AANDACHT VOOR PROFESSIONELE RUIMTE. Literatuuronderzoek naar de stand van zaken omtrent de professionele ruimte van leraren in het primair onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AANDACHT VOOR PROFESSIONELE RUIMTE. Literatuuronderzoek naar de stand van zaken omtrent de professionele ruimte van leraren in het primair onderwijs"

Transcriptie

1 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers AANDACHT VOOR PROFESSIONELE RUIMTE Literatuuronderzoek naar de stand van zaken omtrent de professionele ruimte van leraren in het primair onderwijs juni Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs

2 Deborah van den Berg MSc Drs. Yvonne Hoogeveen CAOP Research Den Haag, juni 2013

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Doel en opzet Leeswijzer Het concept professionele ruimte Professionele ruimte gedefinieerd Aspecten van professionele ruimte Het spanningsveld professionele ruimte Verschillen tussen onderwijssectoren Professionele ruimte in perspectief Wet- en regelgeving omtrent professionele ruimte Convenant Leerkracht Wetsvoorstel Tweede Kamer Voortgang behandeling wetsvoorstel Aanhouding wetsvoorstel Professioneel statuut in andere onderwijssectoren Ontwikkelingen in de professionele ruimte van leraren Ontwikkelingen vanuit het onderwijsveld Overige aandacht voor professionele ruimte Het ontwerpen en uitvoeren van onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school Beleidsmatige en organisatorische kaders Rol van de schoolleiding Samenwerking met andere betrokkenen De proactieve leraar Leraren en hun zeggenschap: de ervaringen Een beslissende stem in het primair onderwijs Tevredenheid Formele afspraken over zeggenschap Overleg en verantwoording Vergelijking met andere sectoren Praktijkvoorbeelden Praktijkvoorbeelden in het primair onderwijs Praktijkvoorbeelden in andere onderwijssectoren De belemmeringen bij het gebruiken van professionele ruimte Randvoorwaarden Hoe kan professionele ruimte versterkt worden? Realisatie randvoorwaarden door schoolleiding Realisatie randvoorwaarden door leraren Realisatie randvoorwaarden door bewustwording Literatuurlijst

4 2

5 1. Inleiding De kwaliteit van leraren is essentieel voor de kwaliteit van het onderwijs: de kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van leraren. Om hun kwaliteiten optimaal te kunnen benutten, is het van belang dat leraren over voldoende ruimte beschikken om invulling te geven aan hun werk als leraar. De professionele ruimte van leraren staat sinds enkele jaren dan ook prominent op de beleidsagenda. De Commissie Leraren heeft enkele jaren geleden aanbevolen leraren meer regelmogelijkheden en autonomie te geven in hun werk. In de professionele school beschikt de leraar idealiter, zo stelt de Commissie, over deze versterkte autonomie (Commissie Leraren, 2007). De adviezen van de Commissie Leraren over de professionele ruimte van leraren zijn grotendeels overgenomen en door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) uitgewerkt in het Actieplan Leerkracht van Nederland. In het convenant Leerkracht van Nederland zijn bovendien afspraken gemaakt met de sociale partners in het onderwijs over het versterken van de positie van de leraar en hun professionele ruimte. Op deze manier wordt geprobeerd de ruimte van leraren zo goed mogelijk te regelen. Sinds de totstandkoming van het convenant Leerkracht van Nederland hebben de nodige ontwikkelingen en discussies gericht op de professionele ruimte van leraren plaatsgevonden. Zo heeft de PO-Raad een bestuursakkoord gesloten met het ministerie van OCW waarin onder andere wordt ingegaan op de professionele ruimte van leraren en de totstandkoming van een sectoraal professioneel statuut. Met dit akkoord is het debat over de professionele ruimte van leraren nog niet ten einde. Een scala aan complexe vragen wacht nog op een antwoord: wat is een passende professionele ruimte voor leraren? Hoe wordt de professionele ruimte van leraren idealiter vormgegeven en wat vraagt dit van betrokken actoren? Met dit rapport beogen we inzicht te geven in de stand van zaken omtrent de professionele ruimte van leraren, zodat een nieuwe impuls aan het debat over professionele ruimte gegeven kan worden. 1.1 Doel en opzet Om zicht te krijgen op de stand van zaken omtrent de professionele ruimte van leraren in het primair onderwijs voert CAOP Research literatuuronderzoek uit naar professionele ruimte in het (primair) onderwijs. Om de stand van zaken in kaart te kunnen brengen, zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Wat wordt in de literatuur verstaan onder professionele ruimte van leraren? 2. Welke wet- en regelgeving is ontwikkeld op het gebied van professionele ruimte van leraren? 3. Welke ontwikkelingen zijn er in de professionele ruimte van leraren over de periode ? 4. Welke afspraken zijn er gemaakt over de zeggenschap van leraren over het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig en kwaliteitsbeleid van de school? 5. Hoe ervaren leraren hun zeggenschap? 6. Welke leerzame praktijken zijn bekend over het vormgeven van professionele ruimte van leraren? 7. Welke belemmeringen kunnen er zijn om ten volle gebruik te maken van de geboden professionele ruimte? 8. Welke inzichten bestaan er om professionele ruimte onder leraren te versterken? Deze onderzoeksvragen worden beantwoord aan de hand van deskresearch. Hiervoor is, in het kader van het project professionele ruimte, literatuur verzameld. Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, is onder andere gebruik gemaakt van bestaande onderzoeksrapporten, wet- en regelgeving en relevante publicaties waarin de professionele ruimte van leraren centraal staat. 3

6 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op wat er in de literatuur wordt verstaan onder professionele ruimte. Vervolgens gaan we in hoofdstuk 3 en 4 in op recente ontwikkelingen gericht op de professionele ruimte van leraren in het primair onderwijs, onder andere op het gebied van wet- en regelgeving. In de hoofdstukken 5,6 en 7 wordt beschreven hoe de professionele ruimte van leraren zich in de praktijk manifesteert. Welke afspraken worden er gemaakt om de professionele ruimte van leraren in het primair onderwijs vorm te geven en hoe ervaren leraren hun professionele ruimte? Nadat in hoofdstuk 7 enkele praktijkvoorbeelden zijn beschreven, wordt in hoofdstuk 8 uiteengezet welke belemmeringen er zijn om ten volle gebruik te maken van professionele ruimte. Het literatuuronderzoek wordt afgesloten met een hoofdstuk waarin beschreven wordt hoe de professionele ruimte van leraren versterkt kan worden. 4

7 2. Het concept professionele ruimte De afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken en beleidsstukken verschenen waarin wordt ingegaan op de professionele ruimte van leraren en andere professionals. De definities die in deze onderzoeken en beleidsstukken worden gebruikt voor het begrip kennen overlap, maar hebben vaak ook elk hun eigen invalshoek. Deze diversiteit wordt onder andere veroorzaakt door de complexiteit van het begrip. Hoe gedefinieerd wordt wat professionele ruimte is en wat een optimale professionele ruimte is, is grotendeels afhankelijk van de context waarin het begrip gebruikt wordt en de actoren die van het begrip gebruik maken. In dit hoofdstuk worden daarom enkele definities uiteengezet, op basis waarvan verschillen en overeenkomsten tussen de definities worden beschreven. 2.1 Professionele ruimte gedefinieerd De sociale partners en de minister van OCW hebben in 2008 in het Convenant Leerkracht van Nederland afspraken gemaakt over de versterking van de positie van leraren in de school. Een sterke positie van de leraar begint volgens de partijen met het erkennen dat de leraar over professionele ruimte moet beschikken om zijn of haar werk goed te kunnen uitvoeren. In hoofdstuk 3 gaan we nader in op de implicaties van het convenant. In het convenant wordt professionele ruimte als volgt beschreven: De mate van zeggenschap de professionele ruimte die de leraar heeft ten aanzien van het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid van de school. Professionele ruimte houdt volgens het convenant in dat leraren in samenwerking met collega s vorm en inhoud geven aan die professionele ruimte. Ook behelst professionele ruimte het geven van rekenschap over de kwaliteit van het werk. De bovenstaande definitie is door Hogeling et al. (2009) voorgelegd aan leraren uit de verschillende onderwijssectoren, waaronder leraren in het primair onderwijs. Hieruit blijkt dat de bovenstaande definitie volgens een groot deel van de ondervraagde leraren aansluit bij hun eigen opvattingen over zeggenschap en autonomie. De definitie van professionele ruimte die wordt gebruikt in het wetsvoorstel Versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs 1 sluit aan bij de definitie uit het Convenant Leerkracht van Nederland. De interne zeggenschap van de leraar bij het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig beleid wordt volgens het wetsvoorstel in ieder geval onder professionele ruimte geschaard. Dit geldt ook voor de zeggenschap van de leraar bij het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Naast bovenstaande definities, die onder andere gebruikt zijn door de sociale partners en het ministerie van OCW, heeft de Algemene Onderwijsbond (AOb) beschreven wat hij onder de professionele ruimte van leraren vat. De bond definieert de professionele ruimte van leraren als volgt: De vrijheid van de leraar om binnen de kaders van wet- en regelgeving en de instellingsvisie, vorm te geven aan het onderwijs van de aan hem of haar toevertrouwde leerlingen. Het gaat dan om vrijheid van oordeelsvorming, pedagogisch-didactisch handelen en de inhoud van het onderwijs (in Hogeling et al., 2009). Deze definitie is door de AOb (2012) nader uitgewerkt in de door de bond gepubliceerde handreiking Wetsvoorstel Versterking positie leraren 2. Uit dit voorstel blijkt dat het vertrekpunt voor inhoudelijke zeggenschap volgens de AOb de individuele leraar is. De inhoudelijke zeggenschap van individuele leraren betekent in ieder geval dat de leraar de leerstof selecteert en ordent, werkvormen, materialen en media kiest, de prestaties van leerlingen beoordeelt, toetsten maakt, kiest en samenstelt, de 1 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, etc. (32 396), Tweede Kamer, Zie: 5

