OPENBAAR. ZITTING van 4 september 2017

Transcriptie

1 ZITTING van 4 september 2017 Aanwezig: Marc Vulsteke, Voorzitter Gemeenteraad Toon Vancoillie, Burgemeester Rik Waeyaert, Stefaan Vercooren, Karolien Damman, Ronny Vierstraete, Schepenen Christine Logghe, Voorzitter OCMW-Schepen Michel Deseure, Luc Vandermeersch, Rosa Moutton, Noel Bryon, Isabelle Doom, Marnik Vanbecelaere, Lynn Vermote, Tom Cornette, Jan Stoens, Dries Uyttenhove, Koen Decleir, Geert Vercruysse, Mark Pollentier, Jelle Vercoutere, Gemeenteraadsleden Sara De Meyer, Gemeentesecretaris Verontschuldigd: Johan Braem, Vierde Schepen Rita Tyvaert, Raadslid Tim Deweerdt, Raadslid OPENBAAR 1. Verslag van de zitting van de Gemeenteraad dd. 26 juni Het verslag wordt met achttien ja-stemmen (Marc Vulsteke, Toon Vancoillie, Rik Waeyaert, Stefaan Vercooren, Karolien Damman, Ronny Vierstraete, Michel Deseure, Luc Vandermeersch, Rosa Moutton, Noel Bryon, Isabelle Doom, Marnik Vanbecelaere, Lynn Vermote, Tom Cornette, Jan Stoens, Dries Uyttenhove, Koen Decleir, Jelle Vercoutere) bij twee onthoudingen (Geert Vercruysse en Mark Pollentier), goedgekeurd. Raadslid Tim Deweerdt komt de zaal binnen en neemt deel aan de vergadering. 2. Goedkeuring van de verkavelingsakte Brouwerijsite. Aanleiding, feiten en context Op 26 juni 2017 werd de verkavelingsvergunning voor de Brouwerijsite afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen. Een verkavelingsakte is, conform artikel , van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, noodzakelijk om tot effectieve verkoop van de loten over te kunnen gaan. Relevante documenten Het ontwerp van verkavelingsakte waarin de verdeling zoals vastgelegd in de vergunning officieel bevestigd wordt. De verkavelingsvergunning, afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 26 juni

2 Juridisch kader Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 42. Het gemeenteraadsbesluit van 16 juni 2014 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: goedkeuring van de ontwerpovereenkomst tussen het gemeentebestuur en de private partner. Het gemeenteraadsbesluit van 7 september 2015 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: de goedkeuring van een addendum inzake de overeenkomst tussen het gemeentebestuur Kortemark en de private partner. Met 16 stemmen voor (Marc Vulsteke, Toon Vancoillie, Rik Waeyaert, Stefaan Vercooren, Karolien Damman, Ronny Vierstraete, Michel Deseure, Luc Vandermeersch, Rosa Moutton, Marnik Vanbecelaere, Lynn Vermote, Tom Cornette, Jan Stoens, Dries Uyttenhove, Koen Decleir, Jelle Vercoutere), 2 stemmen tegen (Geert Vercruysse, Mark Pollentier), 3 onthoudingen (Noel Bryon, Isabelle Doom, Tim Deweerdt): Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad beslist het ontwerp van verkavelingsakte Brouwerijsite goed te keuren. Artikel 2: Het ontwerp van verkavelingsakte maakt integraal deel uit van dit besluit. Artikel 3: De voorzitter van de gemeenteraad en de secretaris worden gemachtigd om de verkavelingsakte te ondertekenen en de gemeente te vertegenwoordigen bij de notariële verplichtingen. 3. Goedkeuring van de akte recht van opstal Inbreidingsproject Brouwerijsite. Aanleiding, feiten en context Zoals voorzien in de overeenkomst inzake het inbreidingsproject Brouwerijsite, goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 juni 2014, verbindt de gemeente zich ertoe om, zo vlug als mogelijk, te rekenen vanaf het ogenblik waarop de vereiste Uitvoerbare Stedenbouwkundige Vergunning(en) voorhanden is, notarieel een opstalrecht ten gunste van De Opdrachtnemer toe te kennen voor het oprichten van de opstallen en constructies verbonden met de private cluster, inbegrepen de private parkings. Tevens wordt in de notariële akte de verkoop omschreven van de gronddelen op de site in het kader van het PPS-project de Brouwerijsite en in uitvoering van de volgende gemeenteraadsbesluiten: o Het gemeenteraadsbesluit van 16 juni 2014 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: goedkeuring van de ontwerpovereenkomst tussen het gemeentebestuur en de private partner o Het gemeenteraadsbesluit van 7 september 2015 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: de goedkeuring van een addendum inzake de overeenkomst tussen het gemeentebestuur Kortemark en de private partner. o Ons besluit van heden houdende de goedkeuring van de verkavelingsakte voor inbreidingsproject Brouwerijsite. 2

3 In uitvoering van het project wordt telkens een combinatie van een opstal en een bijhorend grondaandeel samen verkocht. De gemeente is dus verkoper van de grondaandelen en Vanhaerents development is verkoper van de opstallen waarin de prijszetting werd omschreven. Tevens werden ten behoeve van de raad een globaal plan en een overzichtslijst ontvangen van de te verkopen entiteiten en de respectievelijke quotiteiten en grondprijzen hieraan verbonden. De ontvangsten van de individuele verkoopdossiers grondaandelen zullen in een latere fase definitief gekend (na finale verkoop) zijn en verrekend worden op de budgetcodes. Een ontwerp van compromis die aan de basis ligt van elke verkoop werd aan dit dossier toegevoegd. Relevante documenten Akte recht van opstal, opgemaakt door notaris Blontrock. Overzichtslijst van de te verkopen entiteiten en de respectievelijke quotiteiten en grondprijzen hieraan verbonden, in uitvoering van de goedgekeurde (gemeenteraad 16/06/2014 en 07/09/2015) afgesloten overeenkomst. type ontwerp van verkoopsovereenkomst als basis met het oog op de individuele verkoop globaal plan Juridisch kader Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 42. Het gemeenteraadsbesluit van 16 juni 2014 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: goedkeuring van de ontwerpovereenkomst tussen het gemeentebestuur en de private partner, in het bijzonder artikel 7. Het gemeenteraadsbesluit van 7 september 2015 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: de goedkeuring van een addendum inzake de overeenkomst tussen het gemeentebestuur Kortemark en de private partner. Ons besluit van heden houdende de goedkeuring van de verkavelingsakte voor inbreidingsproject Brouwerijsite. Met 16 stemmen voor (Marc Vulsteke, Toon Vancoillie, Rik Waeyaert, Stefaan Vercooren, Karolien Damman, Ronny Vierstraete, Michel Deseure, Luc Vandermeersch, Rosa Moutton, Marnik Vanbecelaere, Lynn Vermote, Tom Cornette, Jan Stoens, Dries Uyttenhove, Koen Decleir, Jelle Vercoutere), 2 stemmen tegen (Geert Vercruysse, Mark Pollentier), 3 onthoudingen (Noel Bryon, Isabelle Doom, Tim Deweerdt): Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad beslist het ontwerp van akte recht van opstal voor het inbreidingsproject Brouwerijsite goed te keuren. Artikel 2: Het ontwerp van de akte recht van opstal inbreidingsproject Brouwerijsite maakt integraal deel uit van deze beslissing. 3

