Beste luisteraar, Fijn dat u er bent. We hopen dat u -net als wij- veel plezier zult beleven aan ons ietwat experimentele concert.

Transcriptie

1

2 Beste luisteraar, Fijn dat u er bent. We hopen dat u -net als wij- veel plezier zult beleven aan ons ietwat experimentele concert. Concerten met werken van Bach en saxofoons komen af en toe voor, maar voor zover wij hebben kunnen nagaan is dit de eerste keer dat drie van zijn motetten op deze manier worden uitgevoerd. We zijn benieuwd naar uw mening! In dit programmaboekje vindt u informatie over de musici, de composities, en de vertalingen van de koorstukken. Onze ervaring is dat je op een andere manier naar een stuk gaat luisteren als je iets weet over de oorsprong. We hopen daarom dat dit boekje bijdraagt aan uw luisterplezier. Tot slot, wellicht ten overvloede: de werken die wij voor u gaan uitvoeren zijn ingetogen, troostrijk en getuigen van een diep religieus gevoel. Wij willen u daarom vragen uw applaus uit te stellen tot na het stralende E-majeur slotakkoord van Jesu meine Freude, het laatste werk dat we vanmiddag brengen.

3 Het Deventer Vocaal Ensemble Dit concert is georganiseerd door het Deventer Vocaal Ensemble. We zijn 26 geschoolde amateurzangers die klassieke muziek uitvoeren van anno toen tot anno nu. Wij leggen het repertoire van Bach vaak op de lessenaar. Jaarlijks zijn we in de week voor Pasen te horen tijdens de Matthäus Passion uitvoeringen in de Bergkerk. In mei zongen we de Hemelvaartscantate op uitnodiging van het Orkest van het Oosten. Maarten Koningsberger, bariton en zangdocent verbonden aan het Amsterdams conservatorium, coachte ons tijdens een koorworkshop als voorbereiding op dit Bach-programma. Meer informatie over ons koor? Zie Elske te Lindert, dirigent Elske te Lindert (1980, sopraan en organist) studeerde orgel bij Gijs van Schoonhoven en Cor Ardesch en zang bij Maarten Koningsberger. Ze laat zich nog altijd coachen door Cor Ardesch. Als solist of begeleider is zij regelmatig te horen in binnen- en buitenland. Ze maakte verschillende opnames voor de Nederlandse Bachvereniging, voor hun website Als zangeres heeft ze een brede concertpraktijk. Ze volgde master classes bij onder andere Margreet Honig en Paul Triepels en heeft momenteel les van Johannette Zomer. Ze trad op als solist bij verschillende grote orkesten, waaronder Het Orkest van het Oosten, het Sint Petersburg Kamerorkest en de Philharmonie Zuidnederland. Als sopraan maakt ze deel uit van het ensemble Il Canto di Rame. ( Als sopraan werkt ze regelmatig voor Consensus Vocalis en voor de Nederlandse Reisopera. Ook maakt ze theater. Elske is cantor-organist in de Catharinakerk te Doetinchem en cantor in Dinxperlo. Ze is dirigent van het Deventer Vocaal Ensemble en van Vrouwenkoor Musica. Sinds 2003 is ze eind-verantwoordelijke voor de studiedagen voor Liturgie en Kerkmuziek te Hoeven. In 2018 is Elske benoemd tot stadsorganist van Doetinchem. Meer informatie over Elske vindt u op