8 begeleiding van de leerling vaststelt en het contact met ouders onderhoudt. Dit houdt volgens de AOb niet in dat de leraar geheel autonoom is in zijn of haar handelen. Ook de Onderwijscoöperatie, gevormd door de belangrijkste onderwijsvakorganisaties, geeft richting aan het debat over de professionele ruimte van leraren. De coöperatie heeft in de periode een aantal ambities op het terrein van professionele ruimte, zoals het versterken van de professionele positie en de professionele zeggenschap van leraren. Daarnaast richt de Onderwijscoöperatie zich op het bekrachtigen van leraren in het vormgeven en benutten van hun professionele ruimte. Onder professionele ruimte vat zij het volgende: Professionele ruimte is de ruimte voor de leraar om zijn expertise te benutten ten gunste van onderwijskwaliteit. Het gaat dan om de ruimte om te beslissen ten aanzien van onderwijsinhoud, onderwijsinrichting (didactisch, pedagogisch en organisatorisch) en professionele ontwikkeling (Onderwijscoöperatie, 2012). Uit deze definities kan worden opgemaakt dat het begrip professionele ruimte ingaat op de zeggenschap en vrijheid van de leraar tijdens zijn of haar werkzaamheden op school. Kernpunt van het begrip is de mate waarin leraren invloed kunnen uitoefenen op hun werk en de autonomie die zij hierbij ervaren. Dit uitgangspunt blijkt uit elk van de hierboven gepresenteerde definities. Wel kennen de verschillende definities elk hun eigen invalshoeken en benaderingen, afhankelijk van de context waarin het begrip gebruikt wordt en de actoren die van het begrip gebruik maken. Waar door de Onderwijscoöperatie en in het Convenant Leerkracht wordt gesproken over zeggenschap rondom het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school, gaat de AOb bijvoorbeeld voornamelijk in op zeggenschap bij het geven van onderwijs aan de aan de leraar toevertrouwde leerlingen. De door de AOb gehanteerde definitie concretiseert meerdere vormen van zeggenschap en laat zo duidelijk blijken wat volgens de AOb een optimale en passende vorm van professionele ruimte voor leraren is en welke grenzen gesteld worden aan professionele ruimte. Daarnaast wijken de verschillende definities af als het gaat om het belang dat gehecht wordt aan wet- en regelgeving. De Onderwijscoöperatie wijdt in haar definitie verder niet uit over wet- en regelgeving. Dit wordt wel benadrukt in het Convenant Leerkracht en in de definitie van de AOb. Dit verschil betekent echter niet dat leraren volgens de Onderwijscoöperatie niet gebonden zijn aan de geldende wet- en regelgeving, maar laat zien dat er geen blauwdruk te geven is voor wat professionele ruimte precies is. 2.2 Aspecten van professionele ruimte Nadat de verschillende definities van het begrip professionele ruimte zijn beschreven, wordt in deze paragraaf het begrip verder geconceptualiseerd. Hiervoor zijn verschillende aspecten van professionele ruimte omschreven. Om professionele ruimte in het onderwijs te creëren, zijn volgens de Stichting Nederlandse Schoolleiders Academie (hierna NSA) (2012) een drietal zaken van belang. Het gaat hierbij om ruimte geven, ruimte laten en ruimte nemen: 1. Ruimte geven heeft te maken met de mogelijkheden die leraren aangeboden krijgen voor het opdoen van ervaring met nieuwe rollen en taken. Hierbij is een belangrijke taak weggelegd voor de schoolleiding, die leraren binnen de wettelijke kaders de ruimte dient te geven om ervaring op te doen met nieuwe rollen en taken. 2. Ruimte laten hangt samen met ruimte geven en veronderstelt dat er ruimte moet zijn voor de betrokkenen om andere beslissingen te nemen dan vooraf aangenomen. Ook hier is een belangrijke taak weggelegd voor de schoolleiding, die van tevoren niet alle beslissingen dient vast te leggen en open dient te staan voor ideeën van leraren. 3. Ruimte nemen betekent dat actie genomen wordt om bestaande patronen te doorbreken. Dit zal binnen de kaders van bestaande wet- en regelgeving moeten gebeuren. Hier ligt een belangrijke taak bij de leraar, die de verkregen ruimte ook daadwerkelijk zal moeten benutten. Hiervoor zal 6

9 een balans gevonden moeten worden tussen het dragen van verantwoordelijkheid en het afleggen van verantwoording. Het benutten van de toegekende professionele ruimte brengt de plicht met zich mee om als leraar verantwoording af te leggen over de wijze waarop de zeggenschap wordt benut, over de wijze waarop de beschikbare middelen worden gebruikt en de resultaten die uiteindelijk behaald worden (Kessels, 2012). Deze aspecten van professionele ruimte laten zien dat onderling vertrouwen en communicatie tussen het bestuur, schoolleiding en leraren een belangrijke rol spelen bij de totstandkoming van zeggenschap en autonomie van leraren. Het bestuur en de schoolleiding zullen leraren de ruimte moeten geven om zeggenschap uit te oefenen over het opzetten en uitvoeren van onderwijskundigen kwaliteitsbeleid op school. Ook zullen zij ruimte open moeten laten, zodat leraren invloed kunnen uitoefenen en niet te maken krijgen met belemmeringen vanuit het bestuur en de schoolleiding. Tot slot blijkt uit de bovenstaande aspecten dat de leraar zelf ook een belangrijke rol speelt bij het benutten en versterken van zijn of haar professionele ruimte. De leraar dient onder andere de gegeven ruimte te benutten en op basis van zijn of haar verkregen zeggenschap verantwoordelijkheid te dragen en verantwoording af te leggen. Samenvattend is het dus van belang dat het bestuur en management vertrouwen hebben in de professionaliteit van leraren om invulling te geven aan hun professionele ruimte. Ook is het van belang dat het bestuur en het management dit vertrouwen doorgeven aan leraren. Voor leraren is het op hun beurt van belang dat zij vertrouwen hebben in hun eigen kunnen en het kunnen van hun collega s. Dit beeld wordt ook in andere onderzoeken geschetst. Uit onderzoek van Bruinig et al. (2012) blijkt bijvoorbeeld dat professionele ruimte een impuls kan geven aan de onderwijskwaliteit wanneer leraren, schoolleiders en andere belanghebbenden gestimuleerd worden om met elkaar in gesprek te gaan. Ook wordt in dit onderzoek uiteengezet dat het voor leidinggevenden onmogelijk is om op detailniveau de professionele ruimte van leraren aan te sturen. Zij moeten dus, zoals ook blijkt uit de bovenstaande tekst, ruimte laten en ruimte geven aan leraren om beslissingen te nemen. 2.3 Het spanningsveld professionele ruimte De aspecten waaruit professionele ruimte bestaat, laten zien dat het debat over professionele ruimte complex is. Vermeulen et al. (2012) spreken in het HBO in dit kader over het spanningsveld professionele ruimte (zie figuur 1). Dit spanningsveld is gebaseerd op drie pijlers: 1. Verantwoording over de opbrengsten van het onderwijs. 2. De kwaliteit van individuele docenten. 3. Het aanzien van de beroepsgroep. Dit spanningsveld is ook terug te zien in het primair onderwijs. Hier is het eveneens de vraag in welke mate leraren zeggenschap toegekend zullen krijgen, of zij hier voldoende op toegerust zijn en hoe de verantwoording over de kwaliteit van het onderwijs georganiseerd wordt binnen het gebruik van professionele ruimte. In hoofdstuk 5 en 6 behandelen we de eerste twee pijlers van het spanningsveld. Het aanzien van de beroepsgroep wordt in deze rapportage indirect behandeld. Dit houdt in dat het onderwerp niet als losstaand onderwerp aan bod komt. Wel blijkt onder andere uit het wetsvoorstel Versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs, dat in hoofdstuk 3 nader uiteengezet wordt, dat de status van de beroepsgroep van belang is als gesproken wordt over professionele ruimte. 7