4 Artikel 3: De overzichtslijsten van de te verkopen entiteiten met vermelding van de respectievelijke quotiteiten en grondprijzen hieraan verbonden worden goedgekeurd samen met het ontwerp van compromis dienstig als basis met het oog op de verkoop van de entiteiten. Artikel 4: De hypotheekbewaarder te ontslaan enige ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van een afschrift van de akten. 4. Inbreidingsproject Brouwerijsite : Goedkeuring van de basisakte De Brouwsaele. Aanleiding, feiten en context Aan de gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan de basisakte De Brouwsaele. De akte legt de statuten vast van het bouwproject De Brouwsaele, dat valt onder het regime van mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid. Relevante documenten Basisakte De Brouwsaele, opgemaakt door notaris Blontrock te Brugge. Juridisch kader Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 42 Het gemeenteraadsbesluit van 16 juni 2014 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: goedkeuring van de ontwerpovereenkomst tussen het gemeentebestuur en de private partner Het gemeenteraadsbesluit van 7 september 2015 betreffende het inbreidingsproject Brouwerijsite: de goedkeuring van een addendum inzake de overeenkomst tussen het gemeentebestuur Kortemark en de private partner. Ons besluit van heden houdende de goedkeuring van de akte recht van opstal voor inbreidingsproject Brouwerijsite. Ons besluit van heden houdende de goedkeuring van de verkavelingsakte voor inbreidingsproject Brouwerijsite. Met 16 stemmen voor (Marc Vulsteke, Toon Vancoillie, Rik Waeyaert, Stefaan Vercooren, Karolien Damman, Ronny Vierstraete, Michel Deseure, Luc Vandermeersch, Rosa Moutton, Marnik Vanbecelaere, Lynn Vermote, Tom Cornette, Jan Stoens, Dries Uyttenhove, Koen Decleir, Jelle Vercoutere), 2 stemmen tegen (Geert Vercruysse, Mark Pollentier), 3 onthoudingen (Noel Bryon, Isabelle Doom, Tim Deweerdt): Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad beslist het ontwerp van basisakte De Brouwsaele voor het inbreidingsproject Brouwerijsite goed te keuren. Artikel 2: Het ontwerp van de basisakte De Brouwsaele maakt integraal deel uit van deze beslissing. 4

5 5. Goedkeuren van de concessieovereenkomst voor het gebruik van het station en wc gebouw van het station Kortemark met geldigheidsduur van 25 jaar. Aanleiding, feiten en context We streven ernaar om de levenskwaliteit van onze inwoners continu te verbeteren en positief bij te dragen aan de groei en regionale uitstraling van onze Kortemarkse samenleving. We streven ook naar innovatie en wensen onder meer op het vlak van duurzame mobiliteit de good practices (inter)regionaal uit te wisselen. De gemeente heeft reeds een jarenlange goede samenwerking met de NMBS. Dit resulteerde al in de aanleg van nieuwe fietsenstallingen en nieuwe parkings aan het station. Verder wordt gestreefd om via de creatie van een interregionale dorpshub niet alleen de lokale dienstverlening te versterken maar tevens een bredere invulling met diverse partnerships in het leven te roepen in de nabije toekomst (NMBS, sociale partners (non profit), creatie multi modale vervoersmodi, ). Een eerste zeer belangrijke stap is de vraag aan de gemeenteraad om haar goedkeuring te verlenen aan de concessieovereenkomst voor het gebruik van het station en wc gebouw van Kortemark. De concessie is voor een duurzame periode (25 jaar). Relevante documenten Brief nmbs Bodemattest Plan 1 en 2 Concessiecontract Plaatsbeschrijving Juridisch kader Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42, 1. Het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 (B.S.22/01/2007) Burgerlijk Wetboek, Boek III, Titel III, Titel III betreffende contracten en verbintenissen uit overeenkomsten in het algemeen. Financiële implicaties Concessieprijs 12 /jaar, te indexeren en werkingskosten. Met 19 stemmen voor (Marc Vulsteke, Toon Vancoillie, Rik Waeyaert, Stefaan Vercooren, Karolien Damman, Ronny Vierstraete, Michel Deseure, Luc Vandermeersch, Rosa Moutton, Noel Bryon, Isabelle Doom, Marnik Vanbecelaere, Lynn Vermote, Tom Cornette, Jan Stoens, Dries Uyttenhove, Koen Decleir, Jelle Vercoutere, Tim Deweerdt), 2 onthoudingen (Geert Vercruysse, Mark Pollentier): Besluit: 5

6 Enig artikel: De Gemeenteraad keurt de bij dit besluit gevoegde en er integraal deel van uitmakende concessieovereenkomst voor het gebruik van het station en wc gebouw van het station Kortemark met geldigheidsduur van 25 jaar, goed. Aanvullend worden de stukken uit het dossier zoals hierboven omschreven goedgekeurd en onlosmakelijk toegevoegd. Schepen Rik Waeyaert verlaat de zitting gedurende de behandeling van volgend agendapunt: 6. Beslissing aanvraag tot planologisch attest van het bedrijf DEVAKO (dossiernummer gemeente: 874/4/16/22). Aanleiding, feiten en context Het college van burgemeester en schepenen heeft op de aanvraag tot planologisch attest voor het bedrijf Devako (gemeentelijk dossiernummer 871/4/16/21) ontvangen. Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op Opzet van een planologisch attest Met een aanvraag tot planologisch attest kan een zonevreemd (bestaand, hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot) bedrijf aan de overheid vragen of zij een planwijziging wil overwegen zodoende het bedrijf zone-eigen wordt. Het hoofdzakelijk vergund karakter heeft zowel betrekking op de constructies, verharding als functie. Het attest dat de overheid afgeeft vermeldt of het bedrijf kan behouden worden op de plaats waar het gevestigd is en spreekt zich ook uit over de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf op korte en lange termijn. Zowel aan het behoud als aan de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden kunnen voorwaarden worden verbonden. Het planologisch attest vermeldt, rekening gehouden met de uitspraak over het behoud en de ontwikkelingsmogelijkheden, of een procedure tot opmaak of tot wijziging van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg zal worden opgestart. Indien bij de goedkeuring aangegeven wordt dat een planinitiatief noodzakelijk is, is het betrokken bestuursorgaan verplicht binnen het jaar na afgifte van het planologisch attest een voorontwerp van plan op te maken. De houder van het planologisch attest moet binnen het jaar na afgifte van het attest een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning (later: omgevingsvergunning) aanvragen voor de ontwikkelingsbehoeften op korte termijn. Voor deze vergunning kan de overheid op basis van het attest afwijken op de vigerende stedenbouwkundige voorschriften (i.c.: het gewestplan). Gegevens van de aanvrager Naam: de heer Depuydt Patrick, mevrouw Van Haecke Martine en de heer Depuydt Laurens. Naam bedrijf: DEVAKO bvba KBO-nummer:

