Protestantse Gemeente te Hoofddorp de Lichtkring Viering van de laatste zondag van het kerkelijk jaar Christus Koning Zondag 22 november 2015

Transcriptie

1 Protestantse Gemeente te Hoofddorp de Lichtkring Viering van de laatste zondag van het kerkelijk jaar Christus Koning Zondag 22 november 2015 Ouderling van dienst is Burg Anker Diaken van dienst is Alma van Hengel en anderen Het orgel wordt bespeeld door Marianne Voskamp De kostersdienst staat o.l.v. Eddie Kramer De lector is Inez Vuorinen Beamist: Ed Vink Met medewerking van de cantorij o.l.v. Marianne Voskamp Hartelijk welkom in deze dienst waarin ds Coen Wessel voorgaat In deze viering gedenken wij degenen die het afgelopen jaar gestorven zijn. Hun namen zullen worden genoemd, en worden bijgeschreven in het gedachtenisboek. Voor ieder van hen branden wij vandaag een kaars. Ook is er gelegenheid voor iedereen om in de viering een eigen gedachtenislichtje te branden. Op deze bijzondere zondag vieren wij samen het avondmaal, in verbondenheid met elkaar, met wie ons voorgingen en voortleven in ons hart, en met de Heer van de wereldwijde kerk. Wij wensen iedereen, en in het bijzonder familie en vrienden van hen wier namen wij vandaag noemen, een gezegende viering toe. DE VOORBEREIDING Tijdens orgelspel bereiden wij ons voor op de dienst Welkom en mededelingen (ovd) Wij staan op en worden stil voor God Drempelgebed Lied 293 Hoor mijn stem (Cantorij en allen) Groet De Heer zij met U OOK MET U ZIJ DE HEER Onze hulp is in de naam van de Heer DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT Die trouw houdt tot in eeuwigheid EN NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN Intochtslied: Lied 91 a: 1 en 2 Wie in de schaduw Gods mag wonen We gaan zitten Kyrië en gloria Diaken: Roepen wij tot God, om de nood van de wereld, en prijzen wij Zijn Naam, want Zijn barmhartigheid kent geen einde Kyriëgebed gevolgd door Lied 299 e : Kyrie en Gloria hymne U aller eer 1

2 DIENST VAN HET WOORD Gebed bij de opening van het Woord Moment met de kinderen Kinderlied: Lied 269 (1x Cantorij, daarna 2x Allen) Als ik slaap en droom van morgen Na het zingen van dit lied wordt de kaars aangestoken en gaan de kinderen van groep 1-8 achter het licht aan naar de kindernevendienst. De kinderen hebben in de nevendienst hun eigen dienst met gaven en gebeden en komen tijdens het lied na de verkondiging bij ons terug. Lezing: 2 Korintiërs 4: 16-5:10 16 Daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd. 17 De geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. 18 Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig. 5 1 Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. 2 Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. 3 We zijn er echter zeker van dat we ook ontkleed niet naakt zullen zijn. 4 Zolang we in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er nieuwe over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. 5 Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven. 6 Dus wij blijven altijd vol goede moed, ook al weten we dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen. 7 We leven in vertrouwen op God; wat komen gaat is nog niet zichtbaar. 8 We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen. 9 Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat God wil, zowel in dit bestaan als in ons bestaan bij hem. 10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht. Zingen: Lied Cantorij en allen Swing low, sweet chariot Uitleg en verkondiging Meditatief orgelspel De kinderen komen terug uit de nevendienst GEDACHTENIS Inleiding op de gedachtenis 2

3 De Cantorij zingt: Lied 199 Koester de namen die wij hier gedenken, dat zij geborgen zijn in uw genade, dat zij gekend zijn bij U en bij ons. Refrein: Laat de zon van uw aangezicht over ons opgaan zegen ons allen met het licht van uw ogen! Zie met ontferming naar onze aarde, houd in uw hoede wie haar bewonen. Houd ons omsloten, thuis in uw zegen. Refrein Wij gedenken: Predikant noemt de namen van de overleden gemeenteleden van het afgelopen jaar. Voor ieder wordt een kaars aangestoken zingen: Lied 199 Wij gedenken al onze doden, die wij het afgelopen jaar uit handen hebben moeten geven en die wij voor u en elkaar gedenken, zo noemen we ook de namen van. en allen die ons zijn voorgegaan, mensen van alle tijden en plaatsen, velen met een naam en een gezicht, tallozen zonder naam, maar bekend bij U. Zingen: Lied 199 3

4 Tijdens het zingen van Jezus u bent het licht is er de gelegenheid tot het branden van een lichtje. Afsluiting gedachtenis DIENST VAN GAVEN EN GEBEDEN Gebeden: Dankgebed, voorbeden, stil gebed Collecten en mededelingen Mededelingen De 1 e collecte is voor noodhulp De 2 e collecte is bestemd voor de wijkkerk DIENST VAN DE TAFEL Uitnodiging Tafellied Lied 403b Gezegend zijt Gij levende God 4

5 Instellingswoorden Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven, en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen Vredesgroet Delen van brood, wijn en druivensap De cantorij zingt: choral Jesu bleibet meine Freude (muziek: J.S. Bach) 1. Wohl mir, dass ich Jesum habe, O wie feste halt ich ihn, Dass er mir mein Herze labe, Wenn ich krank und traurig bin. Jesum hab ich, der mich liebet Und sich mir zu eigen gibet; Ach drum lass ich Jesum nicht, Wenn mir gleich mein Herze bricht. 2. Jesus bleibet meine Freude, Meines Herzens Trost und Saft, Jesus wehret allem Leide, Er ist meines Lebens Kraft, Meiner Augen Lust und Sonne, Meiner Seele Schatz und Wonne; Darum laß ich Jesum nicht, Aus dem Herzen und Gesicht. Dankgebed Voor het slotlied worden de jongste kinderen binnengebracht Slotlied (staande) Lied 727: 1, 2, 4 en 10 Voor alle heiligen in de heerlijkheid Zegen De gemeente antwoordt zingend met: Amen De uitgangscollecte is bestemd voor Pastoraat Hoofddorp IEDEREEN IS VAN HARTE UITGENODIGD VOOR KOFFIE, THEE OF FRIS 5