10 Figuur 1. Spanningsveld professionele ruimte Status beroepsgroep Spanningsveld professionele ruimte Kwaliteit individuele docent Verantwoording opbrengsten Bron: Vermeulen et al. (2012). Ruimte voor vertrouwen. IVA Beleidsonderzoek in opdracht van Zestor) 2.4 Verschillen tussen onderwijssectoren De professionele ruimte van leraren is niet alleen in het primair onderwijs onderwerp van discussie. Ook in andere onderwijssectoren staat het onderwerp, in toenemende mate, centraal. De bovenstaande beschrijvingen over de professionele ruimte van leraren zijn dan ook van toepassing op het gehele onderwijsveld. Wel zal de uitwerking van de professionele ruimte voor leraren in de praktijk per onderwijssector kunnen verschillen, omdat dit per sector in een verschillende context plaats zal vinden. Ook de uitwerking van sectoroverstijgende afspraken kan per sector verschillen als gevolg van organisatorische verschillen en omgevingsverschillen per onderwijssector. Dit geldt bijvoorbeeld voor de uitwerking van de sectoroverstijgende afspraken die in het Convenant Leerkracht van Nederland zijn gemaakt om de professionele ruimte van leraren te versterken Dit blijkt onder andere uit onderzoek van Hogeling et al. (2009). Een van de belangrijkste ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs is de schaalvergroting die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Een andere schaal heeft mogelijk invloed op de professionele ruimte die leraren kunnen benutten. Ook hebben leraren in het voortgezet onderwijs te maken met wijzigingen in de bekostiging van leermiddelen. Deze ontwikkelingen hebben volgens Hogeling et al. (2009) invloed op de zeggenschap en autonomie van leraren in het voortgezet onderwijs. Aangenomen wordt dat deze ontwikkeling in het primair onderwijs minder sterk aanwezig is en dus ook minder invloed heeft op de professionele ruimte van leraren in deze sector. Het MBO heeft te maken met de invoering van het competentiegericht onderwijs. Ook deze ontwikkeling kan de professionele ruimte van leraren beïnvloeden. Deze ontwikkeling speelt in mindere mate in het primair onderwijs. In het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs zorgt het relatief kleine aantal contacturen met studenten, vooral in vergelijking met het primair onderwijs, weer voor een andere invulling van het begrip professionele ruimte. 2.5 Professionele ruimte in perspectief Ook in sectoren buiten het onderwijs wordt aandacht besteed aan de professionele ruimte van professionals. Zo is in sectoren zoals de (jeugd)zorg, de politie en de Rijksoverheid ook het debat gaande over de professionele ruimte van professionals. Ook wordt in andere sectoren gediscussieerd over de ruimte die professionals nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen, zij het in soms andere bewoordingen (ECBO, 2010). 8

11 Dronkers (2012) ziet in de jeugdzorg een begin van een kentering, zoals in veel andere maatschappelijke organisaties en ondernemingen, waarbij de zorgverlening van hulpverlener aan cliënt leidend is. Structuren zetten dan niet langer de toon. Op hetzelfde moment ontwikkelt zich een sterkere oriëntatie op het cliëntperspectief als uitgangspunt voor de vormgeving en uitvoering van die zorg. Antwoord op deze ontwikkelingen is volgens het Nederlands Jeugd Instituut een beroepsgroep die de ruimte ervaart om in dialoog met cliënten professioneel afwegingen te maken. In de politiesector vinden eveneens ontwikkelingen plaats die invloed hebben op de professionele ruimte van medewerkers. Zo heeft de inrichting van de nationale politie invloed op de professionele ruimte van politiemedewerkers. Een landelijk korps biedt politiemedewerkers meer professionele ruimte. Binnen de verantwoordelijkheden die zij hebben, kunnen zij vaker naar eigen inzicht handelen als dit wordt vereist (Politie.nl, 2013). Binnen de publieke sector worden eveneens verschillende projecten uitgevoerd om de professionele ruimte van leraren vorm te geven. Zo voert de Kwaliteitsagenda 2012 van het A+O fonds Rijk verschillende projecten uit die eraan bijdragen dat rijksambtenaren hun (persoonlijke) leiderschap en professionele ruimte kunnen vergroten. Dit wordt bereikt door verhoging van het bewustzijn, kennis en/of praktische ervaring (A+O fonds Rijk, 2012). Ook wordt in de publieke sector onderzoek uitgevoerd naar hoe werknemers hun zeggenschap en autonomie ervaren. Zo blijkt uit onderzoek van ICTU, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2012), dat bijna 70 procent van de ondervraagde professionals in de publieke sector aangeeft zelf te kunnen beslissen hoe ze hun werk doen. Daarnaast ervaart 72 procent van deze ondervraagde professionals ruimte om te experimenteren met manieren om het werk te doen. Het bepalen van het werktempo is voor professionals in de publieke sector minder vanzelfsprekend. Minder dan een derde van de respondenten geeft aan niet zelf te kunnen bepalen wanneer ze hun werkzaamheden kunnen inplannen 3. 3 De enquête is toegestuurd aan medewerkers bij de Rijksoverheid, gemeenten, provincies, rechterlijke macht, waterschappen, primair- en voortgezet onderwijs, middelbaar- en hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs. De resultaten uit deze enquête geven dus niet alleen weer hoe professionals in de publieke sector buiten het onderwijs hun professionele ruimte ervaren, omdat de enquête ook is uitgezet onder professionals in het primair onderwijs. 9

12 3. Wet- en regelgeving omtrent professionele ruimte Zoals in hoofdstuk 1 al aangegeven, heeft de Commissie Leraren in 2007 opgeroepen de zeggenschap van leraren over onderwijsinhoud en onderwijspraktijk te versterken 4. Deze oproep heeft aanzet gegeven tot het ontwikkelen van wet- en regelgeving om de zeggenschap van leraren over onderwijsinhoud en onderwijspraktijk wettelijk te verankeren. De ontwikkeling in het denken over weten regelgeving om de zeggenschap van leraren te versterken, wordt hieronder in enkele stappen uiteengezet. 3.1 Convenant Leerkracht In hoofdstuk 1 is beknopt beschreven dat de minister van OCW en de werkgevers- en werknemersorganisaties in het onderwijs in 2008 het Convenant Leerkracht hebben gesloten. In dit convenant komt ook de versterking van de positie van de leraar aan bod. Om de positie van de leraar te versterken, dienen volgens het convenant de volgende punten verankerd te worden in een wettelijk kader: de professionele ruimte van de leraar; het uitgangspunt dat leraren in samenwerking met collega s vorm en inhoud geven aan die professionele ruimte; dat leraren vorm en inhoud geven aan professionele ruimte in samenspraak met bestuur en management, binnen de beleidsmatige en organisatorische kaders die zijn vastgelegd, binnen de kaders van de eindverantwoordelijkheid van het bevoegd gezag; het uitgangspunt dat bestuur, management en leraren in overleg beslissen en vastleggen hoe de interne zeggenschap van leraren wordt georganiseerd. Daarbij wordt tussen het ministerie van OCW en de sociale partners de afspraak gemaakt dat er een professioneel statuut wordt ontwikkeld, waarin de bovenstaande punten nader worden uitgewerkt. In deze periode wordt dit plan opgevat als een landelijk professioneel statuut, dat door werkgevers en de onderwijsbonden per sector ontwikkeld wordt. 3.2 Wetsvoorstel Tweede Kamer Om de positie van leraren te versterken, is een voorstel tot Wijziging van ( ) de Wet op het ( ) onderwijs, ( ) in verband met de versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs gepresenteerd. Een van de eerste notities over dit voorstel dateert uit In deze eerste versie wordt uitgegaan van een professioneel statuut om de professionele ruimte van leraren te versterken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende passage: De leraren en het bevoegd gezag bepalen in onderling overleg op welke wijze de interne zeggenschap van leraren wordt georganiseerd en leggen dat vast in een professioneel statuut Op basis van deze notitie komt het echter nog niet tot concrete wijzigingen in wet- en regelgeving waarmee de zeggenschap van leraren versterkt kan worden. De discussie duurt voort in 2010 en In deze periode is het wetsvoorstel nader uitgewerkt en is de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel. In de hierop volgende periode is het wetsvoorstel in de Tweede Kamer besproken. Naar aanleiding hiervan wordt het bestaande wetsvoorstel aangepast. Volgens het aangepaste wetsvoorstel dient de Wet op het primair onderwijs op een aantal punten gewijzigd te worden. Zo dient 4 Deze oproep deed de commissie in het rapport LeerKracht! 10

