4.2.2 Rapportage Algemeen Omschrijving Adviezen Voorbeeldomschrijvingen 25

Transcriptie

1 4.2.0 Algemeen Inleiding Arbobesluit Bouwproces (bijzondere voorschriften) Risicoklassen Objectgerichte risico-inventarisatie met checklist op de checklist Inspectie Methode, inspectieplan met aanwijzingen Ontbreken van voorzieningen Gebreken aan constructie, plaatsing en bevestiging Rapportage Algemeen Omschrijving Adviezen Voorbeeldomschrijvingen Herstel Algemeen Werkzaamheden Nuttige adressen 27 Bijlagen met voorbeelden Bijlage I - ingevulde checklist voor toren en voorbeeld rubriek 4.2 in rapport 29 Bijlage II - ingevulde checklist voor kerk en voorbeeld rubriek 4.2 in rapport 32 Bijlage III - ingevulde checklist voor kasteel en voorbeeld rubriek 4.2 in rapport 37 Bijlage IV - ingevulde checklist voor woonhuis en voorbeeld rubriek 4.2 in rapport 40 i

2 4.2.0 Algemeen 0.1 Inleiding Afbeelding 1 Onbereikbaar!? Toets elk gebouw nauwkeurig aan de richtlijnen. Dit voorkomt misverstanden en staat landelijk garant voor één werkwijze, één aanpak, één wijze van advisering. Niet veilig bereikbaar betekent in de praktijk een op de situatie aangepaste werkwijze. Voor de richtlijnen inzake bereikbaarheid en toegankelijkheid geldt hetgeen is opgenomen in moduul 0.5 Bijzondere voorschriften, hoofdstuk 5.1. Voor het gebruik van deze voorzieningen wordt verwezen naar 0.4. Uitrusting, onder andere de valbeveiliging en de voorgeschreven werkmethoden. Voor alle duidelijkheid zij vermeld dat de gevraagde voorzieningen een gevolg zijn van de verscherpte wet- en regelgeving op dit gebied. De Monumentenwacht verlangt vanwege haar zorgplicht voor haar werknemers i.c. de monumentenwachters, dat voorzieningen worden getroffen om veilig en gezond te kunnen werken. Datgene wat de Monumentenwacht vraagt, geldt echter niet alleen voor de monumentenwachters maar voor allen die zich beroepsmatig bezighouden met inspecties zoals schoorsteenvegers, inspecteurs van de bliksembeveiliging en valbeveiliging en voor het onderhoud door dakdekker, loodgieter en schilder. Daarnaast geldt het voor personeel in dienst van de eigenaar zoals beheerders en kosters of onder gezag van de eigenaar zoals vrijwilligers. Kortom voor het beheer, de instandhouding en de restauratie van onze monumenten. De Monumentenwacht wordt door overheden, behoudsorganisaties, belanghebbenden, architecten, adviseurs, aannemers en loodgieters gezien als één organisatie. Men verwacht daarom van ons ook wat betreft bereikbaarheid en toegankelijkheid één werkwijze, één aanpak en één wijze van advisering. Deze moduul gaat nader in op de toetsing ten behoeve van de rapportage en advisering. Bij elk object dat niet voldoet aan de richtlijnen, dient volgens de objectgerichte risico-inventarisatie & evaluatie (ORIE) in deze moduul in het inspectierapport onder de kop 4.2 Bereikbaarheid en toegankelijkheid helder te worden verwoord wat de risico s en knelpunten zijn en wat er aan gedaan moet worden. 0.2 Arbobesluit Bouwproces (bijzondere voorschriften) Inleiding Niet alleen elke nieuwbouw, maar ook elke restauratie moet opgeleverd worden met een zogenaamd Veiligheids- en Gezondheidsdossier, kortweg V&G-dossier genoemd, conform het Arbobesluit Bouwproces. In de praktijk blijkt dit helaas nog erg weinig voor te komen. In dit dossier staat precies vermeld op welke wijze inspectie en onderhoud aan het gerestaureerde gebouw plaats dient te vinden en welke veiligheidsvoorzieningen hiervoor zijn getroffen. Zie voor een uitgebreidere uitleg van de te treffen voorzieningen moduul 0.5 Bijzondere Richtlijnen 1

3 en Voorschriften, onder hoofdstuk 5.1. Voor een uitgebreidere behandeling van het Besluit Bouwproces wordt verwezen naar moduul 0.3 paragraaf 0.2. Het Arbobesluit Bouwproces wil de risico s zoveel mogelijk beperken door een preventieve aanpak bij het uitvoeren van groot onderhoud of een restauratie. De opdrachtgever, architect of adviseur en uitvoerenden zijn medeverantwoordelijk gemaakt voor het veilig uit kunnen voeren van inspectie en onderhoud na de oplevering. Eigenaren van gebouwen kunnen bij een ongeval echter sinds strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld als geen voorzieningen voor het veilig uitvoeren van inspecties en onderhoud zijn getroffen niet alleen als het eigen personeel betreft en vrijwilligers die onder hun gezag werkzaamheden verrichten, maar dit geldt ook voor derden. Gedragslijn Monumentenwacht Zowel de adviseurs als de monumentenwachters van de stichtingen dienen bij overleg voor en tijdens groot onderhoud of restauraties nadrukkelijk te wijzen op het Arbobesluit Bouwplaatsen en de hierin vastgelegde verantwoordelijkheden ten aanzien van inspectie en onderhoud. Na groot onderhoud of een restauratie kan bij de eigenaar of beheerder geïnformeerd worden of er een V&G-dossier aanwezig is en gevraagd worden om dit in te zien. Dit sluit goed aan op de door de Monumentenwacht te maken Objectgerichte Risico-Inventarisatie & Evaluatie (ORIE) met de gesignaleerde knelpunten en hiervoor te treffen maatregelen. Ook in het kader van de nieuwe instandhoudingsregeling Brim is het belangrijk de geadviseerde maatregelen als eerste prioriteit op het voorblad van het inspectierapport - de zogenaamde 0-meting - te vermelden. Als geen rekening is gehouden met het veilig inspecteren en onderhouden na oplevering van de restauratie, dient dit altijd in het inspectierapport te worden vermeld! Afbeelding 2 Het inspectieplan voor een kasteel waar nog geen enkele voorziening getroffen is, ziet er dus heel anders (beperkter) uit dan voor een gebouw waarbij hieraan optimale aandacht is besteed. 0.3 Risicoklassen Algemeen Waarom maken we deze Objectgerichte Risico-Inventarisatie & Evaluaties (ORIE s)? Om de zorgplicht van de werkgever i.c. de Monumentenwacht vorm en inhoud te geven. Met deze zorgplicht als vertrekpunt, gaat het om het herkennen en beheersen van de risico s die men loopt bij het inspecteren en verrichten van kleine reparaties. Om meer zicht te krijgen op deze risico s en de fysieke belasting zijn de aangemelde objecten ingedeeld in 4 risicoklassen. 2

4 Verder is het alleen of samen met een collega inspecteren een factor die bij het beperken van risico s een rol speelt. Alle objecten krijgen een risicoklasse, die opgenomen wordt in het Objectbeheer, zie de kop van de checklist op bladzijde 9 en de ingevulde voorbeelden die als bijlage zijn opgenomen. Op basis van deze risicoklassen is een stappenplan ontwikkeld, de eerder genoemde Objectgerichte Risico-Inventarisatie & Evaluatie (ORIE). N.B. De molens vallen qua beschrijving niet onder de hieronder beschreven kenmerken. Risicoklassen Hieronder de onderlegger met een aantal kenmerken voor de diverse risicoklassen. In een aantal gevallen blijft de keuze voor de ene of andere categorie arbitrair. Er wordt wel regelmatig door de preventiemedewerker, arbocoördinator en externe veiligheidskundige gecheckt of het toekennen van de juiste risicoklasse op een zorgvuldige wijze is gebeurd. Het toekennen van de risicoklasse is eenmalig! De al dan niet getroffen voorzieningen hebben hierop in principe geen invloed, een enkele uitzondering daargelaten. Deze risicoklasse kan met de toegankelijkheid en bereikbaarheid voor inspecties en reparaties aangegeven worden in de kop van de checklist, zie paragraaf 0.4. N.B. Voor zover hoogtes worden genoemd, zijn deze steeds gerekend vanaf maaiveld of een groot plat dak. Risicoklasse 1 - moeilijk - Samenstelling van het gebouw is ingewikkeld met veel bouwdelen en/of kappen. - Geen goten (of niet beloopbaar) of meer dan 50% van de goten liggen boven de 10 metergrens. Meerdere punten met klimwerk tot boven de 30 meter. - Bereikbaarheid en toegankelijkheid van kappen, goten, dakvlakken blijft ondanks getroffen of te treffen voorzieningen moeilijk. - Hoge fysieke belasting, door veel ladder/sjouwwerk, klimmen/klauteren/tijgeren - Gebouw kan alleen met 2 personen worden geïnspecteerd in verband met bereikbaarheid en verplaatsen ladders. N.B. Meestal gelden voor deze risicoklasse uitgebreide meervoudige rapporten en een groot bij te werken dakenplan of meerdere dakenplannen. Afbeelding 3 Een qua samenstelling ingewikkeld gebouw in risicoklasse 1. Alle goten boven de 10 metergrens. Veel klimmen, klauteren, tijgeren. 3

5 Afbeelding 4 Een voorbeeld van categorie 2 (gemiddeld) is de toren van de Catharijnekerk in Brielle. Een hoge toren, met omlopen op meer dan 10 meter hoogte. Klimwerk tot boven de 30 meter. Risicoklasse 2 - gemiddeld - Samengesteld gebouw met diverse bouwdelen/kappen, qua oriëntatie goed te overzien. - Goten die zich hoofdzakelijk bevinden tussen 8-10 meter. Klimwerk tot boven de 30 meter. - Een behoorlijke fysieke inspanning met het ladder- en sjouwwerk en met het nodige klimmen en klauteren. - Het gebouw dient in principe met 2 personen geïnspecteerd te worden. N.B Meestal geldt voor deze risicoklassen een gemiddeld rapport (bijv. een dorpskerk met toren) en een eenvoudig bij te werken dakplattegrond. Risicoklasse 3 - eenvoudig - Eenvoudig gebouw met beperkt aantal bouwdelen/kappen, gemakkelijk te overzien. - Goten die onder de 8 metergrens liggen of zakgoten. Klimwerk onder de 30 meter. - Kappen, goten en dakvlakken met beperkt laddergebruik bereikbaar. - Beperkte fysieke inspanning met weinig klim- en klauterwerk. - Kan, indien iemand permanent aanwezig is, behoudens specifieke risico s geheel of grotendeels alleen worden geïnspecteerd. N.B. In het algemeen geldt dat het beperkte rapporten zijn, zonder dakenplan of een zeer eenvoudig dakenplan. N.B. De opmerkingen over het al dan niet alleen inspecteren is geen moeten, er wordt nadrukkelijk gesproken van kunnen. Als er omstandigheden zijn waarin het voor een bepaalde categorie om welke reden ook niet kan, dan nadrukkelijk vermelden op het inventarisatieformulier. Verder gelden voor solo-inspecties de condities die in landelijk verband zijn opgesteld, zie ook moduul 0.5 Bijzondere voorschriften en richtlijnen, paragraaf 5.5. Afbeelding 5 Veel woonhuizen met een eenvoudige bouwmassa en goten beneden de 8 meter vallen in risicoklasse 3, zoals deze woonhuizen te Stevensweert (Lb). 4

6 Risicoklasse 4 - zeer eenvoudig - Bakhuisjes, bidkapelletjes, hekken, begraafplaatsen - Goten niet boven de 2.50 meter, alles bereikbaar met steekladder - Weinig fysieke inspanning, nauwelijks ladderwerk, zeer weinig klim- en klauterwerk. - Kan in alle gevallen alleen worden geïnspecteerd. N.B. Doorgaans betreft het zeer beknopte rapporten, zonder dakenplan. Afbeelding 6 Voorbeeld van zeer eenvoudig daglonershuisje in Friese Palen (Fr). Nauwelijks ladderwerk, geen goten, weinig klim- en klauterwerk. Valt zodoende in categorie Objectgerichte risico-inventarisatie aan de hand van de checklist Inleiding Om de risico s en knelpunten systematisch vast te leggen, is een checklist ontwikkeld die bij de hiervoor in aanmerking komende gebouwen moet worden afgewerkt. Dit betreft de gebouwen die in risicoklasse 1 en 2 vallen en voorzover het bijzondere risico s betreft ook risicoklasse 3. Om de stand van zaken en de voortgang te bewaken wordt tevens een aantal algemene gegevens bij de inventarisatie vastgelegd, die in het objectbeheer van de provinciale stichting wordt opgenomen, ondermeer de eerder aangegeven risicoklassen, toegankelijkheid en bereikbaarheid. Hieronder een korte uitleg van de risico-inventarisatie: Doel Het doel is dat er aan de hand van de na te lopen checklist een goed beeld ontstaat van de risico s en knelpunten per object. Alleen de risico s en knelpunten worden in de ORIE vermeld en direct gekoppeld aan te treffen maatregelen. Deze maatregelen worden vermeld in rubriek 4.2 van het inspectierapport, zie de voorbeelden in de bijlagen I t/m IV. Een en ander moet leiden tot het treffen van zodanige voorzieningen in en op het gebouw dat een veilige en gezonde wijze van inspecteren en het verrichten van kleine reparaties mogelijk is. Stappenplan De onderstaande indeling geeft in een aantal stappen wat meer zicht op het herkennen van risico s en knelpunten: 1. Risico s herkennen en erkennen, voorzien wat er fout kan gaan en wat de gevolgen daar van zijn, bijvoorbeeld valgevaar. 2. Inschatten hoe groot de kans is dat er iets fout gaat. 5