4 Saxofoonkwartet Quatre Femmes De leden van Quatre Femmes zijn Iris Gruber (Sopraan-saxofoon), Mathilde Leemhuis (Alt-saxofoon), Marjolijn van der Lee (Tenor-saxofoon) en Manon Zwagerman (Bariton-saxofoon). Ze zijn allemaal saxofoon-studenten bij Johan van der Linden aan het ArtEZ Conservatorium in Enschede. Het repertoire is veelzijdig: klassieke muziek, moderne muziek, oude muziek en jazz. Ze komen allemaal uit verschillende plaatsen en iedereen brengt daardoor zijn eigen invloeden mee. Zo is Iris afkomstig uit Wenen, zij houdt van moderne muziek en volksmuziek. Mathilde komt oorspronkelijk uit Groningen en houdt van improviseren, Marjolijn komt uit de Betuwe, en houdt veel van barokmuziek, met name: J.S. Bach. Manon is afkomstig uit het westen (Hoorn) en brengt altijd veel energie mee en frisse invloeden van het IJsselmeer. Het afgelopen jaar hebben ze op vele schoolconcerten gespeeld en masterclasses bij Jacob ter Veldhuis en het Ethel Stijkkwartet gevolgd. Augustus 2011 maakte zij hun eerste concert-tour in de hoofdstad van Letland. Hier volgde ze ook masterclasses bij Claus Olesen en Arvydas Kazlauskas. Liga Vilmane (kistorgels) Līga Vilmane is concertorganist en klavecinist. Zij studeerde orgel van 2002 tot 2006 aan de Jāzeps Vītols Muziek Academie in Rīga, waar ze les volgde bij Tālivaldis Deksnis. Ze vervolgde haar studie bij Gijs van Schoonhoven en Theo Jellema (ArtEZ-conservatorium Enschede) waar zij haar master-diploma behaalde in 2009.

5 Vervolgens wijdde zij zich ter specialisatie aan haar klavecimbelstudie bij Tineke Steenbrink (ArtEZconservatorium Zwolle) en volgde lessen bij Ton Koopman en Christian Rieger. In 2013 behaalde zij het master-diploma. Sinds 2008 is Līga cantor-organist van de Protestantse gemeente Haaksbergen-Buurse. Ze maakt deel uit van verschillende ensembles, waaronder Il Canto di Rame, La Corella en het Arcade Ensemble. Līga heeft een ruime concertpraktijk opgebouwd. Zo speelt zij geregeld bij het Orkest van het Oosten en Parnassus Ensemble. Verder is Līga dirigent van het koor In Between (Goor). / Marije Toenink (cello) Marije studeerde bij Paul Uyterlinde aan het ArtEZ Conservatorium, bij Prof. Dankwart Gahl aan het Mozarteum Salzburg en bij Prof. Alexander Hülshoff aan de Folkwang Hochschule Essen. Zij volgde masterclasses bij o.a. Jaap van Zweden, Midori, Radu Aldulescu en Colin Carr. In 2007/2008 was zij als stagaire verbonden aan de Stuttgarter Philharmoniker. Daarnaast was zij tot 2010 regelmatig als remplacent werkzaam bij de Badische Staatskapelle Karlsruhe en het Pforzheimer Kammerorchester. Sinds Marije in 2010 weer naar Nederland terugkeerde is zij als remplacent werkzaam bij het Noord Nederlands Orkest, Nederlands Philharmonisch Orkest en het Orkest van het Oosten. Ook werd zij lid van het kamermuziekensemble Il Canto di Rame en speelde sindsdien al in vele uiteenlopende kamermuziekformaties. Marije speelt op een cello uit ca De aankoop van deze cello werd mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds.

