Hoge Raad 29 april Conclusie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad 29 april Conclusie"

Transcriptie

1 Hoge Raad 9 april 994 Conclusie A-G mr. Asser Conclusie. Inleiding.. Het gaat in deze zaak thans uitsluitend om de vraag of verweerster in cassatie sub - EZH - ontvankelijk is in het door haar tegen eiseres tot cassatie - Staalbouw - als geïntimeerde ingestelde hoger beroep bij het Gerechtshof te Den Haag van een tussen partijen door de Rotterdamse Rechtbank gewezen vonnis van 7 oktober Verweerster in cassatie sub - MBF - heeft in appel verzocht te mogen tussenkomen en zij heeft bij de uitkomst van dit cassatieberoep belang omdat haar interventie - waaromtrent het hof in het thans bestreden arrest overigens heeft overwogen dat het door MBF in wezen was teruggebracht tot een verzoek om zich in de hoofdzaak te mogen voegen aan de zijde van EZH - het lot van de hoofdzaak in appel volgt..3. De vraag of EZH in appel ontvankelijk is te achten is gerezen door de volgende, door het hof als vaststaand aangenomen, feitelijke gang van zaken, waarvan ook in cassatie kan worden uitgegaan..3.. De appeltermijn in de hoofdzaak verstreek op 9 januari Op 4 januari daaraan voorafgaande heeft EZH een appeldagvaarding, met oproeping van Staalbouw tegen de zitting van het hof van maart 990, doen betekenen Betekening heeft niet plaatsgevonden op de voet van art. 343 lid Rv ten kantore van de procureur in eerste aanleg van Staalbouw maar ten kantore van de procureur in prima van EZH zelf EZH heeft op 3 januari 990, onder instandhouding van die dagvaarding, een herstelexploit ten kantore van de procureur in eerste aanleg van Staalbouw doen uitbrengen. Zie ook Adv.bl. 994/, p. 54 (M.A.J.G. Janssen); red.

2 .3.5. Aanvankelijk was in appel tegen Staalbouw verstek verleend, maar nadien heeft zij (door haar verschijnen) het verstek gezuiverd..4. In het door MBF geopende incident tot tussenkomst heeft Staalbouw vervolgens zich - blijkens de samenvatting in r.o. 5 van het bestreden arrest - op het standpunt gesteld dat zij van de dagvaarding van 4 januari 990 eerst na afloop van de appeltermijn vernam, nadat harerzijds om voldoening aan het vonnis van de rechtbank was verzocht, en dat die dagvaarding rechtens niet als zodanig is aan te merken wegens de wijze waarop zij werd betekend. Die dagvaarding is volgens haar namelijk niet uitgebracht maar "intern" gebleven. Zij betoogt (subsidiair) dat hier in elk geval sprake is van een niet voor herstel vatbaar verzuim..5. Bij arrest van 7 november 99 in het incident tot tussenkomst heeft het hof dit betoog en het daarop gebaseerde beroep van Staalbouw op de niet-ontvankelijkheid van EZH in haar hoger beroep verworpen. Op de redengeving van het hof kom ik straks terug..6. Van dit arrest - waarbij het hof overigens ook MBF toestond zich in het appel aan de zijde van EZH te voegen - is Staalbouw tijdig in cassatie gekomen met een middel dat is opgebouwd uit twee onderdelen die zelf bestaan uit telkens een aantal subonderdelen. EZH en MBF hebben het middel bestreden. Bespreking van het cassatiemiddel.. Het belang van de zaak is gelegen in de vraag of Staalbouw binnen de appeltermijn is gedagvaard. Als ik haar standpunt goed begrijp dan houdt dat in dat de dagvaarding van 4 januari 990 niet als dagvaarding kan gelden, dat het herstelexploit, indien al in een geval als het onderhavige mogelijk, na afloop van die termijn is uitgebracht en dat zij daarom niet binnen de appeltermijn (geldig) is gedagvaard. De discussie spitst zich dan ook toe op de vraag of de oorspronkelijke dagvaarding als dagvaarding kan gelden in de zin van art. 343 lid Rv... Aldus poogt echter Staalbouw, die in hoger beroep is verschenen, naar ik meen in feite te ontsnappen aan de werking van art. 94 Rv dat, waar het haar beroep op de nietigheid van de dagvaarding betreft, haar slechts een zeer beperkte kans op succes biedt. Art. 94 beoogt immers, naar ik meen, discussies over de vraag of de verschenen verweerder op behoorlijke wijze is opgeroepen in beginsel uit te sluiten. De helderheid van het stelsel zou er mee gediend zijn indien daarmee tevens geschillen over de vraag of de gebrekkige oproeping wel kan gelden als tijdige dagvaarding in appel (of cassatie) zouden worden voorkomen. Kan het gebrek in de dagvaarding, waar het de oproeping betreft, niet meer aan de orde komen - en daarmee de kwestie of het gebrek in de dagvaarding nog op de voet van art. 9 Rv hersteld kon worden en ook (tijdig) is hersteld - indien de verweerder is verschenen, dan behoort dat eigenlijk tevens te gelden voor de tijdigheid van de dagvaarding, tenzij natuurlijk de dagvaarding zelf na de termijn is uitgebracht..3. Dit alles zou ik willen vooropstellen. Mocht Uw Raad het daarmee eens zijn dan strandt daarop het cassatiemiddel reeds aanstonds. Maar ik moet ermee rekening houden dat U daar anders over oordeelt en ga daarom nu op het middel in. Daarbij zal ik wat ik zojuist heb opgemerkt nog wat onderbouwen..4. Onderdeel berust op, kort gezegd, de stelling dat de dagvaarding van 4