7 Adres: Ichtegemstraat 108, 8610 KORTEMARK. Gegevens van het goed waarop het attest betrekking heeft Adres: Ichtegemstraat 108, 8610 KORTEMARK Kadastrale gegevens: Kortemark 1 e afdeling sectie B nrs. 294B, 296V en 296W Het bedrijf en de bedrijfsactiviteiten Historische achtergrond In 1987 startte Martine Van Haecke een klein verhuurbedrijf van tweedehands landbouwmachines en materiaal: beregeningsinstallaties, bemesting, grondbewerking, hooimateriaal, voederwinning, landbouwtransport In mindere mate gebeurde ook verkoop. Patrick Depuydt bleef landbouwer. De verhuur en verkoop van landbouwmachines en materiaal werd gestadig professioneel uitgebouwd. In 1990 werd een loods vergund voor deze activiteiten. In de periode volgden andere stedenbouwkundige vergunningen en een milieuvergunning. In deze periode werd ook een kleine onderhoudswerkplaats vergund. Vandaag is DEVAKO een volwaardige onderneming waarbij de verkoop van landbouwmachines inclusief dienst na verkoop het belangrijkste element is van het omzetcijfer. De verhuur werd ondergeschikt. De landbouwmachines betreffen: schudders, harken, kipkarren, mengvoerwagens, heftrucks en allerhande toebehoren voor de tractor. Het bedrijf DEVAKO MACHINERY dat door de bedrijfsleiders van DEVAKO werd opgericht, is gehuisvest in de Torhoutsesteenweg 329 (Torhout) en is gericht op verkoop, verhuur en service van bouwmachines: graafmachines, verreikers, dumpers, knikladers en hoogwerkers. Het businessmodel van DEVAKO is hierdoor niet gericht op het aantrekken van niet-landbouwsectoren of het uitbouwen van een aanbod aannemersmateriaal. Tewerkstelling Actueel: 3 zaakvoerders + 2,5 werknemers Afzetmarkt Lokale landbouwers Bestaande toestand van het bedrijf Devako: een bedrijfswoning met onthaal, een loods met voorliggende verharding (beide voor tentoonstellen van machinepark), een werkplaats, etc. Landbouwbedrijf: een zeugenstal met overdekte silo, een rundstal, een hangar/rundstal, een garage/berenstal en een werkplaats. Extra: weiland, verharding. Ruimtelijke context Het bedrijf DEVAKO is gelegen in de noordoostelijke hoek van de gemeente, langsheen de Ichtegemstraat en op ongeveer 1km ten oosten van het gehucht Edewalle. De onmiddellijke omgeving bestaat uit landelijke bebouwing en agrarische bedrijven. Edewalle is een relatief jonge woonconcentratie gevormd bij de aanleg van de weg naar Koekelare. De bebouwing betreft voornamelijk lintbebouwing. Het binnengebied wordt gekenmerkt door een bedrijfscluster (isolatiemateriaal Waeyaert-Vermeersch, meubelfabriek Max Meubel, Vernafix). DEVAKO bevindt zich op de grens tussen het noordelijk open ruimtegebied en de deelruimte Ruidenberg. Het bedrijf maakt deel uit van een gegroepeerd voorkomen van 7

8 woningen genaamd Belgiek. De onmiddellijke omgeving bestaat uit landelijke bebouwing en agrarische bedrijven. Planologische context Het bedrijf en plangebied van de aanvraag is volgens het gewestplan gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Herbevestigd agrarisch gebied binnen het samenhangend geheel Westelijk Houtland wat betekent dat bij een planinitiatief met omzetting naar bedrijvigheid voldaan moet worden aan de omzendbrief RO/2010/01 (compensatie). Het bedrijf en plangebied is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) of bijzonder plan van aanleg (BPA). Binnen het plangebied van de aanvraag is geen verkaveling van toepassing. Ruimtelijke vraag Reden van uitbreiding DEVAKO wenst in de toekomst de huidige activiteiten verder te zetten met een focus op het verstevigen van haar erkenning als officiële verdeler van landbouwgerelateerde merken en een intensifiëring van de servicecomponent. Korte termijn Beperkte toonzaal in bestaande loods en verhard verkoopsplein vooraan. Ruimte nodig om afdoende ruimte om machines en materialen te presenteren. Dit wordt voorgeschreven door de firma s waarvoor DEVAKO als verdeler optreedt. Dit wordt gevraagd door het cliënteel. Dit is concurrentieel noodzakelijk. Het bedrijf wenst naar buiten te treden als een professioneel bedrijf binnen een visueel aantrekkelijk kader. Een nieuwe werkplaats tussenin/tegenaan de bestaande werkplaats en loods zorgt voor een clustering van de activiteiten op de site. Het gabariet levert geen groot verschil t.a.v. het bestaande gabariet. Dit is noodzakelijk wil het bedrijf een optimale dienstverlening garanderen. De hersteldienst neemt in belang toe naarmate het bedrijf langer bestaat en groter wordt. De site wordt achteraan en rechts landschappelijk ingekleed met een groenbuffer. Vooraan en links wordt enige groenaanplant voorzien maar geen buffer gezien de respectievelijke ligging langsheen de Ichtegemstraat en Meerlaanstraat. Lange termijn Vervanging van de overblijvende landbouwgebouwen voor werkplaats/magazijnruimte voor DEVAKO. Het gabariet levert geen groot verschil t.a.v. het bestaande gabariet. Extra werkplaats/magazijnruimte voor snel-onderhoud. Bijkomende verharding, in hoofdzaak ter vervanging van de huidige weide achteraan. Bijkomende behoefte aan verharde buitenruimte nodig voor het opvangen van interne circulatie en een wachtplaats voor machines in behandeling. Openbaar onderzoek Het openbaar onderzoek liep van tot en met Er werden geen bezwaren ingediend. Adviezen Het advies van het agentschap Innoveren en Ondernemen van Samenvatting en conclusie: Het agentschap lnnoveren & Ondernemen meent dat een planologisch attest voor de gewenste behoeften niet aan de orde is. lndien alsnog tot een 8

