's-hertogenbosch. Ontwerp- Bestemmingsplan Spoorstraat Rosmalen BIJLAGEN

Transcriptie

1 's-hertogenbosch Ontwerp- Bestemmingsplan Spoorstraat Rosmalen BIJLAGEN

2 's-hertogenbosch Bestemmingsplan Spoorstraat Rosmalen BIJLAGEN ontwerp november 2017

3

4 Akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai Begijnhof Rosmalen

5 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai (toetsing Wet geluidhinder) in opdracht van Rezidenz Development De heer P. de Kort Parklaan 81B 5613 BB EINDHOVEN betreffende de locatie Spoorstraat Rosmalen documentkenmerk 1701/055/LM-01 versie 3 vestiging, datum Nuenen, 29 september 2017 opgesteld door: ing. N.H.J. van der Burgt Projectleider geluid & bouwfysica gecontroleerd door: ir. M. van der Donk Senior projectleider geluid & bouwfysica Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. Tritium Advies BV Adviseurs in bouwen, milieu en veiligheid TRITIUM NUENEN» TRITIUM PRINSENBEEK» TRITIUM NEER» TRITIUM ARKEL» Gulberg 35 Groenstraat 27 Steeg 27 Vlietskade TE Nuenen 4841 BA Prinsenbeek 6086 EJ Neer 4241 WH Arkel T T T T E. info@tritium.nl I. K.v.K nr IBAN NL29INGB

6 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 1 2 Uitgangspunten Locatiegegevens Uitgangspunten bouwkundige situatie Gegevens wegverkeer Gegevens railverkeer Modellering Wegverkeerslawaai Railverkeerslawaai 5 3 Wet- en regelgeving Berekeningsmethode Randvoorwaarden Wet geluidhinder Wegverkeer Railverkeer Geluidbeleid gemeente 's-hertogenbosch 10 4 Rekenresultaten en toetsing Geluidbelasting wegverkeerslawaai Geluidbelasting railverkeerslawaai Bronmaatregelen Overdrachtsmaatregelen Maatregel aan ontvanger Geluidbeleid gemeente 's-hertogenbosch Geluidwering gevels (G A;k) Cumulatieve geluidbelasting 15 5 Samenvatting en conclusie 17 Bijlagen 1. situatietekening 2. verkeersgegevens wegverkeer 3. invoergegevens akoestisch model wegverkeerslawaai 4. grafische weergave invoergegevens akoestisch model wegverkeerslawaai 5. rekenresultaten geluidbelasting wegverkeer 6. invoergegevens akoestisch model railverkeerslawaai 7. grafische weergave invoergegevens akoestisch model railverkeerslawaai 8. rekenresultaten geluidbelasting railverkeer

7 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 1 Inleiding In opdracht van Rezidenz Development is een akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai uitgevoerd ten behoeve van de beoogde nieuwbouw van 11 woningen, project Begijnhof aan de Spoorstraat te Rosmalen. De ontwikkeling past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Het onderzoek dient derhalve te worden uitgevoerd ten behoeve van een juridisch-planologische procedure. In onderhavige rapportage is deze zogenaamde Nieuwe situatie getoetst aan de normstelling van de Wet geluidhinder (Wgh) en er is aangegeven wat de consequenties zijn. Op basis van de resultaten van deze toetsing wordt vervolgens beoordeeld of voor de nieuwbouwwoningen extra geluidwerende maatregelen noodzakelijk zijn. pagina 1 van 17

8 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 2 Uitgangspunten 2.1 Locatiegegevens Het plangebied is gelegen in het stedelijk gebied van Rosmalen en is kadastraal bekend als sectie G en H, nummers 3019 en 5368 van de gemeente Rosmalen. In bijlage 1 is een situatietekening van het plangebied opgenomen. Voor wegverkeerslawaai is het plan gelegen binnen de geluidzone van de Molenstraat en het weggedeelte van de Burgemeester Woltersstraat met een snelheidsregime van 50 km/uur. Het plan is tevens gelegen in de nabijheid van diverse 30 km/uur wegen. Een 30 km/uur weg vormt een afwijkende categorie binnen de Wet geluidhinder. Formeel kan voor deze wegen geen hogere waarde worden aangevraagd of verleend, aangezien deze wegen niet zoneplichtig zijn. Echter voor de waarborging van een akoestisch goed woon- en leefklimaat dient de geluidbelasting op de gevels van nieuw te bouwen woningen nabij 30 km/uur wegen alsnog te worden bepaald. Derhalve is in het onderhavige akoestisch onderzoek tevens de geluidbelasting ten gevolge van de 30 km/uur wegen Spoorstraat, Stationsstraat, Dorpsstraat en het weggedeelte van de Burgemeester Woltersstraat binnen de 30 km/uur zone inzichtelijk gemaakt. Voor railverkeerslawaai is het plan gelegen binnen de geluidzone van de spoorlijn 's-hertogenbosch - Oss. 2.2 Uitgangspunten bouwkundige situatie De berekeningen in onderhavig onderzoek zijn gebaseerd op de volgende situatietekening: Architectenbureau: Omni architecten Project: 11 woningen Begijnhof Spoorstraat te Rosmalen Projectnummer: 1515-REZ Bladnummer en datum: VO-00, VO-01, VO-02, VO-03, VO-04, VO-05, VO-06, VO-07 Datum: Gegevens wegverkeer De verkeersgegevens van de bovengenoemde wegen zijn verstrekt door de gemeente 's-hertogenbosch. Van de Burgemeester Woltersstraat en Dorpsstraat zijn prognosegegevens van het jaar 2025 voorhanden. Conform opgave van de gemeente 's-hertogenbosch dienen de etmaalintensiteiten met 0,5% per jaar te worden opgehoogd (autonome groei) tot het maatgevende jaar Van de Spoorstraat en Stationsstraat is door de gemeente een inschatting gemaakt van de etmaalintensiteiten en voertuigverdeling voor het jaar Van de Molenstraat zijn geen gegevens voorhanden. Voor deze weg worden de gegevens van de Burgemeester Woltersstraat aangehouden. Alle verstrekte verkeersgegevens worden weergegeven in bijlage 2. De verkeersinvoergegevens inclusief de maximum snelheid en wegdektype worden gepresenteerd in navolgende tabellen 2.1 tot en met 2.6. pagina 2 van 17

9 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Tabel 2.1: gegevens wegverkeer Burgemeester Woltersstraat Burgemeester Woltersstraat maximum snelheid: 30/50 km/uur wegdek: klinkers (elementenverharding in keperverband) jaar: 2025 etmaalintensiteit: 7171 mvt. jaar: 2027 etmaalintensiteit: 7242 mvt. dag avond nacht gemiddeld per uur (%) 6,79 2,82 0,90 lichte mvt. (%) 94,86 94,00 95,01 middelzware mvt. (%) 3,09 3,50 2,60 zware mvt. (%) 2,05 2,50 2,39 Tabel 2.2: gegevens wegverkeer Molenstraat Molenstraat maximum snelheid: 50 km/uur wegdek: asfalt (referentiewegdek) jaar: 2025 etmaalintensiteit: 7171 mvt. jaar: 2027 etmaalintensiteit: 7242 mvt. dag avond nacht gemiddeld per uur (%) 6,79 2,82 0,90 lichte mvt. (%) 94,86 94,00 95,01 middelzware mvt. (%) 3,09 3,50 2,60 zware mvt. (%) 2,05 2,50 2,39 Tabel 2.3: gegevens wegverkeer Spoorstraat Spoorstraat maximum snelheid: 30 km/uur wegdek: klinkers (elementenverharding in keperverband) jaar: 2027 etmaalintensiteit: 900 mvt. dag avond nacht gemiddeld per uur (%) 7,00 2,60 0,70 lichte mvt. (%) 98,00 98,00 98,00 middelzware mvt. (%) 1,50 1,50 1,50 zware mvt. (%) 0,50 0,50 0,50 Tabel 2.4: gegevens wegverkeer Stationsstraat Stationsstraat maximum snelheid: 30 km/uur wegdek: klinkers (elementenverharding in keperverband) jaar: 2027 etmaalintensiteit: 900 mvt. dag avond nacht gemiddeld per uur (%) 7,00 2,60 0,70 lichte mvt. (%) 98,00 98,00 98,00 middelzware mvt. (%) 1,50 1,50 1,50 zware mvt. (%) 0,50 0,50 0,50 pagina 3 van 17

10 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Tabel 2.5: gegevens wegverkeer Dorpsstraat (tussen Stationsstraat en Burg. Woltersstraat) Dorpsstraat (tussen Stationsstraat en Burg. Woltersstraat) maximum snelheid: 30 km/uur wegdek: klinkers (elementenverharding in keperverband) jaar: 2025 etmaalintensiteit: 8494 mvt. jaar: 2027 etmaalintensiteit: 8579 mvt. dag avond nacht gemiddeld per uur (%) 7,11 2,69 0,50 lichte mvt. (%) 96,12 96,80 95,39 middelzware mvt. (%) 2,24 2,00 2,51 zware mvt. (%) 1,65 1,20 2,11 Tabel 2.6: gegevens wegverkeer Dorpsstraat (ten oosten van de Burg. Woltersstraat) Dorpsstraat (ten oosten van de Burg. Woltersstraat) maximum snelheid: 30 km/uur wegdek: klinkers (elementenverharding in keperverband) jaar: 2025 etmaalintensiteit: 4961 mvt. jaar: 2027 etmaalintensiteit: 5011 mvt. dag avond nacht gemiddeld per uur (%) 7,10 2,67 0,51 lichte mvt. (%) 95,35 95,60 93,78 middelzware mvt. (%) 2,99 2,70 3,41 zware mvt. (%) 1,65 1,70 2, Gegevens railverkeer De toekomstige verkeersgegevens voor het railverkeer zijn afkomstig uit het Geluidregister Spoor (SWUNG-1) zoals deze beschikbaar is gesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Hierbij is gebruik gemaakt van de versie van het Geluidregister Spoor d.d. 25 augustus Ten behoeve van de modellering zijn deze gegevens direct overgenomen in het rekenmodel. 2.5 Modellering Als maatgevende toetshoogte voor de begane grond van de nieuwe woningen is 1,5 meter boven maaiveld aangehouden. Voor de eerste verdieping is 4,5 meter gehanteerd. Voor alle punten is gerekend met invallend geluid. In de berekeningen is als rekenparameter bodemfactor 0,50 (akoestisch half hard/zacht) aangehouden met uitzondering van de ingevoerde bodemgebieden. De wegen, fietspaden en terreinverhardingen zijn als akoestisch hard (0,00) bodemgebied gemodelleerd. Openbaar groen nabij de locatie en de ondergrond van het spoor zijn als akoestisch zacht (1,00) gemodelleerd. Voor het lokale maaiveld is 5,2 meter +NAP aangehouden. Hoogteverschillen rondom het spoor zijn verstrekt door ProRail. Gebouwhoogtes zijn gemodelleerd conform de hoogtes uit het Actueel Hoogtebestand Nederland. De tuinmuren aan de zijde van de Spoorstraat hebben een profielcorrectie van 0 db (geen correctie) en een reflectiefactor van 0,8. De geluidwal heeft een profielcorrectie van 2 db en een reflectiefactor van 0,0. Voor alle gebouwen geldt een profielcorrectie van 0 db en een reflectiefactor van 0,8. pagina 4 van 17

11 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie Wegverkeerslawaai Er hoeft ter hoogte van het plangebied geen hellingcorrectie te worden toegepast. Er zijn tevens geen akoestisch relevante kruispunten of rotondes in de omgeving van het bouwplan aanwezig. De Spoorstraat, Stationsstraat en Dorpsstraat zijn voorzien van enkele verkeersdrempels. De kruising Stationsstraat - Dorpsstraat - Weidestraat - Venstraat is tevens verhoogd met verkeersdrempels. Alle drempels zijn als obstakel ingevoerd zodat er met een optrekcorrectie wordt gerekend Railverkeerslawaai Ten behoeve van het railverkeerslawaai zijn alle gegevens direct overgenomen vanuit het Geluidregister Spoor. Hierin zijn tevens alle (toekomstige) geluidschermen opgenomen. pagina 5 van 17

12 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 3 Wet- en regelgeving 3.1 Berekeningsmethode De geluidbelastingen zijn bepaald met behulp van Standaard Rekenmethode 2 zoals deze is beschreven in het Reken- en meetvoorschrift geluid De invoergegevens van het akoestisch model wegverkeerslawaai zijn weergegeven in bijlage 3. Een grafische weergave van deze invoergegevens is weergegeven in bijlage 4. De invoergegevens van het akoestisch model railverkeerslawaai zijn weergegeven in bijlage 6 en Randvoorwaarden Wet geluidhinder Met de geluidbelasting in db wordt bedoeld de L den-waarde van het geluidniveau in db. L den is de geluidbelasting in db op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van uur, van uur en van uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189) Wegverkeer Geluidzones Volgens de Wet geluidhinder hebben wegen een zone die zich aan weerszijden van de weg uitstrekt vanaf de as van de weg (art. 74 Wgh). Binnen deze zones worden eisen gesteld aan de geluidbelasting. Buiten de zones worden geen eisen gesteld. Een weg is niet zoneplichtig indien er sprake is van: ligging binnen een woonerf; een maximum snelheid van 30 km/uur. In tabel 3.1 is de breedte van de geluidzones weergegeven. Tabel 3.1: breedte van de geluidzones langs wegen soort gebied aantal rijstroken breedte geluidzone (m) stedelijk buitenstedelijk 1 of of meer of of of meer Artikel 110g Onze Minister stelt regels op grond waarvan telkens voor een bepaalde periode, al naar gelang de geluidproductie van motorvoertuigen in de betrokken periode hoger ligt dan voor de toekomst redelijkerwijs is te verwachten, bij de berekening en meting van de geluidbelasting van de gevel van woningen of van andere geluidgevoelige gebouwen of aan de grens van geluidgevoelige terreinen op het resultaat een door hem bepaalde aftrek van niet meer dan 5 db wordt toegepast. pagina 6 van 17

13 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Conform artikel 3.4 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 bedraagt voornoemde aftrek: a. 3 db voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt en de geluidbelasting vanwege de weg zonder toepassing van artikel 110g van de Wet geluidhinder 56 db is; b. 4 db voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt en de geluidbelasting vanwege de weg zonder toepassing van artikel 110g van de Wet geluidhinder 57 db is; c. 2 db voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt en de geluidbelasting afwijkt van de onder a en b genoemde waarden; d. 5 db voor de overige wegen; e. 0 db bij toepassing van de artikelen 3.2 en 3.3 van het Bouwbesluit 2012 en bij toepassing van de artikelen 111b, tweede en derde lid, 112 en 113 van de Wet geluidhinder. De voornoemde aftrek van 5 db voor overige wegen is tevens gehanteerd voor 30 km/uur wegen. Uit technische overwegingen zijn er geen argumenten waarom de aftrek bij 30 km/uur lager zou zijn dan bij 50 km/uur. De meest logische werkwijze is derhalve om aan te sluiten bij de aftrek zoals die voor 50 km/uur wegen bestaat Stedelijk en buitenstedelijk gebied Binnen de Wet geluidhinder is de toetsing van de geluidbelasting afhankelijk gesteld van de ligging van het bouwplan. Er wordt volgens artikel 1 van de Wet geluidhinder onderscheiden: Stedelijk gebied: het gebied binnen de bebouwde kom, doch, voor de toepassing van de hoofdstukken VI en VII van de Wet geluidhinder, met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen de zone langs een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens Buitenstedelijk gebied: het gebied buiten de bebouwde kom alsmede, voor toepassing van de hoofdstukken VI en VII, het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen de zone langs een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens Artikel 3.5 Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (RMG 2012) Binnen het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 is middels artikel 3.5 de mogelijkheid geboden om voor wegen met een snelheidsregime van 70 km/uur of meer rekening te houden met de toekomstige effecten van Europees bronbeleid. Artikel 3.5 schrijft hierover het volgende: bij de berekening van het equivalent geluidniveau vanwege een weg wordt, voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt, 2 db in mindering gebracht op de wegdekcorrectie bepaald overeenkomstig bijlage III bij deze regeling of als het wegdek bestaat uit dicht asfaltbeton, in afwijking van het gestelde in paragraaf 1.5 en van bijlage III een wegdekcorrectie van 2 db in rekening gebracht; in afwijking van het eerste lid wordt 1 db in mindering gebracht voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt en het wegdek bestaat uit een elementenverharding of een van de volgende wegdektypen: a. Zeer Open Asfalt Beton; b. tweelaags Zeer Open Asfalt Beton, met uitzondering van tweelaags Zeer Open Asfalt Beton fijn; pagina 7 van 17

14 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 c. uitgeborsteld beton; d. geoptimaliseerd uitgeborsteld beton; e. oppervlakbewerking Normen geluidbelasting Artikel 82 tot en met 85 van de Wet geluidhinder geven nadere uitleg met betrekking tot de geluidbelasting in zogenaamde Nieuwe situaties (er dient een ruimtelijke procedure te worden gevolgd). De zogenaamde voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 db. Is de geluidbelasting lager dan 48 db dan legt de Wet geluidhinder geen restricties op aan het onderhavige plan. Wordt deze voorkeursgrenswaarde overschreden dan kan door de gemeente een hogere waarde worden vastgesteld. Indien de geluidbelasting lager is dan de maximale ontheffingswaarde, kan de gemeente ontheffing verlenen indien maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeursgrenswaarde van 48 db onvoldoende doeltreffend zijn dan wel op overwegende bezwaren stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. In navolgende tabellen 3.2 en 3.3 worden de normen uit de Wet geluidhinder weergegeven. Tabel 3.2: normen geluidbelasting in stedelijk gebied normen voor nog niet-geprojecteerde woningen in een stedelijk gebied voorkeursgrenswaarde maximale ontheffingswaarde maximale ontheffingswaarde; vervangende nieuwbouw 48 db 63 db 68 db Tabel 3.3: normen geluidbelasting in buitenstedelijk gebied normen voor nog niet-geprojecteerde woningen in een buitenstedelijk gebied voorkeursgrenswaarde maximale ontheffingswaarde maximale ontheffingswaarde; agrarische bedrijfswoning maximale ontheffingswaarde; vervangende nieuwbouw, buiten de bebouwde kom maximale ontheffingswaarde; vervangende nieuwbouw gelegen binnen de bebouwde kom, binnen de zone langs een autoweg of autosnelweg 48 db 53 db 58 db 58 db 63 db De locatie in onderhavig onderzoek is gelegen in het stedelijk gebied en betreft de nieuwbouw van woningen. Derhalve bedraagt de maximale ontheffingswaarde 63 db Railverkeer Geluidzone De omvang van de geluidzone (het planologisch aandachtsgebied) langs een spoorweg is afhankelijk van het feit of de spoorweg is aangegeven op de geluidplafondkaart of de zonekaart. Spoorweg aangegeven op de geluidplafondkaart Voor spoorwegen die zijn aangegeven op de geluidplafondkaart wordt in artikel 1.4a van het Besluit geluidhinder de omvang van de geluidzone geregeld. De breedte van de zone is afhankelijk pagina 8 van 17

15 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 van de hoogte van het geluidproductieplafond. Tot de zone behoort de ruimte aan weerszijden van de spoorweg. Artikel 1.4a van het Besluit geluidhinder schrijft hierover het volgende: lid 1: Een spoorweg die is aangegeven op de geluidplafondkaart, heeft een zone die zich uitstrekt vanaf de as van de spoorweg tot de breedte naast de spoorweg, gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf, als aangegeven in onderstaande tabel 3.4, afhankelijk van de hoogte van het geluidproductieplafond op het betrokken referentiepunt. Tabel 3.4: breedte van de geluidzones langs spoorwegen hoogte geluidproductieplafond breedte zone (m) < 56 db db < 61 db db < 66 db db < 71 db db < 74 db db 1200 Spoorweg aangegeven op de zonekaart Een spoorweg die is aangegeven op de kaart als bedoeld in artikel 106 eerste lid, van de Wet geluidhinder, heeft een zone die zich uitstrekt vanaf de as van de spoorweg tot de breedte aan weerszijden van de spoorweg. Deze afstand wordt gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf. De ruimte boven en onder de spoorweg behoort conform artikel 1.4 van het Besluit geluidhinder tot de zone. In de Regeling zonekaart spoorwegen geluidhinder is de zonekaart als bedoeld in artikel 106 van de Wet geluidhinder opgenomen. De zonebreedte varieert van 25 tot maximaal 100 meter. De nabijgelegen spoorlijn 's-hertogenbosch - Oss is weergegeven op de geluidplafondkaart. Het geluidplafond bedraagt 67,4 db. De zone bedraagt derhalve 600 meter. Het bouwplan valt hiermee binnen de zone van het spoor Maximale geluidbelasting Artikel 4.9 tot en met 4.12 en artikel 5.3 van het Besluit Geluidhinder geven nadere uitleg met betrekking tot de geluidbelasting in zogenaamde "Nieuwe situaties". De zogenaamde voorkeursgrenswaarde voor woningen bedraagt 55 db. Is de geluidbelasting lager dan, of gelijk aan 55 db dan legt de Wet geluidhinder geen restricties op aan het onderhavige plan. Wordt deze voorkeursgrenswaarde overschreden dan dient bij de gemeente een hogere waarde te worden aangevraagd. Indien de geluidbelasting lager is dan de maximale ontheffingswaarde, kan de gemeente ontheffing verlenen indien maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeursgrenswaarde van 55 db, op overwegende bezwaren stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Voor nog niet-geprojecteerde woningen gelden de normen zoals weergegeven in tabel 3.5. pagina 9 van 17

16 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Tabel 3.5: normen geluidbelasting voor nog niet-geprojecteerde woningen normen voor nog niet-geprojecteerde woningen voorkeursgrenswaarde maximale ontheffingswaarde 55 db 68 db 3.3 Geluidbeleid gemeente 's-hertogenbosch Ten behoeve van het akoestisch onderzoek is tevens rekening gehouden met het document Nota Hogere Grenswaarden Gemeente 's-hertogenbosch d.d. augustus 2010 van de gemeente 's-hertogenbosch. De gemeente 's-hertogenbosch heeft het geluidbeleid gebiedsgericht ontwikkeld. Voor verschillende gebieden worden geluidambities vastgelegd. Voor het gebied stromingszone waarin onderhavig plan is gelegen, geldt voor wegverkeerslawaai als ambitieniveau een geluidklasse van 48 t/m 53 db (onrustig) met een bovengrens van 58 t/m 63 db (lawaaiig). Voor railverkeerslawaai geldt als ambitieniveau een geluidklasse van 55 t/m 58 db (onrustig) met een bovengrens van 63 t/m 68 db (lawaaiig). Conform dit beleidsstuk kan er pas een hogere waarde worden verleend als voldaan wordt aan de hoofdcriteria uit de Wet geluidhinder. Verder worden de volgende criteria bij het verzoek om een hogere waarde tot en met geluidklasse onrustig bij de afweging betrokken: indien mogelijk moet de afstand tussen de geluidbron en de nieuwe geluidgevoelige bestemming worden vergroot; indien mogelijk moeten bronmaatregelen (bijvoorbeeld stillere wegdektypen) getroffen worden; indien mogelijk moeten overdrachtsmaatregelen worden getroffen; het stedenbouwkundig ontwerp dient zodanig vorm te worden gegeven dat zoveel mogelijk afscherming voor het achterliggende gebied ontstaat; bij woningen/appartementen dient de buitenruimte (tuin/balkon) te voldoen aan de ambitiewaarde van het betreffende gebied; de woningen dienen tenminste één geluidluwe gevel te bezitten; bij nieuwe geluidgevoelige bestemmingen in de geluidklasse onrustig dient bij een aanvraag om bouwvergunning een bouwakoestisch onderzoek te worden gevoegd en wordt getoetst of wordt voldaan aan de binnenwaarde van het bouwbesluit waarbij voor de geluidbelasting wordt uitgegaan van de gecumuleerde geluidbelasting indien daar sprake van is. Bij het verzoek om een hogere waarde tot en met geluidklasse zeer onrustig worden de volgende criteria betrokken: de criteria zoals genoemd onder criteria tot geluidklasse onrustig ; het geluidsaspect dient vanaf het eerste ontwerp-stadium te worden betrokken; bij appartementen en seniorenwoningen dient minimaal 1 verblijfsruimte aan de geluidluwe zijde (gevel met een geluidbelasting kleiner of gelijk aan de voorkeursgrenswaarde Wgh) te worden gesitueerd; bij éénsgezinswoningen minimaal 3 verblijfsruimten aan de geluidluwe zijde of tenminste de woon- en hoofdslaapkamer aan de geluidluwe zijde; het stedenbouwkundig ontwerp dient zodanig vorm te worden gegeven dat zoveel mogelijk afscherming voor het achterliggende gebied ontstaat. pagina 10 van 17

17 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Bij het verzoek om een hogere waarde tot en met geluidklasse lawaaiig worden de volgende criteria betrokken: de criteria zoals genoemd onder criteria tot geluidklasse zeer onrustig ; al het mogelijke moet worden gedaan om de geluidsbron stiller te maken danwel de afstand te vergroten zodat slechts nieuwe gevoelige bestemmingen in de geluidklasse lawaaiig worden gebouwd wanneer: - er sprake is van het opvullen van een open plaats tussen bestaande bebouwing en/of - dit gebeurt ter plaatse van vervangende nieuwbouw en/of - de beoogde ontwikkeling een markant punt of een markante lijn vormt, dat dient ter versterking van de stedenbouwkundige structuur en /of - de bebouwing in de directe omgeving van een station of halte gesitueerd wordt. pagina 11 van 17

18 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 4 Rekenresultaten en toetsing 4.1 Geluidbelasting wegverkeerslawaai In bijlage 5 en de navolgende tabellen 4.1 tot en met 4.4 zijn de berekeningsresultaten van de toetspunten samengevat weergegeven. Tabel 4.1: geluidbelasting t.g.v. het wegverkeer op de Burgemeester Woltersstraat (incl. weggedeelte met maximum snelheid 30 km/uur)/ Molenstraat toetspunt toetshoogte (m) geluidbelasting excl. artikel 110g Wet geluidhinder (db) geluidbelasting incl. artikel 110g Wet geluidhinder (db) voorkeursgrenswaarde (db) maximale ontheffingswaarde (db) alle alle Tabel 4.2: geluidbelasting t.g.v. het wegverkeer op de Dorpsstraat (30 km/uur) toetspunt toetshoogte geluidbelasting geluidbelasting voorkeurs- maximale (m) excl. artikel 110g incl. artikel 110g grenswaarde* ontheffings- Wet geluidhinder Wet geluidhinder (db) waarde (db) (db) (db) alle alle n.v.t. Tabel 4.3: geluidbelasting t.g.v. het wegverkeer op de Spoorstraat (30 km/uur) toetspunt toetshoogte geluidbelasting geluidbelasting voorkeurs- maximale (m) excl. artikel 110g incl. artikel 110g grenswaarde* ontheffings- Wet geluidhinder Wet geluidhinder (db) waarde (db) (db) (db) alle alle n.v.t. Tabel 4.4: geluidbelasting t.g.v. het wegverkeer op de Stationsstraat (30 km/uur) toetspunt toetshoogte geluidbelasting geluidbelasting voorkeurs- maximale (m) excl. artikel 110g incl. artikel 110g grenswaarde* ontheffings- Wet geluidhinder Wet geluidhinder (db) waarde (db) (db) (db) alle alle n.v.t. * Voor 30 km/uur wegen is een voorkeursgrenswaarde conform de Wet geluidhinder niet aan de orde. In het kader van een goede ruimtelijk ordening wordt de bijbehorende waarde van 48 db als richtwaarde beschouwd. Voor alle beschouwde wegen geldt dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer de voorkeursgrenswaarde c.q. richtwaarde van 48 db op geen enkele gevel van de nieuwe woningen overschrijdt. Derhalve is een procedure hogere waarde ten gevolge van wegverkeerslawaai niet aan de orde. 4.2 Geluidbelasting railverkeerslawaai In navolgende tabel 4.5 en bijlage 8 zijn de berekeningsresultaten van de toetspunten samengevat weergegeven. pagina 12 van 17

19 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Tabel 4.5: geluidbelasting t.g.v. het railverkeer op de spoorlijn 's-hertogenbosch - Oss (inclusief geluidafschermende voorziening met een hoogte van 3,5 meter) toetspunt toetshoogte (m) geluidbelasting (db) voorkeursgrenswaarde (db) maximale ontheffingswaarde (db) t01 t02 t03 t/m t05 t06 t07 t08 1,5 56 4,5 67 1,5 56 4,5 67 1,5 55 4,5 67 1,5 55 4,5 66 1,5 58 4,5 64 1,5 55 4, t08a t/m t10 alle 55 t11 1,5 63 4,5 65 t12 en t13 alle 55 t14 t15 t16 1,5 55 4,5 59 1,5 56 4,5 59 1,5 55 4,5 58 t17 t/m t21 alle 55 Voor de spoorlijn 's-hertogenbosch - Oss geldt dat de voorkeursgrenswaarde voor railverkeerslawaai van 55 db op meerdere locaties wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde wordt echter niet overschreden. Derhalve is het mogelijk om een beschikking hogere waarde aan te vragen bij de gemeente indien er overwegende bezwaren zijn de geluidbelasting door bron- en overdrachtsmaatregelen terug te brengen Bronmaatregelen Bij maatregelen aan de geluidbron wordt bekeken of het geluidniveau van de veroorzaker van het geluid gereduceerd kan worden. Dit kan o.a. door het toepassen van stillere bakken of verlaging van de snelheid. Op het toepassen van stillere bakken of een verlaging van de snelheid kan de initiatiefnemer van het bouwplan echter geen invloed uitoefenen. Een andere optie is het toepassen van raildempers. Het toepassen van raildempers ontmoet echter overwegende bezwaren van financiële aard. Gezien de kosten van circa 300,- per strekkende meter spoor is het vanuit financieel oogpunt niet realistisch dat het bouwplan de extra kosten die dit met zich meebrengt kan pagina 13 van 17

20 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 dragen. Bij een lengte van 600 meter (300 meter dubbel spoor) resulteert dit in een extra uitgave van circa , Overdrachtsmaatregelen Bij overdrachtsmaatregelen wordt bekeken of tussen geluidbron en ontvanger de geluidoverdracht belemmerd kan worden. Bij de ontwikkeling van onderhavig plan is reeds in een vroeg stadium rekening gehouden met de afscherming van geluid van het spoor. De beide woonblokken zijn evenwijdig aan het spoor geplaatst, waardoor de eerstelijns bebouwing zorgt voor afscherming van de tweedelijns bebouwing. Tevens is binnen het plangebied een geluidafschermende voorziening met een hoogte van 3,5 meter opgenomen tussen de woningen en het spoor. De geluidafscherming betreft deels een tuinmuur en deels een grondwal van beiden 3,5 meter hoog. Op de zijdelingse perceelgrens van de meest westelijk gelegen kopwoning zal tevens een geluidafschermende voorziening van minimaal 2,2 meter hoog geplaatst worden. Alle voornoemde tuinmuren en schermen dienen geheel gesloten te zijn en een minimale massa van 10 kg/m 2 te hebben. Het verhogen van de voornoemde tuinmuren en schermen om doelmatig te zijn voor de 1 e verdieping ontmoet overwegende bezwaren van stedenbouwkundige en landschappelijke aard. Een andere mogelijke overdrachtsmaatregel is normaal gesproken het vergroten van de afstand tussen geluidbron en ontvanger. In de onderhavige situatie is er sprake van een afstand van circa 52 meter tot het midden tussen beide sporen. Aangezien een verdubbeling van deze afstand slechts 3 db reductie oplevert is het vergroten van deze afstand niet erg doeltreffend als maatregel Maatregel aan ontvanger Conform de eisen van het bouwbesluit zal extra geluidwering aan de gevel worden aangebracht bij gevels waarop de geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde overschrijdt. 4.3 Geluidbeleid gemeente 's-hertogenbosch De geluidbelasting ten gevolge van alle beschouwde wegen vallen binnen het ambitieniveau. De geluidbelasting ten gevolge van het railverkeer is met maximaal 67 db hoger dan het ambitieniveau en valt in de geluidklasse lawaaiig. Daarmee dient voldaan te worden aan de aanvullende criteria behorende bij deze geluidklasse, zoals omschreven in paragraaf 3.3. Alle niet elders behandelde criteria worden hieronder toegelicht: in bijlage 5 en 8 is voor zowel weg- als railverkeerslawaai de geluidbelasting ter plaatse van de tuinen inzichtelijk gemaakt. Er kan gesteld worden dat ter plaatse van de tuinen voldaan wordt aan de ambitiewaarde; voor alle noordwestgevels geldt dat de geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt met uitzondering van de eerste verdieping van de meest zuidoostelijk gelegen kopwoning (toetspunt t08). Voor deze woning geldt dat de geluidbelasting op de zuidwestgevel (toetspunt 08a) de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt. Derhalve beschikken alle woningen over een geluidluwe gevel; conform opgave van de gemeente 's-hertogenbosch dienen de woningen beoordeeld te worden als eengezinswoning. De hoofdslaapkamer en woonkamer zijn beiden gelegen op de begane pagina 14 van 17

21 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 grond. De woningen op kavel 03 t/m 11 beschikken over een geluidluwe voor- en achterzijde ter plaatse van de begane grond. Derhalve geldt voor deze woningen dat de hoofdslaapkamer en woonkamer over een geluidluwe zijde beschikken. Op de volledige voorgevel van de woningen op kavel 01 en 02 geldt een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. Derhalve kan niet voldaan worden aan de wens voor de situering van 3 verblijfsruimten of hoofdslaapkamer en woonkamer aan een geluidluwe zijde. Bij de situering van de verblijfsruimten in de woningen is echter zoveel mogelijk rekening gehouden met een akoestisch goed binnenklimaat. Bij beide woningen zijn alle twee de slaapkamers gelegen aan de geluidluwe achtergevel, conform de eis uit het geluidbeleid. Voor de voorgevel waaraan de woonkamer is gelegen geldt een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van slechts 1 db. In combinatie met de geluidmuur/-wal die tussen de woningen en het spoor wordt gerealiseerd is hiermee aangetoond dat voldoende inspanning is geleverd voor de realisatie van een akoestisch goed- woon- en leefklimaat; er is sprake van het opvullen van een open plaats tussen bestaande bebouwing. 4.4 Geluidwering gevels (G A;k ) Volgens het bouwbesluit dient de karakteristieke geluidwering van de gevel G A;k voor verblijfsgebieden in een woning minimaal de in het vastgestelde besluit hogere waarde opgenomen hoogst toelaatbare geluidbelasting minus 33 db te bedragen. Een gevel van een nieuwbouwwoning dient bovendien minimaal een G A;k van 20 db te hebben. Aangezien er voor onderhavige woningen sprake is van een procedure hogere waarde is een aanvullend onderzoek ter bepaling van de geluidwering van de gevels nodig. De karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructies dient te voldoen aan de eisen uit het bouwbesluit. Bij de bepaling van de geluidwering van de gevel dient, rekening houdend met het feit dat er meer dan 30% aan spoorvoertuigen behorende tot de spoorvoertuigcategorieën 4, 5 of 11 op de spoorbaan passeert (Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, artikel 6.5, lid 2), voor de geluidbelasting ten gevolge van het railverkeer het spectrum wegverkeersgeluid aangehouden te worden. 4.5 Cumulatieve geluidbelasting Ten behoeve van de procedure hogere waarde dient conform artikel 110f Wgh de cumulatieve geluidbelasting te worden bepaald, indien er sprake is van blootstelling aan meer dan één geluidbron. Allereerst dient vastgesteld te worden of van een relevante blootstelling door verschillende geluidbronnen sprake is. Dit is alleen het geval indien de zogenaamde voorkeurswaarde van die onderscheiden bronnen wordt overschreden. Conform de Wet geluidhinder dienen voor de cumulatie de zoneplichtige wegen en spoorwegen en de geluidbelasting ten gevolge van industrie en/of luchtvaart meegenomen te worden. De cumulatieve geluidbelasting dient bepaald te worden conform het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (bijlage I, hoofdstuk 2 Rekenmethode cumulatieve geluidsbelasting ). De correctie conform artikel 110g Wgh met betrekking tot wegverkeer wordt hierbij niet toegepast. pagina 15 van 17

22 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 Voor de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer geldt dat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden. De als geluidluw aangemerkte gevels zijn derhalve zowel geluidluw ten gevolge van wegverkeers,-, als spoorweglawaai. Hierdoor is er geen relevant effect voor cumulatie. Een berekening van de cumulatieve geluidbelasting is derhalve niet aan de orde. pagina 16 van 17

23 documentkenmerk: 1701/055/LM-01, versie 3 5 Samenvatting en conclusie In opdracht van Rezidenz Development is een akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai uitgevoerd ten behoeve van de beoogde nieuwbouw van 11 woningen, project Begijnhof aan de Spoorstraat te Rosmalen. De ontwikkeling past niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Het onderzoek is derhalve uitgevoerd ten behoeve van een juridisch-planologische procedure. Voor railverkeerslawaai is het plan gelegen binnen de geluidzone van de spoorlijn 's-hertogenbosch - Oss. Voor wegverkeerslawaai is het plan gelegen binnen de geluidzone van de Molenstraat en het weggedeelte van de Burgemeester Woltersstraat met een snelheidsregime van 50 km/uur. Het plan is tevens gelegen in de nabijheid van de 30 km/uur wegen Spoorstraat, Stationsstraat, Dorpsstraat en het weggedeelte van de Burgemeester Woltersstraat binnen de 30 km/uur zone. Voor alle beschouwde wegen geldt dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer de voorkeursgrenswaarde c.q. richtwaarde van 48 db op geen enkele gevel van de nieuwe woningen overschrijdt. Derhalve is een procedure hogere waarde ten gevolge van wegverkeerslawaai niet aan de orde. Voor de spoorlijn 's-hertogenbosch - Oss geldt dat de voorkeursgrenswaarde voor railverkeerslawaai van 55 db op meerdere locaties wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde wordt echter niet overschreden. Derhalve is het mogelijk om een beschikking hogere waarde aan te vragen bij de gemeente indien er overwegende bezwaren zijn de geluidbelasting door bron- en overdrachtsmaatregelen terug te brengen. Bij de ontwikkeling van onderhavig plan is reeds in een vroeg stadium rekening gehouden met de afscherming van geluid van het spoor (overdrachtsmaatregel). Het verhogen van de reeds geplande geluidafschermende voorziening gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting ten gevolge van het railverkeer tot de voorkeursgrenswaarde ontmoet in de onderhavige situatie overwegende bezwaren van stedenbouwkundige en landschappelijke aard. Het vergroten van de afstand tussen geluidbron en ontvanger is tevens niet doeltreffend in onderhavige situatie. Het toepassen van raildempers (bronmaatregel) ontmoet overwegende bezwaren van financiële aard. Aan de eis voor de situering van verblijfsruimten aan een geluidluwe zijde uit het gemeentelijk geluidbeleid kan niet geheel worden voldaan. Er wordt echter aangetoond dat voldoende inspanning is geleverd voor de realisatie van een akoestisch goed- woon- en leefklimaat. Aan alle overige eisen conform het gemeentelijk geluidbeleid kan wel worden voldaan. Derhalve wordt onderbouwd verzocht hogere waarde te verlenen conform artikel 110a, lid 5 van de Wet geluidhinder. Aangezien in onderhavige situatie sprake is van een procedure hogere waarde, is voor de woningen een aanvullend onderzoek ter bepaling van de geluidwering van de gevels nodig. Bij toepassing van de juiste geluidwerende materialen en maatregelen (conform een nader onderzoek) is vervolgens een binnenniveau van 33 db gewaarborgd en is er dus te allen tijde sprake van een akoestisch goed woon- en leefklimaat. Tevens blijkt uit de rekenresultaten dat de woningen beschikken over een geluidluwe gevel en dat de tuinen voldoen aan het ambitieniveau gesteld in de gemeentelijke geluideisen. pagina 17 van 17

24

25

26

27 Intensiteiten zijn gegeven voor jaar Verhoog voor jaar 2027 per jaar 0,5%. De Intensiteiten zijn gebaseerd op een geluidsrapport, opgesteld (door Peutz) voor bestemmingsplan Komplan Rosmalen. Het gaat hier om de wegvakken 1,2 en 4 (zie plaatje onder). Aangezien het Komplan Rosmalen diverse nieuwe winkelfuncties bevat, is ook extra vrachtverkeer toegevoegd in de dagperiode (zie tabel): Beste Niels, Bij deze de gevraagde gegevens: Verder: Burgemeester Woltersstraat. Straatbakstenen. Deze straat is deels 30 en deels 50 km/h (zie figuur onder) Spoorstraat. 900 mvt/etm. Straatbakstenen. 30 km/h Stationsstraat. 900 mvt/etm. Straatbakstenen. 30 km/h Dorpsstraat. Straatbakstenen. 30 km/h

28 Plaatje: Positie (blauwe haak) waar overgang is van 50 km/h naar 30 km/h: Situering wegvakken uit geluidsrapport:

29 Tot zover. Gr.

30 3"""2# 4"'"3%5& " %"%6 ##" Ja hoor, dat is prima. Zal zeker niet maatgevend zijn hier. Gr. Van: Niels van der Burgt Verzonden: donderdag 9 maart :10 Aan: Onderwerp: RE: 1701/055/LM Begijnhof te Rosmalen!"#$ %% %" &% '# ()(*+(,-,- (.*())/0-0 "1% 2 Van: Eric Rossou [mailto:e.rossou@s-hertogenbosch.nl] Verzonden: donderdag 9 maart :07 Aan: Niels van der Burgt <N.vanderBurgt@tritium.nl> Onderwerp: RE: 1701/055/LM Begijnhof te Rosmalen Hanteer voor de verdeling in Stationsstraat en Spoorstraat deze inschatting 98%, 1,5% 0,5%. Gr. Eric Rossou

31

32 !"" # # "" $ " % $ & '(!!$)** '("*))* + '(",)-)*.&/0* 1" #)-# " -#)*# '" *#)# 2" $.31454'56 2! 4 1". " 1. " (!.)** 789: )) ;0 88 9: )) ;0 88 9: )) : * ; 8"!8 <. &1= " >8 "9(: 4?4?4?*4?/4?4?*4?,4 >8 $ > 4.&/0,)-)**##**

33 >.&/0,)-)**##**

34 ! " # $! %& $' "( " )*")++, -. /$ 0 0 " ". 1%1%2'' 1%1%'' 1%1%,'' 3%2' 1 ( " *& +4+( 5(6 + 7 " 1 ( "6 8 $ +4+( 5(6 + 7 " 1 ( "6 8 $ +4+( 5(6 9$ 1 ( "6 8 $ 6( ( ( "6 8 $ 6( ( 2 $ 1 ( "6 8 $ :6( ( 2 $ 1 ( "6 8 $ ( ( #14. :)6)++!+!4

35 ! " # $! %& $' "( " )*")++, 3%' 3%,' 31%2' 31%' 31%,' 31%2' 31%' 31%,' 3;1%2' 3;1%' 3;1%,' <$ <$=" +(:+ (6 64(:5 64( 6( (6 ( +(5 +( +( +(6 > ( + +(:+ (6 64(:5 64( 6( (6 ( +(5 +( +( +(6 > ( + +(:+ (6 64(:5 64( 6( (6 ( +(5 +( +( +(6 > ( +(5 ( 6:( 6:( 6:( ( ( ( ( ( ( > ( 4 +(5 ( 6:( 6:( 6:( ( ( ( ( ( ( > ( +(56 ( 65(+ 65(: 6(6 +(+4 +( +( (5 (+ +( > ( +(5 ( 6( 6(5 6(: +(66 +( (4 (5 ( +(: > ( #14. :)6)++!+!4

36 !"" # # $ " % $ "! & ' ( ' ( ) % * * * * * * ' " * * * * * * &" * * * * * * & * * * * * * $/01 +,-,..##+

37 ! " # $! %& $' () " *+"*,, - (. $, $ $ / $ $ 0 $ $ #3/. 1*2*,,!!/

38 ! " # $! %& $' () " *+"*,, -. /, 0 (& ) ) ) ) ) 1 ) ) 2 ) 3 ) ) ), ) ) 0 &$ ) &$ ) 1 2 3, ) ) ) ) ) #40/ 2*3*,,!0!1

39 ! " # $! %& $' ( ) " *+"*,, -. / (.01 (./ 1&/ 2$ 3 +&/ +&/+ #(45,4!,, ** ** ) ) 5)4 #(45,8!,,, ** ** ) ) 9) :69, $!595 ) ** ) ),,) :69,8 $!5955 ) ** ) ),,) 8) ** 7 - )8 )8 )4, 8) ),,7 - ) ),4)4 8) ), 7 - )8 )8,)9 9,), ** +& 7 - )8 )8,9)5 ) ), +& 7 - )8 )8 ) 5 ) ), +& 7 - )8 )8 4)4 #;9/ 8*4*,,!9!,

40 ! " # $! %& $' # ( " )*")++, -. / /&. 0$ 1 *&. +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 +(2 (+ *& 3 4 (5 5(6 (+ *& 3 4 (5 5(6 (+ *& 3 4 (5 + 5(6 (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 6 7 ( ( *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( 2( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 (5 + 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( (2 *& 3 4 (5 8 7 ( (2 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 + 7 ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 + 7 ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 + 7 ( ( *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 (5 + 7 ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 (5 7 ( (6 *& 3 4 (5 7 ( (2 *& 3 4 (5 + 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 2 7 ( (5 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 7 2( (8 *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 7 8( ( *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 5( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 6( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 8 7 ( (5 *& 3 4 (5 6 7 ( (+ *& 3 4 (5 6 7 ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 #92. 5)8)++!!+

41 ! " # $! %& $' # ( " )*")++, -. / /&. 0$ 1 *&. 6 7 ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 6 7 ( ( *& 3 4 ( ( (8 *& 3 4 (5 6 7 ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 5( (6 *& 3 4 (5 + 7 ( (2 *& 3 4 (5 7 ( ( *& 3 4 (5 2 7 ( ( *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( ( *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (8 *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 2( (+ *& 3 4 (5 + 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 ( ( *& 3 4 (5 6 7 ( ( *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( (+ *& 3 4 (5 8 7 ( (6 *& 3 4 (5 7 ( (2 *& 3 4 (5 7 ( ( *& 3 4 (5 + 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 (5 2 7 ( (6 *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 (5 6 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 (5 + 7 ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 + 7 ( (6 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 + 7 ( (6 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 (5 7 6( (5 *& 3 4 (5 + 7 ( (8 *& 3 4 (5 7 ( (6 *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 (5 #92. 5)8)++!!+

42 ! " # $! %& $' # ( " )*")++, -. / /&. 0$ 1 *&. 7 ( ( *& 3 4 (5 6 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (5 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 2 7 ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( 2(86 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 ( ( *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 8( (8 *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 (5 7 +( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 8 7 ( (5 *& 3 4 (5 6 7 ( (2 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 6 7 ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 6 7 ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 7 5( 2(8 *& 3 4 (5 7 ( 2(8 *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 (5 7 ( (5 *& 3 4 (5 2 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 8( (+ *& 3 4 (5 6 7 ( (+ *& 3 4 (5 7 8( ( *& 3 4 (5 5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( ( *& 3 4 (5 5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (5 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 5 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 ( ( 2(5 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 8 7 ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 8 7 ( (2 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (2 *& 3 4 ( ( (+2 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 + 7 ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 (5 #92. 5)8)++!!+

43 ! " # $! %& $' # ( " )*")++, -. / /&. 0$ 1 *&. + 7 ( (2 *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (8 *& 3 4 ( ( (8 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 + 7 ( (+ *& 3 4 ( ( (5 *& 3 4 (5 + 7 ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( (8 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (6 *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( (+ *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 ( ( ( *& 3 4 (5 + 7 ( (+ *& 3 4 (5 #92. 5)8)++!!+

44 ! " # $! %& $' $( " )*")++, -. /&. / /0 /1 /2 /3 /4 # $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 + $+ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 5 $5 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 7 $7 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 8 $8 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 8 $8 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 9 $9 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 + $+ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 5 $5 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 7 $7 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 $ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 8 $8 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 9 $9 (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 + $+ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 + $+ (+ *& ( 5( )) )) )) )) 6 #:5. 8)9)++!7!5

45 ! " # $! %& $' # ( " )*")++, -. / ( 3))4 + ( 3))4 #89. 5)6)++!7!

46

47

48

49

50

51

52

53

54 ! " # " $ % & '$( ) * &$( +, -.,/ -, 0,1 -,- +#.,.0,- -2,/ --,/.-, 0+ 0, -/, -0,. 0,- -/,2 0+# 0.,..,.,. -,-.., -+ -, -/,/ -0,1 0,2 -,- -+# -.,..,.., -,.,.+., -/, --, 0,1 -,..+#..,.,.,- -/,-., +, -/,/ -0,1 0,2 -,0 +#.,.,.,2 -/,./,0 /+ /, -/,- -0, 0, -, /+# /.,./,.0,. -,-./, +, -2, -., 01,- -2,2 +#.,.,/.-,1-2,2.2,- 2+ 2, -/,. -0,2 0, -, 2+# 2.,.-,0-1,/ -.,..-,1 2+ 2, 0/,1 0-,- 2, 0,/ 2+# 2., 02,- 0., 1,/ 01, 1+ 1, -0,1 01,- 0., --,/ 1+# 1., -/,2 --,0 02, -, +, -,- 0, 00, -0, +#., --,0 01,/ 0.,. --,1 +, -/,- -0,/ 0, -, +#., -2,- -.,/ 01, -1, 0+ 0, -0,- 02, 0-,/ --, 0+# 0., -/,- -0,/ 0, -/,1 -+ -, -0,. 02,2 0-,/ --, -+# -., -/, --, 0,1 -,..+., -,2 -., 01, -2,.+#..,.-,., -,..,. +, -2, -, -, -1,. +#.,..,1.,- -/,0.,/ /+ /, -,1 -.,- 01,0-2,/ /+# /.,..,..,2 -,/., +, -.,. -,1 0, -, +#.,.,2-2,0 --,.0, 2+ 2, --, -, 0.,1 -.,. 2+# 2., -1,/ -/, -,1.,- 1+ 1, -,1 0,- 00, -,/ 1+# 1., -/, -0,- 0,0 -/,/ 0+ 0, -, 02, 0-, -0,. 0+# 0., --,. 01, 0., -., 0+ 0, 02, 0, 0, 01,. 0+# 0., --, 01,- 0.,0 --,/ #3 43 " /0

55 ! " # " $ % & '$( ) # &$( * +,+,,,+- -+,-+. */ 0+ +0,+ -+, +,*, +, ,0+1,*/, , * 1 +,1+..+0,+.,1+ 1*/ * 0 +,1+..+1,+2,1+- 0*/ 0 0+, ,+, * +,+,+1 1+2,0+ */ , * - +,+2 +, +,+- -*/ , * + 11+,,2+,,+ 1,+. */ , * ,2+2,,+, 11+ 2*/ , * 2 +,2+2,0+, +,2+- 2*/ , *. + 1+, ,.*/. 0+ 1,+,+,+ 1+2 * ,.+ 0+ */ * ,-+1 1+, */ ,+ 12+-,*, ,2+2,,+ 11+,*/, , * 1 + 1,+0,+.,+1 1,+, 1*/ ,.+,,, * 0 +,-+,,+ +,-+0 0*/ 0 0+,2+0,1+2 +,,2+ * ,+, */ ,, * , */ , 0+ * + 0, ,+ */ * 2 + 0, ,+ 2*/ * ,+2.*/ , ,*, ,*/, ,+ 01+,*, ,.+ 0+,*/, 0+ 0, , 0,+ /3 43 " ,,,,

56 ! " # " $ % & '$( ) * &$( +, -.,./,..., -.,0 +1 2, -3,3 -,0.3,3 2,.+., --,../,3.-,. --, , -/,/ -2,./,/ -/,3 -+ -, -.,3./,0..,3 --, -+1-2, -,0 --,-.,0 -, 2+ 2, -.,./,2.., -.,/ , -,. -.,3.,. -,- +, -.,-./,..,- -.,2 +1 2, -, -.,/., -,- 0+ 0, --,../,3.-,. --, , -,- --,.,- -,2 +, -, -,.., -, +1 2, -0, -.,..0, -0,0 /+ /,..,,/.,..,- /+1 / 2,.2,.,. 2,.2,0 /+ /, /,0 2,- /,0 /,/ /+1 / 2,., 0,,., 3+ 3,,2 -,,2, , 3,,. 3, 3,0 +, 3,2, 3,2 3, +1 2, 3,/, 3,/., +, -/, --,/./, -/,- +1 2, -3,/ -,.3,/ -3,3.+.,..,,.,..,.+1. 2,.,..,3,..,- -+ -,., 0,/,., ,.2, 3,/ 2,.2,. 2+ 2,.3,.,. 3,.3, , -,3.,0.,3 -., +,.3,2., 3,2.3, +1 2, -,-.,.,- -,2 0+ 0,.,...,3,.., ,./,.2,2 /,./,3 +,,,2,,3 +1 2,, -,. 4.,0,0 /+ /, -, /,/ -, -,. /+1 / 2,,0 0,-,0,/ 3+ 3, 3,0,- 3,0 3, ,,,.,,0.+.,.0,0..,- 0,0.0,.+1. 2,.,.-,2,.,/.+.,.-, 3,. -,.-, ,.2, 3,/ 2,.2, "627- /

57 ! " # " $ % & '$( ) * &$( +,, -,.,,/ +0 1, 2,.,1 2, 2,. 2+ 2, 2,-.,/ 2,- 2, , 3,3,- 4,, /+ /, 2,3.,- 2,3 /, /+0 / 1,,,1,,. 1+ 1,,.,,., ,.,1 1, 4,-., +, 2,3.,- 2,3 /, +0 1,, -,.,,2 -+ -, 1, 3, 1, 1, -+0-1, 2,,. 2, 2,2 +, 2,1., 2,1 2, +0 1,,1 -,,1,.+., -,/ 2, -,/ -, ,, 2,,,.+., 2,3,-,3 22,.+0. 1, 22,.,1 2, 22,. 3+ 3, 22,,. 2, 22, , 2/,., /, 2/, +, 2,- 2,/,- 2, +0 1, 2-,- 22,/ -,- 2-, +, 2/,2.,3 /,2 2/,/ +0 1, 21,/ 2, 1,/ 21,1 2+ 2, 2,- -,/,- 2, , 2,-,/,- 2, /+ /, -,3 2,- -,3, /+0 / 1, -,. 2, -,. -,3 1+ 1, 3,3,- 3,3 2, , 3,,2 3, 3,- +, 2,,. 2, 2,2 +0 1,., 1,1 4,/.,3 -+ -, /,.,. /, /, , 1, 4,2 4,3 1,2 +, 1,,1 1, 1,. +0 1,,3 /,-,3.,.+., 22,.., 2,. 22, , 2/,/ 3, /,/ 2/, 3+ 3, 2-,/ 22, -,/ 2-, , 2, 2/,1, 2,. 2+ 2, 2, 2/,1, 2, , 23, 21,. 3, 23,2 2+ 2, 2-,/ 22, -,/ 2-, , 2,- 2/,/,- 2, "617/

58 ! " #$% & " ' ( ( )'$ * + ('$, -./-/ 01-/ 0/-1./-2, /, / / /,3 /.- -/.2-..-/ - 0, , / , /.0-1., , -.0-/ , /-/ - 2, , /- /-/, /,3.- 0-/ / 0-1 1, , / , /- / , / , / , , , , -.-/.0-0-/.-0, /, / -.-/ 0-0-/.-0 /,3 / /..- 0, , /..-., , , -.2-./ ,3.- -/.-../- - 2, /.2-/ 2, / , /.-1, , ,3 1.- / , / 4, / /, / -.-0./ / /,3 / /, / /,3 / / " ///1/2

59

60

61 !"" # # ""! " $! % &'!!!()) *"(() + &'",(-().%/0 1" #(-# " -#()/# &" )/#(# 2" &67 2! 5 1". " 1. " '!.()) 89:; (( <0 99 :; (( <0 99 :; (( : ; ) < 9"!9 =. %/1> "?9 ":'; 5@5@5@)5@A5@5@)/5@,5?9 3? /5.%A0/,(-())##/

62 ? ()()-##" " /(-()#)#" ".%A0/,(-())##/

63 ! " # $! %& $' () " *""*++, -. /-01 /-. 1 2$ 2$ *+44* ** ** )+ ) *( *6 $ & *+44 ** ** )+ ) *( *6 $ & *++* ** ** )+ ) *( *6 $ & 4+5 +*+4* ** ** )+ ) *( *6 $ & 4+5 +*+4 ** ** )+ ) *( *6 $ & *++ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+4 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+++ ** ** )+ ) *( *6 $ & *++4* ** ** )+ ) *( *6 $ & *++4 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+8+* ** ) )+ ) *( *6 $ & *+84* ** ** )+ ) *( *6 $ & *+84 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+7+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+745* ** ** )+ ) *( *6 $ & *+745 ** ** )+ ) *( *6 $ & *++* ** ** )+ ) *( *6 $ & *++ ** ** )+ ) *( *6 $ & *++ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+4+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+48 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5++ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+58+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+57+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5+ ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+575 )+7 ** )+ ) *( *6 $ & *+5575 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5475 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+475 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+475 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+47* ** ** )+ ) *( *6 $ & *+47 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +47*+457* ** ** )+ ) *( *6 $ & *+7* ** ** )+ ) *( *6 $ & *+7 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +7*+57 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +57*+7 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +7*+57 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +57*++57* ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +57*++57 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+87* ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +7*+77* ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +7*+77 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +77*+757 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+7* ** ** )+ ) *( *6 $ & *+7 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+7 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +7*+57 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+57 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +57*+7 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +7*+57 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +47*+557 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+48 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +48*+5 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +5*+557 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+57 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +57*+557 )5 ** )+ ) *( *6 $ & *+5+57 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5857 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+577 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5757 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+557 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+5 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +5*+5 )+ ** )+ ) *( *6 $ & 5 +55*+555 ** ** )+ ) *( *6 $ & *+545 )+ ** )+ ) *( *6 $ & *+45 ** ** )+ ) *( *6 $ & 5 +44*+47 ** ** )+ ) *( *6 $ & #97.8 5*4*++!!88

64

65

66

67

68

69

70

71 ! "#$ %! & ' ' (&# ) * '&# +, -,. -, /,,0 +1 /,.2,/.2,,.., -+ -, -,-, /,, /,.2,.2,/ 0,-., 2+ 2, -,, /,.,/ /,./,.2, 0,/.,2 /+ /,,0,/ /,/,- /+1 / /,./,.2,. 0,2.,- +,,2, /., /,. +1 /,.2,.2,,0..,.+.,,0, /.,/ /,2.+1. /,.2,-.-,,..., +, /, /,/,-, +1 /,.,.,2.,./, +, /, /.,. /-,,/ +1 /, 2,/ 2, /,0., +, 2,0 2,/ 2/,/ /-,- +1 /, /,0 /,/ 2.,/ //,- 0+ 0, /-, /-, 2, /, /, /.,2 /,0 /, /0, +, /., /,. /,/ /0,2 +1 /, /.,0 /., /-,2,- +, 0,. 0,-,.-,0 +1 /,.,/.,.,./, -+ -, /-, /, 2, /, /, /, /.,. /-,,/ 2+ 2, /, /,- 2.,- //, /, /, //, /, /, /+ /,,,2 /,, /+1 / /,,0,,2 0,- +, -,/ -, /,, +1 /,,,2,- 0,.+.,,, /., /,/.+1. /, /,0 /,,-, +, /-, /-,2 2, /., +1 /, /-, /-,2 2,- /., +, /, /,2 2.,- //, +1 /, /-,2 /,0 2, /,. 0+ 0, /.,2 /,0 /, /0, /, /2,- /-, 2, /.,. -+ -,,,2 /., /, /,,2,0 /., /,. -+ -, /, /,. /2,/, /, /,0 /, //,2 -, !6/ /

72

73 Verkennend bodem- en asbestonderzoek en infiltratie onderzoek Spoorstraat 3 Rosmalen

74 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Verkennend bodem- en asbestonderzoek en infiltratie onderzoek in opdracht van Rezidenz Development T.a.v. de heer P. de Kort Parklaan 81B 5613 BB EINDHOVEN betreffende locatie Spoorstraat 3 Rosmalen documentkenmerk 1701/066/BD-01 versie 0 vestiging, datum Nuenen, 21 april 2017 opgesteld door: B.P.H. Dorssers Projectleider bodem gecontroleerd door: D. Hollander Projectleider bodem Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. Tritium Advies BV Adviseurs in bouwen, milieu en veiligheid TRITIUM NUENEN» TRITIUM PRINSENBEEK» TRITIUM NEER» TRITIUM ARKEL» Gulberg 35 Groenstraat 27 Steeg 27 Vlietskade TE Nuenen 4841 BA Prinsenbeek 6086 EJ Neer 4241 WH Arkel T T T T E. info@tritium.nl I. K.v.K nr IBAN NL29INGB

75 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Samenvatting In opdracht van Rezidenz Development heeft Tritium Advies B.V. een verkennend bodem- en asbestonderzoek en infiltratie onderzoek uitgevoerd op de locatie Spoorstraat 3 te Rosmalen. Aanleiding voor het onderzoek is het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de locatie. Doel van het onderzoek is het vastleggen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem van de onderzoekslocatie. Doel van het infiltratie onderzoek is het verschaffen van inzicht in de infiltratiemogelijkheden van hemelwater in de bodem. Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende deellocaties onderscheiden waarvan aangenomen wordt dat de bodem verontreinigd kan zijn geraakt: A. twee ondergrondse dieseltanks nabij de spoorbaan; B. (voormalige) opslag van smeerolie, bekistingsolie, hydraulische olie (achter in de loods); Het onderzoek van de verdachte deellocaties en het overige terreindeel is uitgevoerd conform de NEN 5740 (april 2016) en NEN 5707 (augustus 2016). Zintuiglijk zijn tijdens de uitvoering van het veldwerk in de boven- en ondergrond plaatselijk bijmengingen aangetroffen met puindeeltjes en kooldeeltjes. Uit de resultaten van het vooronderzoek, de veldwerkzaamheden en de uitgevoerde analyses wordt het volgende geconcludeerd. Verkennend bodemonderzoek Deellocatie A (ondergrondse dieseltanks) Ter plaatse van het vulpunt van de ondergrondse dieseltanks blijkt de grond van 1,8 tot 2,0 m-mv sterk verontreinigd te zijn met minerale olie. Ook het grondwater blijkt sterk verontreinigd te zijn met minerale olie. Hiermee is de aanwezigheid van een sterke verontreiniging met minerale olie bevestigd. De aangetroffen verontreiniging komt overeen met de voormalige inhoud van de tanks (diesel). De omvang van de sterke verontreiniging is niet bekend. Echter is er geen reden om aan te nemen dat er sprake is van een verslechtering ten opzichte van het eerder uitgevoerde onderzoek in 2005 en Hiermee is deze deellocatie voldoende onderzocht in het kader van de voorgenomen bestemmingswijzing. Wel wordt aanbevolen om in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning nader onderzoek te doen naar de omvang van de sterke verontreiniging in de grond en het grondwater. Deellocatie B (bevestigen afwezigheid verontreiniging minerale olie) Uit de analyseresultaten blijkt dat de grond niet verontreinigd met minerale olie en aromaten. Ook zintuiglijk zijn geen aanwijzingen voor een olieverontreiniging aangetroffen. Deellocatie C (overige terreindeel) De bovengrond ter plaatse van het overige terreindeel blijkt licht verontreinigd te zijn met zware metalen, PAK en minerale olie. De ondergrond blijkt niet verontreinigd te zijn met de onderzochte stoffen. Het grondwater blijkt slechts licht verontreinigd te zijn met naftaleen. Opgemerkt wordt dat op aangeven van de opdrachtgever het bebouwde terreindeel (loods) tijdens onderhavig onderzoek niet is onderzocht.

76 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 De lichte verontreinigingen met zware metalen, PAK en minerale olie in de grond en met naftaleen in het grondwater zijn in tegenspraak met de hypothese dat de onderzoekslocatie niet-verdacht is. De aangetroffen gehaltes zijn echter dermate laag, dat nader onderzoek hiernaar niet noodzakelijk wordt geacht. Verkennend asbestonderzoek Uit de resultaten van het vooronderzoek, de veldwerkzaamheden en de uitgevoerde analyses wordt het volgende geconcludeerd. Voorafgaand aan de veldwerkzaamheden is het maaiveld visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Tijdens de graafwerkzaamheden is het uitkomende materiaal eveneens beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Hierbij zijn zowel op het maaiveld als in het uitkomende materiaal geen asbestverdachte materialen waargenomen. Verder zijn in de opgegraven grond maximaal zwakke bijmengingen met puin aangetroffen. In de grondfractie (kleiner dan 16 mm) is plaatselijk analytisch asbest aangetoond in het traject van 0,08 tot 0,5 m-mv. Het asbest komt voor in de fractie <16 mm. Het betreft chrysotiel (serptentijnasbest). De indicatieve gewogen asbestconcentratie in de grond is berekend op 0,19 mg/kg d.s. Dit is niet in overeenstemming met de vooraf gestelde hypothese dat de locatie niet-verdacht is. Het aangetroffen asbestgehalte is echter kleiner dan de helft van de interventiewaarde. Derhalve is er geen sprake van een verontreiniging met asbest en wordt een nader asbestonderzoek niet noodzakelijk geacht. Infiltratie onderzoek De bodem bestaat ter plaatse van de meetpunten uit een goed doorlatend zandpakket. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde infiltratieonderzoek kan ter plaatse van het onderzoeksgebied hemelwater opgevangen en boven de GHG geïnfiltreerd worden door middel van doorlatende bestrating (met onderliggende goeddoorlatende funderingslaag), infiltratiekratten, wadi s, infiltratiebassins, zaksloten, greppels en infiltratie- en transportriolen. Geadviseerd wordt om het ontwerpen en het aanleggen van een infiltratievoorziening door een op dit gebied ervaren specialist uit te laten voeren. Het opstellen van een nader plan van aanpak (detailtekening en -berekening), het toepassen van grondverbetering en het realiseren van onderhoudsmogelijkheden maken in de regel onderdeel uit van deze werkzaamheden. Op deze wijze moet voorkomen worden, dat de toekomstige infiltratievoorzieningen onjuist gedimensioneerd zijn, op de verkeerde diepte worden aangelegd, onvoldoende functioneren of dat de infiltratiecapaciteit na verloop van tijd te snel en te veel terugloopt. Resumé De onderzoeksresultaten leveren geen beperkingen op ten aanzien van het voorgenomen gebruik van de locatie en vormen ons inziens derhalve geen belemmering voor de voorgenomen bestemmingswijziging. Wel dient in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning nader onderzoek te worden verricht naar de omvang van de sterke verontreiniging in de grond en het grondwater en dient na sloop van de bebouwing ter plaatse van de loods nog onderzoek plaats te vinden.

77 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Indien grond wordt afgegraven (bijvoorbeeld bij bouwwerkzaamheden) en van de locatie wordt afgevoerd, dient er rekening mee te worden gehouden dat deze grond elders niet zonder meer toepasbaar is. Met betrekking tot het elders hergebruiken van grond zijn de regels van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing, die doorgaans een grotere onderzoeksinspanning vereisen.

78 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Inhoudsopgave pagina Samenvatting 1. Inleiding 1 2. Vooronderzoek Locatiegegevens Eerder uitgevoerd onderzoek Bodemopbouw Bodemkwaliteitskaart Conclusies vooronderzoek 7 3. Verkennend bodemonderzoek Onderzoeksstrategie Uitvoering Grondonderzoek Grondwateronderzoek Analyses Analyseresultaten Toetsingskader Grond Grondwater Verkennend asbestonderzoek Onderzoeksstrategie Uitvoering Veldwerk asbestonderzoek Analyses Analyseresultaten Toetsingskader Analyseresultaten Infiltratie onderzoek Onderzoeksstrategie Uitvoering veldwerk Analyses Resultaten Bespreking resultaten Conclusie en aanbevelingen 23

79 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Bijlagen aantal pagina's (excl. voorblad) 1. topografische ligging en kadastrale gegevens 5 2. situatietekening 3 3. boorprofielen 8 4. analyseresultaten grond analyseresultaten grondwater 6 6. analyseresultaten asbest 6 7. toetsingstabellen grond 4 8. toetsingstabellen grondwater 3 9. resultaten zeefkrommen meetresultaten infiltratiemetingen foto s onderzoekslocatie 9

80 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 1. Inleiding In opdracht van Rezidenz Development heeft Tritium Advies B.V. een verkennend bodem- en asbestonderzoek en infiltratieonderzoek uitgevoerd op de locatie Spoorstraat 3 te Rosmalen. Aanleiding voor het onderzoek is het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de locatie. Doel van het onderzoek is het vastleggen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem van de onderzoekslocatie. Doel van het infiltratie onderzoek is het verschaffen van inzicht in de infiltratiemogelijkheden van hemelwater in de bodem. Tritium Advies B.V. heeft geen binding met de opdrachtgever en de onderzoekslocatie anders dan als onafhankelijk onderzoeksbureau. Kwalibo Op een deel van de werkzaamheden die in het voorliggende rapport worden beschreven is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Onder de naam Kwalibo regelt het Besluit de kwaliteitsborging in het bodembeheer. Voor deze kwaliteitsborging zijn onderdelen van het onderzoek onder Kwalibo uitgevoerd. Indien dit het geval is, dan is dit bij het betreffende onderdeel expliciet vermeld. Onderdelen zonder vermelding over Kwalibo, zijn niet onder Kwalibo uitgevoerd. pagina 1 van 24

81 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 2. Vooronderzoek Als onderdeel van het verkennend bodemonderzoek is een standaard vooronderzoek uitgevoerd volgens de Nederlandse norm NEN 5725 (januari 2009). Voor onderhavig onderzoek is gebruik gemaakt van de historische gegevens die zijn aangeleverd door zowel de gemeente als de opdrachtgever. Tabel 2.1: overzicht geraadpleegde bronnen tijdens vooronderzoek. bron contactpersoon datum uitvoerder Tritium Advies B.V. internet B. Dorssers B. Dorssers Bing Maps B. Dorssers B. Dorssers B. Dorssers gemeente s-hertogenbosch bodemarchief J. van Berkom I. Flinkers B. Dorssers N. Verdijk tankenbestand J. van Berkom B. Dorssers hinderwet/milieuarchief F. Snels B. Dorssers bodemkwaliteitskaart B. Dorssers overige bronnen opdrachtgever P. de Kort B. Dorssers 2.1 Locatiegegevens In de navolgende tabel zijn de locatiegegevens opgenomen. De topografische ligging en de kadastrale gegevens zijn weergegeven in bijlage 1. Een situatietekening is weergegeven in bijlage 2. Foto s van de onderzoekslocatie zijn weergegeven in bijlage 11. Tabel 2.2: locatiegegevens. locatie coördinaten kadastrale percelen totale opp. bebouwing (m²) onderzoeks- x y gemeente sectie nummer (m²) locatie (m²) Spoorstraat Rosmalen H Rosmalen G pagina 2 van 24

82 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Figuur 2.1: luchtfoto onderzoekslocatie (bron Bing Maps). De onderzoekslocatie is momenteel in gebruik als voormalig bedrijfsterrein en als groenstrook met parkeergelegenheid. De bebouwing op perceel H 5368 bestaat uit een vervallen loods van circa m 2. Daarnaast is op een gedeelte van de locatie een overkapping aanwezig. De vloer in de loods bestaat vermoedelijk uit beton. Het onbebouwde deel van de locatie is bijna geheel verhard met klinkers. Alleen de groenstrook is onbebouwd en onverhard. In het verleden was op het perceel een aannemingsbedrijf gevestigd. De belendende percelen zijn in gebruik als kantoorpanden, woningen met tuin en infrastructuur (spoorlijn en openbare weg). Volgens de website topotijdreis.nl was de onderzoekslocatie tot omstreeks 1955 onbebouwd. Na die tijd is de eerste bebouwing op de locatie zichtbaar. Volgens de website bagviewer.kadaster.nl is de huidige loods op de locatie in 1969 gebouwd. Uit een eerder uitgevoerd bodemonderzoek [2] blijkt dat de locatie in 2000 bebouwd was met een kantoor, een werkplaats en opslagruimte. Verder blijkt uit dit onderzoek dat: Bij de gemeente Rosmalen op 14 maart 1972 een aanvraag is ingediend in het kader van de Hinderwetvergunning door Aannemingsbedrijf Firma L. van der Plas te Rosmalen. Deze vergunning is op 6 september 1972 verleend. De vergunning betreft een oprichtingsvergunning voor een elektrische industriepomp met een ondergrondse liter benzinetank voor eigen gebruik. De tank is voorzien van een KIWA-keurmerk. Op 9 april 1980 is een bouwaanvraag ingediend voor de bouw van een kantoorgebouw. Uit een schrijven van Firma L. van der Plas blijkt dat de werf van het bedrijf zich op het perceel Spoorstraat 3 te Rosmalen bevindt. pagina 3 van 24

83 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Op 10 april 1992 is door de gemeente Rosmalen een integrale milieucontrole verricht op het perceel. Hieruit blijkt dat de ondergrondse liter benzinetank nog aanwezig is en dat deze gekeurd dient te worden. Tevens is bij de opslag en aflevering van dieselolie bodemverontreiniging geconstateerd en is bij de opslag van hydraulische olie vermoedelijk bodemverontreiniging aanwezig. Op het terrein is een bovengrondse oude lege dieselolietank aanwezig. Deze tank bevindt zich niet boven een vloeistofdichte vloer. Volgens de milieucontrole was tevens een bovengrondse opslag van chemicaliën en een opslag van hydraulische olie aanwezig. In 1992 is Firma Van der Plas nog eigenaar van het perceel en is Strabag de huurder. Tussen huurder en verhuurder bestaat discussie over de verantwoordelijke voor de ondergrondse benzinetank en de sanering daarvan. Door de gemeente Rosmalen zijn in november 1992 twee grondmonsters geanalyseerd op de aanwezigheid van minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen. Uit de resultaten blijkt dat sterk verhoogde gehaltes aan minerale olie en vluchtige aromatische koolwaterstoffen zijn aangetoond. De gemeente verplicht het bedrijf tot uitvoering van bodemonderzoek en sanering van de benzinetank. Dit onderzoek is, voor zover bekend, echter nooit uitgevoerd. Op 26 februari 1993 wordt door Aannemingsmaatschappij Strabag b.v., de heer P.A.J. van Stiphout, een aanvraag ingediend voor een Hinderwetsvergunning voor het perceel Spoorstraat 1 te Rosmalen. De vergunningsaanvraag is gericht op de opslag van materieel en materialen en op machinale houtbewerking. De inrichting wordt gestookt op gas. Volgens de aanvraag is geen sprake van (een) ondergrondse tank(s). Het afvalwater wordt geloosd op de riolering; hiervoor is een melding verricht. In de vergunningsaanvraag is tevens beperkte opslag van olie en bekistingsolie opgenomen. Op 7 april 1993 wordt de Hinderwetsvergunnig openbaar gemaakt. Op 11 mei 1993 wordt Strabag b.v. nogmaals aangeschreven door de gemeente Rosmalen met het verzoek bodemonderzoek te laten verrichten en de benzinetank te laten verwijderen. De Hinderwetvergunning wordt op 13 oktober 1993 door de gemeente Rosmalen verleend. Door de gemeente Rosmalen wordt op 2 oktober 1996 een milieucontrole uitgevoerd. Tijdens deze controle zijn geen bijzonderheden waargenomen en geen overtredingen geconstateerd. Op 12 november 1998 heeft nogmaals een milieucontrole plaatsgevonden door de gemeente Rosmalen. Bij deze controle is een olievat aangetroffen dat zich niet in een lekbak bevond. Door het bedrijf is toegezegd het vat direct te verwijderen. Uit de rapportage van het eerder uitgevoerde bodemonderzoek [2] blijkt dat de liter tank volgens het tankbestand van de gemeente s-hertogenbosch gesaneerd zou zijn (datum onbekend), maar niet is verwijderd. De werkzaamheden zouden niet door een KIWA-erkend bedrijf zijn uitgevoerd. Verder blijkt uit een eerder uitgevoerd bodemonderzoek [3] dat op perceel G 3019, tegen de spoorbaan aan, twee ondergrondse dieseltanks van 50 m 3 gelegen zijn. Ter plaatse is sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging met minerale olie. De tanks zijn vrijgesteld van verwijdering in verband met het risico op verzakking van de spoorbaan. Van de bebouwing op Spoorstraat 1, welke grenst aan de huidige onderzoekslocatie, is bekend dat het dak hiervan in het verleden bedekt was met asbestverdachte golfplaten welke in het verleden gedeeltelijk zijn afgebrokkeld. Mogelijk is er daardoor asbest terecht gekomen op de huidige onderzoekslocatie (perceel H 5368). In de toekomst zal op de onderzoekslocatie, na sloop van de huidige bebouwing, het project pagina 4 van 24

84 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Begijnhof worden gerealiseerd. De ontwikkeling bestaat uit de realisatie van 11 woningen voor de doelgroep Welvarend Genieten. Gegevens over mogelijk aanwezige kabels, leidingen en puin zijn niet bekend. 2.2 Eerder uitgevoerd onderzoek Op de onderzoekslocatie en in de directe omgeving zijn eerder de in de navolgende tabel vermelde bodemonderzoeken uitgevoerd. Tabel 2.3: eerder uitgevoerd onderzoek. onderzoek locatienaam opgesteld door datum kenmerk gegevens onderzoekslocatie 1. onbekend Spoorstraat Biochem 1990 (?) onbekend 2. Verkennend en nader bodemonderzoek Spoorstraat 1-3 NIPA milieutechniek 3. Nader bodemonderzoek Spoorstraat Inpijn-Blokpoel MB Aanvullend onderzoek Spoorstraat Inpijn-Blokpoel MB-5719-A/SVN 5. Verkennend bodemonderzoek Spoorstraat 1-3 UDM midden B.V gegevens directe omgeving 6. Evaluatierapport aanleg bergbezinkbassin Molenhoek Royal Haskoning R4934 De rapportage van onderzoek [1] is niet in het bezit van Tritium Advies. Uit de rapportages die wel in het bezit zijn van Tritium Advies blijkt het volgende: Ad 2 Aanleiding voor het onderzoek was de voorgenomen aankoop van de locatie. Doel van het onderzoek was vaststellen of op de locatie bodemverontreiniging aanwezig is en of het perceel geschikt is voor de beoogde bestemming. Uit de rapportage van het onderzoek blijkt dat onderscheid is gemaakt tussen vier deellocaties: 1: (voormalige) ondergrondse liter benzinetank met toebehoren, bovengrondse dieseltank, voormalige opslag van oliën en voormalige bovengrondse dieseltank; 2: (voormalige) opslag chemicaliën; 3: (voormalige) opslag van smeerolie, bekistingsolie, hydraulische olie (achter in de loods); 4: overige terreindeel. Ter plaatse van deellocatie 1 bleek circa 15 m 3 grond matig tot sterk verontreinigd met minerale olie. Ter plaatse van deellocatie 3 bleek circa 20 m 3 grond sterk verontreinigd met minerale olie. Op beide deellocaties betrof het derhalve geen ernstig geval van bodemverontreiniging. De overige onderzochte grond(meng)monsters en het grondwater bleken niet noemenswaardig verontreinigd met de onderzocht stoffen. Nader of aanvullend onderzoek werd derhalve niet noodzakelijk geacht. Ad 3 Aanleiding voor het onderzoek was de eis van de gemeente s-hertogenbosch om onderzoek te verrichten naar de aard en omvang van een verontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater ter plaatse van een tweetal ondergrondse dieseltanks van 50 m 3. pagina 5 van 24

85 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Deze verontreiniging zou in 1990 tijdens een indicatief onderzoek van Biochem zijn aangetoond. De tanks zijn gelegen tegen de spoorbaan en zijn, gezien het gevaar van verzakking van de spoorbaan, vrijgesteld van verwijdering. De tanks zouden zijn gereinigd en afgevuld met zand. Hiervan zijn geen KIWA-certificaten beschikbaar. Tijdens het eerder uitgevoerde onderzoek [2] zijn deze tanks niet onderzocht. Doel van het onderzoek was het in beeld brengen van de aard en omvang van de verontreiniging. Uit de rapportage van het onderzoek blijkt dat er sprake is van een sterke verontreiniging van de grond en het grondwater met minerale olie. De omvang van de sterke verontreiniging is vastgesteld op 110 m 3 grond en 75 m 3 grondwater. Opgemerkt wordt dat in zuidelijke richting, tegen de spoorbaan, geen volledige inkadering heeft kunnen plaatsvinden. Er bleken geen verspreidings-, ecologische en humane risico s te zijn. Geadviseerd werd de gegevens voor te leggen aan de gemeente s-hertogenbosch. Ad 4 Tijdens dit onderzoek is een peilbuis ten zuiden van de spoorbaan geplaatst om de eerder aangetoonde sterke verontreiniging met minerale olie [3] in het grondwater in te kunnen kaderen. Geconcludeerd werd dat het grondwater ten zuiden van de spoorbaan niet verontreinigd was met minerale olie of oliecomponenten. Opgemerkt werd dat de verontreiniging is afgeperkt, maar niet op een bruikbare schaal vanwege de tussenliggende spoorbaan. Ad 5 De onderzoekslocatie betrof de huidige onderzoekslocatie plus het perceel Spoorstraat 1. Aanleiding voor het onderzoek was de voorgenomen aankoop van de locatie. Doel van het onderzoek was het aantonen dat op de locatie redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de bodem die een belemmering kunnen vormen voor de voorgenomen grondtransactie. In het onderzoek is onderscheid gemaakt tussen vier deellocaties: 1 : voormalige olieopslag en bovengrondse dieseltank; 2/3 : voormalige olie en chemicaliënopslag ten noorden van de loods; 4 : ondergrondse olietanks ter plaatse van perceel G3019; 5 : overige terreindeel. Uit de rapportage blijkt dat ter plaatse van deellocaties 1 en 2/3 in de grond geen verontreinigingen met minerale olie of PAK zijn aangetroffen. Het grondwater bleek ter plaatse van deellocatie 2/3 licht verontreinigd met barium en zink. Ter plaatse van deellocatie 4 is slechts één boring gezet en is een bestaande peilbuis bemonsterd. De grond bleek op een diepte van 2,0 tot 2,5 m-mv niet verontreinigd te zijn met minerale olie. Het grondwater bleek sterk verontreinigd te zijn met minerale olie en licht verontreinigd met xylenen, naftaleen en tetrachlooretheen. Op het overige terreindeel (deellocatie 5) zijn in de grond zwakke bijmengingen met sintels en kolengruis aangetroffen. De grond bleek hooguit licht verontreinigd met zware metalen en PAK. Het grondwater is gecombineerd met de deellocaties 2/3 en 4 onderzocht. Geconcludeerd werd dat er ten aanzien van de bodem op perceel H5368 geen belemmeringen aanwezig zijn voor het beoogde gebruik of (her)ontwikkeling van de locatie. Voor perceel G3019 dient bij grondverzet rekening te worden gehouden met gebruiksbeperkingen van de grond en saneringsmaatregelen bij de olietanks. Ad 6 Uit de rapportage blijkt dat in verband met de aanleg van een bergbezinkbassin op de locatie Molenhoek, ten zuiden van de spoorlijn, aan de zuidzijde van de twee ondergrondse olietanks 2006 een schermbemaling is toegepast. De bemaling is uitgevoerd om de verplaatsing van de verontreiniging te voorkomen. pagina 6 van 24

86 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Op basis van controlemetingen voor, tijdens en na de werkzaamheden is geconcludeerd dat de aanwezige verontreiniging met minerale olie niet is verplaatst. 2.3 Bodemopbouw Voor de informatie in de voorliggende paragraaf is gebruik gemaakt van digitaal beschikbare Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINOloket) en het Actueel Hoogte Bestand Nederland (AHN). In de navolgende tabellen is een overzicht opgenomen van de bodemsamenstelling en de geohydrologische situatie. Tabel 2.4: bodemsamenstelling (maaiveldhoogte 5,5 m+nap). laagomschrijving dikte samenstelling doorlatendheid deklaag 11 m zand, zeer fijn tot zeer grof, lokaal kleiig, grindig of humeus matig 1 e watervoerende pakket 9 m zand, matig fijn tot uiterst grof, lokaal grindig goed Tabel 2.5: geohydrologische situatie. laagomschrijving stijghoogte grondwater stromingsrichting freatisch 3 m +NAP noordwestelijk 1 e watervoerende pakket onbekend noordwestelijk In de directe omgeving van de locatie is geen oppervlaktewater van betekenis aanwezig. De onderzoekslocatie is niet gelegen in of nabij een grondwaterbeschermingsgebied. Op de onderzoekslocatie vindt geen grondwateronttrekking plaats. Over grondwateronttrekking in de omgeving van de locatie zijn geen gegevens bekend. 2.4 Bodemkwaliteitskaart In 2012 is de bodemkwaliteitskaart voor de gemeente s-hertogenbosch vastgesteld. Op deze kaart is de landbodem van de gemeente ingedeeld in zones met een vergelijkbare milieuhygiënische bodemkwaliteit. De onderzoekslocatie/het plangebied is gelegen in de bodemkwaliteitszone Wonen voor De bodemkwaliteit in deze zone wordt geclassificeerd als AW Dit geldt zowel voor de bovengrond als de ondergrond. Dit betekent dat de boven- en ondergrond gemiddeld genomen niet verontreinigd zijn. 2.5 Conclusies vooronderzoek Op grond van het vooronderzoek kunnen de in de navolgende tabel weergegeven deellocaties worden onderscheiden. pagina 7 van 24

87 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Tabel 2.6: conclusie vooronderzoek. deel- omschrijving hypothese verdachte locatie parameters A globale actualisatie verontreiniging verdacht eerder vastgesteld verontreiniging minerale olie en met minerale olie nabij spoorlijn aromaten B bevestigen afwezigheid verontreiniging (voormalige olieopslag achter loods) verdacht bij eerder onderzoek [5] is de verontreiniging met minerale olie niet vastgesteld minerale olie en aromaten C overig terrein onverdacht - - Asbest Omdat de bebouwing op de locatie (bouwjaar 1969) gebouwd is in een tijd waarin ook vaak asbesthoudende materialen in gebouwen werd verwerkt, kan niet worden uitgesloten dat asbest in de bodem terecht is gekomen. Daarnaast blijkt uit de reeds beschikbare gegevens dat aangrenzend aan de onderzoekslocatie een loods (Spoorstraat 1) met afgebrokkelde asbestverdachte golfplaten aanwezig is geweest. Daarom zal voor perceel H5368 tevens een verkennend asbestonderzoek worden uitgevoerd. pagina 8 van 24

88 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 3. Verkennend bodemonderzoek 3.1 Onderzoeksstrategie Het verkennend bodemonderzoek wordt uitgevoerd conform de NEN 5740 (april 2016). De te volgen strategie is per deellocatie weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 3.1: strategie verkennend bodemonderzoek. nr. strategie 1) omschrijving boorwerk analyses 2) (diepte in m-mv) boringen peilbuizen grond grondwater A MW globale actualisatie verontreiniging met 25 m 2 5 x (3,0) 3) 1 3) 7 x m.o. en btexsn 1 x m.o. en btexsn minerale olie B MW bevestiging afwezigheid 50 m 2 1 x (2,0) - 1 x m.o. en - verontreiniging met minerale olie (voormalige olieopslag achter loods) btexsn C ONV-NL overig terrein m 2 12 x (0,5) 1 4 x NEN-g 1 x NEN-gw 3 x (2,0) opmerkingen bij de tabel: 1) verklaring strategie: ONV-NL : onderzoeksstrategie voor een onverdachte, niet lijnvormige locatie; MW : onderzoeksstrategie betreft maatwerk; 2) verklaring analyses: NEN-g : pakket NEN 5740 voor grondparameters (organische stof en lutum, 9 metalen, PAK, PCB en minerale olie); NEN-gw : pakket NEN 5740 voor grondwaterparameters (9 metalen, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en naftaleen, vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen en minerale olie); m.o. : minerale olie; btexsn : aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen) en naftaleen; 3) vanwege de mogelijke aanwezigheid van vluchtige verbindingen worden van de meest verdachte laag van de grond ongeroerde monsters genomen (steekbussen). Opgemerkt wordt dat op aangeven van de opdrachtgever het bebouwde terreindeel (loods) tijdens onderhavig onderzoek niet is onderzocht. De analyses worden door een geaccrediteerd laboratorium uitgevoerd. De grond- en grondwatermonsters worden conform AS3000 voorbewerkt. 3.2 Uitvoering Kwalibo De coördinatie en planning van het veldwerk vindt plaats vanuit de onder BRL SIKB 2000 (versie 5, 12 december 2013) gecertificeerde vestiging van Tritium Advies B.V. te Nuenen. De boringen zijn geplaatst conform protocol 2001 (versie 3.2, 12 december 2013) van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. De peilbuizen zijn bemonsterd conform protocol 2002 (versie 4, 12 december 2013) van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. pagina 9 van 24

89 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 In de navolgende tabel zijn de namen van de erkende veldwerkers weergegeven, die voor onderhavig onderzoek het veldwerk hebben uitgevoerd. Tabel 3.2: erkende veldwerker(s) Tritium Advies B.V. veldwerker(s) boorwerkzaamheden datum uitvoering boornummers/ peilbuisnummers Dirk van der Laar en Koen Belemans A01 t/m A07, B01, C01 t/m C09, C12 t/m C17, C19 enc20 monstername grondwater Rolf Liebregts A01 en C04 Conform BRL-SIKB 2000 zijn de veldwerkzaamheden getoetst op partijdigheid. De uitvoerder van het veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek heeft geen binding met de opdrachtgever en de onderzoekslocatie anders dan als dat van een onafhankelijk onderzoeksbureau Grondonderzoek Tijdens het plaatsen van de boringen bleek dat de exacte ligging van de tanks met behulp van een metaaldetector moeilijk te traceren was vanwege dichte begroeiing en een platgetrapt hek op de locatie. Verder zijn boring A03 en A04 diverse keren gestaakt en verplaatst vanwege een ondoordringbare laag. Uiteindelijk zijn deze boringen alsnog gestaakt op 0,7 respectievelijk 0,8 m-mv. Verder deden zich geen belemmeringen of bijzonderheden voor. De plaats van de boringen is weergegeven in bijlage 2. De boorprofielen zijn weergegeven in bijlage 3. Uit de boorprofielen blijkt dat de vaste bodem op de locatie tot 4,2 m-mv (maximaal verkende diepte) bestaat uit matig fijn, zwak siltig, soms zwak humeus zand. De bij de boringen vrijkomende grond is in het veld zintuiglijk beoordeeld. Hierbij zijn de in de navolgende tabel weergegeven afwijkingen waargenomen die duiden op een mogelijke bodemverontreiniging. Tabel 3.3: waargenomen afwijkingen. boring traject (m-mv) afwijking einddiepte (m-mv) A01 1,5 1,7 zwakke olie-waterreactie, 6 ppm 1,7 2,3 2,3 2,5 2,5 4,0 sterke olie-waterreactie, 70 ppm zwakke olie-waterreactie, 15 ppm zwakke olie-waterreactie, 2 ppm 4,2 A02 0,08 0,15 zwak slakhoudend 3,0 A03 0,0 0,7 sporen koolas, zwak puinhoudend 0,7 0,8 sterk puinhoudend, zwak koolashoudend 0,8 A04 0,0 0,7 sporen koolas 0,7 A05 0,0 0,8 zwak koolashoudend, zwak puinhoudend 3,0 A06 0,0 0,8 zwak koolas, sporen puin 3,0 A07 0,0 0,65 0,65 1,30 sterk puinhoudend zwak puinhoudend 3,0 pagina 10 van 24

90 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 boring traject (m-mv) afwijking einddiepte (m-mv) C01 0,08-0,15 zwak koolashoudend 0,65 C02 0,08-0,20 sporen puin, zwak koolashoudend 4,00 C03 0,08-0,20 sterk koolashoudend 0,70 C09 0,08 0,5 sporen puin 1,0 C14 0,2 0,5 sporen puin 1,0 C19 0,08 0,50 sporen puin 1, Grondwateronderzoek Tijdens de grondwatermonstername zijn in het veld de zuurgraad (ph), troebelheid en de elektrische geleidbaarheid (Ec) van het grondwater bepaald. De meetresultaten zijn weergegeven in de navolgende tabel. De plaats van de peilbuizen is weergegeven in bijlage 2. Tabel 3.4: peilbuisspecificaties. peilbuis filterstelling grondwaterstand zuurgraad geleidbaarheid troebelheid (m-mv) (m-mv) (ph) (EC, µs/cm) (ntu) A01 2,50 3,50 2,20 5, C04 2,50 3,50 2,16 6, Analyses De grond- en grondwatermonsters zijn volgens de navolgende tabellen geanalyseerd door AL-West te Deventer (geaccrediteerd). Tabel 3.5: geanalyseerde monsters (grond). deel- monster- deelmonsters (m-mv) traject analyses 1) motivatie locatie code (m-mv) 2) A A01-7 A01 1,8 2,0 m.o. en sterke olie-waterreactie, 70 ppm btexsn A01-13 A01 4,0 4,2 m.o. en zintuiglijk schoon, onderafperking btexsn A02-8 A02 1,8 2,0 m.o. en meest verdachte laag btexsn A05-6 A05 1,8 2,0 m.o. en meest verdachte laag btexsn A06-5 A06 1,8 2,0 m.o. en meest verdachte laag btexsn A07-6 A07 1,8 2,0 m.o. en meest verdachte laag btexsn B B01-6 B01 1,8 2,0 m.o. en meest verdachte laag btexsn C MM01 C09, C14, C19 0,08 0,5 NEN-g sporen puin MM02 C03 0,08 0,2 NEN-g sterk koolashoudend MM03 C01, C02 0,08 0,2 NEN-g sporen puin, zwak koolashoudend MM04 C05, C06, C07, C08, C12, 0,08 0,5 NEN-g zintuiglijk schone bovengrond C13, C15, C16, C17, C20 MM05 C02, C04, C05, C06, C07, C09, C14, C19 0,5 1,2 NEN-g zintuiglijk schone ondergrond pagina 11 van 24

91 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 opmerkingen bij de tabel: 1) verklaring analyses: NEN-g : pakket NEN 5740 voor grondparameters; m.o. : minerale olie; 2) het aangegeven traject betreft de minimale en maximale diepte van de deelmonsters in het betreffende mengmonster; voor het traject per boring wordt verwezen naar het analysecertificaat. Tabel 3.6: geanalyseerde monsters (grondwater). deel- monster- peilbuisnummer traject chemische motivatie locatie code (m-mv) analyses 1) A A A01 2,5 3,5 m.o. en btexsn onderzoek grondwater C C C04 2,5 3,5 NEN-gw onderzoek grondwater opmerkingen bij de tabel: 1) verklaring analyses: NEN-gw : pakket NEN 5740 voor grondwaterparameters. m.o. : minerale olie; btexsn : aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen) en naftaleen. 3.3 Analyseresultaten Toetsingskader Wet bodembescherming (Wbb) De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn vergeleken met de toetsingstabel 'Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater' uit de circulaire bodemsanering (Nederlandse Staatscourant, nr , 27 juni 2013). Bij onderhavig onderzoek zijn het organische stof- en lutumgehalte analytisch bepaald en weergegeven op het analysecertificaat. Met behulp van de bodemtypecorrectieformules uit de Regeling bodemkwaliteit zijn de meetwaarden van de grond omgerekend naar waarden voor standaardbodem (met een lutum percentage van 25 % en een organische stof percentage van 10 %). Voor de grond wordt de achtergrondwaarde beschouwd als het niveau waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. Deze achtergrondwaarden zijn landelijk vastgesteld en weergegeven in de Regeling Bodemkwaliteit (Nederlandse Staatscourant, nr. 247, 20 december 2007 en daarop volgende aanpassingen). Voor het grondwater wordt de streefwaarde beschouwd als het niveau waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. De interventiewaarde betreft het niveau waarbij voor zowel de grond als het grondwater sprake kan zijn van risico's voor het milieu en de volksgezondheid. Een sanering van de bodem kan dan noodzakelijk zijn. Indien de resultaten van het verkennend bodemonderzoek leiden tot het vermoeden dat er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging dient een nader onderzoek plaats te vinden. Nader onderzoek moet duidelijk maken of het hiervoor geldende volumecriterium wordt overschreden. In voorliggende rapportage wordt als criterium voor het uitvoeren van nader onderzoek de tussenwaarde gehanteerd. De tussenwaarde voor grond betreft het gemiddelde van de achtergrond- en de interventiewaarde en voor het grondwater het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde. De aanduiding van de mate van verontreiniging in het rapport is weergegeven in de navolgende tabel. pagina 12 van 24

92 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Tabel 3.7: aanduiding mate van verontreiniging. aanduiding in rapport betekenis voor grond betekenis voor grondwater - = niet verontreinigd de toetsingswaarden worden niet overschreden de toetsingswaarden worden niet overschreden >AW of >S = licht verontreinigd het aangetoonde gehalte ligt tussen de achtergrond- en tussenwaarde. het aangetoonde gehalte ligt tussen de streef- en tussenwaarde. >T = matig verontreinigd het aangetoonde gehalte ligt tussen de tussen- en interventiewaarde. >I = sterk verontreinigd het aangetoonde gehalte ligt boven de interventiewaarde. het aangetoonde gehalte ligt tussen de tussen- en interventiewaarde. het aangetoonde gehalte ligt boven de interventiewaarde Grond De analyseresultaten van de grondmonsters zijn weergegeven in bijlage 4. De toetsingsresultaten zijn weergegeven in bijlage 7. Een samenvatting hiervan is weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 3.8: samenvatting toetsingsresultaten grond. deel- monster- boringen traject 1) motivatie toetsingsresultaten locatie code (m-mv) Wbb > AW > T > I A A01-7 A01 1,8 2,0 sterke oliewaterreactie, 70 ppm A01-13 A01 4,0 4,2 zintuiglijk schoon, onderafperking - - minerale olie A02-8 A02 1,8 2,0 meest verdachte laag A05-6 A05 1,8 2,0 meest verdachte laag A06-5 A06 1,8 2,0 meest verdachte laag A07-6 A07 1,8 2,0 meest verdachte laag B B01-6 B01 1,8 2,0 meest verdachte laag C MM01 C09, C14, C19 0,08 0,5 sporen puin lood zink - - MM02 C03 0,08 0,2 sterk koolashoudend kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink PAK MM03 C01, C02 0,08 0,2 sporen puin, zwak koolashoudend kobalt koper MM04 C05, C06, C07, C08, C12, C13, C15, C16, C17, C20 0,08 0,5 zintuiglijk schone bovengrond zink PAK minerale olie pagina 13 van 24

93 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 deel- monster- boringen traject 1) motivatie toetsingsresultaten locatie code (m-mv) Wbb > AW > T > I C MM05 C02, C04, C05, C06, C07, C09, C14, C19 opmerking bij de tabel: 0,5 1,2 zintuiglijk schone ondergrond ) het aangegeven traject betreft de minimale en maximale diepte van de deelmonsters in het betreffende mengmonster; voor het exacte traject per boring wordt verwezen naar het analysecertificaat Grondwater De analyseresultaten van de grondwatermonsters zijn weergegeven in bijlage 5. De toetsingsresultaten zijn weergegeven in bijlage 8. Een samenvatting hiervan is weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 3.9: samenvatting toetsingsresultaten grondwater. deel- monster- peilbuis- filterdiepte motivatie toetsingsresultaten Wbb locatie code nummer (m-mv) > S > T > I A A A01 2,5 3,5 onderzoek grondwater naftaleen - minerale olie C C C04 2,5-3,5 onderzoek grondwater naftaleen - - pagina 14 van 24

94 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 4. Verkennend asbestonderzoek 4.1 Onderzoeksstrategie Het verkennend asbestonderzoek wordt uitgevoerd conform de NEN 5707 (augustus 2016) Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt het maaiveld geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Indien asbestverdachte materialen worden aangetroffen, worden deze bemonsterd en ter verificatie aangeboden aan het laboratorium. De te volgen strategie is weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 4.1: strategie verkennend asbestonderzoek. deel- strategie 1) omschrijving inspectiegaten (m-mv) analyses 2) locatie (0,3 x 0,3 m) C VED-HE overig terrein (perceel 250 m 2 14 x (0,5) 3 x asb-g (NEN 5707) H5368) 3 x o.z. laag 3) 1 x asb-m opmerking bij de tabel. 1) verklaring strategie: VED-HE : strategie voor een verdachte locatie met een diffuse bodembelasting, heterogeen verdeeld 2) verklaring analyses: asb-g : asbest in grond NEN 5707; asb-m : asbest in materiaal (verzamelmonster); 3) de gaten worden uitgevoerd tot aan de onderzijde van de verdachte laag met een maximum van 2 meter. Indien blijkt dat vanaf een bepaalde diepte het graven van gaten niet meer mogelijk is, worden boringen uitgevoerd met een diameter van tenminste 12 cm. De grond- en materiaalmonsters worden door een geaccrediteerd laboratorium geanalyseerd. 4.2 Uitvoering Kwalibo De coördinatie en planning van het veldwerk vindt plaats vanuit de onder BRL SIKB 2000 (versie 5, 12 december 2013) gecertificeerde vestiging van Tritium Advies B.V. te Nuenen. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder certificaat op grond van BRL SIKB 2000 (versie 5, 12 december 2013) conform protocol 2018 (versie 3.2, 10 maart 2016) van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. In de navolgende tabel zijn de namen weergegeven van de erkende veldwerkers, die voor onderhavig onderzoek het veldwerk hebben uitgevoerd. pagina 15 van 24

95 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Tabel 4.2: erkende veldwerker(s) Tritium Advies B.V. veldwerker(s) datum nummers maaiveldinspectie Koen Belemans en Dirk van der laar maaiveld gaten en boringen (inspectie grond) Koen Belemans en Dirk van der laar C04 t/m C Veldwerk asbestonderzoek Tijdens de veldwerkzaamheden deden zich geen belemmeringen of bijzonderheden voor. Maaiveldinspectie Tijdens de maaiveldinspectie zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen op het maaiveld. Gezien de conditie van het maaiveld wordt de inspectie-efficiëntie geschat op %. Bodem Uit de profielbeschrijvingen blijkt dat de bodem op de locatie tot 2,0 m-mv (maximaal verkende diepte) bestaat uit matig fijn, zwak siltig, soms zwak humeus zand. De bij de werkzaamheden vrijkomende grond is in het veld zintuiglijk beoordeeld. Hierbij zijn de in de navolgende tabel weergegeven afwijkingen in de bodem waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging met asbest. Tabel 4.3: afwijkende waarnemingen. gaten traject zintuiglijk overige afwijkingen einddiepte (m-mv) asbestverdacht materiaal (m-mv) C09 0,08 0,5 nee sporen puin 1,0 C14 0,2 0,5 nee sporen puin 1,0 C18 0,08 0,25 sporen puin nee 0,25 0,5 zwak puinhoudend 0,5 C19 0,08 0,50 nee sporen puin 1, Analyses De monsters zijn volgens navolgende tabel geanalyseerd door RPS te Breda (geaccrediteerd). Tabel 4.4: geanalyseerde monsters. monster- vindplaats traject analyses motivatie code (m-mv) asbmm01 C05, C06, C07, C15, C16, C17, C20 0,08 0,5 asb-g zintuiglijk schoon asbmm02 C09, C14, C18, C19 0,08-0,5 asb-g sporen tot zwak puinhoudend asbmm03 C04, C08, C10, C11, C12, C13, C14 0,08-0,5 asb-g zintuiglijk schoon pagina 16 van 24

96 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie Analyseresultaten Toetsingskader De analyseresultaten van de grondmonsters zijn vergeleken met de toetsingstabel 'Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater' uit de circulaire bodemsanering (Nederlandse Staatscourant, nr , 27 juni 2013). De interventiewaarde voor asbest is vastgesteld op 100 mg/kg d.s. gewogen asbest (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). De te toetsen concentratie aan asbest betreft een optelling van de (omgerekende) gewogen concentratie aan asbest in het asbesthoudende materiaal (fractie >16 mm) en de gewogen concentratie aan asbest in de grond (fractie < 16 mm). De maximale waarde voor hergebruik van grond, baggerspecie en puin(granulaat) die verontreinigd zijn met asbest is weergegeven in de Regeling Bodemkwaliteit en is eveneens vastgesteld op 100 mg/kg d.s. gewogen asbest (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). Het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Asbestverwijderingsbesluit zijn niet van toepassing op handelingen met materialen met een asbestconcentratie beneden de maximale hergebruikswaarde. In dat geval zijn geen aanvullende maatregelen ten aanzien van asbest vereist bij bewerking of verwerking van de grond/puin. Bij overschrijding van de hergebruikswaarde is sprake van een verontreiniging met asbest en dienen werkzaamheden met de grond/puin onder asbestcondities te worden uitgevoerd. Indien de resultaten van het verkennend onderzoek leiden tot het vermoeden dat er sprake is van een overschrijding van de hergebruikswaarde, dient een nader onderzoek plaats te vinden. Conform de NEN 5897 (augustus 2015) wordt nader onderzoek noodzakelijk geacht indien het gewogen gehalte aan asbest (hoogste gehalte) groter is dan de helft van de hergebruikswaarde. Indien de resultaten van het verkennend bodemonderzoek leiden tot het vermoeden dat er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging dient een nader onderzoek plaats te vinden. Nader onderzoek moet duidelijk maken of het hiervoor geldende criterium wordt overschreden. Conform de NEN 5707 (augustus 2015) wordt voor het uitvoeren van nader onderzoek de volgende criteria gehanteerd: voor asbestinspectiegaten (0,3 x 0,3 m) : indien voor een (deel)locatie en bodemlaag het gewogen gehalte aan asbest (hoogste gehalte) groter is dan de helft van de interventiewaarde; voor boringen (diameter < 35 cm) : indien in het opgeboorde materiaal uit minimaal één boring binnen een (deel)locatie asbest wordt aangetroffen. Verder kan nader onderzoek zinvol zijn als op basis van de visuele inspectie van het maaiveld blijkt dat het gehalte aan asbest in de toplaag (bovenste 2 cm) niet overeenkomt met het gehalte in de inspectiegaten Analyseresultaten De analyseresultaten zijn weergegeven in bijlage 6. Een samenvatting is weergegeven in navolgende tabellen. pagina 17 van 24

97 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Tabel 4.5: berekening totale concentratie asbest (mg/kg d.s.). nr vindplaats monster- toelichting traject concentratie berekende totaal code (m-mv) < 16 mm 1) concentratie gewogen > 16 mm 2) concentratie C C05, C06, C07, C15, C16, C17, C20 asbmm01 zintuiglijk schoon 0,08 0,5 0,19 n.a. 0,19 C09, C14, C18, C19 asbmm02 sporen tot zwak puinhoudend 0,08-0,5 <1,0 n.a. <1,0 C04, C08, C10, C11, C12, C13, C14 asbmm03 zintuiglijk schoon 0,08-0,5 <1,0 n.a. <1,0 opmerkingen bij de tabel: 1) concentraties asbest op basis van de onderzochte (meng)monsters zoals weergegeven op het analysecertificaat; 2) n.a.: geen asbesthoudend materiaal groter dan 16 mm aangetroffen 3) deze concentratie is bepaald op basis van een verkennend onderzoek en betreft derhalve een indicatieve waarde. 3) pagina 18 van 24

98 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 5. Infiltratie onderzoek 5.1 Onderzoeksstrategie Het doorlatendheidsonderzoek is gebaseerd op module C2510 Doorlatendheidsonderzoek voor infiltratie en drainage van de Leidraad Riolering (februari 2011). Voor de onderzoek intensiteit is uitgegaan van een gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) van minder dan 1,5 m-mv. Een overzicht van de werkzaamheden is weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 5.1: strategie infiltratieonderzoek. omschrijving boorwerk 1) veldproeven analyses boringen peilbuizen onverzadigde zone verzadigde zone gehele onderzoekslocatie x (1,0 m-gws) 4 x ringmeting 4 x constant flow 1 x SCG-zeefkromme m 2 2 x (4,0 m-mv) opmerking bij de tabel 1) de werkzaamheden worden gecombineerd uitgevoerd met het verkennend landbodemonderzoek. veldonderzoek Van het opgeboorde materiaal worden boorstaten opgesteld, waarbij met name aandacht zal worden besteed aan de volgende bodemkundige hydrologische aspecten: de samenstelling, structuur, textuur en kleur van het bodemmateriaal; de historische GHG op basis van gleyverschijnselen (roest en reductie); de diepte en dikte van eventueel aanwezige leemlagen; de actuele grondwaterstand. veldproeven onverzadigde zone Voor het bepalen van de doorlatendheid in de onverzadigde bodem worden in de bovenste meter ringmetingen uitgevoerd. veldproeven verzadigde zone De metingen in de verzadigde zone worden uitgevoerd door middel van constant flow proeven. Voor het uitvoeren van een constant flow proef wordt een peilbuis geplaatst in de bovenste verzadigde bodemlaag. analyses Voor het bepalen van de doorlatendheid in de onverzadigde en verzadigde zone worden ter verificatie van twee representatieve zandlagen de korrelgrootteverdeling bepaald (SCGzeefkromme). Op basis hiervan kan een (theoretische) benadering van de doorlatendheid van de bodem worden afgeleid (k-waarde). pagina 19 van 24

99 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie Uitvoering veldwerk Op 7 april 2017 is het veldwerk volgens de in paragraaf 5.1 weergegeven onderzoeksstrategie uitgevoerd. De plaats van de peilbuizen en uitgevoerde ringmetingen (codering: RM-nrs) zijn weergegeven in bijlage 2. Voor de putproeven is gebruik gemaakt van de peilbuizen van het verkennend bodemonderzoek. De boorprofielen zijn weergegeven in bijlage 3. Uit de boorprofielen blijkt dat de bodem tot de verkende diepte (= 4,0 m-mv) op de locatie globaal is opgebouwd uit fijn, zwak siltig zand. Van 0,30 tot 1,0 m-mv zijn zwak humeuze bijmengingen aangetroffen. Grondwaterstand Een overzicht van de op de locatie gemeten grondwaterstanden is weergegeven in de navolgende tabel. Opgemerkt wordt dat deze metingen een momentopname betreft. Tabel 5.2: Overzicht grondwaterstanden datum meting PB C04 PB C05 (m-mv) (m-mv) 7 april ,16 1, Analyses Op basis van de veldwaarnemingen is van in de onderstaande tabel weergegeven grondmonsters de van fractieverdeling bepaald. Tabel 5.3: geanalyseerde monsters. monstercode boring monsterdiepte analyses 1) motivatie (m-mv) SCG_MM01 C05, C06, C07 0,5 1,0 SCG-zeefkromme matig fijn, zwak siltig, zwak humeus zand, onverzadigde zone opmerkingen bij de tabel: 1) verklaring analyses: SCG-zeefkromme = fractiebepaling (<2 µm, <16 µm, <32 µm, <50 µm, <63 µm, <125 µm, <250 µm, <500 µm, <1 mm, <2 mm) en gehalte organische stof. pagina 20 van 24

100 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie Resultaten Om te beoordelen of infiltratie van hemelwater mogelijk is, wordt figuur 16 uit de ISSO-publicatie 70.1 gehanteerd. Hieruit blijkt dat infiltratie mogelijk is bij een GHG vanaf 0,7 m-mv en een k- waarde vanaf 2 m/dag (wadi s uitgezonderd). Bij een k-waarde kleiner dan 2 m/dag kunnen aanvullende maatregelen (zoals grondverbetering) noodzakelijk zijn. Gemiddeld hoogste grondwaterstand Op basis van de tijdens het veldwerk vastgesteld grondwaterstand, wordt op de locatie een GHG verwacht van 1,4 m-mv à 1,5 m-mv. Doorlatendheidsproeven en analyses Op basis van de meetgegevens van de veldproeven en de analyseresultaten, is de doorlaatfactor (k-waarde) van de bodem bepaald. De analyseresultaten van de SCG-zeefkromme zijn opgenomen in bijlage 9. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 10. Een samenvatting is weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 5.4: Overzicht gemeten doorlatendheden (k-waarden). meting omschrijving bodemlaag traject onverzadigde zone (ringmetingen) (m-mv) gemiddelde (m/dag) 1) spreiding (m/dag) RM-01 zand: matig fijn, zwak siltig (geelbeige) 0,40 10,7 10,3 11,2 RM-02 zand: matig fijn, zwak siltig (geelbeige) 0,30 8,3 8,1 8,5 RM-03 zand: matig fijn, zwak siltig (geelbeige) 0,25 2,2 2,0 2,5 RM-04 zand: matig fijn, zwak siltig, matig humeus (donkerbruin) 0,90 3,8 3,6 4,1 verzadigde zone (putproeven) PB C04 zand: matig fijn, zwak siltig (grijsbeige) 2,8-3,8 10,3 8,8-13,3 PB C05 zand: matig fijn, zwak siltig (neutraalbeige) 2,3-3,3 8,9 8,0-10,6 analyseresultaten SCG-zeefkromme SCG_MM01 matig fijn, zwak siltig, zwak humeus zand, onverzadigde zone 0,5 1,0 12,3 2) 10,8 13,8 Opmerkingen bij de tabel: 1) Betreft de gemiddelde doorlaatfactor (k-waarde), bepaald op basis van drie afzonderlijke metingen; 2) Gemiddelde k-waarde bepaald op basis van de formules Seelheim, Ernst, Hazen en Beyer. pagina 21 van 24

101 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie Bespreking resultaten Uit de resultaten blijkt dat ter plaatse van de onderzochte meetpunten de doorlatendheid van de verzadigde zone goed tot zeer goed is. Infiltratie van hemelwater in bodemprofiel van de onverzadigde zone leidt daarom naar verwachting niet tot een zogenaamde opbolling van het freatisch grondwaterpeil. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde infiltratieonderzoek kan ter plaatse van het onderzoeksgebied hemelwater opgevangen en boven de GHG geïnfiltreerd worden door middel van doorlatende bestrating (met onderliggende goeddoorlatende funderingslaag), infiltratiekratten, wadi s, infiltratiebassins, zaksloten, greppels en infiltratie- en transportriolen. Geadviseerd wordt om het ontwerpen en het aanleggen van een infiltratievoorziening door een op dit gebied ervaren specialist uit te laten voeren. Het opstellen van een nader plan van aanpak (detailtekening en -berekening), het toepassen van grondverbetering en het realiseren van onderhoudsmogelijkheden maken in de regel onderdeel uit van deze werkzaamheden. Op deze wijze moet voorkomen worden, dat de toekomstige infiltratievoorzieningen onjuist gedimensioneerd zijn, op de verkeerde diepte worden aangelegd, onvoldoende functioneren of dat de infiltratiecapaciteit na verloop van tijd te snel en te veel terugloopt. pagina 22 van 24

102 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 6. Conclusie en aanbevelingen Uit de resultaten van het vooronderzoek, de veldwerkzaamheden en de uitgevoerde analyses wordt het volgende geconcludeerd. Verkennend bodemonderzoek Deellocatie A (ondergrondse dieseltank) Ter plaatse van het vulpunt van de ondergrondse dieseltanks blijkt de grond van 1,8 tot 2,0 m-mv sterk verontreinigd te zijn met minerale olie. Ook het grondwater blijkt sterk verontreinigd te zijn met minerale olie. Hiermee is de aanwezigheid van een sterke verontreiniging met minerale olie bevestigd. De aangetroffen verontreiniging komt overeen met de voormalige inhoud van de tanks (diesel). De omvang van de sterke verontreiniging is niet bekend. Echter is er geen reden om aan te nemen dat er sprake is van een verslechtering ten opzichte van het eerder uitgevoerde onderzoek in 2005 en Hiermee is deze deellocatie voldoende onderzocht in het kader van de voorgenomen bestemmingswijzing. Wel wordt aanbevolen om in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning nader onderzoek te doen naar de omvang van de sterke verontreiniging in de grond en het grondwater. Deellocatie B (bevestigen afwezigheid verontreiniging minerale olie) Uit de analyseresultaten blijkt dat de grond niet verontreinigd met minerale olie en aromaten. Ook zintuiglijk zijn geen aanwijzingen voor een olieverontreiniging aangetroffen. Deellocatie C (overige terreindeel) De bovengrond ter plaatse van het overige terreindeel blijkt licht verontreinigd te zijn met zware metalen, PAK en minerale olie. De ondergrond blijkt niet verontreinigd te zijn met de onderzochte stoffen. Het grondwater blijkt slechts licht verontreinigd te zijn met naftaleen. Opgemerkt wordt dat op aangeven van de opdrachtgever het bebouwde terreindeel (loods) tijdens onderhavig onderzoek niet is onderzocht. De lichte verontreinigingen met zware metalen, PAK en minerale olie in de grond en met naftaleen in het grondwater zijn in tegenspraak met de hypothese dat de onderzoekslocatie niet-verdacht is. De aangetroffen gehaltes zijn echter dermate laag, dat nader onderzoek hiernaar niet noodzakelijk wordt geacht. Verkennend asbestonderzoek Uit de resultaten van het vooronderzoek, de veldwerkzaamheden en de uitgevoerde analyses wordt het volgende geconcludeerd. Voorafgaand aan de veldwerkzaamheden is het maaiveld visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Tijdens de graafwerkzaamheden is het uitkomende materiaal eveneens beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Hierbij zijn zowel op het maaiveld als in het uitkomende materiaal geen asbestverdachte materialen waargenomen. Verder zijn in de opgegraven grond maximaal zwakke bijmengingen met puin aangetroffen. In de grondfractie (kleiner dan 16 mm) is plaatselijk analytisch asbest aangetoond in het traject van 0,08 tot 0,5 m-mv. Het asbest komt voor in de fractie <16 mm. pagina 23 van 24

103 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 Het betreft chrysotiel (serptentijnasbest). De indicatieve gewogen asbestconcentratie in de grond is berekend op 0,19 mg/kg d.s. Dit is niet in overeenstemming met de vooraf gestelde hypothese dat de locatie niet-verdacht is. Het aangetroffen asbestgehalte is echter kleiner dan de helft van de interventiewaarde. Derhalve is er geen sprake van een verontreiniging met asbest en wordt een nader asbestonderzoek niet noodzakelijk geacht. Infiltratie onderzoek De bodem bestaat ter plaatse van de meetpunten uit een goed doorlatend zandpakket. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde infiltratieonderzoek kan ter plaatse van het onderzoeksgebied hemelwater opgevangen en boven de GHG geïnfiltreerd worden door middel van doorlatende bestrating (met onderliggende goeddoorlatende funderingslaag), infiltratiekratten, wadi s, infiltratiebassins, zaksloten, greppels en infiltratie- en transportriolen. Geadviseerd wordt om het ontwerpen en het aanleggen van een infiltratievoorziening door een op dit gebied ervaren specialist uit te laten voeren. Het opstellen van een nader plan van aanpak (detailtekening en -berekening), het toepassen van grondverbetering en het realiseren van onderhoudsmogelijkheden maken in de regel onderdeel uit van deze werkzaamheden. Op deze wijze moet voorkomen worden, dat de toekomstige infiltratievoorzieningen onjuist gedimensioneerd zijn, op de verkeerde diepte worden aangelegd, onvoldoende functioneren of dat de infiltratiecapaciteit na verloop van tijd te snel en te veel terugloopt. Resumé De onderzoeksresultaten leveren geen beperkingen op ten aanzien van het voorgenomen gebruik van de locatie en vormen ons inziens derhalve geen belemmering voor de voorgenomen bestemmingswijziging. Wel dient in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning nader onderzoek te worden verricht naar de omvang van de sterke verontreiniging in de grond en het grondwater en dient na sloop van de bebouwing ter plaatse van de loods nog onderzoek plaats te vinden. Indien grond wordt afgegraven (bijvoorbeeld bij bouwwerkzaamheden) en van de locatie wordt afgevoerd, dient er rekening mee te worden gehouden dat deze grond elders niet zonder meer toepasbaar is. Met betrekking tot het elders hergebruiken van grond zijn de regels van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing, die doorgaans een grotere onderzoeksinspanning vereisen. pagina 24 van 24

104 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 1: REGIONALE LIGGING EN KADASTRALE GEGEVENS Bijgevoegd zijn: aantal pagina's 1 topografische ligging 1 2 kadastrale kaart 1 3 kadastraal bericht 3

105 Omgevingskaart Klantreferentie: BD 0 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: Hier bevindt zich Kadastraal object ROSMALEN G 3019 Spoorstraat, ROSMALEN CC-BY Kadaster.

106 Uittreksel Kadastrale Kaart 1144 Uw referentie: BD A Spoorstraat H Bevrijdingspad Molenstraat m 10 m 50 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 23 februari 2017 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel ROSMALEN G 3019 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

107 Kadastraal bericht object pagina 1 van Kadastraal bericht object Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: ROSMALEN H Spoorstraat EG ROSMALEN 10:04:36 Uw referentie: BD Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: ROSMALEN H 5368 Grootte: 46 a 20 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal BEDRIJVIGHEID (AGRARISCH) ERF - TUIN object: Locatie: Spoorstraat EG ROSMALEN Ontstaan op: Ontstaan uit: ROSMALEN H 1783 Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG d.d Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Rialto Vastgoedontwikkeling BV Victorialaan JG 'S-HERTOGENBOSCH Postadres: Postbus: 3009 Einde overzicht 5203 DA 'S-HERTOGENBOSCH Zetel: 'S-HERTOGENBOSCH KvK-nummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvK-nummer. Recht ontleend aan: HYP /89 d.d Eerst genoemde object in ROSMALEN H 1783 brondocument: De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

108 Kadastraal bericht object pagina 1 van Kadastraal bericht object Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: ROSMALEN G Spoorstraat ROSMALEN 14:34:59 Uw referentie: BD Toestandsdatum:

109 Kadastraal bericht object pagina 2 van Kadastraal object Kadastrale aanduiding: ROSMALEN G 3019 Grootte: 12 a 55 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal PARKEREN object: Locatie: Spoorstraat ROSMALEN Koopsom: Jaar: 2010 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Publiekrechtelijke beperkingen Melding, bevel, beschikking of vordering Wet bodembescherming Ontleend aan: BPR datum in werking (Gegevens conform de gemeentelijke beperkingenregistratie) Betrokken bestuursorgaan, de gemeente: 's-hertogenbosch Gerechtigde EIGENDOM Rialto Vastgoedontwikkeling BV Victorialaan JG 'S-HERTOGENBOSCH Postadres: Postbus: DA 'S-HERTOGENBOSCH Zetel: 'S-HERTOGENBOSCH KvK-nummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvK-nummer. Recht ontleend aan: HYP /89 d.d Eerst genoemde object in ROSMALEN G 3019 brondocument: Gerechtigde ZAKELIJK RECHT ALS BEDOELD IN ART.5,LID 3,ONDER B,VAN DE BELEMMERINGENWET PRIVAATRECHT Gemeente 'S-Hertogenbosch Wolvenhoek HH 'S-HERTOGENBOSCH Postadres: Postbus: GZ 'S-HERTOGENBOSCH Zetel: 'S-HERTOGENBOSCH KvK-nummer: (Bron: Handelsregister) Voor de meest actuele naam, zetel en adres, raadpleeg het KvK-nummer. Recht ontleend aan: HYP /50 reeks EINDHOVEN d.d Brondocumenten mogelijk HYP /45 reeks EINDHOVEN d.d van belang: HYP /31 reeks EINDHOVEN d.d HYP /46 reeks EINDHOVEN d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

110 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 2: SITUATIETEKENING

111

112

113

114 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 3: BOORPROFIELEN

115 Bijlage: Boorprofielen Boring: A01 Boring: A02 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,08 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,99 Datum: Y (RD): ,28 Datum: Y (RD): , groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, matig grindig, geen olie-water reactie, pid (0), donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, geen olie-water reactie, pid (0), donker beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwakke olie-water reactie, pid (6), neutraalbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, sterke olie-water reactie, pid (70), lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwakke olie-water reactie, pid (15), licht grijsbeige, Zuigerboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwakke olie-water reactie, pid (2), lichtbeige, Zuigerboor klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, zwak slakhoudend, geen olie-water reactie, pid (0), beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, geen olie-water reactie, pid (0), donker beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), licht grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), licht grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), lichtbeige, Zuigerboor Boring: A03 Boring: A04 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,98 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,95 Datum: Y (RD): ,84 Datum: Y (RD): , groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, matig grindig, sporen koolas, zwak puinhoudend, geen olie-water reactie, pid (0), beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk puinhoudend, zwak koolashoudend, geen olie-water reactie, pid (0), beigebruin, Edelmanboor, hierna ondoordringbaar! 5x verplaatst! groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, matig grindig, sporen koolas, geen olie-water reactie, pid (0), beigebruin, Edelmanboor, hierna ondoordringbaar! 7x verplaatst! Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

116 Bijlage: Boorprofielen Boring: A05 Boring: A06 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,74 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,09 Datum: Y (RD): ,83 Datum: Y (RD): , groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak koolashoudend, zwak puinhoudend, geen olie-water reactie, pid (0), donkerbruin, Edelmanboor groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, sporen koolas, sporen puin, geen olie-water reactie, pid (0), donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), donker beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), licht grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), licht grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), licht grijsbeige, Zuigerboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), licht grijsbeige, Zuigerboor Boring: A07 Boring: B01 Boormeester: Koen Belemans Datum: X (RD): ,04 Y (RD): ,24 Boormeester: Dirk van de Laar Datum: groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, matig grindig, sterk puinhoudend, geen olie-water reactie, pid (0), donker beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, geen olie-water reactie, pid (0), donker beigebruin, Edelmanboor tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), beigegrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, geen olie-water reactie, pid (0), donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), licht grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, pid (0), grijsbeige, Edelmanboor Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

117 Bijlage: Boorprofielen Boring: C01 Boring: C02 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,26 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,69 Datum: Y (RD): ,86 Datum: Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk grindig, zwak koolashoudend, donker beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinbeige, Edelmanboor klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk grindig, zwak koolashoudend, sporen puin, donker beigebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige, Zuigerboor Boring: C03 Boring: c04 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,66 Boormeester: Dirk van de Laar X (RD): ,54 Datum: Y (RD): ,76 Datum: Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk grindig, sterk koolashoudend, donker zwartbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinbeige, Edelmanboor braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruinbeige, Graven, mm03 geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige, Zuigerboor Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

118 Bijlage: Boorprofielen Boring: C05 Boring: C06 Boormeester: Dirk van de Laar X (RD): ,54 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,85 Datum: Y (RD): ,20 Datum: Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige, Graven, mm01 geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Graven, mm01 geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Graven Zand, matig fijn, zwak siltig, geelbeige, Graven klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm01 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen grind, donkerbruin, Edelmanboor, geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Edelmanboor, geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Edelmanboor, geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbeige, Zuigerboor Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Zuigerboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Zuigerboor Boring: C07 Boring: C08 Boormeester: Koen Belemans Datum: X (RD): ,18 Y (RD): ,13 Boormeester: Koen Belemans Datum: klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm01 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor, geen av klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Edelmanboor, geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Zuigerboor Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

119 Bijlage: Boorprofielen Boring: C09 Boring: C10 Boormeester: Koen Belemans Datum: Boormeester: Koen Belemans Datum: X (RD): ,25 Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, matig roesthoudend, sporen ijzer, sporen puin, licht oranjebeige, Graven, geen av 30x30 cm mm02 Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Edelmanboor, geen av klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, licht bruinbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm Boring: C11 Boring: C12 Boormeester: Koen Belemans Datum: X (RD): ,08 Y (RD): ,57 Boormeester: Koen Belemans Datum: klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm03 Boring: C13 Boring: C14 Boormeester: Koen Belemans Datum: X (RD): ,67 Y (RD): ,48 Boormeester: Koen Belemans Datum: klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm03 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donkerbruin, Graven, geen av 30x30 cm mm02 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor, geen av Boring: C15 Boring: C16 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,80 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,22 Datum: Y (RD): ,75 Datum: Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm01 Boring: C17 Boring: C18 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,85 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,06 Datum: Y (RD): ,05 Datum: Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen puin, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm02 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, donkerbruin, Graven, geen av 30x30 cm mm02 Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

120 Bijlage: Boorprofielen Boring: C19 Boring: C20 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,09 Boormeester: Koen Belemans X (RD): ,61 Datum: Y (RD): ,38 Datum: Y (RD): , Boring: RM klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen puin, matig grindhoudend, lichtbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm02 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donkerbruin, Graven, geen av 30x30 cm mm02 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor, geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Edelmanboor, geen av Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donker beigebruin, Edelmanboor, geen av 0 50 Boring: 1 RM klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Graven, geen av 30x30 cm mm01 Boormeester: Rolf Liebregts X (RD): ,85 Boormeester: Rolf Liebregts X (RD): ,36 Datum: Y (RD): ,00 Datum: Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, matig roesthoudend, geelbeige, Graven klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, matig roesthoudend, geelbeige, Graven Zand, matig grof, zwak siltig, sterk roesthoudend, roodgeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, bruinbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Zuigerboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Edelmanboor Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

121 Bijlage: Boorprofielen Boring: RM03 Boring: RM04 Boormeester: Rolf Liebregts X (RD): ,89 Boormeester: Rolf Liebregts X (RD): ,05 Datum: Y (RD): ,87 Datum: Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, geelbeige, Graven Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geelbeige, Edelmanboor klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, geelbeige, Graven Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, Graven Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Zuigerboor 200 Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Zuigerboor Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

122 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig uiterste olie-water reactie zand Klei, sterk zandig p.i.d.-waarde Zand, kleiïg >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster veen Veen, mineraalarm zwak humeus matig humeus volumering overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand Veen, zwak zandig Veen, sterk zandig matig grindig sterk grindig toelichting mate van bodemvreemde bijmengingen: - sporen <1% (gewichtspercentage) - zwak 1-5% (gewichtspercentage) - matig 5-10% (gewichtspercentage) - sterk 10-20% (gewichtspercentage) - uiterst 20-50% (gewichtspercentage) - volledig >50% (volumepercentage) slib peilbuis water blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand zand afdichting bentoniet/mikoliet/klei afdichting grind afdichting filter

123 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 4: ANALYSERESULTATEN GROND

124 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) TRITIUM ADVIES B.V. B.P.H. Dorssers GULBERG TE NUENEN Datum Relatienr Opdrachtnr DOC NL-P1 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. ANALYSERAPPORT Opdracht Bodem / Eluaat Opdrachtgever Uw referentie Opdrachtacceptatie Monsternemer Geachte heer, mevrouw, Hierbij zenden wij u de resultaten van het door u aangevraagde laboratoriumonderzoek. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, geaccrediteerd volgens NEN-EN-ISO/IEC en uitgevoerd overeenkomstig de onderzoeksmethoden die worden genoemd in de meest actuele versie van onze verrichtingenlijst van de Raad voor Accreditatie, accreditatienummer L005. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, uitgevoerd overeenkomstig onze erkenning voor de werkzaamheid "Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek" van het Besluit Bodemkwaliteit. Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken. Dit rapport mag alleen in zijn geheel worden gereproduceerd. Eventuele bijlagen zijn onderdeel van het rapport. Indien u nog vragen heeft of aanvullende informatie wenst, verzoeken wij u om contact op te nemen met Klantenservice. Wij vertrouwen U met de toegezonden informatie van dienst te zijn. Met vriendelijke groet, TRITIUM ADVIES B.V BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. +31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 4

125 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat Monsternr Monstername Monsteromschrijving A01-13 A01 ( ) A01-7 A01 ( ) A02-8 A02 ( ) A05-6 A05 ( ) A06-5 A06 ( ) DOC NL-P2 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Algemene monstervoorbehandeling S S Voorbehandeling conform AS3000 Droge stof IJzer (Fe2O3) Fracties (sedigraaf) S Fractie < 2 µm Klassiek Chemische Analyses S Organische stof Aromaten (AS3000) S S S S S S S S Benzeen Tolueen Ethylbenzeen m,p-xyleen o-xyleen Som Xylenen (Factor 0,7) Naftaleen Styreen Minerale olie (AS3000/AS3200) S Koolwaterstoffractie C10-C40 Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 Koolwaterstoffractie C36-C40 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Eenheid % Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer % Ds % Ds % Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds A01-13 A01 ( ) A01-7 A01 ( ) A02-8 A02 ( ) A05-6 A05 ( ) A06-5 A06 ( ) , , , , ,8 <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * -- <1,0 -- <1,0 -- <1,0 -- <1,0 -- <1,0 <0,2 -- 1,0 -- <0,2 -- 1,0 -- 1,0 -- x) x) x) x) x) <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0,10 -- <0,10 -- <0,10 -- <0,10 -- <0,10 -- <0, <0, <0, <0, <0, #) 0,11 -- #) 0,11 -- #) 0,11 -- #) 0,11 -- #) 0,11 -- <0, m) <0,50 -- <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, < <35 --<35 --<35 -- <3 * * -- <3 * -- <3 * -- <3 * -- <3 * * -- <3 * -- <3 * -- <3 * -- <4 * * -- <4 * -- <4 * -- <4 * -- <5 * * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * Blad 2 van 4

126 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat Monsternr Monstername Monsteromschrijving A07-6 A07 ( ) B01-6 B01 ( ) Eenheid A07-6 A07 ( ) B01-6 B01 ( ) DOC NL-P3 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Algemene monstervoorbehandeling S S Fracties (sedigraaf) S Voorbehandeling conform AS3000 Droge stof IJzer (Fe2O3) Fractie < 2 µm Klassiek Chemische Analyses S Organische stof Aromaten (AS3000) S S S S S S S S Benzeen Tolueen Ethylbenzeen m,p-xyleen o-xyleen Som Xylenen (Factor 0,7) Naftaleen Styreen Minerale olie (AS3000/AS3200) S Koolwaterstoffractie C10-C40 Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 Koolwaterstoffractie C36-C40 % % Ds % Ds % Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds , ,6 <5,0 -- * <5,0 -- * -- <1,0 -- <1,0 <0,2 -- 1,0 -- x) x) <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0,10 -- <0,10 -- <0, <0, #) 0,11 -- #) 0,11 -- <0, <0, <0, <0, <35 -- <35 -- <3 * -- <3 * -- <3 * -- <3 * -- <4 * -- <4 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * x) Gehaltes beneden de rapportagegrens zijn niet mee inbegrepen. #) Bij deze som zijn resultaten "<rapportagegrens" vermenigvuldigd met 0,7. m) De rapportagegrens is verhoogd, omdat door matrixeffecten, resp. co-elutie een kwantificering bemoeilijkt wordt. S) Erkend volgens AS SIKB 3000 Verklaring:"<" of n.a. betekent dat het gehalte van de component lager is dan de rapportagegrens. Het organische stof gehalte wordt gecorrigeerd voor het lutum gehalte, als geen lutum bepaald is wordt gecorrigeerd als ware het lutum gehalte 5,4% Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 3 van 4

127 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat Begin van de analyses: Einde van de analyses: De onderzoeksresultaten hebben alleen betrekking op het aangeleverde monstermateriaal. Monsters met onbekende herkomst kunnen slechts beperkt gecontroleerd worden op plausibiliteit. DOC NL-P4 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. +31/ Klantenservice Toegepaste methoden Vaste stof eigen methode: Gelijkwaardig aan NEN 5739: NEN-EN12880; AS3000 en AS3200; Glw. NEN-ISO11465: Protocollen AS 3000: Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 IJzer (Fe2O3) Protocollen AS 3000 / Protocollen AS 3200: Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Koolwaterstoffractie C36-C40 Droge stof Organische stof Voorbehandeling conform AS3000 Benzeen Tolueen Ethylbenzeen m,p-xyleen o-xyleen Som Xylenen (Factor 0,7) Styreen Naftaleen Koolwaterstoffractie C10-C40 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Fractie < 2 µm Blad 4 van 4

128 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :33:30 Monsteromschrijving: A01-13 A01 ( ) DOC NL-P1 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 7

129 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :33:30 Monsteromschrijving: A01-7 A01 ( ) DOC NL-P2 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 2 van 7

130 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :33:30 Monsteromschrijving: A02-8 A02 ( ) DOC NL-P3 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 3 van 7

131 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :33:31 Monsteromschrijving: A05-6 A05 ( ) DOC NL-P4 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 4 van 7

132 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :19:31 Monsteromschrijving: A06-5 A06 ( ) DOC NL-P5 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 5 van 7

133 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :19:31 Monsteromschrijving: A07-6 A07 ( ) DOC NL-P6 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 6 van 7

134 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :33:31 Monsteromschrijving: B01-6 B01 ( ) DOC NL-P7 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 7 van 7

135 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) TRITIUM ADVIES B.V. B.P.H. Dorssers GULBERG TE NUENEN Datum Relatienr Opdrachtnr DOC NL-P1 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. ANALYSERAPPORT Opdracht Bodem / Eluaat Opdrachtgever Uw referentie Opdrachtacceptatie Monsternemer Geachte heer, mevrouw, Hierbij zenden wij u de resultaten van het door u aangevraagde laboratoriumonderzoek. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, geaccrediteerd volgens NEN-EN-ISO/IEC en uitgevoerd overeenkomstig de onderzoeksmethoden die worden genoemd in de meest actuele versie van onze verrichtingenlijst van de Raad voor Accreditatie, accreditatienummer L005. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, uitgevoerd overeenkomstig onze erkenning voor de werkzaamheid "Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek" van het Besluit Bodemkwaliteit. Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken. Dit rapport mag alleen in zijn geheel worden gereproduceerd. Eventuele bijlagen zijn onderdeel van het rapport. Indien u nog vragen heeft of aanvullende informatie wenst, verzoeken wij u om contact op te nemen met Klantenservice. Wij vertrouwen U met de toegezonden informatie van dienst te zijn. Met vriendelijke groet, TRITIUM ADVIES B.V BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. +31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 5

136 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat Monsternr Monstername Monsteromschrijving MM01 C09 (8-50) C14 (20-50) C19 (8-15) C19 (15-50) MM02 C03 (8-20) MM03 C01 (8-15) C02 (8-20) MM04 C05 (8-20) C06 (8-50) C07 (8-50) C08 (8-50) C12 (8-50) C13 (8-50) C15 (8-50) C16 (8-50) C17 (8-50) C20 (8-50) MM05 C02 (70-120) C04 (50-100) C05 (50-100) C06 (50-100) C07 (50-100) C09 (50-100) C14 (50-100) C19 (60-90) DOC NL-P2 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Algemene monstervoorbehandeling S S S Fracties (sedigraaf) S Klassiek Chemische Analyses S Voorbehandeling metalen analyse S Metalen (AS3000) S S S S S S S S S Voorbehandeling dmv breken (AS3000) Voorbehandeling conform AS3000 Droge stof IJzer (Fe2O3) Fractie < 2 µm Organische stof Koningswater ontsluiting Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) PAK (AS3000) S S S S S S S S S S S Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo-(a)-Pyreen Benzo(ghi)peryleen Benzo(k)fluorantheen Chryseen Fenanthreen Fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Naftaleen Som PAK (VROM) (Factor 0,7) Minerale olie (AS3000/AS3200) S Koolwaterstoffractie C10-C40 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Eenheid % Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer % Ds % Ds % Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds MM01 C09 (8-50) C14 (20-50) C19 (8-15) C19 (15-50) MM02 C03 (8-20) MM03 C01 (8-15) C02 (8-20) MM04 C05 (8-20) C06 (8-50) C07 (8-50) C08 (8-50) C12 (8-50) C13 (8-50) C15 (8-50) C16 (8-50) C17 (8-50) C20 (8-50) MM05 C02 (70-120) C04 (50-100) C05 (50-100) C06 (50-100) C07 (50-100) C09 (50-100) C14 (50-100) C19 (60-90) , , , , ,1 <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * -- <1,0 --3,8 -- <1,0 -- <1,0 -- <1,0 1,0 -- 7,7 -- 4,0 -- <0,2 -- 1,0 -- x) x) x) x) x) <20 -- <20 <0, ,24 <0,20 -- <0,20 -- <0, <3,0 --8,9 --5,6 -- <3,0 -- <3,0 --6, <5,0 -- <5,0 -- 0, , ,09 <0,05 -- <0, <10 --<10 -- <1,5 --1,7 -- <1,5 -- <1,5 -- <1,5 -- <4, ,8 -- <4,0 -- <4, <20 --<20 <0, , ,23 <0, <0, ,12 --1,3 --1,8 <0, <0, ,18 --1,3 --2,0 <0, <0, , ,66 --1,3 <0, <0, , ,75 --1,2 <0, <0, ,17 --1,4 --1,8 <0, <0, ,19 --1,0 --1,3 <0, <0, ,32 --2,0 --3,3 <0, <0, , ,52 --1,7 <0, <0, <0, , ,15 <0, <0, #) 1, , #) 0,35 -- #) 0, < <35 --<35 Blad 2 van 5

137 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat Eenheid MM01 C09 (8-50) C14 (20-50) C19 (8-15) C19 (15-50) MM02 C03 (8-20) MM03 C01 (8-15) C02 (8-20) MM04 C05 (8-20) C06 (8-50) C07 (8-50) C08 (8-50) C12 (8-50) C13 (8-50) C15 (8-50) C16 (8-50) C17 (8-50) C20 (8-50) MM05 C02 (70-120) C04 (50-100) C05 (50-100) C06 (50-100) C07 (50-100) C09 (50-100) C14 (50-100) C19 (60-90) DOC NL-P3 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Minerale olie (AS3000/AS3200) Polychloorbifenylen (AS3000) S S S S S S S S Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 Koolwaterstoffractie C36-C40 PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds mg/kg Ds Som PCB (7 Ballschmiter) (Factor 0,7) mg/kg Ds x) Gehaltes beneden de rapportagegrens zijn niet mee inbegrepen. #) Bij deze som zijn resultaten "<rapportagegrens" vermenigvuldigd met 0,7. S) Erkend volgens AS SIKB 3000 Verklaring:"<" of n.a. betekent dat het gehalte van de component lager is dan de rapportagegrens. -- <3 * --4 * -- <3 * -- <3 * -- <3 * -- <3 * * --6 * -- <3 * -- <3 * -- <4 * * * -- <4 * -- <4 * -- <5 * * * -- <5 * -- <5 * -- <5 * * * -- <5 * -- <5 * -- <5 * * * -- <5 * -- <5 * -- <5 * --7 * --8 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * -- <5 * <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, #) 0, #) 0, #) 0, #) 0, #) 0, Het organische stof gehalte wordt gecorrigeerd voor het lutum gehalte, als geen lutum bepaald is wordt gecorrigeerd als ware het lutum gehalte 5,4% Begin van de analyses: Einde van de analyses: De onderzoeksresultaten hebben alleen betrekking op het aangeleverde monstermateriaal. Monsters met onbekende herkomst kunnen slechts beperkt gecontroleerd worden op plausibiliteit. AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. +31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 3 van 5

138 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat DOC NL-P4 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Toegepaste methoden Vaste stof eigen methode: Gelijkwaardig aan NEN 5739: NEN-EN12880; AS3000 en AS3200; Glw. NEN-ISO11465: Protocollen AS 3000: Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 IJzer (Fe2O3) Protocollen AS 3000 / Protocollen AS 3200: Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Koolwaterstoffractie C36-C40 Droge stof Organische stof Voorbehandeling dmv breken (AS3000) Voorbehandeling conform AS3000 Zink (Zn) Kwik (Hg) Nikkel (Ni) Molybdeen (Mo) Koper (Cu) Kobalt (Co) Barium (Ba) Lood (Pb) Cadmium (Cd) Koolwaterstoffractie C10-C40 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Fluorantheen Chryseen Benzo(k)fluorantheen Benzo(ghi)peryleen Benzo-(a)-Pyreen Benzo(a)anthraceen Anthraceen Naftaleen Fenanthreen Som PAK (VROM) (Factor 0,7) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 Som PCB (7 Ballschmiter) (Factor 0,7) Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Koningswater ontsluiting Fractie < 2 µm Blad 4 van 5

139 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Bijlage bij Opdrachtnr CONSERVERING, CONSERVERINGSTERMIJN EN VERPAKKING Er zijn verschillen met de richtlijnen geconstateerd die mogelijk de betrouwbaarheid van de analyseresultaten beïnvloeden. De conserveringstermijn is voor volgende analyse overschreden: Naftaleen DOC NL-P5 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 5 van 5

140 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :42:18 Monsteromschrijving: MM01 C09 (8-50) C14 (20-50) C19 (8-15) C19 (15-50) DOC NL-P1 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 5

141 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :48:28 Monsteromschrijving: MM02 C03 (8-20) DOC NL-P2 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 2 van 5

142 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :17:38 Monsteromschrijving: MM03 C01 (8-15) C02 (8-20) DOC NL-P3 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 3 van 5

143 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :17:38 Monsteromschrijving: MM04 C05 (8-20) C06 (8-50) C07 (8-50) C08 (8-50) C12 (8-50) C13 (8-50) C15 (8-50) C16 (8-50) C17 (8-50) C20 (8-50) DOC NL-P4 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 4 van 5

144 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :17:38 Monsteromschrijving: MM05 C02 (70-120) C04 (50-100) C05 (50-100) C06 (50-100) C07 (50-100) C09 (50-100) C14 (50-100) C19 (60-90) DOC NL-P5 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 5 van 5

145 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 5: ANALYSERESULTATEN GRONDWATER

146 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) TRITIUM ADVIES B.V. B.P.H. Dorssers GULBERG TE NUENEN Datum Relatienr Opdrachtnr DOC NL-P1 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. ANALYSERAPPORT Opdracht Water Opdrachtgever Uw referentie Opdrachtacceptatie Monsternemer Geachte heer, mevrouw, Hierbij zenden wij u de resultaten van het door u aangevraagde laboratoriumonderzoek. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, geaccrediteerd volgens NEN-EN-ISO/IEC en uitgevoerd overeenkomstig de onderzoeksmethoden die worden genoemd in de meest actuele versie van onze verrichtingenlijst van de Raad voor Accreditatie, accreditatienummer L005. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, uitgevoerd overeenkomstig onze erkenning voor de werkzaamheid "Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek" van het Besluit Bodemkwaliteit. Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken. Dit rapport mag alleen in zijn geheel worden gereproduceerd. Eventuele bijlagen zijn onderdeel van het rapport. Indien u nog vragen heeft of aanvullende informatie wenst, verzoeken wij u om contact op te nemen met Klantenservice. Wij vertrouwen U met de toegezonden informatie van dienst te zijn. Met vriendelijke groet, TRITIUM ADVIES B.V BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. 31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 4

147 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Water Monsternr Monsteromschrijving Monstername Monsternamepunt A A01 ( ) c C04 ( ) Eenheid A A01 ( ) c C04 ( ) DOC NL-P2 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Metalen (AS3000) S S S S S S S S S Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) Aromaten (AS3000) S S S S S S S S Benzeen Tolueen Ethylbenzeen m,p-xyleen ortho-xyleen Som Xylenen (Factor 0,7) Naftaleen Styreen µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l Chloorhoudende koolwaterstoffen (AS3000) S S S S S S S S S S S S S S Dichloormethaan Trichloormethaan (Chloroform) Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Vinylchloride 1,1-Dichlooretheen Cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen Som cis/trans-1,2-dichlooretheen (Factor 0,7) Som Dichlooretheen (Factor 0,7) Trichlooretheen (Tri) Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l <0, <2, <2,0 -- <0, <2, <2, <3, <0,20 -- <0, ,28 <0,20 -- <0,20 -- <0,20 -- <0,20 -- <0,20 -- <0,10 -- <0,10 -- #) 0,21 -- #) 0,21 -- m) <0, m) <0, <0,20 -- <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, <0, #) 0, #) 0, <0,20 -- Blad 2 van 4

148 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Water Eenheid A A01 ( ) c C04 ( ) DOC NL-P3 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Chloorhoudende koolwaterstoffen (AS3000) S S S S S Tetrachlooretheen (Per) 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Som Dichloorpropanen (Factor 0,7) Broomhoudende koolwaterstoffen S Tribroommethaan (bromoform) Minerale olie (AS3000) S Koolwaterstoffractie C10-C40 Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 Koolwaterstoffractie C36-C40 µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l -- <0, <0, <0, <0, #) 0, <0, < * <10 -- * * <10 -- * * <5,0 -- * * <5,0 -- * * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * #) Bij deze som zijn resultaten "<rapportagegrens" vermenigvuldigd met 0,7. m) De rapportagegrens is verhoogd, omdat door matrixeffecten, resp. co-elutie een kwantificering bemoeilijkt wordt. S) Erkend volgens AS SIKB 3000 Verklaring:"<" of n.a. betekent dat het gehalte van de component lager is dan de rapportagegrens. Begin van de analyses: Einde van de analyses: De onderzoeksresultaten hebben alleen betrekking op het aangeleverde monstermateriaal. Monsters met onbekende herkomst kunnen slechts beperkt gecontroleerd worden op plausibiliteit. AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. 31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 3 van 4

149 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Water Toegepaste methoden eigen methode: Protocollen AS 3100: Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 Koolwaterstoffractie C36-C40 Zink (Zn) Kwik (Hg) Nikkel (Ni) Molybdeen (Mo) Koper (Cu) Kobalt (Co) Cadmium (Cd) Barium (Ba) Lood (Pb) Dichloormethaan Tribroommethaan (bromoform) Benzeen Trichloormethaan (Chloroform) Tolueen Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1-Dichloorethaan Ethylbenzeen m,p-xyleen 1,2-Dichloorethaan ortho-xyleen Som Xylenen (Factor 0,7) Naftaleen 1,1,1-Trichloorethaan Styreen 1,1,2-Trichloorethaan Vinylchloride 1,1-Dichlooretheen Cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen Som cis/trans-1,2-dichlooretheen (Factor 0,7) Som Dichlooretheen (Factor 0,7) Trichlooretheen (Tri) Tetrachlooretheen (Per) 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Som Dichloorpropanen (Factor 0,7) Koolwaterstoffractie C10-C40 DOC NL-P4 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 4 van 4

150 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :21:26 Monsteromschrijving: A A01 ( ) DOC NL-P1 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 2

151 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at :21:26 Monsteromschrijving: c C04 ( ) DOC NL-P2 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 2 van 2

152 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 6: ANALYSERESULTATEN ASBEST

153 Analyse certificaat Datum rapportage V140317_ Monsternummer: Rapportnummer: _01 Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever BD Tritium Advies Gulberg TE Nuenen Datum order Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever Monsternummer opdrachtgever Barcode r Datum monstername Adres monstername Spoorstraat 3 te Rosmalen Monsternamepunt mm01-1 ( ) Opmerking asbmm01 Soort monster Grond De analyse is uitgevoerd door RPS analyse: vestiging Breda Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII Nat ingezet gewicht (kg) 10,739 RPS analyse bv E asbest@rps.nl W Breda Minervum 7002 Postbus DK Breda T Zwolle Ampèrestraat 35 Postbus DD Zwolle T Gewicht Gew mat N Percentage grond onderzocht Chrysotiel Amosiet Crocidoliet Hechtgebonden Niet hechtgebonden Totaal kg gram % mg mg mg mg mg mg #> 16 mm 0,000 0, , #8-16 mm 0,001 0, , #4-8 mm 0,005 0, ,0 1, ,9-1,9 #2-4 mm 0,005 0, , #1-2 mm 0,039 0, , #0,5-1 mm 0,444 0, , #< 0,5 mm 9,821 0, #Totaal 10,315 0, , ,9-1,9 Totaal Chrysotiel Totaal Amosiet Totaal Crocidoliet Totaal hechtgebonden Totaal niet hechtgebonden Totaal asbest # Totaal asbest (mg/kg d.s.) 0, ,19-0,19 # Ondergrens (mg/kg d.s.) 0, ,15-0,15 # Bovengrens (mg/kg d.s.) 0, ,22-0,22 Droge stof 96,1 % (m/m) * Gewogen asbest (mg/kg d.s.) 0,19 Aangetroffen materiaal: Plaatmateriaal; Chrysotiel 10-15% Angele de Leeuw Labcoördinator RPS analyse bv KvK BTW NL B.01 Pagina 1 / 6 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

154 Analyse certificaat Datum rapportage V140317_ Monsternummer: Rapportnummer: _01 Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever Datum order Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Monsternummer opdrachtgever Barcode Datum monstername Adres monstername Monsternamepunt Opmerking Soort monster BD Tritium Advies Gulberg TE Nuenen Opdrachtgever r Spoorstraat 3 te Rosmalen mm01-1 ( ) asbmm01 Grond Asbest in grond Toelichting * Droge stof is volgens eigen methode. - = Niet aantoonbaar < = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende fractie LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels LB <= 3 betekent 1-3 losse vezels en/of vezelbundels Bij aantreffen van NIET-hechtgebonden asbesthoudende materialen dient, indien relevant voor het onderzoek, voor de fractie < 0,5 mm tevens analyse m.b.v. SEM/EDX uitgevoerd te worden. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Opmerking: indien de monstername uitgevoerd is door derden is RPS analyse bv niet verantwoordelijk voor de representativiteit van de monstername. Boven- en ondergrenzen zijn bepaald m.b.v. het 95% betrouwbaarheidsinterval. Alleen aan het originele complete analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend. Angele de Leeuw Labcoördinator RPS analyse bv KvK BTW NL B.01 Pagina 2 / 6 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

155 Analyse certificaat Datum rapportage V140317_ Monsternummer: Rapportnummer: _01 Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever BD Tritium Advies Gulberg TE Nuenen Datum order Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever Monsternummer opdrachtgever Barcode r Datum monstername Adres monstername Spoorstraat 3 te Rosmalen Monsternamepunt mm02-1 ( ) Opmerking asbmm02 Soort monster Grond De analyse is uitgevoerd door RPS analyse: vestiging Breda Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII Nat ingezet gewicht (kg) 10,832 RPS analyse bv E asbest@rps.nl W Breda Minervum 7002 Postbus DK Breda T Zwolle Ampèrestraat 35 Postbus DD Zwolle T Gewicht Gew mat N Percentage grond onderzocht Chrysotiel Amosiet Crocidoliet Hechtgebonden Niet hechtgebonden Totaal kg gram % mg mg mg mg mg mg #> 16 mm 0,000 0, , #8-16 mm 0,063 0, , #4-8 mm 0,026 0, , #2-4 mm 0,020 0, , #1-2 mm 0,050 0, , #0,5-1 mm 0,324 0, , #< 0,5 mm 9,612 0, #Totaal 10,094 0, Totaal Chrysotiel Totaal Amosiet Totaal Crocidoliet Totaal hechtgebonden Totaal niet hechtgebonden Totaal asbest # Totaal asbest (mg/kg d.s.) <1,0 # Ondergrens (mg/kg d.s.) # Bovengrens (mg/kg d.s.) Droge stof 93,2 % (m/m) * Gewogen asbest (mg/kg d.s.) - Aangetroffen materiaal: Geen Angele de Leeuw Labcoördinator RPS analyse bv KvK BTW NL B.01 Pagina 3 / 6 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

156 Analyse certificaat Datum rapportage V140317_ Monsternummer: Rapportnummer: _01 Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever Datum order Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Monsternummer opdrachtgever Barcode Datum monstername Adres monstername Monsternamepunt Opmerking Soort monster BD Tritium Advies Gulberg TE Nuenen Opdrachtgever r Spoorstraat 3 te Rosmalen mm02-1 ( ) asbmm02 Grond Asbest in grond Toelichting * Droge stof is volgens eigen methode. - = Niet aantoonbaar < = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende fractie LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels LB <= 3 betekent 1-3 losse vezels en/of vezelbundels Bij aantreffen van NIET-hechtgebonden asbesthoudende materialen dient, indien relevant voor het onderzoek, voor de fractie < 0,5 mm tevens analyse m.b.v. SEM/EDX uitgevoerd te worden. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Opmerking: indien de monstername uitgevoerd is door derden is RPS analyse bv niet verantwoordelijk voor de representativiteit van de monstername. Boven- en ondergrenzen zijn bepaald m.b.v. het 95% betrouwbaarheidsinterval. Alleen aan het originele complete analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend. Angele de Leeuw Labcoördinator RPS analyse bv KvK BTW NL B.01 Pagina 4 / 6 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

157 Analyse certificaat Datum rapportage V140317_ Monsternummer: Rapportnummer: _01 Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever BD Tritium Advies Gulberg TE Nuenen Datum order Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever Monsternummer opdrachtgever Barcode r Datum monstername Adres monstername Spoorstraat 3 te Rosmalen Monsternamepunt mm03-1 ( ) Opmerking asbmm03 Soort monster Grond De analyse is uitgevoerd door RPS analyse: vestiging Breda Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII Nat ingezet gewicht (kg) 10,830 RPS analyse bv E asbest@rps.nl W Breda Minervum 7002 Postbus DK Breda T Zwolle Ampèrestraat 35 Postbus DD Zwolle T Gewicht Gew mat N Percentage grond onderzocht Chrysotiel Amosiet Crocidoliet Hechtgebonden Niet hechtgebonden Totaal kg gram % mg mg mg mg mg mg #> 16 mm 0,000 0, , #8-16 mm 0,007 0, , #4-8 mm 0,008 0, , #2-4 mm 0,005 0, , #1-2 mm 0,024 0, , #0,5-1 mm 0,311 0, , #< 0,5 mm 8,740 0, #Totaal 9,094 0, Totaal Chrysotiel Totaal Amosiet Totaal Crocidoliet Totaal hechtgebonden Totaal niet hechtgebonden Totaal asbest # Totaal asbest (mg/kg d.s.) <1,0 # Ondergrens (mg/kg d.s.) # Bovengrens (mg/kg d.s.) Droge stof 84,0 % (m/m) * Gewogen asbest (mg/kg d.s.) - Aangetroffen materiaal: Geen Angele de Leeuw Labcoördinator RPS analyse bv KvK BTW NL B.01 Pagina 5 / 6 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

158 Analyse certificaat Datum rapportage V140317_ Monsternummer: Rapportnummer: _01 Ordernummer RPS Ordernummer opdrachtgever Opdrachtgever Datum order Datum analyse Monstergegevens afkomstig van Monsternummer opdrachtgever Barcode Datum monstername Adres monstername Monsternamepunt Opmerking Soort monster BD Tritium Advies Gulberg TE Nuenen Opdrachtgever r Spoorstraat 3 te Rosmalen mm03-1 ( ) asbmm03 Grond Asbest in grond Toelichting * Droge stof is volgens eigen methode. - = Niet aantoonbaar < = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende fractie LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels LB <= 3 betekent 1-3 losse vezels en/of vezelbundels Bij aantreffen van NIET-hechtgebonden asbesthoudende materialen dient, indien relevant voor het onderzoek, voor de fractie < 0,5 mm tevens analyse m.b.v. SEM/EDX uitgevoerd te worden. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Opmerking: indien de monstername uitgevoerd is door derden is RPS analyse bv niet verantwoordelijk voor de representativiteit van de monstername. Boven- en ondergrenzen zijn bepaald m.b.v. het 95% betrouwbaarheidsinterval. Alleen aan het originele complete analyse certificaat kunnen rechten worden ontleend. Angele de Leeuw Labcoördinator RPS analyse bv KvK BTW NL B.01 Pagina 6 / 6 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

159 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 7: TOETSINGSTABELLEN GROND

160 Projectnaam Spoorstraat 3 te Rosmalen Projectcode BD Tabel 1: classificatie gehaltes Wbb -0,1 het gehalte is kleiner dan de achtergrondwaarde 0,2 het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde 0,6 het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde 1,5 het gehalte is groter dan de interventiewaarde 245 (6) er is geen toetsingswaarde vastgesteld Tabel 2: toetsingsresultaten grond Wbb (gehalten in mg/kg d.s.) grondmonster A01-13 A01-7 A02-8 certificaatcode boring(en) A01 A01 A02 traject (m-mv) 4,00-4,20 1,80-2,00 1,80-2,00 motivatie geen olie-water 70 ppm, sterke oliewater geen olie-water reactie reactie reactie humus % ds 0,20 1,0 0,20 lutum % ds 1,0 1,0 1,0 Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen mg/kg ds <0,050 <0,175-0,03 <0,050 <0,175-0,03 <0,050 <0,175-0,03 tolueen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 xylenen (som) mg/kg ds <0,53 0 <0,53 0 <0,53 0 xylenen (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,11 0,11 0,11 styreen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 meta-/para-xyleen (som) mg/kg ds <0,10 <0,35 <0,10 <0,35 <0,10 <0,35 ortho-xyleen mg/kg ds <0,050 <0,175 <0,050 <0,175 <0,050 <0,175 Som 16 Aromatische oplosmiddelen mg/kg ds <1,2 (2) <1,2 (2) <1,2 (2) PAK PAK 10 VROM mg/kg <0,035 (2) - 0,04 PAK 10 VROM mg/kg ds Pak-totaal (10 van mg/kg ds VROM) (0.7 facto 0,35 (2) -0,03 <0,035 (2) - 0,04 Naftaleen mg/kg ds <0,050 <0,035 0,50# 0,35 <0,050 <0,035 OVERIG Droge stof % 82,1 82,1 (6) 92,5 92,5 (6) 89,4 89,4 (6) Lutum % 1,0 1,0 1,0 Organische stof (humus) % 0,20 1,0 0,20 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 11 (6) (6) <3 11 (6) Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds <3 11 (6) (6) <3 11 (6) Minerale olie C16 - C20 mg/kg ds <4 14 (6) (6) <4 14 (6) Minerale olie C20 - C24 mg/kg ds <5 18 (6) (6) <5 18 (6) Minerale olie C24 - C28 mg/kg ds <5 18 (6) (6) <5 18 (6) Minerale olie C28 - C32 mg/kg ds <5 18 (6) (6) <5 18 (6) Minerale olie C32 - C36 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C36 - C40 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds <35 <123-0, ,35 <35 <123-0,01 Projectcode:

161 grondmonster A05-6 A06-5 A07-6 certificaatcode boring(en) A05 A06 A07 traject (m-mv) 1,80-2,00 1,80-2,00 1,80-2,00 motivatie geen olie-water reactie geen olie-water reactie humus % ds 1,0 1,0 0,20 geen olie-water reactie lutum % ds 1,0 1,0 1,0 Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen mg/kg ds <0,050 <0,175-0,03 <0,050 <0,175-0,03 <0,050 <0,175-0,03 tolueen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 xylenen (som) mg/kg ds <0,53 0 <0,53 0 <0,53 0 xylenen (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,11 0,11 0,11 styreen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 <0,050 <0,175-0 meta-/para-xyleen (som) mg/kg ds <0,10 <0,35 <0,10 <0,35 <0,10 <0,35 ortho-xyleen mg/kg ds <0,050 <0,175 <0,050 <0,175 <0,050 <0,175 Som 16 Aromatische oplosmiddelen mg/kg ds <1,2 (2) <1,2 (2) <1,2 (2) PAK PAK 10 VROM mg/kg <0,035 (2) - 0,04 PAK 10 VROM mg/kg ds Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,04 <0,035 (2) - Naftaleen mg/kg ds <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 0,04 <0,035 (2) - OVERIG Droge stof % 93,1 93,1 (6) 88,8 88,8 (6) 92,8 92,8 (6) Lutum % 1,0 1,0 1,0 Organische stof (humus) % 1,0 1,0 0,20 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 11 (6) <3 11 (6) <3 11 (6) Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds <3 11 (6) <3 11 (6) <3 11 (6) Minerale olie C16 - C20 mg/kg ds <4 14 (6) <4 14 (6) <4 14 (6) Minerale olie C20 - C24 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C24 - C28 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C28 - C32 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C32 - C36 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C36 - C40 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds <35 <123-0,01 <35 <123-0,01 <35 <123-0,01 grondmonster B01-6 MM01 MM02 certificaatcode boring(en) B01 C09, C14, C19, C19 C03 traject (m-mv) 1,80-2,00 0,08-0,50 0,08-0,20 motivatie geen olie-water sporen puin, sporen sterk koolashoudend reactie ijzer, geen av 30x30 cm mm02 humus % ds 1,0 1,0 7,7 lutum % ds 1,0 1,0 3,8 Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index METALEN barium mg/kg ds (6) (6) cadmium mg/kg ds <0,20 <0,24-0,03 0,24 0,32-0,02 kobalt mg/kg ds <3,0 <7,4-0,04 8,9 26,1 0,06 koper mg/kg ds 6,8 14,1-0, ,49 kwik mg/kg ds 0,06 0,09-0 0,70 0,94 0,02 lood mg/kg ds , ,08 Projectcode:

162 grondmonster B01-6 MM01 MM02 certificaatcode boring(en) B01 C09, C14, C19, C19 C03 traject (m-mv) 1,80-2,00 0,08-0,50 0,08-0,20 motivatie geen olie-water reactie sporen puin, sporen ijzer, geen av 30x30 cm mm02 humus % ds 1,0 1,0 7,7 lutum % ds 1,0 1,0 3,8 sterk koolashoudend molybdeen mg/kg ds <1,5 <1,1-0 1,7 1,7 0 nikkel mg/kg ds <4,0 <8,2-0, ,09 zink mg/kg ds , ,01 IJzer [Fe] % ds <5,0 3,5 (6) <5,0 3,5 (6) <5,0 3,5 (6) AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen mg/kg ds <0,050 <0,175-0,03 tolueen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 xylenen (som) mg/kg ds <0,53 0 xylenen (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,11 styreen mg/kg ds <0,050 <0,175-0 meta-/para-xyleen (som) mg/kg ds <0,10 <0,35 ortho-xyleen mg/kg ds <0,050 <0,175 Som 16 Aromatische oplosmiddelen mg/kg ds <1,2 (2) PAK PAK 10 VROM mg/kg <0,035 (2) - 0,04 PAK 10 VROM mg/kg ds 1,4-0 9,1 0,2 Pak-totaal (10 van mg/kg ds 1,4 9,1 VROM) (0.7 facto Naftaleen mg/kg ds <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 0,089 0,089 Anthraceen mg/kg ds <0,050 <0,035 0,12 0,12 Fenanthreen mg/kg ds 0,19 0,19 1,0 1,0 Fluorantheen mg/kg ds 0,32 0,32 2,0 2,0 Chryseen mg/kg ds 0,17 0,17 1,4 1,4 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,12 0,12 1,3 1,3 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,18 0,18 1,3 1,3 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,088 0,088 0,75 0,75 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,15 0,15 0,52 0,52 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,12 0,12 0,66 0,66 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7) mg/kg ds <0,025 0,01 <0,0064-0,01 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0049 0,0049 PCB 28 mg/kg ds <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0009 PCB 52 mg/kg ds <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0009 PCB 101 mg/kg ds <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0009 PCB 118 mg/kg ds <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0009 PCB 138 mg/kg ds <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0009 PCB 153 mg/kg ds <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0009 PCB 180 mg/kg ds <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0009 OVERIG Droge stof % 93,6 93,6 (6) 93,6 93,6 (6) 91,5 91,5 (6) Lutum % 1,0 1,0 3,8 Organische stof (humus) % 1,0 1,0 7,7 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 11 (6) <3 11 (6) 4 5 (6) Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds <3 11 (6) <3 11 (6) (6) Minerale olie C16 - C20 mg/kg ds <4 14 (6) <4 14 (6) (6) Minerale olie C20 - C24 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) (6) Projectcode:

163 grondmonster B01-6 MM01 MM02 certificaatcode boring(en) B01 C09, C14, C19, C19 C03 traject (m-mv) 1,80-2,00 0,08-0,50 0,08-0,20 motivatie geen olie-water reactie sporen puin, sporen ijzer, geen av 30x30 cm mm02 humus % ds 1,0 1,0 7,7 lutum % ds 1,0 1,0 3,8 sterk koolashoudend Minerale olie C24 - C28 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) (6) Minerale olie C28 - C32 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) (6) Minerale olie C32 - C36 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) 7 9 (6) Minerale olie C36 - C40 mg/kg ds <5 18 (6) <5 18 (6) <5 5 (6) Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds <35 <123-0,01 <35 <123-0, ,01 grondmonster MM03 MM04 MM05 certificaatcode boring(en) C01, C02 C05, C06, C07, C08, C12, C13, C15, C16, C17, C20 C02, c04, C05, C06, C07, C09, C14, C19 traject (m-mv) 0,08-0,20 0,08-0,50 0,50-1,20 motivatie zwak koolashoudend, mm01 geen av, geen geen av sporen puin av 30x30 cm mm01, geen av 30x30 cm mm03 humus % ds 4,0 0,20 1,0 lutum % ds 1,0 1,0 1,0 Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index METALEN barium mg/kg ds (6) <20 <54 (6) <20 <54 (6) cadmium mg/kg ds <0,20 <0,22-0,03 <0,20 <0,24-0,03 <0,20 <0,24-0,03 kobalt mg/kg ds 5,6 19,7 0,03 <3,0 <7,4-0,04 <3,0 <7,4-0,04 koper mg/kg ds ,03 <5,0 <7,2-0,22 <5,0 <7,2-0,22 kwik mg/kg ds 0,09 0,13-0 <0,05 <0,05-0 <0,05 <0,05-0 lood mg/kg ds ,02 <10 <11-0,08 <10 <11-0,08 molybdeen mg/kg ds <1,5 <1,1-0 <1,5 <1,1-0 <1,5 <1,1-0 nikkel mg/kg ds 9,8 28,6-0,1 <4,0 <8,2-0,41 <4,0 <8,2-0,41 zink mg/kg ds ,01 <20 <33-0,18 <20 <33-0,18 IJzer [Fe] % ds <5,0 3,5 (6) <5,0 3,5 (6) <5,0 3,5 (6) PAK PAK 10 VROM mg/kg PAK 10 VROM mg/kg ds 15 0,35 <0,35-0,03 <0,35-0,03 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 15 0,35 0,35 Naftaleen mg/kg ds 0,15 0,15 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Anthraceen mg/kg ds 0,23 0,23 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Fenanthreen mg/kg ds 1,3 1,3 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Fluorantheen mg/kg ds 3,3 3,3 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Chryseen mg/kg ds 1,8 1,8 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 1,8 1,8 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 2,0 2,0 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 1,2 1,2 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 1,7 1,7 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 1,3 1,3 <0,050 <0,035 <0,050 <0,035 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7) mg/kg ds <0,012-0,01 <0,025 0,01 <0,025 0,01 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0049 0,0049 0,0049 PCB 28 mg/kg ds <0,0010 <0,0018 <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0035 PCB 52 mg/kg ds <0,0010 <0,0018 <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0035 PCB 101 mg/kg ds <0,0010 <0,0018 <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0035 PCB 118 mg/kg ds <0,0010 <0,0018 <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0035 PCB 138 mg/kg ds <0,0010 <0,0018 <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0035 PCB 153 mg/kg ds <0,0010 <0,0018 <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0035 Projectcode:

164 grondmonster MM03 MM04 MM05 certificaatcode boring(en) C01, C02 C05, C06, C07, C08, C12, C13, C15, C16, C17, C20 C02, c04, C05, C06, C07, C09, C14, C19 traject (m-mv) 0,08-0,20 0,08-0,50 0,50-1,20 motivatie zwak koolashoudend, sporen puin mm01 geen av, geen av 30x30 cm mm01, geen av 30x30 cm mm03 geen av humus % ds 4,0 0,20 1,0 lutum % ds 1,0 1,0 1,0 PCB 180 mg/kg ds <0,0010 <0,0018 <0,0010 <0,0035 <0,0010 <0,0035 OVERIG Droge stof % 94,3 94,3 (6) 95,7 95,7 (6) 93,1 93,1 (6) Lutum % 1,0 1,0 1,0 Organische stof (humus) % 4,0 0,20 1,0 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 5 (6) <3 11 (6) <3 11 (6) Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds 6 15 (6) <3 11 (6) <3 11 (6) Minerale olie C16 - C20 mg/kg ds (6) <4 14 (6) <4 14 (6) Minerale olie C20 - C24 mg/kg ds (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C24 - C28 mg/kg ds (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C28 - C32 mg/kg ds (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C32 - C36 mg/kg ds 8 20 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C36 - C40 mg/kg ds <5 9 (6) <5 18 (6) <5 18 (6) Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds ,01 <35 <123-0,01 <35 <123-0,01 Toelichting bij de tabel(len): Meetw : Meetwaarde GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde Index : (GSSD - AW) / (I - AW) 2 : Enkele parameters ontbreken in de som 5 : Norm I ontbreekt 6 : Heeft geen normwaarde # : Verhoogde rapportagegrens Projectcode:

165 Tabel 3: toetsingswaarde voor standaard bodem in mg/kg d.s. (10% humus en 25% lutum) AW T WO IND I METALEN cadmium mg/kg ds 0,60 6,8 1,2 4,3 13 kobalt mg/kg ds koper mg/kg ds kwik mg/kg ds 0, ,83 4,8 36 lood mg/kg ds molybdeen mg/kg ds 1, nikkel mg/kg ds zink mg/kg ds AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen mg/kg ds 0,20 0,65 0,20 1,0 1,1 tolueen mg/kg ds 0, ,20 1,3 32 ethylbenzeen mg/kg ds 0, ,20 1,3 110 xylenen (som) mg/kg ds 0,45 8,7 0,45 1,3 17 styreen mg/kg ds 0, , Som 16 Aromatische oplosmiddelen mg/kg ds 2,5 2,5 2,5 PAK PAK 10 VROM mg/kg ds 1,5 21 6, GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7) mg/kg ds 0,020 0,51 0,040 0,50 1,0 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds Projectcode:

166 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 8: TOETSINGSTABELLEN GRONDWATER

167 Projectnaam Spoorstraat 3 te Rosmalen Projectcode BD Tabel 1: classificatie gehaltes Wet bodembescherming (Wbb) -0,1 het gehalte is kleiner dan de streefwaarde 0,2 het gehalte is groter dan de streefwaarde 0,6 het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streefwaarde en interventiewaarde (tussenwaarde) 1,5 het gehalte is groter dan de interventiewaarde 245 (6) er is geen toetsingswaarde vastgesteld Tabel 2: toetsingsresultaten grondwater (gehalten in µg/l) monstercode A C datum bemonstering filterdiepte (m-mv) 2,50-3,50 2,50-3,50 certificaatcode monsterconclusie Overschrijding Interventiewaarde Overschrijding Streefwaarde Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index METALEN barium µg/l ,04 cadmium µg/l <0,20 <0,14-0,05 kobalt µg/l <2,0 <1,4-0,23 koper µg/l <2,0 <1,4-0,23 kwik µg/l <0,05 <0,04-0,04 lood µg/l <2,0 <1,4-0,23 molybdeen µg/l <2,0 <1,4-0,01 nikkel µg/l <3,0 <2,1-0,22 zink µg/l ,07 AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen µg/l <0,20 <0,14-0 <0,20 <0,14-0 tolueen µg/l 0,28 0,28-0,01 <0,20 <0,14-0,01 ethylbenzeen µg/l <0,20 <0,14-0,03 <0,20 <0,14-0,03 xylenen (som) µg/l <0,21 0 <0,21 0 xylenen (som, 0.7 factor) µg/l 0,21 0,21 styreen µg/l <0,20 <0,14-0,02 <0,20 <0,14-0,02 meta-/para-xyleen (som) µg/l <0,20 <0,14 <0,20 <0,14 ortho-xyleen µg/l <0,10 <0,07 <0,10 <0,07 Som 16 Aromatische oplosmiddelen µg/l 0,91 (2,14) <0,77 (2,14) PAK PAK 10 VROM - 0,00090 (11) 0,00080 (11) Naftaleen µg/l 0,090# 0, ,080# 0,056 0 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l <0,20 <0,14-0,01 1,2-dichloorethaan µg/l <0,20 <0,14-0,02 1,1,1-trichloorethaan µg/l <0,10 <0,07 0 1,1,2-trichloorethaan µg/l <0,10 <0,07 0 dichloormethaan µg/l <0,20 <0,14 0 trichloormethaan (Chloroform) µg/l <0,20 <0,14-0,01 tetrachloormethaan (Tetra) µg/l <0,10 <0,07 0,01 tetrachlooretheen (Per) µg/l <0,10 <0,07 0 trichlooretheen (Tri) µg/l <0,20 <0,14-0,05 1,1-dichlooretheen µg/l <0,10 <0,07 0,01 cis-1,2-dichlooretheen µg/l <0,10 <0,07 trans-1,2-dichlooretheen µg/l <0,10 <0,07 cis + trans-1,2-dichlooretheen µg/l <0,14 0,01 Projectcode:

168 monstercode A C datum bemonstering filterdiepte (m-mv) 2,50-3,50 2,50-3,50 certificaatcode monsterconclusie Overschrijding Interventiewaarde Overschrijding Streefwaarde vinylchloride µg/l <0,20 <0,14 0,03 1,1-dichloorpropaan µg/l <0,20 <0,14 1,2-dichloorpropaan µg/l <0,20 <0,14 1,3-dichloorpropaan µg/l <0,20 <0,14 dichloorpropanen (0,7 som, µg/l 0,42 1,1+1,2+ tribroommethaan (bromoform) µg/l <0,20 <0,14 (14) Dichloorpropaan µg/l <0,42-0 Dichloorethenen (som, 0.7 factor) 1.2-Dichloorethenen (som, 0.7 facto µg/l 0,21 µg/l 0,14 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 µg/l (6) <10 7 (6) Minerale olie C12 - C16 µg/l (6) <10 7 (6) Minerale olie C16 - C20 µg/l (6) <5,0 3,5 (6) Minerale olie C20 - C24 µg/l (6) <5,0 3,5 (6) Minerale olie C24 - C28 µg/l (6) <5,0 3,5 (6) Minerale olie C28 - C32 µg/l <5,0 3,5 (6) <5,0 3,5 (6) Minerale olie C32 - C36 µg/l <5,0 3,5 (6) <5,0 3,5 (6) Minerale olie C36 - C40 µg/l <5,0 3,5 (6) <5,0 3,5 (6) Minerale olie C10 - C40 µg/l ,64 <50 <35-0,03 Toelichting bij de tabel(len): Meetw : Meetwaarde GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde Index : (GSSD - AW) / (I - AW) 11 : Enkele parameters ontbreken in de berekening van de somfractie 12 : Interventiewaarde wordt overschreden door som fractie IW > 1 13 : Indicatieve interventiewaarde wordt overschreden 14 : Streefwaarde ontbreekt zorgplicht van toepassing 2 : Enkele parameters ontbreken in de som 6 : Heeft geen normwaarde # : Verhoogde rapportagegrens Projectcode:

169 Tabel 2: grondwaternormen van de Wet Bodembescherming (µg/l) S T I METALEN barium µg/l cadmium µg/l 0,4 3,2 6 kobalt µg/l koper µg/l kwik µg/l 0,05 0,18 0,3 lood µg/l molybdeen µg/l nikkel µg/l zink µg/l AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen µg/l 0, tolueen µg/l ethylbenzeen µg/l xylenen (som) µg/l 0, styreen µg/l Som 16 Aromatische oplosmiddelen µg/l PAK Naftaleen µg/l 0, GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l ,2-dichloorethaan µg/l ,1,1-trichloorethaan µg/l 0, ,1,2-trichloorethaan µg/l 0, dichloormethaan µg/l 0, trichloormethaan (Chloroform) µg/l tetrachloormethaan (Tetra) µg/l 0,01 5,0 10 tetrachlooretheen (Per) µg/l 0, trichlooretheen (Tri) µg/l ,1-dichlooretheen µg/l 0,01 5,0 10 cis + trans-1,2-dichlooretheen µg/l 0, vinylchloride µg/l 0,01 2,5 5 tribroommethaan (bromoform) µg/l 630 Dichloorpropaan µg/l 0, OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C40 µg/l Projectcode:

170 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 9: RESULTATEN ZEEFKROMME

171 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) TRITIUM ADVIES B.V. B.P.H. Dorssers GULBERG TE NUENEN Datum Relatienr Opdrachtnr DOC NL-P1 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. ANALYSERAPPORT Opdracht Bodem / Eluaat Opdrachtgever Uw referentie Opdrachtacceptatie Monsternemer Geachte heer, mevrouw, Hierbij zenden wij u de resultaten van het door u aangevraagde laboratoriumonderzoek. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, geaccrediteerd volgens NEN-EN-ISO/IEC en uitgevoerd overeenkomstig de onderzoeksmethoden die worden genoemd in de meest actuele versie van onze verrichtingenlijst van de Raad voor Accreditatie, accreditatienummer L005. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, uitgevoerd overeenkomstig onze erkenning voor de werkzaamheid "Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek" van het Besluit Bodemkwaliteit. Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken. Dit rapport mag alleen in zijn geheel worden gereproduceerd. Eventuele bijlagen zijn onderdeel van het rapport. Indien u nog vragen heeft of aanvullende informatie wenst, verzoeken wij u om contact op te nemen met Klantenservice. Wij vertrouwen U met de toegezonden informatie van dienst te zijn. Met vriendelijke groet, TRITIUM ADVIES B.V BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. +31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 3

172 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat Monsternr. Monstername Monsteromschrijving SCG_MM01 C05 (50-100) C06 (50-100) C07 (50-100) Eenheid SCG_MM01 C05 (50-100) C06 (50-100) C07 (50-100) DOC NL-P2 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Algemene monstervoorbehandeling S Fracties (sedigraaf) S Droge stof IJzer (Fe2O3) Fractie < 2 µm Fractie < 16 µm Fractie < 2 µm Fractie < 16 µm Fractie < 32 µm Fractie < 50 µm Fractie < 63 µm Fractie < 125 µm Fractie < 250 µm Fractie < 500 µm Fractie < 1 mm Fractie < 2 mm Fractie > 2 mm Klassiek Chemische Analyses S Organische stof Calciet (CaCO3) % % Ds % Ds % Ds % md % md % md % md % md % md % md % md % md % md % Ds % Ds % Ds -- 90,9 <5,0 -- * --1,2 --2,6 --1,2 --2,7 --2,7 --3,0 --3, ,2 -- * x) 0,9 -- <1,0 -- * x) Gehaltes beneden de rapportagegrens zijn niet mee inbegrepen. S) Erkend volgens AS SIKB 3000 Verklaring:"<" of n.a. betekent dat het gehalte van de component lager is dan de rapportagegrens. Het organische stof gehalte wordt gecorrigeerd voor het lutum gehalte, als geen lutum bepaald is wordt gecorrigeerd als ware het lutum gehalte 5,4% Begin van de analyses: Einde van de analyses: De onderzoeksresultaten hebben alleen betrekking op het aangeleverde monstermateriaal. Monsters met onbekende herkomst kunnen slechts beperkt gecontroleerd worden op plausibiliteit. Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 2 van 3

173 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Bodem / Eluaat AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. +31/ Klantenservice DOC NL-P3 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Toegepaste methoden Vaste stof eigen methode: eigen methode: Gelijkwaardig aan NEN 5739: NEN-EN12880; AS3000 en AS3200; Glw. NEN-ISO11465: Protocollen AS 3000: Protocollen AS 3000 / Protocollen AS 3200: conform NEN-ISO 10693: Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Fractie > 2 mm Fractie < 16 µm Fractie < 2 µm Fractie < 16 µm Fractie < 32 µm Fractie < 50 µm Fractie < 63 µm Fractie < 125 µm Fractie < 250 µm Fractie < 500 µm Fractie < 1 mm Fractie < 2 mm IJzer (Fe2O3) Organische stof Calciet (CaCO3) Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Fractie < 2 µm Droge stof Blad 3 van 3

174 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 10: MEETRESULTATEN INFILTRATIEMETINGEN

175 SCG zeefkromme k-waarde bepaling Projectnummer: Uitgevoerde berekeningen: Seelheim U-cijfer = U 16 Methode van Ernst Niet geschikt voor monsters met een % lutum dat groter is dan 4 à 6 %; Cso = correctiefactor voor zandsortering Ccl = correctiefactor voor slibgehalte (<0.016 mm) Cgr = correctiefactor voor grindgehalte (>2 mm) Formule van Hazen U 16 U-cijfer = ongelijkvormigheidsgraad = d 60 / d 10 g = gravitatieconstante v = kinematische viscositeit n = porositeit Formule van Beyer Voor heterogeen slecht gesorteerde korrelgrootte verdeling Het gezamenlijke oppervlakte van de deeltjes tussen 16 en 2000 µm ten opzichte van eenzelfde massa deeltjes met een diameter van 1 cm. Het soortelijk oppervlak (U16) van de zandfractie wordt berekend door van elke subfractie (Us) te bepalen het product van haar gewicht in gram en haar soortelijk oppervlak en de som dezer producten te delen door het gewicht van de zandfractie in gram. Deze formule is geldig voor de doorlatendheid van water in middelmatig dicht gepakt zand met d10 = 0,1 à 3,0 mm en U < 5. U = 1-20, d10 = µm Berekeningen berekening U 16 - getal SCG_MM01 subklasse (μm) Us F (%) Us*F d1 ondergrens d2 bovengrens 2-16 μm nvt nvt nvt μm 450,8 0,0 0,0 16,0 32, μm 252,1 0,3 75,6 32,0 50, μm 178,6 0,0 0,0 50,0 63, μm 114,9 8,0 919,2 63,0 125, μm 57,7 58,0 3347,1 125,0 250, μm 28,9 29,0 836,8 250,0 500, μm 14,4 2,0 28,9 500,0 1000, μm 7,2 0,0 0,0 1000,0 2000,0 totaal 97,3 5207,6 U 16 -getal 54 Monster-nummer MM01 U 16 53,5 Cso 1,38 Ccl 0,45 Cgr 1,00 U (d 60 / d 10 ) 1,97 n (poriefractie) 0,43 K-seelheim 10,8 formule geschikt K-ernst 11,7 formule geschikt K-Hazen 13,7784 formule geschikt K-Beyer 12,8560 formule geschikt K-gemiddeld 12,3

176 Putproef Projectnummer Locatie 1701/066/BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Peilbuisnummer C04 Filter van 2,80 m-mv tot 3,80 m-mv Boordiameter 4,2 cm Diameter peilbuis 3,2 cm Formule: = K: verzadigde doorlatendheid (m/d) Q: debiet constant flow in de evenwichtssituatie (mᶟ/d) H: waterverlaging bij evenwicht (m) F: geometrische factor (m) bepaald volgens de norm: pren_iso_-dis_ meting 1 meting 2 meting 3 start grondwaterstand (m-mv) 2,16 2,16 2,16 grondwaterstand (constant) eind meting (m-mv) 2,53 2,54 2,54 geometrische factor 1,48 1,47 1,47 tijdsduur meting (seconden) afpompvolume (liter) 6,8 6,9 6,9 debiet (m3/dag) 3,3 3,3 3,3 doorlatendheid (K) (m/dag) 5,9 5,9 5,9 gemiddelde k-waarde (m/dag) 5,9

177 Putproef Projectnummer Locatie 1701/066/BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Peilbuisnummer C04 Filter van 2,80 m-mv tot 3,80 m-mv Boordiameter 4,2 cm Diameter peilbuis 3,2 cm Formule: = K: verzadigde doorlatendheid (m/d) Q: debiet constant flow in de evenwichtssituatie (mᶟ/d) H: waterverlaging bij evenwicht (m) F: geometrische factor (m) bepaald volgens de norm: pren_iso_-dis_ meting 1 meting 2 meting 3 start grondwaterstand (m-mv) 1,78 1,78 1,78 grondwaterstand (constant) eind meting (m-mv) 2,09 2,10 2,09 geometrische factor 1,45 1,44 1,45 tijdsduur meting (seconden) afpompvolume (liter) 6,6 6,6 6,7 debiet (m3/dag) 3,2 3,2 3,2 doorlatendheid (K) (m/dag) 7,0 6,9 7,2 gemiddelde k-waarde (m/dag) 7,0

178 Ringmeting Projectnummer Locatie 1701/066/BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Meetlocatie Diepte put Diameter buitenring Diameter binnenring Actuele grondwaterstand RM-01 0,4 m-mv 28 cm 11 cm 2,2 m-mv Formule: = Δh Δ K: verzadigde doorlatendheid (m/d) Δh: verschil in grondwaterstand bij aanvang en bij eind meting (m) Δt: verstreken tijd tussen aanvang en eind meting (dag) waterstand in m-mv tijd (s) meting 1 meting 2 meting 3 0 0,071 0,043 0, ,075 0,048 0, ,079 0,053 0, ,087 0,064 0, ,097 0,072 0, ,1 0,078 0, ,107 0,086 0, ,115 0,092 0, ,122 0,099 0, ,128 0,105 0,116 K (m/d) 10,3 11,2 10,8 gemiddelde k-waarde (m/dag) 10,7

179 Ringmeting Projectnummer Locatie 1701/066/BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Meetlocatie Diepte put Diameter buitenring Diameter binnenring Actuele grondwaterstand RM-01 0,3 m-mv 28 cm 11 cm 1,9 m-mv Formule: = Δh Δ K: verzadigde doorlatendheid (m/d) Δh: verschil in grondwaterstand bij aanvang en bij eind meting (m) Δt: verstreken tijd tussen aanvang en eind meting (dag) waterstand in m-mv tijd (s) meting 1 meting 2 meting 3 0 0,058 0,062 0, ,06 0,065 0, ,063 0,071 0, ,068 0,074 0, ,074 0,081 0, ,079 0,087 0, ,085 0,094 0, ,092 0,1 0, ,098 0,103 0, ,103 0,108 0,095 K (m/d) 8,1 8,3 8,5 gemiddelde k-waarde (m/dag) 8,3

180 Ringmeting Projectnummer Locatie 1701/066/BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Meetlocatie Diepte put Diameter buitenring Diameter binnenring Actuele grondwaterstand RM-03 0,25 m-mv 28 cm 11 cm 1,7 m-mv Formule: = Δh Δ K: verzadigde doorlatendheid (m/d) Δh: verschil in grondwaterstand bij aanvang en bij eind meting (m) Δt: verstreken tijd tussen aanvang en eind meting (dag) waterstand in m-mv tijd (s) meting 1 meting 2 meting 3 0 0,05 0,038 0, ,053 0,04 0, ,057 0,043 0, ,058 0,043 0, ,06 0,045 0, ,061 0,047 0, ,063 0,048 0, ,063 0,048 0, ,064 0,049 0,073 K (m/d) 2,5 2,0 2,2 gemiddelde k-waarde (m/dag) 2,2

181 Ringmeting Projectnummer Locatie 1701/066/BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Meetlocatie Diepte put Diameter buitenring Diameter binnenring Actuele grondwaterstand RM-04 0,9 m-mv 28 cm 11 cm 1,7 m-mv Formule: = Δh Δ K: verzadigde doorlatendheid (m/d) Δh: verschil in grondwaterstand bij aanvang en bij eind meting (m) Δt: verstreken tijd tussen aanvang en eind meting (dag) waterstand in m-mv tijd (s) meting 1 meting 2 meting 3 0 0,048 0,04 0, ,05 0,042 0, ,053 0,045 0, ,056 0,049 0, ,059 0,05 0, ,062 0,052 0, ,067 0,053 0, ,068 0,053 0, ,068 0,056 0, ,069 0,06 0,075 K (m/d) 3,8 3,6 4,1 gemiddelde k-waarde (m/dag) 3,8

182 documentkenmerk: 1701/066/BD-01, versie 0 BIJLAGE 11: FOTO S ONDERZOEKSLOCATIE

183 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 1 Foto 2 Foto 3 Pagina 1

184 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 4 Foto 5 Foto 6 Pagina 2

185 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 7 Foto 8 Foto 9 Pagina 3

186 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 10 Foto 11 Foto 12 Pagina 4

187 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 13 Foto 14 Foto 15 Pagina 5

188 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 16 Foto 17 Foto 18 Pagina 6

189 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 19 Foto 20 Foto 21 Pagina 7

190 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 22 Foto 23 (RM01) Foto 24 (RM02) Pagina 8

191 Fotobijlage: 1701/066/BD, Rosmalen, Spoorstraat 3 Foto 25 (RM03) Foto 26 (RM04) Pagina 9

192 TRITIUM NUENEN» Gulberg TE Nuenen T Rezidenz Development T.a.v. de heer P. de Kort Parklaan 81B 5613 BB EINDHOVEN Per p.dekort@rezidenz.nl Vestiging, datum : Nuenen, 15 juni 2017 Ons kenmerk : 1701/066/BD-02 Uw kenmerk : - Behandeld door : Ben Dorssers Doorkiesnummer : Gecontroleerd door : Daphne Hollander Betreft : briefrapportage grondwateronderzoek Spoorstraat te Rosmalen TRITIUM PRINSENBEEK» Groenstraat BA Prinsenbeek T TRITIUM NEER» Steeg EJ Neer T TRITIUM ARKEL» Vlietskade WH Arkel T E. info@tritium.nl I. Geachte heer De Kort, Hierbij ontvangt u de resultaten van het aanvullend grondwateronderzoek dat Tritium Advies B.V. heeft uitgevoerd ter plaatse van de Spoorstraat te Rosmalen. Deze briefrapportage betreft een aanvulling op het eerder uitgevoerde verkennend bodemonderzoek (kenmerk 1701/066/BD-01, d.d ). De voorliggende briefrapportage bevat de volgende onderdelen: 1. Aanleiding en doelstelling 2. Locatiegegevens 3. Eerder uitgevoerd onderzoek 4. Onderzoekstrategie 5. Uitvoering 6. Resultaten 7. Verontreinigingssituatie 8. Conclusies en aanbevelingen Tritium Advies B.V. heeft geen binding met de opdrachtgever en de onderzoekslocatie anders dan als onafhankelijk onderzoeksbureau. 1 Aanleiding en doelstelling Aanleiding voor het onderzoek is het bij eerder uitgevoerde bodemonderzoek aantreffen van sterk met minerale olie verontreinigd grondwater ter plaatse van twee ondergrondse dieseltanks ten zuiden van de Spoorstraat, nabij het spoor. Doel van het grondwateronderzoek is aan te tonen dat de sterke verontreiniging van het grondwater met minerale olie niet aanwezig is ter plaatse van de toekomstige woningen met tuin ten noorden van de Spoorstraat. documentnummer: 1701/066/BD-02, versie 0 pagina 1 van 6

193 2 Locatiegegevens De onderzoekslocatie is gelegen aan de Spoorstraat te Rosmalen. Een situatietekening is weergegeven in bijlage 1. De nieuwe peilbuis is geplaatst in de oprit naar de parkeerstrook ten zuiden van de Spoorstraat en staat op een afstand van 3,0 meter ten noordwesten van de ondergrondse tanks. Geohydrologische informatie Uit de bekende gegevens van de locatie blijkt dat de gemiddelde stijghoogte van het freatische grondwater circa 3 m+nap bedraagt (2,5 m-mv). De regionale stromingsrichting van het freatische grondwater is noordwestelijk. In de directe omgeving van de locatie is geen oppervlaktewater van betekenis aanwezig. De onderzoekslocatie is niet gelegen in of nabij een grondwaterbeschermingsgebied. Op de onderzoekslocatie vindt geen grondwateronttrekking plaats. Over grondwateronttrekking in de omgeving van de locatie zijn geen gegevens bekend. 3 Eerder uitgevoerd onderzoek Op de locatie en in de directe omgeving zijn eerder de in de navolgende tabel vermelde bodemonderzoeken uitgevoerd. Tabel 3.1: eerder uitgevoerd onderzoek. onderzoek locatienaam opgesteld door datum kenmerk gegevens onderzoekslocatie 1. onbekend Spoorstraat Biochem 1990 (?) onbekend 2. Verkennend en nader bodemonderzoek Spoorstraat 1-3 NIPA milieutechniek Nader bodemonderzoek Spoorstraat Inpijn-Blokpoel MB Aanvullend onderzoek Spoorstraat Inpijn-Blokpoel MB-5719-A/SVN 5. Verkennend bodemonderzoek Spoorstraat 1-3 UDM midden B.V Verkennend bodem- en asbestonderzoek Spoorstraat 3 Tritium Advies 1701/066/BD gegevens directe omgeving 7. Evaluatierapport aanleg bergbezinkbassin Molenhoek Royal Haskoning R4934 Voor de gegevens uit de bovengenoemde onderzoeken wordt verwezen naar de rapportage van het eerder uitgevoerde verkennend bodemonderzoek [6]. documentnummer: 1701/066/BD-02, versie 0 pagina 2 van 6

194 4 Onderzoekstrategie De uit te voeren werkzaamheden zijn bepaald in samenspraak met mevrouw I. Flinkers van de gemeente s-hertogenbosch. Tabel 4.1: strategie grondwatermonitoring. peilbuis- traject motivatie/locatie werkzaamheden chemische nummer (m-mv) analyses 1) 101 3,0 4,0 stroomafwaarts van bronlocatie nieuwe peilbuis plaatsen en bemonsteren 1 x m.o., btexsn opmerkingen bij de tabel: 1) verklaring analyses: m.o. : minerale olie; btexsn : aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen) en naftaleen. Het grondwater wordt minimaal 1 week na plaatsing van de peilbuis bemonsterd. Van de bemonsterde peilbuis worden in het veld de zuurgraad (ph), troebelheid en de elektrische geleidbaarheid (Ec) van het grondwater bepaald. De analyses worden door een geaccrediteerd laboratorium uitgevoerd. Het grondwatermonster wordt conform AS3000 voorbewerkt. 5 Uitvoering Kwalibo De coördinatie en planning van het veldwerk vindt plaats vanuit de onder BRL SIKB 2000 (versie 5, 12 december 2013) gecertificeerde vestiging van Tritium Advies B.V. te Nuenen. De boring is geplaatst conform protocol 2001 (versie 3.2, 12 december 2013) van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. De peilbuis is bemonsterd conform protocol 2002 (versie 4, 12 december 2013) van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer. In de navolgende tabel zijn de erkende veldwerkers weergegeven die voor onderhavig onderzoek het veldwerk hebben uitgevoerd. Tabel 5.1: erkende veldwerker(s) Tritium Advies B.V. veldwerker(s) datum boornummers/ peilbuisnummers uitvoering boorwerkzaamheden Dirk van der Laar 29 mei monstername grondwater Henk Kerkhof 8 juni documentnummer: 1701/066/BD-02, versie 0 pagina 3 van 6

195 Conform BRL-SIKB 2000 zijn de veldwerkzaamheden getoetst op partijdigheid. De uitvoerder van het veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek heeft geen binding met de opdrachtgever en de onderzoekslocatie anders dan als dat van een onafhankelijk onderzoeksbureau. Onderstaand is een overzicht opgenomen van de afwijkingen op de bovengenoemde protocollen en de invloed daarvan op de betrouwbaarheid van het onderzoek: Protocol 2002: Tijdens het bemonsteren van de peilbuis is de zuurgraad van het grondwater per abuis niet gemeten. Dit heeft verder geen invloed op het analyseresultaat. Veldwerk Tijdens het plaatsen van de peilbuis deden zich geen belemmeringen of bijzonderheden voor. Voor de bodemopbouw wordt verwezen naar het boorprofiel dat is weergegeven in bijlage 2. De bij het plaatsen van de peilbuis vrijkomende grond is in het veld zintuiglijk beoordeeld. Hierbij zijn de in de navolgende tabel weergegeven afwijkingen waargenomen. Tabel 5.2: afwijkende zintuiglijke waarnemingen. boring traject (m-mv) afwijking einddiepte (m-mv) 101 0,08 1,70 zwak puinhoudend 4,0 Tijdens de grondwatermonstername zijn in het veld de elektrische geleidbaarheid (Ec) en troebelheid van het grondwater bepaald. Tabel 5.3: peilbuisspecificaties. peilbuis filtertraject grondwaterstand zuurgraad geleidbaarheid troebelheid (m-mv) (m-mv) (ph) (Ec, µs/cm) (ntu) 101 3,0 4,0 2, ,9 Analyses Het grondwatermonster is volgens de navolgende tabel geanalyseerd door AL-West B.V. te Deventer (geaccrediteerd). Tabel 5.4: geanalyseerde monsters. monster- peilbuisnummer traject chemische motivatie code (m-mv) analyses 1) ,0-4,0 m.o. en btexsn onderzoek grondwater opmerkingen bij de tabel: 1) verklaring analyses: m.o. : minerale olie; btexsn : aromatische koolwaterstoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen) en naftaleen. documentnummer: 1701/066/BD-02, versie 0 pagina 4 van 6

196 6 Resultaten Toetsingskader De analyseresultaten van het grondwatermonster zijn vergeleken met de toetsingstabel 'Streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater' uit de circulaire bodemsanering (Nederlandse Staatscourant, nr , 27 juni 2013). De aanduiding van de mate van verontreiniging in het rapport is weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 6.1: aanduiding mate van verontreiniging. aanduiding in rapport betekenis voor grondwater - = niet verontreinigd de toetsingswaarden worden niet overschreden >S = licht verontreinigd het aangetoonde gehalte ligt tussen de streef- en tussenwaarde. >T = matig verontreinigd het aangetoonde gehalte ligt tussen de tussen- en interventiewaarde. >I = sterk verontreinigd het aangetoonde gehalte ligt boven de interventiewaarde. Resultaten De analyseresultaten van het grondwatermonster zijn weergegeven in bijlage 3. De toetsingsresultaten zijn weergegeven in bijlage 4. Een samenvatting hiervan is weergegeven in de navolgende tabel. Tabel 6.2: samenvatting toetsingsresultaten grondwater. monstercodnummer (m-mv) > S > T > I peilbuis- filterdiepte motivatie toetsingsresultaten Wbb ,0 4,0 onderzoek grondwater naftaleen - - Na vergelijking van de analyseresultaten met de geldende streef- en interventiewaarden blijkt dat het grondwater licht verontreinigd is met naftaleen. 7 Verontreinigingssituatie Bij het op de locatie uitgevoerde verkennend bodemonderzoek [6] is ter plaatse van de ondergrondse dieseltanks ten zuiden van de Spoorstraat, nabij het spoor, een sterke verontreiniging met minerale olie in het grondwater aangetroffen. Tijdens het onderhavige onderzoek blijkt dat het grondwater ter plaatse van peilbuis 101, welke op ongeveer 11 meter ten noordwesten van de ondergrondse tanks staat, niet verontreinigd is met minerale olie. Wel is het grondwater licht verontreinigd met naftaleen. documentnummer: 1701/066/BD-02, versie 0 pagina 5 van 6

197 8 Conclusies en aanbevelingen Uit de uitgevoerde analyse kan worden geconcludeerd dat de grondwaterverontreiniging met minerale olie ter plaatse van de ondergrondse dieseltanks langs het spoor zich niet verplaatst heeft in de richting van peilbuis 101. Derhalve is er geen reden om aan te nemen dat het grondwater ter plaatse van het terrein ten noorden van de Spoorstraat verontreinigd is met minerale olie. Nader onderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest. Mocht u nog vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u contact opnemen met ondergetekende. Met vriendelijke groet, Tritium Advies B.V. B.P.H. Dorssers Projectleider bodem Dit document is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven. Het document mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Door derden aangebrachte wijzigingen en/of toevoegingen dan wel oneigenlijk gebruik van het document vallen niet onder de verantwoording van Tritium Advies BV. Bijlagen aantal pagina's (excl. voorblad) 1. situatietekening 1 2. boorprofiel 1 3. analyseresultaten grondwater 4 4. toetsingstabellen grondwater 2 documentnummer: 1701/066/BD-02, versie 0 pagina 6 van 6

198 documentkenmerk: 1701/066/BD-02, versie 0 BIJLAGE 1: SITUATIETEKENING

199

200 documentkenmerk: 1701/066/BD-02, versie 0 BIJLAGE 2: BOORPROFIEL

201 Bijlage: Boorprofielen Boring: 101 Boormeester: dirk van de laar Datum: X (RD): ,61 Y (RD): , klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbeige, Zuigerboor Projectcode: BD Projectnaam: Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever: Rezidenz Development Schaal 1: 50

202 documentkenmerk: 1701/066/BD-02, versie 0 BIJLAGE 3: ANALYSERESULTATEN GRONDWATER

203 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) TRITIUM ADVIES B.V. B.P.H. Dorssers GULBERG TE NUENEN Datum Relatienr Opdrachtnr DOC NL-P1 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. ANALYSERAPPORT Opdracht Water Opdrachtgever Uw referentie Opdrachtacceptatie Monsternemer Geachte heer, mevrouw, Hierbij zenden wij u de resultaten van het door u aangevraagde laboratoriumonderzoek. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, geaccrediteerd volgens NEN-EN-ISO/IEC en uitgevoerd overeenkomstig de onderzoeksmethoden die worden genoemd in de meest actuele versie van onze verrichtingenlijst van de Raad voor Accreditatie, accreditatienummer L005. De analyses zijn, tenzij anders vermeld, uitgevoerd overeenkomstig onze erkenning voor de werkzaamheid "Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek" van het Besluit Bodemkwaliteit. Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken. Dit rapport mag alleen in zijn geheel worden gereproduceerd. Eventuele bijlagen zijn onderdeel van het rapport. Indien u nog vragen heeft of aanvullende informatie wenst, verzoeken wij u om contact op te nemen met Klantenservice. Wij vertrouwen U met de toegezonden informatie van dienst te zijn. Met vriendelijke groet, TRITIUM ADVIES B.V BD Spoorstraat 3 te Rosmalen Opdrachtgever AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. 31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 3

204 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Water Monsternr. Monsteromschrijving Monstername Monsternamepunt ( ) Eenheid ( ) DOC NL-P2 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Aromaten (AS3000) S S S S S S S S Benzeen Tolueen Ethylbenzeen m,p-xyleen ortho-xyleen Som Xylenen (Factor 0,7) Naftaleen Styreen Minerale olie (AS3000) S Koolwaterstoffractie C10-C40 Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 Koolwaterstoffractie C36-C40 µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l <0,20 -- <0,20 -- <0,20 -- <0,20 -- <0,10 -- #) 0, , <0, < * <10 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * <5,0 -- * 9,1 -- * #) Bij deze som zijn resultaten "<rapportagegrens" vermenigvuldigd met 0,7. S) Erkend volgens AS SIKB 3000 Verklaring:"<" of n.a. betekent dat het gehalte van de component lager is dan de rapportagegrens. Begin van de analyses: Einde van de analyses: De onderzoeksresultaten hebben alleen betrekking op het aangeleverde monstermateriaal. Monsters met onbekende herkomst kunnen slechts beperkt gecontroleerd worden op plausibiliteit. AL-West B.V. Dhr. Wouter Wanders, Tel. 31/ Klantenservice Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 2 van 3

205 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) Opdracht Water Toegepaste methoden eigen methode: Protocollen AS 3100: Koolwaterstoffractie C10-C12 Koolwaterstoffractie C12-C16 Koolwaterstoffractie C16-C20 Koolwaterstoffractie C20-C24 Koolwaterstoffractie C24-C28 Koolwaterstoffractie C28-C32 Koolwaterstoffractie C32-C36 Koolwaterstoffractie C36-C40 Benzeen Tolueen Ethylbenzeen ortho-xyleen m,p-xyleen Som Xylenen (Factor 0,7) Naftaleen Styreen Koolwaterstoffractie C10-C40 DOC NL-P3 De in dit rapport vermelde analyses zijn geaccrediteerd volgens ISO/IEC 17025:2005, tenzij bij de analyse het symbool " * " staat vermeld. Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 3 van 3

206 AL-West B.V. Dortmundstraat 16B, 7418 BH Deventer, the Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0) , Fax +31(0) CHROMATOGRAM for Order No , Analysis No , created at 13-jun :31:13 Monsteromschrijving: ( ) DOC NL-P1 Kamer van Koophandel Nr VAT/BTW-ID-Nr.: NL B01 Directeur ppa. Marc van Gelder Dr. Paul Wimmer Blad 1 van 1

207 documentkenmerk: 1701/066/BD-02, versie 0 BIJLAGE 4: TOETSING GRONDWATER

208 Projectnaam Spoorstraat 3 te Rosmalen Projectcode BD Tabel 1: classificatie gehaltes Wet bodembescherming (Wbb) -0,1 het gehalte is kleiner dan de streefwaarde 0,2 het gehalte is groter dan de streefwaarde 0,6 het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streefwaarde en interventiewaarde (tussenwaarde) 1,5 het gehalte is groter dan de interventiewaarde 245 (6) er is geen toetsingswaarde vastgesteld Tabel 2: toetsingsresultaten grondwater (gehalten in µg/l) monstercode datum bemonstering filterdiepte (m-mv) 3,00-4,00 certificaatcode monsterconclusie Overschrijding Streefwaarde Meetw GSSD Index AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen µg/l <0,20 <0,14-0 tolueen µg/l <0,20 <0,14-0,01 ethylbenzeen µg/l <0,20 <0,14-0,03 xylenen (som) µg/l <0,21 0 xylenen (som, 0.7 factor) µg/l 0,21 styreen µg/l <0,20 <0,14-0,02 meta-/para-xyleen (som) µg/l <0,20 <0,14 ortho-xyleen µg/l <0,10 <0,07 Som 16 Aromatische oplosmiddelen µg/l <0,77 (2,14) PAK PAK 10 VROM - 0,00030 (11) Naftaleen µg/l 0,021 0,021 0 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 µg/l (6) Minerale olie C12 - C16 µg/l <10 7 (6) Minerale olie C16 - C20 µg/l <5,0 3,5 (6) Minerale olie C20 - C24 µg/l <5,0 3,5 (6) Minerale olie C24 - C28 µg/l <5,0 3,5 (6) Minerale olie C28 - C32 µg/l <5,0 3,5 (6) Minerale olie C32 - C36 µg/l <5,0 3,5 (6) Minerale olie C36 - C40 µg/l 9,1 9,1 (6) Minerale olie C10 - C40 µg/l <50 <35-0,03 Toelichting bij de tabel(len): Meetw : Meetwaarde GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde Index : (GSSD - AW) / (I - AW) 11 : Enkele parameters ontbreken in de berekening van de somfractie 12 : Interventiewaarde wordt overschreden door som fractie IW > 1 13 : Indicatieve interventiewaarde wordt overschreden 14 : Streefwaarde ontbreekt zorgplicht van toepassing 2 : Enkele parameters ontbreken in de som 6 : Heeft geen normwaarde # : Verhoogde rapportagegrens Projectcode: BD

209 Tabel 3: grondwaternormen van de Wet Bodembescherming (µg/l) S T I AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen µg/l 0, tolueen µg/l ethylbenzeen µg/l xylenen (som) µg/l 0, styreen µg/l Som 16 Aromatische oplosmiddelen µg/l PAK Naftaleen µg/l 0, OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C40 µg/l Projectcode: BD

210 Rekenpunt Concentraties NOx O3 NO2 PM10 PM2.5 Totale concentratie [μg/m3] Aantal normoverschrijdingsdagen SRM2-bijdrage [μg/m3] SRM2-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ SRM1-bijdrage [μg/m3] SRM1-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ Achtergrondconcentratie [μg/m3] GCN achtergrondconcentratie [μg/m3] Dubbeltellingcorrectie HWN [μg/m3] Correctie luchtvaart (Schiphol) [μg/m3] Correctie uit correctievelden [μg/m3] Luchtvaartbijdrage (Schiphol) [μg/m3] Rekenpunt Concentraties NOx O3 NO2 PM10 PM2.5 Totale concentratie [μg/m3] Aantal normoverschrijdingsdagen SRM2-bijdrage [μg/m3] SRM2-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ SRM1-bijdrage [μg/m3] SRM1-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ Achtergrondconcentratie [μg/m3] GCN achtergrondconcentratie [μg/m3] Dubbeltellingcorrectie HWN [μg/m3] Correctie luchtvaart (Schiphol) [μg/m3] Correctie uit correctievelden [μg/m3] Luchtvaartbijdrage (Schiphol) [μg/m3] Rekenpunt Concentraties NOx O3 NO2 PM10 PM2.5 Totale concentratie [μg/m3] Aantal normoverschrijdingsdagen SRM2-bijdrage [μg/m3] SRM2-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ SRM1-bijdrage [μg/m3] SRM1-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ Achtergrondconcentratie [μg/m3] GCN achtergrondconcentratie [μg/m3] Dubbeltellingcorrectie HWN [μg/m3] Correctie luchtvaart (Schiphol) [μg/m3] Correctie uit correctievelden [μg/m3] Luchtvaartbijdrage (Schiphol) [μg/m3]

211 Rekenpunt Concentraties NOx O3 NO2 PM10 PM2.5 Totale concentratie [μg/m3] Aantal normoverschrijdingsdagen SRM2-bijdrage [μg/m3] SRM2-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ SRM1-bijdrage [μg/m3] SRM1-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ Achtergrondconcentratie [μg/m3] GCN achtergrondconcentratie [μg/m3] Dubbeltellingcorrectie HWN [μg/m3] Correctie luchtvaart (Schiphol) [μg/m3] Correctie uit correctievelden [μg/m3] Luchtvaartbijdrage (Schiphol) [μg/m3] Rekenpunt Concentraties NOx O3 NO2 PM10 PM2.5 Totale concentratie [μg/m3] Aantal normoverschrijdingsdagen SRM2-bijdrage [μg/m3] SRM2-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ SRM1-bijdrage [μg/m3] SRM1-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ Achtergrondconcentratie [μg/m3] GCN achtergrondconcentratie [μg/m3] Dubbeltellingcorrectie HWN [μg/m3] Correctie luchtvaart (Schiphol) [μg/m3] Correctie uit correctievelden [μg/m3] Luchtvaartbijdrage (Schiphol) [μg/m3] Rekenpunt Concentraties NOx O3 NO2 PM10 PM2.5 Totale concentratie [μg/m3] Aantal normoverschrijdingsdagen SRM2-bijdrage [μg/m3] SRM2-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ SRM1-bijdrage [μg/m3] SRM1-bijdrage fractie directe uitstoot NO2 [ Achtergrondconcentratie [μg/m3] GCN achtergrondconcentratie [μg/m3] Dubbeltellingcorrectie HWN [μg/m3] Correctie luchtvaart (Schiphol) [μg/m3] Correctie uit correctievelden [μg/m3] Luchtvaartbijdrage (Schiphol) [μg/m3]

212 Bestemmingsplan Spoorstraat 1-3 te Rosmalen Rapportage externe veiligheid en verantwoording groepsrisico HLA 31 mei 2017 Projectnummer

213 INHOUDSOPGAVE 1. Aanleiding Wettelijk kader Inleiding Begrippen Inrichtingen Transportassen Buisleidingen Beleidsvisie externe veiligheid Inleiding Systematiek voor verantwoord ontwikkelen nabij risicobronnen Toetsing Algemeen Inrichtingen Buisleidingen Transport van gevaarlijke stoffen Wegen en waterweg Spoorlijn Beleidsvisie externe veiligheid Inleiding: Inventarisatie Verantwoordingskader Verantwoording groepsrisico Het projectkader De hoogte en toename van het groepsrisico Bronmaatregelen Te treffen ruimtelijke maatregelen in het ruimtelijke besluit; Mogelijkheden tot bestrijdbaarheid van een calamiteit en de gevolgen daarvan Is het rampscenario te bestrijden? Is de omgeving van het plangebied voldoende ingericht om de gevolgen van een calamiteit hierbinnen te bestrijden? De mogelijkheden tot zelfredzaamheid Mogelijkheden zelfredzaamheid Is het gebied voldoende ingericht om de zelfredzaamheid te kunnen faciliteren? Alternatieven: Mogelijkheden en voorgenomen maatregelen in de nabije toekomst Projectnummer

214 Samenvatting en conclusie Door de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) is in opdracht van de gemeente s-hertogenbosch een externe veiligheidsonderzoek uitgevoerd voor de planlocatie Spoorstraat 1-3 te Rosmalen. Het plan betreft (voornamelijk) de nieuwbouw van 11 woningen. Hieronder vindt u een samenvatting van het onderzoek. Samenvatting In de directe omgeving van het plangebied zijn geen wegen en rivieren gelegen, waardoor of waarover grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen getransporteerd worden en welke externe veiligheidscontouren hebben, die over het plangebied vallen. Wel zijn in de omgeving van het plangebied een inrichting (LPG-tankstation), een hogedruk aardgasbuisleiding en een spoorlijn ( s- Hertogenbosch-Nijmegen) gelegen, waarvan het invloedsgebied voor het groepsrisico over het plangebied valt. De plaatsgebonden risicocontouren (PR 10-6 ) van de risicobronnen vallen niet over het plangebied, zodat deze geen belemmering vormen. Het invloedsgebied van de inrichting (LPG-tankstation) strekt zich uit tot over het plangebied (maatgevend risicoscenario BLEVE). In het kader van artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) moet daarom voor het plan door het bestuur van de gemeente een (complete) verantwoording van het groepsrisico afgelegd worden. Voor de spoorlijn en de buisleiding geldt, dat volstaan kan worden met een beperkte verantwoording van het groepsrisico. Bij een beperkte verantwoording hoeven alleen de zelfredzaamheid van personen en de bestrijdbaarheid van een ramp binnen het plangebied beschouwd te worden. Maatgevend scenario voor de spoorlijn is een gasexplosie (BLEVE) van een ketelwagen. Voor de hogedruk aardgasbuisleiding is het maatgevende scenario een fakkelbrand. Hieronder een samenvatting van de groepsrisicoverantwoording. De uitgebreidere verantwoording van het groepsrisico met alle verplichte onderdelen vindt u verderop in deze rapportage. Verantwoording groepsrisico Om een goede afweging over de veiligheidsrisico s binnen het plangebied te kunnen maken is voor de inrichting het groepsrisico voor- en (indicatief) na de realisatie van het plan middels een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) bepaald. Er vindt door de realisatie van het plan een toename van 22 personen plaats binnen het invloedsgebied van de inrichting. Deze toename is marginaal te noemen. Uit de rapportage van de QRA blijkt, dat de oriënterende waarde (OW) voor het groepsrisico voor de inrichting niet wordt overschreden in de huidige en toekomstige situatie (beide ca. 0.3*OW). Het toevoegen van 22 personen binnen het invloedsgebied laat geen zichtbare toename zien van het groepsrisico. De hoogte van het groepsrisico blijft ruim onder de oriënterende waarde. Voor het groepsrisico veroorzaakt door de spoorlijn en de buisleiding geldt, dat voor en na realisatie van het plan 0,1 maal de oriënterende waarde niet wordt overschreden. Zie voor de onderbouwing hiervan het rapport. Vanaf het begin van het planproces is speciale aandacht besteed aan het aspect externe veiligheid, vanwege de vele risicobronnen in de omgeving van het plangebied. Bij het ontwerp is gekeken naar het zo veilig mogelijk inrichten van de plangebied, zodat de gevolgen van een calamiteit met gevaarlijke stoffen voor de bewoners van het plangebied zo beperkt blijven. Van een verplaatsing van het plan naar een mogelijke alternatieve locatie met een lager groepsrisico kan hier geen sprake zijn, omdat het een herontwikkeling van een reeds bebouwd perceel betreft. Projectnummer

215 Ten aanzien van de bereikbaarheid van het plangebied en bestrijdbaarheid van de gevolgen van een ramp (alle risicobronnen) binnen het plangebied kan het volgende gesteld worden: Het plangebied is vanaf meerdere zijden goed bereikbaar door de (overige) hulpdiensten. Er is onvoldoende primair bluswater aanwezig. Een secundair of tertiaire bluswatervoorziening is niet aanwezig in de directe omgeving van het plangebied. Geadviseerd wordt, de bluswatervoorziening in de omgeving van het plangebied te optimaliseren door aanleg van een bluswatervoorziening met voldoende capaciteit in de omgeving Spoorstraat/ Stationsstraat. Hierdoor is sneller meer bluswater beschikbaar waardoor wordt de bestrijdbaarheid verbetert. Er wordt voldaan aan de opkomsttijd voor de brandweer. Voor de aanwezigen personen binnen het plangebied zijn 2 vluchtwegen voorhanden om bij een calamiteit het plangebied te verlaten. Momenteel kan echter niet van de risicobron gevlucht worden, omdat momenteel beide vluchtwegen naar de risicobronnen leiden. Aangeraden wordt om een derde vluchtweg van de risicobron af te creëren, zodat van de risicobron gevlucht kan worden. De personen, die aanwezig zullen zijn binnen het plangebied, worden aangemerkt als voldoende zelfredzame personen (doelgroep vitale ouderen). Desondanks wordt geadviseerd om: Het vestigen van niet -of beperkt zelfredzame bewoners te ontmoedigen op deze locatie door het stellen van regels hiervoor in het plan. De initiatiefnemer te verplichten om potentiële kopers/huurders te informeren over het aanwezig risico en handelingsperspectief. Zij kunnen deze informatie meewegen in het besluit om zich hier te vestigen. Hiermee wordt in optimale vorm invulling gegeven aan het risicobewustzijn van- en het nemen van een eigen verantwoordelijkheid door de burger. Het plangebied ligt binnen het WAS-gebied (waarschuwings- en alarmeringssysteem) en de dekking voor NL-Alert. Aan de voorwaarden van de Beleidsvisie externe veiligheid, gemeente s-hertogenbosch kan met voorstaande eveneens worden voldaan. Conclusie Externe veiligheid is onder genoemde voorwaarden geen belemmering voor het plan. Het bevoegd gezag kan daarom de (resterende) externe veiligheidsrisico s accepteren en de verantwoording nemen voor het groepsrisico. Dit laatste is als beslispunt opgenomen in het vaststellingsbesluit. Projectnummer

216 Colofon Rapportage externe veiligheid bestemmingsplan Spoorstraat 1-3 te Rosmalen. Projectnummer: Status: definitief Datum: 31 mei 2017 Opdrachtgever Gemeente s-hertogenbosch Wolvenhoek HH s-hertogenbosch Projectleiding De heer E. (Eric) Rossou e.rossou@s-hertogenbosch.nl Opdrachtnemer Omgevingsdienst Brabant Noord Victorialaan 1 b-g 5213 JG 's-hertogenbosch Contactpersoon De heer H. (Herman) de Lange Adviseur externe veiligheid HdeLange@odbn.nl Projectnummer

217 1. AANLEIDING Initiatiefnemer is voornemens om op de locatie Spoorstraat 3 te Rosmalen 11 woningen te realiseren op het thans niet meer in gebruik zijnde terrein. In het vigerende bestemmingsplan heeft de locatie nog een bedrijfsbestemming. Om de woningen te realiseren dient een nieuw bestemmingsplan te worden vastgesteld. De woningen worden gerealiseerd aan de Spoorstraat 3 in Rosmalen. Omwille van de kwaliteit van het omliggende gebied is er voor gekozen om het gebied tussen de nieuwe woningen en de spoorlijn mee te nemen in de ontwikkeling. Tevens is Spoorstraat 1 meegenomen in het bestemmingsplan. Op deze locatie rust in het vigerend bestemmingsplan eveneens een bedrijfsbestemming. Op de locatie zijn echter kantoren aanwezig. In het bestemmingsplan wordt deze locatie derhalve bestemd conform het huidige gebruik. Figuur 1: Impressie ontwikkeling Spoorstraat 3 te Rosmalen De gemeente s-hertogenbosch heeft de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) gevraagd om te onderzoeken of er belemmeringen voor het plan zijn aangaande het (milieu)aspect externe veiligheid. Deze rapportage bevat een beschrijving en de resultaten van de uitgevoerde kwantitatieve risicoanalyses (QRA s). Daarnaast is een verantwoording groepsrisico (VGR) opgenomen. Projectnummer

218 2. WETTELIJK KADER 2.1 Inleiding Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals milieurisico s, transportrisico s en risico s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidsituatie mede de ruimtelijke mogelijkheden. Binnen het vakgebied externe veiligheid wordt er onderscheid gemaakt in drie soorten risicobronnen, namelijk transportroutes (weg, water en spoor) inrichtingen met gevaarlijke stoffen en buisleidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet onderzoek gedaan worden naar het plaatsgebonden risico en het groepsrisico van de aanwezige risicobronnen. In de volgende landelijke wetten, besluiten en regelingen zijn normen opgenomen waaraan moet worden getoetst: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en bijbehorende regeling (Revi) Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations Circulaire effectafstanden externe veiligheid LNG-tankstations Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en bijbehorende regeling (Revb) Structuurvisie buisleidingen Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en Regeling basisnet Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en bijbehorende regeling (Rarro) Daarnaast wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening (art. 3.1 Wro) getoetst aan eventueel van toepassing zijnde veiligheidsafstanden uit het Activiteitenbesluit (Barim) en bijhorende regeling (Rarim). 2.2 Begrippen Binnen de beleidskaders voor deze drie typen risicobronnen staan altijd twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen. Hieronder worden beide begrippen verder uitgewerkt Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico is de kans dat iemand die zich op een bepaalde plaats bevindt, komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (zogeheten risicocontour). Het Rijk heeft als maatgevende risicocontour de kans op overlijden van 10-6 per jaar gegeven (indien een persoon zich gedurende een jaar binnen deze contour bevindt is de kans op overlijden groter dan één op een miljoen jaar). Ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan het plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico 10-6 is voor ruimtelijke besluiten vertaald naar grenswaarden en richtwaarden. De wetgeving is erop gericht om voor bestaande situaties geen personen in kwetsbare objecten (zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en grote kantoren) en zo min mogelijk personen in beperkt kwetsbare objecten (zoals kleine kantoren en sportcomplexen) bloot te stellen aan een plaatsgebonden risico dat hoger is dan 10-6 per jaar. Een limitatieve opsomming van (beperkt) kwetsbare objecten is weergegeven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Nieuwe ontwikkelingen van kwetsbare objecten binnen de risicocontour van 10-6 per jaar zijn niet toegestaan. Nieuwe ontwikkelingen van beperkt kwetsbare objecten zijn ongewenst, maar wel toegestaan indien gemotiveerd kan worden waarom dit noodzakelijk is. Daarnaast dient aangetoond Projectnummer

219 te worden dat afdoende maatregelen worden genomen om de risico's en de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken. Groepsrisico Het groepsrisico is een maat voor de kans dat een bepaald aantal mensen overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De hoogte van het groepsrisico hangt af van: De kans op een ongeval; Het effect van het ongeval; Het aantal personen dat in de omgeving van de bron (inrichting of transportroute) verblijft; De mate waarin de personen in de omgeving beschermd zijn tegen de gevolgen van een ongeluk. Het groepsrisico kan worden weergegeven in een grafiek (zie figuur 2) met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers binnen het invloedsgebied (N) en op de verticale as de kans per jaar op tenminste dat aantal slachtoffers (f). Het groepsrisico wordt bepaald binnen het zogenaamde invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Hoe meer personen per hectare in het invloedsgebied aanwezig zijn, hoe groter het aantal (potentiële) slachtoffers is, en hoe hoger het groepsrisico. Figuur 2: f/n-curve groepsrisico Het groepsrisico is geen norm, maar er geldt een verantwoordingsplicht. De onderdelen waar bij de verantwoording aandacht aan moet worden besteed staan beschreven in Bevi artikel 13 voor ruimtelijke plannen. Daarbij moet een vergelijking worden gemaakt met de oriëntatiewaarde. Dit is een richtwaarde waar het bevoegd gezag zich zoveel mogelijk aan moet houden, maar men mag hiervan wel goed onderbouwd afwijken. Verantwoordingsplicht De verantwoordingsplicht draait kort gezegd om de vraag in hoeverre risico's, als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling, worden geaccepteerd en indien noodzakelijk welke veiligheidsverhogende maatregelen daarmee gepaard gaan. Met de verantwoordingsplicht worden betrokken partijen gedwongen om een goede ruimtelijke afweging te maken waarin de veiligheid voor de maatschappij als geheel voldoende gewaarborgd wordt. Op deze manier wordt beoogd een situatie te creëren, waarbij zoveel mogelijk de risico's zijn afgewogen en geanticipeerd is op de mogelijke gevolgen van Projectnummer

220 een incident. Deze afweging is kwalitatief van aard en richt zich op aspecten zoals de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een mogelijke calamiteit en de mate van zelfredzaamheid van de bevolking. Bij de invulling van de verantwoordingsplicht dienen de volgende elementen te worden beschouwd: Het projectkader; De hoogte en toename van het groepsrisico; Bronmaatregelen; Ruimtelijke maatregelen te treffen maatregelen in het ruimtelijke besluit; Mogelijkheden tot bestrijdbaarheid van een calamiteit en de gevolgen daarvan; Mogelijkheden tot zelfredzaamheid; Mogelijkheden planontwikkeling op andere locatie; Mogelijkheden en voorgenomen maatregelen in de nabije toekomst. In de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico (Ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken, december 2007) zijn deze onderdelen nader uitgewerkt en toegelicht. Conform het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) moeten alle ruimtelijke besluiten binnen het invloedsgebied van een inrichting verantwoord worden. Conform het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) moet het bevoegd gezag verantwoording afleggen indien 1) 0,1 maal de oriënterende waarde van het groepsrisico wordt overschreden of 2) bij elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico en een toename van de bevolkingsdichtheid van >10% in het gebied ten gevolge van de ruimtelijke ontwikkeling. Conform het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende regeling is de uitgebreidheid van de invulling van de verantwoordingsplicht afhankelijk van de hoogte en toename van het groepsrisico. Wanneer de ontwikkeling buiten de 100% letaal effectafstand ligt, kunnen de punten 3, 4, 7 en 8 buiten beschouwing gelaten worden. Hetzelfde geldt wanneer het groepsrisico 1) onder 0,1 maal de oriëntatiewaarde ligt of 2) tussen 0,1 maal en 1 maal de oriëntatiewaarde ligt én minder dan 10% toeneemt. We spreken in deze gevallen (Bevt en Bevb) van een beperkte verantwoordingsplicht. In de andere gevallen dient de verantwoordingsplicht compleet ingevuld te worden (Bevi). 2.3 Inrichtingen Besluit externe veiligheid inrichtingen Sinds 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht. Het Bevi verplicht het bevoegde gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Wet ruimtelijke ordening (Wro) in dezen de gemeente en de provincie afstanden aan te houden tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven. Het Bevi heeft onder meer tot doel om bij nieuwe ruimtelijke plannen toetsing aan de risiconormen voor het plaatsgebonden (PR 10-6 ) en groepsrisico te waarborgen. Het Bevi is van toepassing op vergunningplichtige risicovolle bedrijven en de nabijgelegen, al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In artikel 2, lid 1 van het Bevi is opgesomd wat wordt verstaan onder risicovolle bedrijven. In het Bevi is geen harde norm voor het groepsrisico vastgelegd. Er is voor gekozen om de norm voor het groepsrisico als oriëntatiewaarde te handhaven, met een nadrukkelijke verantwoordingsplicht. In het besluit is een artikel opgenomen, welke verplicht inzicht te geven in de actuele hoogte van het groepsrisico en de bijdrage aan het groepsrisico van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen of risicovolle activiteiten. Het Bevi ziet een nieuw ruimtelijk besluit, dus ook conserverende plannen, altijd als een nieuwe situatie. Circulaire LPG Op 28 juni 2016 publiceerde de Staatscourant een circulaire over externe veiligheid. Het gaat om "Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations voor besluiten met gevolgen voor de externe veiligheid". Deze circulaire vraagt actie van gemeenten bij het vaststellen van een nieuw Projectnummer

221 bestemmingsplan rondom LPG-tankstations. Dit geldt ook bij het verlenen van een omgevingsvergunning milieu voor het oprichten van een LPG-tankstation. De circulaire vraagt gemeenten uitdrukkelijk ook een effectbenadering toe te passen bij besluiten rondom LPG-tankstations. Daarnaast blijft een risicobenadering in het kader van het Bevi (plaatsgebonden risico en groepsrisico) nodig. De effectbenadering is van toepassing als de gemeente een nieuw bestemmingsplan vaststelt. Het gaat om een bestemmingsplan op grond waarvan kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten nabij een LPG-tankstation gerealiseerd worden. Ook voor een omgevingsvergunning milieu voor het oprichten van een LPG-tankstation is een effectbenadering van toepassing. Het beleid houdt kort gezegd in: Voor het plaatsgebonden risico worden de waarden uit de bijlagen van het Revi en de systematiek uit het Bevi aangehouden. Voor het groepsrisico worden de waarden en de systematiek uit het Bevi aangehouden. Als aanvulling op de systematiek uit het Bevi wordt bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een effectafstand van 60 meter gehanteerd tot (beperkt) kwetsbare objecten en een afstand van 160 meter tot zeer kwetsbare objecten (o.a. scholen, kinderdagverblijven, zorginstelingen). Het toestaan van nieuwe van (zeer/beperkt) kwetsbare objecten binnen deze effectafstanden dient in het ruimtelijk besluit onderbouwd te worden middels veiligheidsmaatregelen. Activiteitenbesluit Het aspect veiligheid is van belang bij verschillende activiteiten (o.a. propaantanks, meet- en regelstations aardgas, windturbines). Zowel in hoofdstuk 3 als in hoofdstuk 4 van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn direct of indirect veiligheidsafstanden ter bescherming van de omgeving opgenomen. De meeste andere veiligheidseisen staan in de Activiteitenregeling. Vaak wordt echter ook indirect (via de Activiteitenregeling) verwezen naar NENnormen en PGS- of BRL-richtlijnen. 2.4 Transportassen Op 1 april 2015 is de Wet basisnet in werking getreden en daarmee het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt). Beoordeling van de risico s veroorzaakt door het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, water en de weg, vindt vanaf deze datum plaats aan de hand van de Wet basisnet. Hierin zijn grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico, en richtlijnen voor de toepassing van de rekenmethodiek en de verantwoording van het groepsrisico opgenomen. Wat de berekening van het groepsrisico betreft, dient voor bestemmingsplannen,wijzigings- en uitwerkingsplannen e.d. die ter inzage worden gelegd en die betrekking hebben op de omgeving van de in de bijlagen van de in de Regeling basisnet genoemde transportassen, uit te worden gegaan van de in de bijlage vermelde vervoerscijfers. Die vervoerscijfers zijn gebaseerd op een maximale benutting van de groeiruimte voor het vervoer. Bij de vaststelling van het ruimtelijke besluit dient het groepsrisico te worden verantwoord. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen langs transportassen die deel uitmaken van het basisnet weg, water en/of spoor, kan de berekening van het plaatsgebonden risico achterwege blijven. Hiervoor gelden namelijk de afstanden in bijlage I, II en III van de Regeling basisnet. Op deze afstanden mag het plaatsgebonden risico door het vervoer van gevaarlijke stoffen niet meer bedragen dan 10-6 per jaar. Voor basisnet weg geldt bijvoorbeeld dat daar waar in bijlage I de afstand 0 is vermeld, het plaatsgebonden risico door het vervoer op het midden van de weg niet meer mag bedragen dan 10-6 per jaar. Projectnummer

222 Vanaf het moment dat het Bevt in werking is getreden, moet voor sommige transportassen rekening worden gehouden met het plasbrandaandachtsgebied (PAG). Het PAG is het gebied tot 30 meter van de transportas waarin, bij de realisering van nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand. Voor bijvoorbeeld een rijksweg wordt de 30 meter voor het PAG gemeten vanaf de rechterrand van de rechterrijstrook. In het Bouwbesluit is beschreven aan welke voorwaarden het bouwen binnen een PAG moet voldoen. Als binnen het invloedsgebied van een transportas nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien en er een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico of een significante stijging van het groepsrisico optreedt, dient bij de vaststelling van het ruimtelijke besluit, het groepsrisico te worden verantwoord. Volgens het Bevt gelden geen beperkingen voor het ruimtegebruik voor het gebied dat verder ligt dan 200 meter van de transportas. Ten aanzien van de verantwoording dient niet alleen het invloedsgebied van de maatgevende vervoersklasse (GF3: brandbaar gas) voor het groepsrisico te worden beschouwd, maar ook de effectafstand die wordt gegenereerd door overige stoffen die over het wegvak worden vervoerd. Het invloedsgebied kan dus verder reiken dan 200 meter. Als dat het geval is en het invloedsgebied reikt tot over het plangebied, dan moeten wel maatregelen worden overwogen. Bijvoorbeeld in het kader van zelfredzaamheid. Het Bevt is ook van toepassing op transportassen die niet onder het basisnet vallen. Met behulp van de vuistregels uit het HART (Handleiding risicoanalyse transport) kan bepaald worden of er sprake is van een significant plaatsgebonden risico en groepsrisico. Indien word er sprake is van een significant plaatsgeboden risico en groepsrisico, dan dient er een berekening te worden uitgevoerd met het rekenprogramma RBMII. 2.5 Buisleidingen Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) regelt de taken en verantwoordelijkheden van de leidingexploitant en de gemeenten. Het externe veiligheidsbeleid voor buisleidingen is daarmee in lijn gebracht met het beleid voor inrichtingen en voor vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor. De gemeente die een bestemmingsplan opstelt heeft conform het Bevb een aantal verplichtingen. Zo moet de gemeente een ruimtelijke reservering opnemen voor plaatsgebonden risico (PR 10-6 ). Binnen de PR 10-6 risicocontour mogen geen kwetsbare objecten aanwezig zijn en zo mogelijk ook geen beperkt kwetsbare objecten. Het verwachte aantal aanwezigen binnen het invloedsgebied groepsrisico (GR) van de buisleiding moet worden verantwoord. Dat invloedsgebied reikt bij brandbare vloeistoffen tot net buiten de 10-6 contour, voor leidingen met aardgas en chemicaliën moet dat per geval berekend worden. Voor de belemmeringenstrook moet een ruimtelijke reservering worden opgenomen met aanlegvergunningenstelsel: de voor onderhoud gereserveerde ruimte bedraagt ten minste 5 meter aan beide zijden van de leiding. Deze ruimtelijke reserveringen zijn binnen 5 jaar verwerkt in bestemmingsplannen De belangrijkste plichten voor de exploitant van de buisleiding met gevaarlijke stoffen zijn een algemene zorgplicht in acht te nemen ter voorkoming van ongewone voorvallen en het uitvoeren van een sanering binnen 3 jaar als een kwetsbaar object binnen de PR 10-6 contour van de buisleiding ligt. 2.6 Beleidsvisie externe veiligheid Inleiding Sinds de vuurwerkramp in Enschede en de potentiële ramp in Amersfoort als gevolg van een lekkende spoorwagon staat het onderwerp externe veiligheid hoog op de agenda in (bestuurlijk) Nederland. Inmiddels heeft het Rijk de wetten en regels omtrent dit onderwerp flink aangescherpt. Naast de Projectnummer

223 landelijke wet- en regelgeving laat deze ook ruimte over voor gemeenten om eigen veiligheidsambities te formuleren. De gemeente 's-hertogenbosch heeft in juni 2010 beleid ten aanzien van externe veiligheid vastgesteld. Uitgangspunt van het beleid is, dat voor elk nieuw plan een integrale afweging gemaakt moet worden van de externe veiligheidsituatie ter plaatse. Een belangrijk onderdeel van deze integrale afweging is, het beschouwen van de hoogte van het groepsrisico in relatie tot de kwetsbaarheid van de omgeving (gebruik/doel bebouwing) en de beheersbaarheid (voldoende bluswater en goede toegankelijkheid voor hulpdiensten) van een calamiteit. Daarnaast is het doel van het beleid om de omgang met externe veiligheid in ruimtelijke plannen te verduidelijken. Door algemene kaders te stellen aan ruimtelijke ontwikkelingen weet elke partij waar zij aan toe is. Zo zijn de eisen voor de meest kwetsbare groepen, zoals ouderen, gehandicapten en kleine kinderen, strenger dan voor kantoorpanden. Daarnaast zijn ambities bepaald voor de locatie van nieuwe risicovolle inrichtingen. Deze zijn niet overal mogelijk en kunnen met de juiste planregels op diverse bestaande bedrijventerreinen goed ingepast worden. In totaal zijn drie hoofdambities benoemd, zie figuur 3. Figuur 3: Drie hoofdambities die richting geven aan het externe veiligheidbeleid van 's-hertogenbosch De drie hoofdambities zijn in het beleidsdocument verder uitgewerkt. Belangrijk aandachtspunt is dat de bestaande situatie niet in overeenstemming kan zijn met de geformuleerde ambities. Het is vanuit financieel en praktisch oogpunt niet mogelijk deze situatie direct in lijn te brengen met de opgestelde ambities. Het is wel zo veel mogelijk de bedoeling om 'knelpunten' in de bestaande situatie in de toekomst in lijn te brengen met de ambities, zie figuur 4. Een kosten-batenanalyse zal aan moeten geven in hoeverre het mogelijk is om knelpunten in de bestaande situatie in lijn te brengen met de ambities van dit uitvoeringskader. Figuur 4: De huidige knelpunten zoveel mogelijk in lijn brengen met de geformuleerde ambities. Projectnummer

224 Om handen en voeten te geven aan de geformuleerde ambities zijn beleidskeuzes gemaakt, die vertaald worden in een concreet uitvoeringsprogramma. In dit uitvoeringsprogramma zijn aan elke ambitie de benodigde uitvoeringsacties en de daarbij behorende financiële consequenties gekoppeld, zie figuur 5. Figuur 5: Van ambities naar beleid naar uitvoering, In het externe veiligheidsbeleid van de gemeente s-hertogenbosch worden drie hoofdambities benoemd, zie figuur 3. Twee hoofdambities zijn in het externe veiligheidsbeleid verder uitgewerkt. Het betreft de volgende ambities: - Bedrijven met opslag van gevaarlijke stoffen op de juiste plaats. - Verantwoord ontwikkelen nabij risicobronnen Systematiek voor verantwoord ontwikkelen nabij risicobronnen De hoofdambitie "verantwoord ontwikkelen nabij risicobronnen" is in het externe veiligheidsbeleid van de gemeente s-hertogenbosch (deel C) nader uitgewerkt, zodat voldoende handvatten worden geboden voor het op een zo'n verantwoorde wijze mogelijk maken van ruimtelijke ontwikkelingen nabij risicobronnen. Aan deze centrale ambitie zijn (in deel B) drie ambities gekoppeld, zie onderstaande figuur 5. Figuur 6: Ambities ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen nabij risicobronnen De toelaatbaarheid van ruimtelijke functies in de nabijheid van risicobronnen is, zoals eerder aangegeven afhankelijk van een drietal graadmeters die tezamen het verantwoordingskader voeden: 1. De omvang van het groepsrisico Voor de omvang van het groepsrisico is de oriëntatiewaarde het ijkpunt. Als sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde spreken we van een hoog groepsrisico (>1). Indien het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde blijft is sprake van een laag groepsrisico (<1). 2. De beheersbaarheidsituatie (buitenplans) Bij de beheersbaarheidsituatie gaat het erom of sprake is van voldoende bluswatervoorzieningen om een ramp te bestijden en of de brandweer de calamiteitgoed kan bereiken. Een derde criterium is of Projectnummer

225 sprake is van een voldoende dekkend WAS-dekkingssyteem, zodat personen binnen de zone ten tijden van een calamiteit tijdig gealarmeerd kunnen worden. Dit zijn overwegend zaken die buitenplans en dus niet via het ruimtelijk besluit van een desbetreffende ruimtelijke ontwikkeling geregeld kunnen worden. 3. De kwetsbaarheid van de functie De kwetsbaarheid van een functie is onder andere afhankelijk van de fysieke en mentale gesteldheid van de personen die in de functie verblijven. Het gaat hierbij om personen zoals kinderen, ouderen en zieken. Andere factoren die de kwetsbaarheid van een functie bepalen zijn: de verblijftijd van personen binnen de functie, de personendichtheid en het feit of sprake is van een zogenaamde functionele binding met de risico-opleverende activiteit. In de afweging of een ruimtelijke functie wel of niet toelaatbaar is staan bovenstaande drie graadmeters centraal. Aan de hand hiervan is tot een kleurenindeling gekomen voor gebieden waarin bepaalde functies wel of niet zijn toegestaan, of extra maatwerk noodzakelijk is om te besluiten of het verantwoord is om een functie wel of niet toe te laten binnen een dergelijk gebied. De kleurbepaling voor een gebied is grotendeels afhankelijk van de kwetsbaarheid van de ruimtelijke functie. De kwetsbaarheid van de functie is in de gehanteerde methode als vertrekpunt gebruikt om te bezien waar in de gemeente 's-hertogenbosch een dergelijke functie nu wel of niet is toegestaan. Zoals gezegd is dit dus ook deels afhankelijk van de beheersbaarheidsituatie en de omvang van het groepsrisico ter plaatse, wat mede bepaald of een kwetsbare functie wel of niet is toegestaan. Op basis hiervan is onderscheid gemaakt in de volgende drie functiecategorieën: - Extra kwetsbare objecten 1 ; - Kwetsbare objecten 2 ; - Beperkt kwetsbare objecten 3. In het beleid (deel C) is per categorie objecten het vestigingsbeleid beschreven, zodat met behulp van een vestigingskaart in één oogopslag duidelijk is waar bepaalde objecten wel of niet zijn toegestaan. Voor de oranje gebieden geldt maatwerk en zijn voor de benodigde afweging in het kader van de verantwoording van het groepsrisico verantwoordingskaders opgesteld. 1 Onder extra kwetsbare objecten worden functies verstaan die vanuit externe veiligheid extra aandacht behoeven vanwege de lage mate van zelfredzaamheid. Personen binnen deze gebouwen kunnen zich door hun fysieke en mentale gesteldheid zichzelf ten tijden van een calamiteit niet in veiligheid brengen. Met extra kwetsbare objecten worden de volgende objecten bedoeld: basisscholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en andere objecten waar verminderd zelfredzame personen verblijven, die zichzelf in geval een calamiteit met gevaarlijke stoffen niet of minder goed in veiligheid kunnen brengen. 2 Zie voor een niet-limitatieve opsomming hiervan artikel 1, lid l, Bevi 3 Zie voor een niet-limitatieve opsomming hiervan artikel 1, lid b, Bevi Projectnummer

226 3. TOETSING 3.1 Algemeen In onderstaande figuur is en uitsnede opgenomen uit de nationale risicokaart. De ligging van het plangebied is in paars aangegeven. Figuur 7: Uitsnede risicokaart (plangebied in paars aangegeven). Uit het plaatje blijkt, dat het plangebied is gelegen in de risicocontouren van een inrichting (LPG-tankstation), een hogedruk aardgasbuisleiding en een spoorlijn ( s-hertogenbosch- Nijmegen). Er dient derhalve onderzocht te worden of kan worden voldaan aan de risiconormen (PR en GR) voor het aspect externe veiligheid. In dit hoofdstuk vindt de toetsing aan de normen plaats. 3.2 Inrichtingen Buiten het plangebied is aan de Molenstraat 9 te Rosmalen is een LPG-tankstation (hierna inrichting genoemd) gelegen. De inrichting heeft een groepsrisicocontour (invloedsgebied, 150 meter, blauwe lijn), die van invloed is op het plangebied (zie ook figuur 7). Plaatsgebonden risico De plaatsgebonden risicocontouren (PR 10-6 ) van de inrichting reiken niet tot binnen het plangebied, zodat deze geen belemmeringen vormen voor de beoogde ontwikkeling. Groepsrisico Omdat het invloedsgebied van de inrichting over de planlocatie valt is op grond van artikel 13, lid 1 van het Bevi een bepaling naar de hoogte van het groepsrisico voor en na realisatie van het plan noodzakelijk. Door het adviesbureau Windmill is daarom een QRA 4 uitgevoerd ten bate van het bestemmingsplan (zie voor het rapport bijlage 2). 4 QRA, Windmill, Notitie P , datum 29 maart 2017 Projectnummer

227 Uit de bepaling naar de hoogte van het groepsrisico blijkt, dat de oriënterende waarde (OW) voor het groepsrisico niet wordt overschreden in de huidige en toekomstige situatie (beide ca. 0,3*OW). Zie hiervoor ook onderstaande figuur 8. Figuur 8: fn-curve groepsrisico LPG-tankstation voor en na realisatie plan 5. Op grond van artikel 13 van het Besluit externe veiligheid dient desondanks een complete verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden, omdat het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van de inrichting. Deze verantwoording vindt u onder het kopje verantwoording groepsrisico verderop in deze rapportage. Effectafstanden LPG (Circulaire LPG-tankstations) Er wordt voldaan aan de effectafstanden voor (beperkt) kwetsbare objecten (zijnde 60 meter) uit de circulaire LPG-tankstations 6.Wel valt de planlocatie binnen de effectafstanden voor zeer kwetsbare objecten (zijnde 160 meter). Op de planlocatie zullen echter geen minder zelfredzame personen gehuisvest worden. 3.3 Buisleidingen Aan de zuidzijde van het plangebied is een buisleiding voor het transport van gevaarlijke stoffen aanwezig. Het betreft een hogedruk aardgasbuisleiding. Deze buisleiding bezit risicocontouren, welke van invloed zijn op het plangebied (zie hiervoor ook figuur 7). De gegevens voor het plaatsgebonden risico van de hogedruk aardgas buisleiding zijn te vinden op de risicokaart. Aan de hand van de buisleidingviewer 7 kan bepaald worden wat het invloedsgebied en de 5 1 = voor realisatie plan (bruine lijn), 2 = na realisatie plan (groene lijn). 6 In de Circulaire LPG-tankstations wordt als aanvulling op de systematiek uit het Bevi bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een effectafstand van 60 meter gehanteerd tot (beperkt) kwetsbare objecten en een afstand van 160 meter tot zeer kwetsbare objecten (o.a. scholen, kinderdagverblijven, zorginstelingen, zijnde objecten voor de huisvesting van minder zelfredzame personen). Het toestaan van nieuwe van (zeer/beperkt) kwetsbare objecten binnen deze effectafstanden dient in het ruimtelijk besluit onderbouwd te worden middels veiligheidsmaatregelen. 7 De buisleidingviewer is ontwikkeld door de omgevingsdiensten in Noord-Brabant. De buisleidingviewer is te vinden op de website van de Omgevingsdienst Midden en West Brabant (OMWB). Projectnummer

228 100% letaliteitcontour van de buisleiding is. In onderstaande tabel zijn de veiligheidsafstanden voor de hogedruk aardgasleiding weergegeven. Leidingnr. Diameter Max. werkdruk PR 10-6 aanwezig 100% letaliteit 1% letaliteit Structuurvisie Buisleidingen Z ,6 inch 40 bar Nee 70 meter 140 meter Nee Plaatsgebonden risico Uit de gegevens blijkt, dat de hogedruk aardgasbuisleiding geen plaatsgebonden risico bezit. Het plaatsgebonden risico is derhalve geen belemmering voor het plan. Groepsrisico Omdat het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied voor externe veiligheid van hogedruk aardgasbuisleiding, dient de invloed van het plan op de hoogte van het groepsrisico voor deze buisleiding te worden bepaald. Het adviesbureau Windmill heeft daarom met het programma CAROLA de hoogte van het groepsrisico voor en na realisatie van het plan bepaald. In de bijlage 3 vindt u de volledige rapportage 8. Onderstaand zijn de fn-curves uit het onderzoek weergegeven voor de hoogte van het groepsrisico van de hogedruk aardgasbuisleiding vóór en ná de realisatie van het plan ter plaatse van de kilometer met het hoogste groepsrisico. Figuur 9: fn-curve buisleiding Z vóór planrealisatie Figuur 10: fn-curve buisleiding Z ná planrealisatie 8 QRA, Windmill, Notitie P , datum 17 maart 2017 Projectnummer

229 Uit het bovenstaande figuren blijkt dat de realisatie van het plan geen zichtbare invloed heeft op de hoogte van het groepsrisico van de hogedruk aardgas buisleiding. Dit komt omdat de toename van het aantal personen (door realisatie n van het plan) binnen het invloedsgebied van de buisleiding zeer beperkt is. Een complete verantwoording van het groepsrisico kan achterwege worden gelaten, indien voldaan wordt aan de voorwaarden voor een beperkte verantwoording groepsrisico. Deze voorwaarden zijn: o Het bestemmingsplan heeft betrekking op een gebied, waarbinnen de letaliteit van personen minder is dan 100% of; o Het groepsrisico is kleiner dan 0,1*OW (OW=oriëntatiewaarde) of; o De toename van het groepsrisico is niet hoger dan 10% en de OW wordt niet overschreden. In overige gevallen is een complete verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Uit de toetsing blijkt, dat 0.1 maal de OW wordt overschreden, maar niet 1 maal de OW. De toename van het groepsrisico is echter minder dan 10%. Derhalve is slechts een beperkte verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. In deze beperkte verantwoording moet aandacht besteed worden aan de zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied van de buisleidingen en aan de bestrijdbaarheid van een ramp met de buisleiding (fakkelbrand). Deze beperkte verantwoording vindt u onder het kopje verantwoording groepsrisico verderop in deze rapportage. Belemmeringenstrook In artikel 14 van het Bevb is opgenomen, dat een bestemmingsplan de ligging moet weergeven van de in het plangebied aanwezige buisleidingen alsmede de daarbij behorende belemmeringenstrook ten behoeve van het onderhoud van de buisleiding. De belemmeringenstrook bedraagt ten minste vijf meter aan weerszijden van een buisleiding, gemeten vanuit het hart van de buisleiding. Voor het bestemmingsplan Spoorlaan 1-3 te Rosmalen is getoetst of wordt voldaan aan de afstandseis van de belemmeringenstrook. Uit de toetsing bleek, dat wordt voldaan aan deze afstandseis. 3.4 Transport van gevaarlijke stoffen Wegen en waterweg In de omgeving van het plangebied zijn het Maximakanaal en de Rijkswegen A2 en A59 aanwezig. Over deze wegen en waterweg vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Het beoogde plangebied is echter buiten de 200 meter zone van deze transportroutes gelegen, waarbij een complete verantwoording van het groepsrisico dient plaatsvinden. Wel dient op grond van artikel 7 van het Bevt aandacht besteed te worden aan de zelfredzaamheid van personen en de bestrijdbaarheid van een ramp binnen het plangebied. Zie hiervoor het kopje verantwoording groepsrisico verderop Spoorlijn Aan de zuidzijde van het plangebied bevindt zich de spoorlijn s-hertogenbosch - Nijmegen. Over de spoorlijn vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. De spoorlijn maakt onderdeel uit van het landelijke Basisnet spoor. In de bijlage 2 van de Regeling Basisnet zijn de risicoplafonds weergegeven voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Projectnummer

230 Figuur 11: Risico s spoorlijn ter hoogte van het plangebied, bijlage II Regeling basisnet. Plaatsgebonden risico Uit figuur 11 blijkt, dat ter hoogte van het plangebied het plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6 ) van de spoorlijn s-hertogenbosch Nijmegen op het midden van het spoor ligt. Hiermee vormt het plaatsgebonden risico geen belemmering voor het plan. Plasbrandaandachtsgebied (PAG) Uit figuur 11 volgt dat de spoorlijn s-hertogenbosch Nijmegen geen plasbrandaandachtsgebied (PAG) bezit. Groepsrisico Bepaling van de hoogte van het groepsrisico kan in eerste instantie indicatief bepaald worden met behulp van de vuistregels uit het HART (achtergronddocument). Indien 0,1 maal de oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt overschreden, dan moet het groepsrisico berekend worden met behulp van het rekenprogramma RBMII. Bij de bepaling van de hoogte van het groepsrisico wordt uitgegaan van de maximale bestemmingsplancapaciteit. Het maatgevende scenario voor de berekening van het groepsrisico is voor het spoor een BLEVE van een ketelwagen. Een complete verantwoording van het groepsrisico kan achterwege worden gelaten, indien voldaan wordt aan de voorwaarden voor een beperkte verantwoording groepsrisico (artikel 8, lid 2). Deze voorwaarden zijn: a: het groepsrisico, gelet op de dichtheid van personen, niet hoger is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde, of b: 1. het groepsrisico, gelet op de redelijkerwijs te verwachten verandering van de dichtheid van personen met niet meer dan tien procent toeneemt, en 2. de oriëntatiewaarde, gelet op de dichtheid van personen niet wordt overschreden. In overige gevallen is een complete verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Bij een beperkte verantwoording van het groepsrisico dient alleen aandacht besteed te worden aan de onderdelen zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied van de risicobron en bestrijdbaarheid van de gevolgen van een calamiteit met gevaarlijke stoffen binnen het plangebied. De inventarisatieafstand van 200 meter van de spoorlijn s-hertogenbosch Nijmegen valt over het plangebied van het bestemmingsplan Spoorlaan 1-3 te Rosmalen. De hoogte van het groepsrisico voor en na het plan kan indicatief bepaald worden met het gebruik van de vuistregels uit de bijlagen van de Handreiking Risicoanalyse Transport (HART). Met de uitslag van deze indicatieve bepaling kan bekeken worden of en complete verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is. Projectnummer

231 Het gaat bij het spoortransport vooral om de aantallen LPG-ketelwagens in beide richtingen per jaar over een baanvak (stofcategorie A, brandbaar gas). Ook op het spoor ter hoogte van het plangebied wordt het externe veiligheidsrisico voornamelijk bepaald door het vervoer van brandbaar gas. Het maatgevende scenario voor het vervoer van stofcategorie A over het spoor is een BLEVE 9 van een ketelwagen. De maximale effectafstand voor het scenario BLEVE van een ketelwagen is 460 meter. Op deze afstand (grens invloedsgebied) is de overlijdenskans nog 1% van de hier aanwezige personen. De vuistregels in het bijlagenrapport HART geven drempelwaarden voor het vervoer van brandbare tot vloestof verdichte gassen in bonte treinen 10. De vuistregels in het HART zijn geformuleerd voor het indicatief bepalen van onder andere de hoogte van het groepsrisico. Voor het groepsrisico gaat het om de oriëntatiewaarde en een factor 0.1 maal de oriëntatiewaarde. De vuistregels worden geformuleerd voor twee routetypen: een baanvak met hoge snelheid (>40 km/uur) en een baanvak met lage snelheid. Ze gelden voor de vrije baan. Ze zijn niet toepasbaar op complexe situaties als stationslocaties. Binnen het bestemmingsplan Buitengebied Oss-2017 is alleen sprake van baanvakken met hoge snelheid en vrije baan. Het groepsrisico wordt bepaald door drie variabelen: - De afstand van het bebouwingsgebied tot de as van het baanvak; - De aanwezigheidsdichtheid in het bebouwingsgebied; - De aard en de aantallen van de vervoerde stoffen. De afstand van het plangebied tot de as van het baanvak is ca. 40 meter. De aanwezigheidsdichtheid van personen is, vanwege het gebied (rustige woonwijk/gemengd gebied), 25 personen per hectare 11. De aard en het aantal vervoerde stoffen wordt weergegeven in figuur 11. Uitgegaan moet worden van de maatgevende stofcategorie A (brandbaar gas). Over het spoor worden volgens tabel 11 van deze stofcategorie 700 kev (= ketelwagenequivalenten) vervoerd. Voor het routetype hoge snelheid en vrije baan zijn vuistregels voor het groepsrisico opgenomen in het achtergronddocument van het HART. Uit deze vuistregels blijkt (paragraaf 1.3.2, achtergronddocument HART): Toetsing oriëntatiewaarde Vuistregel 1: Wanneer de vervoersstroom gevaarlijke stoffen in ketelwagens (bulkvervoer) stoffen bevat in de categorie B3 (ongeacht de aantallen) pas dan RBM II toe. Vuistregel 2: Wanneer A kleiner is dan 50 en D4 of B2 maken deel uit van de vervoersstroom, pas dan RBMII toe als binnen 200 m van het baanvak aanwezigheidsdichtheden voorkomen van meer dan 200 per hectare. Vuistregel 3: Wanneer A minder is dan 10 maal de drempelwaarde in Tabel 1-19 (eenzijdige bebouwing) of 10 maal de drempelwaarde in Tabel 1-20 (2-zijdige bebouwing) wordt de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet overschreden Uit figuur 11 blijkt, dat geen transport van stofcategorie B3 plaatsvindt over het spoor. Voldaan wordt aan vuistregel 1. Uit figuur 11 blijkt tevens, dat het aantal transporten van stofcategorie A 9 Boiling liquid expanding vapour explosion. 10 Bonte treinen zijn treinen met een mix van transporteenheden (o.a. ketelwagens, containers, enz.). Bloktreinen bestaan uit dezelfde transporteenheden (b.v. alleen ketelwagens). 11 Tabel 4-4 uit het hoofdrapport HART. Het gebiedstype rustige woonwijk is qua personendichtheid vergelijkbaar met de RO-aanduiding gemengd gebied. Projectnummer

232 groter is dan 50 (700 Kev). Derhalve wordt eveneens voldaan aan vuistregel 2. De 10 maal drempelwaarde uit tabel 1-20 (2-zijdige bebouwing) voor een afstand tot de as van het baanvak van 35 meter en een dichtheid van personen per hectare is ca Kev (bepaald door interpolatie). Er wordt met 700 Kev voldaan aan de waarde de drempelwaarde (vuistregel 3). De oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt dus niet overschreden. Het groepsrisico van de spoorlijn ter plaatse van het plangebied zal met niet meer dan tien procent toenemen, omdat het een kleinschalig (11 woningen) en ruim opgezet (ca m 2 ) project is met uitsluitend grondgebonden woningen. Volstaan kan worden met een beperkte verantwoording van het groepsrisico voor de spoorweg (artikel 8, lid 2, Bevt). Wel moet in het kader van artikel 7 van het Besluit externe veiligheid transport (Bevt) aandacht besteed worden aan de zelfredzaamheid van personen en de bestrijdbaarheid van een ramp binnen het invloedsgebied van de wegen. De Veiligheidsregio Noord-Brabant moet om advies gevraagd worden over het plan (artikel 9, Bevt). 3.5 Beleidsvisie externe veiligheid Inleiding: De ontwikkeling betreft de (nieuw)bouw van 11 woningen voor de doelgroep vitale ouderen. Vitale ouderen zijn voldoende zelfredzame personen. De te bouwen woningen betreffen derhalve kwetsbare objecten. Getoetst moet worden aan hoofdstuk 5 uit deel C van de beleidsvisie externe veiligheid. In hoofdstuk 5 is het vestigingsbeleid voor kwetsbare objecten opgenomen In figuur 12 is de kleurenindeling voor het vestigingsbeleid van kwetsbare objecten grafisch weergegeven. Ten aanzien van de toelaatbaarheid van kwetsbare objecten in de gekleurde gebieden geldt het volgende: Figuur 12: Vestigingskaart kwetsbare objecten. Projectnummer

233 3.5.2 Inventarisatie Geïnventariseerd dient te worden in welk kleurspoor de ontwikkeling van de 11 woningen is gelegen. Voor de diverse risicobronnen gelden de volgende kleursporen: Spoor: Oranje gebied. De kwetsbare objecten zijn gelegen tussen de meter van het spoor, waarbij sprake is van een laag groepsrisico en slechte beheersbaarheid. Binnen dit gebied geldt dat kwetsbare objecten zijn toegestaan, mits de extra maatregelen uit het verantwoordingskader voldoende in overweging zijn genomen. Inrichting:Oranje gebied. Er is sprake van een LPG-tankstation met een laag groepsrisico (GR<1*OW 12 ). Binnen het invloedsgebied van LPG-tankstations (150 meter), waarvoor geldt dat het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde is gelegen, geldt dat het niet wenselijk is om kwetsbare objecten hierbinnen te situeren, omdat daarmee het groepsrisico verder kan toenemen en personen kwetsbaar zijn binnen dit 100% letaliteitsgebied. Per situatie zal de wenselijkheid van een functie dienen te worden afgewogen en met een kwantitatieve risicoberekening worden ondersteund of sprake is van een significante toename van het groepsrisico. Buisleiding: Groen gebied. Het groepsrisico van de buisleidingen in 's-hertogenbosch ligt onder de oriëntatiewaarde en de beheersbaarheidsituatie is bij deze risicobronnen over het algemeen in orde. Voor de ontwikkeling van kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van buisleidingen wordt om die reden in het kader van de verantwoording van het groepsrisico geen ruimtelijke beperkingen gesteld. In het kader van de beheersbaarheid dient enkel nog aandacht te worden besteed aan de beheersbaarheidsituatie binnenplans en een formeel advies aanvraag bij de regionale brandweer te worden ingediend Verantwoordingskader Spoor In figuur 12 zijn in het oranje het gebied rond de spoorlijn weergegeven waarbij maatwerk bepaald of extra kwetsbare objecten wel of niet zijn toegestaan. Het plangebied is hierbinnen gelegen. Voor de risicobron in relatie tot het plangebied geldt, dat er sprake is van een slechte beheersbaarheid (BLEVE ketelwagen) en een laag groepsrisico. Binnen dit gebied geldt, dat extra kwetsbare objecten niet zijn toegestaan, tenzij voldaan wordt aan de extra maatregelen weergegeven in het onderstaand verantwoordingskader. 12 Groepsrisico is kleiner dan de oriënterende waarde (artikel 13, lid 1b, Bevi). Projectnummer

234 Inrichting Binnen het invloedsgebied van LPG-tankstations (150 meter), waarvoor geldt dat het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde is gelegen, geldt dat het niet wenselijk is om kwetsbare objecten hierbinnen te situeren, omdat daarmee het groepsrisico verder kan toenemen en personen kwetsbaar zijn binnen dit 100% letaliteitsgebied. Per situatie zal de wenselijkheid van een functie dienen te worden afgewogen en met een kwantitatieve risicoberekening worden ondersteund of sprake is van een significante toename van het groepsrisico. Eén van de ambities is om nieuwe LPG-tankstations niet binnen dichtbevolkte gebieden te situeren, andersom geredeneerd zou het daarom in deze lijn ook niet wenselijk zijn om objecten waar zich grote aantallen personen kunnen huisvesten binnen het invloedsgebied van een bestaand LPGtankstation toe te laten. Voor de vestiging van kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van bestaande LPG-tankstations met een laag groepsrisico geldt daarom onderstaand verantwoordingskader. Projectnummer

235 Buisleiding Het groepsrisico van de buisleidingen in 's-hertogenbosch ligt onder de oriëntatiewaarde en de beheersbaarheidsituatie is bij deze risicobronnen over het algemeen in orde. Voor de ontwikkeling van kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van buisleidingen wordt om die reden in het kader van de verantwoording van het groepsrisico geen ruimtelijke beperkingen gesteld. In het kader van de beheersbaarheid dient enkel nog aandacht te worden besteed aan de beheersbaarheidsituatie binnenplans en een formeel advies aanvraag bij de regionale brandweer te worden ingediend. Het verantwoordingskader uit de beleidsvisie is meegnomen in de verantwoording groepsrisico (hoofdstuk 4). Projectnummer

236 4. VERANTWOORDING GROEPSRISICO Bij een bestemmingsplan/wijzigingsplan en in de ruimtelijke onderbouwing van een omgevingsvergunning wordt, voor zover het gebied waarop dat plan of die vergunning betrekking heeft binnen het invloedsgebied ligt van een inrichting, welke onder de werkingssfeer van het Bevi valt, in ieder geval ingegaan op: Het projectkader; De hoogte en toename van het groepsrisico; Bronmaatregelen; Te treffen ruimtelijke maatregelen in het ruimtelijke besluit; Mogelijkheden tot bestrijdbaarheid van een calamiteit en de gevolgen daarvan; Mogelijkheden tot zelfredzaamheid; Mogelijkheden planontwikkeling op andere locatie; Mogelijkheden en voorgenomen maatregelen in de nabije toekomst. Voor het plan is advies aangevraagd bij de Veiligheidsregio Brabant Noord. De relevante zaken uit het advies zijn verwerkt in de verantwoording. 4.1 Het projectkader Initiatiefnemer is voornemens om op de locatie Spoorstraat 3 te Rosmalen 11 woningen te realiseren op het thans niet meer in gebruik zijnde terrein. In het vigerende bestemmingsplan heeft de locatie nog een bedrijfsbestemming. Om de woningen te realiseren dient een nieuw bestemmingsplan te worden vastgesteld. 4.2 De hoogte en toename van het groepsrisico Momenteel bevinden zich enkele personen in de dagperiode in het plangebied (bedrijfsbebouwing). In de nieuwe situatie zullen maximaal 24,8 personen 13 tegelijk in de nieuwe woningen aanwezig zijn. Het aantal personen binnen het invloedsgebied van de inrichting, de buisleiding en de spoorlijn neemt dus met ca. 22 personen toe. Voor de inrichting (LPG-tankstation) is voor de bepaling van het groepsrisico voor en na realisatie van het plan een QRA uitgevoerd. In onderstaande figuur 13 wordt het groepsrisico uitgebeeld. Figuur 13: fn-curve groepsrisico LPG-tankstation voor en na realisatie plan. 13 Gerekend wordt voor de functie wonen met 2,4 personen per woning. Tabel 4-3 hoofdrapport HART. Projectnummer

237 Uit deze figuur blijkt, dat de oriënterende waarde voor het groepsrisico veroorzaakt door de inrichting voor en na realisatie van het plan niet wordt overschreden (beide ca. 0,3 maal de OW). De toename van het groepsrisico na realisatie van het plan is nauwelijks zichtbaar t.o.v. het groepsrisico voor realisatie van het plan. Dit komt omdat de toename van het aantal personen (door realisatie n van het plan) binnen het invloedsgebied van de buisleiding zeer beperkt is. Het groepsrisico veroorzaakt door de spoorlijn bedraagt voor en na vaststelling van het bestemmingsplan minder dan de oriëntatiewaarde. Gezien de beperkte toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied 14 zal dit eveneens niet leiden tot een significante toename van het groepsrisico. Het groepsrisico van de hogedruk aardgasbuisleiding is voor en na het plan ruim onder de oriënterende waarde. Zie onderstaande figuren. Figuur 14: fn-curve buisleiding Z vóór planrealisatie Figuur 15: fn-curve buisleiding Z ná planrealisatie De dichtheid van personen binnen het invloedsgebied van de buisleiding zal door de realisatie van het plan met niet meer dan 10% toenemen. 4.3 Bronmaatregelen Bronmaatregelen aan het spoor en de buisleiding zijn niet te eisen, omdat de kosten hiervan in geen verhouding staan tot de totale projectkosten (plangebied) en het beoogde resultaat. 14 Invloedsgebied spoor ca. 460x1000 meter (lijn). Projectnummer