6 De tuinman Wat nu als je agnostisch of atheïstisch bent, kun je dan niks met de teksten van de motetten? Ik denk het wel. Ik leg het graag uit door iets te vertellen over mijn geloof. En ik doe dat aan de hand van de tekst van Jesu meine Freude: Ik geloof in de tuinman. De tuinman uit het paasverhaal. De tuinman die Maria tegenkomt en die ze verwart met Jezus. Pas als hij haar naam noemt, ziet ze dat het Jezus zelf is. Ik geloof dat het wel degelijk de tuinman was, maar dat in de ogen van die tuinman de goedheid gezien kon worden. De goedheid die, zo je wil, ontvangen is door het lijden en sterven van Onze Heer. Maar ook puur de goedheid van de medemens, die je pas ziet als je de mensen echt aankijkt. Daarmee kun je een tekst als Jesu meine Freude ook gerust wat universeler lezen. Die vrijheid mogen we nemen denk ik. De tekst gaat over de tegenstelling van lichaam en geest: het lichaam is sowieso zwak en zondig, in de geest hebben we de kans om goed te zijn. In het openingskoraal gaat het over een bang hart, maar ook over Jezus (goedheid) als een sieraad in dat hart. Dat geeft iets krachtigs: dat je midden in alle angst en ellende toch durft te vertrouwen dat daar in dat bange hart toch een bron van goedheid zit. Je hoeft niet te veroordelen of veroordeeld te worden als je je geest laat leiden en niet je lichaam. 'Gute Nacht' is een heel belangrijk punt in de tekst: 'Goede nacht, trots en pracht' is dan een besluit om mensen niet te veroordelen op de uiterlijkheden, op het eerste gezicht. Het is een besluit om mensen echt te zien, om achter de tuinman die goedheid, dat sieraad te ontdekken. De tuinman is daarmee het beeld van de geest van God die in je woont. Of de goedheid die in je woont. Een tekst als 'Lass den Satan wittern, lass den Feind

7 erbittern, mir steht Jesus bei' krijgt iets heel krachtigs als je 'Jezus' vertaalt met 'die goedheid', 'dat besluit om vanuit de geest te leven', 'dat besluit om de ander echt te zien', 'het vertrouwen op dat sieraad dat diep in je zit'. En dan zeg je: De wet van de geest heeft mij vrij gemaakt van de wet van de zonde en de dood'. En dan 'sta je hier en zing je in alle rust'. Hoe mooi is dat? Elske te Lindert Johann Sebastian Bach: Motet Komm, Jesu, komm (BWV 229) Motetten zijn meerstemmige vocale composities op een religieuze, nietliturgische tekst, ontleend aan de Bijbel - en in het protestantisme ook aan koralen. Ze worden uitgevoerd door koor a cappella, wat overigens niet betekent dat er geen instrumenten meespelen: het was in Bachs tijd gebruikelijk dat de zangers door een continuogroep (orgel en cello) werden ondersteund en soms speelden ook instrumenten mee, colla parte, dat wil zeggen zonder zelfstandige partij, de vocale partijen volgend. Bach ( ) maakt in zijn composities geen groot onderscheid tussen instrumentale melodieën en gezongen tekst. Zangers moeten net zo nauwkeurig en wendbaar zijn als instrumentalisten, en de spelers op hun beurt moeten de melodieën voordragen als zangers zodat de tekst maximale zeggingskracht krijgt. Bachs motetten hebben ook een sterk instrumentaal karakter. Hierop voortbordurend heeft het DVE het saxofoonkwartet Quatre Femmes uitgenodigd. DVE zingt koor 1, en u hoort het sax-kwartet als koor 2 in het dubbelkorige motet Komm, Jesu, komm dat wel als het meest intieme van Bachs motetten wordt ervaren. De tekst werd in 1684 door Paul Thymich ( ) gedicht naar aanleiding van het overlijden van de toenmalige rector van de Thomasschule in Leipzig waar Bach vanaf 1723 tot aan zijn sterven in 1750 cantor was van de Thomaskirche. Het is niet helemaal duidelijk voor wie Bach deze herdenkingsmuziek heeft geschreven. De wending in de tekst van het eerste couplet is hoorbaar als de alten Komm, komm, ich will mich dir ergeben inzetten en de maat verandert van 3/2 in