3 januari 990 als "non-existent" heeft te gelden, althans als volstrekt dan wel van rechtswege nietig, althans als een dagvaarding die (volstrekt) niet is uitgebracht aan degene voor wie de oproeping is bestemd. Daartoe wordt met name in onderdeel. betoogd dat aan die dagvaarding een wezensbestanddeel ontbrak, te weten de "citatie ofwel oproeping om voor de rechter te verschijnen" en dat, vooral in verband met de effectuering van die oproeping, een dagvaarding alleen dan rechtens als zodanig kan gelden althans worden aangemerkt indien deze proceshandeling (in casu de aanzegging van het appel) daadwerkelijk wordt verricht tot de (in appel) als zodanig gedaagde wederpartij en dat het exploit deze heeft bereikt, waarmee volgens het onderdeel gelijk moet worden gesteld het geval dat zulks is uitgebleven als gevolg van voor zijn risico komende omstandigheden. Het onderdeel betoogt voorts, kort gezegd, dat dit ook geldt in het geval van betekening aan de procureur bij wie de geïntimeerde in de eerste aanleg laatstelijk domicilie heeft gekozen..5. Onderdeel komt met verscheidene klachten op tegen het in r.o. 7 en 8 gemotiveerde oordeel van het hof dat herstel op de voet van art. 9 Rv in dit geval mogelijk was..6. Het betoog in onderdeel dat de dagvaarding van 4 januari 990 "non-- existent" is althans lijdt aan een bijzondere vorm van nietigheid die meebrengt dat de dagvaarding niet alleen niet kan worden hersteld op de daartoe door de wet aangegeven wijze maar, naar ik het onderdeel begrijp, in het geheel niet kan worden beschouwd als dagvaarding, berust mijns inziens op een onjuiste rechtsopvatting..7. Het stuk dat bij het herstelexploit van 3 januari 990 als oorspronkelijke dagvaarding aan Staalbouw is betekend vertoont alle uiterlijke kenmerken van een door een bevoegde deurwaarder uitgebracht exploit van dagvaarding in appel dat voldoet aan de wettelijke vereisten. Dat het stuk daadwerkelijk door een deurwaarder aan de in het exploit genoemde procureur is uitgebracht staat ook niet ter discussie..8. Vast staat dat het aan de verkeerde procureur is betekend. Er is dus op dat punt sprake van een gebrek in de dagvaarding. Dat daarbij, zoals het hof in r.o. 6 vast stelt, sprake is van een vergissing, wordt in cassatie niet bestreden..9. Nu worden dagvaardingen wel meer verkeerd betekend met als gevolg dat zij de verweerder niet (tijdig) bereiken. Dat brengt nog niet mee dat zij "non-existent" of van rechtswege en onherstelbaar (volstrekt) nietig zijn..0. Dat verkeerde betekening nietigheid meebrengt is op zichzelf volkomen gerechtvaardigd, want het is van groot belang dat de dagvaarding de verweerder (tijdig) bereikt. In die strenge sanctie ligt dus de erkenning besloten van dit belang, waar mr Von Schmidt auf Altenstadt in zijn schriftelijke toelichting met juistheid op hamert en waarover ik in het licht van zijn uitvoerige beschouwingen niet verder behoef uit te weiden. Die erkenning blijkt ook uit art. 93 lid Rv welke bepaling, zoals nader verstaan door HR 9 juni 989, NJ 990, 06 en 07 (m.nt. W.H. Heemskerk onder nr. 07), de rechter dwingt de nietigheid van de dagvaarding uit te spreken indien de rechter van oordeel is dat het gebrek van dien aard is dat valt aan te nemen dat de dagvaarding de verweerder als gevolg van het gebrek 3