13 artikel 29a toegevoegd te worden, ingaand op de deskundigheid en verantwoordelijkheid van leraren in het primair onderwijs. Volgens het wetsvoorstel dient dit artikel als volgt te luiden: de leraar beschikt over zeggenschap binnen de school, waaronder ten minste wordt verstaan de zeggenschap van de leraar over het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs; de leraar geeft in samenwerking met andere leraren en in overleg met het bevoegd gezag vorm en inhoud aan de zeggenschap, zoals bedoeld in het bovenstaande punt en het bevoegd gezag stelt na overleg met de leraren een regeling voor het werkoverleg vast met betrekking tot de wijze waarop de zeggenschap van de leraren wordt georganiseerd. Het wetsvoorstel dient, samenvattend, de positie van de leraar in de school te versterken. Het wetsvoorstel heeft als doel het bevoegd gezag te verplichten afspraken te maken met leraren over de wijze waarop de interne zeggenschap vorm wordt gegeven. De bovenstaande aanpassingen laten ruimte over voor discussie en nadere concretisering. Het is op basis van de bovenstaande tekst bijvoorbeeld moeilijk te concluderen wat wordt verstaan onder zeggenschap van de leraar over het ontwerp en de uitvoering van het onderwijsbeleid beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Dit laat mogelijk ruimte over voor het onderwijsveld om de wettelijke kaders nader in te vullen. 3.3 Voortgang behandeling wetsvoorstel De minister van OCW heeft in november 2011 een brief over het bovenstaande wetsvoorstel gestuurd aan de Tweede Kamer 5. Dit naar aanleiding van Kamervragen over het wetsvoorstel. Hierin deelt de minister mee dat hij de werkgeversorganisaties heeft verzocht de regie te nemen bij het ontwikkelen van de sectorale professionele statuten, waaronder ook het professionele statuut voor het primair onderwijs. Dit dienen de werkgeversorganisaties volgens de minister te doen in overleg met de werknemersvertegenwoordigers. De Tweede Kamer heeft in reactie op deze ontwikkeling laten weten te wachten met de behandeling van het wetsvoorstel tot de sectorinstituten en de beroepsgroep van leraren het eens worden over een handreiking voor een professioneel statuut. Dit betekent echter niet dat professionele ruimte geen onderwerp meer is in overheidsdocumenten. Onveranderd blijft dat in overheidsdocumenten aandacht wordt besteed aan de zeggenschap van leraren binnen de school over het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig beleid en het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Tot een handreiking voor een professioneel statuut in het primair onderwijs is het echter tot op het moment van het gereedkomen van deze rapportage nog niet gekomen. Wel heeft de PO-raad rond de jaarwisseling een bestuursakkoord gesloten met het ministerie van OCW. In dit akkoord wordt ook gesproken over de professionele ruimte van leraren en de totstandkoming van een sectoraal professioneel statuut. Dit statuut zal onder andere randvoorwaarden moeten bevatten, waarmee de zeggenschap van leraren over het onderwijskundigen kwaliteitsbeleid op school kan worden versterkt. Er is afgesproken dat de werkgeversorganisatie een handreiking zal ontwikkelen voor een professioneel statuut. Deze handreiking wordt opgesteld in overleg met de Onderwijscoöperatie (Bestuursakkoord PO , 2012). Dit proces is ook in het voortgezet onderwijs in gang gezet. De beslissing van de minister om de sectorinstituten en de beroepsgroep van leraren de regie te laten nemen bij het ontwikkelen van een handreiking voor een professioneel statuut heeft er ook voor gezorgd dat de AOb een commissie heeft ingesteld. Deze commissie heeft werk gemaakt van de handreiking Tweede nota van wijziging van het Wetsvoorstel versterking positie leraren (AOb, 2012). 5 Zie: 11

14 Deze handreiking is in september 2012 in de vorm van een wetsvoorstel overhandigd aan de staatssecretaris. De handreiking is een volledig concept wetswijziging. Met dit voorstel hoopt de AOb de professionele ruimte van de leraar te verankeren in wetgeving. 3.4 Aanhouding wetsvoorstel Minister-president Rutte heeft in november 2012 aan de Tweede Kamer laten weten enkele wetsvoorstellen in te willen trekken. In dezelfde brief heeft hij laten weten dat het wetsvoorstel Versterking van de positie van personeel dat is belast met het geven van onderwijs wordt aangehouden totdat een definitief besluit genomen kan worden over de intrekking van het wetsvoorstel. Omdat in de brief de nadruk ligt op het intrekken van wetsvoorstellen, ligt het in lijn der verwachting dat het wetsvoorstel uiteindelijk ook zal worden ingetrokken. Dit heeft als gevolg dat de positie van de leraar niet in de wet zal worden verankerd. 3.5 Professioneel statuut in andere onderwijssectoren Het MBO is de eerste onderwijssector waarin een professioneel statuut tot stand is gekomen. Met het statuut worden de afspraken uit het Convenant Actieplan Leerkracht ingevuld. De discussie omtrent de modernisering van de medezeggenschap in het MBO heeft een belangrijke rol bij gespeeld bij de totstandkoming van dit statuut (MBO-raad, 2010). Deze discussie over de modernisering van medezeggenschap is uitgemond in een wetsvoorstel. Dit voorstel, de Wet Medezeggenschap Educatie en Beroepsonderwijs, is in 2010 in werking getreden. Aanvullend op het wetsvoorstel zijn werkgevers en werknemers in het MBO het in 2009 eens geworden over een professioneel statuut in het MBO, dat zich richt op de verbetering van de professionaliteit van het personeel. Daarnaast wordt de betrokkenheid van docenten bij de instelling versterkt doordat een aantal aanvullende bevoegdheden wordt toegekend aan de OR. Het statuut bevat meer specifiek afspraken over de versterking van de professionaliteit van de werknemers en de betrokkenheid van werknemers (MBO, 2010). In het statuut is bijvoorbeeld opgenomen dat het bevoegd gezag met ondertekening van het statuut de professionele autonomie en verantwoordelijkheid van de medewerker erkent. Daarnaast erkent het bevoegd gezag door ondertekening het recht van medewerkers om binnen bepaalde kaders zelfstandig en in collegiale samenspraak beslissingen te nemen over de beroepsuitoefening. De medewerker zelf erkent door ondertekening dat de eindverantwoordelijkheid voor zijn verrichtingen bij de werkgever berust. Hierdoor is de medewerker verantwoording schuldig aan zijn of haar werkgever over alle taken die worden uitgevoerd ter vervulling van de functie (MBO-raad, 2009). 12

15 4. Ontwikkelingen in de professionele ruimte van leraren In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkelingen op het gebied van de zeggenschap en autonomie van leraren in het primair onderwijs over het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid, naast de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving die in het voorgaande hoofdstuk zijn beschreven. Deze ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in de periode Hierdoor ontstaat, samen met het voorgaande hoofdstuk, inzicht in de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren in Nederland hebben voorgedaan om de professionele ruimte van leraren op de kaart te zetten en te versterken. 4.1 Ontwikkelingen vanuit het onderwijsveld In het primair onderwijs komt de discussie over de professionele ruimte van leraren op gang. Er zijn verschillende bijeenkomsten georganiseerd waarin teams bijeenkomen om te praten over de professionele ruimte van leraren. Er zijn de afgelopen jaren daarnaast verschillende initiatieven ontplooid in het onderwijsveld, waarmee de ontwikkeling van eigenaarschap en de professionele ruimte van leraren worden gestimuleerd. Deze initiatieven zijn vaak breder van opzet en focussen dan ook niet exclusief op de professionele ruimte van leraren. Wel bieden deze programma s inzicht in de wijze waarop het onderwijsveld omgaat met initiatieven om onder andere de professionele ruimte van leraren te vergroten en versterken. Een van deze initiatieven is het programma Onderwijs Pioniers 6. Dit programma voor leraren laat zien dat leraren leiding kunnen geven aan verbetering van de eigen werkomgeving en dat zij kunnen meewerken aan vernieuwingen in het onderwijs en hier zelf ideeën voor kunnen aandragen. Het programma biedt vervolgens ruimte en gelegenheid aan leraren om daadwerkelijk vernieuwend aan de slag te gaan. Onderwijs Pioniers werkt vanuit de gedachte dat duurzame onderwijsverbeteringen die gedragen worden door leraren eerder ontstaan wanneer leraren zelf eigenaar zijn van onderwijsverbeteringen (Onderwijs Pioniers, 2012). Daarnaast stimuleert ook het programma Leerkracht aan Zet de kennisdeling en ontwikkeling van eigenaarschap en de professionele ruimte van leraren (Leerkracht aan Zet, 2012). Beide initiatieven zullen in het onderstaande kader nader uiteengezet worden. Naast bovenstaande binnenlandse ontwikkelingen wordt ook in het buitenland aandacht besteed aan de autonomie en zeggenschap van leraren. Zo besteden de High Tech High scholen in de Verenigde Staten aandacht aan de autonomie en zeggenschap van hun leraren (Van Dijk, Scheeren en Hoogeveen, 2011). Deze openbare scholen zijn in het leven groepen om ervoor te zorgen dat leerlingen goed zijn voorbereid op het hoger onderwijs en hun loopbaan. Omdat deze scholen zich richten op projectonderwijs hebben leraren het op High Tech High scholen voor het zeggen: er is een schoolleider, een secretaresse en voor de rest bestaat het personeelsbestand uit leraren. Leraren hebben hierdoor een grote professionele ruimte en verantwoordelijkheid: zij bepalen welke kennis noodzakelijk is voor hun leerlingen en hoe deze aangeboden wordt. Zo bepalen zij onder andere de projecten die leidraad zijn van het onderwijs. 6 Het programmaconcept is tot stand gekomen en verder ontwikkeld door een samenwerking van Stichting Nederland Kennisland, het CAOP, de Onderwijscoöperatie, de AOb en VBS. 13

