Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1"

Julia Thys
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) ntwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Wat is een ander woord voor? Het gaat dan om het woord dat dik gedrukt is. 1 Wat is een ander woord voor feestje? ballonnetje partijtje vriendje taartje 2 Wat is een ander woord voor strijden? verwennen wassen glibberen vechten 3 Wat is een ander woord voor telefoneren? fluisteren stoeien proberen bellen 4 Wat is een ander woord voor salaris? loon spaarpot portemonnee rente 5 Wat is een ander woord voor aardig? vriendelijk tevreden akelig vriendschappelijk Pagina 1

2 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) 6 Wat is een ander woord voor pretbederver? opschepper spelbreker grapjas verliezer 7 Wat is een ander woord voor geraamte? skelet bloedsomloop ontsteking sleutelbeen 8 Wat is een ander woord voor glanzen? verzorgen poetsen opruimen blinken 9 Wat is een ander woord voor thema? werkstuk voorbereiding samenvatting onderwerp 10 Wat is een ander woord voor briesje? windje moerasje zonnetje druppeltje Pagina 2

3 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) Woordenschat 2 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Wat is geen? Het gaat dan om het woord dat dik gedrukt is. 1 Wat is geen voedsel? vork rijst banaan pizza 2 Wat is geen neerslag? temperatuur sneeuw regen hagel 3 Wat is geen artiest? acrobaat zanger nieuwslezer koorddanseres 4 Wat is geen fruit? perzik spinazie aardbei sinaasappel 5 Wat is geen dier? zwerm hengst ram kater Pagina 3

4 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) 6 Wat is geen versiering? ballon slinger kerstlampje verlanglijstje 7 Wat is geen voertuig? fiets ketting schip tram 8 Wat is geen beroep? verpleegster schipper tuinman personeel 9 Wat is geen lichaamsdeel? wenkbrauw allergie heup enkel 10 Wat is geen kleding? vest sok mode trainingsbroek Pagina 4

5 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) Woordenschat 3 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Waar gaat het bij vooral om? Het gaat dan om het woord dat dik gedrukt is. 1 Waar gaat het bij herstellen vooral om? dat het snel gaat dat het stiekem gebeurt dat het weer heel wordt dat het een kleurtje krijgt 2 Waar gaat het bij scheiden vooral om? dat het bij elkaar komt dat het uit elkaar gaat dat het vaker gebeurt dat er geen vocht bij komt 3 Waar gaat het bij een teleurstelling vooral om? dat je je zenuwachtig voelt dat je opgewonden bent dat je je trots voelt dat je je verdrietig voelt 4 Waar gaat het bij verwaarlozen vooral om? dat je er weinig zorg aan besteedt dat je genoeg voer geeft dat je het niet expres doet dat je goed je best doet 5 Waar gaat het bij sprokkelen vooral om? dat je het met een groepje doet dat je dingen bij elkaar zoekt dat je iets verstopt dat je lange afstanden loopt Pagina 5

6 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) 6 Waar gaat het bij miezeren vooral om? dat het stormachtig is dat het zonnig is dat er druppeltjes vallen dat het bijna vriest 7 Waar gaat het bij balanceren vooral om? dat je hoog genoeg springt dat je conditie hebt dat je een goede zwaai maakt dat je je evenwicht houdt 8 Waar gaat het bij kraamvisite vooral om? dat je samen gaat dat er een kindje geboren is dat er iemand zijn eerste communie doet dat er iemand overleden is 9 Waar gaat het bij uitvinden vooral om? dat het elektrisch is dat het al een poosje bestaat dat het vanzelf gaat dat het nieuw is 10 Waar gaat het bij boetseren vooral om? dat het stevig vast zit dat je voldoende materiaal gebruikt dat de vorm verandert dat je het in een oven bakt Pagina 6

7 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) Woordenschat 4 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Welk woord hoort er niet bij? 1 Welk woord hoort er niet bij? huppelen springen duimen rennen 2 Welk woord hoort er niet bij? kwispelen kwaken blaffen grommen 3 Welk woord hoort er niet bij? bank kruk douche stoel 4 Welk woord hoort er niet bij? kaart plakband nietje lijm 5 Welk woord hoort er niet bij? sinaasappel melk water appelsap Pagina 7

8 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) 6 Welk woord hoort er niet bij? slopen vernielen stukmaken repareren 7 Welk woord hoort er niet bij? vlug traag sloom langzaam 8 Welk woord hoort er niet bij? triangel orkest harp saxofoon 9 Welk woord hoort er niet bij? verwonden pijn doen bezeren medicijn 10 Welk woord hoort er niet bij? uitvoerig langdradig verhaal uitgebreid Pagina 8

9 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) Woordenschat 5 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Wat is het tegengestelde van? Het gaat dan om het dik gedrukt woord. 1 Wat is het tegengestelde van vervelend? akelig fijn naar onprettig 2 Wat is het tegengestelde van ouderwets? verouderd modern oud antiek 3 Wat is het tegengestelde van kalm? woest tevreden rustig ontspannen 4 Wat is het tegengestelde van vies? smerig vuil glibberig zuiver 5 Wat is het tegengestelde van dapper? flink onaardig laf moedig Pagina 9

10 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) 6 Wat is het tegengestelde van vrolijk? kleurig zonnig somber opgelucht 7 Wat is het tegengestelde van ophalen? afhalen uitlenen uitgaan wegbrengen 8 Wat is het tegengestelde van drijven? smelten zinken zwemmen spartelen 9 Wat is het tegengestelde van ruw? wreed glad verbaasd wild 10 Wat is het tegengestelde van tegenhouden? strijden loten afremmen doorlaten Pagina 10

11 Geplaatst op met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) ntwoorden Woordenschat 1 Woordenschat 2 Woordenschat 3 Woordenschat 4 Woordenschat X Pagina 11

Vergelijkbare documenten

Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1

Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1 itotrainer Nederland Geplaatst op www.oefenblaadjes.nl met toestemming van de maker (itotrainer Nederland) ntwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1 ij de opgaven 1 t/m 10 is de vraag: Wat is een