4 niet heeft bereikt... De nietigheidssanctie is evenwel niet zo absoluut dat het gebrek door zijn aard niet voor herstel vatbaar zou zijn. Art. 9 Rv maakt herstel mogelijk door de dagvaardende partij mits dat plaats vindt vóór de dienende dag, terwijl de art. 93 en 94 herstel op bevel van de rechter mogelijk maken... Anders dan art. 93 Rv maakt de wet voor het herstel op de voet van art. 9 Rv geen onderscheid tussen de verschillende gebreken waarop de nietigheid is gesteld. Het is overigens, als ik op mijn eigen ervaring afga, nu juist de verkeerde betekening die het meest voorkomende gebrek vormt en dan ook het meeste leidt tot het uitspreken van de nietigheid op grond van art. 93 lid Rv. De wet stelt dus geen absolute, onherstelbare nietigheid op een verkeerde betekening. Dat de dagvaarding de verweerder niet heeft bereikt is geen grond om de mogelijkheid van herstel op de voet van art. 9 Rv af te wijzen..3. Zou men, zoals het middel lijkt te doen, het in art. 93 lid Rv gegeven criterium dat aannemelijk is dat de gedaagde niet is verschenen ten gevolge van het gebrek, gaan aanleggen voor de vraag of de dagvaarding wel als zodanig kan gelden en of herstel op de voet van art. 9 Rv mogelijk is, dan draait men ook terug wat de wetgever met de herstelmogelijkheid in laatstgenoemde bepaling heeft beoogd: het verminderen van het aantal gevallen waarin de dagvaarding nietig moet worden verklaard. Of de dagvaarding de verweerder heeft bereikt kan hier dus geen criterium zijn en de al of niet realisering van de oproeping is niet beslissend..4. Men bedenke daarbij dat art. 9 Rv juist mede bedoeld is om zoveel mogelijk te bewerkstelligen dat de dagvaarding de verweerder bereikt en om te voorkomen dat de verweerder als gevolg van het gebrek niet verschijnt. Art. 9 Rv gaat dan ook niet over het herstel op bevel van de rechter als bedoeld in art. 93 (of art. 94), maar over herstel dat de situaties waarop de art. 93 en 94 zien moet voorkomen. Heeft herstel niet plaatsgevonden dan wordt pas, in het geval dat de gedaagde niet verschijnt, van belang de vraag of dat niet verschijnen het gevolg kan zijn van het (niet herstelde) gebrek. En is de verweerder wel verschenen, dan is daarmee elk gebrek dat kleeft aan de wijze en het tijdstip waarop de dagvaarding de verweerder heeft bereikt, in beginsel irrelevant geworden. De dagvaarding heeft in dat geval immers als oproep haar doel bereikt..5. Kortom: aan het criterium voor de beantwoording van de vraag of de rechter op de voet van art. 93 Rv herstel zal bevelen behoort, ook stelselmatig bezien, niet getoetst te worden of herstel op de voet van art. 9 Rv toegelaten is. Anders dan mr Von Schmidt auf Altenstadt 3 lees ik in de arresten HR 9 juni 989, NJ 990, Vgl. losbl. Burg. Rechtsvordering (Haardt), art. 85, aant. 3. Wet van 30 mei 985, Stb. 304, MvT, Bijl. Hand. II, , 8 484, nr. 3, p Als Taco Sterk in zijn hierna nog te bespreken opstel in de Kleyn-bundel, p. 44, opmerkt dat de Hoge Raad in zijn arrest 3 juli 989, NJ 990, 76, een verband legt tussen art. 9 en art. 93 en het criterium van art. 93 ook toepast als een herstelexploit werd uitgebracht vóór de zittingsdag, heeft hij alleen in zoverre gelijk dat in dat geval de verweerder niet was verschenen op een dagvaarding die niet ondertekend was door de deurwaarder en later door een herstelexploit op de voet van art. 9 Rv gevolgd was, dat niet aannemelijk was dat de verweerder niet was verschenen als gevolg van het enkel niet ondertekend zijn van de dagvaarding, dat in dit geval herstel van het verzuim bevolen kon worden (art. 93 lid 3) maar dat dat niet nodig was omdat er al een herstelexploit was gevolgd. De 4