9 bestemmingswijziging wordt overgegaan moet deze worden ingedeeld in de gebiedscategorie landbouw. In voorkomend geval hoeft het agentschap niet verder betrokken te worden in dit dossier. Het advies van het departement Landbouw en Visserij van Samenvatting en conclusie: Het plangebied bevindt zich in agrarisch gebied dat door de Vlaamse regering op 20 juli 2006 goedgekeurd werd als herbevestigd agrarisch gebied (HAG) Regia Veldgebied Brugge-Meetjesland, deelgebied whl. De herbevestiging van de agrarische gebieden betreft een beslissing van de Vlaamse regering en moet de landbouwers meer rechtszekerheid bieden. Door de herbevestiging wordt de landbouwgrond immers planologisch verankerd. Een herbevestiging betekent niet dat gemeentelijke planningsinitiatieven hier niet meer mogelijk zijn maar de projecten moeten de agrarische bestemming wel maximaal respecteren. De uitbreiding van een bedrijf kadert slechts voor een klein deel in het para-agrarisch karakter (dienst na verkoop), waardoor het bedrijf hoofdzakelijk zonevreemd is. Een motivatie conform de omzendbrief R0/2010/01 is hier dus van toepassing. Het Departement Landbouw en Visserij kan akkoord gaan met de motivatie op p. 78 e.v. van de nota. [ ] Rekening houdend met de ruimtelijke situatie en gelet op de aard van de activiteiten en de historische achtergrond van het bedrijf, formuleert het Departement Landbouw en Visserij een gunstig advies voor voorliggend planologisch attest. Het advies van het departement Omgeving van Samenvatting: Op 12/08/1996 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen voor het vervangen van een rundveestal en op 03/08/1999 voor het verbouwen van een bestaande werkplaats en het omvormen van een deel van de varkensstal tot werkplaats. Op 7/12/2009 is een milieuvergunning verleend voor het hernieuwen van veehouderij: grote zoogdieren, mestopslag, mazout + verdeelslang, stelplaats, grondwaterwinning. Op 19/4/2012 is een overname van inrichting voor aan- en verkoop van machines en onderhoud gebeurd. Uit een luchtfoto en de plannen horende bij huidige aanvraag blijkt dat er tevens twee toegangen werden voorzien langs de Meerlaanstraat en dat er bijkomende verharding werd voorzien. Het is niet duidelijk of hiervoor stedenbouwkundige vergunning is afgegeven. De uitstalruimte in steenslag voor materieel tussen lchtegemstraat en bedrijfsgebouwen is alleszins niet vergund. In de vergunningstoestand is een hiaat vast te stellen m.b.t. de commerciële activiteiten van het bedrijf. [ ] Er moet opgemerkt worden dat het dossier behoudens de vermelding van een tweede bedrijfszetel in Zedelgem, ongeveer identiek is aan de aanvraag tot planologisch attest dat op 27/08/2012 onontvankelijk werd verklaard. Hierbij werd gesteld dat voor de para-agrarische activiteiten geen planologisch initiatief vereist is en dat de aanvraag voor een planologisch attest omtrent de bestendiging van het onderhoud en de verkoop van landbouwmachines zonder voorwerp is. [ ] De louter commerciële activiteiten die op heden de hoofdzaak uitmaken van de bedrijvigheid en de inrichting ten behoeve daarvan, betreffen geen para-agrarische activiteit en zijn zonevreemd. Hiervoor bestaat geen stedenbouwkundige vergunning. De niet-vergunde zonevreemde activiteiten kunnen niet als historisch gegroeid beschouwd worden. Op 03/08/1999 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het verbouwen van een bestaande werkplaats en het omvormen van een deel van de varkensstal tot werkplaats. De aanvraag stond in het teken van de paraagrarische activiteit, m.n. het herstellen van landbouwvoertuigen. Als voorwaarde bij voormelde vergunning werd bovendien opgelegd dat "in de werkplaats slechts werken en 9

10 handelingen in verband met de landbouw kunnen plaatsgrijpen". Bijgevolg was er in 1999 nog geen sprake van de zonevreemde handelsactiviteiten. De verbreding van de bedrijfsactiviteiten zijn zonevreemd, niet historisch gegroeid en deze functie is niet vergund. Ondanks de vermelding van opsplitsing van de oorspronkelijke bedrijfsvoering is er blijkbaar in de feiten toch niets veranderd sinds 2012 op de bedrijfssite in kwestie. Bijgevolg wordt het standpunt, zoals ingenomen bij de onontvankelijkheidsverklaring naar aanleiding van de aanvraag tot planologisch attest dd. 27/08/2012, behouden. Er moet dus gesteld worden dat enkel voor de vergunde activiteiten de bestendiging binnen de bestaande, als para-agrarisch vergunde constructies en de gewenste uitbreiding op korte termijn overwogen kan worden, mits de wederrechtelijk "historisch gegroeide" verkoop ondergeschikt is. Een uitbreiding ten behoeve van de handelsactiviteiten heeft geen vergunningsgrond en deze dient te verdwijnen (naar Zedelgem?). Conclusie: o De voorliggende aanvraag tot planologisch attest wordt gunstig geadviseerd voor de korte termijnbehoeftes, met name voor een beperkte toonzaal, de uitbreiding van de bestaande werkplaats en een verharde oppervlakte in verhouding tot de toegelaten ondergeschikte verhuur/verkoop van landbouwmachines, mits afdoende landschappelijke inbedding. o Ongunstig voor de behoeftes op lange termijn. Gezien de ligging in herbevestigd agrarisch gebied zal de gemeente in zijn verantwoording (en eventueel bij de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan) moeten ingaan op de bepalingen van de omzendbrief RO 2010/01. Het advies van de deputatie West-Vlaanderen van Samenvatting: De deputatie stelt vast dat de bebouwing op de site als hoofdzakelijk vergund kan beschouwd worden. De functie, zijnde verkoop en verhuur van landbouwmachines, is niet vergund en kan niet worden beschouwd als een para-agrarische activiteit en is dus zonevreemd. De deputatie merkt hierbij op dat er in het kader van de verleende bouwvergunning tot het verbouwen van de bestaande werkplaats en een deel van de varkensstal tot werkplaats (dd. 03/08/1999) als voorwaarde werd gesteld dat er in de werkplaats enkel werken en handelingen in verband met de landbouw kunnen plaatsgrijpen. Tevens wordt er opgemerkt dat de grootste (meest zuidelijk gelegen) loods is vergund als landbouwloods. De aanliggende steenslagverharding is niet vergund. De deputatie stelt vast dat het bedrijf niet als hoofdzakelijk vergund kan worden beschouwd aangezien de gebouwen niet worden ingezet voor de functie waarvoor deze werden vergund, zijnde landbouwactiviteiten. De verharding die wordt ingezet als verkoopsplein is niet vergund. De deputatie is van oordeel dat deze aanvraag tot planologisch attest dan ook niet ontvankelijk is. Hierbij wordt er verwezen naar de handleiding planologische attesten waarin er wordt gesteld dat de aanvraag slechts ontvankelijk kan zijn indien het bedrijf hoofdzakelijk vergund is in de stedenbouwkundige betekenis. Bedrijven en hun constructies kunnen slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien de voor de normale bedrijfsvoering noodzakelijke constructies vergund of vergund geacht zijn, ook wat de functie betreft. Dit is niet het geval. Tot slot merkt de deputatie op dat een aanvraag tot planologisch attest niet dient om onvergunde zaken, onder druk van voldongen feiten, te regulariseren. Conclusie: 10