16 Onderwijs Pioniers Het programma Onderwijs Pioniers biedt leraren en lerarenteams ruimte om hun goede idee op school te realiseren. Leraren(teams) ontvangen 5000 euro steun van de helpdesk en vier Pioniersdagen om samen met experts aan hun idee te werken. De slaagkans van vernieuwingen binnen de schoolorganisatie wordt zo vergroot. Leraren(teams) in verschillende sectoren hebben al meegedaan aan het programma. In totaal hebben veertig pioniers geleerd om zelf vernieuwingen te realiseren. Bron: Leerkracht aan Zet Het project Leerkracht aan Zet richt zich op het organiseren van eigenaarschap, professionalisering en zeggenschap van leraren. Bij het project hoort een stimuleringsprijs in de vorm van een award. De Award laat zien dat er scholen en teams zijn die voorop lopen met het organiseren van eigenaarschap van leerkrachten. Wanneer de leerkracht zich eigenaar voelt van zijn werk zit hij automatisch beter in zijn vel. Dit leidt tot kwaliteitsverbetering van het onderwijs voor de leerling en beter collegiale samenwerking. Bron: Overige aandacht voor professionele ruimte De professionele ruimte van leraren leeft eveneens onder de sociale partners in het onderwijs. Al in 2006 publiceerde de AOb een model voor een professioneel statuut. Zoals besproken in paragraaf 3.3 heeft de AOb meer recent een plan gelanceerd onder de noemer Wetsvoorstel versterking positie leraren, waarmee leraren inhoudelijke zeggenschap krijgen over hun lessen. Bovendien wordt er, door de zeggenschap van leraren bij wet te regelen, volgens de AOb (2012) voor gezorgd dat er minder regels komen. Door de positie van de leraar met regels te verankeren in de wet maakt men inzichtelijk wat er van welke partij wordt verlangd en ontstaat hierover minder discussie. Omdat de positie van de leraar wettelijk is verankerd, kunnen aanvullende afspraken op schoolniveau beknopter worden ingestoken. Hoewel dit plan momenteel nog een voorstel is dat is aangeboden aan de staatssecretaris, laat het plan zien dat het onderwerp leeft in het onderwijsveld en dat de nodige initiatieven worden ontplooid om de positie en zeggenschap van de leraar te versterken. De PO-Raad heeft, zoals in paragraaf 3.3. kort uiteengezet, als werkgeversorganisatie een bestuursakkoord gesloten met het ministerie van OCW. In dit akkoord wordt gesproken over de professionele ruimte van leraren en de totstandkoming van een sectoraal professioneel statuut. Er is afgesproken dat de werkgeversorganisatie een handreiking zal ontwikkelen voor een professioneel statuut. Deze handreiking wordt opgesteld in overleg met de Onderwijscoöperatie (Bestuursakkoord PO , 2012). Ook de Stichting van het Onderwijs (2012), een platform voor werknemers- en werkgeversorganisaties binnen het onderwijs, focust op de professionele ruimte van leraren. De professionele ruimte van leraren is een van de vier thema s binnen professionele ontwikkeling waarop de Stichting focust en waarvan de Stichting verwacht dat een belangrijke beweging in gang wordt gezet als elke onderwijssector aan deze thema s werkt. De Stichting wil op dit thema de volgende resultaten realiseren: Elke organisatie levert een bijdrage om de professionele dialoog tussen werknemer en leidinggevende op school te stimuleren. Het po, vo, mbo en hbo zullen professionele ruimte blijvend formeel markeren op sector- en/of schoolniveau. 14

17 Binnen elke sector zal de voortgang op deze punten worden gemonitord. De voortgang binnen het thema professionele ruimte wordt jaarlijks geagendeerd binnen de Stichting. Naast de sociale partners werkt ook de Onderwijscoöperatie (2012) aan de versterking van de positie van de leraar. Hiertoe heeft de Onderwijscoöperatie enkele ambities voor geformuleerd: Het versterken van de professionele positie en de professionele zeggenschap van leraren. Het bekrachtigen van leraren in het vormgeven en benutten van hun professionele ruimte. Het ontwikkelen van professionele feedback als instrument om professionele ruimte te benutten. Om deze ambities te realiseren richt de Onderwijscoöperatie een digitale etalage in, waar leraren goede voorbeelden en informatie kunnen vinden. De Onderwijscoöperatie werkt ook mee aan projecten om de professionele ruimte van leraren te versterken, bij voorkeur aan projecten die door leraren worden opgezet. Daarnaast besteedt ook de Inspectie van het Onderwijs aandacht aan het thema. De Inspectie richt haar toezicht onder andere op de invulling en de benutting van de professionele ruimte van leraren (Inspectie van het Onderwijs, 2011). Ook in het huidige jaarplan wordt de nadruk gelegd op het belang van professionele ruimte. De Inspectie onderzoekt daarom hoe de schoolleiding het professioneel handelen van de leraar aanstuurt. Bovendien wil de Inspectie van het Onderwijs weten hoe besturen onderwijskundig leiderschap van de schoolleiding bevorderen. Naast aandacht van de sociale partners en andere voor het onderwijsveld relevante organisaties is er de afgelopen jaren ook op andere wijze aandacht besteed aan professionele ruimte. Zo zijn er verschillende studies uitgevoerd, gericht op de professionele ruimte van professionals. Deze onderzoeken richten zich zowel op het onderwijs, als op andere sectoren. Zo is door Hogeling et al. (2011) een 0-meting uitgevoerd naar de zeggenschap die leraren in hun beroep ervaren. Op dit moment wordt voor het voortgezet onderwijs een 1- meting uitgevoerd, zodat meer bekend wordt over de wijze waarop leraren hun zeggenschap ervaren. Verder voeren APS en KPC Groep een gezamenlijk praktijkonderzoek uit naar de beleving van professionele ruimte onder leraren in het primair en voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn er verschillende onderzoeken die zich niet alleen op het onderwijsveld richten, zoals de 0-meting die is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK naar de ervaren professionele ruimte in het publieke domein. De resultaten van deze 0-meting zijn in paragraaf 2.5 al aan bod gekomen. 15