7 3. Bepalen wat je kunt doen om: 1e het risico te voorkomen, 2e de kans te verkleinen; 3e de gevolgen te beperken. Denk hierbij aan een goed inspectieplan en te treffen voorzieningen. 4. Maatregelen in de praktijk brengen. Dit houdt in: rapporteren en zich houden aan het opgestelde inspectieplan. 5. Waarborgen van de maatregelen. Dat wil zeggen nagaan of geadviseerde voorzieningen ook inderdaad worden of zijn aangebracht en het op een redelijke wijze oefenen van toezicht dat men zich houdt aan de afspraken. Afbeelding 7 Zorg er voor dat vooral daken en goten bereikbaar blijven voor het uitvoeren van kleine reparaties door de Monumentenwacht en onderhoud door gekwalificeerde vaklieden. Niet alleen risico s maar ook knelpunten die een inspectie bemoeilijken, beperken of lastig maken, kunnen in de checklist worden meegenomen en benoemd. Wel kan bij wijze van uitzondering bij een eerste inspectie met behulp van de beschikbare uitrusting eenmalig met wat extra moeite een bouwdeel geïnspecteerd worden, dat bij vervolginspecties alleen geïnspecteerd wordt als de juiste voorzieningen zijn getroffen. Afbeelding 8 Geef ook zaken aan die de inspectie bemoeilijken zoals nauwe doorgangen. Kijk of er betere oplossingen voor te maken zijn zoals bijvoorbeeld een dakluik of een toegang op een andere plaats. 6

8 Procedure De monumentenwachters stellen bij de aanvangsinspectie van elk nieuw aangemeld object in goed overleg met elkaar het volgende vast: - De risicoklasse. Deze geldt voor alle aangemelde objecten. - De beoordeling van de risico s en knelpunten volgens de checklist (bij klasse 1 en 2 altijd, soms voor 3, zelden voor 4). Deze worden vastgelegd en hieruit volgen de consequenties welke bouwdelen wel en niet geïnspecteerd worden; waar wel en niet gerepareerd kan worden en welke maatregelen en voorzieningen getroffen dienen te worden. - Ontstaan er grote meningsverschillen of komen deze later bij de overname door een collega of een ander team aan de orde, dan neemt de, per stichting of meerdere stichtingen, aangestelde preventiemedewerker of arbocoördinator een beslissing. In uitzonderlijke gevallen neemt de leidinggevende een bindende beslissing. - Er wordt per stichting in het objectbeheer vastgelegd van welke objecten een objectgerichte risico-inventarisatie (ORIE) is gemaakt, zodat men op verzoek van de Arbeidsinspectie inzicht kan geven in de stand van zaken van alle aangemelde objecten. - Door de preventiemedewerker of arbocoördinator worden steekproeven genomen bij circa 10% van het bestand voor ijking aan de criteria en de gemaakte afspraken. Deze worden ook op het werkoverleg ter sprake gebracht. Risico-inventarisatie Algemeen Vanwege de grotere risico s is er vooralsnog voor gekozen om alleen voor de risicoklassen 1 en 2 volgens de checklist een inventarisatie van de knelpunten en risico s te maken met de te treffen maatregelen of voorzieningen. Voor alle risicoklassen geldt echter wel het adviseren van voorzieningen. Bij de categorieën 3 en 4 wordt alleen een inventarisatie gemaakt als het zeer specifieke risico s betreft, bijvoorbeeld een hoge schoorsteen bij een klein stoomgemaal. Maar ingeval van twijfel is het zonder meer aan te bevelen om toch een complete inventarisatie uit te voeren. Voor de objecten in categorie 1 en 2, wordt de checklist geheel afgewerkt met een duidelijke omschrijving en de te treffen maatregel in de laatste kolom, zie de voorbeelden in de bijlagen I t/ m IV. Deze te treffen maatregelen behoren terug te komen in rubriek 4.2 van het inspectierapport en kunnen daar nog wat aangepast worden. Samengevat moet er een goed beeld vanuit de ORIE gevormd kunnen worden van risico s en knelpunten, maatregelen en specifieke uitrusting die nodig is voor het uitvoeren van de inspectie. Afbeelding 9 Het stoomgemaal te Putten, een voorbeeld van risicoklasse 3, maar wel met een specifiek risico, namelijk de schoorsteen. In dit geval wordt toch de checklist afgewerkt en een inspectieplan gemaakt. 7

9 Verwerking in Objectbeheer Voor de opname en verwerking van administratieve en bouwkundige gegevens geldt de algemene instructie voor alle monumentenwachters, die aangegeven staat in de Leidraad voor het Objectbeheer. Een actueel exemplaar bevindt zich op de administratie van elke stichting. Hieronder de aanvullende algemene gegevens ten behoeve van de ORIE. Bij een meervoudig rapport - samengesteld uit subrapporten - per subrapport deze gegevens invullen. Objectgericht Risico Inventarisatie & Inventarisatie (ORIE) met Inspectieplan Algemene administratieve gegevens Objectnummer Inspectienummer Frequentie inspectie... maanden Object Datum 1e opstelling Adres Datum laatste wijziging Plaats Door ORIE-gegevens Objectbeheer Risicoklasse Toegankelijkheid voor inspecties (interieur) G R M S ORIE + inspectieplan Ja Nee Bereikbaarheid voor inspecties (exterieur) G R M S opgesteld Voorzieningen geadviseerd Ja Nee Bereikbaarheid voor reparaties (exterieur) G R M S Afspraken Contactpersoon Telefoon Inspecties mogelijk vanaf (tijd) Geen inspecties mogelijk op (dagen) Bijzonderheden Aandachtspunten: - Welke klim- en veiligheidsmaterialen, speciale gereedschappen voor inspectie en/of onderhoud zijn in/aan het opject aanwezig? - Welke bouwdelen worden aangepast geïnspecteerd, hoe en waarom? - Welke bouwdelen worden niet geïnspecteerd en waarom niet? Materialen op locatie Materialen om mee te nemen kop met diverse gegevens Algemene administratieve gegevens Hierin komen de gegevens, ontleend aan de database van het objectbeheer van de betreffende stichting. In de meeste gevallen, worden deze gegevens automatisch gegenereerd. - Bij datum 1e opstelling gaat het om de datum waarop voor het eerst een ORIE met inspectieplan is opgesteld. - Vooral bij te treffen maatregelen kunnen per inspectie de gegevens wijzigen. Het is dan belangrijk wanneer de gegevens voor het laatst gewijzigd zijn en door wie dit is gedaan. ORIE-gegevens Objectbeheer - Het betreft de landelijk verplicht in te voeren algemene gegevens over de ORIE. Bij deze gegevens alle vakjes uitwissen die niet van toepassing zijn. 8

10 - Bij het bepalen van de risicoklassen gaat het om een globale indicatie. Niet te diep nadenken, want dan lukt het niet. - Bij ORIE + inspectieplan alleen ja (bij risicoklasse 1 en 2) invullen als dit ook compleet is ingevuld met te treffen maatregelen, specifieke uitrusting etc.! - Bij voorzieningen aangegeven alleen ja invullen als daadwerkelijk een compleet advies in het rapport staat of bij het rapport is gevoegd, liefst vergezeld van een dakenplan waarop een en ander duidelijk staat aangegeven. - Er dient een duidelijke relatie aanwezig te zijn tussen de ORIE-gegevens die opgenomen worden in het Objectbeheer en de checklist met knelpunten risico s en te treffen maatregelen en/of voorzieningen. Kort gezegd: een slechte bereikbaarheid voor inspecties, levert de nodige omschrijvingen met knelpunten op en adviezen in het inspectierapport. Als uitgangspunt voor een globale beoordeling van toegankelijkheid en bereikbaarheid voor inspectie en reparatie geldt het volgende overzicht: Overzicht kwaliteitsbeelden Kwaliteitsbeeld Goed Kwaliteitsbeeld Redelijk Kwaliteitsbeeld Matig Kwaliteitsbeeld Slecht Voldoet aan de richtlijnen van de Monumentenwacht gebaseerd op de huidige wet- en regelgeving. Voldoet niet geheel, maar is gemakkelijk aan te vullen. Voldoet niet aan de richtlijnen. Zeer beperkt zijn enkele voorzieningen aanwezig. Er is geen enkele voorziening aanwezig. Afspraken Hierin komen gegevens die ontleend zijn aan de database objectbeheer van de stichting of hier zelf ingebracht moeten worden. - Bij Contactpersoon, degene met wie voor, tijdens of na de inspectie overleg wordt gevoerd over de inspectie, het rapport en het uit te voeren onderhoud. - Bij Inspecties mogelijk vanaf de tijd aangeven. - Bij Geen inspectie mogelijk op de dag of de dagen dat dit niet mogelijk is. - Bij Bijzonderheden vermelden welke klim- en veiligheidsmaterialen, speciale gereedschappen voor inspectie en/of onderhoud in het gebouw aanwezig zijn of op het gebouw bevestigd zijn, bijvoorbeeld een permanent railsysteem op het platte dak of een arboband van Safeclick of op maat gemaakte ladders. Welke bouwdelen worden op aangepaste wijze geïnspecteerd omdat deze slechts met veel moeite of niet veilig te inspecteren zijn. Denk hierbij aan schoorstenen, nokken, dakkapellen of bekroningen van topgevels. Altijd vermelden op welke aangepaste wijze deze worden geïnspecteerd. Welke bouwdelen worden niet geïnspecteerd. Dit kan gaan om goten en dakvlakken, maar het kan ook een kapruimte of een dakvoet zijn die niet toegankelijk of bereikbaar is. Wel de reden vermelden waarom een bouwdeel niet geïnspecteerd kan worden. - Bij Materialen op locatie gaat het om dakpannen en leien voor reparaties die ter plekke aanwezig zijn. Ook de plaats vermelden waar de pannen en leien opgeslagen zijn. - Bij Materialen om mee te nemen worden materialen vermeld die specifiek voor het betreffende object meegenomen moeten worden zoals een ladderhaak, een speciaal soort pan of een speciale afmeting leien. Ook moet soms de voorraad op locatie aangevuld worden. Onder deze kop kan dit vermeld worden. Checklist ORIE + inspectieplan Checklist - Bij het invullen van de checklist ORIE worden alleen de risico s of de knelpunten vermeld die voor de inspectie en uit te voeren reparaties van belang zijn. Hiervoor is een vaste codering 9

11 gehanteerd. Als punten uit de checklist wegvallen, dan mag de codering niet worden aangepast! De codering staat vast, net als bij het inspectierapport. - Checkpunten die geen risico of knelpunt vormen worden weggehaald. Voor elk object ontstaat hierdoor een meestal sterk verkorte lijst met de risico s en knelpunten die er werkelijk toedoen en voldoende inzicht bieden. Inspectieplan - Om dubbel werk te voorkomen is het inspectieplan direct gekoppeld aan de risico s en knelpunten. Hierin staat voor zover van toepassing ook de specifieke uitrusting genoemd die gebruikt wordt en de te nemen maatregelen om het risico te elimineren of het knelpunt op te lossen. Checklist en inspectieplan zijn als het ware in elkaar geschoven. 0.5 op de checklist Algemeen Om de checklist zo duidelijk mogelijk te maken, is per item een korte toelichting gegeven of worden aandachtspunten genoemd die van belang kunnen zijn bij het invullen van de checklist. Formuleer het zo dat het zoveel mogelijk zonder aanpassingen bruikbaar is in rubriek 4.2, zie de voorbeelden in bijlage I t/m IV. op 1. Bereikbaarheid werklocatie van het te inspecteren object 1. Bereikbaarheid werklocatie van het te inspecteren object Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 1.1 Waar wordt de inspectiebus opgesteld? - De bus moet te ver van het object worden opgesteld, bijvoorbeeld 200 meter, zonder zicht op de inspectiebus. Veel sjouwen met ladders en andere uitrusting. - Er zijn geen mogelijkheden om 220 Volt af te tappen voor een laptop, als in de inspectiebus wordt gewerkt. op 2. Interieur (toegankelijkheid) 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.1 Waar moet gewerkt worden in besloten ruimte? - Hieronder vallen kleinere kapruimten zonder extra uitgangen naar een goot of dakvlak. - Grotere keldercomplexen die maar via één ingang bereikbaar zijn. - Te nemen maatregelen kunnen zijn: met z n tweeën inspecteren of in het bijzijn van beheerder of eigenaar de besloten ruimte inspecteren. 2.2 Welke kapruimten zijn niet schoon (sterk vervuild)? - Alleen als knelpunt opvoeren als de vervuiling problemen oplevert bij het inspecteren of het beoordelen van de kwaliteit van de constructie, materiaal of afwerking. - Te nemen maatregel kan zijn het goed schoonmaken van de kapruimte door eigenaar. 10