11 o Deels gunstig, deels ongunstig advies wat betreft de bestendiging van het bedrijf op de huidige locatie. Herstel en onderhoud van landbouwmachines kan als een paraagrarische activiteit worden gezien en kan dus op de site in het agrarisch gebied verder worden gezet. De verkoop en verhuur hiervan hoort echter niet thuis binnen het agrarisch gebied en is bovendien niet vergund. Een herlocalisatie van deze activiteiten is aangewezen. o Ongunstig advies wat betreft de uitbreidingsvraag op korte termijn en lange termijn. De gewenste uitbreidingen zijn in functie van een onvergunde zonevreemde niet para-agrarische activiteit. Advies van de bevoegde adviescommissie Het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) van Samenvatting: Het advies van de deputatie West-Vlaanderen van werd buiten de termijn van het openbaar onderzoek uitgebracht gezien de provincie verkeerdelijk slechts aangeschreven werd op door de gemeente. De GECORO geeft aan het advies van de provincie mee in overweging te nemen gezien de GECORO nog steeds bij machte is zijn advies binnen de 60 dagen over te brengen aan de bevoegde overheid (de gemeente) en dit cfr. artikel 10 6 van het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) tot bepaling van nadere regels inzake het planologisch attest. De GECORO wenst zijn advies in 3 delen op te splitsen: hoofdzakelijk vergund karakter, bestemming en toetsing aan de goede ruimtelijke ordening : o Hoofdzakelijk vergund karakter o De GECORO stelt vast dat het hoofdzakelijk vergund karakter door de deputatie West-Vlaanderen en het departement Omgeving ongunstig geëvalueerd wordt. Deze ongunstige evaluatie heeft geen betrekking op de aanwezige constructies op de site (gebouwen, verharding) maar het gebruik ervan. Beide overheden geven aan dat de verkoops- en verhuuractiviteiten niet als para-agrarisch kunnen beschouwd worden. o De GECORO is van mening niet het geschikt orgaan te zijn om een uitspraak te doen met betrekking tot vergund karakter van de verkoops- en verhuuractiviteiten van het bedrijf en de daaraan gekoppelde ontvankelijkheid van het dossier en inpassing in het GRS. o Bestemming o In het aanvraagdossier stelt het bedrijf para-agrarisch te zijn en dit ook te willen blijven. Dit is enigszins contradictorisch aan het indienen van een aanvraag tot planologisch attest: wanneer alle beoogde activiteiten effectief van para-agrarische aard zouden zijn, zou de verlening van een planologisch attest niet nodig zijn. Vooral de commerciële component (verkoop en verhuur) kan niet worden beschouwd als para-agrarisch. Dit is ook de rode draad doorheen alle ingestuurde adviezen van de hogere overheden: het bedrijf dient zich in te passen binnen de agrarische grondbestemming. De GECORO is van mening dat een agrarische bestemming au fond aan de orde is met een ondergeschikte nevencomponent van verkoop/verhuur. In die zin kan het bedrijf bij de opmaak van een planinitiatief de landbouwbestemming krijgen, met een paarse overdruk i.f.v. beperkte verkoop-en 11

12 verhuuractiviteiten. Teneinde dit ondergeschikt karakter te bewaken, kunnen enkele voorwaarden aan de overdruk worden gekoppeld (zie conclusie). o Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening o De GECORO stelt vast dat het bedrijf historisch gegroeid is op de site en de constructies op de site (incl. de werkplaats voor landbouwwerktuigen) hoofdzakelijk vergund zijn. o De GECORO stelt vast dat het bedrijf actueel geen hinder geeft naar de omgeving toe. De dynamiek van het bedrijf is aanvaardbaar binnen de reeds diverse omgeving (Waeyaert-Vermeersch, Max Meubel, Vernafix ) en de mobiliteitsgeneratie kan gedragen worden door de Ichtegemstraat. o De GECORO stelt vast dat de gevraagde ontwikkelingen op korte termijn de draagkracht van de omgeving en de site niet overstijgen. De gevraagde ontwikkelingen moeten het bedrijf toelaten zijn huidige werking te optimaliseren. Het type activiteit (verkoop, verhuur en herstel van landbouwwerktuigen) blijft dezelfde en zal niet in die mate uitbreiden dat deze hinder zal geven in de omgeving. Het nieuwe gebouw wordt tussenin/tegenaan de bestaande werkplaats en loods gevraagd en zorgt voor een clustering van de activiteiten op de site. Het gabariet is aanvaardbaar en de terreinbezetting wijzigt slechts marginaal. De site wordt daarenboven achteraan en rechts landschappelijk ingekleed met een groenbuffer. o De GECORO stelt vast dat de gevraagde ontwikkelingen op lange termijn mogelijks de draagkracht van de omgeving en de site overstijgen en wijst hiervoor in hoofdzaak naar de gevraagde verharding op lange termijn achteraan op de site. Deze uitbreiding zal cfr. de plannen integraal publiek toegankelijk zijn en bijgevolg dienst doen als zeer ruime verkoopsruimte. De GECORO stelt dergelijke verkoopsoppervlakte voor de activiteiten van DEVAKO in vraag. De GECORO is van mening dat de verkoop- en verhuuractiviteiten van het bedrijf blijvend ondergeschikt moeten zijn aan de herstelwerken aan landbouwwerktuigen. De gevraagde oppervlakte verharding geeft daarenboven de indruk ook nietlandbouwwerktuigen te willen tentoonstellen. Conclusie o Gunstig voor de bestendiging van het bedrijf op de site. o Gunstig voor de gevraagde ontwikkelingen op korte termijn. o Voorwaardelijk gunstig voor de gevraagde ontwikkelingen op lange termijn. De GECORO vraagt bij het planinitiatief voldoende voorwaarden in te bouwen waaronder: (1) De activiteiten op de site dienen steeds betrekking te hebben op landbouwwerktuigen (en niet op de werktuigen van DEVAKO MACHINERY). De GECORO stelt daarom voor dat het planinitiatief blijvend een agrarische hoofdbestemming voorziet maar met overdruk voor bedrijvigheid in functie van de beoogde nevenactiviteiten, zij het ondergeschikt. (2) De verkoops- en verhuuractiviteiten moeten ondergeschikt blijven aan de herstelwerken aan landbouwwerktuigen. De GECORO stelt daarom voor de verharding te beperken. 12