5 06 en 07 ook niet dat de Hoge Raad van oordeel is dat die toetsing wel behoort plaats te vinden..6. Moet over dit alles nu anders worden geoordeeld in een geval als het onderhavige waarin de dagvaarding bij vergissing is betekend aan de eigen procureur? Ik zou menen van niet. Er blijft sprake van dagvaarding door een bevoegde deurwaarder in de zin van art. Rv (waarnaar art. 343 lid Rv mede verwijst)..7. Van een stuk dat uitsluitend "intern" is gebleven zou ik niet willen spreken omdat de deurwaarder, een openbaar ambtenaar, de dagvaarding heeft betekend, ook al was dat aan de eigen procureur en ook al is deze gang van zaken hoogst betreurenswaardig..8. Als men de vraag aan wie de dagvaarding is betekend (mede) beslissend acht voor de vraag of wel sprake is van een dagvaarding en, zo ja, of herstel van een gebrek daarin mogelijk is, leidt dat er uiteindelijk toe dat elke verkeerde betekening als gevolg waarvan de dagvaarding de verweerder niet bereikt meebrengt dat er van een dagvaarding geen sprake is, althans dat herstel daarvan niet mogelijk is. Ik zie namelijk niet goed hoe men in dit opzicht een anders dan willekeurig onderscheid kan maken tussen enerzijds gevallen als het onderhavige en anderzijds betekeningen aan bijvoorbeeld willekeurige derden die met de verweerder geen enkele relatie onderhouden of derden die er alle belang bij hebben dat de verweerder niet (tijdig) van de dagvaarding op de hoogte raakt. Aldus wordt het recht naar mijn mening onhanteerbaar..9. Ik zou ook niet willen aannemen dat wij in dit geval moeten spreken van een niet-betekenen met als gevolg dat de betekening niet is voltooid binnen de appeltermijn, omdat het maken van een verantwoord onderscheid tussen niet en verkeerd betekenen mij evenmin goed mogelijk lijkt. De dagvaarding is m.i. dus wél uitgebracht..0. Aan "non-existentie" als een bijzondere (absolute en onherstelbare) vorm van nietigheid bestaat mijns inziens al helemaal geen behoefte. Zij leidt alleen maar, althans in mijn ogen, tot afbakeningsproblemen tussen herstelbare nietigheden, vernietigbaarheden, absolute nietigheden en "non-existentie" waarop niemand zit te wachten. In feite ondermijnt men met dit begrip het in de art. 90 e.v. neergelegde, m.i. van een behoorlijke afweging getuigende, stelsel... Een en ander betekent dat ook in een geval als het onderhavige herstel van de onjuist betekende dagvaarding op de voet van art. 9 Rv kan plaatsvinden... Natuurlijk kan een banaan geen herstelbare dagvaarding zijn, zoals Taco Sterk Hoge Raad legde dus zeker niet in het algemeen een verband tussen art. 9 en art. 93. Zie voor zo'n geval HR 0 maart 978, NJ 978, 657. Het arrest is door Heemskerk in zijn noot eronder bekritiseerd waar het inhield dat door de betekeningsfout (de appeldagvaarding was niet conform het toen geldende art. Rv door de deurwaarder aan het hoofd van het plaatselijk bestuur "ter hand gesteld" maar aan de gemeente per post was verzonden) de appeldagvaarding niet was uitgebracht zodat de appellante terecht niet-ontvankelijk was verklaard. Zie mijn conclusie voor HR 3 september 99, NJ 99, 767, welke uitspraak een vonnis betrof waarvan eveneens werd beweerd dat het "non-existent" was. Zie met name onder 3.. e.v. met gegevens in de voetnoten. Zie voorts de noot van Heemskerk onder HR 0 maart 978, NJ 978,