18 5. Het ontwerpen en uitvoeren van onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school Landelijke wet- en regelgeving schetst kaders voor de professionele ruimte van leraren. Het is aan scholen zelf om in samenspraak met leraren - binnen deze kaders invulling te geven aan de professionele ruimte van leraren. Dit hoofdstuk beantwoordt de vraag welke afspraken er op scholen zijn gemaakt of vaak nog gemaakt moeten worden over de zeggenschap van leraren over het ontwerp en de uitvoering van het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid van de school. 5.1 Beleidsmatige en organisatorische kaders Naast wet- en regelgeving geven beleidsmatige en organisatorische kaders op scholen een nadere invulling aan de wijze waarop leraren professionele ruimte kunnen benutten. De visie van een school is leidend in dit kader. Een professionele schoolorganisatie, met zeggenschap voor leraren, vraagt volgens de Commissie Leraren (2007) om een visie op onderwijs en afstemming van rollen en verantwoordelijkheden tussen alle betrokken op school. In deze visie komt vast te staan op welke wijze leraren onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school kunnen ontwerpen en uitvoeren. Overige kaders, waarbinnen de leraar zijn professionele ruimte kan benutten onder eindverantwoordelijkheid van het schoolbestuur, worden vaak vastgesteld door het bestuur. Het bestuur draagt daarmee zorg voor de professionele school, waarbinnen gezorgd wordt voor betrokkenheid onder leraren voor beslissingen over het onderwijs en de organisatie (Commissie Leraren, 2007). Ook Windmuller (2012) laat in haar promotieonderzoek zien dat besturen een verantwoordelijkheid hebben om de professionaliteit van leraren te versterken. Besturen kunnen dit volgens Windmuller vormgeven door te zorgen voor een taak- en verantwoordelijkheidsverdeling met een goede balans tussen sturing en autonomie. Het vaststellen van deze kaders wordt onder andere beïnvloed door de bestuurlijke en financiële vrijheid van het bestuur (Onderwijsraad, 2007). Autonomie voor schoolbesturen was lange tijd insteek van het beleid, terwijl op dit moment een tendens gaande is waarbij meer aandacht voor andere partijen dan het bestuur centraal komt te staan. Uitgangspunt is nu dat de bestuurlijke kaders leraren (en andere betrokkenen) in staat stellen invloed uit te oefenen op het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid van een school. Deze kaders dienen dan ook ter vergroting van de mogelijkheden van leraren om het onderwijs in te richten op basis van de eigen professionele inzichten. 5.2 Rol van de schoolleiding Hoewel professionele ruimte een ideaal is voor veel leraren, is de praktijk in sommige situaties wat weerbarstiger. Zo is de professionele ruimte van leraren onder andere afhankelijk van de ruimte die de leraar krijgt van de schoolleiding. Per school kan dit verschillen en het is dan ook aan scholen zelf om, binnen de geldende wet- en regelgeving, hier invulling aan te geven. Uitgangspunt is dat management en bestuur samen zorg dragen voor het scheppen van voorwaarden waaronder onder optimale omstandigheden een professionele school met zeggenschap voor leraren tot stand kan komen. Dit uitgangspunt blijkt onder andere uit het Convenant Leerkracht waar in hoofdstuk 3 nader op is ingegaan. Manier van leidinggeven Uit de literatuur blijkt dat de mate waarin leraren professionele ruimte ontvangen onder andere afhangt van de stijl van leidinggeven. Door zijn of haar manier van leidinggeven kan de leidinggevende de professionele ruimte van leraren stimuleren, maar ook beperken. Zo vraagt het invoeren van 16

19 professionele ruimte volgens sommigen om een hoge mate van innovatief leiderschap (KPC Groep, 2012). De ruimte voor leraren om (mede)eigenaar te worden van het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school is bovendien verbonden met het vertrouwen van de schoolleiding in de motivatie van leraren en de mate waarin schoolleiders organisatieaspecten op school kunnen loslaten. De schoolleiding dient een faciliterende opstelling in te nemen, die samengaat met een proactieve houding van leraren, zo stelt de KPC Groep (2012) in het artikel Professional of uitvoerder. Sterk leiderschap Windmuller (2012) pleit in haar proefschrift voor sterk leiderschap. Uit haar proefschrift blijkt dat veel leraren de autonomie niet vanzelfsprekend oppakken. Deze leraren verwachten van de directie dat zij daarin stimulerend en ondersteunend is. Volgens Windmuller hebben deze leraren behoefte aan sterk leiderschap, dat gericht is op het vaststellen van de koers en op het stimuleren en organiseren van professionele ontwikkeling. Wel wijst Windmuller ook op een andere groep professionals, namelijk leraren die wel kenmerken vertonen van professionele autonomie. Deze leraren hebben minder behoefte aan een sterke schoolleider, maar hebben daarentegen wel behoefte aan ruimte voor eigen initiatieven en eigen verantwoordelijkheid. Van de schoolleider wordt in deze situatie een andere houding gevraagd. Schoolleiders moeten dan ook kunnen differentiëren in de mate waarin zij autonomie bieden dan wel zelf verantwoordelijkheid nemen voor de versterking van de autonomie en zeggenschap van leraren. Gespreid leiderschap Hieraan gerelateerd is het principe van gespreid leiderschap. Gespreid leiderschap laat de mogelijkheid open dat meerdere personen leiderschap op zich nemen, omdat gespreid leiderschap gebaseerd is op de expertise van medewerkers in plaats van de positie van de medewerker binnen de schoolorganisatie. Zo kan per onderwerp de voortrekkersrol bij een andere leraar liggen, in plaats van bij de schoolleiding (Kessels, 2012). Dit werkt positief op het eigenaarschap en de zeggenschap die leraren ervaren, omdat leraren op deze manier kunnen ervaren dat de zeggenschap niet altijd bij dezelfde sleutelfiguren binnen de school ligt. Ook zorgt gespreid leiderschap voor een meer intensieve samenwerking tussen leraren en leidinggevenden. Windmuller stelt dan ook dat gespreid leiderschap vraagt om extended professionals (Windmuller, 2012). Deze leraren zijn niet alleen gericht op de klassenpraktijk en handelen niet langer routinematig, omdat zij dan onvoldoende zijn toegerust om verantwoordelijkheden op een ander niveau te kunnen nemen. Deze ontwikkeling stelt ook andere eisen aan leiderschap binnen scholen. Het leiderschap dient volgens Windmuller (2012) afgestemd te worden op de mate waarin leraren professionele autonomie hebben. Hoe autonomer de leraar is, hoe meer de schoolleiding gericht moet zijn op het bieden van ondersteuning en het bieden van faciliteiten. Inhoudelijke aansturing is dan minder van belang. 5.3 Samenwerking met andere betrokkenen Leraren staan steeds minder alleen in de uitvoering van hun beroep (Onderwijsraad, 2006). De individuele deskundigheid van leraren is nog van belang, maar daarnaast is de leraar ook in toenemende mate werkzaam in een team. Ook leiderschapspraktijken worden in toenemende mate in interactie met elkaar gezamenlijk gerealiseerd, zoals ook blijkt uit het hierboven besproken begrip gespreid leiderschap. Deze vormen van samenwerking hebben eveneens invloed op de mate waarin de leraar het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school zelfstandig of groepsgewijs kan beïnvloeden. Evenals de invloed van de schoolleiding op de professionele ruimte van leraren kan samenwerking met andere betrokkenen de professionele ruimte van leraren inkleuren. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat zij gezamenlijk zeggenschap over het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid op school dragen en hier ook 17

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

HET LERARENREGISTER - waarom willen we dit eigenlijk?

HET LERARENREGISTER - waarom willen we dit eigenlijk? FACTSHEET HET LERARENREGISTER - waarom willen we dit eigenlijk? Het Lerarenregister is het beroepsregister van leraren in het basis-, speciaal, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het initiatief

Nadere informatie

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Achtergrondinformatie bij het professioneel statuut

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Achtergrondinformatie bij het professioneel statuut Professioneel statuut voortgezet onderwijs VO-raad, november 2017 In deze bijlage met achtergrondinformatie wordt achtereenvolgens stilgestaan bij: 1. de voorgeschiedenis van het professioneel statuut

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

de Algemene Onderwijsbond, gevestigd te Utrecht, te dezen statutair of krachtens volmacht vertegenwoordigd door de heer G.J.W.M.

de Algemene Onderwijsbond, gevestigd te Utrecht, te dezen statutair of krachtens volmacht vertegenwoordigd door de heer G.J.W.M. Overeenkomst Partijen, De vereniging MBO Raad, gevestigd te De Bilt, te dezen statutair of krachtens volmacht vertegenwoordigd door de heer J. van Zijl en de heer R. Wilcke, verder te noemen de MBO Raad

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT

PROFESSIONEEL STATUUT Voorblad Weert, juni 2018 PROFESSIONEEL STATUUT Scholen voor voortgezet onderwijs moeten met ingang van het nieuwe schooljaar een professioneel statuut hebben. Dat statuut gaat over de vraag wat de professionele

Nadere informatie

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

podium _ februari 2014

podium _ februari 2014 24 Professioneel statuut: Ruimte voor couleur locale Het ziet er naar uit dat er dit jaar een professioneel statuut komt. Dit moet de professionele ruimte van leerkrachten versterken, en het team meer

Nadere informatie

doorpakken en bestendigen Stimuleringsregeling Professionele ruimte arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo

doorpakken en bestendigen Stimuleringsregeling Professionele ruimte arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo doorpakken en bestendigen Stimuleringsregeling Professionele ruimte arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: inleiding Werkgevers- en werknemersorganisaties

Nadere informatie

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Handreiking voor besturen en schoolleiders

Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Handreiking voor besturen en schoolleiders Professioneel statuut voortgezet onderwijs VO-raad, november 2017 Een opdracht aan schoolleiders en besturen Bouwstenen voor In de Wet Beroep leraar en lerarenregister (Wet BLL) is vastgelegd dat scholen

Nadere informatie

Professioneel statuut

Professioneel statuut Professioneel statuut Stichting Christelijk Speciaal Onderwijs Groningen (SCSOG) Besproken en vastgesteld in het BMT op 5 februari 2019. Besproken in de GMR op 18 maart 2019., 19 maart 2019 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN juni 2016 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2012 heeft de toenmalige minister van Onderwijs het predicaat Excellente School in het leven geroepen om goed presterende

Nadere informatie

Schoolleider tussen functie en beroep

Schoolleider tussen functie en beroep Schoolleider tussen functie en beroep Resultaten van twee enquête-onderzoeken onder schoolleiders en bestuurders 2015 September 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Schoolleider tussen functie en beroep...