13 (3) De GECORO vraagt de verharding zoveel als mogelijk in waterdoorlatende materialen uit te voeren. Die niet-waterdoorlatende verharding dient cfr. de gangbare wetgeving gebufferd te worden. De GECORO vraagt deze waterbuffering te voorzien op eigen terrein, met name binnen de contour van de site zoals aangeduid op de plannen van het planologisch attest, en zo mogelijk in open bekkens. Relevante documenten Het aanvraagdossier zoals ingediend d.d met ontvankelijkheid De bijkomende nota d.d ingediend door de aanvrager (i.s.m. Charlier Consult). Het advies van het Agentschap Innoveren en Ondernemen van Het advies van het departement Landbouw en Visserij van Het advies van het departement Omgeving van Het advies van de deputatie West-Vlaanderen van Het advies van de GECORO van de gemeente Kortemark d.d Juridisch kader Algemeen Het decreet van (en latere wijzigingen) houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. De gecoördineerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van (en latere wijzigingen), zoals bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van en in werking getreden inzonderheid artikels tot en met Het besluit van de Vlaamse Regering van (en wijzigingen) tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest. Stedenbouwkundige basisgegevens Het koninklijk besluit van betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. Het koninklijk besluit van inzake de goedkeuring van het gewestplan Diksmuide-Torhout, bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad van en in werking getreden Met 17 stemmen voor (Marc Vulsteke, Toon Vancoillie, Stefaan Vercooren, Karolien Damman, Ronny Vierstraete, Michel Deseure, Luc Vandermeersch, Rosa Moutton, Noel Bryon, Isabelle Doom, Marnik Vanbecelaere, Lynn Vermote, Tom Cornette, Jan Stoens, Dries Uyttenhove, Koen Decleir, Jelle Vercoutere), 3 onthoudingen (Geert Vercruysse, Mark Pollentier, Tim Deweerdt): Besluit: Artikel 1: De Gemeenteraad beslist met betrekking tot de aanvraag tot planologisch attest van het bedrijf DEVAKO als volgt: Standpunt met betrekking tot vergunningstoestand Zowel het departement Omgeving als de provincie West-vlaanderen betwisten in hun advies het vergund karakter van het bedrijf DEVAKO, met name voor het onderdeel 'verkoop en verhuur van landbouwmachines'. De GECORO wenst hierover geen uitspraak te doen. In de 13

14 overweging dat een planologisch attest slechts toegekend kan worden aan een bestaand, hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot bedrijf, vroeg het college van burgemeester en schepenen aan de aanvrager een bijkomende motivering zodoende de gemeenteraad een correcte beslissing kan nemen. Op werd door de aanvraag (i.s.m. Charlier Consult) bijkomende juridische motivatie bezorgd met uitspraken van Raad van State en de Raad van Vergunningenbetwistingen. Op basis van deze uitspraken dienen de 'aan- en verkoopactiviteiten' van het bedrijf als para-agrarisch beschouwd te worden waardoor het bedrijf hoofdzakelijk vergund moet beschouwd worden. Standpunt met betrekking tot het behoud van het bedrijf op de plaats waar het gevestigd is De gemeenteraad volgt de motivering en het advies van de GECORO: gunstig voor de bestendiging van het bedrijf op de site. Standpunt met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden op korte termijn De gemeenteraad volgt de motivering en het advies van de GECORO: gunstig voor de gevraagde ontwikkelingen op korte termijn. Standpunt met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn De gemeenteraad volgt de motivering en het advies van de GECORO: voorwaardelijk gunstig voor de gevraagde ontwikkelingen op lange termijn. Er wordt gevraagd bij het planinitiatief voldoende voorwaarden in te bouwen waaronder: o (1) De activiteiten op de site dienen steeds betrekking te hebben op landbouwwerktuigen (en niet op de werktuigen van DEVAKO MACHINERY). De gemeente vraagt daarom voor dat het planinitiatief blijvend een agrarische hoofdbestemming voorziet maar met overdruk voor bedrijvigheid in functie van de beoogde nevenactiviteiten, zij het ondergeschikt. o (2) De verkoops- en verhuuractiviteiten moeten ondergeschikt blijven aan de herstelwerken aan landbouwwerktuigen. De gemeente vraagt daarom voor de verharding te beperken. o (3) De gemeente vraagt de verharding zoveel als mogelijk in waterdoorlatende materialen uit te voeren. Die niet-waterdoorlatende verharding dient cfr. de gangbare wetgeving gebufferd te worden. De gemeente vraagt deze waterbuffering te voorzien op eigen terrein, met name binnen de contour van de site zoals aangeduid op de plannen van het planologisch attest, en zo mogelijk in open bekkens. Standpunt met betrekking tot de opmaak of wijziging van de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen Zie 'standpunt met betrekking tot ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn'. Artikel 2: De gemeenteraad verzendt de beslissing met een beveiligde zending naar de aanvrager, Devako bvba met adres Ichtegemstraat 108 te 8610 KORTEMARK. Artikel 3: De gemeenteraad verzendt de beslissing naar het departement Omgeving (gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar). 14