6 heeft betoogd in zijn opstel in de Kleyn-bundel, maar in het onderhavige geval was geen sprake van een banaan noch van een sigaar (uit eigen doos), om een andere door Sterk gebezigde metafoor te noemen. Er was, zoals ik al opmerkte, een dagvaarding uitgebracht, zij het gebrekkig..3. Onjuist lijkt me voorts Sterks opvatting 3 dat men slechts ontvankelijk is in verzet, appel of cassatie, als binnen de fatale termijn een "volstrekt geldig exploot is uitgebracht, zelfs al heeft dat de wederpartij wegens voor haar risico komende omstandigheden niet bereikt, of als een gebrekkig exploot de wederpartij tijdig (d.w.z. binnen de termijn voor het instellen van het rechtsmiddel, A.) heeft bereikt en het verzuim is hersteld", en dat "de regel van art. 94 Rv" geen uitkomst kan brengen omdat niet alleen de wederpartij in dit geval "zeer zeker" in haar verdediging is benadeeld, maar ook deze regel slechts betrekking heeft op de dagvaarding als oproep om voor de rechter te verschijnen en niet als wijze van instellen van het rechtsmiddel..4. In de eerste plaats lijkt mij het hier gemaakte onderscheid tussen de dagvaarding als oproep om voor de rechter te verschijnen enerzijds en als formaliteit om het rechtsmiddel in te stellen anderzijds niet gerechtvaardigd. De wet maakt dit onderscheid in elk geval niet: art. 343 en 407 Rv (ik beperk mij tot hoger beroep en cassatie) spreken slechts van dagvaarding in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten als in eerste aanleg (behoudens enkele thans niet ter zake doende afwijkingen die in die bepalingen genoemd worden). Voor aanzegging van het rechtsmiddel en de oproeping om voor de hogere rechter te verschijnen gelden dezelfde vereisten en dan moet men ook geen verschil maken ten aanzien van de sanctie op niet-naleving van die vereisten. Het instellen van het rechtsmiddel valt samen met de oproep om in appel of cassatie te verschijnen, gelijk ook de rechtsingang in eerste aanleg samenvalt met die oproep..5. In dit verband lijkt me van belang op te merken dat herstel op de voet van art. 9 Rv van een gebrek in een dagvaarding waarbij een rechtsmiddel wordt ingesteld nog mogelijk is nadat de appeltermijn reeds is verstreken 4. Het verstrijken van de appeltermijn is dus niet fnuikend voor de herstelmogelijkheid van een gebrekkige dagvaarding die binnen die termijn is uitgebracht. Daarmee wordt geen onaanvaardbare afbreuk gedaan aan het belang van het vasthouden aan en strikt in acht nemen van de voor het aanwenden van rechtsmiddelen gestelde termijnen ter wille van de rechtszekerheid, waarop mr Von Schmidt auf Altenstadt in zijn schriftelijke toelichting op zichzelf terecht wijst. Hier mag het belang van de verweerder dat hij nog binnen de termijn weet waar hij aan toe is met de uitspraak in de eerdere instantie, worden afgewogen tegen het belang van de partij die het rechtsmiddel aanwendt dat zijn tijdig initiatief wordt gehonoreerd ook als aan de dagvaarding gebreken kleven, mits hij die herstelt voordat de zaak dient..6. In de tweede plaats zou ik ten aanzien van het in art. 94 lid Rv gegeven T.A.W. STERK, Kan een banaan een herstelbare dagvaarding zijn?, De ontvangsttheorie in het burgerlijk procesrecht, in: Quod licet, 99, p. 407 e.v. Zie zijn in deze zaak aan de advocaat in eerste aanleg van Staalbouw uitgebracht advies, dat bij memorie van antwoord in het incident in appel is overgelegd. 3 Kleyn-bundel, p MvT op het in 985 gewijzigde art. 9 (Bijl. Hand. II , 8 484, nr. 3), geciteerd in HR 5 oktober 985, NJ 986,

