Gebruiksaanwijzing. Elektronische zaaimachinebesturing. Solitronic. Versie Wij staan voor veiligheid! LEMKEN GmbH & Co. KG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruiksaanwijzing. Elektronische zaaimachinebesturing. Solitronic. Versie Wij staan voor veiligheid! LEMKEN GmbH & Co. KG"

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing Elektronische zaaimachinebesturing Solitronic Versie 1.52 Wij staan voor veiligheid! - NL - Art.Nr LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, Alpen, Duitsland / Postbus 11 60, Alpen, Duitsland Telefoon +49 (0) , Fax +49 (0) lemken@lemken.com, Internet:

2 DOELMATIG GEBRUIK Vóór de ingebruikname de handleiding en de veiligheidsinstructies lezen en in acht nemen! De zaaimachines met elektronische zaaimachinebesturing Solitronic zijn uitsluitend gebouwd voor normaal gebruik bij landbouwwerkzaamheden (doelmatig gebruik)! Ieder daarbuiten gaand gebruik geldt als niet doelmatig. Voor hieruit voortkomende schade is de fabrikant niet aansprakelijk; dit is uitsluitend voor eigen risico van de gebruiker! Tot doelmatig gebruik behoort ook het in acht nemen van de door de producent voorgeschreven voorwaarden voor gebruik, onderhoud en reparatie! De zaaimachine met elektronische zaaimachinebesturing Solitronic mag enkel door personen gebruikt, onderhouden en gerepareerd worden, die hiermee vertrouwd en over de gevaren geïnformeerd zijn! De geldende voorschriften voor ongevalpreventie evenals alle andere algemeen erkende veiligheidstechnische, arbeidsmedische regels en wettelijke regels en voorschriften voor verkeer dienen te worden nagevolgd! De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit eigenmachtige veranderingen aan de machine! BELANGRIJKE AANWIJZING! In deze gebruiksaanwijzing worden alle belangrijke functies en uitrustingsvarianten beschreven die met de elektronische zaaimachinebesturing Solitronic bediend en bewaakt kunnen worden. Slechts een deel van deze functies en uitrustingsvarianten is opgenomen in de basisconfiguratie van het apparaat! Ook waar de opmerking "optioneel" ontbreekt, bestaat geen aanspraak op aanwezigheid van de functie op het apparaat. Welke functies en uitrustingsvarianten tot de basisconfiguratie behoren, leest u in de ten tijde van aankoop geldende prijslijst voor apparaten van LEMKE. 2

3 INHOUD INHOUD VOEDING BASISGEGEVENS Gebruiksdoel Bedieningspaneel Beeldschermweergaven en menu's Functies van schakelaars en toetsen Aan/uitschakelaar Functietoetsen Draaiknop met bevestigingsknop ESC-toets Schakeltoetsen Lcd's SELECTEREN EN OPSLAAN KEUZEMENU INVOERMENU Algemeen Invoer- en instelfuncties Rijpadmenu Werkbreedte van het verzorgingsapparaat Veldbeginzijde Even ritme, manier van rondgaan Hectaretelling bij rijpaden Rijpadenritme Ritmeweergaven Hectareteller Tankmenu Ventilatorcontrole Wielkalibratie in mm/impuls Handmatige kalibratie

4 meterkalibratie Stapwaarde van de wijziging in zaaihoeveelheid Uitschakelen van de waarschuwingsfuncties Deeloppervlakspecifiek zaaien met GPS Aansluiting Zaaihoeveelheid Waarden ontvangen van de GPS-ontvanger Waarden schrijven naar de GPS-ontvanger Fout in verbinding met GPS-ontvanger Exacteg (optioneel) Werkschijnwerper (optioneel) Invoer van de tijdvertraging - volgordebesturing AFDRAAIMENU VOOR ZAADGOED Omrekening zaden/m² in kg/ha Afdraaitest Het identificatienummer voor zaadgoed invoeren De zaaihoeveelheid invoeren De zaaiwielen "vullen" De afdraaitijd De afdraaitest starten Invoer van de afgedraaide hoeveelheid zaadgoed Het resultaat Herhaling van de afdraaitest (afdraaicontrole) De zaaihoeveelheid veranderen AFDRAAIMENU VOOR BEMESTER Afdraaitest Uitrijhoeveelheid invoeren De doseerwielen "vullen" De afdraaitijd De afdraaitest starten Invoer van de afgedraaide hoeveelheid mest Het resultaat Herhaling van de afdraaitest (afdraaicontrole) Uitrijhoeveelheid wijzigen

5 8 BEDRIJFSMENU Weergaven in het bedrijfsmenu Overige weergaven in het bedrijfsmenu Eerste bedrijfsmenu Bedrijfsspanning en stroomverbruik Hectareteller Handmatige start Handmatige stop Ventilatortoerental Uitgereden hoeveelheid zaadgoed Overschakelen naar het tweede bedrijfsmenu Tweede bedrijfsmenu Wijziging van zaaihoeveelheid Deelbreedtenuitschakeling Rijpadenschakeling Zaadeg-S Derde bedrijfsmenu Algemeen Bedrijfsmodus Automatisch bedrijf Bedrijfsmodus Handmatig bedrijf Heliodor-schijveneg deactiveren Schaargeleider deactiveren Markeur deactiveren Klapmethode van de markeurs Keuze van de markeurs Egaliseertandenveld (optioneel) ELEKTROHYDRAULISCHE SCHAARDRUKVERSTELLING ELEKTROHYDRAULISCHE WALSDRUKVERSTELLING ZAAIBUISCONTROLE (OPTIONEEL) Algemeen Gebruik van de zaaibuiscontrole Rijpadencontrole Verdelercontrole (deelbreedtencontrole) Diagnose van de zaaibuiscontrole

6 11.4 Hardwarecontrole INFORMATIEMENU Sensortest Softwareversie Foutmeldingen en weergegeven codes Functioneringsfouten Leidingsfouten Diagnose van de zaaibuiscontrole Weergave van de zaaimachine-instellingen Weergave van de ingestelde zaaihoeveelheid en het snelheidsbereik Rekenmachine ZEKERINGEN DIAGNOSTISCHE TABELLEN Weergegeven codes Aanwijzingen Waarschuwingen Storingen Tabel: B1X - Leidingbreuk Tabel: B2X - Kortsluitingen

7 1 VOEDING Om de elektronische zaaimachinebesturing Solitronic van stroom te kunnen voorzien, moet de voedingskabel rechtstreeks op de accu van de tractor worden aangesloten. De benodigde bedrijfsspanning bedraagt 12 Volt. In de voedingskabel naar de accu is een zekering van 40 A opgenomen. 2 BASISGEGEVENS 2.1 Gebruiksdoel De elektronische zaaimachinebesturing Solitronic versie 1.52 is ontwikkeld voor de besturing, controle en instelling van de bestelcombinatie Compact-Solitair. Met de Compact-Solitair kan alleen zaadgoed uitgereden worden. Met de Compact-Solitair HD kan zowel zaadgoed als mest worden uitgereden. Mest kan echter alleen worden uitgereden als de optie "Mesten en zaaien" is ingeschakeld. Op het bedieningspaneel van de elektronische zaaimachinebesturing kunnen bovendien het in- en uitklappen van de markeurs, het heffen en neerlaten van de mestscharen, het heffen en neerlaten van de zaaigeleider, het heffen en neerlaten van de voorloopwals met zaaigeleider en het heffen en neerlaten van de Heliodor-schijveneg onafhankelijk van elkaar geactiveerd en gedeactiveerd worden en kan de tijdvertraging tussen heffen en neerlaten van de Heliodor-schijveneg en de zaaigeleider ingesteld worden. Transportvervoer is alleen toegestaan met uitgeschakeld bedieningspaneel! 7

8 2.2 Bedieningspaneel Met het bedieningspaneel (1) bedient u de elektronische zaaimachinebesturing "Solitronic". Deze bestaat o.a. uit een beeldscherm (8), functietoetsen (3), schakeltoetsen (7) en een draaiknop (5) met bevestigingsknop Bedieningspaneel 2 - Aan/uitschakelaar 3 - Functietoetsen 4 - ESC-toets (invoertoets) 5 - Draaiknop met bevestigingsknop (drukknop) 6 - Noodschakelaar 7 - Schakeltoetsen 8 - Beeldscherm 9 - Lcd's 8

9 2.3 Beeldschermweergaven en menu's Afhankelijk van de uitrusting van de betreffende zaaimachine of apparatencombinatie kunnen sommige weergaven op het bedieningspaneel afwijken van de in deze gebruiksaanwijzing weergegeven schermafbeeldingen. Als dit relevant is voor het gebruik van het apparaat, dan wordt daar apart op gewezen. 2.4 Functies van schakelaars en toetsen Aan/uitschakelaar Houd de aan/uitschakelaar (2) ong. 2 seconden lang ingedrukt om de elektronische zaaimachinebesturing aan of uit te zetten Functietoetsen Wanneer u op een functietoets (3) drukt, wordt de functie uitgevoerd of geactiveerd die direct ernaast op het beeldscherm (8) wordt weergegeven. 9

10 2.4.3 Draaiknop met bevestigingsknop Wanneer u aan de draaiknop met bevestigingsknop (5) draait, kiest u waarden uit, voert ze in en bevestigt u ze door op deze toets te drukken ESC-toets Wanneer u op de ESC-toets (4) drukt, keert u terug naar het vorige menu Schakeltoetsen Wanneer u op een schakeltoets (7) drukt wordt een direct erboven op het beeldscherm (8) weergegeven en geactiveerde functie in- of uitgeschakeld Lcd's Wanneer u op een schakeltoets (7) hebt gedrukt (bijv. bij uitschakelen van een deelbreedte), wordt dit aangegeven doordat de bijbehorende lcd (9) gaat branden. 10

11 3 SELECTEREN EN OPSLAAN U kunt waarden en op het beeldscherm weergegeven instelopties alleen met de draaiknop (5) selecteren en bevestigen of opslaan met de bevestigingsknop (BT). 4 KEUZEMENU Na het inschakelen van de elektronische zaaimachinebesturing en een korte systeemcontrole verschijnt het keuzemenu. Er zijn 4 aparte menu's beschikbaar: 1. Het invoermenu: Druk op functietoets F5 of F6 2. Het afdraaimenu: Druk op functietoets F3 of F4 3. Het bedrijfsmenu: Druk op functietoets F1 of F2 4. Het informatiemenu: Druk op functietoets F7 of F8 11

12 Als in het invoermenu van een Compact-Solitair de optie "Mesten en zaaien" is ingeschakeld, verschijnt het volgende keuzemenu. Hier vindt u dezelfde menu's als hierboven. Het afdraaimenu is echter onderverdeeld. Voor een afdraaitest van zaadgoed drukt u op de toets F3, voor een afdraaitest van mest op de toets F4. 12

13 5 INVOERMENU 5.1 Algemeen U drukt in het keuzemenu op de functietoets F5 of F6 om het invoermenu te openen. Afhankelijk van uitrusting en type apparaat bestaat het invoermenu uit één of meerdere menupagina's. Wanneer er meerdere menupagina's zijn, verschijnt altijd ook de bladerfunctie waarmee u van pagina kunt wisselen. Druk op een bepaalde functietoets wanneer u het ondermenu wilt oproepen dat op het beeldscherm naast die functietoets is afgebeeld. In de ondermenu's kunt of moet u de volgende invoer plegen of instellingen maken. 5.2 Invoer- en instelfuncties Rijpadfuncties - rijpadenritme - veldbeginzijde - hectaretelling bij rijpaden Hectareteller (hectareteller op nul stellen) Tankmenu voor zaadgoed - hoeveelheid gevuld zaadgoed weergegeven - resthoeveelheid op nul stellen - uitgezaaide hoeveelheid zaadgoed op nul stellen Ventilatorcontrole - minimaal toelaatbaar toerental invoeren - maximaal toelaatbaar toerental invoeren Wielkalibratie in mm/impuls - handmatige invoer m-kalibratie uitvoeren 13

14 Wijziging van zaaihoeveelheid - invoer van stapwaarden van de procentuele wijziging in zaaihoeveelheid - wanneer de optie "Mesten en zaaien" is ingeschakeld, kunt u hier bovendien de stapwaarde van de procentuele uitrijhoeveelheid voor de bemester invoeren Waarschuwingsfuncties - in- en uitschakelen van de waarschuwingsfuncties - minimaal toelaatbare resthoeveelheid in zaadtank invoeren Inschakeling exacteg (optioneel) - handmatig inschakelen selecteren - automatisch inschakelen selecteren Werkschijnwerper (optioneel) - inschakelen - uitschakelen Deeloppervlakspecifiek zaaien met GPS (optioneel) - in- en uitschakelen van de functie Mesten en zaaien - inschakelen van de optie "Mesten en zaaien" Zowel zaadgoed als mest kan uitgereden worden. - uitschakelen van de optie "Mesten en zaaien" Alleen zaadgoed kan uitgereden worden. Tijdbeheer van de volgordeschakeling - tijdvertraging invoeren - schaargeleider heffen na Heliodorschijveneg - tijdvertraging invoeren - schaargeleider neerlaten na Heliodorschijveneg In- en uitklappen van de zaaigeleiders, bandpakkers en Heliodorschijveneggen bij in/uitklapbare apparaten Waar u dit pictogram op het beeldscherm ziet, zijn er meerdere pagina's beschikbaar in het invoermenu. U kunt hiertussen bladeren. 14