15 Artikel 4: De gemeenteraad verzendt de beslissing naar de deputatie van de provincie West- Vlaanderen. Artikel 5: Schorsend administratief beroep van de deputatie of de leidend ambtenaar van het departement. Het beroep van de deputatie of de leidend ambtenaar van het departement wordt schriftelijk ingesteld binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het afschrift van het planologisch attest. Een afschrift van het beroepschrift wordt bezorgd aan de houder van het planologisch attest en aan de deputatie, respectievelijk het college van burgemeester en schepenen. De Vlaamse Regering kan de houder van het planologisch attest en de provincieraad, respectievelijk de gemeenteraad, in staat stellen om schriftelijk hun zienswijzen te bezorgen, voor zover dat nodig wordt geacht voor een zorgvuldige feitenvinding. Als de Vlaamse Regering het beroep verwerpt, wordt de schorsing opgeheven en krijgt het planologische attest, zoals het werd afgegeven door het bevoegde bestuursorgaan, uitwerking. Als de Vlaamse Regering het beroep inwilligt, wordt het planologische attest vernietigd, en moet de provincieraad of de gemeenteraad opnieuw beslissen over de aanvraag tot planologisch attest, rekening houdend met de motieven voor de inwilliging van het beroep. De Vlaamse Regering verstuurt haar beroepsbeslissing met een beveiligde zending naar de houder van het planologisch attest en naar de deputatie, respectievelijk het college van burgemeester en schepenen. De beroepsbeslissing wordt verstuurd binnen een ordetermijn van zestig dagen, die ingaat op de dag na die waarop het beroep is ingesteld. Een afschrift van de beroepsbeslissing wordt aan het departement, respectievelijk de deputatie bezorgd. Artikel 6: Beroep van de aanvrager. Als de aanvrager van het attest het niet eens is met de beslissing over zijn aanvraag, dan kunt hij binnen 60 dagen na de ontvangst van het attest beroep aantekenen bij de Raad van State. Hij kan de Raad vragen om de beslissing te vernietigen, en eventueel ook om ze in afwachting daarvan te schorsen. Stuur dat verzoekschrift ofwel met de post aangetekend naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel, of dien het in volgens de elektronische procedure. Meer informatie vindt men in de rubriek E-procedure op de website van de Raad van State: Op hetzelfde ogenblik moet de aanvrager een kopie sturen aan de overheid die het attest heeft afgeleverd. Het verzoekschrift moet gedateerd en ondertekend zijn door de aanvrager of door een advocaat. Hij moet zowel zijn gegevens duidelijk vermelden (naam, hoedanigheid, woonplaats of zetel), als die van de verwerende partij (de overheid die het attest heeft afgeleverd). Hij moet ook vermelden welke beslissing hij aanvecht (het attest), wat de relevante feiten zijn, en op welke gronden hij de beslissing aanvecht (rechtsmiddelen). Hij moet een kopie van het volledige attest als bijlage voegen. Als hij zijn verzoekschrift met de post verstuurd, moet hij naast het originele verzoekschrift ook steeds drie eensluidend verklaarde afschriften van het verzoekschrift bezorgen, te vermeerderen met een afschrift voor iedere verwerende partij. Het procedurereglement voor beroepen bij de Raad van State vindt u op Artikel 7: De gegevens die bij de aanvraag zijn meegedeeld, worden opgeslagen in een of meer bestanden. Ze kunnen bewaard worden bij de gemeente, bij de provincie, en bij de gewestelijke administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. De bestanden zijn nodig voor de behandeling van het dossier en kunnen ook gebruikt worden voor statistische of wetenschappelijke doeleinden. De aanvrager heeft het recht om zijn gegevens te raadplegen en zo nodig te laten verbeteren. 15

16 7. Reglement klachtenbehandeling gemeente Kortemark Aanleiding, feiten en context Een kwaliteitsvol klachtenmanagement is een essentieel onderdeel van elke bestuursorganisatie en de burger als klant moet een goede en betrouwbare dienstverlening kunnen krijgen. Het systeem van klachtenbehandeling moet worden georganiseerd op het ambtelijk niveau van de gemeente. Burgers verwachten dat eventuele bezwaren die ze formuleren correct en deskundig onderzocht en behandeld worden binnen een redelijke termijn. Juridisch kader Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder artikel 197 en 198. Het Reglement klachtenbehandeling gemeente Kortemark, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 1 oktober Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad stelt volgend reglement inzake klachtenbehandeling vast: Art. 1 Definitie 1. Onder klacht wordt verstaan: een manifeste uiting waarbij een ontevreden burger bij de gemeente Kortemark klaagt over een door een personeelslid of dienst van de gemeente Kortemark al dan niet verrichte handeling of prestatie. 2. Een klacht kan betrekking hebben op: - een foute handeling - het afwijken van de vastgelegde of gebruikelijke werkwijze - het niet uitvoeren van een handeling of prestatie, - de wijze waarop de burger door de dienst/ambtenaar wordt behandeld. Klachten kunnen zowel betrekking hebben op het niet correct handelen van ambtenaren als op het niet correct handelen van burgemeester, schepen of raadslid. Wanneer het echter een klacht betreft over het niet correct handelen van mandatarissen wordt de klacht steeds behandeld in de deontologische commissie. Dit reglement is niet van toepassing op klachten waarvoor een specifieke procedure is voorzien (onder meer interne klachten, pesten op het werk, ongewenst seksueel gedrag, ). 3. Wat is geen klacht? - vragen om informatie, meldingen, suggesties, beroepen, bezwaren of petities - algemene klachten over de regelgeving 16

17 - algemene klachten over het (al dan niet) gevoerde beleid - klachten over beleidsvoornemens of -verklaringen. Art. 2 Klachtencoördinator De klachtencoördinator, en diens vervanger bij afwezigheid, is een personeelslid hiertoe aangeduid door de gemeentesecretaris. De klachtencoördinator registreert de klachten en ziet erop toe dat de hierna vermelde procedure wordt gevolgd. De klachtencoördinator beoordeelt de ontvankelijkheid van de klacht. Art. 3 Ontvankelijkheid Volgende klachten zijn niet ontvankelijk: - anonieme klachten - vage klachten - klachten die het voorwerp zijn van een gerechtelijke procedure - klachten die betrekking hebben op gebeurtenissen die zich meer dan 6 maanden geleden voordeden - klachten over aangelegenheden waarbij de klager geen persoonlijk belang heeft - punten waarvoor reeds eerder klacht werd ingediend en een standpunt werd ingenomen waarmee de indiener zich niet kan verzoenen. Art. 4 Klachtenbehandelaar De klachtencoördinator bezorgt de klacht aan de klachtenbehandelaar. In principe is de hiërarchische overste van de persoon of dienst waartegen de klacht geuit wordt de klachtenbehandelaar. Er zijn vier mogelijke personen of organen die de klacht behandelen. Als een burger een klacht uit over een medewerker of dienst, dan is de klachtenbehandelaar de hiërarchisch overste van de persoon of dienst aan wie de klacht is gericht (als die overste niet zelf betrokken is). Als het een klacht is tegen de gemeentesecretaris of de ontvanger dan behandelt het College van Burgemeester en Schepenen. Als het een klacht betreft tegen een gedraging van de burgemeester, een schepen of een raadslid dan wordt de klacht aan de secretaris bezorgd die deze bezorgd aan de deontologische commissie ter behandeling. Een klacht van een ambtenaar tegen een andere ambtenaar, beiden werkzaam bij het gemeentebestuur Kortemark, wordt behandeld door de gemeentesecretaris. Art. 5 Procedure 17