7 criterium willen opmerken dat een nietige dagvaarding niet, althans niet zonder meer, meebrengt dat de verweerder in zijn verdediging is benadeeld. Volgens een al oud arrest is onder benadeling in de verdediging alleen te verstaan bemoeilijking van het verweer dat gedaagde in het geding heeft te voeren, welk verweer een aanvang neemt bij zijn conclusie van antwoord. Ik zou dat nog steeds willen onderschrijven. Dat men niet binnen de appeltermijn heeft vernomen dat de wederpartij appel heeft ingesteld bemoeilijkt op zichzelf nog niet het in appel te voeren verweer. Beslissend is dan ook niet of de verweerder, bij het uitblijven van een dagvaarding in appel, mogelijk heeft verondersteld dat door het verloop van de appeltermijn het vonnis in eerste aanleg in kracht van gewijsde was gegaan..7. Dat de appeldagvaarding de geïntimeerde als gevolg van een gebrek niet binnen de appeltermijn heeft bereikt is dan ook geen grond om, wanneer herstel niet heeft plaats gevonden en de geïntimeerde is verschenen, de rechter te verplichten - desnoods ambtshalve 3 - de nietigheid van de dagvaarding en/of de niet-ontvankelijkheid van de appellant uit te spreken Op grond van het voorgaande meen ik, resumerend, dat de onderhavige appeldagvaarding van 4 januari 990 als zodanig heeft te gelden ook al leed zij aan een gebrek waarop nietigheid staat. De enkele omstandigheid dat het gebrek daarin bestond dat de dagvaarding bij vergissing was betekend aan de procureur van de appellant staat daaraan niet in de weg en verhinderde evenmin dat dit gebrek op de voet van art. 9 Rv werd hersteld..9. Zulk herstel was ook mogelijk na afloop van de appeltermijn en is in dit geval overeenkomstig het bepaalde in art. 9 lid geschied vóór de dienende dag. Daarmee was de oorspronkelijke dagvaarding geheeld, zodat het hof terecht het beroep van Staalbouw op de niet-ontvankelijkheid wegens overschrijding van de appeltermijn heeft verworpen..30. Ervan uitgaande dat de appeldagvaarding van 4 januari 990 als zodanig een dagvaarding in de zin van art. 343 lid Rv was, ook al leed zij aan een gebrek waarop nietigheid staat, kon Staalbouw bovendien in verband met het bepaalde in art. 94 Rv niet met vrucht op die nietigheid een beroep doen, nu zij was verschenen en, naar m.i. in cassatie kan worden geconstateerd, uit haar stellingen in appel in elk geval niet volgt dat zij door dat gebrek in haar verdediging was benadeeld..3. Op grond van al het voorgaande meen ik dat het middel in zijn beide onderdelen faalt zodat ik de volgende conclusie bereik. HR 8 april 96, NJ 96, 734. In de toen geldende tekst van art. 94, lid, stond: Indien de gedaagde op de dagvaarding verschijnt en de nietigheid van het exploit inroept, kan de rechter die exceptie verwerpen, wanneer het verzuim of de overtreding van dien aard wordt bevonden, dat de gedaagde daardoor in zijne verdediging niet is benadeeld, en alzo geen belang heeft zich van de nietigheid te bedienen. Zo ook losbl. Burg. Rechtsvordering (Jansen), art. 94, aant Taco Sterk, Kleyn-bundel, p. 45 onder 8, meent dat de rechter ambtshalve de niet-ontvankelijkheid behoort uit te spreken in het geval van een "fundamenteel gebrekkig" exploot waarop de gedaagde is verschenen. 4 Die eis valt m.i. ook niet, zoals mr Von Schmidt auf Altenstadt, schriftelijke toelichting onder 4., van oordeel is, te lezen in de arresten HR 9 juni 989, NJ 990, 06 en 07. 7

8 3. Conclusie Deze strekt tot verwerping van het beroep. 8

HOGE RAAD. 29 april 1994, nr Mrs. Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk; A-G Asser; m.nt. HJS)

HOGE RAAD. 29 april 1994, nr Mrs. Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk; A-G Asser; m.nt. HJS) HOGE RAAD 29 april 1994, nr. 15306 Mrs. Martens, Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk; A-G Asser; m.nt. HJS) [Verwijzing naar wet] Rv art. 4, 92, 93, 94, 343 [Essentie] Nietigheid appeldagvaarding.

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1

Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1 UIT DE PRAKTIJK Mr. J.P. Eckoldt * Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1 Onenigheden in het internationale handelsverkeer leiden regelmatig tot grensoverschrijdende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 NOVEMBER 2010 S.09.0062.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0062.F REPUBLIEK ZUID-AFRIKA, eiseres, Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. N., verweerster. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven;

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven; Model A1, Rechtbank, kantonzaak, 1 gedaagde Naast alles wat de wet en met name het tweede lid van artikel 111 Rv overigens voorschrijft, in het bijzonder ook de waarschuwing voor verstek bij niet verschijnen

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e), Hoofdstuk 5 Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht DEEL A 2016 2017 Voorwoord Beste student(e), Bij dezen ook het ontbrekende hoofdstuk 5 van het boek Compendium, dat voorgeschreven is in week 1

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 APRIL 2012 P.11.1403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1403.N M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Mounir Souidi, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen O.V. IMEA bv, Intercommunale

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 NOVEMBER 2013 C.12.0418.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0418.F 1. A.-F. P., 2. O. H., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J.-F. R., Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BU7601 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2011:BU7601 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BU7601 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2011 Datum publicatie 12-12-2011 Zaaknummer 200.091.820-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon Vordering van 80.000,00 met de aanzegging, dat: a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen

1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon Vordering van 80.000,00 met de aanzegging, dat: a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen 1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

HR: [X] R.E.M. Holding B.V. DomJur 2012-919. Hoge Raad Zaak-/rolnummer: 11/04582 DV/EP Datum: 14 december 2012. Hoge Raad der Nederlanden.

HR: [X] R.E.M. Holding B.V. DomJur 2012-919. Hoge Raad Zaak-/rolnummer: 11/04582 DV/EP Datum: 14 december 2012. Hoge Raad der Nederlanden. HR: [X] R.E.M. Holding B.V. DomJur 2012-919 Hoge Raad Zaak-/rolnummer: 11/04582 DV/EP Datum: 14 december 2012 Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiseres], wonende te [woonplaats], Israël,

Nadere informatie

Wijziging dagvaardingen per 01 april 2013

Wijziging dagvaardingen per 01 april 2013 Rechtbank, 1 gedaagde a. indien de gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen,

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid: ECLI:NL:PHR:2000:AA7202 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-09-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer C98/380HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA7202 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2005:AT2656 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C04/224HR (1411)

ECLI:NL:PHR:2005:AT2656 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C04/224HR (1411) ECLI:NL:PHR:2005:AT2656 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 24-06-2005 Datum publicatie 24-06-2005 Zaaknummer C04/224HR (1411) Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 MAART 2012 C.11.0089.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0089.F 1. J-Cl. B., 2. M. S., Mr François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D-A. cvba, 2. P. D., 3. V. A., Mr. Pierre

Nadere informatie

C.H. van Rhee, De aanvang van de appeltermijn in verzoekschriftprocedures, Bedrijfsjuridische Berichten, 12/1995, p

C.H. van Rhee, De aanvang van de appeltermijn in verzoekschriftprocedures, Bedrijfsjuridische Berichten, 12/1995, p C.H. van Rhee, De aanvang van de appeltermijn in verzoekschriftprocedures, Bedrijfsjuridische Berichten, 12/1995, p. 103-106. DE AANVANG VAN DE APPELTERMIJN IN VERZOEKSCHRIFTPROCEDURES C.H. van Rhee De

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak Datum uitspraak: 06-07-2007 Datum publicatie: 06-07-2007 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Eiseres

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma ECLI:NL:PHR:2017:47 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 03-02-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 16/01604 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:757, Gevolgd

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365 ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2016 C.14.0237.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0237.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, met kantoor te 9000 Gent, Savaanstraat 11/101, eiser, tegen V. S., verweerster,

Nadere informatie

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 12 juni 2008 (bij vervroeging)

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 12 juni 2008 (bij vervroeging) vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 311280 / KG ZA 08-615 Vonnis in kort geding van (bij vervroeging) in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2013 C.12.0614.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0614.F INTERNATIONAL HOTELS WORLDWIDE Inc., vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

ECLI:NL:RBROT:2015:6424 ECLI:NL:RBROT:2015:6424 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer C/10/476228 / FA RK 15-3821 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

ECLI:NL:RBNNE:2015:389 ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden. vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 320582 / HA ZA 08-3222 Vonnis van in de zaak van [Eiser], wonende te [woonplaats], eiser, advocaat mr. M.A. Koot, tegen [Gedaagde],

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 OKTOBER 2015 C.14.0504.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0504.N ROQUETTE FRÈRES, vennootschap naar Frans recht, met zetel te 62136 Lestrem (Frankrijk), rue de la Haute Loge 1, eiseres,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2007:AZ7611

ECLI:NL:HR:2007:AZ7611 ECLI:NL:HR:2007:AZ7611 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-05-2007 Datum publicatie 04-05-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/218HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:AZ7611

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JANUARI 2011 C.08.0364.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0364.N C.B., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546

ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546 ECLI:NL:RBARN:2009:BM5546 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 26-05-2010 Zaaknummer AWB 08/5062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen op gezag

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 OKTOBER 2015 P.15.0726.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0726.N I C S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frederika Van Swygenhoven, advocaat bij de balie te Hasselt, tegen 1. A D

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 SEPTEMBER 2015 P.15.0397.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0397.N 1. L F E V P, beklaagde, 2. G E V P, beklaagde, eisers, met als raadslieden mr. Wim De Cuyper en mr. Koenraad Van De Sijpe,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie