ik was er met mijn vriendje en zijn vader. 7 pers vnw We hadden onze kaartjes gratis gekregen. 8 tw Ze kosten eigenlijk veertig euro. 9 voegw Omdat het gratis was, was het nog leuker. 0 lw We hebben een geweldige avond gehad. Lees de limerick en schrijf op: de e letter van het aanw vnw in zin de e en 3e letter van het znw in zin de 3e letter van het pers vnw in zin 5 de e letter van het e ww in zin 3 de 3e letter van het ww in zin 4 Het woord is Wat voor woordsoort is dat? Er was eens een zanger uit Rhenen Die wilde een dienst gaan verlenen Hij had niets bedacht Dus zong hij heel zacht Een lied dat ons allen deed wenen 4 380_WB.indb 4 Groep 8 Thema 6 Vrij Week 4 0// 5:3 PM

23 3 Onderstreep de zes persoonlijke voornaamwoorden. Een grimeur zorgt ervoor dat acteurs er precies zo uitzien als nodig is voor de rol die ze spelen. Je maakt bijvoorbeeld een wond na als een acteur in een televisieserie een ongeluk krijgt. Hij moet dan zo geschminkt worden dat de wond echt lijkt. Soms moet je iemand een heel ander uiterlijk geven. Denk maar aan een bochel of een opvallende neus. Grimeur lijkt mij een leuk beroep. Wat vinden jullie? 4 Je vindt een spiekbriefje van een verhalenverteller. Schrijf de woorden in het goede rijtje. dreigt grote hond nadert bange clown schmink uitloopt 3 lieve likt geschminkte gezicht bnw znw ww 5 Wat is de tekst van de verhalenverteller van opdracht 4, denk je? Maak drie goede zinnen met de woorden op het spiekbriefje. Er dreigt gevaar nu 3 6 Maak een zin van minimaal acht woorden en benoem de woordsoorten. Je mag alleen woordsoorten gebruiken die je kent. Schrijf de afkortingen eronder. Wat kan ik? Ik kan alle woordsoorten benoemen. Noordhoff Uitgevers bv Ben je klaar? Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Groep 8 Thema 6 Vrij Week 4 43

24 Les8 Extra: Kijk op taal Je leert wat eponiemen zijn. Uitleg Eponiemen Een eponiem is een woord dat vernoemd is naar een persoon. Die persoon kan bijvoorbeeld de ontdekker van iets zijn, de uitvinder van het product of iets met het product te maken hebben. Zo is de frisbee genoemd naar de eigenaar van een bedrijf dat pizza's maakte. Studenten gebruikten de lege kartonnen borden als frisbee. Welke naam hoort bij welke foto, denk je? Trek lijnen. Louis Braille Graaf Ferdinand von Zeppelin Jean-Baptiste Colbert William Russell Frisby A Sommige dierennamen zijn eponiemen. Welke dieren herken je in de namen? Trek lijnen. Nikolaj Michajlovitsj Przjevalski Robert John Lechmere Guppy Karl Friedrich Louis Dobermann visje paard hond B Ook sommige etenswaren zijn eponiemen. Welk eten herken je in de namen? Schrijf de antwoorden achter de namen. Graaf van Sandwich Frank C. Mars 3 Julius Maggi 4 Baron Hendrik Hop 44 Groep 8 Thema 6 Vrij Week 4

25 3 Lees de informatie over de personen en kruis de goede antwoorden aan. Peter Paul Rubens Vlaamse schilder ( ) die portretten maakte van wat dikkere vrouwen. Piet Hein Nederlandse admiraal (577-69) die als een piraat schepen kaapte en bezittingen stal. Hippocrates Beroemde Griekse arts ( voor Christus) die de 'vader van de geneeskunde' wordt genoemd. Wat is een Rubensfiguur? een schilder die portretten maakt een vrouwenlichaam met ronde vormen een speciaal soort verf Wat beloven artsen in de eed van Hippocrates? dat ze altijd naar hun vader zullen luisteren dat ze altijd medicijnen zullen geven dat ze alle mensen proberen te genezen 4 3 Wat betekent pietheinen? stelen varen bezitten De naam Jan wordt voor veel soorten mensen gebruikt. Een janklaassen is bijvoorbeeld iemand die je niet serieus kunt nemen. Schrijf nog drie bekende Jannen op. Je mag een woordenboek gebruiken. 5 Ook natuurkundige eenheden zijn eponiemen. Welke eenheden herken je in de namen? Trek lijnen. Graaf Volta geluidssterkte (decibel) Anders Celsius elektrische spanning Wat kan ik? André-Marie Ampère Alexander Graham Bell Ik weet wat eponiemen zijn. stroomsterkte temperatuur Noordhoff Uitgevers bv Ben je klaar? Kies Werkboek bladzijde 89 of pluswerk of computer. Groep 8 Thema 6 Vrij Week 4 45

26 Bronvermelding Tekeningen Ingrid de Lugt, Rotterdam: pag., 9, 77 Mariette Strik, s-hertogenbosch: pag. 8, 6 (), 3, 36, 48, 58, 63 Francien Verhulst, Rotterdam: pag. 6-7, 6-7, 4, 46-47, Foto s DPA/Lineair, Arnhem: pag. 90 () ESA/P. Carril, 00: pag. 68 (onder ) ESA/NASA: pag. 68 (onder ) Fotoredactie, Arnhem: pag. 4, 6 (), 0, 34, 53-54, 70, 74, 95 Ron Giling/Lineair, Arnhem: pag. 8, 64, 79-80, 8 Mischa Keijzer/Hollandse Hoogte, Amsterdam: pag. 93 Museon, s-gravenhage: pag. 96 Matthias Schrader/Lineair, Arnhem: pag. 33 Shutterstock, New York: pag. 3, 6 (3 en 4),, 5, 44, 50, 56, 68 (boven), 73, 84 Zero Creatives/Hillcreek, s-gravenhage: pag. 90 () Teksten pag. 3 Naar: Vicky Gressie, Terug naar school na een knaagdierenplaag, september 0. pag. 4 Jo Nesbø, Dr. Proktor redt de wereld (misschien), Lemniscaat, 0. pag. 34 Martinus de Kam, Met een zakmes door de jungle, Kirjaboek, 0. pag. 54 Joke van Leeuwen, Iep!, Querido, 00. pag. 6 Hieronymus van Alphen, Kleine gedigten voor kinderen (ed. P.J. Buijnsters). Athenaeum Polak & Van Gennep, Amsterdam 998. pag. 74 Caja Cazemier, Karel Eykman & Martine Letterie, Brugklassers!, Ploegsma, 009.