8 4/4. Moeite en treurnis maken plaats voor overgave. De slotzin van het eerste couplet is vrijwel identiek aan die van het tweede couplet, een citaat uit het Johannes-evangelie (14:6). Hier verandert de maatsoort in 6/8, een Frans menuet, dansmuziek. Komm, Jesu, komm, mein Leib ist müde, die Kraft verschwindt je mehr und mehr. Ich sehne mich nach deinem Friede; der saure Weg wird mir zu schwer. Komm, komm, ich will mich dir ergeben; du bist der rechte Weg, die Wahrheit und das Leben. Drum schließ ich mich in deine Hände und sage, Welt, zu guter Nacht! Eilt doch mein Lebenslauf zu Ende, ist doch der Geist wohl angebracht. Er soll bei seinem Schöpfer schweben, weil Jesus ist und bleibt der wahre Weg zum Leben. Nederlandse vertaling: Ria van Hengel Kom, Jezus, kom, mijn lichaam is moe, mijn kracht neemt steeds meer af. Ik verlang naar uw vrede; de moeilijke weg is mij te zwaar. Kom, kom, ik wil mij aan u overgeven; u bent de juiste weg, de waarheid en het leven. Daarom berg ik mij in uw handen en zeg, wereld, goedenacht! Al loopt mijn leven snel ten einde, mijn geest is gereed. Die zal bij zijn Schepper zweven, want Jezus is en blijft de ware weg naar het leven. Intermezzo 1 door het Saxofoonkwartet Quatre Femmes Bach heeft een enorm en eindeloos fascinerend repertoire geschreven voor klavecimbel waarvan onder meer de Goldbergvariaties deel uitmaken. De variaties danken hun naam aan een anekdote uit een biografie van Bach, geschreven door Johann Nikolaus Forkel in Volgens hem schreef Bach het werk op aandringen van de gezant van Rusland in Saksen, graaf Hermann Carl von Keyserlingk, die een jonge klavecinist in dienst had, Johann Gottlieb Goldberg ( ). Als de graaf last had van slapeloosheid, liet hij Goldberg delen van de variatiecyclus spelen. Tegenwoordig bestaan er historische twijfels over Forkels anekdote. Waarschijnlijker is dat Bach een prachtig ingebonden exemplaar van de cyclus als geschenk aanbood aan de zeer invloedrijke graaf. Uit de Goldberg-variaties: aria, variatie 1, en variatie 7

9 Johann Michael Bach: Motet Halt, was du hast Johann Sebastian Bach werd geboren in een familie met een wijdvertakte stamboom die al een paar generaties musici en componisten had voortbracht; naar verluidt werd in Thüringen het woord Bach zelfs als synoniem voor musicus gebruikt. Johann Sebastian beschouwde zijn toekomstige schoonvader Johann Michael Bach ( ) als ein habiler Componist (een vaardige componist). In ons programma hebben we het dubbelkorige motet Halt was du hast van Johann Michael opgenomen omdat daarin de bekende koraalmelodie Jesu, meine freude klinkt. Hetzelfde koraal hoort u verderop nog een keer als compositie van Johann Sebastian. De saxofoons (koor 1) spelen dit koraal en DVE (koor 2) zingt teksten ontleend aan het derde hoofdstuk van het laatste Bijbelboek Openbaringen. De beide koren eindigen achtstemmig met de koraaltekst Gute Nacht, o Wesen een strofe uit Jesu, meine Freude. Tot slot hier nog iets over de Sebastian-tak van de Bach-stamboom: in 1707 trouwt de 22-jarige Johann Sebastian met de 23-jarige Maria Barbara Bach, zijn achternicht. Zij krijgen zeven kinderen van wie er drie voor hun vierde levensjaar sterven. Maria Barbara sterft jong, ze was pas 36. In zijn tweede huwelijk met Anna Magdalena Wilcke worden 13 kinderen geboren. Zeven stierven als baby of in hun kindertijd. Wat zou voor Bach, zelf wees geworden op zijn tiende, memento mori betekend hebben? Halt, was du hast, dass niemand deine Krone nehme, und sei getreu bis in den Tod, so wirst du empfahen ein herrliches Reich und eine schöne Krone von der Hand des Herren. Hou vast wat je hebt, zodat niemand je kroon kan wegnemen, en wees trouw tot in de dood, dan zul je een heerlijk rijk en een mooie kroon ontvangen van de hand van de Heer.