12 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.3 Welke delen van het interieur zijn niet schoon (sterk vervuild)? - Alleen als knelpunt opvoeren als de vervuiling problemen oplevert bij het inspecteren of het beoordelen van de kwaliteit van de constructie, materiaal of afwerking. - Te nemen maatregel kan zijn het goed schoonmaken van de betreffende delen van het interieur. Duidelijk aangeven welke ruimten het betreft. 2.4 Welke kapruimten zijn niet of slecht bereikbaar? - Geen of onvoldoende loopbruggen, bordessen, ladders aanwezig om de kappen te inspecteren. - Geen ankerpunten aanwezig om zich vast te leggen bij moeilijk toegankelijke punten. - Bouwvalligheid door wegvallende delen van de kap- of gebintconstructie. - Bij te nemen maatregel duidelijk aangeven wat er mankeert. Als het meerdere kapruimten en/of maatregelen betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek Welke delen van het interieur zijn niet of slecht toegankelijk? - Bouwvalligheid of instortingsgevaar van muren, loshangende plafonds etc. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven wat er mankeert. Als het meerdere ruimten en/of maatregelen betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek Welke delen van de elektrische installatie verkeren visueel niet in goede staat? - Door kortsluiting ontstaat vaak brand. Het gaat om visueel zichtbare gebreken zoals blanke draden, provisorische verbindingen met kroonsteentjes, open dozen etc. - Deze vraag geldt voor alle belangrijke ruimten en grotere kapconstructies. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven welke ruimte(n) het betreft. 2.7 Welke armaturen zijn niet visueel goed aangebracht of niet compleet aangebracht? - Het betreft een visuele inspectie van zichtbare gebreken zoals ontbrekende beschermkappen, onjuiste bevestiging of verankering van lichtkronen, ontbrekende lampen, inwatering van het armatuur. - Deze vraag geldt voor alle armaturen die aard- en nagelvast aan het gebouw zijn verbonden. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven welke ruimte(n) het betreft. 2.8 In welke ruimten ontbreekt een oriëntatieverlichting? - Het betreft alle belangrijke ruimten en kappen van een gebouw. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven waar welke verlichting ontbreekt. - Als het meerdere ruimten betref, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek Welke vloeren zijn niet veilig beloopbaar? - Het betreft alle belangrijke ruimten en kappen van een gebouw. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven waar welke ladders of trappen met leuningen ontbreken. - Als het meerdere ruimten betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek

13 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.10 Waar zijn geen deugdelijke ladders of trappen met leuningen aangebracht? - Het betreft alle belangrijke ruimten en kappen van een gebouw. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven waar welke ladders of trappen met leuningen ontbreken. - Als het meerdere ruimten betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek Waar zijn trapgaten en openingen niet afgezet of van een luik voorzien? - Het gaat niet alleen over trapgaten, het kunnen ook andere openingen zijn. - Afhankelijk van de situatie mag het een hekwerk zijn of een - bij voorkeur scharnierend - luik zijn. Het geopende luik moet wel vastgezet kunnen worden Zijn er losse ladders in het gebouw aanwezig? Zo ja, worden deze periodiek beoordeeld? - Het gaat om het beoordelen op duidelijk zichtbare gebreken, zoals gebroken of ontbrekende treden, gescheurde bomen etc. - Het gaat om losse ladders die permanent aanwezig zijn om een gebouwdeel, ruimte of dakvlak te bereiken. Voor vaste ladders zie Het type ladder vermelden, bijvoorbeeld alleen op maat gemaakte dakladders met opgelegde treden, houten of aluminium ladders. - Als het om het keuren van ladders gaat, moet ook een keuringsrapport gemaakt worden en de betreffende ladder van een sticker worden voorzien Waar zijn deugdelijke bordessen en loopbruggen met leuningen aanwezig? - Het betreft alle kappen van een gebouw waar een reëel valgevaar of doorvalgevaar aanwezig is of het wegglijden mogelijk is over gewelfkappen naar diepgelegen zwikken. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven waar bordessen en loopbruggen aangebracht moeten worden. - Als het meerdere kappen betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek 4.2 zonodig vergezeld van constructiedetails uit moduul 0.5 Richtlijnen voor Bereikbaarheid en Toegankelijkheid Waar bevinden zich dakkapellen en/of luiken als toegang tot goten en daken? - Het gaat om het kunnen bereiken van goten en dakvlakken. Het gaat er om dat alle goten en dakvlakken bereikbaar zijn. Dit behoeft niet via elke dakkapel die in een dakvlak aanwezig is. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven waar luiken en/of dakkapellen aangebracht moeten worden. Let ook op aanwezigheid van of mogelijkheid tot het aanbrengen van ankerpunten. - Als het meerdere kappen betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek 4.2 zonodig vergezeld van constructiedetails uit moduul 0.5 Richtlijnen voor Bereikbaarheid en Toegankelijkheid. 12

14 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.15 Bij welke dakkapellen en/of luiken, die gebruikt worden als toegang tot goten en daken, kan niet aan de binnenzijde gezekerd worden tegen valgevaar? - Kies voor vaste dakkapellen en/of luiken als toegang tot goten en daken. - Het ankerpunt kan een apart aangebracht oog zijn of de mogelijkheid om met een bandlus aan de kapconstructie een ankerpunt te formeren. - Bij te nemen maatregelen alleen het aanbrengen van aparte ankerpunten vermelden Welke dakvoeten of delen ervan zijn niet of niet veilig toegankelijk? - Het gaat om het kunnen inspecteren van dakvoeten die afgetimmerd zijn met knieschotten of door een gewelfconstructie niet zichtbaar of bereikbaar zijn. - Concreet benoemen welke maatregelen getroffen moeten of kunnen worden Waar zijn verankeringspunten in de kap aanwezig om bij gewelven af te dalen of plafonds te betreden? - Dit kunnen ook kapconstructies zijn of onderdelen ervan. - Het gaat om het kunnen inspecteren van dakvoeten die afgetimmerd met knieschotten of door een gewelfconstructie niet zichtbaar of bereikbaar zijn. - Concreet benoemen welke maatregelen getroffen moeten of kunnen worden Waar zijn gevaarlijke stoffen aanwezig of opgeslagen? - De plaats(en) vermelden waar deze aanwezig of opgeslagen zijn. - Indien mogelijk de aard van de gevaarlijke stoffen aangeven Waar zijn asbesthoudende materialen aanwezig? - Het gaat alleen om asbesthoudende materialen in het interieur, zoals isolatie van c.v. pijpen, brandwerende bekleding van deuren, vloeren, kanalen voor de luchtbehandeling. - Duidelijk aangeven in welke ruimten het asbesthoudende materiaal aanwezig is Welke delen van de kap zijn behandeld, wanneer en waarmee? - Heel veel grote kappen van kerken, kastelen en torens werden in het verleden bij restauraties standaard tegen houtaantasting behandeld. - Ga bij de eigenaar na of dit het geval is geweest en zo ja wanneer dit is uitgevoerd en met welk middel. Voor het verbod in 1990, is altijd sprake van lindaan tegen insecten en pentachloorfenol tegen schimmels. - Geef aan of het alle kappen betreft, een totale of een partiële behandeling. 13

15 op 3. Exterieur (bereikbaarheid) 3. Exterieur (bereikbaarheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 3.1 Welke goten en/of platte daken zijn niet veilig bereikbaar via luik of dakkapel? - In ieder geval alles wat hoger is dan 7.50 meter in verband met het beperken van het laddergebruik. - Alleen goten of platte daken vermelden die niet bereikbaar zijn met een ladder. Bij aanwezigheid van een dakenplan de nummers van de dakvlakken vermelden. - Bij te nemen maatregelen duidelijk aangeven wat er aan gedaan kan worden. - Als het meerdere goten of dakvlakken betreft, gespecificeerd uitwerken in rubriek Welke goten en/of platte daken zijn alleen bereikbaar met een ladder? - In principe tot 7.50 meter. - Alleen goten en/of platte daken vermelden die niet via een luik of dakkapel bereikbaar zijn. Bij aanwezigheid van een dakenplan de nummers van de dakvlakken vermelden. - Aanhouden een hoogte die bereikbaar is voor een normale 2-delige steekladder van 2 x 15 sporten. - Goothoogten tussen de meter apart vermelden. 3.3 Welke dakranden zonder goot zijn niet bereikbaar met een ladder? - Geldt niet voor torens, alleen voor gebouwen en uitpandige elementen. - Alleen dakranden boven de 7.50 meter vermelden. Bij aanwezigheid van een dakenplan de nummers van de dakvlakken vermelden. 3.4 Bij welke beloopbare goten ontbreken voorzieningen tegen valgevaar? - Geldt alleen als de goot beloopbaar is, zie voor de eisen aan beloopbare goten moduul 0.5 Richtlijnen voor bereikbaarheid. - De voorzieningen moeten voldoen aan de Richtlijnen uit moduul 0.5. Als voorzieningen hieraan niet voldoen, vermelden onder Als het meerdere goten of maatregelen betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek 4.2 zonodig vergezeld van constructie-details uit moduul 0.5 Richtlijnen voor Bereikbaarheid en Toegankelijkheid. 3.5 Welke platte daken zijn niet voorzien van ankerpunten voor veilig inspecteren? - Geldt ook voor kleine platjes. Als er op aangrenzende dakvlakken ankerpunten aanwezig zijn, kunnen deze als zodanig gelden. - Concreet aangeven waar en hoeveel van deze ankerpunten noodzakelijk zijn voor een veilige inspectie. Denk om de pendelwerking! 3.6 Welke uitpandige delen (serre s, veranda s e.d.) zijn niet veilig te inspecteren? - Dit geldt bij te grote hoogte, geen mogelijkheden tot aanhaken aan ankerpunt, doorvalgevaar bij glazen bekapping etc. - Concreet aangeven wat er aan gedaan kan worden. Vergt dit te veel tekst, dan uitwerken in een aparte bijlage. 14

16 3. Exterieur (bereikbaarheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 3.7 Welke dakvlakken zijn niet veilig bereikbaar voor inspectie ondanks getroffen voorzieningen? - Bedoeld om zicht te krijgen op voorzieningen die niet voldoet aan onze Richtlijnen. - Bij aanwezigheid van een dakenplan het nummer van de dakvlakken vermelden. - Als het meerdere voorzieningen betreft, is het verstandig dit uit te werken in een apart advies en hiernaar te verwijzen in rubriek 4.2 zonodig vergezeld van constructiedetails uit moduul 0.5 Richtlijnen voor Bereikbaarheid en Toegankelijkheid. 3.8 Welke dakvlakken zijn niet veilig bereikbaar voor reparatie door aanwezige voorzieningen of gebruik van de eigen uitrusting? - Het gaat om die delen van dakvlakken of dakkapellen die niet vanuit de goot al dan niet met een korte ladder bereikbaar zijn voor reparaties. - Het gaat om die delen van dakvlakken of dakkapellen die niet met behulp van een veiligheidslijn aan een hoger gelegen ladderhaak of over de nok gespannen, gerepareerd kunnen worden, zie gebruik dakset. - Bij aanwezigheid van een dakenplan de nummers van de dakvlakken vermelden. 3.9 Waar zijn niet genormeerde ladderhaken aanwezig, die onjuist bevestigd zijn? - Het gaat om ladderhaken, die voor de normering van kracht, werd aangebracht zijn, er wel qua sterkte aan hadden kunnen voldoen, maar niet bevestigd zijn volgens de norm NEN 517 of de Richtlijnen van de Monumentenwacht. - Bij aanwezigheid van een dakenplan de nummers van de dakvlakken vermelden waar de betreffende ladderhaken zich bevinden Waar zijn niet genormeerde ladderhaken aanwezig, die wel juist bevestigd zijn? - Het gaat om ladderhaken, die voor de normering van kracht werd aangebracht zijn, maar er wel qua sterkte aan hadden kunnen voldoen. - Bij aanwezigheid van een dakenplan de nummers van de dakvlakken vermelden waar de betreffende ladderhaken zich bevinden Waar en door wie is een steekproef uitgevoerd op de bevestiging van de ladderhaken en/of ankerpunten? - Voor de eisen aan de bevestiging zie moduul 0.5 Richtlijnen. - De naam van de monumentenwachter vermelden of derden die de voorzieningen periodiek controleren. - Nauwkeurig aangeven op welke dakvlakken de steekproef is uitgevoerd. Bij aanwezigheid van een dakenplan de nummers van de dakvlakken vermelden Op welke dakvlakken is astbesthoudend materiaal aanwezig? - Het gaat alleen om asbesthoudende materialen op daken zoals leien en golfplaten. - Duidelijk aangeven op welke dakvlakken het asbesthoudende materiaal aanwezig is. 15