15 5.3 Rijpadmenu Druk op de functietoets rijpadmenu te gaan Werkbreedte van het verzorgingsapparaat om naar het Druk op F2 en selecteer en bevestig de werkbreedte van het verzorgingsapparaat, bijv. 21 m. De werkbreedte kan in stappen van 0,5 m ingevoerd worden. In het onderste veld wordt het berekende rijpadenritme weergegeven Veldbeginzijde Wanneer de veldbeginzijde (links of rechts) voor het weergegeven rijpadenritme van belang is, verschijnt er een L of R op het beeldscherm Met de functietoets F3 kunt u de gewenste veldbeginzijde uitkiezen: L voor links en R voor rechts Even ritme, manier van rondgaan Wanneer een even ritme is berekend, verschijnt ofwel of op het beeldscherm. Druk op functietoets F6 en selecteer en bevestig ofwel voor twee ronden of voor één ronde. U kunt alleen kiezen voor rijpaden in twee ronden wanneer de zaaimachine is uitgerust met een rijpadschakeling met 4x2, 4x3 of 4x4 rijpaden. Wanneer u kiest voor rijpaden in één ronde, moet u de eerste ronde met halve machinebreedte uitvoeren. Wisselt u van een oneven naar een even ritme, dan klinkt een waarschuwing en verschijnt de code A46 op het beeldscherm. Deze wijst erop dat het eerste 15

16 rijspoor met halve machinebreedte moet worden gereden. U dient deze waarschuwing te bevestigen. Wanneer u geen rijpaden wilt uitleggen, dient u als werkbreedte van het verzorgingsapparaat "0 m" te kiezen en te bevestigen Hectaretelling bij rijpaden Wanneer u op functietoets F7 drukt in het rijpadenmenu, kunt u kiezen of de hectareteller a) het hele oppervlak samen met de rijpadschachten of b) alleen het daadwerkelijk ingezaaide oppervlak (totaaloppervlak minus de rijpadschachten) moet tellen. wordt weergegeven = het hele oppervlak wordt geteld wordt weergegeven = alleen het daadwerkelijk ingezaaide oppervlak wordt geteld Rijpadenritme De volgende ritmes zijn mogelijk, afhankelijk van de werkbreedte van de betreffende zaaimachine, de werkbreedte van het verzorgingsapparaat en het voorhanden rijpadensysteem: 16

17 Rijpadensystemen 2x2, 2x3, 2x4 en 2x5 Arbeitsbreite (m) 3,00 4,00 4,50 5,00 6,00 8,00 9,00 Pflegearbeitsbreite (m) 10,00 12,00 0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0, ,00 4 1,00 4,5 1,00 5 1,00 6 2,00 1, ,00 1,00 9 3,00 2,00 1, ,00 1, ,00 3,00 2,00 1, ,5 3, ,00 3, ,00 2, ,00 4,00 3,00 2, ,00 4,00 2, , ,5 5, ,00 6,00 4,00 3,00 2, , ,00 6,00 3, , ,00 6,00 5,00 3, ,5 7, ,00 4, , , ,00 9,00 8,00 6,00 4,00 3, , ,00 8,00 5,00 4,00 40,5 9, ,00 7, , ,00 10,00 9,00 5, ,00 12,00 8,00 6,00 4, ,5 11, ,00 5, , , ,00 12,00 9,00 6, , ,00 7, , ,5 13, ,00 15,00 12,00 10,00 6,00 5,00 17

18 Rijpadensystemen 4x2, 4x3, 4x4 en 4x5 Arbeitsbreite (m) Pflegearbeitsbreite (m) 3,00 4,00 4,50 5,00 6,00 8,00 9,00 10,00 12,00 0 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0, ,00 4 1,00 4,5 1,00 5 1,00 6 2,00 1,50 1,00 7 2,33 8 2,00 1,00 9 3,00 2,00 1,50 1, ,33 2,50 2,00 1, ,00 3,00 2,00 1,50 1, ,5 3, ,50 2, ,00 3,33 3,00 2,50 1, ,00 2, ,00 4,50 4,00 3,00 2,00 1, ,00 4,00 3,33 2,50 2, ,00 3,50 2, ,50 22,5 5, ,00 6,00 4,00 3,00 2, ,00 2, , ,00 6,00 4,50 3, ,00 3,50 2, ,00 7,50 6,00 5,00 3,33 3,00 2, ,5 7, ,00 4, ,00 5, ,00 3, ,00 9,00 8,00 6,00 4,50 4,00 3, ,00 6, ,00 8,00 5,00 4,00 3,33 40,5 9, ,00 7,00 3, ,00 5, ,00 10,00 9,00 7,50 5,00 4, ,00 12,00 8,00 6,00 4, ,5 11, ,00 5, , ,00 6, ,00 12,00 9,00 6,00 4, ,00 5, ,00 7, , ,5 13, ,00 15,00 12,00 10,00 7,50 6,00 5,00 18

19 Wanneer u een verzorgingsbreedte hebt uitgekozen die niet past bij de werkbreedte van de zaaimachine, wordt dat aangegeven met een foutcode. 5.4 Ritmeweergaven Afhankelijk van het ingevoerde ritme verschijnen op het beeldscherm tijdens het werk de volgende weergaven in het bedrijfsmenu: Oneven ritme 3.00 L Voorbeeld: Driedelig ritme, veldbeginzijde links Het rijpad wordt bij driedelig ritme in het derde rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij vijfdelig ritme in het vijfde rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij zevendelig ritme in het zevende rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij negendelig ritme in het negende rijspoor aangelegd. Even ritme 4.00 L, eerste rijspoor met halve machinebreedte 4.00 L Voorbeeld: Vierdelig ritme, veldbeginzijde links Het rijpad wordt bij vierdelig ritme in het vierde rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij zesdelig ritme in het zesde rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij achtdelig ritme in het achtste rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij tiendelig ritme in het tiende rijspoor aangelegd. Voor het eerste rijspoor moet met de halve machinebreedte gewerkt worden. Schakel daartoe de deelbreedten naar behoeven uit. OPGELET! Na het eerste rijspoor moeten de uitgeschakelde deelbreedten weer ingeschakeld worden! 19

20 Even ritme 4.00 L, rijpad wordt in 2 rijsporen aangelegd Voorbeeld: vierdelig ritme Het rijpad wordt in 2 rijsporen midden in het ritme aangelegd. Het rijpad wordt bij vierdelig ritme in het tweede en derde rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij zesdelig ritme in het derde en vierde rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij achtdelig ritme in het vierde en vijfde rijspoor aangelegd. Het rijpad wordt bij tiendelig ritme in het vijfde en zesde rijspoor aangelegd. Ritme 1.50 R Ritme 1.50 L 20

21 Ritme 2.33 R Ritme 2.33 L Ritme 2.50 R Ritme 2.50 L 21

22 Ritme 3.33 R Ritme 3.33 L Ritme 3.50 R Ritme 3.50 L 22

23 Ritme 4.50 R Ritme 4.50 L 23

24 Ritme 6.50 R Ritme 6.50 L 24

25 5.5 Hectareteller Druk op de functietoets om naar het hectaremenu te gaan. Druk 2 seconden lang op functietoets F5 om de veldhectareteller op nul terug te stellen. Druk 5 seconden lang op functietoets F6 om de daghectareteller op nul terug te stellen. Druk 10 seconden lang op functietoets F7 om de jaarhectareteller op nul terug te stellen. De totaalhectareteller die in het onderste veld van het beeldscherm wordt weergegeven, kan niet op nul teruggesteld worden. 5.6 Tankmenu Druk op de functietoets om naar het tankmenu te gaan. Als u wilt invoeren hoeveel zaadgoed er is gevuld, houdt u F1 ingedrukt totdat het kader van de bovenste regel gaat knipperen. U kunt nu de hoeveelheid bijgevuld zaadgoed invoeren in kg (bijv. 150 kg) en daarna bevestigen. In de tweede regel wordt het totaal van alle bijgevulde hoeveelheden zaadgoed weergegeven, bijv. 300 kg. Druk zo nodig op F2 als u de weergave van de totale hoeveelheid bijgevuld zaadgoed in de tank op nul wilt stellen, bijv. als de tank leeg is. In de derde regel wordt de totale hoeveelheid uitgereden zaadgoed weergegeven, bijv. 19 kg. Druk zo nodig op F3 als u de weergave voor de uitgereden hoeveelheid zaadgoed op nul wilt stellen. In de onderste regel wordt de berekende resthoeveelheid in de tank weergegeven. Deze bedraagt de totaal bijgevulde hoeveelheid zaadgoed minus het uitgereden zaadgoed = 300 kg - 19 kg = 281 kg. 25

26 5.7 Ventilatorcontrole Druk op de functietoets om naar het ventilatormenu te gaan. Druk op functietoets F3 om te selecteren en te bevestigen wat het minimaal toelaatbare ventilatortoerental is, waaronder een waarschuwing moet worden gegeven. U kunt instellingen kiezen in het toerentalbereik van per min. Druk op functietoets F4 om te selecteren en te bevestigen wat het maximaal toelaatbare ventilatortoerental is, waarboven een waarschuwing moet worden gegeven. U kunt instellingen kiezen in het toerentalbereik van per min. 5.8 Wielkalibratie in mm/impuls Druk op de functietoets om naar het wielkalibratiemenu te gaan Handmatige kalibratie Houd functietoets F6 2 seconden lang ingedrukt. Wanneer het weergaveveld ernaast knippert, kunt u de waarde in mm/imp wijzigen met de draaiknop (5) en daarna bevestigen door op de bevestigingsknop te drukken. Afhankelijk van de uitvoering van impulswiel en sensoren zijn af fabriek de volgende waarden ingevoerd: 90 mm/imp. bij drukrol met sensor 150 mm/imp. bij staalwiel met sensor 26

27 meterkalibratie Meet exact 100 m uit op het veld en rij dan naar de startpositie. Druk daar op de functietoets F7. Ga rijden wanneer het weergaveveld ernaast knippert. Wanneer u bij de eindpositie komt, stopt u en drukt u op de bevestigingsknop (BT) van de draaiknop (5). Het impulswiel (drukrol of staalwiel) of de wegmeting wordt nu gekalibreerd, waarbij rekening wordt gehouden met slip. Een waarde van ongeveer 90 mm/imp. bij de drukrol (D) of 150 mm/imp. bij het staalwiel (S) moet nu op het beeldscherm staan. 27

28 5.9 Stapwaarde van de wijziging in zaaihoeveelheid Druk op de functietoets om naar het stapwaardemenu te gaan. Druk op de functietoets F3 om de procentuele stapwaarde voor de wijziging in zaaihoeveelheid in te stellen. De waarde kan tussen 1 % en 20 % gevarieerd worden. Als de optie "Mesten en zaaien" is ingeschakeld, kunt u ook de procentuele stapwaarde voor de wijziging in uitrijhoeveelheid van de bemester instellen. Druk op de functietoets voor zaadgoed voor mest om de instelfunctie of of voor zaadgoed en mest te selecteren. Druk op de functietoets F3 om de betreffende procentuele stapwaarde in te stellen. Tijdens het werk kunt u dan naar keuze het uitrijhoeveelheden voor het zaadgoed, voor de mest of voor zaadgoed en mest gelijktijdig in stappen wijzigen. 28

29 5.10 Uitschakelen van de waarschuwingsfuncties Druk op de functietoets om naar het menu voor het uitschakelen van waarschuwingen te gaan. In principe zijn alle waarschuwingsfuncties ingeschakeld. Druk op F1 om het ventilatoralarm inof uit te schakelen. Druk op F2 om het tankalarm in- of uit te schakelen. Druk op F3 om het zaaiasalarm of het doseerasalarm in- of uit te schakelen. Druk op F4 om het koppeldoosalarm in- of uit te schakelen. Druk op F5 om de minimumhoeveelheid in te voeren. Bij onderschrijding van dit minimum moet een waarschuwing worden gegeven. Druk op F8 om de waarschuwing voor de zaaibuiscontrole in of uit te schakelen (optioneel). ON: Waarschuwingsfunctie ingeschakeld uitgeschakeld OFF: Waarschuwingsfunctie Opgelet: Na uit- en weer aanzetten van de zaaimachinebesturing zijn alle waarschuwingen weer ingeschakeld. 29