10 Drum sei getreu bis in den Tod, und sei getreu bis in den Tod, so wirst du empfahen ein herrliches Reich und eine schöne Krone von der Hand des Herren. Gute Nacht, o Wesen, das die Welt erlesen, mir gefällst du nicht. Gute Nacht, ihr Sünden, bleibet weit dahinten, kommt nicht mehr ans Licht! Gute Nacht, du Stolz und Pracht! Dir sei ganz, du Lasterleben, gute Nacht gegeben. Wees daarom trouw tot in de dood, dan zul je een heerlijk rijk ontvangen en een mooie kroon ontvangen uit de hand van de Heer. Goedenacht, o schepsel dat de wereld heeft gekozen, mij beval je niet. Goedenacht, zonden, blijf ver weg, verschijn niet meer! Goedenacht, trots en pracht! Moge jou, zondig leven, een heel goede nacht worden gegeven! Intermezzo 2 door Marije Toenink, cello De zes suites voor onbegeleide cello worden gerekend tot de grootste werken ooit geschreven voor dit instrument. Bach schreef ze naar alle waarschijnlijkheid tussen , toen hij Kapellmeister was aan het hof van de muziekminnende prins Leopold van Cöthen. De situatie aan het hof bood Bach gelegenheid om veel instrumentale muziek te schrijven. Naast de zes cellosuites schreef Bach in die periode aan het hof ook de Brandenburgse Concerten en Das wohltemperierte Klavier. Marije Toenink speelt op haar cello menuet 1 & 2, en de gigue uit de eerste Cello Suite in G-majeur. J.S. Bach: Motet O Jesu Christ, meins Lebens Licht (BWV 118) Bach gebruikte in de eerste versie (1737) van deze uitvaartmuziek alleen draagbare blaasinstrumenten en, een zeldzaam gegeven, het continuo ontbreekt. Vermoedelijk om in de openlucht te kunnen spelen tijdens de gang naar de begraafplaats. De bewerking voor vier saxofoons en cello (als solo-instrument, niet als continuo-instrument) is gemaakt door Elske te Lindert.

11 De tekst van het koraal omvat vijftien strofen en werd voor het eerst aangetroffen in een in 1611 gepubliceerde bundel. De melodie is veel ouder en gaat terug naar een anonieme middeleeuwse hymne. De vier saxofoons en de cello begeleiden het koor in twee coupletten van dit ontroerende, sobere motet. O Jesu Christ, meins Lebens Licht, mein Hort, mein Trost, mein Zuversicht, auf Erden bin ich nur ein Gast und drückt mich sehr der Sünden Last. Auf deinen Abschied, Herr, ich trau', Darauf mein' letzte Heimfahrt bau'; Tu mir die Himmelstür weit auf, Wenn ich beschließ' mein's Lebens Lauf O Jezus Christus, licht van mijn leven, mijn toeverlaat, mijn troost, mijn vertrouwen, op aarde ben ik slechts een gast en de last van mijn zonden drukt zwaar op mij. Op uw afscheid, Heer, vertrouw ik Daarop bouw ik mijn laatste thuisreis. Open de hemelpoort wijd voor mij Wanneer ik mijn levensloop besluit. Intermezzo 3 door het Saxofoonkwartet Quatre Femmes Uit de Goldberg-variaties: variaties 18, 19, 21 en 30. J.S. Bach: Motet Jesu, meine Freude (BWV 227) Terwijl Bachs belangrijkste motetten dubbelkorig zijn, is Jesu, meine Freude voor een vijfstemmig koor geschreven. Het is met elf delen wel het langste motet. In Bachs tijd is Jesu, meine Freude een populair Luthers kerklied, dat in 1653 werd gepubliceerd op een tekst van Johann Franck en een melodie van Johann Crüger. Bach bouwt het motet op zes coupletten van het koraal en wisselt dit af met vijf teksten uit het achtste hoofdstuk van Paulus brief aan de Romeinen. Beide tekstsferen behandelen de spanning tussen het tijdelijke en het eeuwige, het vergankelijke en het onvergankelijke, lichaam en geest. De oneven nummers zijn van het koraal afgeleid, terwijl de even nummers de Bijbeltekst behandelen. Het hart van het hele werk is de koorfuga (nummer 6). De saxofoons begeleiden het koor in de koralen.

12 1. Jesu, meine Freude, meines Herzens Weide, Jesu, meine Zier, ach wie lang, ach lange ist dem Herzen bange und verlangt nach dir! Gottes Lamm, mein Bräutigam, außer dir soll mir auf Erden nichts sonst Liebers werden. 2. Es ist nun nichts Verdammliches an denen, die in Christo Jesu sind, die nicht nach dem Fleische wandeln, sondern nach dem Geist. 3. Unter deinem Schirmen bin ich vor den Stürmen aller Feinde frei. Lass den Satan wittern, lass den Feind erbittern, mir steht Jesus bei. Ob es itzt gleich kracht und blitzt, ob gleich Sünd und Hölle schrecken: Jesus will mich decken. 4. Denn das Gesetz des Geistes, der da lebendig macht in Christo Jesu, hat mich frei gemacht von dem Gesetz der Sünde und des Todes. Jezus, mijn vreugde, weide van mijn hart, Jezus, mijn sieraad, ach, hoe lang, ach lang is mijn hart al bang en verlangt het naar u! Lam van God, mijn bruidegom, niets op aarde zal mij dierbaarder zijn dan u. Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet wandelen naar het vlees, maar naar de geest. (Rom. 8:1, 4b) Onder uw bescherming ben ik gevrijwaard tegen de stormen van alle vijanden. Laat Satan maar snuiven, laat de vijand maar toornen, mij staat Jezus bij. Al dondert en bliksemt het nu, al jagen zonde en hel mij angst aan: Jezus zal mij behoeden. Want de wet van de geest, die in Christus Jezus leven brengt, heeft mij vrij gemaakt van de wet van de zonde en de dood. (Rom. 8:2) 5. Trotz dem alten Drachen, trotz des Todes Rachen, trotz der Furcht darzu! Tobe, Welt, und springe, ich steh hier und singe in gar sichrer Ruh. Gottes Macht hält mich in acht; Erd und Abgrund muss verstummen, ob sie noch so brummen. Trotseer de oude draak! Trotseer de muil van de dood! Trotseer de angst daarvoor! Raas maar, wereld, spring maar op, ik sta hier en ik zing in alle rust. Gods macht zorgt voor mij, aarde en afgrond moeten verstommen hoe ze ook tekeergaan.

13 6. Ihr aber seid nicht fleischlich, sondern geistlich, so anders Gottes Geist in euch wohnet. Wer aber Christi Geist nicht hat, der ist nicht sein. 7. Weg mit allen Schätzen! Du bist mein Ergötzen, Jesu, meine Lust! Weg ihr eitlen Ehren, ich mag euch nicht hören, bleibt mir unbewußt! Elend, Not, Kreuz, Schmach und Tod soll mich, ob ich viel muss leiden, nicht von Jesu scheiden. 8. So aber Christus in euch ist, so ist der Leib zwar tot um der Sünde willen; der Geist aber ist das Leben um der Gerechtigkeit willen. 9. Gute Nacht, o Wesen, das die Welt erlesen, mir gefällst du nicht. Gute Nacht, ihr Sünden, bleibet weit dahinten, kommt nicht mehr ans Licht! Gute Nacht, du Stolz und Pracht! Dir sei ganz, du Lasterleben, gute Nacht gegeben. 10. So nun der Geist des, der Jesum von den Toten auferwecket hat, in euch wohnet, so wird auch derselbige, der Christum von den Toten auferwecket hat, eure sterbliche Leiber lebendig machen um des willen, dass sein Geist in euch wohnet. U echter zijt niet vleselijk maar geestelijk, tenminste, als de geest van God in u woont. Maar wie de geest van Christus niet heeft, die behoort hem niet toe. (Rom. 8:9) Weg met alle schatten! U bent mijn genot, Jezus, mijn lust! Weg, ijdele loftuitingen, ik wil jullie niet horen, blijf buiten mijn bewustzijn! Ellende, nood, kruis, smaad en dood zullen mij, hoeveel ik ook moet lijden, niet van Jezus scheiden. Als Christus echter in u is, is het lichaam weliswaar dood vanwege de zonde; maar de geest is het leven vanwege de gerechtigheid. (Rom. 8:10) Goedenacht, o schepsel, dat de wereld heeft gekozen, mij beval je niet. Goedenacht, zonden, blijf ver weg, verschijn niet meer! Goedenacht, trots en pracht! Moge jou, zondig leven, een heel goede nacht worden gegeven! Als nu de geest van hem die Jezus van de doden heeft opgewekt in u woont, zal ook hij die Christus van de doden heeft opgewekt uw sterfelijke lichaam levend maken, zodat zijn geest in u kan wonen. (Rom. 8:11)

14 11. Weicht, ihr Trauergeister, denn mein Freudenmeister, Jesus, tritt herein. Denen, die Gott lieben, muss auch ihr Betrüben lauter Zucker sein. Duld ich schon hier Spott und Hohn, dennoch bleibst du auch im Leide, Jesu, meine Freude. (Nederlandse vertaling: Ria van Hengel) Verdwijn, droefheidsspoken, want mijn vreugdemeester, Jezus, komt binnen. Voor hen die God liefhebben moet ook hun verdriet louter zoetheid zijn. Ook al moet ik hier spot en hoon verdragen, u blijft ook in mijn lijden, Jezus, mijn vreugde. Voor de inleidingen op de motetten is gebruik gemaakt van twee bijzonder inspirerende bronnen: Bach. Muziek als een wenk van de hemel door John Eliot Gardiner, en de onvolprezen website van Eduard van Hengel Aanbevolen als u meer wilt weten over het leven van J.S. Bach, zijn familie, zijn tijd, en zijn composities. Bedankt! Fijn dat u er was! Laat u ons weten wat u ervan vond? Schiet gerust één van de musici aan. Uw reactie kunt u ook op onze Facebook-pagina achter laten. We lezen het graag terug. Hopelijk zien we u terug bij een van onze komende concerten: het Requiem van Fauré (4 en 11 november), A Festival Of Lessons and Carols (21 december), Petite Messe Solennelle van Rossini (februari 2019), Matthäus Passion van Bach (stille week 2019). Onze dank gaat uit naar Bert Korvemaker voor het ter beschikking stellen van twee kistorgels. Bert leent ons koor vaak een kistorgel uit, hier boffen we erg mee. Meer informatie? Bezoek dan onze vernieuwde website: of kijk op onze Facebook-pagina.

15 Vriend worden? Het Deventer Vocaal Ensemble hecht veel waarde aan kwalitatief hoogwaardige uitvoeringen. Producties van een dergelijk niveau vergen forse financiële investeringen in het contracteren van solisten, orkesten, instrumentalisten, en de huur van geschikte concertruimten. Het ensemble is u bijzonder erkentelijk wanneer u uw steun wilt betuigen door Vriend te worden. U bent al Vriend van het DVE voor 30,- per jaar. Maandelijks een bedrag van 5,- overmaken kan natuurlijk ook. Voor uw bijdrage ontvangt u: Per concert twee kaarten voor gereserveerde zitplaatsen tegen gereduceerd tarief; De mogelijkheid van het bestellen van kaarten een week vooraf aan de officiële voorverkoop; Drie tot vier Nieuwsbrieven per jaar; Als u zich nu aanmeldt als Vriend krijgt u bij het bestellen van een kaart voor ons volgende concert een 2e kaart gratis! Als u interesse heeft in het worden van Vriend van DVE, neemt u dan contact met ons op via vrienden@deventervocaalensemble.nl Sponsors Dit concert is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van: Op de achterkant: Bach in a Fugue Suit (Milton Glaser, 1989)

16