Nadere informatie

RUIMTE GEVEN EN RUIMTE NEMEN EEN VERKENNING VAN DE ERVAREN PROFESSIONELE RUIMTE VAN DOCENTENTEAMS IN HET HBO.

RUIMTE GEVEN EN RUIMTE NEMEN EEN VERKENNING VAN DE ERVAREN PROFESSIONELE RUIMTE VAN DOCENTENTEAMS IN HET HBO. RUIMTE GEVEN EN RUIMTE NEMEN EEN VERKENNING VAN DE ERVAREN PROFESSIONELE RUIMTE VAN DOCENTENTEAMS IN HET HBO. Daniël van Middelkoop, Peter Horsselenberg & Mathieu Portielje Lectoraat HRM Hogeschool van

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

SAAM wijzer Professioneel statuut De Fonkeling

SAAM wijzer Professioneel statuut De Fonkeling 1 SAAM wijzer Professioneel Statuut 1.1 Aanleiding Vanaf 1 augustus 2017 is de wet Beroep leraar en lerarenregister (WBL) van kracht. Met deze wet wordt beoogd dat de positie van de leraar versterkt wordt,

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

De AOb krijgt veel vragen over de Wet Beroep Leraar. Wij hebben de meest gestelde vragen voor jullie onder elkaar gezet.

De AOb krijgt veel vragen over de Wet Beroep Leraar. Wij hebben de meest gestelde vragen voor jullie onder elkaar gezet. 25 augustus 2017 Vragen en antwoorden over Wet Beroep Leraar De AOb krijgt veel vragen over de Wet Beroep Leraar. Wij hebben de meest gestelde vragen voor jullie onder elkaar gezet. 1. Wanneer gaat de

Nadere informatie

Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister

Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister Reactie BVMBO op Internetconsultatie lerarenregister s-hertogenbosch, 5 februari 2015 De Beroepsvereniging Docenten MBO is opgericht om als beroepsgroep invloed uit te oefenen op ons vak en onze beroepsuitoefening.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum Betrokkenheid Onderwijscoöperatie bij Lerarenregister

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum Betrokkenheid Onderwijscoöperatie bij Lerarenregister >Retouradres De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Datum Betreft Betrokkenheid Onderwijscoöperatie bij Lerarenregister Uw brief van 23 maart 2018 27 maart

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 27 923 Werken in het onderwijs Nr. 360 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Het register. van, voor en door de leraar

Het register. van, voor en door de leraar Het register van, voor en door de leraar Waarom een lerarenregister? Het lerarenregister is het beroepsregister van leraren in het primair, speciaal, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Het initiatief

Nadere informatie

De enquête is door 41 collega s ingevuld vorig jaar waren er 25 respondenten.

De enquête is door 41 collega s ingevuld vorig jaar waren er 25 respondenten. VMBO PRO De enquête is door 41 collega s ingevuld vorig jaar waren er 25 respondenten. Alle aspecten zijn t.o.v. vorig jaar fors verbeterd. Met 5,62 scoort organisatie het laagst. Er zijn dus geen onvoldoende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 7 93 Werken in het onderwijs Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wat moet de PMR met de Wet beroep leraar en het Lerarenregister?

Wat moet de PMR met de Wet beroep leraar en het Lerarenregister? Wat moet de PMR met de Wet beroep leraar en het Lerarenregister? Henry van Bergen (Vice-voorzitter FvOv) De Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv) Programma Geschiedenis Kern van de wet Professionele

Nadere informatie

Voortgezet Onderwijs. 6 juni Inhoud. Examens. Onderzoek eerste en tweede correctie. Examens. Onderzoek eerste en tweede correctie.

Voortgezet Onderwijs. 6 juni Inhoud. Examens. Onderzoek eerste en tweede correctie. Examens. Onderzoek eerste en tweede correctie. Bekijk de online versie Voortgezet Onderwijs 6 juni 2016 Inhoud Examens Onderzoek eerste en tweede correctie Leraren Wetsvoorstel lerarenregister Lerarenbeurs 2016 Extra studieverlof voor zittende leraren

Nadere informatie

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs Preambule Door Nederland is de duidelijke keuze gemaakt om te gaan behoren

Nadere informatie

Curriculum in beweging

Curriculum in beweging Curriculum in beweging SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Strategische Agenda SLO 2017-2020 Curriculum in beweging De afgelopen twee jaar is een breed, landelijk debat gevoerd over een

Nadere informatie

WENDBAAR ZIJN, WENDBAAR BLIJVEN

WENDBAAR ZIJN, WENDBAAR BLIJVEN WENDBAAR ZIJN, WENDBAAR BLIJVEN Verkenning naar de leer- en inzetbaarheidscultuur in het primair onderwijs ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Wendbaar zijn, wendbaar blijven

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten

Onderzoeksresultaten Onderzoeksresultaten - 12-04-2016 Onderzoeksnaam 2015 12 Docentenpanel onderzoek De toekomst Selectiedatum 02-12-2015-02-02-2016 1. In deze korte enquête leggen we u een aantal vragen en stellingen voor

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK IJburgcollege Plaats: Amsterdam BRIN-nummer:28DH-00 edocsnummer: 4258514 Onderzoek uitgevoerd op: 29 mei 2013 Conceptrapport verzonden op: 20 juni 2013 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan: penvoerders opleidingsscholen en contactpersonen lerarenopleidingen Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag.. Datum 7 maart 2019 Reactie op advies Verkenning Leraren

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag.. Datum 7 maart 2019 Reactie op advies Verkenning Leraren >Retouradres Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum De kracht van het primair onderwijs Activiteiten Arbeidsmarktplatform 2017 Waarvoor kunt u in 2017 bij het Arbeidsmarkplatform PO terecht? Welke thema s staan dit jaar centraal? Hieronder staan de thema

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Ring 1 met de Inspectie van het onderwijs

Ring 1 met de Inspectie van het onderwijs Vertegenwoordigers ring 1 Datum Auteur verslag Mevrouw M. Das Ring 1 met de Inspectie van het onderwijs Omschrijving Vergaderdatum en -tijd Vergaderplaats Bestuurlijk overleg tussen de Inspectie en vertegenwoordigers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector

Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector Aan de slag voor de klas Convenant werkgelegenheidsbeleid tussen financiële sector en onderwijssector 1 De bestuurspartijen voor het onderwijs, namens deze PO-Raad VO-raad MBO Raad De Lerarenopleidingen,

Nadere informatie

Leraar24 Een online platform van, voor en door leraren met praktisch toepasbare video s en dossiers voor de lespraktijk of ter inspiratie.

Leraar24 Een online platform van, voor en door leraren met praktisch toepasbare video s en dossiers voor de lespraktijk of ter inspiratie. Ambassadeurs Ambassadeurs zijn actieve, enthousiaste leraren, die een dag per week voor de Onderwijscoöperatie werken. Zij gaan door het hele land in gesprek met collega s over het lerarenregister, professionele

Nadere informatie

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017 Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn 28 juni 2017 Inleiding Vier in balans-monitor 2017 Hoe is het gesteld met de inzet van ict in het onderwijs? Kennisnet vraagt scholen hiernaar en bundelt de resultaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Peer review in de praktijk

Peer review in de praktijk Rotterdam, maart 2013 Gwen de Bruin Susan van Geel Karel Kans Inhoudsopgave Inleiding Vormen van peer review Wat is er nodig om te starten met peer review? Wat levert peer review op? Succesfactoren Inleiding

Nadere informatie

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 040 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (fusietoets in het onderwijs) Nr.

Nadere informatie

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011

KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011 KWALITEITSAKKOORD BASISONDERWIJS DRENTHE 2010 en 2011 A. Inleiding De gedeputeerden van de 3 noordelijke provincies en de staatssecretaris voor primair onderwijs en kinderopvang hebben de Inspectie van

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

Professioneel Statuut, Concept Stanislascollege Praktijkonderwijs

Professioneel Statuut, Concept Stanislascollege Praktijkonderwijs Professioneel Statuut, Concept Stanislascollege Praktijkonderwijs Op basis van Professioneel statuut voortgezet onderwijs. Handreiking voor besturen en schoolleiders en Professioneel statuut voortgezet

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Themadirectie Jeugd, Onderwijs en Zorg IPC 2450 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR Reactieformulier Curriculum.nu visie Negen ontwikkelteams, leraren en schoolleiders werken aan de actualisatie van het curriculum voor alle leerlingen in het primair

Nadere informatie

Onderwijskwaliteit? Dan moet u bij de schoolbesturen zijn...