30 5.11 Deeloppervlakspecifiek zaaien met GPS Druk op de functietoets om het invoermenu voor deeloppervlakspecifiek zaaien te openen; met de toets F3 schakelt u de functie in en uit Aansluiting De elektronische zaaimachinebesturing Solitronic wordt met een seriële aansluitkabel verbonden met de GPS-ontvanger (aansluiting "R" op de rompkabelboom). Om precies vast te stellen welke aansluitkabel u nodig hebt, dient u op te geven welke GPS-ontvanger u gebruikt Zaaihoeveelheid Voer de afdraaitest uit zoals beschreven in de paragraaf "Afdraaitest". Gebruik daarbij het gemiddelde van de vooraf geplande hoeveelheid zaadgoed als voorinstelling. Voorbeeld: kleinste hoeveelheid zaadgoed: 120 kg/ha grootste hoeveelheid zaadgoed: 170 kg/ha Gemiddelde hoeveelheid zaadgoed (voorinstelling): 145 kg/ha Waarden ontvangen van de GPS-ontvanger Verzendt u nu een deeloppervlakspecifieke zaaihoeveelheid vanaf de GPSontvanger naar de elektronische zaaimachinebesturing Solitronic, dan wordt deze zaaihoeveelheid tijdens het zaaien overgenomen. Dit wordt in de Bedrijfsmenu's weergegeven met de weergegeven satelliet. De op voorhand geplande deeloppervlakspecifieke zaaihoeveelheid kan echter op elk moment door de bestuurder aangepast worden. Zie de paragraaf "Wijzigen van de zaaihoeveelheid" 30

31 Waarden schrijven naar de GPS-ontvanger Hierbij verzendt u de in de bedrijfsmenu's aangegeven zaaihoeveelheid naar de GPS-ontvanger. Hier kunt u dan de gegevens samen met de GPS-coördinaten op een opslagmedium opslaan en later op de bedrijfs-pc evalueren Fout in verbinding met GPS-ontvanger Wordt een fout in de verbinding tussen GPS-ontvanger elektronische en zaaimachinebesturing Solitronic herkend, dan verschijnt de foutmelding hiernaast. Werkt u verder met een verbroken verbinding, dan wordt de zaaihoeveelheid gebruikt die u tijdens de afdraaitest als voorinstelling had ingevoerd. 31

32 5.12 Exacteg (optioneel) Druk op de functietoets om naar het menu voor het selecteren van de exacteginschakeling te gaan. Met F2 schakelt u tussen de bedrijfsmodi "Handmatig" en "Automatisch". Man = Kies handmatige inschakeling wanneer u de exacteg in het bedrijfsmenu met een druk op de knop wilt heffen of neerlaten. Auto = Kies automatische inschakeling wanneer u de exacteg gelijktijdig met de zaaigeleider wilt heffen en neerlaten. Opgelet! De exacteg kan alleen geheven of neergelaten worden als de ventilator werkt Werkschijnwerper (optioneel) Druk op de functietoets om naar het menu voor het in- en uitschakelen van de werkschijnwerper te gaan. Met F3 schakelt u tussen ON en OFF. ON = Werkschijnwerper ingeschakeld OFF = Werkschijnwerper uitgeschakeld 32

33 5.14 Invoer van de tijdvertraging - volgordebesturing Druk op de functietoets volgordeschakeling te gaan. om naar het menu voor het tijdbeheer van de Druk op de functietoets F2 om met de draaiknop de tijdvertraging in te stellen tussen het heffen van de Heliodor-schijveneg en de mestgeleider en de schaargeleider of de optionele voorloopwals. Bevestig dit door op de bevestigingsknop te drukken. (Instelbaar tussen 0,1 en 10 seconden.) Druk op de functietoets F3 om met de draaiknop de tijdvertraging in te stellen tussen het neerlaten van de Heliodor-schijveneg en de mestgeleider en de schaargeleider of de optionele voorloopwals. Bevestig dit door op de bevestigingsknop te drukken (instelbaar tussen 0,1 en 10 seconden). Druk op functietoets F4 om te kiezen of de zaaias (START/STOP) met de apparaatsensor of met de volgordebesturing moet worden in- en uitgeschakeld. De zaaias wordt met de apparaatsensor in- en uitgeschakeld en start wanneer het impulswiel de grond raakt en gaat draaien. De zaaias wordt met de volgordebesturing in- en uitgeschakeld. De zaaias start bij het neerlaten van de Heliodor-schijveneg en stopt bij het heffen van de Heliodor-schijveneg. 33

34 6 AFDRAAIMENU VOOR ZAADGOED Druk in het keuzemenu op de functietoets F3 om het afdraaimenu te openen. In het afdraaimenu: 1. kiest u het te zaaien zaadgoed d.m.v. een identificatienummer; 2. voert u de gewenste zaaihoeveelheid in; 3. voert u het gewicht van het afgedraaide zaadgoed in, waarna de elektronische zaaimachinebesturing automatisch wordt ingesteld op de gewenste zaaihoeveelheid. Voor de afdraaitest moet de zaaimachine voorbereid worden zoals in de gebruiksaanwijzing is beschreven. Belangrijk! Wanneer de afdraaitest gestart is, moet hij altijd volledig worden uitgevoerd, en wel totdat het resultaat wordt weergegeven. Zie de paragraaf Het resultaat. Wanneer de afdraaitest wordt onderbroken verschijnt een waarschuwing en de code A41. De waarschuwing of waarschuwingen moeten worden bevestigd door meerdere keren op de bevestigingsknop te drukken. De afdraaitest moet daarna opnieuw worden uitgevoerd. Zie de paragrafen "Identificatienummer voor zaadgoed invoeren" tot "Het resultaat"! Opgelet: Voor het wegen van de afdraaitest moet een geëigend weegtoestel worden gebruikt. Het weegtoestel moet van tevoren gekalibreerd of op correctheid getest worden. Dat geldt ook voor weegtoestellen die met een zaaimachine geleverd worden. In twijfelgevallen gebruikt u alleen geijkte weegtoestellen. 34

35 6.1 Omrekening zaden/m² in kg/ha In het afdraaimenu moet de gewenste zaaihoeveelheid worden ingevoerd in kg/ha. Wilt u zaden per m² als zaaihoeveelheid invoeren, dan kunt u de daarvan afhankelijke zaaihoeveelheid in kg/ha als volgt berekenen. U drukt in het keuzemenu op de functietoets F7 of F8 om het informatiemenu te openen. Druk op F7 om de "rekenmachine" te openen. Druk op F1 en voer de gewenst zaaihoeveelheid in zaden/m². Bevestig uw invoer. Druk op F2 en voer het gewicht per 1000 zaden in gram in. Bevestig uw invoer. Druk op F3 en voer de kiemkracht in % in. Bevestig uw invoer. Daarna verschijnt in het onderste veld de omgerekende zaaihoeveelheid in kg/ha. U kunt dan deze waarde vervolgens bij de afdraaitest invoeren. 35

36 6.2 Afdraaitest Druk op functietoets F5 om het afdraaiprogramma te starten Het identificatienummer voor zaadgoed invoeren Het pictogram START met pijl verdwijnt van het beeldscherm. Het weergaveveld (13) knippert. Hier moeten u met de draaiknop (5) het identificatienummer voor het te zaaien zaadgoed selecteren en bevestigen (5). 1 voor graan 2 voor erwten 3 voor bonen 4 voor koolzaad en fijnzaadgoed 5 voor gras 6 voor spelt De zaaihoeveelheid invoeren Het weergaveveld (14) knippert. Voer nu met de draaiknop (5) de gewenste zaaihoeveelheid (kg/ha) in tussen 0,5 kg/ha en 500 kg/ha. Bevestig uw invoer. Zie ook de paragraaf "Omrekening zaden/m² in kg/ha". 36

37 6.2.3 De zaaiwielen "vullen" Breng de afdraaibak van de zaaimachine in positie en druk vervolgens op functietoets F6. De zaaiwielen worden nu met zaadgoed "gevuld". Afhankelijk van het ingestelde identificatienummer (1 tot 6) duurt deze procedure tussen de 10 en 25 seconden. Leeg daarna de afdraaibak van de zaaimachine en breng hem opnieuw in positie De afdraaitijd Het weergaveveld (15) knippert nu. Er wordt een voorstel voor een afdraaitijd aangegeven. Afhankelijk van het gekozen identificatienummer wordt hierdoor de afdraaibak voor ong. 75 % gevuld. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de zaaiwielen volgens de zaaitabel in- of uitgeschakeld zijn. Graan wordt bijv. 60 seconden lang en fijnzaadgoed 300 seconden lang afgedraaid. Indien gewenst, kunt u zolang de weergave knippert dit voorstel voor de afdraaitijd wijzigen met de draaiknop (5). Bevestig ten slotte de voorgestelde of gewijzigde afdraaitijd met een druk op de bevestigingsknop. 37

38 6.2.5 De afdraaitest starten Alle benodigde instellingen worden doorgevoerd. Druk op functietoets F3 om de eigenlijke afdraaitest te starten Invoer van de afgedraaide hoeveelheid zaadgoed Na start van de afdraaitest gaat de tijd voor het afdraaien lopen. Tegelijkertijd ziet u hoe de motorimpulsen afgeteld worden. Wanneer de elektromotor bij de afdraaitest is gestopt, dient u de afgedraaide hoeveelheid zaadgoed te wegen en voert u het resultaat in grammen in met de draaiknop (5). Bevestig uw invoer. Een afdraaitest onder de 100 g en boven de g wordt niet geaccepteerd. Nadat u op de bevestigingstest drukt, wordt de waarde voor gram/impuls = g/imp berekend en wordt de zaaimachinebesturing daarop ingesteld. 38

39 6.2.7 Het resultaat De afdraaitest is hiermee afgesloten. Op het beeldscherm verschijnen nu de ingestelde en geselecteerde gegevens en de minimaal en maximaal mogelijke werksnelheid, bijv. 0,52 km/u en 15,1 km/u. Verschijnt een onrealistisch of ongunstig snelheidsbereik, dan wordt dit op het beeldscherm weergegeven met een aanwijzingscode. Als er een te hoog of te laag snelheidsbereik wordt weergegeven, voer dan een nieuwe afdraaitest uit, maar dan met een andere zaaiwielinstelling voor de dosering. Weergegeven snelheidsbereik te hoog: schakel een of meerdere zaaiwielen uit. Weergegeven snelheidsbereik te laag: schakel een of meerdere zaaiwielen in. Het snelheidsbereik is optimaal als de bovenste waarde ong. 25 % boven de gewenste werksnelheid ligt. Bijv. gewenste werksnelheid: 12 km/u, maximale werksnelheid = 15 km/u. Opgelet: Na het in- of uitschakelen van zaaiwielen moet een nieuwe afdraaitest uitgevoerd worden. 39

40 6.3 Herhaling van de afdraaitest (afdraaicontrole) Wanneer u een afdraaitest hebt uitgevoerd en deze voor de zekerheid wilt herhalen, of wanneer u een afdraaitest wilt uitvoeren met hetzelfde zaadgoed en dezelfde zaaihoeveelheid als bij de laatste afdraaitest en de zaaiwielen al gevuld zijn, dan kunt u onmiddellijk een verkorte afdraaitest uitvoeren. Houd daartoe in het afdraaimenu de toets F3 twee tot drie seconden lang ingedrukt (Opgelet! Druk niet op de START-toets F5). Wanneer het bijbehorende veld (15) knippert, kunt u de afdraaitijd invoeren en de afdraaitest als in bovenstaande paragrafen "De afdraaitijd" tot "Het resultaat" uitvoeren. 6.4 De zaaihoeveelheid veranderen Wanneer u bij gelijk zaadgoed en gelijke zaaimachine-instelling de zaaihoeveelheid in kg/ha wilt wijzigen, moet u in het afdraaimenu twee tot drie seconden lang de toets F2 ingedrukt houden (Opgelet! Druk niet op de STARTtoets F5). Wanneer het bijbehorende veld (14) knippert, kunt u de nieuwe gewenste zaaihoeveelheid in kg/ha invoeren en bevestigen. Vervolgens verschijnt de weergave met de gewijzigde gegevens en de nieuwe mogelijke minimale en maximale werksnelheid. Zie de paragraaf Het resultaat. 40

41 7 AFDRAAIMENU VOOR BEMESTER De afdraaitest voor de bemester verloopt net zo als de afdraaitest voor zaadgoed. U hoeft alleen geen identificatienummer in te voeren. De tijden voor het vullen van de doseeras met mest en voor de afdraaitest zijn vooringesteld. Druk in het keuzemenu op de functietoets F4 om het afdraaimenu te openen. In het afdraaimenu: 1. voert u de gewenste uitrijhoeveelheid in; 2. voert u het gewicht van de afgedraaide mest in, waarna de elektronische zaaimachinebesturing automatisch wordt ingesteld op de gewenste uitrijhoeveelheid. Voor de afdraaitest moet de zaaimachine voorbereid worden zoals in de gebruiksaanwijzing is beschreven. Belangrijk! Wanneer de afdraaitest gestart is, moet hij altijd volledig worden uitgevoerd, en wel totdat het resultaat wordt weergegeven. Zie de paragraaf Het resultaat. Wanneer de afdraaitest wordt onderbroken verschijnt een waarschuwing en de code A41. De waarschuwing of waarschuwingen moeten worden bevestigd door meerdere keren op de bevestigingsknop te drukken. De afdraaitest moet daarna opnieuw worden uitgevoerd. Zie de paragrafen "Uitrijhoeveelheid invoeren" tot "Het resultaat"! Opgelet: Voor het wegen van de afdraaitest moet een geëigend weegtoestel worden gebruikt. Het weegtoestel moet van tevoren gekalibreerd of op correctheid getest worden. Dat geldt ook voor weegtoestellen die met een zaaimachine geleverd worden. In twijfelgevallen gebruikt u alleen geijkte weegtoestellen. 41

42 7.1 Afdraaitest Uitrijhoeveelheid invoeren Het weergaveveld (14) knippert. Voer nu met de draaiknop de gewenste uitrijhoeveelheid (kg/ha) in tussen 10 kg/ha en 400 kg/ha. Bevestig uw invoer. 42

43 7.1.2 De doseerwielen "vullen" Breng de afdraaibak van de zaaimachine in positie en druk vervolgens op functietoets F6. De doseerwielen worden nu met mest "gevuld". Deze procedure duurt 8 seconden. Leeg daarna de afdraaibak van de zaaimachine en breng hem opnieuw in positie De afdraaitijd Het weergaveveld (15) knippert nu. Het geeft een afdraaitijd van 15 seconden aan. Indien gewenst, kunt u zolang de weergave knippert dit voorstel voor de afdraaitijd wijzigen met de draaiknop. Bevestig ten slotte de voorgestelde of gewijzigde afdraaitijd met een druk op de bevestigingsknop. 43

44 7.1.4 De afdraaitest starten Alle benodigde instellingen worden doorgevoerd. Druk op functietoets F3 om de eigenlijke afdraaitest te starten Invoer van de afgedraaide hoeveelheid mest Na start van de afdraaitest gaat de tijd voor het afdraaien lopen. Tegelijkertijd ziet u hoe de motorimpulsen afgeteld worden. Wanneer de elektromotor bij de afdraaitest is gestopt, dient u de afgedraaide hoeveelheid mest te wegen en voert u het resultaat in grammen in met de draaiknop. Bevestig uw invoer. Een afdraaitest onder de 100 g en boven de g wordt niet geaccepteerd. Nadat u op de bevestigingstest drukt, wordt de waarde voor gram/impuls = g/imp berekend en wordt de zaaimachinebesturing daarop ingesteld. 44

45 7.1.6 Het resultaat De afdraaitest is hiermee afgesloten. Op het beeldscherm verschijnen nu de ingestelde en geselecteerde gegevens en de minimaal en maximaal mogelijke werksnelheid, bijv. 0,71 km/u en 20,9 km/u. De aangegeven minimale werksnelheid mag tijdens het werken niet worden onderschreden! De aangegeven maximale werksnelheid mag tijdens het werken niet worden overschreden! 45

46 7.2 Herhaling van de afdraaitest (afdraaicontrole) Wanneer u een afdraaitest hebt uitgevoerd en deze voor de zekerheid wilt herhalen, of wanneer u een afdraaitest wilt uitvoeren met dezelfde mest en dezelfde uitrijhoeveelheid als bij de laatste afdraaitest en de doseerwielen al gevuld zijn, dan kunt u onmiddellijk een verkorte afdraaitest uitvoeren. Houd daartoe in het afdraaimenu de toets F3 twee tot drie seconden lang ingedrukt (Opgelet! Druk niet op de START-toets F5). Wanneer het bijbehorende veld (15) knippert, kunt u de afdraaitijd invoeren en de afdraaitest als in bovenstaande paragrafen "De afdraaitijd" tot "Het resultaat" uitvoeren. 7.3 Uitrijhoeveelheid wijzigen Wanneer u bij gelijke mest en gelijke instellingen de uitrijhoeveelheid in kg/ha wilt wijzigen, moet u in het afdraaimenu twee tot drie seconden lang de toets F2 ingedrukt houden (Opgelet! Druk niet op de START-toets F5). Wanneer het bijbehorende veld (14) knippert, kunt u de nieuwe gewenste uitrijhoeveelheid in kg/ha invoeren en bevestigen. Vervolgens verschijnt de weergave met de gewijzigde gegevens en de nieuwe mogelijke minimale en maximale werksnelheid. Zie de paragraaf Het resultaat. 46

47 8 BEDRIJFSMENU Het bedrijfsmenu wordt meestal geselecteerd wanneer de zaaimachine is ingesteld en voor zaaien wordt ingezet: De weergavevelden (10) op de tweede regel aan de zijkanten van het bedrijfsmenu op het beeldscherm geven tijdens het werken permanent de huidige zaaihoeveelheid in kg/ha en de huidige werksnelheid weer. Wanneer u kort op een functietoets drukt, worden de eerste instelwaarden weergegeven in de weergavevelden (11) van de derde regel van het beeldscherm, zoals het huidige toerental van de elektromotor en van de ventilator. 47

48 De weergaven in het bedrijfsmenu variëren enigszins. Ze hangen af van de opties waarmee de zaaimachine is uitgerust. Bij de Compact-Solitair 9 HD worden bijv. in weergaveveld (10) op de tweede regel zowel de huidige zaaihoeveelheid voor het zaadgoed als de huidige uitrijhoeveelheid voor de mest weergegeven

49 8.1 Weergaven in het bedrijfsmenu De verschillende weergaven links en rechts op het beeldscherm staan voor de volgende functies: Aandrijfmotor van de zaaias Hectareteller Kort ingedrukt Weergave van het huidige motortoerental Weergave van de veldhectareteller Langer ingedrukt (1-2 seconden) Weergave van de motorgegevens Weergave van alle hectaretellers Handmatige start Zaaien starten - Handmatige stop Zaaien stoppen - Ventilatortoerental Uitgereden hoeveelheid zaadgoed Bladertoets Verhogen van de zaaihoeveelheid Verminderen van de zaaihoeveelheid Gewenste zaaihoeveelheid Deelbreedtenuitschakeling (optioneel) Weergave van het huidige ventilatortoerental Weergave van de uitgereden hoeveelheid zaadgoed Naar een andere pagina van het bedrijfsmenu bladeren Zaaihoeveelheid verhogen Zaaihoeveelheid verminderen Gewenste zaaihoeveelheid instellen Deelbreedtenuitscha keling activeren Weergave van het minimale en maximale ventilatortoerental Weergave van de vulhoeveelheid, de zaaihoeveelheid en het restant

50 Handmatige doorschakeling van het huidige rijspoor Handmatige terugschakeling van het huidige rijspoor Handmatige exacteginschakeling Automatische exacteginschakeling Stop Kort ingedrukt Rijspoor doorschakelen Rijspoor terugschakelen Afwisselend heffen en neerlaten Rijpadenschakeling stopzetten Langer ingedrukt (1-2 seconden) Neerlaatprocedure Hefprocedure Signaal voor deeloppervlakspecifiek zaaien via GPS-systeem Neerlaatprocedure beëindigd Hefprocedure beëindigd Weergave voor automatisch bedrijf van de volgordebesturing Weergave voor geactiveerde Heliodor-schijveneg Weergave voor geactiveerde schaargeleider Weergave voor geactiveerde markeur Weergave voor automatisch markeurbedrijf. De markeurs worden afwisselend in- en uitgeklapt. Geeft aan dat alleen de rechter markeur is ingeschakeld. Geeft aan dat alleen de linker markeur is ingeschakeld. 50

51 Kort ingedrukt Langer ingedrukt (1-2 seconden) Geeft aan dat de rechter en linker markeur tegelijkertijd zijn ingeschakeld. Weergave voor handmatig bedrijf van de volgordebesturing Egaliseertandenveld heffen Egaliseertandenveld laten zakken 51

52 8.2 Overige weergaven in het bedrijfsmenu Tijdens het werken kunnen in de bovenste weergavevelden van het bedrijfsmenu o.a. de volgende weergaven verschijnen: De elektromotor regelt niet, bijv. wanneer de zaaimachine is geheven of als de gewenste en werkelijke waarde van de elektromotor overeenkomen. De motor regelt permanent omhoog en omlaag om het aan de snelheid aangepaste toerental te bereiken. Storing, waarschuwing of aanwijzing, bijv. als het minimaal toegestane ventilatortoerental wordt onderschreden of het maximaal toegestane ventilatortoerental wordt overschreden of wanneer de vulniveausensor een te laag vulniveau meldt. Deze weergave verschijnt altijd met een grafische weergave en een code. Het vulniveau is te laag. De sensor van de Heliodor-schijveneg of van de apparaatsensor heeft geschakeld, bijv. bij geheven zaaimachine. Alles O.K.! Er zijn geen storingen! Er worden geen waarschuwingen of aanwijzingen weergegeven. Aanwijzing dat waarschuwingsfuncties zijn uitgeschakeld. De optionele "Autostop"-sensor heeft het zaaiwiel uitgeschakeld. 52

53 8.3 Eerste bedrijfsmenu Bedrijfsspanning en stroomverbruik Hectareteller Houd in bedrijfsmenu 1 functietoets F1 enige tijd ingedrukt om de bedrijfsspanning en het huidige stroomverbruik van de elektromotor weer te geven Handmatige start Houd in bedrijfsmenu 1 functietoets F2 enige tijd ingedrukt om de veldhectareteller, de daghectareteller, de jaarhectareteller en de totaalhectareteller weer te geven. Houd in bedrijfsmenu 1 functietoets F3 enige tijd ingedrukt (handmatige start) om het zaaien onafhankelijk van de zaaimachinebesturing te starten, bijv. in de hoeken van het veld. De zaaiwielen draaien dan 20 seconden lang. Wanneer binnen deze 20 seconden een werksnelheid van 1,3 km/u bereikt wordt, wordt het zaaiwiel of de zaaimachine weer door de zaaimachinebesturing geregeld Handmatige stop weer aangedreven. Houd in bedrijfsmenu 1 functietoets F4 enige tijd ingedrukt (handmatige stop) om het zaaien te onderbreken. Pas als de hefsensor weer schakelt of als u op de toets F3 (handmatige start) drukt, wordt het zaaiwiel 53

54 8.3.5 Ventilatortoerental Houd in bedrijfsmenu 1 functietoets F5 enige tijd ingedrukt om het minimaal en maximaal toelaatbare ventilatortoerental weer te geven Uitgereden hoeveelheid zaadgoed resthoeveelheid in de tank. Houd in bedrijfsmenu 1 functietoets F6 enige tijd ingedrukt om de sinds de vorige keer lossen bijgevulde en uitgereden hoeveelheid zaadgoed in kg weer te geven, evenals de berekende Op de eerste regel wordt de laatst bijgevulde hoeveelheid zaadgoed weergegeven, op de tweede regel de totaal bijgevulde hoeveelheid zaadgoed, op de derde regel de uitgereden hoeveelheid zaadgoed en op de vierde regel de resthoeveelheid in de tank Overschakelen naar het tweede bedrijfsmenu Druk op functietoets F8 in bedrijfsmenu 1 om naar het tweede bedrijfsmenu te gaan. 8.4 Tweede bedrijfsmenu Wijziging van zaaihoeveelheid Met de functietoets F1 kunt u de zaaihoeveelheid verhogen met de van tevoren ingestelde percentagestap. Op dezelfde manier verlaagt u de hoeveelheid met de functietoets F2. De zaaihoeveelheid kan in maximaal 10 stappen verhoogd of verminderd worden. Hiermee kunnen aanpassingen in de zaaihoeveelheid van maximaal +/- 200 % (10 stappen met grootte 20 %) worden gerealiseerd. Met de functietoets F3 kan de normale gewenste zaaihoeveelheid weer ingesteld worden. Bij sommige zaaimachinevarianten is aan de functietoets F3 de exacteg toegekend. In dat 54

55 geval moet u de normale gewenste zaaihoeveelheid handmatig met de functietoetsen F1 en F2 instellen Deelbreedtenuitschakeling Druk op functietoets F4 om de schakeltoetsen A1 en A2 voor de deelbreedtenschakeling te activeren. U kunt u met deze schakeltoetsen een deelbreedte of meerdere deelbreedten van de zaaimachine uit- en weer inschakelen. Wanneer een deelbreedte is uitgeschakeld, bijv. voor de eerste ronde, brandt de betreffende lcd (9) van de schakeltoetsen A1 en A2. In bovenstaand voorbeeld is bij een zaaimachine met 2 deelbreedten de linker deelbreedte uitgeschakeld. Wanneer een deelbreedte is uitgeschakeld, klinkt elke 30 seconden een herinneringstoon. Wanneer u na het keren op wendakker vergeet de deelbreedte weer in te schakelen, dan verschijnt in het bovenste weergaveveld de volgende melding en een aanwijzingscode. Met deze melding wordt nagevraagd of u verder wilt werken met uitgeschakelde deelbreedte of niet. Zo niet, dan moet u de uitgeschakelde deelbreedten weer inschakelen met de betreffende schakeltoets A1 of A2. Na het inschakelen doven de lcd's (9). Hebt u de waarschuwing bevestigd, dan verdwijnen ook de melding en de code. 55

56 8.4.3 Rijpadenschakeling U kunt het huidige rijspoor zo nodig met de functietoets F5 doorschakelen of met de functietoets F6 terugschakelen. Met de functietoets F7 (STOP) zet u de rijpadenschakeling stop. De rijpadenschakeling moet bijv. stopgezet worden wanneer de zaaimachine of de zaaigeleider tijdens een ronde geheven wordt. Anders wordt het huidige rijspoor bij zaaimachines doorgeschakeld die niet met een drukschakelaar voor de markeur zijn uitgerust. Opgelet! Wanneer u doorgaat met werken, moet u opnieuw op de functietoets F7 drukken om de rijpadenschakeling weer te activeren. 56

57 8.4.4 Zaadeg-S Wanneer de zaaimachine is uitgerust met een zaadeg-s, verschijnt op het beeldscherm de functie Handmatige exacteginschakeling of de functie Automatische exacteginschakeling is geselecteerd., afhankelijk van wat er in het invoermenu Bij handmatige exacteginschakeling kunt u door meerdere keren op de functietoets F3 te drukken, de exacteg afwisselend heffen en weer neerlaten. Bij automatische exacteginschakeling wordt de exacteg automatisch geheven wanneer de zaaimachine wordt geheven en automatisch neergelaten wanneer de zaaimachine wordt neergelaten. In automatische modus kunt u tijdens een ronde de exacteg ook handmatig heffen en weer inzetten. Of de exacteg geheven of neergelaten is, kunt u zien aan de pijl. Pijl wijst naar boven = exacteg is geheven! Pijl wijst naar beneden = exacteg is neergelaten! 57

58 8.5 Derde bedrijfsmenu Algemeen In dit bedrijfsmenu kunt u - met de functietoets F1 de gewenste bedrijfsmodus selecteren (automatisch of handmatig); - met de functietoets F2, afhankelijk van de omstandigheden, de Heliodorschijveneg deactiveren of weer activeren; - met de functietoets F3, afhankelijk van de omstandigheden, de schaargeleider deactiveren of weer activeren; - met de functietoets F7, afhankelijk van de omstandigheden, de markeurs deactiveren of weer activeren; - met de functietoets F5 de klapmethode voor de markeur selecteren (automatisch of handmatig); - met de functietoets F6 selecteren welke markeur gebruikt moet worden: de linker, de rechter of beide markeurs. Elke keer dat u de werktuigvelden heft of neerlaat, worden de markeurs uit- of ingeklapt. Zie ook de gebruiksaanwijzing van de zaaimachine Compact-Solitair. Afhankelijk van de softwareversie kunt u door op functietoets F4 te drukken in het derde bedrijfsmenu de markeurs uitklappen en weer inklappen. Houd voor uw veiligheid voldoende afstand tot de markeurs! Zorg dat er zich niemand in het werkgebied van het apparaat bevindt voordat u het apparaat in bedrijf stelt. 58

59 8.5.2 Bedrijfsmodus Automatisch bedrijf Met de functietoets F1 kiest u afwisselend de bedrijfsmodus Automatisch bedrijf of de bedrijfsmodus Handmatig bedrijf. Bij automatisch bedrijf verloopt de volgordebesturing automatisch. De Heliodor-schijveneg, de markeurs en de schaargeleider worden na elkaar bediend. De schaargeleider gaat steeds na de Heliodor-schijveneg omhoog en omlaag, en wel na een van tevoren ingestelde tijd (zie Instellingen). Wanneer de optie "Mesten en zaaien" aan staat, wordt bij automatisch bedrijf ook de mestgeleider automatisch bediend. Deze wordt dan in de tijd parallel met de zaaigeleider geheven en parallel met de Heliodorschijveneg weer neergelaten. In deze paragraaf wordt dit niet verder behandeld. Is de optie "Mesten en zaaien" niet ingeschakeld, dan wordt de mestgeleider in geheven toestand meegevoerd; is hij neergelaten, dan wordt hij niet geheven. Schakel de optie "Mesten en zaaien" alleen uit wanneer de mestgeleider volledig geheven is! a) Heffen Wordt het dubbel werkende besturingsapparaat van de tractor voor de volgordebesturing op "Heffen" gezet, dan worden de Heliodor-schijveneg of - eggen en bijna gelijktijdig ook de markeurs geheven. Even later wordt dan ook de schaargeleider (en de voorloopwals met aangebouwde schaargeleider - optioneel) geheven. De schaargeleider wordt zo lang geheven totdat een vooringestelde positie is bereikt. Bovendien klinkt een korte signaaltoon (5 piepjes). Als u dit signaal hoort, moet u het stuurapparaat weer in de neutrale stand schakelen. b) Neerlaten Wordt het dubbel werkende besturingsapparaat van de tractor voor de volgordebesturing op "Neerlaten" gezet, dan worden de Heliodor-schijveneg of - eggen en de markeurs neergelaten. Even later wordt dan ook de schaargeleider (en de voorloopwals met aangebouwde schaargeleider - optioneel) neergelaten. De schaargeleider daalt net zo lang totdat de ingestelde schaardruk is bereikt. Wanneer deze positie is bereikt, klinkt wederom een korte signaaltoon (5 piepjes). Als u dit signaal hoort, moet u het stuurapparaat weer in de neutrale stand schakelen. 59

60 c) Deactiveren van de markeurs Wanneer de markeurs zijn gedeactiveerd, worden ze ingeklapt wanneer u het betreffende stuurapparaat bedient, maar niet meer uitgeklapt. Zorg er daarom voor dat u nooit binnen het klapgebied van de markeur komt! Wanneer bij starre apparaten de markeurs na deactivering weer geactiveerd worden, klappen de markeurs onmiddellijk weer uit, ook als u het betreffende stuurapparaat niet bedient. Zorg er daarom voor dat u nooit binnen het klapgebied van de markeur komt! Bij automatisch bedrijf is het mogelijk om de markeurs in te klappen of te deactiveren, bijv. bij obstakels. Markeurs deactiveren tijdens een ronde: Druk op functietoets F7 wanneer de Heliodor-schijveneg en de schaargeleider in werkstand staan om de markeurs te deactiveren. U hoeft alleen maar het stuurapparaat DW1 te bedienen om de markeurs in te klappen. Nu worden de markeurs ingeklapt, maar de Heliodor-schijveneg en de schaargeleider blijven neergelaten! Wanneer de hindernis is gepasseerd, drukt u op functietoets F7 om de markeurs te deactiveren. Wanneer u op functietoets F7 drukt, klapt de ingeklapte markeur weer uit. Markeurs deactiveren op de wendakker: Wanneer u tijdens het omkeren op de wendakker met geheven Heliodorschijveneg en geheven schaargeleider vaststelt dat de markeurs niet uitgeklapt moet worden, kunt u de markeurs deactiveren door op de functietoets F7 te drukken. 60

61 Wanneer u nu door het stuurapparaat DW1 te bedienen de Heliodor-schijveneg en de schaargeleider neerlaat in werkstand, klapt de markeur niet uit. De markeur klapt pas uit wanneer u op de functietoets F7 drukt. Als u in automatisch bedrijf op functietoets F4 drukt terwijl de! Heliodor-schijveneg en de schaargeleider beide zijn neergelaten, dan worden de markeurs, de Heliodor-schijveneg en de schaargeleider alle gedeactiveerd.! Wanneer u in automatisch bedrijf op functietoets F7 drukt terwijl de Heliodor-schijveneg en de schaargeleider beide zijn geheven, dan worden alleen de markeurs gedeactiveerd. Uitgeklapte en gedeactiveerde markeurs klappen in als u het stuurapparaat DW1 bedient, ook al zijn ze gedeactiveerd. Ingeklapte en geactiveerde markeurs klappen uit wanneer u op functietoets F7 drukt, ook al bedient u het stuurapparaat DW1 niet. Wanneer u nogmaals op functietoets F7 drukt, kunnen de markeurs opnieuw inklappen, afhankelijk van de software. Houd voor uw veiligheid voldoende afstand tot de markeurs! Bedrijfsmodus Handmatig bedrijf Wilt u de Heliodor-schijveneg, de schaargeleider of de markeurs deactiveren, dan moet u met functietoets F1 de bedrijfsmodus Handmatig bedrijf selecteren. Wanneer u de bedrijfsmodus Handmatig bedrijf hebt geselecteerd, worden in principe de geactiveerde Heliodor-schijveneg en de geactiveerde schaargeleider gelijktijdig geheven en neergelaten en worden ook de geactiveerde markeurs bediend. U kunt echter met de functietoetsen F2, F3 en F7 de Heliodor- 61

62 schijveneg, de schaargeleider en de markeurs deactiveren en daarmee inactief stellen. Dat kan nuttig zijn om obstakels op het veld te omzeilen. U kunt bijv. bij neergelaten en gedeactiveerde Heliodor-schijveneg en neergelaten en gedeactiveerde schaargeleider de markeurs inklappen, zonder dat daardoor de werkstand van de Heliodor-schijveneg of de schaargeleider wordt beïnvloed. U hoeft het bestelwerk dan niet te onderbreken. Nadat u de ingeklapte markeurs weer hebt uitgeklapt door op functietoets F7 te drukken, kunt u weer omschakelen naar de bedrijfsmodus "Automatisch bedrijf". Wanneer u de akker eerst wilt voorbewerken en pas bij de tweede rit inzaaien, deactiveert u bij de eerste rit de geheven schaargeleider Heliodor-schijveneg deactiveren Met de functietoets F1 selecteert u de bedrijfsmodus Handmatig bedrijf en vervolgens deactiveert u de Heliodor-schijveneg met de functietoets F2. Wanneer u nogmaals op de functietoets F2 drukt, wordt de Heliodor-schijveneg weer geactiveerd. Heliodor-schijveneg actief Heliodor-schijveneg inactief Schaargeleider deactiveren Met de functietoets F1 selecteert u de bedrijfsmodus Handmatig bedrijf en vervolgens deactiveert u de schaargeleider met de functietoets F3. Wanneer u nogmaals op de functietoets F3 drukt, wordt de schaargeleider weer geactiveerd. Wanneer de zaaigeleider gedeactiveerd is, is ook de mestgeleider inactief. Schaargeleider actief Schaargeleider inactief Ook in de bedrijfsmodus "Handmatig" wordt de schaargeleider bij het bereiken van de ingestelde schaardruk uitgeschakeld. 62

63 8.5.6 Markeur deactiveren Met de functietoets F1 selecteert u de bedrijfsmodus Handmatig en vervolgens deactiveert u de markeur met de functietoets F7. Wanneer u nogmaals op de functietoets F7 drukt, wordt de schaargeleider weer geactiveerd. Markeur gedeactiveerd. De uitgeklapte markeur klapt in, maar klapt niet meer uit. Markeur geactiveerd. De ingeklapte markeur klapt uit, en klapt daarna in en uit door de volgordeschakeling te schakelen. Bij het deactiveren van de markeurs klappen de markeurs nog wel in, maar niet meer uit. Zorg dat niemand zich in het inklapgebied van de markeur bevindt. Wanneer de markeurs zijn gedeactiveerd, kunnen tijdens het werken met neergelaten Heliodor-schijveneg de markeurs ook zonder gebruik van het tractorbesturingsinstrument uitgeklapt worden door op de functietoets F7 te drukken. De terugstromende hydraulische olie wordt dan niet via het tractorstuurapparaat teruggevoerd; de olie stroomt dan over de drukloze terugleiding van de ventilatormotor naar de tractorhydrauliek terug Klapmethode van de markeurs Het gebruik van de markeurs is individueel instelbaar. Met de functietoets F5 schakelt u het gebruik van de markeurs naar keuze op "Automatisch" of "Handmatig". De markeurs worden automatisch bediend. De markeurs worden afwisselend in- en uitgeklapt. De markeurs worden handmatig bediend. Alleen de linker- of rechtermarkeur wordt in- of uitgeklapt Keuze van de markeurs Met de functietoets F6 bepaalt u of eerst de rechter-, de linker- of beide markeurs moeten worden in- en uitgeklapt. Houd daartoe de functietoets F6 langer als 3 seconden ingedrukt. Alleen de linkermarkeur wordt in- of uitgeklapt. Alleen de rechtermarkeur wordt in- of uitgeklapt. 63

64 De markeurs worden gelijktijdig in- en uitgeklapt Egaliseertandenveld (optioneel) Met de functietoets F4 kunt u tijdens het werken de werkhoogte van het egaliseertandenveld aanpassen. Tijdens de terugrit op de wendakker zwenkt het egaliseertandenveld automatisch omhoog. Na de terugrit zwenkt hij automatisch weer naar de laatste werkpositie. Egaliseertandenveld laten zakken Egaliseertandenveld heffen 64

65 9 ELEKTROHYDRAULISCHE SCHAARDRUKVERSTELLING De schaardruk kan tijdens het rijden met de pijltoetsen onder de schakeltoetsen A4 en A5 verhoogd (pijl omhoog) of verminderd (pijl omlaag) worden. Minimale schaardruk = niveau 0 Maximale schaardruk = niveau 10 65

66 10 ELEKTROHYDRAULISCHE WALSDRUKVERSTELLING De druk op de voorloopwals kan tijdens het rijden met de pijltoetsen onder A2 en A3 verhoogd (pijl omhoog) of verminderd (pijl omlaag) worden. Minimale schaardruk = niveau 0 Maximale schaardruk = niveau 10 66

67 11 ZAAIBUISCONTROLE (OPTIONEEL) 11.1 Algemeen Met de zaaibuiscontrole kunt u, afhankelijk van de uitrusting van de zaaimachine, de rijpaden, de verdelers (deelbreedten) of rijpaden en verdelers (deelbreedten) tegelijkertijd bewaken. Op de weergave van de zaaimachine kunt u zien welke zaaibuiscontrole geïnstalleerd is (zie paragraaf: Diagnose van de zaaibuiscontrole). wordt weergegeven = uitvoering rijpadencontrole wordt aangegeven = uitvoering verdelercontrole (deelbreedten) wordt aangegeven = uitvoering gecombineerde rijpadencontrole en verdelercontrole (deelbreedten) 67

68 11.2 Gebruik van de zaaibuiscontrole De zaaibuiscontrole wordt automatisch geactiveerd wanneer de machine in werkstand staat en zaadgoed gedoseerd wordt. Ontdekt een sensor een onregelmatigheid in de zaaddoorstroom, bijv. een verstopping, dan verschijnt de foutmelding A14 op het bedieningspaneel. Daarbij wordt het aantal sensoren dat een fout heeft herkend, weergegeven. Wilt u precies zien welke sensoren fouten hebben ontdekt, dan moet u overschakelen naar de zaaibuisdiagnose (zie paragraaf "Diagnose van de zaaibuiscontrole"). De foutmelding A14 kan zoals altijd met de bevestigingsknop van de draaiknop bevestigd worden. Is er geen fout, dan bevestigt de betreffende foutmelding zichzelf zelfstandig. Wilt u geen controle van de zaaibuis, dan kan deze in de waarschuwingsfuncties uitgeschakeld worden (zie paragraaf "Uitschakelen van de waarschuwingsfuncties") Rijpadencontrole Bij de uitvoering met rijpadencontrole worden alle aanwezige rijpadrijen specifiek bewaakt. Wordt bij een niet-geschakeld rijpad geen zaaddoorstroom vastgesteld, dan verschijnt de foutmelding A14. Dit gebeurt ook wanneer er wel zaaddoorstroom is in een geschakeld rijpad. Is de machine met een deelbreedtenschakeling uitgerust, dan is de rijpadencontrole bij geschakelde deelbreedte niet actief. 68

69 Verdelercontrole (deelbreedtencontrole) In deze variant wordt telkens een zaairij per verdeler (deelbreedte) bewaakt. Daardoor kunnen verstoppingen in de verdelers snel vastgesteld worden. De verdelercontrole is ook handig om het juiste functioneren van een optionele deelbreedtenschakeling te controleren. Dat wil zeggen dat bij geschakelde deelbreedte in de bijbehorende zaaibuis geen zaaddoorstroom gemeten mag worden en omgekeerd Diagnose van de zaaibuiscontrole Wanneer de foutmelding A14 op het bedieningspaneel verschijnt, kunt u een preciezere diagnose van de zaaibuiscontrole bekijken. Daartoe schakelt u over naar het informatiemenu van de elektronische zaaimachinebesturing en roept u met de toets "F4" de diagnose van de zaaibuiscontrole op. In dit voorbeeld zijn in 3 zaairijen fouten herkend, en wel door de sensoren 4, 5 en 6. Met deze gegevens kunt u nu de oorzaak van de fout vaststellen. Alle 1 zaaidoorstroomsensoren op de machine hebben een nummer (1). Daardoor staat vast in welke rij de fout of fouten gezocht moeten worden. Bij de foutanalyse dient u rekening te houden met de huidige toestand van de rijpadenschakeling en deelbreedtenschakeling. D.w.z., had er graan moeten stromen of niet. Foutmeldingen verdwijnen pas weer wanneer een correcte zaaidoorstroom wordt gemeten. 69

70 11.4 Hardwarecontrole Wanneer u de elektronische zaaimachinebesturing inschakelt, wordt altijd een hardwarecontrole van de zaaibuiscontrole uitgevoerd. Treedt hierbij een fout op, dan wordt deze als volgt weergegeven. In het storingsmeldvenster verschijnt de foutmelding A14 met de toevoeging Totaal: 99. U kunt preciezere informatie krijgen in de diagnose van de zaaibuiscontrole (zie paragraaf 8.3). 70

71 12 INFORMATIEMENU In het informatiemenu vindt u de schakeltoestand van de sensoren, de softwareversie van de besturing en het bedieningspaneel, het aantal zaaischaren en terugvoerleidingen, plus de gegevens van de zaaimachine zoals type, werkbreedte en mm/impuls van het impulswiel. Ook wordt bij fouten in de besturingen een code weergegeven, aan de hand waarvan u de aard en plaats van de storing kunt vaststellen Sensortest - druk hierop om het sensortestmenu te openen. Waar een 0 staat, heeft de betreffende sensor niet geschakeld. Een 1 geeft aan dat de betreffende sensor geschakeld heeft. Wanneer bij het schakelen van een sensor de 0 niet in 1 verandert of omgekeerd, moet de sensor vervangen worden. Heffen Heliodor-schijveneg Hefsensor A "Apparaatsensor" Hefsensor B "Autostop-sensor" Vulstandsensor A voor zaadgoed Volstandsensor B voor mest Motorsensor voor zaadgoed Klapsensor 71

72 Motorsensor voor mestdosering Zaaiassensor voor zaadgoed Zaaiassensor voor mest Ventilatorsensor Impulswielsensor Sensor voor drukschakelaars van de markeurs Signaal van de koppeldoos Bij de weergave "BOX" wordt de werkstand van de koppeldoos weergegeven. De koppeldoos is in orde als een 0 verschijnt. Een 1 geeft een defect in de koppeldoos aan, bijv. een kapotte zekering Softwareversie Drukt u op F8 in het informatiemenu, dan wordt op de eerste regel de softwareversie van de besturing en op de tweede regel de softwareversie van het bedieningspaneel weergegeven. 72

73 12.3 Foutmeldingen en weergegeven codes Treedt een storing op (aanwijzing, waarschuwing of storing), dan wordt deze op het beeldscherm weergegeven. In de diagnostische tabellen worden alle codes weergegeven, samen met een beschrijving van de storing, de oorzaak ervan en hoe deze verholpen moet worden. er is geen fout er is wel een fout Functioneringsfouten Wanneer er een A-code wordt weergegeven, drukt u op F2 in het informatiemenu om het weergavemenu voor functioneringsfouten en bedrijfsstoringen te openen. In dit menu worden alle foutcodes uit groep A weergegeven. Wat voor fout (aanwijzing, waarschuwing of storing) is opgetreden, de oorzaak ervan en oplossingen ervoor vindt u in de betreffende diagnostische tabel. Bij een ernstige fout in de taakcomputer verschijnt onder in het beeldscherm een systeemcode met een getal dat u moet onthouden (bijv. een geheugenfout of een CAN-fout). Deze code geeft u door aan de LEMKEN-servicemedewerker, opdat hij/zij zo snel mogelijk het probleem kan verhelpen. Voorbeeld: SYSTEEMCODE: Leidingsfouten Wanneer er code B1X of B2X wordt weergegeven, drukt u op F3 in het informatiemenu om het weergavemenu voor leidingbreuken en kortsluitingen te openen. In dit menu worden alle foutcodes uit groep B weergegeven. Wat voor fout is opgetreden, de oorzaak ervan en oplossingen ervoor vindt u in de betreffende diagnostische tabel. 73

74 12.4 Diagnose van de zaaibuiscontrole zie paragraaf Weergave van de zaaimachine-instellingen Druk op F5 in het informatiemenu om het menu te openen waarin u de instellingen van de zaaimachine kunt weergeven. In dit menu vindt u het serienummer, de ingestelde werkbreedte, het aantal zaaischaren, het aantal terugleidingen, het ingestelde mm/imp van het aandrijfwiel, het aantal scharen in rijpaden en informatie over de rijpadeninstelling, evenals optioneel de uitvoering van de zaaibuiscontrole Weergave van de ingestelde zaaihoeveelheid en het snelheidsbereik Druk in het informatiemenu op de functietoets F6 om het menu voor weergave van zaaihoeveelheid en uitrijhoeveelheid in kg/ha en het mogelijke snelheidsbereik te openen. Is de optie "Mesten en zaaien" ingesteld, dan kunt u met de bladertoets na elkaar de weergaven voor de zaaifunctie en voor de mestfunctie oproepen. 74

75 12.7 Rekenmachine Druk in het informatiemenu op de functietoets F7 om de rekenmachine te openen. Zie daartoe de paragraaf "Omrekening zaden/m² in kg/ha". 75

76 13 ZEKERINGEN De elektronische zaaimachinebesturing kent in totaal vier zekeringen, die het systeem, de koppeldoos (KB) en de taakcomputer (JR) beveiligen tegen overbelasting. De positie van de zekeringen vind u in de hierna volgende afbeeldingen. Zekering Amperage Artikelnummer 1 A A A A

Handleiding. Aansturingen Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Aansturingen Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Aansturingen Solitronic 1.53 - NL - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postbus 11 60, D-46515 Alpen Telefoon (0 28 02) 81-0, Fax (0 28 02) 81-220 E-mail: lemken@lemken.com,

Nadere informatie

Handleiding. Aansturing Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Aansturing Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Aansturing Solitronic 1.54 - NL - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen Telefoon (0 28 02) 81-0, Fax (0 28 02) 81-220 E-mail: lemken@lemken.com, internet: http://www.lemken.com

Nadere informatie

Handleiding. Aansturing Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Aansturing Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Aansturing Solitronic 1.20 - NL - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postbus 11 60, D-46515 Alpen Telefoon (0 28 02) 81-0, Fax (0 28 02) 81-220 E-mail: lemken@lemken.com,

Nadere informatie

Handleiding. Besturingen Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Besturingen Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Besturingen Solitronic 1.55 - NL - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, 46519 Alpen / Germany Telefoon +49 28 02 81 0, Fax +49 28 02 81 220 lemken@lemken.com, www.lemken.com 17510736 1/07.12

Nadere informatie

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachineaansturing. Solitronic. Versie Wij staan voor zekerheid. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachineaansturing. Solitronic. Versie Wij staan voor zekerheid. LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Voor de elektronische zaaimachineaansturing Solitronic Versie 1.18 Wij staan voor zekerheid - NL - Art.Nr. 175 4096 NL-1/06.06 LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postfach

Nadere informatie

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachineaansturing. Solitronic. Versie voor Solitair 9,-10 K en -12 K. Wij staan voor zekerheid

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachineaansturing. Solitronic. Versie voor Solitair 9,-10 K en -12 K. Wij staan voor zekerheid Handleiding Voor de elektronische zaaimachineaansturing Solitronic Versie 1.17 voor Solitair 9,-10 K en -12 K Wij staan voor zekerheid - NL - Art.Nr. 175 3990 NL-1/09.05 LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße

Nadere informatie

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachineaansturing. Solitronic. Versie Versie voor Solitair 9,-10 K en -12 K

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachineaansturing. Solitronic. Versie Versie voor Solitair 9,-10 K en -12 K Handleiding Voor de elektronische zaaimachineaansturing Solitronic Versie 1.15 en Versie 1.16 voor Solitair 9,-10 K en -12 K Wij staan voor zekerheid LEMKEN GmbH & Co. KG Art.Nr. 175 3785 NL-3/02.05 Weseler

Nadere informatie

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachine-aansturing. Easytronic. Versie 2.1. voor. Saphir 7 en Saphir 7 Autoload. Wij staan voor zekerheid

Handleiding. Voor de elektronische zaaimachine-aansturing. Easytronic. Versie 2.1. voor. Saphir 7 en Saphir 7 Autoload. Wij staan voor zekerheid Handleiding Voor de elektronische zaaimachine-aansturing Easytronic Versie 2.1 voor Saphir 7 en Saphir 7 Autoload Wij staan voor zekerheid LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postfach

Nadere informatie

Handleiding. Besturingen Easytronic 2.4 voor Solitair 8. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Besturingen Easytronic 2.4 voor Solitair 8. LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Besturingen Easytronic 2.4 voor Solitair 8 - NL - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen Telefoon (0 28 02) 81-0, Fax (0 28 02) 81-220 E-mail: lemken@lemken.com, internet: http://www.lemken.com

Nadere informatie

Handleiding. Boordcomputer LH Versie 1.04 en Wij staan in voor veiligheid. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Boordcomputer LH Versie 1.04 en Wij staan in voor veiligheid. LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Boordcomputer LH 1600 Versie 1.04 en 1.06 Wij staan in voor veiligheid LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postfach 11 60, D-46515 Alpen Telefon (0 28 02) 81-0, Telefax (0

Nadere informatie

Handleiding. Zaaimaschinenaanstuuring Easytronic 2.3 voor Saphir 7. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Zaaimaschinenaanstuuring Easytronic 2.3 voor Saphir 7. LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Zaaimaschinenaanstuuring Easytronic 2.3 voor Saphir 7 - NL - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postbus 11 60, D-46515 Alpen Telefoon (0 28 02) 81-0, Fax (0 28 02) 81-220

Nadere informatie

Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening

Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening Well Straler Industrielaan 22 9320 Erembodegem info@wellstraler.be www.wellstraler.be Inhoudstafel

Nadere informatie

Handleiding. elektronische zaaimachineaansturing. Easytronic Version 2.2. voor Saphir7 en Saphir 7 AutoLoad. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. elektronische zaaimachineaansturing. Easytronic Version 2.2. voor Saphir7 en Saphir 7 AutoLoad. LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding elektronische zaaimachineaansturing Easytronic Version 2.2 voor Saphir7 en Saphir 7 AutoLoad - NL - Wij staan in voor veiligheid! LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postfach

Nadere informatie

Handleiding. Besturingen Megaspray. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Besturingen Megaspray. LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Besturingen Megaspray - nl - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, 4659 Alpen / Germany Telefoon +49 28 02 8 0, Fax +49 28 02 8 220 lemken@lemken.com, www.lemken.com 75082 0/08.3 Beste klant!

Nadere informatie

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus 2117 5202 AE s-hertogenbosch Nederland

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus 2117 5202 AE s-hertogenbosch Nederland HANDLEIDING VOOR DE DEALER DIGITAAL BEDIENINGSPANEEL JUMBO-SERIE 0,6 0,4 VACUUM 0,8-1 0 0,2 SEAL HENKELMAN BV Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland Postadres Postbus 2117 5202 AE

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY BEDIENINGS INSTRUCTIES 8-SYMBOOL AFSTANDBEDIENING Kinder slot Tijd Signaal indicator Thermostatische stand Batterij Countdown F or C Programma Eco stand Temperatuur Dubbele brander 8-SYMBOOL DISPLAY INSTELLING

Nadere informatie

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE 30.0221.9535 A3 BEDIENINGS INSTRUCTIE BE 1000 Brand 30.0221.9535 A3 INHOUDSOPGAVE Inleiding en aanwijzingen voor de veiligheid............. 2 Toelichting weergave en bedieningselementen Display en toetsen.....................................

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Draadloze Infrarood Afstandsbediening YB1FA

Draadloze Infrarood Afstandsbediening YB1FA Gebruikershandleiding Split Airconditioners Hartelijk dank voor uw keuze voor een Airview Split Airconditioner. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig voorafgaand aan het gebruik van de apparatuur en

Nadere informatie

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER Infiniti ST-950 Computerhandleiding Hoofdscherm Staafgrafiek Programma profielen Start/Stop knop SELECT knoppen RESET knop om gegevens te wissen RECOVERY knop om de recovery functie te activeren ENTER

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 Draagbare CO 2,temperatuur, RV-meter Aan / uit schakelen Druk enkele seconden op de SET knop totdat de meter een kort geluid signaal geeft. De meter gaat nu 30

Nadere informatie

HANDLEIDING RZ-D-4.40WD / RZ-D-4.433WD

HANDLEIDING RZ-D-4.40WD / RZ-D-4.433WD HANDLEIDING RZ-D-4.40WD / RZ-D-4.433WD INHOUD 1. Voorwoord... 3 2. Normale functies... 4 2.1 Instellen van de code... 4 2.2 Bedienen van een functie... 4 2.3 Te lage batterij spanning... 5 3. Menu functies...

Nadere informatie

Beschrijving bedieningsunit, Serie AK30.

Beschrijving bedieningsunit, Serie AK30. Beschrijving bedieningsunit, Serie AK30. LCD display met scorebordinformatie Invoer thuis: score, serve-dot, teamfouten/ setstanden, time outs Invoer algemene functies: periode, serve dot uit, claxon herhalings/eindtijd

Nadere informatie

CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING

CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING 1. BEDIENING... blz. 2 1.1 Bedieningspaneel... blz. 2 1.1 a) De LED's 1 t/m 10... blz. 2 1.1 b) De middelste punt... blz. 3 1.1 c) De rechter punt... blz. 3 2. SCHAKELEN VAN

Nadere informatie

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service)

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service) Machines met XTC Mk3 Proportioneel Controls (7 service) wordt geleverd met de hieronder getoonde besturing. De eenheden voor zowel elektrische en

Nadere informatie

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

nl Hulp bij opstarten

nl Hulp bij opstarten nl Hulp bij opstarten Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Hulp bij opstarten bedieningspaneel 1.................................................................. 3 1.1 Opstartcyclus.................................................................................

Nadere informatie

Handleiding. Easytronic Version 2.2. voor Solitair 8. LEMKEN GmbH & Co. KG

Handleiding. Easytronic Version 2.2. voor Solitair 8. LEMKEN GmbH & Co. KG Handleiding Easytronic Version 2.2 voor Solitair 8 - NL - Wij staan in voor veiligheid! LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, D-46519 Alpen / Postfach 11 60, D-46515 Alpen Telefon (0 28 02) 81-0, Telefax

Nadere informatie

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje. MODELLEN 1221 AANSLUITINGEN 1 kanaal 2 kanalen VEILIGHEIDSINSTRUCTIES In verband met brandgevaar of het risico op een elektrische schok dient inbouw en montage uitsluitend door een elektro vakman te geschieden.

Nadere informatie

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 84 46 08 LightBoy DIGI 12V Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Computer Instructies voor de SM-5062

Computer Instructies voor de SM-5062 Hoofdscherm Staafgrafiek Recovery Knop om de Recovery functie te activeren Programma Profielen Select Knoppen Enter Knop om keuzes te bevestigen Reset Knop om gegevens te wissen Start/Stop Knop Computer

Nadere informatie

Verkorte Gebruiker Handleiding

Verkorte Gebruiker Handleiding Verkorte Gebruiker Handleiding Inhoud Algemeen... 3 Het keypad... 3 Functietoetsen... 4 Cijfertoetsen... 4 Navigatietoetsen... 4 LCD scherm... 4 Signalisatie LED s... 6 Noodtoetsen... 6 De verschillende

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA AAN EN UITSCHAKELEN Het bedieningspaneel van de oven kan in twee standen werken, de handmatige stand, en de geprogrammeerde stand. In

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select BedienungsanleitungEasyStart Select Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Handleiding Beweegbare Bodem en MIVA lift Gebruiker

Handleiding Beweegbare Bodem en MIVA lift Gebruiker Handleiding Beweegbare Bodem en MIVA lift Gebruiker Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inloggen... 3... 3 Mocht het verkeerde wachtwoord ingevoerd worden komt er geen foutmelding, het toetsenbord blijft

Nadere informatie

HANDLEIDING. Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4

HANDLEIDING. Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4 HANDLEIDING Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4 Versie: sept 2016 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Behuizing nooit openen. Door onbevoegd openen van de behuizingen/of ondeskundige reparaties kan

Nadere informatie

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE BEDIENING CENTRALE EN WEERGAVE... 2 Hoofdcentrale... 2 Primaire indicators... 2 Druktoetsen... 2 Toetsenbord... 3 Omschrijving LEDs... 4 BEDIENINGSACTIES OP DE CENTRALE... 5 Uitgangen Buiten-

Nadere informatie

Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.2. Zorgvuldig doorlezen voor de inbedrijfname! Uitgave: 02/2017, V.1.0. Bestelnr.

Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.2. Zorgvuldig doorlezen voor de inbedrijfname! Uitgave: 02/2017, V.1.0. Bestelnr. Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.2 Zorgvuldig doorlezen voor de inbedrijfname! Uitgave: 02/2017, V.1.0 Bestelnr.: 00601-3-339 2 Het mag NIET onaangenaam en overbodig lijken, de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing voor schakelklok "Onderbouw"

Gebruiksaanwijzing voor schakelklok Onderbouw Gebruiksaanwijzing voor schakelklok "Onderbouw" Model: EFP700ET A. Functie 1. 20 programma's per dag, 15 instelmogelijkheden per week. 2. Countdown, 1 minuut tot 99 uur en 59 minuten 3. Toevalsfunctie

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EN. PROJECTION ALARM CLOCK INSTRUCTION MANUAL DE. PROJEKTIONSWECKER

GEBRUIKSAANWIJZING EN. PROJECTION ALARM CLOCK INSTRUCTION MANUAL DE. PROJEKTIONSWECKER PRC 280 NL. PROJECTIE WEKKER EN. PROJECTION ALARM CLOCK DE. PROJEKTIONSWECKER FR. RÉVEILLE PROJECTION GEBRUIKSAANWIJZING INSTRUCTION MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG MODE D EMPLOI GEBRUIKSAANWIJZING Wij feliciteren

Nadere informatie

THERMO-HYGROMETER LVT-15 Gebruiksaanwijzing

THERMO-HYGROMETER LVT-15 Gebruiksaanwijzing THERMO-HYGROMETER LVT-15 Gebruiksaanwijzing Beschrijving: De compacte thermo-hygrometer LVT 15 wordt gebruikt voor het meten van de luchttemperatuur en relatieve luchtvochtigheid (RH). Op basis van deze

Nadere informatie

1. AM/FM-radio gebruiken

1. AM/FM-radio gebruiken De tuner gebruiken 1. AM/FM-radio gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Stationsvoorkeuzetoetsen FUNCTION-toets BAND AUTO.P POWER-toets VOL-knop TUNE TRACKtoetsen Luisteren naar de AM/FM-radio

Nadere informatie

Inhoudstafel pagina. Gebruikte symbolen, inbouw batterij / batterij vervangen.. 3

Inhoudstafel pagina. Gebruikte symbolen, inbouw batterij / batterij vervangen.. 3 Inhoudstafel pagina Flash-versie TULOX 100, Typ 4.17.0010.0 2 Gebruikte symbolen, inbouw batterij / batterij vervangen.. 3 Openen / Openen na vierogen-identificatie / Sluiten, blokkeertijd 4 Code veranderen,

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Productinformatieblad Beknopte handleiding Lees de aanwijzingen aandachtig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. A B C D E F G H I L M A. Elektronische bedieningsgroep B. Vriesvak (als de koelkast

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER Voertuigverwarmingen Technische documentatie GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER NL Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen Hoofdstuk Naam hoofdstuk Inhoud hoofdstuk Pagina 1 Inleiding 1.1

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320 Pro. met uitleesinstrument R320 V1.60

GEBRUIKSAANWIJZING. voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320 Pro. met uitleesinstrument R320 V1.60 GEBRUIKSAANWIJZING voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320 Pro met uitleesinstrument R320 V1.60 Stimag B.V. Meer en Duin 64a 2163 HC Lisse Nederland tel. +31 23 562 62 65 fax. +31 23 562 97 44 Voor

Nadere informatie

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding Rho-Delta b.v. Escudostraat 2 2991 XV Barendrecht Tel. +03110-4795755 Fax. +03110-2927461 www.rhodelta.nl info@rhodelta.nl - OMSCHRIJVING De GT-912 /GT-913/GT-914

Nadere informatie

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Overzicht U kunt een onderdeel slechts wijzigen wanneer het knippert in het display. Duw de knoppen

Nadere informatie

1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om het loopvlak te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 12%.

1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om het loopvlak te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 12%. SportsArt 1288 HR Gebruiksaanwijzing computergedeelte A. KNOPFUNCTIES: 1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om het loopvlak te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 12%. 2. SPEED:

Nadere informatie

CS series LED-gebruikersgids

CS series LED-gebruikersgids CS-175-275-575 series LED-gebruikersgids 98/482/EC-kennisgeving (Voor producten met CE-certificering) Deze apparatuur voldoet aan beschikking 98/482/EC van de Europese Raad inzake Pan-Europese voorschriften

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7 GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS

Nadere informatie

VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212. Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT

VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212. Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212 Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT INHOUD Pagina Instellen van tijd en datum. 2. Bekijken of wijzigen beregeningsschema. 3. Bekijken of wijzigen programma starttijden.

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Productinformatieblad Beknopte handleiding Lees de aanwijzingen aandachtig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. A B C D E F G H c I L M N A. Elektronische bedieningsgroep B. Vriesvak (als de

Nadere informatie

www.perrot.nl Galcon 9001 D gebruiksaanwijzing 1. Onderdelen overzicht

www.perrot.nl Galcon 9001 D gebruiksaanwijzing 1. Onderdelen overzicht Galcon 9001 D gebruiksaanwijzing www.perrot.nl 1. Onderdelen overzicht 1. draaibare kraanaansluiting 2. inwendige zeef 3. bescherm deksel 4. controller scherm 5. programmeer en actie knoppen 6. slangaansluiting

Nadere informatie

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C Gebruikershandleiding ALFA 75MTT MelkTankThermostaat. VDH doc. 080743 Versie: v.0 Datum: 29052008 Software: ALFA75MTT File: Do080743.WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0, C * Beschrijving. De ALFA 75MTT is een

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Jaloeziebesturingsknop Best.nr. : 2328.. Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Best.nr. : 0820.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen

Nadere informatie

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik

Nadere informatie

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Alarmsysteem met afstandsbediening leidraad bij het instellen - Dutch Geachte klant, In deze handleiding vindt u de informatie en bedieningen die nodig

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1-

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1- Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1- Het opstarten van de computer De computer werkt met behulp van batterijen. Plaats de batterijen in het batterijencompartiment dat aan de voorzijde van de

Nadere informatie

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0)

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0) Handleiding Bijlage LCD Display +32 (0) 485 68 25 62 info@turbobike.be www.turbobike.be LCD-Display handleiding Functies 01 Omhoog knop 06 Tijd indicator 02 Aan/uit knop 07 Wandel-assistentie 03 Omlaag

Nadere informatie

Gebruikhandleiding TC-500

Gebruikhandleiding TC-500 Gebruikhandleiding TC-500 1:001 Steek de oven in. 1.002 Schakel de TC-500 in (schakelaar 1/0) aan de bovenzijde van het kastje display 1 (groen) geeft de actuele temperatuur aan. 2:001 Programmering. Een

Nadere informatie

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG Een merk van Dohse Aquaristik Gebruikshandleiding HumidityControl eco Art. nr. 10896 Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG www.dohse-terraristik.com Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Display 1.2 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

4 Knops afstandsbediening

4 Knops afstandsbediening Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 4 Knops afstandsbediening Well Straler Industrielaan 22 9320 Erembodegem info@wellstraler.be www.wellstraler.be Inhoudstafel

Nadere informatie

Plantronics Calisto II -headset met Bluetooth USB-adapter Gebruikershandleiding 56-K61L-23004

Plantronics Calisto II -headset met Bluetooth USB-adapter Gebruikershandleiding 56-K61L-23004 56-K61L-23004 Plantronics Calisto II -headset met Bluetooth USB-adapter Gebruikershandleiding Inhoudsopgave Inhoud van de verpakking... 1 Functies van het product... 2 De headset en de USB Bluetooth-adapter

Nadere informatie

In werking stellen Hoofdstuk 6

In werking stellen Hoofdstuk 6 In werking stellen Hoofdstuk 6 6.1 In- en uitschakelen toestel Het toestel kan op twee manieren worden in- of uitgeschakeld: 1. Softwarematig; er blijft spanning op het toestel staan, bijsoftwarematig

Nadere informatie

Afzuigkap met sensoren

Afzuigkap met sensoren Afzuigkap met sensoren SENSOREN Vochtigheidssensor Warmtesensor Verbindingskabel Sensor voor laagste temperatuur 2 POSITIE VAN DE SENSOREN Temperatuursensor (in het bovenste deel van de afzuigkap) Warmte-

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing CBM

Gebruiksaanwijzing CBM Gebruiksaanwijzing CBM-1050-1- Knopfuncties ENTER/RESET Door de ENTER knop in te drukken, bevestigt u het programma dat u geselecteerd heeft of een waarde dat u heeft ingesteld. Door de knop lang ingedrukt

Nadere informatie

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat Touchdimmeropzetstuk Best.nr. : 2260.. Touchschakelopzetstuk Best.nr. : 2261.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur

Nadere informatie

RCW Afstandsbediening

RCW Afstandsbediening RCW Afstandsbediening Gebruikershandleiding - Nederlands MURCW 747 399569 Afstandsbediening. 1. Aan uit toets. 2. Selectie toets (koelen, verwarmen, automatisch koelen/verwarmen, ontvochtigen, ventileren).

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

CC400 Gebruikershandleiding

CC400 Gebruikershandleiding CC400 Gebruikershandleiding Ft. Atkinson, Wisconsin USA Panningen, Nederland www.digi-star.com D3674-NL Rev C Mei 2011 Cab Control 400 Gebruikershandleiding Inhoudsopgave In gebruik nemen... 1 Installatie

Nadere informatie

DUTCH Document number: Date:

DUTCH Document number: Date: DUTCH Document number: 86142-1 Date: 02-2011 Let op: Zorg dat u er altijd zicht op hebt Met automatische koersbesturing is het besturen van uw schip gemakkelijker, maar het is GEEN vervanging van goed

Nadere informatie

Bedieningselement voor de Eeberspächer-standverwarmingen A WORLD OF COMFORT

Bedieningselement voor de Eeberspächer-standverwarmingen A WORLD OF COMFORT Voertuigverwarmingen Technische documentatie Gebruiksaanwijzing EasyStart Timer NL Gebruiksaanwijzing Beknopte handleiding Inbouwhandleiding Bedieningselement voor de Eeberspächer-standverwarmingen A WORLD

Nadere informatie

Printerinstellingen wijzigen 1

Printerinstellingen wijzigen 1 Printerinstellingen wijzigen 1 U kunt de instellingen van de printer wijzigen met de toepassingssoftware, het Lexmark printerstuurprogramma, het bedieningspaneel of het bedieningspaneel op afstand van

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Copyright TEF Nederland erland B.V. Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Productinformatieblad Beknopte handleiding Lees, voordat het apparaat in gebruik genomen wordt, ook de bijgeleverde gebruiksaanwijzing. A B D E F G H I L M N O C P Q R Koelkast A. Bedieningspaneel B.

Nadere informatie

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger Gebruikers handleiding JupiterPro P2000 alarmontvanger Inhoudsopgave: Functie toetsen. 3 Opties en functies. 4 Het scherm... 5 Ontvangen en lezen van de meldingen.. 6 Prioriteit per capcode selecteren

Nadere informatie

draaimolen programmeren PC

draaimolen programmeren PC Roboc@r draaimolen programmeren PC Draaimolen inleiding tot het programmeren Een draaimolen kom je in verschillende uitvoeringen tegen op dorpsfeesten en in pretparken. De eerste door een motor aangedreven

Nadere informatie

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem Integratie van met een inbraakalarm Overzicht kan controleren of het inbraakalarm in of uit geschakeld is. Als het alarm aan staat zal alleen toegang verlenen aan gebruikers die gemachtigd zijn om het

Nadere informatie

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com

FAQ en HANDLEIDINGEN. MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com FAQ en HANDLEIDINGEN MEER HANDLEIDINGEN: kijk op faq.koba-groep.com Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset

Nadere informatie

BE.REC L Rev. 10/07/02 BE.PLAY L Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING

BE.REC L Rev. 10/07/02 BE.PLAY L Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING BE.REC L8542778 - Rev. 10/07/02 BE.PLAY L8542759 - Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING BE.PLAY CODEPANEEL WANDMONTAGE Buitenste afdichting Binnenste afdichting Kabeldoorgang Sleufgaten

Nadere informatie

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober GALAXY 6 & 6+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6 versie 4 oktober 00 Galaxy 6/6+ centrale i.c.m. Mk6 bediendeel Gebruikers Handleiding Deze handleiding is een aanvulling op de GalaXy 6/6+ gebruikers handleiding.

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R 2 0 1 6 0 8 2 4 INHOUDSOPGAVE 1. Software in 3 stappen geïnstalleerd...1 Stap 1: Downloaden van de software...1 Stap 2: Starten met de installatie...2

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

LCD scherm ve LCD scherm

LCD scherm ve LCD scherm scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Gebruikershandleiding Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54 Inhoud: 1.1. Omschrijving Bediening Brandmeldcentrale 1.2. Alarmsituatie 1.3. Reset de brandmeldcentrale 1.4. Starten en stoppen van de Ontruiming

Nadere informatie

G E B R U I K E R S H A N D L E I N G E L S O F T W A R E V E R S I E V

G E B R U I K E R S H A N D L E I N G E L S O F T W A R E V E R S I E V G E B R U I K E R S H A N D L E I N G E L L @ S O F T W A R E V E R S I E V 1 2. 0 INHOUD Toestel Layout... 2 Aanzetten Toestel... 3 Unlocken van het toestel... 3 Hoofdmenu... 3 Raadplegen planning...

Nadere informatie

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG www.dohse-aquaristik.com

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG www.dohse-aquaristik.com Een merk van Dohse Aquaristik Gebruikshandleiding ph-control eco Art. nr. 43000 Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG www.dohse-aquaristik.com Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Display 1.2 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Copyright RETEG b.v. Bedieningshandleiding voor de Display s 1 Rev 2.0, 06-07-2006 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING...

Nadere informatie

Programmeer- en bedieningsinstructies

Programmeer- en bedieningsinstructies KNSV-6000 elektronisch KNSV-6020 elektronisch KNSV-7000 elektronisch Programmeer- en bedieningsinstructies CODES - DE BASIS BEDIENINGSINSTRUCTIES De door de fabriek ingestelde mastercode is #1234. Deze

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Productinformatieblad Beknopte handleiding Lees, voordat het apparaat in gebruik genomen wordt, ook de bijgeleverde gebruiksaanwijzing. Koelvak A. Ventilator en antibacterieel en antigeurfilter (afhankelijk

Nadere informatie

SmartHome Huiscentrale

SmartHome Huiscentrale installatiehandleiding SmartHome Huiscentrale Vervanging voor WoonVeilig Huiscentrale (model WV-1716) INSTALLATIEHANDLEIDING SMARTHOME HUISCENTRALE Website WoonVeilig www.woonveilig.nl Klantenservice Meer

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

H A N D L E I D I N G E L V 1 5 H A N D L E I D I N G E L L @ V 1 5 INHOUD Revision Data... 2 Introductie... 3 Ell@ Layout... 4 Aanzetten Ell@... 5 Unlocken van Ell@... 5 Hoofdmenu... 5 Raadplegen planning... 6 Invoeren prestatie...

Nadere informatie

gebruikershandleiding tablet / smartphone

gebruikershandleiding tablet / smartphone Roboc@r gebruikershandleiding tablet / smartphone ROBOTICS BT Smart Beginner Set Elektronische onderdelen Deze zien eruit als normale onderdelen en kunnen ook samen met gewone onderdelen gemonteerd worden.

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING INDEX KENMERKEN 3 AFMETINGEN 3 AANSLUIT SCHEMA 4 GEBRUIK 5 NOTITIES 6 ALARMEN EN STILALARM 7 MENU OVERZICHT 7 SET-UP EN PROGRAMMERING

Nadere informatie

Art-No NL Handleiding

Art-No NL Handleiding Art-No. 18141 NL Handleiding Art-No. 18142 Digitale momentsleutel Art.nr. 18141 3/8 aandrijving, 17-170 Nm Art.nr. 18142 1/2 aandrijving, 20-200 Nm Handleiding Inhoud verpakking: Momentsleutel Batterijen,

Nadere informatie