17 3. Exterieur (bereikbaarheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 3.13 Waar moet in het stralingsgebied van antennes voor GSM of UMTS worden geïnspecteerd? - Alleen vermelden als dit daadwerkelijk het geval is. - Zie voor het stralingsgebied de maatvoering in moduul 0.5 Bijzondere richtlijnen en voorschriften. - Achter deze antennes mag geïnspecteerd worden. Dit hoeft niet als risico of knelpunt vermeld te worden Bij welke dakvlakken zijn wespennesten en/of ongedierte geconstateerd en wanneer? - Aangeven op welke dakvlakken dit is geconstateerd, met het jaar. - Welke maatregelen concreet getroffen moeten worden. N.B. De bovenstaande checklist met omschrijving van knelpunten en risico s en te nemen maatregelen is als Aanhangsel opgenomen in het sjabloon voor de Uniforme Rapportage van de monumentenwachters. Afbeelding 10 Op het eerste gezicht een niet al te moeilijk kasteel in risicoklasse 2. Naar de mening van ervaren monumentenwachters bij de daadwerkelijke inspectie echter zeer moeilijk bereikbaar en onvoldoende toegankelijk. In verband met het vele gehijs met ladders alsmede omvangrijk klim- en klauterwerk, valt dit kasteel toch in risicoklasse 1. 16

18 4.2.1 Inspectie 1.1 Methode, inspectieplan met aanwijzingen Methode Start elke aanvangsinspectie met een objectgebonden risico-inventarisatie, zie paragraaf 0.4. Valt het object in risicoklasse 1 of 2 dan moet de complete checklist afgewerkt worden met mogelijke risico s en knelpunten, aangevuld met specifieke uitrusting en te nemen maatregelen. Bij risicoklasse 3 en 4 in ieder geval de algemene gegevens invullen. Als er sprake is van specifieke risico s dan eveneens de complete checklist afwerken. Op termijn wordt ook gestreefd naar het compleet invullen bij risicoklasse 3. Omdat alleen de risico s en knelpunten worden benoemd, valt dit in de praktijk erg mee, zie bijlage IV. Als recent een restauratie is uitgevoerd, ga dan na of er een zogenaamd V&G-dossier aanwezig is, zie paragraaf 0.2 Arbobesluit Bouwproces. Check af of hierin bijzondere risico s vermeld staan of andere gegevens die voor de inspectie van belang zijn. De bestektekeningen zijn meestal goed bruikbaar voor het vervaardigen van een dakenplan bij het inspectierapport. Voor de toetsing van toegankelijkheid en bereikbaarheid gelden de richtlijnen uit moduul 0.5. Bijzondere Richtlijnen en Voorschriften. Zet meteen alles goed op een rij en besteed er voldoende tijd aan. Uit ervaring blijkt dat vooral bij grote complexe gebouwen het maken van een dakenplan waarop de te treffen voorzieningen staan aangegeven een eerste vereiste is en de eigenaar/beheerder stimuleert om de aanbevolen voorzieningen daadwerkelijk aan te brengen. Afbeelding 11 Ogenschijnlijk weinig risico s, toch kan een inspectie van de voorgevel en de zakgoot alleen worden uitgevoerd met behulp van een ladder die op straat staat en bewaakt moet worden door een tweede monumentenwachter of het plaatsen van een inspectiebus voor de ladder tegen omver rijden. Toetsing Hanteer als uitgangspunt nauwkeurig de richtlijnen Toegankelijkheid en bereikbaarheid zoals die gegeven zijn in hoofdstuk 5.1 van de moduul 0.5 Bijzondere richtlijnen en voorschriften. Bedenk echter wel dat elk gebouw uniek is en om een hierop aangepast advies vraagt. Maatwerk dus! Veiligheid staat bij het inspecteren natuurlijk voorop, wel zijn er prioriteiten: 1. Veilig bereikbaar om te kunnen inspecteren. 2. Veilig bereikbaar om reparaties uit te kunnen voeren. In bepaalde gevallen kan in verband met voorgenomen onderhoud en beschikbare geldmiddelen een fasering onvermijdelijk zijn. Het aanbrengen van ladderhaken langs een beloopbaar maar smal onderhoudsgevoelig schampgootje is bij het stellen van prioriteiten urgenter dan langs een naar behoren vernieuwde brede bakgoot, als in de laatste maar niet gelopen wordt. Een andere overweging die mee kan spelen, is de goede bereikbaarheid van de qua onderhoud kwetsbare plaatsen zoals kilgoten, achter torens en zalinggoten achter schoorstenen, daken van dakkapellen etc. 17

19 Afbeelding 12 Een afweging van het rendement van bepaalde voorzieningen zoals klimhaken bij deze vieringtoren, kan leiden tot de beslissing het inspecteren en onderhoud op andere wijze te voorzien. Afspraken hiervoor dienen in het inspectieplan opgenomen te zijn. Adviseer geen uitgebreide veiligheidsvoorzieningen voor bijvoorbeeld vieringtorens, koepels etc. waar inspectie en onderhoud met behulp van een kraan met bakje meer voor de hand ligt. Zet bij de toetsing de kosten van maatregelen af tegen het rendement of het nut van een te treffen voorziening. Bijvoorbeeld geen dure klimhaken (esthetisch minder fraai) op een met koperplaat gedekte vieringtoren die nauwelijks onderhoud vergt. Indien het nodig mocht zijn, ligt in zo n geval inspectie en klein onderhoud met behulp van een kraan met bakje om de 5 jaar meer voor de hand. Dit afzetten van het rendement geldt overigens niet alleen voor ons inspectiewerk, maar ook bijvoorbeeld voor het onderhoud dat door een schilder of loodgieter wordt uitgevoerd. Loop nooit door goten die in een inspectierapport als onveilig betiteld zijn. Dit is ongeloofwaardig voor de abonnee. Hetzelfde geldt voor het gebruik van ladderhaken of veiligheidsankerpunten die onjuist bevestigd zijn. Als voorzieningen zijn getroffen, tegen vaak hoge kosten, dan moeten deze ook gebruikt worden! Benadruk, zoals al eerder is gezegd, in het contact met de abonnee steeds dat de voorzieningen niet alleen noodzakelijk zijn voor de monumentenwachters, maar ook voor de beheerder, koster, dakdekker, loodgieter, schilder etc.! Ook in de brochure nr 36 Veilig werken op en in monumenten die door de Monumentenwacht in samenwerking met RCE is gemaakt, wordt dit benadrukt. Afbeelding 13 Let er bij de inspectie ook op dat bij onderhoudsgevoelige constructies, zoals bij bekroningen van gevels, dakhuizen e.d. voldoende voorzieningen zijn getroffen om er veilig te kunnen komen. 18

20 1.2 Ontbreken van voorzieningen Het is ondoenlijk alles op te sommen. Nauwkeurige toetsing aan de richtlijnen en een dosis gezond verstand is doorgaans voldoende om de ontbrekende voorzieningen op een rij te zetten. Zaken die niet direct in de richtlijnen terug te vinden zijn maar voor een goede en veilige inspectie wel wenselijk zijn toch aangeven! Hieronder de meest voorkomende zaken: - Geen of te weinig veiligheidsogen of ladderhaken langs goten. - Goten waar dit noodzakelijk is, zijn niet beloopbaar - Geen of te weinig ladderhaken op dakvlakken, geen arboband van Safeclick aangebracht. - Ontbreken van handgrepen en bevestigingspunten om aangelijnd te kunnen werken. - Geen of te weinig klimhaken om bij een spits van een toren te komen. - Geen luiken of dakkapellen om boven de 7.50 meter in een (beloopbare) goot te kunnen komen. - Ontbreken van goede ladders, bordessen en loopbruggen. - Ontbreken van oriëntatieverlichting Afbeelding 14 Een ladderhaak die voldoet aan de EN-NEN 517 klasse A, maar met een hoekige doorsnede waardoor de ladders gemakkelijk beschadigen. Probeer dit soort ladderhaken van dakvlakken te weren. 1.3 Gebreken aan constructie, plaatsing en bevestiging Algemeen Bij de eerste inspectie na het aanbrengen van de geadviseerde voorzieningen, controleren of constructie, plaatsing en bevestiging overeenkomt met de adviezen. In het bijzonder geldt dit voor de bevestiging van de diverse soorten ladderhaken en veiligheidsankerpunten. Controleer daarnaast of alle aansluitingen waterdicht zijn afgewerkt. Nieuw aangebrachte ladderhaken moeten voldoen aan de EN-NEN 517. De leverancier moet een conformiteitsverklaring of certificaat kunnen overleggen van TNO of een gelijkwaardig instituut dat de volgens bijgevoegde tekening geteste ladderhaken aan de EN-NEN 517 of als veiligheidsogen voldoen aan de EN-NEN 795. Op termijn zullen beide normen zodanig worden geharmoniseerd dat ook in de ladderhaken het jaartal van fabricage, fabrikant met de norm + klasse aangegeven moet worden. N.B. Bij in het verleden aangebrachte haken wordt gekeken naar de zwaarte van de haak, is materiaal van r.v.s. of brons en voldoet de bevestiging aan de minimale richtlijnen van EN-NEN

21 Gebreken en/of onvolkomenheden Hieronder enkele veel voorkomende gebreken en/of onvolkomenheden: - Ladder- of klimhaken die niet voldoen aan de specificaties van EN-NEN Veiligheidsankerpunten die niet voldoen aan de specificaties van EN-NEN Te wijd uit elkaar geplaatste ladderhaken. - Onjuiste bevestiging van de diverse soorten ladder- of klimhaken. - Onjuiste detaillering van luiken met de omranding. - Niet te hanteren dakluiken vanwege situering, detaillering of uitvoering/bekleding met lood. - Onvoldoende vergrendeling van luiken en/of ontbrekende ketting, om naar beneden vallen te voorkomen. - Ondeugdelijke trappen, bordessen, ladders en loopbruggen, ontbreken leuningen. - Te zwakke bevestiging van beugels bij beloopbare goten. - Onjuiste dakopbouw met te lichte panlatten en tengels. Afbeelding 15 Voorbeeld van een dakplattegrond waarin langs de goten ladderhaken zijn aangegeven, ladderhaken boven de dakkapellen om zich vast te leggen en een dakluik op het platte dak om van daar af te kunnen inspecteren. b.a.i. h.w.a B 3 4 A h.w.a. 5 6 h.w.a. E luik h.w.a lichtkoepel 2 1 h.w.a. C h.w.a. 9.1 lichtkoepel 8 7 F h.w.a. h.w.a. D b.a.i. h.w.a. b.a.i. zinken roevendak bordes b.a.i mtr Legenda b.a.i. afgaande leiding bliksembeveiliging h.w.a. hemelwaterafvoer ingang te plaatsen veiligheidshaak te plaatsen handgreep 20