Onderwijskwaliteit? Dan moet u bij de schoolbesturen zijn... Onderwijskwaliteit? Dan moet u bij de schoolbesturen zijn... Edith Hooge Hans van Dael Selma Janssen Rolvastheid en toch kunnen variëren in bestuursstijl Schoolbesturen in Nederland beschikken al decennia

Nadere informatie

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo Deeltijdwerken in het po, vo en mbo 1. Inleiding In Nederland wordt relatief veel in deeltijd gewerkt, vooral in de publieke sector. Deeltijdwerk komt met name voor onder vrouwen, maar ook steeds meer

Nadere informatie

Utrecht, 14 december Betreft: Correctie Centrale Examens Geachte heer Slob,

Utrecht, 14 december Betreft: Correctie Centrale Examens Geachte heer Slob, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap t.a.v. de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media Drs. A. Slob Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Utrecht, 14 december Betreft: Correctie Centrale

Nadere informatie

projectplan professionaliseringstraject Technisch College Velsen Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland 2014-2016

projectplan professionaliseringstraject Technisch College Velsen Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland 2014-2016 projectplan professionaliseringstraject Technisch College Velsen Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland 2014-2016 Doelstellingen professionaliseringstraject Het SWV heeft als doelstellingen voor het

Nadere informatie

Investeren in leraren verhoogt onderwijskwaliteit

Investeren in leraren verhoogt onderwijskwaliteit Professionalisering Helft leraren scoort onvoldoende op didactische of differentiatievaardigheden Investeren in leraren verhoogt onderwijskwaliteit De afgelopen jaren zijn er diverse publicaties verschenen

Nadere informatie

spoorzoeken en wegwijzen

spoorzoeken en wegwijzen spoorzoeken en wegwijzen OVERZICHT OPLEIDINGEN OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP Opbrengstgericht leiderschap Opbrengstgericht werken en opbrengstgericht leiderschap zijn termen die de afgelopen jaren veelvuldig

Nadere informatie

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: CONCEPT Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Uitwerkingen van Brainpower sessies

Uitwerkingen van Brainpower sessies Hieronder zijn de resultaten van de Brainpower ingeklonken weergegeven. We zijn zo dicht mogelijk gebleven bij de geschreven teksten, maar hebben de tweedeling leraar/directeur weggelaten. Het is voor

Nadere informatie

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Peer-Review als onderdeel van Professionalisering. 22 november 2016 Petra Biemans

Peer-Review als onderdeel van Professionalisering. 22 november 2016 Petra Biemans Peer-Review als onderdeel van Professionalisering 22 november 2016 Petra Biemans Professionele ruimte review Docentprofessionalisering Peer- HRM-beleid 1. Professionele ruimte Professionele ruimte is:

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

60% leraren scoort onvoldoende op één of meer indicatoren

60% leraren scoort onvoldoende op één of meer indicatoren Tekst: Sabine Kokee Foto s: Shutterstock 60% leraren scoort onvoldoende op één of meer indicatoren De afgelopen jaren zijn er diverse publicaties verschenen over de kwaliteit van het onderwijs. Daarin

Nadere informatie

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid Binnen O2A5 staat een belangrijke verandering voor de deur, namelijk de invoering van zgn. onderwijsteams. Voor een succesvolle implementatie van deze organisatieverandering

Nadere informatie

Wijzer in de professionele ruimte

Wijzer in de professionele ruimte Wijzer in de professionele ruimte Strategieën om de professionele ruimte van docenten(-teams) te optimaliseren Rob Vink Wat is professionele ruimte? Als docent geef je vorm aan het onderwijs en daar voel

Nadere informatie

Sterk bestuur voor sterke scholen! De onderwijsresultaten

Sterk bestuur voor sterke scholen! De onderwijsresultaten Sterk bestuur voor sterke scholen! De onderwijsresultaten Een onderzoek naar bestuurskenmerken van sterkere en zwakkere scholen 2011-2013 Marieke Versloot Marjan Vermeulen Suzanne Beek In samenwerking

Nadere informatie

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor het bevoegd gezag van scholen en scholengemeenschappen in het voortgezet

Nadere informatie

Leerkracht aan zet: het begin is daar

Leerkracht aan zet: het begin is daar Leerkracht aan zet: het begin is daar De onderwijsprofessional die meer zeggenschap heeft over de inhoud van zijn dagelijks werk in de klas, zijn eigen professionele ontwikkeling en over (onderwijskundige)

Nadere informatie

Ministerie OCW Aan mevr. M. van Bijsterveld-Vliegenthart, Staatssecretaris Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Ministerie OCW Aan mevr. M. van Bijsterveld-Vliegenthart, Staatssecretaris Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Ministerie OCW Aan mevr. M. van Bijsterveld-Vliegenthart, Staatssecretaris Postbus 16375 2500 BJ Den Haag OOG voor het MBO staat voor Onafhankelijke Onderwijsgroep voor het MBO ; Een groep onderwijskundig

Nadere informatie

Schoolplan: handvat voor kwaliteitsbeleid

Schoolplan: handvat voor kwaliteitsbeleid Schoolplan: handvat voor kwaliteitsbeleid Inhoud 1 Wat is een schoolplan en wat is het doel? 3 2 Hoe kan het schoolplan een effectief en bruikbaar ontwikkelplan zijn? 3 3 Voor wie is het schoolplan? 3

Nadere informatie

Actieplan Veilige School 2015-2018

Actieplan Veilige School 2015-2018 Actieplan Veilige School 2015-2018 Inleiding De actieplannen Veilige School 1 van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat het onderwerp veiligheid goed op de kaart van het Haagse onderwijs staat.

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING. De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk,

INTENTIEVERKLARING. De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk, INTENTIEVERKLARING De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen en De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk, verder te noemen: de besturen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd, overwegende

Nadere informatie

Ongemak van autonomie

Ongemak van autonomie Ongemak van autonomie Sturen van onderwijskwaliteit in het primair onderwijs prof.dr. Martijn van der Steen (NSOB) NSOB USBO TIAS Aanleiding Het belang van onderwijskwaliteit: breed gedeeld Sturing van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Financieel-Economische Zaken IPC 5350 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

HR-beleid en de verschillende actieplannen. Myriam Lieskamp, beleidsmedewerker bij CNV Onderwijs

HR-beleid en de verschillende actieplannen. Myriam Lieskamp, beleidsmedewerker bij CNV Onderwijs HR-beleid en de verschillende actieplannen. Myriam Lieskamp, beleidsmedewerker bij CNV Onderwijs Het ministerie van OCW heeft een aantal plannen gelanceerd, om het onderwijs in alle sectoren naar een hoog,

Nadere informatie

Onderwijs2032. Uw feedback op het advies!

Onderwijs2032. Uw feedback op het advies! Onderwijs2032 Uw feedback op het advies! Doel van deze bijeenkomst Ophalen van feedback vanuit schoolbestuurders en schoolleiders op het hoofdlijn advies van het platform Onderwijs2032 tbv de reactie van

Nadere informatie

Professionele ontwikkeling in de lift: de gezamenlijke agenda. Juni 2012

Professionele ontwikkeling in de lift: de gezamenlijke agenda. Juni 2012 Professionele ontwikkeling in de lift: de gezamenlijke agenda Juni 2012 Inleiding Nederland heeft goed onderwijs, maar onze ambitie reikt verder. Wij vinden dat het Nederlands onderwijs zich op alle vlakken

Nadere informatie

Jaarplan VTOI

Jaarplan VTOI Jaarplan VTOI 2016 1 Jaarplan 2016 Inleiding: de kracht van professioneel toezicht 2016 is het jaar waarin het beleidsplan 2013 2016 zijn laatste jaar ingaat en vooruit wordt gekeken naar de volgende stappen

Nadere informatie

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Vier jaar onderzoek naar onderzoeksmatig leiderschap: welke inzichten levert het op? Meta Krüger Lector leiderschap in het onderwijs Inhoud lezing

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Nijmegen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Montessori Nijmegen Plaats : Nijmegen BRIN nummer : 12ZD C1 Onderzoeksnummer : 291967 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 2 mei 2017 Pagina

Nadere informatie

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context Functie Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Unitleider LD en evt. arbeidsmarkttoelage Management -> Overig management Beleid mede voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur,

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur, a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie 349195 Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015 Geacht

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. RSG Stad en Esch HAVO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. RSG Stad en Esch HAVO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING RSG Stad en Esch HAVO Locatie Zuideinde Plaats: Meppel BRIN-nummer: 25 CL-0 Onderzoek uitgevoerd op: 6 december 2011 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie