De wetenschapsstage in CRU Master jaar 3 (versie September 2017)

Transcriptie

1 De wetenschapsstage in CRU Master jaar 3 (versie September 2017) 1. Inleiding Master jaar 3 van het CRU curriculum bevat een periode van 12 weken voor de wetenschappelijke onderzoeksstage. De wetenschapsstage beslaat een aaneengesloten periode en kan worden uitgebreid tot 18 of 24 weken door samenvoeging met de keuzestages uit jaar 3. De keuzestages in Master jaar 1 & 2 staan los van de wetenschapsstage in Master jaar 3. Het is echter mogelijk om ze verticaal te integreren met de wetenschapsstage tot een programma waarbij in het keuzeonderwijs van jaar 1 & 2 bijvoorbeeld een review en/of METC aanvraag wordt geschreven die het vervolgens mogelijk maakt om wetenschappelijk onderzoek naar deze vraagstelling te verrichten gedurende de wetenschapsstage in Master jaar 3. De wetenschapsstage kan ook gekoppeld worden aan een semi arts stage. In dat geval is de totale duur vastgelegd op 24 weken en is er sprake van een combi stage. Alvorens aan de wetenschapsstage kan worden begonnen, dient de UVT gehaald te zijn en al het overige onderwijs uit voorgaande jaren alsmede het Startblok I Master jaar 3 met voldoende resultaat te zijn afgesloten. De student is verantwoordelijk voor de gang van zaken met betrekking tot zijn/haar wetenschapsstage. 2. Coördinator en examinator Dr. N. Bovenschen, kamer AZU G (Secretariaat AZU H04.313), Afdeling Pathologie, UMC Utrecht, Heidelberglaan 100, 3584 CX Utrecht. Tel: / schakeljaar@umcutrecht.nl Spreekuur: Elke woensdag van 13.00u 14.00u 3. Doelen van de wetenschapsstage De opleiding biedt een programma waarin de student leert: 1) zelfstandig medisch wetenschappelijk onderzoek uit te voeren in een door hem/haar gekozen project en hierover in schriftelijke en mondelinge vorm te rapporteren. 2) academische vaardigheden toe te passen en te verdiepen 3) regels en normen van integere wetenschapsbeoefening toe te passen 4) inzicht te verwerven in het functioneren en belang van wetenschappelijk onderzoek 4. Eindtermen De student is na met een voldoende afgeronde wetenschapsstage in staat tot: A. Het formuleren van een onderzoeksvoorstel Een wetenschappelijk relevante probleemstelling bedenken, een overzicht over de relevante literatuur verwerven en de probleemstelling vertalen in een onderzoekbare vraagstelling. Bij deze vraagstelling passende onderzoek benaderingen bedenken. Een analysemethode selecteren of ontwikkelen (indien van toepassing) waarmee de vraagstelling is te beantwoorden. B. Het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek Na inwerking, min of meer zelfstandig, het beoogde geneeskundige wetenschappelijke onderzoek verrichten met gebruikmaking van de geselecteerde techniek(en) waarbij nieuwe gegevens worden verzameld. Systematisch gegevens registreren op een manier dat deze toegankelijk worden voor anderen Gegevens ordenen op een manier dat deze toegankelijk worden voor anderen Gegevens analyseren, interpreteren en conclusies trekken 1