18 Men kan een klacht indienen via een formulier op de website of via , per brief, telefonisch of mondeling. Alle klachten worden doorgestuurd naar de klachtencoördinator. De klachtencoördinator houdt een register bij waarin alle relevante gegevens worden genoteerd: (datum ontvangst, identificatie klager, omschrijving klacht, ontvankelijkheid, datum doorsturen klachtenbehandelaar, ) en rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad. 1. Onderzoek van de klacht - Bij niet-ontvankelijkheid wordt de indiener hiervan schriftelijk verwittigd binnen de 14 dagen na ontvangst van de klacht. - Ontvankelijke klachten worden door de klachtencoördinator binnen de 14 dagen na ontvangst ervan doorgestuurd naar de klachtenbehandelaar. - De klachtenbehandelaar onderzoekt en beoordeelt de klacht. - De klachtenbehandelaar maakt een eindverslag omvattende: * omschrijving van de ingediende klacht * omschrijving van het resultaat van het gevoerde onderzoek * eindconclusie (was klacht gegrond of niet; welke oplossing werd geboden bij gegronde klacht). - Dit eindverslag dient binnen de 20 werkdagen te worden overgemaakt aan de klachtencoördinator. 2. Brief aan klachtindiener Binnen de 5 werkdagen na ontvangst van het eindverslag zendt de klachtencoördinator een brief aan de klachtindiener met samenvatting van de doorlopen procedure en het eindresultaat. Artikel 2: Dit reglement vervangt het Reglement klachtenbehandeling gemeente Kortemark van 1 oktober Bebouwde kom gemeente Kortemark - aanvullend verkeersreglement betreffende afbakening bebouwde kom. Aanleiding, feiten en context Het College heeft in zitting van 2 januari 2017 geopperd om de bebouwde kom van Kortemark uit te breiden, meer bepaald: o Lichterveldestraat uitbreiden tot het kruispunt met de Staatsbaan, o Spanjaardstraat vanaf het kruispunt met de Ieperstraat, o Vijfhuishoekstraat, ter hoogte van huisnummer 13. Er waren verschillende klachten uit de Lichterveldestraat en de Spanjaardstraat van overdreven snelheid: het huidig snelheidsregime in de Spanjaardstraat is 70 km/u en in de Lichterveldestraat eindigt de bebouwde kom ter hoogte van huisnummer 72 waarna tevens 70 km/u geldt. Relevante documenten 18

19 Het aanvullend verkeersreglement van de bebouwde kom gemeente Kortemark - betreffende afbakening bebouwde kom, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 9 maart plan Lichterveldestraat begin/einde bebouwde kom. plan Spanjaardstraat begin/einde bebouwde kom. plan Vijfhuishoekstraat begin/einde bebouwde kom. plan voorstel nieuwe afbakening bebouwde kom. Juridisch kader De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens. Het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens. De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april De nieuwe gemeentewet van 24 juni Het gemeentedecreet van 15 juli Het aanvullend verkeersreglement van de bebouwde kom gemeente Kortemark -betreffende afbakening bebouwde kom, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 9 maart Het aanvullend reglement betreft enkel gemeentewegen. Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. Besluit: Artikel 1: In het gebied Kortemark begrensd door: - Lichterveldestraat, ter hoogte van het kruispunt met de Staatsbaan, - Hoogledestraat, ter hoogte van huisnummer 72, - Amersveldestraat, ter hoogte van huisnummer 26, - Handzamestraat, ter hoogte van het kruispunt met de Krekebekestraat, - Waterhoenstraat, ter hoogte van huisnummer 6, - Ichtegemstraat, ter hoogte van huisnummer 45a, - Koutermolenstraat, ter hoogte van huisnummer 115, - Torhoutstraat, ter hoogte van huisnummer 83, - Vijfhuishoekstraat, ter hoogte van huisnummer 13, - Spanjaardstraat, ter hoogte van het kruispunt met de Ieperstraat, geldt: de bebouwde kom wordt afgebakend. Het begin van de bebouwde kom wordt aangeduid, ook het einde van de bebouwde kom wordt aangeduid. 19

20 Dit wordt gesignaleerd door: - verkeersborden F1b; - verkeersborden F3b. Artikel 2: Volgende aanvullende reglementen worden opgeheven: Alle bestaande aanvullende reglementen op het wegverkeer met betrekking tot de vaststelling van de bebouwde kom in de gemeente Kortemark worden opgeheven. Artikel 3: Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid. 9. Vaststellen van een tijdelijke verordening betreffende de beperking op de ambulante activiteiten en verbod onderhoudswerken aan rallyvoertuigen op en langs de openbare weg ter gelegenheid van de Hemicudarally op 8 oktober Aanleiding, feiten en context Aanvraag dd. 10 april 2017 van Autostal Hemicuda vzw, tot machtiging voor het organiseren van klassementsproeven te Kortemark op 8 oktober Naar aanleiding van de bedoelde manifestatie door de talrijke aanwezigheid van ambulante handelaars, komt de veiligheid van het voetgangersverkeer in het gedrang. Om veiligheidsredenen, vooral binnen de omloop van de snelheidsritten, dienen het aantal verkoopspunten van eetwaren en dranken beperkt te worden. De grote volkstoeloop. Relevante documenten Aanvraag dd. 10 april 2017 van Autostal Hemicuda vzw, tot machtiging voor het organiseren van klassementsproeven te Kortemark, op 8 oktober Besluit van de Burgemeester dd. 2 augustus 2017 houdende algemene voorwaarden tot het organiseren van de Hemicudarally editie 2017 op 8 oktober Parcours van de rally. Juridisch kader De nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989, inzonderheid op artikel 135, 2, ingevoegd bij de wet van 27 mei 1989 en op artikel 119 vernummerd bij de wet van 27 mei 1989 en gewijzigd bij het K.B. van 30 mei 1989 en op artikel 12 vernummerd bij de wet van 27 mei 1989, en op artikelen 112 en 114. Het gemeentedecreet van 15 juni De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten en gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot uitvoering van de wet van 25 juni Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen. 20