22 4.2.2 Rapportage 2.1 Algemeen Afbeelding 16 Toets voor het maken van het rapport het gebouw aan richtlijnen van hoofdstuk 5.1 van moduul 0.5 Bijzondere richtlijnen voorschriften. Bekijk alle risicovolle situaties en maak voldoende aantekeningen op een dakplattegrond voor het verder uitwerken van een advies. Inleiding Alle maatregelen ter verbetering van inspectie en uit te voeren reparaties dienen in het rapport te worden vermeld. Betreft het uitgebreide maatregelen of een verzoek van de eigenaar om het verder uit te werken, dan verdient het sterke aanbeveling om dit als aparte bijlage bij het rapport te voegen. Als in het inspectierapport geen duidelijkheid wordt gegeven dat de bereikbaarheid en toegankelijkheid onvoldoende is, kan niet worden verwacht dat bij een restauratie of bij het uitvoeren van onderhoud plotseling de noodzakelijke voorzieningen zijn getroffen. Als de bereikbaarheid en toegankelijkheid als goed wordt aangemerkt, dient dit ook te worden aangegeven in het rapport. Dit bevordert de duidelijkheid bij de lezer van het inspectierapport, zie de gegeven voorbeelden in paragraaf 2.4 en de voorbeelden in de bijlagen I t/m IV. Blijkt na een of twee inspecties dat er geen enkel gevolg aan de adviezen is of wordt gegeven, ga dan in gesprek met de eigenaar of beheerder over het niet opvolgen van de adviezen. Heeft dit niet het gewenste resultaat, treedt dan in overleg met de arbo-coördinator, preventiemedewerker en/of leidinggevende om alsnog de gevraagde voorzieningen gerealiseerd te krijgen. Op grond van de Algemene Voorwaarden is elke stichting Monumentenwacht overigens gerechtigd een gebouw of delen ervan uit te sluiten van inspectie. Afhankelijk van de omstandigheden houdt dit in dat monumentenwachters een gebouw dat, of delen ervan die, niet veilig en gezond zijn te inspecteren, aangepast mogen inspecteren of in het uiterste geval uitsluiten van inspectie, zolang noodzakelijke voorzieningen niet zijn getroffen. Is een zodanig groot deel van het gebouw niet veilig en gezond te inspecteren, dat een verantwoord rapport opgemaakt kan worden, dan dient dit aan de arbocoördinator, preventiemedewerker en/of leidinggevende gemeld te worden. Wel dient de weigering met opgave van redenen in het inspectierapport te worden vermeld. Objectbeheer Voor de bewaking van de voortgang met betrekking tot veilig werken moet bij elke eerste inspectie een aantal gegevens in het aanhangsel van het inspectierapport worden opgenomen en bij elke vervolginspectie worden gecheckt, zie paragraaf 0.4. Termijnen Voor het aanbrengen van de noodzakelijke voorzieningen zijn zeer strakke termijnen niet algemeen te geven. De volgende gedragslijn dient hierbij evenwel als uitgangspunt: 1e jaar Vermelding in het inspectierapport met duidelijke adviezen, liefst met een dakenplan waarop de voorzieningen zijn aangegeven en de brochure nr 36 Veilig werken in en op monumenten. Waar noodzakelijk ook vermelden welke delen van het gebouw op 21

23 2e jaar 3e jaar aangepaste wijze zijn geïnspecteerd. Herhaling van de noodzaak tot het treffen van voorzieningen, met vermelding dat de in het vorige rapport aangegeven delen van het gebouw op aangepaste wijze zijn geïnspecteerd. Eerder aangegeven delen van het gebouw zijn weer op aangepaste wijze geïnspecteerd. De noodzaak tot het treffen van voorzieningen strakker formuleren en verwijzen naar vorige rapporten. Zonodig contact zoeken met eigenaar. Dit vervolgens elk jaar in het rapport herhalen. Voorzieningen die de veiligheid raken zoals ladderhaken en veiligheidsogen langs goten, niet omschrijven als wenselijk, maar als noodzakelijk. Ook omschrijvingen zoals: zo spoedig mogelijk, bij gelegenheid, zou kunnen etc. vermijden. Aanvullingen op reeds aanwezige voorzieningen die de werkomstandigheden verbeteren, zoals uitgebreidere verlichting kunnen afhankelijk van de omstandigheden wel worden omschreven als wenselijk. Benadruk in het mondelinge overleg met een eigenaar en in het inspectierapport dat voorzieningen niet alleen nodig zijn voor de monumentenwachters, maar ook voor inspectie door architecten, adviseurs en inspecteur bliksembebeveiliging en het uitvoeren van onderhoud door aannemers, loodgieters en schilders etc., kortom door iedereen die op hoogte werkzaamheden verricht. Omschrijving in het inspectierapport Nadat een checklist afgewerkt is, de risico s en knelpunten uit de checklist met de maatregelen en adviezen verwerken in rubriek 4.2 en voorzien van een kwaliteit Goed, Redelijk, Matig, Slecht, zie de voorbeelden in bijlage I t/m IV. Zie als uitgangspunt voor het vermelden van de kwaliteiten paragraaf 2.2. Nog enkele aandachtspunten: - Geef zoveel mogelijk materiaalgebruik, constructie en type ladderhaak aan, bijvoorbeeld Bronzen klimhaken, 4 stuks met zink beklede opliggende luiken. - Als voorzieningen in een tussenliggende periode zijn aangebracht, geeft dan duidelijk aan dat deze naar behoren zijn aangebracht. Voor de toetsing of iets naar behoren is aangebracht, gelden naast de algemene constructieve eisen, de Richtlijnen uit de moduul Omschrijving Algemeen Zoals gezegd, gelden de in het kolommenrapport gebruikelijke kwaliteitsbeelden G/R/M/S. Waar een checklist afgewerkt is, komen de items met risico s en knelpunten in volgorde terug in rubriek 4.2. Waar geen checklist afgewerkt wordt - risicoklasse 3 en 4, is het wel noodzakelijk om zaken in rubriek 4.2 te vermelden! Minimaal moet in deze rubriek terugkomen: - Toegankelijkheid voor inspecties van het interieur, aan te vullen met te treffen maatregelen, zoals trappen, verlichting en verder te specificeren als de situatie daar om vraagt. - Bereikbaarheid van dakvlakken, goten etc. voor inspecties, aan te vullen met te treffen maatregelen of verder te specificeren als de situatie daar om vraagt. - Bereikbaarheid voor het uitvoeren van reparaties aan dakvlakken, goten, eveneens aan te vullen met te treffen maatregelen of verder te specificeren als de situatie daar om vraagt. - Samenvatting welke bouwdelen niet geïnspecteerd konden worden of aangepast zijn geïnspecteerd. Toekennen kwaliteiten Voor het toekennen van de kwaliteiten G/R/M/S per item in de eerste kolom van rubriek 4.2 is uitgegaan van de mate waarin de voorzieningen zoals deze vermeld staan in de richtlijnen van moduul 0.5 zijn getroffen of aanwezig zijn. 22

24 Goed Redelijk Op hoofdzaken voldoen de voorzieningen inclusief de bevestiging en detaillering ervan aan de door de Monumentenwacht opgestelde richtlijnen, gebaseerd op de huidige wet- en regelgeving. Incidenteel kan iets ontbreken, wat gemakkelijk aan te vullen is. Bijvoorbeeld een oog bij een dakluik of een handgreep bij een dakkapel of een ladderhaak bij een zalinggoot achter een schoorsteen, aanvulling van de oriëntatieverlichting etc. Afbeelding 17 Benadruk dat voorzieningen ook belangrijk zijn voor het onderhoud door leidekker en monumentenwachter, zoals hier de klimhaken bij een torenspits. Matig Slecht Zeer beperkt zijn voorzieningen aanwezig. Bijvoorbeeld een ladderhaak naast een kapel, ontbreken van bordessen, incidenteel een ladder etc. Zeer beperkt zijn steekproeven mogelijk. Er kan alleen een sterk aangepaste inspectie op hoogte plaatsvinden van het betreffende bouwdeel. Alle voorzieningen ontbreken om een inspectie op hoogte of een reparatie uit te kunnen voeren, waardoor de veiligheid onvoldoende is of de te nemen risico s te groot zijn. Dit kan voor een enkel dakvlak of een goot gelden, maar ook voor alle kappen, daken en goten. 2.3 Adviezen Algemeen Bij de gehele Monumentenwacht van de werkvloer tot de leidinggevende moet de wil aanwezig zijn om veilig en gezond te werken. Laat dit ook merken in de adviezen! Hanteer bij het geven van adviezen het volgende als uitgangspunt: - Ga uit van het gegeven dat inspecties en kleine reparaties op effectieve en snelle wijze mogelijk moeten zijn, zonder het huren van kranen of hoogwerkers. Onze werkwijze en succesformule zijn hierop afgestemd! - Geef volledige adviezen. Voeg voor zover dit zinvol is de brochure nr 36 Veilig werken in en op monumenten toe. Bij restauratie of groter onderhoud kan het aanbeveling verdienen de overdruk van de richtlijnen uit moduul 0.5 Bijzondere voorschriften en richtlijnen toe te voegen. - Geef duidelijke afgewogen adviezen die niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn, waarbij goed gekeken is naar de situatie en de mogelijkheden. Pas niet domweg de richtlijnen toe. Zoek naar slimme maar verantwoorde oplossingen voor de in het rapport en ORIE gesignaleerde risico s en knelpunten. 23

25 Afbeelding 18 De brochure die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in samenwerking met de Monumentenwacht is uitgegeven over het veilig werken in en op monumenten. - Laat bij nader overleg met eigenaar, architect, leidekker of aannemer niet afdingen op het in of bij het rapport gegeven advies. Denk hierbij aan voorstellen tot het weglaten van een rij ladderhaken of het aanbrengen van ladderhaken op een grotere onderlinge afstand. Alternatieven zijn mogelijk, maar dienen minstens gelijkwaardig te zijn aan onze adviezen om op een goede wijze het gebouw te kunnen inspecteren en te onderhouden. Koppel bij ingewikkelde vragen en problemen altijd terug naar de preventiemedewerker of arbocoördinator. Zonodig legt deze het probleem voor aan de technisch adviseur van de Federatie. - Ga ook niet te gauw af met de mededeling om via hoogwerker of kraan inspecties of onderhoud te verrichten. Ten eerste kan niet snel worden gereageerd en het is voor kleine lekkages of problemen bepaald niet kosteneffectief. - Als er veel mankeert aan de toegankelijkheid en bereikbaarheid, dan verdient het aanbeveling om een aparte bijlage met een dakenplan te maken en hiernaar in het rapport te verwijzen. Verstrekken van informatie Om de noodzakelijke voorzieningen voor veilig en gezond werken gerealiseerd te krijgen, is het noodzakelijk om bij alle betrokkenen het draagvlak hiervoor te verbreden. Dit geldt niet alleen voor de eigenaren, maar ook bij aannemers, leidekkers en zeker bij overheden en architecten. Belangrijk is, vooral bij mondelinge contacten, te benadrukken dat de te treffen voorzieningen weliswaar door de Monumentenwacht zijn gevraagd, maar ook wettelijk vereist zijn voor het uitvoeren van werkzaamheden door derden. Om de voorzieningen op de juiste plaats en op de juiste wijze gerealiseerd te krijgen, is het verstrekken van goede informatie heel belangrijk. Hieronder in het kort de beschikbare informatie voor een advies of uitvoering van de werkzaamheden: - Een algemeen informatieblad nr 36 Veilig werken in en op monumenten, dat in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uitgegeven is in hun brochurereeks voor Restauratie en Beheer. Hierin wordt de medeverantwoordelijk-heid van de eigenaar benadrukt voor veilige en gezonde werkomstandigheden bij inspectie en onderhoud. Het verdient sterke aanbeveling dit informatieblad standaard met de inspectierapporten mee te sturen. - Een overdruk van de Richtlijnen voor Toegankelijkheid en Bereikbaarheid uit moduul 0.5 van het Inspectiehandboek. Hierin is de informatie uit het algemene informatieblad verder uitgewerkt en voorzien van gedetailleerde tekeningen ten behoeve van veel voorkomende situaties. - Een set tekeningen als aanvulling van de overdruk voor de plaatsing en bevestiging van ladder- en klimhaken in diverse situaties, waar nodig kan bij deze tekeningen een korte werkomschrijving worden toegevoegd. Voornamelijk bedoeld voor overleg met uitvoerenden zoals aannemers, leidekkers en loodgieters. 24

26 Verreweg de meeste te treffen voorzieningen bij door het Rijk beschermde monumenten zijn in principe subsidiabel volgens de nieuwe instandhoudingsregeling zoals opgenomen in het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim). Dit geldt zowel voor een Periodieke Instandhoudings Plan (PIP) als een restauratie op basis van het artikel 43 - het zogenaamde achterstandsartikel van het Brim. Indien gebouwen worden beschermd door de gemeente of provincie, blijken deze meestal ook bereid de gevraagde voorzieningen te subsidiëren. Voorzieningen die noodzakelijk zijn voor inspectie en onderhoud i.c. instandhouding van de bron bij door het Rijk beschermde monumenten, worden helaas nog steeds niet aangemerkt als onderhoudskosten en zijn daarom fiscaal niet aftrekbaar! Bij de laagrentende leningen die het Nationaal Restauratiefonds verstrekt worden deze voorzieningen dan ook niet meegenomen in de financiering, omdat deze gebaseerd is op hetgeen het Bureau Belasting Monumentenpanden als fiscale aftrek heeft vastgesteld. Afbeelding 19 Bij risicoklasse 3 en 4 kan bij veel woonhuizen volstaan worden met een eenvoudige omschrijving in rubriek 4.2 zonder het afwerken van de complete checklist. Bij deze woonhuizen volstaat het aanbrengen van enkele ladderhaken boven de lijstgoot. 2.4 Voorbeeldomschrijvingen Opbouw omschrijvingen Hieronder volgt een aantal voorbeelden van omschrijvingen zoals die - per situatie aangepast - gebruikt kunnen worden in de rapporten voor risicoklasse 3 of 4, waarbij geen checklist is afgewerkt, met de te treffen maatregelen voor risico s en knelpunten ten behoeve van rubriek 4.2. Zie voor algemene aanwijzingen moduul 0.7 rapportage. De omschrijvingen zijn volgens de algemene aanwijzingen als volgt opgebouwd: 1. algemene kwalificatie in de kolommen G/R/M/S 2. nadere bijzonderheden, zoals onjuiste plaatsing, bevestiging ladderhaken etc. 3. termijn en prioriteit 4. nadere adviezen en oplossingen Tussen [ ] geplaatste cijfers in de onderstaande omschrijvingen verwijzen naar de hierboven genoemde opbouw. 25

27 Voorbeelden Rubriek Kwalificatie 4.2 Toegankelijkheid/ bereikbaarheid Toegankelijkheid (interieur) - loopverlichting dakstoel R [4] Het aanbrengen van een extra lichtpunt ter hoogte van de dakstoel verdient sterke aanbeveling. - ladders dakstoel + loden plat G [2] Aan binnenzijde stijlen bij loden plat zijn naar behoren 4 stuks veiligheidsankerpunten aangebracht. Bereikbaarheid (exterieur) - dakvlakken lood gefelst + torenkruis 4.2 Toegankelijkheid/ bereikbaarheid Toegankelijkheid G [2] Vanaf loden plat voldoende zichtbaar voor inspectie. - interieur + kapconstructie G [2] Knieschotten in de dakvoet zijn weg te nemen voor inspectie. Bereikbaarheid - goten G [2] Deze zijn bereikbaar met 2-delige ladder. - dakvlakken R [2] Rekening houdend met de huidige Arbowetgeving en gelet op de beschikbare valbeveiligingsmiddelen in de basisuitrusting van de Monumentenwacht, kunnen de dakvlakken door ons op verantwoorde wijze worden geïnspecteerd. 4.2 Toegankelijkheid/ bereikbaarheid Toegankelijkheid (interieur) - kapconstructie algemeen G [2] In de afgelopen periode is de kap naar behoren schoongemaakt. - kapconstructie dakvoeten S [2] De dakvoeten zijn geheel afgetimmerd en niet te inspecteren. [4] Het is noodzakelijk om aan beide zijden minimaal 2 stuks uitneembare schotten te maken. - loopverlichting zolder G [2] In de afgelopen periode zijn naar behoren 2 extra lichtpunten aangebracht. 26

28 4.2.3 Herstel 3.1 Algemeen Tracht te bereiken dat voorzieningen die door ons worden geadviseerd, aangebracht worden door betrouwbare bedrijven. Laat timmerwerk verrichten door ervaren aannemers met gevoel voor monumenten en respect voor oude constructies. Laat de diverse soorten haken en andere voorzieningen in leibedekking en op met zink, koper en lood gedekte dakvlakken door gekwalificeerde leidekkers en/of loodgieters aanbrengen. Biedt de eigenaar aan dat de Monumentenwacht de bedrijven adviseert en begeleidt. Dit voorkomt achteraf allerlei vervelende misverstanden en stimuleert de eigenaar om tot uitvoering van de geadviseerde voorzieningen over te gaan. 3.2 Werkzaamheden Incidenteel kunnen door de monumentenwachters een handgreep, een bevestigingspunt, een ladderhaak of iets dergelijks worden aangebracht, waar dit een directe verbetering betekent van de veiligheid op gebouwen waar de voorzieningen op hoofdzaken in orde zijn. Moeten er echter meerdere haken of voorzieningen worden aangebracht, dan is dit uiteraard werk voor een gekwalificeerde aannemer of loodgieter. Afbeelding 20 Voor het uitvoeren van de inspecties op hoogte en het schoonmaken van goten is het in ieder geval noodzakelijk dat langs de goten voorzieningen voor valbeveiliging worden getroffen. Het vergroot de bereikbaarheid aanzienlijk. 3.3 Nuttige adressen - Bové Draadprodukten b.v. Postbus 70, 5370 AB Ravenstein. Langakker 1, 5371 EV Ravenstein Telefoon Website: bove@bove-nl.nl Leverancier van diverse roestvaststalen ladder- en klimhaken in de gevraagde kleur met conformiteitsverklaring volgens NEN

29 - Jobse b.v. Elektraweg 17, 4338 PK Middelburg. Telefoon Website: Leverancier van bronzen ladder- en klimhaken met conformiteitsverklaring volgens NEN Gevaco b.v. Postbus 509, 6325 ZG Berg en Terblijt. Telefoon Website: info@gevaco.nl Leverancier van ladderhaken volgens met conformnen 517, vaste en mobiele Veiligheidsankerpunten volgens NEN 795 o.a. voor platte daken en het Uniline Safety systeem voor horizontale valbeveiliging. - Groeneveld-Intersafe b.v., bezoekadres: Kamerlingh Onnesweg 2, Postbus 86, 3300 AB Dordrecht. Telefoon Website: info@intersafe-groeneveld.nl Leverancier van het in r.v.s. uitgevoerde Safeglida-systeem voor horizontale valbeveiliging. - TNO Quality b.v. Postbus 6000, 2600 JA Delft. Bezoekadres: Schoemakersstraat 97, 2628 VK Delft. Telefoon , infodesk Website: info.quality@quality.tno.nl Dit onderdeel van T.N.O. geeft conformiteitsverklaringen af voor ladderhaken en klimhaken volgens NEN 517 en voor ankerpunten volgens NEN VandePutte Safety Nederland b.v., Karolusstraat 14, 4903 RJ Oosterhout (Nb). Telefoon Website: Leverancier van het in r.v.s. uitgevoerde Latchway Mansafe-systeem voor horizontale valbeveiliging. - SafeClick b.v., De Beverspijken 17, 5221 EE, s Hertogenbosch. Telefoon , telefax Website: Leverancier van Safeclicksysteem, een adaptorsysteem voor daken gedekt met pannen en leien voor het bevestigen van valbeveiliging en aanvullende voorzieningen zoals gootrandbeveiliging, daksteigers etc. 28

30 Bijlage I Voorbeeld van ORIE-gegevens met ingevulde checklist van de knelpunten en maatregelen voor een toren. Objectgericht Risico Inventarisatie & Inventarisatie (ORIE) met Inspectieplan Algemene administratieve gegevens Objectnummer 0436 Inspectienummer Frequentie inspectie 12 maanden Object Toren N.h. St. Martinuskerk Datum 1e opstelling 2 jan 2005 Adres Torenstraat 2 Datum laatste wijziging 10 aug 2008 Plaats 4355 AA Muggenbeet Door H. de Bruin ORIE-gegevens Objectbeheer Risicoklasse 2 Toegankelijkheid voor inspecties (interieur) M ORIE + inspectieplan Ja Bereikbaarheid voor inspecties (exterieur) S opgesteld Voorzieningen geadviseerd Ja Bereikbaarheid voor reparaties (exterieur) S Afspraken Contactpersoon Dhr. V. G. Mijniet Telefoon Inspecties mogelijk vanaf 8.30 uur Geen inspecties mogelijk op woensdag markt Bijzonderheden - Afspraak met beheerder: jaarlijks gewone inspectie, eenmaal per 5 jaar intensieve inspectie dakvlakken en uitvoeren kleine reparaties m.b.v. klimuitrusting (voor het laatst in 2004). - Bij klokkenstoel zijn 2 ogen in balklaag erboven aangebracht om aangelijnd de klokkenstoel te inspecteren. - Voor aanleggen ankerpunten 2 bandlussen 1200 mm mee naar boven. Materialen op locatie - Torenleitjes Fumay 150 x 250 mm bij torenvoet, luik westzijde. Materialen om mee te - Schuifgrendel voor beter vastzetten luik. nemen 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.3 Welke delen van het interieur zijn niet schoon (sterk vervuild)? 2.4 Welke kapruimten zijn niet of slecht bereikbaar? 2.5 Welke delen van het interieur zijn niet of slecht toegankelijk? Op klokkenzolder sterke vervuiling door hopen nestmateriaal van kraaien. Bovenste tafelement van spits niet toegankelijk. Wordt alleen door opening met zaklamp visueel geïnspecteerd. Klokkenstoel op klokkenzolder. Binnen 1 jaar verwijderen en omgeving ontsmetten tegen parasieten. 29

31 Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.6 Welke delen van de elektrische installatie verkeren visueel niet in goede staat? 2.8 In welke ruimten ontbreekt een oriëntatieverlichting? 2.9 Welke vloeren zijn niet veilig beloopbaar? 2.10 Waar zijn geen deugdelijke ladders of trappen met leuningen aangebracht? 2.11 Waar zijn trapgaten en openingen niet afgezet of van een luik voorzien? 2.14 Waar bevinden zich dakkapellen en/of luiken als toegang tot goten en daken? 2.20 Welke delen van de kap zijn behandeld, wanneer en waarmee? Schakelaar bij toegang spits is lam en knettert van binnen. Op 2e en 3e tafelement. Door lekkage op zuidwestzijde van de vloer op 1e tafelement. Laddertrap met historische waarde. Geen enkel trapgat is afgeschermd. Alleen 2 luiken aan west- en oostzijde van dakvoet. Bovenin spits ontbreekt luik. Behandeld in 2001 met Conserduc tegen houtworm. Direct vervangen door een nieuwe schakelaar. Binnen 1 jaar op elk tafelement een lichtpunt aanbrengen. Binnen 1 jaar circa 4 m 2 brede vloerdelen vernieuwen. Binnen 2 jaar onderzijde uitgesleten treden voorzien van verstijvingsrib. Binnen 1 jaar trapgaten voorzien van scharnierende luiken, die in geopende stand vastgezet kunnen worden. Binnen 2 jaar aanbrengen van koper bekleed inliggend luik in de spits, zie bijgevoegd detail van de constructie. 3. Exterieur (bereikbaarheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 3.6 Welke uitpandige delen (serres, veranda s e.d. zijn niet veilig te inspecteren? 3.7 Welke dakvlakken zijn niet veilig bereikbaar voor inspectie ondanks getroffen voorzieningen? 3.8 Welke dakdelen zijn niet veilig bereikbaar voor reparatie door aanwezige voorzieningen of gebruik van de eigen uitrusting? Loodbeklede wijzerplaatkasten, omdat torenkruis niet bereikbaar is voor klimuitrusting. Zie 3.7 Alle dakvlakken van de ingesnoerde naaldspits, behalve direct rond de luiken dakvoet door ontbreken van klimhaken. Alle dakvlakken van de ingesnoerde naaldspits, behalve direct rond de luiken dakvoet door ontbreken van klimhaken. Binnen 1 jaar aanbrengen van 12 stuks klimhaken van luik spits, zie 2.14, volgens richtlijnen Monumentenwacht, zie bijlage. Zie 3.7 Hieronder als voorbeeld de uitwerking van bovenstaande checklist met maatregelen en adviezen in rubriek 4.2 Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het inspectierapport. N.B. De nummers in dit voorbeeld in de 2e kolom, onder het kopje ORIE uit de checklist van de ORIE zijn alleen ter oriëntatie extra weergegeven. In het inspectierapport vallen deze weg! 30

32 Rubriek Kwalificatie 4.2 Toegankelijkheid/bereikbaarheid ORIE - vervuiling klokkenzolder 2.3 M Op klokkenzolder sterke vervuiling door hopen nestmateriaal van kraaien. Binnen 1 jaar verwijderen en omgeving ontsmetten tegen parasieten. - toegankelijkheid torenspits 2.4 R Bovenste tafelement van spits niet toegankelijk. Wordt alleen door opening met zaklamp visueel geïnspecteerd. - toegankelijkheid interieur 2.5 R Klokkenstoel op klokkenzolder. - visuele gebreken elektrische installatie - ontbreken oriëntatieverlichting 2.6 S Schakelaar bij toegang spits is lam en knettert van binnen. Direct vervangen door een nieuwe schakelaar. 2.8 M Op 2e en 3e tafelement. Binnen 1 jaar op elk tafelement een lichtpunt aanbrengen. - beloopbaarheid vloeren 2.9 M Door lekkage op zuidwestzijde van de vloer op 1e tafelement. Binnen 1 jaar circa 4 m 2 brede vloerdelen vernieuwen. - laddertrap 2.10 M Laddertrap met historische waarde. Binnen 2 jaar onderzijde uitgesleten treden voorzien van verstijvingsrib. - overige ladders met leuningen G - open trapgaten 2.11 S Geen enkel trapgat is afgeschermd. Binnen 1 jaar trapgaten voorzien van scharnierende luiken, die in geopende stand vastgezet kunnen worden. - dakkapellen en/of luiken 2.14 M Alleen 2 luiken aan west- en oostzijde van dakvoet. Bovenin spits ontbreekt luik. Binnen 2 jaar aanbrengen van koper bekleed inliggend luik in de spits, zie bijgevoegd detail van de constructie. - behandeling houtaantasting 2.20 G - bereikbaarheid wijzerplaatkasten - niet voor inspectie bereikbare dakvlakken - niet bereikbare dakvlakken voor reparatie 3.6 S Loodbeklede wijzerplaatkasten, omdat torenkruis niet bereikbaar is voor klimuitrusting. Zie S Alle dakvlakken van de ingesnoerde naaldspits, behalve direct rond de luiken dakvoet door ontbreken van klimhaken. Binnen 1 jaar aanbrengen van 12 stuks klimhaken van luik spits, volgens richtlijnen Monumentenwacht, zie bijlage. 3.8 S 31

33 Bijlage II Voorbeeld van ORIE-gegevens met ingevulde checklist van de knelpunten en maatregelen voor een kerk. Hieronder een voorbeeld waarbij een uitgebreide rubriek 4.2 ontstaat door de vele voorzieningen die getroffen moeten worden. In zo n geval is het verstandig om een en ander in een aparte bijlage met dakenplan en richtlijnen te verwerken. Objectgericht Risico Inventarisatie & Inventarisatie (ORIE) met Inspectieplan Algemene administratieve gegevens Objectnummer 0436 Inspectienummer Frequentie inspectie 12 maanden Object R.K. St. Bonifiatiuskerk Datum 1e opstelling 2 april 2004 Adres Achteraf 34 Datum laatste wijziging 9 sept 2009 Plaats 4543 CA Beetstereind Door M. v. Dinter ORIE-gegevens Objectbeheer Risicoklasse 1 Toegankelijkheid voor inspecties (interieur) R ORIE + inspectieplan Ja Bereikbaarheid voor inspecties (exterieur) S opgesteld Voorzieningen geadviseerd Ja Bereikbaarheid voor reparaties (exterieur) S Afspraken Contactpersoon Dhr. V. G. Mijniet Telefoon Inspecties mogelijk vanaf 8.30 uur Geen inspecties mogelijk op n.v.t. Bijzonderheden - Afspraak met koster: graag al het afval in de container achter de sacristie. - Door ernstige vervuiling kappen inspecteren met halfgelaatmasker. - Doopkapel en grafkapel zijn niet binnenuit bereikbaar en door ontbreken van andere voorzieningen niet te inspecteren. - Dakvlakken + goten van koor en zijbeuken niet geïnspecteerd. Observatie vanaf begane grond met verrekijker, dakkapellen, toren en koepeldak. - Zoldervloer van de sacristie is niet beloopbaar! - Voor aanleggen ankerpunten 2 bandlussen 800 mm + veiligheidslijn 10 meter + stickrun mee naar boven voor gewelfinspectie. Materialen op locatie - Leien CWT 200 x 350 mm op plank bij traptoren noorder transept. Materialen om mee te - 20 stuks tweedehands Franse leien 200 x 300 mm voor sacristie. nemen 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.2 Welke kapruimten zijn niet schoon (sterk vervuild)? Kappen van transepten en koor door mest van duiven. Binnen 1 jaar grondig schoonmaken en omgeving ontsmetten tegen parasieten. 32

34 Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.4 Welke kapruimten zijn niet of slecht bereikbaar? 2.6 Welke delen van de elektrische installatie verkeren visueel niet in goede staat? 2.7 Welke armaturen zijn niet visueel goed aangebracht of niet compleet aangebracht? 2.8 In welke ruimten ontbreekt een oriëntatieverlichting? 2.9 Welke vloeren zijn niet veilig beloopbaar? 2.10 Waar zijn geen deugdelijke ladders of trappen met leuningen aangebracht? 2.11 Waar zijn trapgaten en openingen niet afgezet of van een luik voorzien? 2.12 Zijn er losse ladders in het gebouw aanwezig? Zo ja, worden deze periodiek beoordeeld? 2.13 Waar zijn geen deugdelijke bordessen en loopbruggen met leuningen aanwezig? 2.14 Waar bevinden zich dakkapellen en/of luiken als toegang tot goten en daken? 2.15 Bij welke dakkapellen en/of luiken, die gebruikt worden als toegang tot goten en daken kan niet aan de binnenzijde gezekerd worden tegen valgevaar? 2.16 Welke dakvoeten of delen ervan zijn niet of niet veilig toegankelijk? 2.17 Waar zijn verankeringspunten in de kap aanwezig om bij gewelven af te dalen of plafonds te betreden? Doopkapel en grafkapel. Sacristie in verband met slechte vloer. Wordt alleen vanaf doorgang met zaklamp visueel geïnspecteerd. In kappen open dozen, primitieve aansluitingen van kroonluchters e.d. Verankering van kroonluchter in het koor, 1 pen ontbreekt en de ander buigt sterk door. Binnen 2 jaar aanbrengen van opliggend luik, zie dakenplan. Zie 2.9. In verband met gevaar van kortsluiting zo spoedig mogelijk herzien van installatie in kappen. Zo spoedig mogelijk aanbrengen van nieuwe zwaardere pennen. Zijbeuken. Binnen 2 jaar in elke zijbeuk 4 lichtpunten aanbrengen. Vloer sacristie, zeer sterk aangetast door houtworm. Ladder van luik in het schip naar gewelf boven het koor. Trapgat op zolder sacristie. 2 aluminium dakladders op de loopbrug van het schip. Deze worden periodiek door ons beoordeeld. In transepten alleen loopbrug. In koor geen voorzieningen. In zijbeuken alleen loopplank. Inliggende luiken (4 stuks) naar dakvlakken van schip en transepten. Luik op vieringkoepel. Dakvoet sacristie. Zie 2.9 Kapconstructie d.m.v. bandlussen en veiligheidslijn. Binnen 1 jaar vervangen, oppervlakte ca. 24 m 2. Binnen 1 jaar aanbrengen van ladder of trap met leuning. Binnen 1 jaar trapgat voorzien van scharnierend luik, dat in geopende stand vastgezet kan worden. Binnen 1 jaar aanbrengen van leuningen langs loopbruggen in transepten; in het koor een loopbrug met leuningen, idem in zijbeuken, zie bijgaande richtlijnen. Binnen 1 jaar aanbrengen van rvs oog op de gordingbalk. 33

35 Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.20 Welke delen van de kap zijn behandeld, wanneer en waarmee? Alle kappen bij restauratie tegen boktor in Middel niet bekend, vermoedelijk lindaan. 3. Exterieur (bereikbaarheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 3.1 Welke goten en/of platte daken zijn niet veilig bereikbaar via luik of dakkapel? 3.2 Welke goten en/of platte daken zijn alleen bereikbaar met een ladder? 3.4 Bij welke beloopbare goten ontbreken voorzieningen tegen valgevaar? 3.5 Welke platte daken zijn niet voorzien van ankerpunten voor veilig inspecteren? 3.7 Welke dakvlakken zijn niet veilig bereikbaar voor inspectie ondanks getroffen voorzieningen? 3.8 Welke dakdelen zijn niet veilig bereikbaar voor reparatie door aanwezige voorzieningen of gebruik van de eigen uitrusting? 3.9 Waar zijn niet genormeerde ladderhaken aanwezig, die onjuist bevestigd zijn? 3.10 Waar zijn niet genormeerde ladderhaken aanwezig, die juist bevestigd zijn? 3.11 Waar en door wie is een steekproef uitgevoerd op de bevestiging van de ladderhaken en/of ankerpunten? 3.12 Op welke dakvlakken is astbesthoudend materiaal aanwezig? Bij dakvlakken van zijbeuken, totaal 2 stuks luiken. Dak van sacristie en aanbouw verwarming. Goten langs de zijbeuken. Platte dak van aanbouw verwarming. Dakvlakken transepten en koor. Dakvlakken transepten en koor. Verzinkte ijzeren ladderhaken op de transepten en koor, aangebracht in 1991 met verzinkte schroeven. Bronzen ladderhaken op schip, aangebracht in 1998 met rvs M10 draadeinden. In 2004 door J. Jansen op daken schip en transept. Eternit leien op dakvlakken van doopkapel en grafkapel. Binnen 1 jaar aanbrengen van koper beklede inliggende luiken, zie voor juiste plaatsing het dakenplan en bijgevoegde details van de constructie. Binnen 1 jaar aanbrengen van ladderhaken zoals aangegeven op het dakenplan. Zie 3.9 Zie 3.9 Binnen 2 jaar t.b.v. onderhoud leien aanbrengen nieuwe ladderhaken, aanpassing van aantal en plaats, zie dakenplan. In samenhang met groot onderhoud vernieuwen. 34

36 Hieronder als voorbeeld de uitwerking van bovenstaande checklist met maatregelen en adviezen in rubriek 4.2 Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het inspectierapport. N.B. De nummers in dit voorbeeld in de 2e kolom, onder het kopje ORIE uit de checklist van de ORIE zijn alleen ter oriëntatie extra weergegeven. In het inspectierapport vallen deze weg! Rubriek Kwalificatie 4.2 Toegankelijkheid/bereikbaarheid - vervuiling kappen transepten en koor door mest van duiven ORIE 2.2 M Binnen 1 jaar grondig schoonmaken en omgeving ontsmetten tegen parasieten. - toegankelijkheid sacristie 2.4 S Niet beloopbaar. - toegankelijkheid doop- en grafkapel - visuele gebreken elektrische installatie 2.4 S Binnen 2 jaar aanbrengen van opliggend luik, zie dakenplan. 2.6 M In kappen open dozen, primitieve aansluitingen van kroonluchters e.d. In verband met gevaar van kortsluiting zo spoedig mogelijk herzien van installatie in kappen. - visuele gebreken armaturen 2.7 S Verankering van kroonluchter in het koor, 1 pen ontbreekt en de ander buigt sterk door. Zo spoedig mogelijk aanbrengen van nieuwe zwaardere pennen. - ontbreken oriëntatieverlichting 2.8 M Alleen in zijbeuken. Binnen 2 jaar in elke zijbeuk 4 lichtpunten aanbrengen. - beloopbaarheid vloeren 2.9 S Vloer sacristie, zeer sterk aangetast door houtworm. Binnen 1 jaar vervangen, oppervlakte ca. 24 m 2. - ontbreken ladders/ trappen 2.10 M Ladder van luik in het schip naar gewelf boven het koor. Binnen 1 jaar aanbrengen van ladder of trap met leuning. - overige ladders met leuning G - open trapgaten 2.11 M Trapgat op zolder sacristie. Binnen 1 jaar trapgat voorzien van scharnierend luik, dat in geopende stand vastgezet kan worden. - overige trapgaten G Voorzien van luiken. - losse ladders 2.12 G 2 aluminium dakladders op de loopbrug van het schip. Deze worden periodiek door ons beoordeeld. - bordessen en loopbruggen 2.13 M In transepten alleen loopbrug. In koor geen voorzieningen. In zijbeuken alleen loopplank. Binnen 1 jaar aanbrengen leuningen langs loopbruggen in transepten; in het koor een loopbrug met leuningen, idem in zijbeuken, zie bijgaande richtlijnen. - ankerpunten bij dakkapellen en/of luiken 2.15 R Ontbreekt bij luik op vieringkoepel. Binnen 1 jaar aanbrengen van rvs oog op de gordingbalk. - toegankelijkheid dakvoeten 2.16 Zie beloopbaarheid vloeren. 35

37 Rubriek Kwalificatie - behandeling houtaantasting 2.20 G - bereikbaarheid goten zijbeuk 3.1 M Bij dakvlakken van zijbeuken, totaal 2 stuks luiken. Alleen met een 3-delige ladder bereikbaar. Binnen 1 jaar aanbrengen van koper beklede inliggende luiken, zie voor juiste plaatsing het dakenplan en bijgevoegde details van de constructie. - bereikbaarheid overige goten en/of daken G Inliggende met koper beklede luiken, totaal 4 stuks. - bereikbaarheid zijbeuken 3.4 S Ladderhaken ontbreken bij goten langs de zijbeuken. Binnen 1 jaar aanbrengen van ladderhaken zoals aangegeven op het dakenplan. - bereikbaarheid koor en transepten S Verzinkte ijzeren ladderhaken op de transepten en koor, aangebracht in 1991 met verzinkte schroeven. Binnen 2 jaar t.b.v. onderhoud leien aanbrengen nieuwe ladderhaken, aanpassing van aantal en plaats, zie dakenplan. - bereikbaarheid schip 3.10 G Bronzen ladderhaken op schip, aangebracht in 1998 met rvs M10 draadeinden. Afbeelding 22 Een gestuct plafond boven een sacristie is niet beloopbaar. Vermelden dat aangepast geïnspecteerd is en indien mogelijk aangeven of loopbrug of vloer noodzakelijk is of dat blijvend met een aangepaste inspectie volstaan kan worden. 36

38 Bijlage III Voorbeeld van ORIE-gegevens met ingevulde checklist van de knelpunten en maatregelen voor een kasteel (bijgebouwen apart in te vullen). Objectgericht Risico Inventarisatie & Inventarisatie (ORIE) met Inspectieplan Algemene administratieve gegevens Objectnummer 0032 Inspectienummer Frequentie inspectie 12 maanden Object Kasteel Hogerop Datum 1e opstelling 16 okt 2003 Adres Eindweg 25 Datum laatste wijziging 13 dec Plaats 1554 BC Klunsvoort Door J. Jansen ORIE-gegevens Objectbeheer Risicoklasse 2 Toegankelijkheid voor inspecties (interieur) R ORIE + inspectieplan opgesteld Ja Bereikbaarheid voor inspecties (exterieur) M Voorzieningen geadviseerd Ja Bereikbaarheid voor reparaties (exterieur) S Afspraken Contactpersoon Dhr. Kwaadsteniet Telefoon Inspecties mogelijk vanaf 8.30 uur Geen inspecties mogelijk op maandag (museum) Bijzonderheden - Inspectie omvat kasteel, alleen rechter bouwhuis en tuinhuisje met tuinmuur. Er is een aparte ORIE voor het rechter bouwhuis gemaakt. - Niet inspecteren op maandag, dan is het museum gesloten. - Bij betreden inbraakbeveiliging uitschakelen met code van beheerder, kastje naast de meterkast. - De sneeuwroosters in de zakgoot kunnen bij regen spekglad worden!!! - Zakgoot bereikbaar via de kap door het verborgen deurtje in het midden van de kap. - De dakruiter is toegankelijk via de trap in de kapconstructie. - Volgens afspraak wordt de waterlijn om de andere inspectie meegenomen. Speciale aandacht voor schadelijke begroeiing. Boot ligt onder de brug naar het voorplein. Materialen op locatie - Gesmoorde Hollandse dakpannen tuinhuis in garage van rechter bouwhuis. Materialen om mee te - Sjabloonleien 230 x 280 mm niet in voorraad! 25 stuks meenemen. nemen 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.1 Waar moet gewerkt worden in besloten ruimtes? Eén toegang onder het bordes naar het keldercomplex. Trap in linkerkelder is geblokkeerd. De deur in hal is dichtgetimmerd. Binnen 2 à 3 jaar extra uitgang maken door het verplaatsen van kast en het gangbaar maken van de deur in de hal. 37

39 Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.4 Welke kapruimten zijn niet of slecht bereikbaar? 2.8 In welke ruimten ontbreekt een oriëntatieverlichting? 2.11 Waar zijn trapgaten en openingen niet afgezet of van een luik voorzien? 2.14 Waar bevinden zich dakkapellen en/of luiken als toegang tot goten en daken? 2.15 Bij welke dakkapellen en/of luiken, die gebruikt worden als toegang tot goten en daken kan niet aan de binnenzijde gezekerd worden tegen valgevaar? 2.19 Waar zijn asbesthoudende materialen aanwezig? Kapje boven de traptoren aan de achterzijde. Kapje boven traptoren. Waar spiltrap van de traptoren uitkomt op de zolder. Op zolder aan voor- en achterzijde dakkapellen met draairamen. Bij dakkapellen op zolder. Ruimte c.v.ketel romdom afgetimmerd met eternitplaten. Binnen 2 jaar een luik van 500 x 800 mm in plafond maken. In samenhang met aanbrengen luik een lichtpunt aanbrengen. Binnen 1 jaar trapgat rondom voorzien van een stevig hek. Binnen 1 jaar aan binnenzijde een rvs oog bevestigen. Aan de buitenzijde een rvs greep om in de goot te kunnen stappen en aan te kunnen haken. 3. Exterieur (bereikbaarheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 3.3 Welke dakranden zonder goot zijn niet bereikbaar met een ladder? 3.6 Welke uitpandige delen (serres, veranda s e.d.) zijn niet veilig te inspecteren? 3.8 Welke dakdelen zijn niet veilig bereikbaar voor reparatie door aanwezige voorzieningen of gebruik van de eigen uitrusting? 3.10 Waar zijn niet genormeerde ladderhaken aanwezig, die juist bevestigd zijn? 3.11 Waar en door wie is een steekproef uitgevoerd op de bevestiging van de ladderhaken en/of ankerpunten? 3.14 Bij welke dakvlakken zijn wespennesten en/of ongedierte geconstateerd en wanneer? Dakranden traptoren, behoudens dakvlak vanuit zakgoot. Hier zijn klimhaken aanwezig om bij de loodmuts te komen. Het baldakijn boven het bordes van de voorgevel. Er ontbreken ankerpunten. Dakvlakken 1 t/m 3 en 6 t/m 8, langs de nok. Langs de goten van dakvlak 1 t/m 3 en 6 t/m 8 rvs ladderhaken, model Bové in Bij deze inspectie door Joop Jansen. Bij inspectie 2004 een wespennest aan noordzijde van de zakgoot. Binnen 1 jaar aanbrengen van 2 ankerpunten, zie voor plaatsing het dakenplan. Aanbrengen van ladderhaken, zie ons dakenplan voor de plaatsing en ter informatie de bijgevoegde brochure. 38

40 Hieronder als voorbeeld de uitwerking van bovenstaande checklist met maatregelen en adviezen in rubriek 4.2 Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het inspectierapport. N.B. De nummers in dit voorbeeld in de 2e kolom, onder het kopje ORIE uit de checklist van de ORIE zijn alleen ter oriëntatie extra weergegeven. In het inspectierapport vallen deze weg! Rubriek Kwalificatie 4.2 Toegankelijkheid/bereikbaarheid ORIE - werken in besloten ruimten 2.1 S Eén toegang onder het bordes naar het keldercomplex. Trap in linkerkelder is geblokkeerd. De deur in hal is dichtgetimmerd. Binnen 2 à 3 jaar extra uitgang maken door het verplaatsen van kast en het gangbaar maken van de deur in de hal. - toegankelijkheid algemeen 2.4 G - toegankelijkheid kapje traptoren - oriëntatieverlichting algemeen - oriëntatieverlichting kapje traptoren 2.4 S Kapje aan achterzijde. Binnen 2 jaar een luik van 500 x 800 mm in plafond maken. 2.8 G 2.8 S Kapje boven traptoren. In samenhang met aanbrengen luik een lichtpunt aanbrengen. - ontbreken ladders/ trappen 2.10 G In traptoren een royale eiken bakstenen spiltrap met iets uitgesleten treden en smeedijzeren leuningen. Overige trappen voorzien van leuningen. - toegang goten door dakkapellen 2.14 G Op zolder aan voor- en achterzijde dakkapellen met draairamen. - ankerpunten bij dakkapellen 2.15 S Bij alle dakkapellen binnen 1 jaar aan binnenzijde een rvs oog bevestigen. Aan de buitenzijde een rvs greep om in de goot te kunnen stappen en aan te kunnen haken. - bereikbaarheid baldakijn 3.6 S Het baldakijn boven het bordes van de voorgevel. Er ontbreken ankerpunten. Binnen 1 jaar aanbrengen van 2 ankerpunten, zie voor plaatsing het dakenplan. - bereikbaarheid goten en dakvlakken voor inspectie - bereikbaarheid goten en dakvlakken voor reparatie 3.7 G Langs de goten van dakvlak 1 t/m 3 en 6 t/m 8 rvs ladderhaken, model Bové in S Binnen 2 jaar aanbrengen van ladderhaken, zie ons dakenplan voor de plaatsing en ter informatie de bijgevoegde brochure nr

41 Bijlage IV Voorbeeld van ORIE-gegevens met ingevulde checklist van de knelpunten en maatregelen voor een woonhuis/kantoor. Objectgericht Risico Inventarisatie & Inventarisatie (ORIE) met Inspectieplan Algemene administratieve gegevens Objectnummer 1754 Inspectienummer Frequentie inspectie mnd Object Woonhuis Maneschijn Datum 1e opstelling 16 april 2002 Adres Hoekomweg 10 Datum laatste wijziging 4 mrt 2007 Plaats 1054 GR Immig Door H. v.d. Schraaf ORIE-gegevens Objectbeheer Risicoklasse 3 Toegankelijkheid voor inspecties (interieur) G ORIE + inspectieplan Ja Bereikbaarheid voor inspecties (exterieur) R opgesteld Voorzieningen geadviseerd Ja Bereikbaarheid voor reparaties (exterieur) R Afspraken Contactpersoon Dhr. W.E.L. Verdraaid Telefoon Inspecties mogelijk vanaf 9.00 uur Geen inspecties mogelijk op n.v.t. Bijzonderheden - Vooraf afspraak maken met de heer Verdraaid. Na afloop altijd overleg. - Voor de inspectie altijd melden bij de balie van de administratie. - Kantoren in overleg te inspecteren, mevrouw Komnou. - In verband met het vele verkeer geen ladders opstellen voor inspectie van voorgevel! - Dakvoet bereikbaar via wegneembare knieschotten op de overloop. - Goten bereikbaar via brandtrap op binnenplaats en steekladder van 3 m 1 of binnendoor op de zolder via dakkapel op linker dakvlak. - Achterhuis m.b.v. 2-delige ladder vanuit corridor. Materialen op locatie - Geen. Materialen om mee te - Rode en geglazuurde holle pannen. nemen 1. Bereikbaarheid werklocatie Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 1.1 Waar wordt de inspectiebus opgesteld? Inspectiebus parkeren op hoek Raamstraat met Oudegracht, ca. 50 meter i.v.m. parkeerverbod voor huis. Geen andere oplossing mogelijk. 40

42 2. Interieur (toegankelijkheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 2.10 Waar zijn geen deugdelijke ladders of trappen met leuningen aangebracht? 2.14 Waar bevinden zich dakkapellen en/of luiken als toegang tot goten en daken? 2.15 Bij welke dakkapellen en/of luiken, die gebruikt worden als toegang tot goten en daken kan niet aan de binnenzijde gezekerd worden tegen valgevaar? 2.20 Welke delen van de kap zijn behandeld, wanneer en waarmee? Bevestiging vlizotrap naar bergzoldertje gebrekkig. Luik sluit niet goed af. Dakkapel goot voorzijde. Velux-dakramen naar zakgoten en goot achterzijde. Kost enige moeite. Niet direct oplossing voorhanden. Dakkapel voorzijde en Veluxdakraam achterzijde. Eiken dekbalkjukken partieel tegen bonte knaagkever in Binnen 1 jaar verbeteren bevestiging en sluiting luik. Binnen 1 jaar aanbrengen van rvs oog op de gordingbalk bij dakkapel en dakraam. 3. Exterieur (bereikbaarheid) Nr Mogelijke risico s Omschrijving - knelpunt Specifieke uitrusting + te nemen maatregel 3.2 Welke goten en/of platte daken zijn alleen bereikbaar met een ladder? 3.4 Bij welke beloopbare goten ontbreken voorzieningen tegen valgevaar? 3.5 Welke platte daken zijn niet voorzien van ankerpunten voor veilig inspecteren? 3.8 Welke dakdelen zijn niet veilig bereikbaar voor reparatie door aanwezige voorzieningen of gebruik van de eigen uitrusting? Dak van aanbouw op binnenplaats. Wel moeizaam met 2-delige ladder. Goten van voor- en achtergevel. Platte dak van aanbouw. Zie 3.5. Voor- en achterschild. Zie 3.4. Aanbrengen van 8 stuks ladderhaken, zie dakenplannetje voor de plaatsing. Ter toelichting is brochure bijgevoegd. Aanbrengen van ankerpunt bij opstelplaats van ladder en 2 stuks 1,5 meter van achtergevel. Hieronder als voorbeeld de uitwerking van bovenstaande checklist met maatregelen en adviezen in rubriek 4.2 Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het inspectierapport. N.B. De nummers in dit voorbeeld in de 2e kolom, onder het kopje ORIE uit de checklist van de ORIE zijn alleen ter oriëntatie extra weergegeven. In het inspectierapport vallen deze weg! 41

43 Rubriek Kwalificatie 4.2 Toegankelijkheid/bereikbaarheid ORIE - vlizotrap naar zolder 2.10 M Bevestiging vlizotrap naar bergzoldertje gebrekkig. Luik sluit niet goed af. Binnen 1 jaar verbeteren bevestiging en sluiting luik. - overige trappen met leuningen G - ankerpunten bij dakkapellen 2.15 S Ontbreken bij dakkapel voorzijde en Veluxdakraam achterzijde. Binnen 1 jaar aanbrengen van rvs oog op de gordingbalk bij dakkapel en dakraam. - bereikbaarheid goten vooren achtergevel - bereikbaarheid zakgoten G 3.4 S Goten van voor- en achtergevel. Binnen 1 jaar aanbrengen van 8 stuks ladderhaken, zie dakenplannetje voor de plaatsing. Ter toelichting is brochure nr 36 bijgevoegd. - ankerpunten platte daken 3.5 S Platte dak van aanbouw. Aanbrengen van ankerpunt bij opstelplaats van ladder en 2 stuks 1,5 meter van achtergevel. Afbeelding 23 Ook op platte daken en roevendaken zijn ankerpunten noodzakelijk voor de valbeveiliging. In dit voorbeeld kan volstaan worden met een roestvaststalen oog aan de binnenzijde van de kap. 42