2 Een verslag schrijven volgens de opbouw van een wetenschappelijke publicatie. Dit dient in wetenschappelijke taal en formuleringen en in de juiste structuur geschreven te zijn Bevindingen van het onderzoek op een heldere en overzichtelijke wijze presenteren voor een publiek met medische achtergrond op academisch niveau. 5. Het wetenschapsstageproject Het project kan een onderdeel zijn van een al langer lopende onderzoekslijn, zolang de eigen inbreng van de student maar duidelijk herkenbaar is. Het onderzoek mag epidemiologisch, patiëntgebonden, fundamenteel biomedisch zijn, of alles daar tussenin. In principe genieten projecten met een hands on laboratorium component de voorkeur. Het project mag niet uit literatuuronderzoek bestaan. Het schrijven van een METC aanvraag of een onderzoeksprotocol kwalificeert eveneens niet als invulling van de wetenschapsstage. De wetenschapsstage kan in beginsel vanuit elk Nederlands of buitenlands medisch onderzoeksinstituut of ziekenhuis worden aangeboden. Voor wetenschapsstages elders in Nederland of in het buitenland geldt dat de begeleiding onder supervisie van een gepromoveerd staflid van het gastinstituut plaatsvindt. Daarnaast treedt een gepromoveerd staflid van het wetenschappelijk personeel in het UMC Utrecht als formeel begeleider op. De student maakt in overleg met de begeleider een onderzoeksplan. Elk plan voor een wetenschapsstage moet zijn goedgekeurd door de coördinator van de wetenschapsstages alvorens daadwerkelijk aan de stage kan worden begonnen. Indien een voorstel eenmaal is goedgekeurd, is het niet toegestaan om zonder overleg met de coördinator wijzigingen in de stageopzet aan te brengen. 6. Het verslag Dit verslag wordt in het Engels geschreven met de student als enige auteur en is een duidelijke beschrijving van het werk dat in het onderzoeksvoorstel is beschreven en in de aangevraagde periode is uitgevoerd. Eerder door student gedurende de studie gegenereerde teksten kunnen niet in enigerlei vorm in de verslaggeving van de wetenschapsstage aangewend worden. De titelpagina bevat: Titel, naam student, studentnummer, naam en affiliatie van de begeleider(s), naam van de afdeling en periode dat de stage is gelopen. De titel bevat maximaal 85 karakters incl. spaties. Het verslag dient geschreven te worden volgens de structuur van een wetenschappelijke publicatie en in wetenschappelijke taal. Het verslag bestaat uit een samenvatting (< 250 woorden) die kan (maar niet hoeft) te zijn gestructureerd in: introductie/materiaal & methoden/resultaten/discussie. Hierop volgt een introductie, met een heldere vraagstelling of doel van de studie in de context van de hierover gepubliceerde literatuur, een overzicht van de methoden, een beschrijving en weergave van de resultaten in narratieve vorm, gevolgd door een discussie. De discussie vat bondig de belangrijkste resultaten samen maar mag geen herhaling van de resultatensectie zijn, en vervolgt met een kritische analyse van de resultaten. Dit deel van het verslag plaatst de resultaten van het onderzoek in een breed kader, tegen de achtergrond van de literatuurgegevens. Er vindt terugkoppeling plaats naar de vraagstelling en hypothese en er worden kritische kanttekeningen geplaatst. Tabellen en figuren zijn voorzien van een legenda met voldoende informatie om de figuur/tabel te kunnen begrijpen. De literatuurreferenties dienen, afhankelijk van het onderwerp maar over het algemeen, een adequaat aantal internationale artikelen te bevatten met voldoende actualiteit (een richtlijn hierbij is artikelen). Onderzoeksrapporten, abstracts en andersoortig materiaal dat niet aan het peer review proces onderworpen is geweest, kan niet geciteerd worden. Het verslag dient er verzorgd uit te zien en de definitieve versie dient een paginanummering te bevatten. Let op het wetenschappelijk niveau, de systematisch logische opbouw van het geheel, (on)dubbelzinnigheid en leesbaarheid (gebruik alleen afkortingen als ze meer dan 4 keer voor komen in de tekst, en definieer ze altijd op het moment dat ze voor het eerst worden gebruikt, echter niet in het abstract). Voeg een lijst met gebruikte afkortingen toe aan het verslag direct na de titelpagina. Door veel wetenschappelijke 2

3 artikelen te lezen, ontwikkelt de student inzichten over de opbouw, de inhoud, en het taalgebruik voor het eigen verslag. Er bestaan zeer goede how to boeken voor het schrijven van wetenschappelijke artikelen (bijvoorbeeld). Robert S.Day, How to Write and Publish a Scientific Paper, 7th edition, Greenwood Press, 2011 William Strunk, Jr. and E.B. White, The Elements of Style, Penguin New York, Ook op de websites van onder meer de gerenommeerde Amerikaanse universiteiten is nuttige informatie over deze materie te vinden. Als richtlijn voor de lengte van het verslag geldt een wordcount van woorden, exclusief referenties, tabellen, figuren, en bijlagen. In voorkomende gevallen vragen onderzoeksprojecten om een meer gedetailleerde verslaglegging. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van bijlagen bij het verslag. Maak indien van toepassing, 1 document van verslag en de bijlagen. De beoordeling van het verslag heeft primair betrekking op het verslag zelf, hetgeen een zodanige kwaliteit dient te hebben dat het na verdere bewerking en aanpassingen als artikel aangeboden zou kunnen worden aan een Engelstalig wetenschappelijk tijdschrift. Een (systematic) review (met meta analyse) is als geheel of gedeeltelijke invulling niet toegestaan. 7. De eindpresentatie In de eindpresentatie worden de bevindingen van het onderzoek op een heldere en overzichtelijke wijze professioneel met alle beschikbare audiovisuele middelen gepresenteerd en bediscussieerd op academisch niveau. Criteria voor een goede presentatie zijn: Adequate opbouw met genoeg achtergrond informatie. Duidelijke vraagstelling, onderzoeksmethode (kort) en resultaten, conclusie slaat terug op vraagstelling. Evenwichtige verhouding tussen de onderdelen (introductie methode resultatenconclusies). Voldoende wetenschappelijke diepgang (overall resultaten presenteren!). Begrijpelijk zijn voor wetenschappers en collega artsen die niet actief zijn in het vakgebied. Gebruik van goede presentatie technieken. Het formulier beoordeling presentatie wetenschapsstage bevat een verdere explicitering van de criteria voor een wetenschappelijke presentatie. 8. De beoordeling De eindbeoordeling wordt opgemaakt aan de hand van de meest recente versie van het beoordelingsformulier. De examinator wijst aan het begin van de stage een 2 e beoordelaar toe. De 2 e beoordelaar is een gepromoveerd staflid binnen het UMCU en is van een andere afdeling als de primaire begeleider. De student is zelf verantwoordelijk voor afspraken met deze 2 e beoordelaar wat betreft de tijdige beoordeling van het verslag. Een eenmaal ingediende (en door begeleider en 2 e beoordelaar) beoordeelde versie van het verslag kan niet meer vervangen worden door een andere. Aan het eind van de stageperiode wordt de wetenschapsstage op 3 aspecten beoordeeld door de begeleider: Praktisch Werk/Projectuitvoering (25%), Eindverslag (25%) en Eindpresentatie (25%). De 2 e beoordelaar beoordeelt alleen het verslag (25%). Het eindcijfer wordt vervolgens bepaald middels hierboven genoemde rato. De eindbeoordeling dient uiterlijk 6 weken na afloop van de goedgekeurde wetenschapsstage te worden ingeleverd. Deze termijn is ook van toepassing op het wetenschappelijk deel van een combistage. Indien de wetenschapsstage de laatste 3

4 studieactiviteit is en direct aansluit op het afsluitblok, dan vervalt de bovengenoemde periode van 4 weken en dient de beoordeling met verslag op de laatste dag van de stage te worden ingeleverd. De beoordeling wordt opgesteld door de directe begeleider en al dan niet in gewijzigde vorm overgenomen door de verantwoordelijke eindbegeleider. In geval van een externe stage, doet de senior begeleider op locatie een beoordelingsvoorstel aan de verantwoordelijk UMCU begeleider. De beoordelingen van begeleider en 2 e beoordelaar worden altijd vergezeld van feedback en motivatie middels Rubrics. Voor het geven van feedback/motivatie op het praktische werk, het verslag en de eindpresentatie zijn er RUBRICS beschikbaar. De eerste beoordelaar heeft een RUBRIC voor alle onderdelen, de 2e beoordelaar alleen voor het verslag. Indien het verschil tussen de beide beoordelingen meer dan 2 punten bedraagt, dan zal het verslag worden gelezen door een 3 e persoon (de examinator). Het cijfer van de 3 e beoordelaar wordt in dit geval gemiddeld met het cijfer van de begeleider. De student is verantwoordelijk voor het (tijdig) beoordeeld krijgen van de wetenschapsstage. Beoordeling door examinator CRU wetenschapsstages De examinator stelt het uiteindelijke cijfer voor de stage vast en communiceert de beoordeling naar de Schakeljaar studieadministratie alsmede student, begeleider en (eventueel) examencommissie. De examinator zal studiepunten toekennen, wanneer hij er zich van heeft overtuigd, dat het projectresultaat en de beoordeling in overeenstemming zijn met de criteria en de kwaliteit van de wetenschapsstages in Masterjaar 3 en er bij controle geen plagiaat is vastgesteld. Klachten en beroep Beroep over het eindcijfer is mogelijk op procedurele, echter niet op inhoudelijke gronden. Over de inhoudelijke aspecten van de beoordeling wordt niet gecorrespondeerd. Indien er een verschil van mening bestaat tussen de student en de begeleider over de beoordeling, dan wordt het eindcijfer in overleg tussen de examinator, de 2 e beoordelaar, en een onafhankelijk vakinhoudelijk deskundige vastgesteld. Indien een student een onoverkomelijk bezwaar heeft tegen een beoordeling kan hij/zij zulks aanhangig maken bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). 9. Welke documenten dienen te worden ingeleverd samen met de beoordeling? Onderstaande formulieren dienen te worden ingeleverd bij STIP. Het eindverslag dient per te worden verstuurd naar het secretariaat (mw. M. Dankbaar, schakeljaar@umcutrecht.nl) 1. Eindbeoordelingsformulier ingevuld door de begeleider (inclusief eindcijfers praktisch werk, eindverslag en eindpresentatie) ondersteund door 4x beoordelingsformulieren: a. Rubric beoordeling Praktisch werk (1 e beoordelaar) b. Beoordelingsformulier Eindpresentatie (1 e beoordelaar) c. Rubric beoordeling Eindverslag (1 e beoordelaar) d. Rubric beoordeling Eindverslag (2 e beoordelaar) 2. Formulier professioneel gedrag 3. Formulier planningsgesprek 4. Formulier voortgangsgesprek + Rubric tussentijdse beoordeling 10. Nog meer regels en richtlijnen rond de wetenschapsstage Studenten wordt geadviseerd zich voorafgaand aan het indienen van het projectvoorstel bij Schakeljaar, middels literatuuronderzoek te vergewissen van de significantie, originaliteit en houdbaarheid van een vraagstelling. De wetenschapsstage dient uiterlijk 8 weken voor de 4

5 aanvangsdatum op een daarvoor bestemd formulier te worden ingediend bij schakeljaar (formulier onderzoeksvoorstel). Deze versie is door de verantwoordelijk begeleider reeds goedgekeurd. Het formulier is te downloaden van de CRU schakeljaar website. Pas na goedkeuring door de coördinator/examinator kan met de stage worden begonnen. De student doet er verstandig aan op dit moment al afspraken te maken voor de data van de eindpresentatie en het eindgesprek. Bij afkeuring of een verbetering behoevend voorstel, heeft de student met deze deadline voldoende tijd een nieuw of aangepast voorstel in te sturen. Bij afkeuring wordt student geadviseerd per omgaand contact op te nemen met de coördinator/examinator. Gezien de nauwgezette toestemmingsprocedure vóór aanvang van een stage, is een wijziging van de inhoud of uitvoer van een goedgekeurde stage niet meer mogelijk. Indien nodig bijvoorbeeld wanneer blijkt dat de stage niet uitgevoerd kan worden volgens het aangemelde voorstel kan de student nog aan het begin van een stage een beargumenteerd voorstel tot wijziging bij de coördinator/examinator indienen. De coördinator/examinator zal zo een voorstel dan beoordelen en al dan niet toestemming tot wijziging verlenen. Een eerder ingeleverd verslag mag door de student niet geïncorporeerd worden in het verslag van de wetenschapsstage. Voor externe wetenschapsstages (inclusief in een OOR ziekenhuis) fungeert een gepromoveerd staflid van het UMC Utrecht als eindbegeleider. Voor een buitenlandstage dient de student een uitnodigingsbrief aan de coördinator/examinator te overleggen waarin een gepromoveerd staflid van het gastinstituut toezegt de verantwoordelijkheid voor supervisie van de stage op zich te nemen. Voor de buitenlandstage is dus een gepromoveerd begeleider formeel verbonden aan het gastinstituut vereist. Voor een stage in het buitenland moet de student tijdig contact opnemen met het International Office en voor het maken van een afspraak met een medewerker kan de student terecht bij STIP (Studie Informatiepunt). Informatie over de organisatie van een stage in het buitenland is te vinden op de website van het International Office. De student doet er verstandig aan vóór vertrek naar het buitenland al een afspraak te maken voor de eindpresentatie en het eindgesprek. Hoewel wetenschappelijk onderzoek veelal in teams wordt uitgevoerd, is het niet toegestaan om met twee studenten tegelijkertijd aan een wetenschapsstage met overlappende onderwerpen bij dezelfde begeleider te werken. Indien de wetenschapsstage een goedkeuring door METC of DEC behoeft, dan dient deze goedkeuring aanwezig te zijn op het moment van aanvang van de wetenschapsstage. Mocht zo'n goedkeuring er nog niet zijn dan mag alleen aan de stage worden begonnen indien het goedgekeurde stagevoorstel een extra 'reserve 'plan bevat dat gebruikt zal worden indien geen METC /DEC goedkeuring wordt verkregen; voor de uitvoering van dit extra plan dient geen METC/DEC goedkeuring vereist te zijn. 11. Eventuele vrijstelling voor de wetenschapsstage Er wordt bij hoge uitzondering vrijstelling gegeven voor de wetenschapsstage. Hiervoor dient de student een verzoek in te dienen bij de examen commissie. 5

6 12. Formulieren Met uitzondering van het 'doordruk' eindbeoordelingsformulier dat te verkrijgen is bij STIP en Willie's winkeltje, zijn alle overige formulieren te downloaden van de CRU Schakeljaar website. Alleen de meest recente versies (op het moment van de beoordeling) hebben geldigheid, de verantwoordelijkheid voor het gebruik hiervan ligt bij de student. 13. Tenslotte De coördinator/examinator kan op basis van voortschrijdend inzicht en omstandigheden in voorkomende gevallen en na overleg met de Commissie Keuzeonderwijs (en/of met de Examencommissie) afwijken van de richtlijnen, criteria en procedures. 6