* Om deze ontwikkeling te versnellen wordt in samenwerking met Europa gestreefd naar de reatisatie van een substantieel biobased stimuleringsfonds.

Transcriptie

1 p^^^^j^^ HOLLAND WERKPLAN ZUID-HOLLAND 2012 Randstad Samenwerking Europa (concept onder voorbehoud van vaststellins Randstad Strategie Europa door PS)

2 Inleiding In het werkplan van de Randstadprovincies 'De krachten gebundeld: werkplan 2012' staan de vier thema's uitgewerkt die in de Randstadstrategie Europa zijn vastgestetd. Het gaat om de toekomst van het regionale beleid, kennis en innovatie, duurzame leefomgeving en landelijke gebieden onder stedelijke druk. Naast deze gemeenschappelijke onderwerpen is voor de provincie Zuid-Holland ook het thema Water en Kust en het Biobased cluster belangrijk. Aan de prioriteit Water en Kust werken we onder andere samen met de kustprovincies en aan het Biobased cluster met bijvoorbeeld provincie Noord-Brabant en Zeeland en Vlaanderen, maar ook met het Havenbedrijf Rotterdam en in het netwerk Vlaams-Nederlandse Delta. Het doel van het netwerk Vlaams-Nederlandse Delta, opvolger van de Rijn- Schelde Delta samenwerkingsorganisatie, is het versterken van de grensoverschrijdende njimtelijke en economische ontwikkeling in deze delta. In 2012 zullen de prioriteiten van de Vlaams-Nederlandse Delta voor de komende periode worden bepaald en uitgewerkt in concrete projectfiches. Op basis daarvan zal indien nodig ook gezamenlijk richting Brussel worden opgetrokken. Deze bijlage is een aanvulling van provincie Zuid-Holland bij het werkplan 2012 van de Randstad Samenwerking Europa. De prioriteit Water en Kust wordt hierin verder uitgewerkt door middet van provinciale tobbydoetsteüingen en de tobbyactiviteiten die we daarvoor gaan verrichten. Ditzelfde geldt voor het cluster Biobased Economy. Er wordt gekozen om per thema een functionele lobby in te richten, die afhankelijk van het thema de invulting en inzet van het consortium bepaalt. Dit betekent wisselende coalities en consortia van gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen, bedrijfsleven en andere maatschappelijke partijen in Zuid-Holland, waarmee we waar mogelijk een actieve samenwerking aangaan. De provincie treedt op ats katalysator voor de partijen in de regio. Het is belangrijk om de Haagse en Brusselse lobby goed op elkaar af te stemmen en zo een consistent en herkenbaar Zuid- Hollands profiel uit te dragen. Zoveel mogelijk zullen gezamenlijke lobbyaanpakken worden gehanteerd en dezelfde 'best practices' worden gebruikt als voorbeelden en onderbouwing in de lobby. Water en Kust 2012 is het Europees jaar van Water. De Europese Commissie brengt ter getegenheid van dit themajaar een zogeheten "blauwdruk ter bescherming van Europa's watervoorraden" uit, de nieuwe waterstrategie voor Europa. In deze blauwdruk, die in het najaar van 2012 wordt verwacht, wordt aandacht besteed aan de stroomgebiedbeheersptannen onder de Kaderrichtlijn Water, de herziening van beleid inzake waterschaarste, waterkwetsbaarheid en droogte, aanbevelingen om waterefficiëntie in gebouwen en watert>esparing in de landbouw te bevorderen en als laatste zal het gaan over de kwetsbaarheid van waterreserves voor klimaatverandering ("Climate Review" van at het EU waterbeleid). In 2012 ligt de focus van de Europese Commissie ook op het integraal kustt>eheer en hoe zij verdere acties op dit terrein kan vorm geven. Hoewel de exacte vorm (wel of niet wetgevend) nog niet bekend is, wenst de Europese Commissie te komen tot een geïntegreerde richtlijn voor maritieme ruimtelijke ordening en integraal kustbeheer (medio juni 2012). Een richtlijn die de provincie mogelijk raakt in haar ptanningsbevoegdheid. Daarnaast werkt de Europese Commissie aan de uitwerking van de Innovatie Unie, waar onder andere Europese Innovatie Partnerschappen (EIP) voor worden ontwikkeld. Deze partnerschappen bieden een platform voor overheidsorganisaties, kennisinstellingen en bedrijfsleven om innovatieve oplossingen te bedenken voor diverse uitdagingen. Eén daarvan is het EIP voor water. Provincies geven samen met verschiltende overheden, bedrijven en kennisinstellingen via regionale economische clusters vorm aan het Europese kennis en innovatiebeleid. De EU ondersteunt op haar beurt de regio's en steden bij het uitwisselen van goede voorbeelden over de landsgrenzen heen. Het EIP Water moet een antwoord geven op de ambities rond water, expertise daartoe mobiliseren, barrières tegen toepassing van innovatie identificeren, marktkansen voor bedrijven creëren zowel binnen Europa als daarbuiten in de mondiale markt (kosteneffectieve oplossingen voor de uitdagingen). Vooralsnog wordt gesproken van drie

3 werkpakketten: stedetijk, landelijk en industrieel gebruik. Voor elk van de 3 werkpakketten worden zo'n 10 "European Water Efficiency Innovation Sites" opgezet. Binnen de prioriteit Water & Kust zijn een aantal dossiers en acties te benoemen die voor 2012 belangrijk zijn. Deze acties worden hieronder beschreven. 1) Zoetwatervoorziening Het vraagstuk van de zoetwatervoorziening is door de afhankelijkheid van de wateraanvoer van de grote rivieren per definitie grensoverstijgend en speelt in veel andere (Europese) regio's. Het uitwisselen van kennis met andere regio's kan een bijdrage leveren aan het succes van de Zuid-Hollandse aanpak. De Blauwdruk ter Bescherming van Europa's Watervoorraden heeft als doelstelling om te komen tot voldoende water van goede kwaliteit voor aquatische ecosystemen en duurzaam gebruik. De voortgang van de implementatie van maatregelen wordt vastgestetd en beoordeeld. - Lobbydoelstellingen Aanhaken bij het IPO ten aanzien van de Blauwdruk Water en voor zover mogelijk de Europese Commissie proactief voeden met suggesties, aanbevelingen, wensen et cetera in nauwe samenwerking met de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederiand (VEWIN)) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Extra/strengere richtlijnen zijn niet gewenst, de Blauwdruk ter bescherming van de Europese Watervoorraden biedt een kans voor efficiënter en doelmatiger Europees beleid en kan daarmee bijdragen aan verbetering van de huidige plannen en beleid om nationale doelen effectiever te bewerkstelligen. - Activiteiten Bijdrage leveren aan Position Paper IPO {T kwartaal 2012); Bijdrage leveren aan Position Paper IPO/VNG/VEWIN (1^ kwartaal 2012); Deelname aan 2' stake holde rsworkshop (1^ kwartaal 2012); Bijdrage leveren aan de publieke consultatie rondom Blueprint eerste kwartaal 2012; Deelname aan 3" Europese waterconferentie (2^ kwartaal 2012); Input leveren voor IPO-KEM (doorlopend). 2) Integraal kustbeheer/internationale profilering van de Zuid-Hollandse Kust Het kustprogramma van Zuid-Holland kenmerkt zich door samenwerking met diverse partners uit de regio, waarbij integraliteit en samenhang worden gewaarborgd. Voorbeelden uit het Kustprogramma kunnen dienen als good practices voor het Europese principe "integrated coastal zone management", waarmee aangetoond wordt dat Europese wet- en regelgeving geen toegevoegde waarde is om integraal kustbeheer te stimuleren. Het project "de Zandmotor" is een voorbeeld van innovatieve kustontwi kke ling waarvoor veel (internationale) belangstelling bestaaten waarmee Zuid-Hotland zowel het kustprogramma als de maritieme en deltatechnlogie sector in binnen- en buitenland op de kaart kan zetten. - Lobbydoe 1st el tingen Inzetten op het voorkomen van aanvullende wet- en regelgeving op het terrein van "integrated coastal zone management" (ICZM): Verbeteren van de regionale economie door onder andere in te zetten op de topsector water en deltatechnologie, één van de Zuid-Hollandse topsectoren. In dit kader wordt ook de Zuid- Hotlandse kust gezien als een grote uitdaging. Dit betekent niet alleen het garanderen van de veiligheid op de lange termijn. Het gaat er vooral ook om het dichtbevolkte Zuid-Hottandse kustgebied te t>ehouden en te ontwikkelen als een aantrekkelijke plek om te wonen, werken, recreëren en investeren. Voor de uitvoering hiervan is een actieve rol richting Europa en Internationale samenwerking nodig. - Activiteiten

4 Bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een nationaal standpunt ten aanzien van toekomstige acties op het vlak van integraal kustbeheer. Dit zal aansluiten op het werk dat het netwerk CPMR verzet in de werkgroep "integrated coastal zone management/maritime spatial planning", waar gedeputeerde Joke Geldhof (Noord-Holland) voorzitter van is. CPMR zal een position paper opstel ten; Identificeren van diverse fondsen, waaronder het analyseren van het werkplan 2012 van Regions of Knowledge ("sustainable use and management of land and seas") en EU partnerregio's om een samenwerkingsproject te starten waarin het concept "building with nature", zoals dat in Zuid- Holland is toegepast in het pilot project Zandmotor, als exportproduct een plaats krijgt. Waar mogetijk wordt aangehaakt op het initiatief van de internationale ambities van het schaalsprongprogramma maritiem en deltatechnologie; Uitwerken van het Plan van Aanpak Zuid-Hollandse Kust in Internationaal Perspectief (concretiseren van de Zuid-Holtandse ambities) in eerste kwartaal 2012, met daarin een actieprogramma dat is gericht op het bereiken van de lobbydoeten; Deelname aan het Wereld Water Forum 2012 in maart in Marseille in samenwerking met Rijkswaterstaat en bedrijven (baggeraars) om het concept "building with nature" internationaal verder neer te zetten en te vermarkten, en daamaast kennis uit te vrisselen rondom dit thema; Onderzoeken of deelname aan specifieke internationale conferenties, zoals de Europese Maritieme Dagen, bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen zoals verwoord in Plan van Aanpak Zuid-Hollandse Kust in Internationaal Perspectief. 3) Schaalsprongprogramma Maritiem en Deltatechnologie De deltatechnotogie en maritieme sector is sterk exportgedreven. Een goede gezamenlijke profilering is dan ook van groot belang om het cluster in het buitenland op de kaart te zetten. De provincie wil samen met bedrijven en kennisinstellingen zorg dragen dat het cluster op de kaart komt te staan. - Lobbydoelstellingen Voorat richting het Rijk en Brussel is deze profilering van belang, aangezien gelden steeds meer gericht gaan worden op topsectoren en regionate clusters. Voor het binnenhalen van nationale en EU-subsidies (onder andere Interreg) is het dus van belang om deze gezamenlijke profilering in 2012 gereed te hebt>en; Ook internationale samenwerking met buitenlandse bedrijven en kennisinstellingen is belangrijk om de concurrentiepositie van het cluster in Zuid-Hotland verder te versterken. De provincie wil samen met bedrijven en kennisinstellingen een strategie opstellen om een samenwerking aan te gaan met andere sterke regio's in Europa (naar voorbeeld van HealthTIES). EU-subsidies zoals Regions of Knowledge kunnen een t)elangrijke impuls geven aan deze samenwerking. Waar mogetijk wordt dit gecombineerd met de same nwe rkingsbe hoef te van Kust (delta in de bredere zin van het woord). De Nederlandse topsector Water is breder dan alleen watertechnotogie (waterefficiency). De topsector water omvat zowel water-, ats detta- als mariene technologie. Door onder andere de provincie Zuid-Holland is voorgesteld de werkpakketten in elkaar te schuiven tot één werkpakket "Detta Regions". Doel is de topsector Water (incl. water- en deltatechnologie) geïdentificeerd te kriigen als actor in het EIP Water. - Activiteiten: Het onder de aandacht brengen van het cluster de Ita technologie en maritiem in het Europees Innovatie Partnerschap voor Water door deel te nemen aan stakeholderconferenties en consultaties (1^ hetft 2012); Het identificeren van Europese regio's waar we als Zuid-HoUand mee samen willen werken en het opstellen van een gezamenlijke strategie ten behoeve van internationale profilering en samenwerking (zie ook ambities voor integraal kustbeheer);

5 Het ontwikkelen van een lobbystrategie via IPO/HNP met betrekking tot het EIP Water als impuls voor waterinnovaties; Bijdrage leveren aan de verschillende stakeholderconsultaties van het EIP water (juli 2011 tot en met juni 2012) in samenwerking met IPO (onderdeel van Blueprint Water). 4) Zuidwestelijke Delta In de Zuidwestelijke Delta wordt gewerkt aan het zijn en blijven van een veilige, gezonde en economische vitale delta. De Deltawerken hebben nadelige gevolgen gehad voor de kwaliteit van de wateren, en dat heeft inmiddels ook een negatieve invloed op het regionaal investeringsklimaat. Deze gevolgen zijn vooral merkbaar in de Grevelingen en het Volkerak Zoommeer. Het tijdig inspelen op deze gevolgen biedt kansen voor vitalisering van de regionale economie. Voor het Tidal Test Centre Grevelingen wordt gewerkt aan een Interregaanvraag die moet worden ingediend in het programma IVB Noord-West Europa. In samenwerking met regio's uit België, Frankrijk en Engeland wordt een project opgezet over getij denenergie. In Nederland gaat het om een pilot ten behoeve van de ontwikkeling van de getijdencentrale Brouwersdam. Doel is om de meest geschikte techniek te onderzoeken voor deze getijdencentrale. Het Tidal Test Centre is daarmee een belangrijke stap in de realisatie van de daadwerkelijke getijdencentrale. Lobbydoelstellingen In samenwerking met provincie Zeeland het bevorderen van de goedkeuring van de Interregaanvraag "Tidal Test Centre Grevelingen" in het Interregprogramma IVB Noord-West Europa. - Activiteiten Onder voorbehoud van goedkeuring van de Interregaanvraag "Tidal Test Centre" (waar de Grevelingen als onderzoeksgebied onderdeel van uit moet maken) inrichten van de projectorganisatie en de start van het project mede organiseren (doorloop van 2,5 jaar). Biobased Cluster Eén van de ambities in de Vlaams Nederlandse Delta, het netwerk waarin Zuid-Holland ook opereert, is het creëren van een 'world class biobased cluster'. De Vlaams-Nederlandse Delta wil zich onderscheiden als een groen, duurzaam complex, waarbij duurzame grondstoffen een belangrijke input vormen. - Lobbydoelstellingen: * Om deze ontwikkeling te versnellen wordt in samenwerking met Europa gestreefd naar de reatisatie van een substantieel biobased stimuleringsfonds. - Activiteiten: ' ln 2012 zal in een (intern) projectplan de Zuid-Hollandse aanpak voor profilering van het biobased cluster, in het kader van de Vlaams Nedertandse Delta, worden uitgestippeld; Omdat de Europese regelgeving blokkerend is voor een goede ontwikkeling van de Biobased economy zal een lobby opgezet worden om deze regelgeving in positieve zin te beïnvloeden. Samenwerkingspartners - In Brussel: CPMR/Nort:h Sea Commission, DG ENVE, DG RESEARCH, Bureau Brussel (VEWIN), EUREAU {European Federation of National Associations of Water and Wastewater Services), Intergroup Water (Europees Parlement), Intergroup for Coasts and Seas (Europees Parlement), Intergroup North Sea -English Channel (Comité van de Regio's), andere EU regio's. - In Nederland: Kustprovincies, IPO, Ministerie van l&m, Ministerie van EL&I, Rijkswaterstaat, Unie van Waterschappen, VZHW, VEWIN, VNG, het bedrijfsleven (incl. MKB), VNO-NCW, kennisinstellingen (onder andere Deltares.

6 Unesco-IHE), lokale overheden (onder andere Rotterdam, Delft, Drechtsteden), Havenbedrijf Rotterdam, Ecoshape, Nationaal Water Plan, Wereld Natuur Fonds, Vlaams Nederlandse Delta, Nationaal Delta Programma.

7 Begrippenlijst en afkortingen AIR BNC CvdR CEMR CIP COTER CPMR D2 DG EC ECOS EDUC EFRO EIP EIT ENVE EP ERRIN ESPON EU EUREAU G4 G32 GLB GS HNP IBDT ICZM IPO Air-Quality Initiative of Regions, netwerk van twaalf regio's die samenwerken op het terrein van luchtkwaliteit Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen, een interdepartementale werkgroep van het Rijk om het kabinetsstandpunt te bepalen op voorstellen van de Europese Commissie. BNC fiches worden t>esproken in en met de Tweede Kamer Comité van de Regio's, adviesorgaan van de Europese Commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de regionate en lokale overheden Council of European Municipalities and Regions Kaderprogramma voor Concurrentievermogen van de Europese Commissie Commissie Territoriale Samenhang, vakcommissie binnen het Comité van de Regio's Conference of Peripheral Maritime Regions Doelstelling 2-regio's (meest ontwikkelde regio's in Europa) Directoraat-Generaal Europese Commissie Commissie Economisch en Sociaal Beleid, vakcommissie binnen het Comité van de Regio's Commissie Onderwijs, jeugd, cultuur en onderzoek, vakcommissie binnen het Comité van de Regio's Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. EFRO is één van de structuurfondsen en heeft als doel het bijdragen tot vermindering van de belangrijkste regionate onevenwichtigheden in de EU. Daartoe neemt het EFRO deet in de ontwikkeling en structurele aanpassing van achtergebleven regio's en aan de versterking van de regionale concurrentiekracht en een groei van de werkgelegenheid. Uit het EFRO wordt ook de samenwerking tussen regio's (grensoverschrijdend, transnationaal en interregionaal), t>eter bekend onder de naam Interreg, ondersteund. Een deel van de steun is gericht op het midden- en klein bedrijf (MKB) Europ>ean Innovation Partnership Europees Instituut voor Innovatie en Technologie Environment (Milieu) Europees Parlement European Regions Research & Innovation Network, 80 regio's die samenwerken op het terrein van onderzoek en innovatie European Observation Network for Territorial Development and Cohesion, is een netwerk dat voor de Europese Commissie onderzoek uitvoert op het terrein van regionate ontwikkeling en cohesiet)eleid Europese Unie European Federation of National Associations of Water and Wastewater Services Vier grote gemeenten in Nederland: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht 32 middelgrote gemeenten (incl. G4) in Nederland Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, is het grootste t>eleidsterrein van de Europese Commissie. Gedeputeerde Staten Huis van de Nederlandse Provincie, vereniging van de twaalf provincies en IPO in Brussel. Fungeert ats de regionale vertegenwoordiging en het IPO in Brussel Interbestuurlijk Dossierteam Integrated Coastal Zone Management (integraal kustbeheer) Interprovinciaal Overleg

8 IPO-KEM Interprovinciaal Overleg - Kemgroep Europees Mitieut>eleid INTERREG Interregionale samenwerkingsprogramma, is het programma van de Europese Commissie waar interregionale grensoverschrijdende samenwerking uit gefinancierd wordt KP7 Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling MFK Meerjarig Financieel Kader NAT Commissie Natuurlijke Hulpbronnen, vakcommissie binnen het Comité van de Regio's OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling POP Plattelandsontwikketingsprogramma PS Provinciale Staten PV Permanente Vertegenwoordiging van lidstaat Nederland bij de Europese Unie PURPLE Peri Urban Regions Platform Europe, netwerk van 15 regio's die te maken hebben met continue interactie tussen stad en platteland RISE Regional Integrated Strategies in Europe, is een project binnen ESPON. S3 Slimme Specialisatie Strategie (Smart Specialisation Strategy) UvW Unie van Waterschappen VEWIN Vereniging van Waterbedrijven in Nederland VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten VNO-NCW/MKB Verbond van Nederlandse Ondernemingen-Nederlands Christelijk Werkgever^bond/ Midden- en Kleinbedrijf VZHM Vereniging Zuid-Hotlandse Waterschappen

9 Werkplan 2012 De Krachten Gebundeld Randstad Samenwerking Europa {concept onder voorbehoud van vaststeuing Randstad Strategie Europa door PS) Regioft

10 R e g i o ^^^^^^^^ rnhoudsopgave Inleiding 3 - Terugblik 3 - In opmaat naar Leeswijzer 5 1. Toekomst Regionaal Beleid 6 2. Kennis en Innovatie 8 3. Duurzame Leefomgeving 9 4. Landelijke gebieden onder stedelijke druk Profitering Randstad Samenwerking Europa Structuur Randstad Samenwerking Europa 13 - Organisatie en Samenwerking 13 - De voorzitter 13 - EU coördinerend gedeputeerden 13 - Vakgedeputeerden 13 - Communicatie- en informatievoorziening 14 - Financiële paragraaf 15

11 RegJou INLEIDING Europa is dagelijks in het nieuws. Het nieuv«heeft betrekking op Europese politieke ontwikkelingen en de gevolgen hebt»en voor de economie binnen en buiten Europa. Daamaast wordt er een begin gemaakt met stand puntt>e pa ting over Europese Initiatieven. Standpunten die verschillen tussen lidstaten maar ook tussen regionale en nationale overtieden. De politiek, economie en standpuntbepaung ten aanzien van Europese voorstellen gaan in 2012 door en hebben invloed op de Randstadsamenwerking in Brussel. De Randstad is een sterke economische regio, die veel te winnen of te verliezen heeft bij Europees beleid. De Randstad onderscheidt zich van de rest van Nedertand door onder andere het (groot)stedelijke karakter, de concentratie van economische activiteiten en kennisinsteuingen, de bevolkingsdichtheid, de stedelijke druk op het landelijk gebied (het peri-urbane karakter) en de milieu- en de mobi lite i tsproblematiek. Voor u ligt het werkplan van de Randstadsamenwerking Europa Het werkplan komt voort uit De Krachten Gebundeld: Randstad Strategie Europa Het is het eerste werkplan van de Randstadsamenwerking Europa, gebaseerd op de coalitieprogramma's van de vier colleges in Flevoland, Noord-Holland, Utrechten Zuid-Holland die in 2011 zijn vastgesteld. Voordat in het werkplan wordt ingegaan op de toekomst, wordt kort teruggekeken naar Het werkplan tx>rduurt immers voort op eerder ingezette doelstellingen. De mate waarin de doelstellingen en lobbydoelen uit 2011 zijn bereikt, wordt gepresenteerd in het jaarverslag over Vervolgens worden een aantal recente Europese ontwikkelingen gepresenteerd die het werkplan van 2012 mede 'sturen'. Uit de ingezette onderwerpen en recente ontwikkelingen vloeien vier prioriteiten voort. Deze prioriteiten zijn Toekomst Regionaal Beleid, Kennis en Innovatie, Platteland onder Stedelijke Druk en Duurzame Leefomgeving. U treft op etk van de prioriteiten doelstellingen, lobbydoelen en acties aan die in 2012 worden ingezet. Tenslotte wordt gepresenteerd hoe de Randstadsamenwerking Europa zich profileert, hoe de samenwerking verloopt en welk budget daarvoor beschikbaar is. Terugblik De Randstadsamenwerking Europa stond in 2011 in het teken van het afronden van de Strategische EU- Randstad Agenda en het opstarten van de Randstad Strategie Europa was ook het jaar van de provinciale verkiezingen. Een nieuw team van Europa gedeputeerden is aangetreden en er is een wisseling geweest op de positie van Randstadcoördinator. Eind 2011 heeft de Europese Commissie onder andere het Meerjarig Financieel Kader en voorstellen voor regionaal t>eleid/structuurfondsen, gemeenschappelijk landbouwtïeleid en kennis en innovatie voor de periode gepresenteerd. Dit zijn onderwerpen die voor de Randstad regio van groot belang zijn. De rode draad in de voorstellen is dat alle toekomstige Europese programma's direct bijdragen aan het realiseren van de Europese doelstellingen: een slimme, duurzame en Inclusieve economie. Daarnaast is de intentie dat de nieuwe programma's minder administratieve lasten met zich meebrengen, dat verschillende programma's worden samengevoegd, en de programma's integraal van aanpak zijn. Mijlpalen uit de Randstadsamenwerking Europa in 2011 waren onder andere: Een houtskoolschets Smart Specialisation Strategy (S3) is ontwikkeld in samenwerking met de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). De Randstad is een voorloper voor wat betreft de ontwikkehng van een S3 in een complexe bestuurlijke situatie en daarom een partner van de Europese Commissie in het proces van S3;

12 Het Air Quality Initiative Regions (AIR) netwerk is opgezet en een Memorandum of Understanding is ondertekend. AIR is gesprekspartner van de Europese Instellingen ten aanzien van dossiers op het terrein van luchtkwaliteit (herziening Europese Richtlijn Luchtkwaliteit in 2013); Gerichte lobby richting het Europees Parlement heeft ervoor gezorgd dat peri-urbane gebieden zijn opgenomen in Europese wetteksten; Na de provinciate verkiezingen van 2011 is de Randstadsamenwerking hertsevestigd; Europa als 'facetbeleid' is geland in de coalitieakkoorden en collegeprogramma's. Een directe en stevige betrokkenheid van vakgedeputeerden in de Randstadsamenwerking Europa is gerealiseerd. Per thema is een duo van vakgedeputeerde en coördinerend Europa gedeputeerde aan de slag gegaan. In opmaat naar 2014 In 2012 en 2013 wordt de Europese programmaperiode voortïereid. De basis voor deze zevenjarige periode is de zogenaamde Europa 2020-strategie. De slimme, duurzame en inclusieve groei die de Europese Unie voorstaat, wordt afgemeten aan vijf zogeheten kerndoelstellingen: 1. Werkgelegenheid; 2. Onderzoek, ontwikkeling en innovatie; 3. Klimaatverandering en energie; 4. Onderwijs; 5. Armoede en sociale insluiting. Deze doelstellingen zijn uitgewerkt in zeven kerninitiatieven, ook wel 'flagship initiatives' genoemd. De regio Randstad draagt bij aan het realiseren van de Europese doelstellingen die Europese instellingen stellen en het commitment van de lidstaat Nederland aan deze doelstellingen. Dat gebeurt vanuit de eigen kracht; de Regio Randstad is naar bruto regionaal product gemeten de vijfde economische regio in Europa. De kracht van de Randstad wordt nu onderzocht ten behoeve van de Slimme Specialisatie Strategie (S3). Een S3 is een regionale strategie, opgesteld door overheden in nauwe samenwerking met kennisinstellingen en het t)edrijfsteven, gericht op de regionale comparatieve voordelen in Europees en internationaal verband. De regio Randstad werkt samen binnen het Operationeel Programma West om Europese en regionale doelen te behalen. De atgemene doelstelling van de Randstadsamenwerking is: "het versterken van de concurrentiepositie van de Randstad in een integrerend Europa en het verbeteren van de leefkwaliteit in de Randstad". Om dit te verwezenlijken richt de Randstadsamenwerking zich op: Beïnvloeding van Europees beleid en Europese regelgeving; Het streven naar tienutting van toekomstige Europese fondsen; Profilering van de Randstad in Europa; Kennis en kunde delen door middel van intemationale samenwerking. De Randstadsamenwerking Europa draagt bij aan de gehele Europese beleidscyclus en probeert deze te beïnvtoeden, door te 'brengen' en te 'halen'. Het brengen zit hem onder andere in het deten van kennis, bijdragen aan de ontwikkeling en uitvoering van Europees t>ele1d en het tonen van goede voorbeelden die passen binnen de Europese doelstellingen. AAet halen wordt gerefereerd aan Europese programma's en projecten die worden uitgevoerd door en binnen de Randstadsamenwerking, maar ook aan Europese samenwerking in projecten of in Europese netwerken. Verschillende Instrumenten worden hiervoor ingezet, waarvan er een aantal worden genoemd. De Randstad wil zo vroeg mogelijk bij beleidsvoort>ereiding van de Europese Commissie toetrokken worden. Dit doet de Randstad door het doen van beleidssuggesties of tekstvoorstellen via werkgroepen en

13 RegioC netwerken. Zodra een initiatief van de Europese Commissie op handen is, raadpleegt zij de Europese gemeenschap, zij doet dat onder andere via consultaties. Wanneer consultaties betrekking hebben op prioritaire dossiers van de Randstad regio wordt er op een consultatie gereageerd. Na de verwerking van reacties op consultaties volgt meestal een Commissievoorstel. Voor elk formeel document dat de Europese Commissie publiceert, schrijft het kabinet een kabinetsreactie via Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC). Via het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) en provinciale experts schrijft de Randstad op verschillende dossiers mee aan BNC-fiches. Verderop in de beleidscyclus, zodra onderhandelingen door het Europees Parlement over Commissievoorstellen zijn gestart, denkt de Randstad mee met Europarlementariërs en levert concept amendementen aan indien nodig. Tegelijkertijd tiehandelt de Raad hetzelfde voorstel. Ook hier denkt de Randstad mee via deelname aan intert)estuurlijke overlegteams van verschiuende ministeries, in overleg met de Permanente Vertegenwoordiging en met inbreng via de Tweede Kamer ter voortïereiding van de twhandeling van Raadsvergaderingen. Andere instrumenten zijn rapporteurschappen via het Comité van de Regio's, het organiseren van bijeenkomsten, het hebben van gesprekken met relevante partijen en comitologie. Dit laatste is recent toegevoegd en vindt plaats in samenwerking met het HNP. Comitologie heeft t>etrekking op de uitvoering van algemene EU-wetgeving via zogenaamde delegated acts (afgeleide wetgeving) van atgemene RichtUjnen en Verordeningen die de Commissie in samenwerking met de lidstaten vaststelt. In 2012 wordt op lidstaatniveau het proces van onderhandeung over de Commissievoorstellen voor de periode voortgezet. Op de voor de Randstad vier prioritaire dossiers wordt dit proces gevolgd en wordt geprotjeerd invloed uit te oefenen bij relevante partijen zoals het kabinet, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Leesvirijzer In dit werkplan wordt op de vier Randstad prioriteiten een korte inleiding gegeven; vervolgens worden de doelstellingen vermeld, het lobbydoel dat de Randstad wil bereiken, activiteiten die worden geïnitieerd en met wie er wordt samengewerkt om de lobbydoelen te realiseren (hoofdstukken 1 tot en met 4). In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de profilering van de Randstadsamenwerking en tot slot wordt in hoofdstuk 6 kort de werkwijze van de Randstadsamenwerking Europa gepresenteerd.

14 RegioU HOOFDSTUK 1 Toekomst van het Regionaal Beleid Het Europese regionale t>eleid stett regio's in staat om hun economie op een duurzame manier te stimuleren en werkgelegenheid te bevorderen. Hiermee leveren regio's een actieve bijdrage aan de realisatie van de Europa 2020-strategie. De Commissie heeft haar voorstellen voor de nieuwe programmaperiode op 6 oktot>er 2011 gepresenteerd. De besluitvorming door Raad en Parlement zal naar verwachting geheel 2012 in toeslag nemen. Volgens de voorstellen van de Commissie dienen de lidstaten en regio's hun nieuwe programma's in de zomer van 2013 ter goedkeuring bij de Commissie in te dienen. De voorbereiding van het partnerschapscontract (overkoepelend beleidsdocument voor inzet EU-fondsen in Nedertand) dat hiervoor nodig is en de nieuwe programma's neemt ongeveer een jaar in beslag zal daardoor een druk jaar worden op het gebied van de toekomst van het Europese regionale beleid. Terwijl aan de ene kant het tïesluitvormingsproces in Brussel nog volop aan de gang is, moeten regio's al hun voorbereidingen treffen voor de nieuwe periode; ervan uitgaande dat de structuurfondsen daadwerkelijk voor de Randstadprovincies beschikbaar komen. Doelstelling: behoud van het regionale tieheer en uitvoering van het nieuwe structuurfondsenprogramma; beschikbaar krijgen van een substantieel deel van de nationale 'enveloppe' van Europese structuurfondsen voor de Randstad. Daaraan gekoppeld; het organiseren van voldoende cofinanciering voor Lobbydoelen: in samenwerking met de overige provincies en steden beschikbaar krijgen van een zo groot mogelijke nationale 'enveloppe' van de Europese structuurfondsen voor Nederland, in het bijzonder uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO); in samenwerking met overige provincies en steden zorgen voor een goede verankering van het partnerschapsbeginsel in de nieuwe Structuurfondsenverordeningen ter tievestiging van de rol van decentrale overheden in structuurfondsenprogramma's; in samenwerking met overige provincies en steden zorgen voor een optimalisering van het beheer en de uitvoering van de nieuwe programma's voor uitvoerders en eindbegunstigden; behoud van de regionale regie van de aansturing en het beheer van de nieuwe structuurfondsenprogramma's. Activiteiten: actieve inbreng in het EU-besLuitvormingsproces over het EU Financieel Meerjarig Kader (MFK) via het Comité van de Regio's, het Europees Parlement en de rijksoverheid over de nieuwe programmaperiode; afspraken in 1PO/VNG/G4/G32, met de huidige management autoriteit, en in Randstadverband over de inzet van de EFRO-middelen in de periode als basis voor het opstellen van een nieuw regionaal operationeel programma voor het landsdeel West. Hiervoor worden onder meer twee nationale discussiebijeenkomsten (februari en mei/juni 2012) georganiseerd voor provincies en steden over inzet, aansturing en beheer van nieuwe structuurfondsenprogramma's; afstemming met de rijksoverheid over het proces en de inhoud van het nationaal partnerschapscontract als basis voor een nieuw operationeel programma landsdeel West door middel van actieve tiestuuriijke en ambtelijke betrokkenheid van Randstadprovincies bij

15 Regio G overleggen met rijksoverheid over de nieuwe programmaperiode (Bestuurlijk Overleg Toekomst Cohesiebeleid en Interbestuuriijke Werkgroep Toekomst Cohesietjeleid); actieve inbreng in het EU-besluitvormingsproces in Brussel over nieuwe Structuurfondsenverordeningen via het Comité van de Regio's, Europees Parlement en instructies voor Raadswerkgroepen; start schrijfproces nieuw operationeel programma EFRO landsdeel West in tweede helft 2012; afstemming met andere beleidsvelden over integrale tienadering van de EU-fondsen, in het bijzonder platte land sontwi kke Mng, visserij en het Europees Sociaal Fonds; opstellen van een nieuw operationeel programma voor het landsdeel West; in het eerste kwartaal van 2012 zal overleg plaatsvinden tussen rijksoverheid en decentrale overheden over een aantal scenario's met betrekking tot centralisatie of decentrausatie van sturing op Europese Fondsen. De Randstadsamenwerking geeft de inzet hierbij mede vorm in samenwerking met de partners binnen Kansen voor West. Samenwerking: in Brussel: Europees Parlement, Comité van de Regio's (commissie COTER), CEMR, Initiatief D2- regio's (lobbyinitiatief Niederösterreich). in Nederland: IPO, VNG, G4, G32, Programmamanagement Kansen voor West, Rijksoverheid, ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

16 RegioC HOOFDSTUK 2 Kennis en Innovatie Het Europees tïeleid tot 2020 staat in het teken van innovatie met een focus op onderzoek en ontwikkeling. In de mededeling over de Innovatie Unie roept de Europese Commissie op meer te investeren in excellentie en pleit zij voor de vorming van Innovatie Partnerschappen. Dit biedt kansen voor de Randstad als economisch sterke regio met internationaal erkende kennisinstetungen. Door Inzet op brede toegang tot het Europees Fonds voor Regionale Ontv/ikkeling en de Innovatie Partnerschappen en door de opstelling van een Slimme Specialisatie Strategie kan de Randstad bijdragen aan en aansluiten bij brede EU-initiatieven. Doelstelling: De Randstad is tijdig gereed om op basis van de (vastgestelde) Smart Specialisation Strategy maximaal gebruik te maken van de Europese fondsen die vanaf 2014 via Horizon2020, het EFRO en andere fondsen tieschikbaar komen voor kennis en innovatie. Lobbydoelen: de regionale component is verankerd in de Horizon2020 strategie; tieschikbaarheid van instrumenten voor het toepassen, doorontwikkelen en commercialiseren van kennis door het MKB. Activiteiten: de S3 wordt vastgesteld; de vastgestelde S3 kan benut worden om, naast het creëren van regionale coalities voor de uitvoering, de Randstad te profileren bij stakeholders in Brussel zoals de Eurocommissaris voor Regionaal Beleid; actieve inbreng in de Horizon2020 strategie, via het Comité van de Regio's, Europees Parlement en raadswerkgroepen; het 'hosten' van een nationale conferentie in de Randstad op 13 januari 2012 in samenwerking met Europarlementariër Lambert van Nistelrooij over de koppeling tussen Onderzoek en Innovatie en Regionaal Beleid; deelname aan het European Regions Research & Innovation Network (ERRIN) voor tïeleidsbeïn vloed ing en eventueel voor deelname aan regionale innovatieprojecten; evaluatie deelname aan ERRIN (2* helft 2012), zoals afgesproken in 2011 (BO P4 maart 2011). Samenwerking: in Brussel: European Regions Research & Innovation Network, VNO-NCW/MI^, Directoraat Generaal Onderzoek en Innovatie van de Europese Commissie; in Nederland: ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vier grote steden, middelgrote gemeenten, kennisinstellingen en universiteiten.

17 R e g i o ^^^^^^^Q HOOFDSTUK 3 Duurzame Leefomgeving De Europese Commissie roept op economische groei meer te plaatsen in het licht van een duurzame tïenutting van hulpbronnen. In de Randstad vinden op dit terrein veel ontwikkelingen plaats: kumaatneutraal wonen, natuurinclusief bouwen, bescherming van gebieden tegen overstroming en watermanagement. De uitdaging voor de Randstad is om voor deze initiatieven Europese steun, zowel in wetgeving als in financiële middelen, zeker te stellen. DoelsteUing is in Europa (t»eleidsmatige en financiële) coalitiegenoten te vinden voor initiatieven die de Randstad neemt en bevorderen dat economische groei van de Randstad samen gaat met hoge ambities voor duurzaamheid, miheu, water, klimaatadaptatie en ecosysteemdiensten en duurzame energie. Voor initiatieven op deze onderwerpen v/il de Randstad Europese steun, zowel in wetgeving als in financiële zin, veiligstellen. In 2012 staat Duurzame Leefomgeving in het teken van luchtkwaliteit. Doelstelling: In de in 2013 te herziene Europese RichtUjnen voor Lucht - te weten de Strategie luchtvervuiung en de bestaande EU wetgeving voor luchtkwaliteit en -emissie - is het Randstadbelang meegenomen; de nieuwe richtlijn is uitvoerbaar - zowel procedureel als qua normstelling - haalbaar en betaalbaar; om de richtlijn te handhaven staat een getijk speelveld in alle lidstaten voorop; Eurofïese fondsen en financiële faciliteiten voor implementatie worden optimaal tienut. Lobbydoelen: in de toekomstige richtujn flexibiliteit intiouwen voor regionaal maatwerk voor implementatie; EU-instrumenten (financieel, wetgevend) moeten meer bijdragen aan luchtkwaliteit vertietermaatregelen in de regio; EU moet bronmaatregelen treffen om luchtkwaliteit aan te pakken (bijv. Euro standaards, realistische test cycli, banden en remmen, gebouwen, industrie, schone brandstoffen); betere afstemming tussen EU luchttieleid en EU sectortieleid (transport, industrie) enerzijds en nationaal, regionaal en lokaal beleid anderzijds. Activiteiten: opstellen van een position paper gericht op de herziening van de richtlijn lucht van de Europese Commissie; uitvoeringsproblemen met de huidige richtlijnen (bereiken van tiepaalde grenswaarden binnen de deadline) voor de Randstad en oplossingen (regionale tiest practices) aandragen aan de Commissie als input voor de review van het luchtpakket in 2013; poutieke 'AIR' conferentie in Brussel organiseren; input leveren voor en beïnvloeden van het adviesrapport van dhr. Lamers, rapporteur op dit onderwerp van het Comité van de Regio's; briefen van cruciate EU beleidsmakers (EC, EP, PV-NL) over tieiangen van de Randstad; Randstad standpunten Inbrengen in de door EU te organiseren debatten en conferenties. Samenwerking; In Brussel: Air Quality Initiative Regions netwerk (AIR), G4, Directoraten Generaal van de Europese Commissie (in het bijzonder DG Milieu), Subsidiariteitsplatform van het Comité van de Regio's, CEMR Air Quality platform.

18 Regio in Nederland: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Interbestuurlijk Dossier Team (IBDT)-Lucht, G4 en regionale miueudiensten. 10

19 RegJD^ HOOFDSTUK 4 Landelijke gebieden onder stedelijke druk Kenmerkend voor de Randstad is de continue interactie tussen de stedeujke agglomeraties en hun landehjke omgeving. Bij de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zal de Randstad speciale aandacht blijven vragen voor de vitaliteit van het platteland in de stedelijke omgeving, de peri-urbane gebieden. Doelstelling: Ondersteuning en erkenning krijgen vanuit de EU en via het nationale tieleid voor het tielang van economisch rendabele landbouw rond de stad (lees: in de Randstad) om daarmee de vitaliteit van het platteland in de Randstad te versterken. Lobby doelen: zorgen voor een sector- en gebiedsgerichte sturing op de grondgebonden landbouw in de Randstad vanuit het toekomstige GemeenschappeUjk Landbouwbeleid; streven naar voldoende ruimte voor agrariërs in de Randstad om verbredingsactiviteiten te ontplooien en andere bed rijfsstrategieën te ontwikkelen gericht op het tienutten van de nabijheid van de stad. De vitale landbouw en een duurzaam tieheer van het landelijk gebied vergen meer aandacht en ondersteuning; het zorg dragen voor behoud en herstel van de biodiversiteit in het agrarisch gebied en de Natura 2000 gebieden als onderdeel van het toekomstig GLB. Activiteiten: aanscherpen van het IPO position paper GLB en verwijzing daarin naar Randstadstandpunt; zorgen dat het Randstadbelang wordt meegenomen bij IPO EU-lobby; Randstad positie en standpunten inbrengen in Europese debatten en conferenties; voortzetten structurele diatoog met EP en EC over de nieuwe verordeningen van plattelandsontwikkeling en structuurfondsen, voortbouwend op de Peri Urban Regions PLatform Europe (PURPLE) hoorzitting in het EP van 29 november 2011; via het netwerk PURPLE, de Nederlandse leden in de NAT-commissie van het CvdR en via contacten met politieke fracties tekstvoorstellen doen om het CvdR advies m.b.t. het plattelandsbeleid te tieïnvloeden; op basis van discussie over specifieke paragrafen met EP'ers procesafspraken maken voor evt. tekstwijzigingen en amendering van de verordeningen; een coalitie van EP'ers organiseren uit verschillende landen die het peri-urbane belang ondersteunen en onderstrepen om het peri-urbane belang te benadrukken in wetsteksten. Hiermee voortbouwen op de recente verwijzingen naar peri-urbane gebieden in verschillende rapporten van het EP. Samenwerking: in Brussel: PURPLE, Conference of Peripheral Maritime Regions of Europe (CPMR), Council of European Municipalities and Regions (CEMR), Permanente Vertegenwoordiging (EL&I), IPO/VNG, VEWIN, Comité van de Regio's (via NAT commissie), Europees Parlement (leden Commissie Regionate Ontwikkeling en Landbouwcommissie). in Nederland: Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie en G4. 11

20 Regio^^^^^^^Q l^' HOOFDSTUK 5 Profilering Randstadsamenwerking Europa De Randstadprovincies profileren zich continue tijdens hun dagelijkse werkzaamheden. Dit gebeurt door Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, het bestuur van de Randstadsamenwerking Europa, vakgedeputeerden en de medewerkers zowel in Brussel als in de provincies. Deze profilering heeft plaats op verschillende momenten tijdens de gehele beleidscyclus, op verschillende niveaus en via verschillende instrumenten waarin de betrokkenen participeren of waar zij toegang toe hebben. Dit is het tieste visitekaartje van de Randstadsamenwerking in Brussel. Doelstelling: Het behouden van de goede naam van de Randstadsamenwerking in Europa en de Randstad verder positioneren ten tiehoeve van ondersteuning van de doelstellingen op de vier prioritaire onderwerpen van de Randstadsamenwerking Europa. Lobbydoelen: positioneren van de Randstad bij Europese en Nederlandse relevante partijen; de Randstadsamenwerking identificeert mogelijke onderwerpen die tijdens het EU voorzitterschap van Nederland in 2016 centraal zouden kunnen staan; de Randstadmonitor verschijnt ook na 2012; vertieteren van communicatie van de Randstadsamenwerking Europa. Activiteiten: ontvangen van individuen en groepen die een bezoek brengen aan het Randstad kantoor in Brussel; organiseren van bijeenkomsten in het kader van de vier prioriteiten; organiseren bijeenkomst in het kader van Open Days; organiseren bijeenkomst samen met de G4 gekoppeld aan één van de prioriteiten van de Randstadsamenwerking; publiceren van zakformaat Randstadmonitor 2012; start concept plan Randstad schrijven ten tiehoeve van het Nedertands voorzitterschap 2016; plan opstellen in opmaat naar 20-jarig jubileum van de Randstadsamenwerking in Europa in 2013; afronden en bijdragen aan verspreiding kennis ESPON RISE project; schrijven van een communicatieplan Randstadsamenwerking Europa; bijdrage leveren aan de Europa strategie van het IPO/HNP met als doel de effectiviteit van de samenwerking te versterken; schrijven van handzame lobbyfiches en 'binnenzaknotities' zodat gedeputeerden een eenduidige boodschap kunnen uitdragen. Samenwerking ln Brussel: Netwerken die worden genoemd bij de vier dossiers en mogelijke nieuwe partners. In Nederland: Netwerken die worden genoemd bij de vier dossiers en eventuele nieuwe partners. 12

21 Regio^^^^^^^^ ^^^ HOOFDSTUK 6 Structuur Randstadsamenwerking Europa Organisatie en samenwerking Het uitvoeren van het werkplan 2012 vraagt veel van de provinciale organisaties. Essentieel voor een effectief optreden in Brussel is een soepele samenwerking tussen de Europa bestuurders van de vier Randstad provincies, de vakgedeputeerden, de lobbyisten in Brussel, de coördinatoren EU in de provinciehuizen en de experts van de vakafdeungen. De provinciale organisatie is de spil voor een goede samenwerking. Per resultaatterrein zijn tussen de vier provincies werkafspraken gemaakt over de vorm waarin samenwerking plaatsheeft en de inzet die iedere provincie levert, zowel op tiestuurujk als ambtelijk niveau. Vertegenwoordigers van de Randstadprovincies in het HNP leveren een actieve bijdrage aan de organisatie van werkbezoeken. De Integrale benadering die de Randstadsamenwerking Europa voorstaat, vraagt om een duidelijke afbakening en verantwoordelijkheid van rollen van de betrokkenen. De voorzitter De voorzitter is eerstverantwoordelijk voor de Randstadsamenwerking Europa. Zij bewaakt de voortgang van de strategie en spreekt haar collega-gedeputeerden (zowel Europa- als vakgedeputeerden) aan op de voortgang van de samenwerking. De voorzitter is verantwoordelijk voor de Randstadinbreng in het HNP-bestuur en de relatie met het IPO. Deze is belangrijk gezien de transitie die het IPO heeft ondergaan. De werkzaamheden van de Randstadsamenwerking en de werkzaamheden van het IPO moeten op elkaar aansluiten en elkaar versterken. Voor het functioneren van de Randstad is het tielangrijk dat de samenwerking met het IPO en het HNP goed functioneert, transparant Is en ondersteuning biedt aan de leden van het Comité van de Regio's. De Randstad omvat vier provincies. In deze provincies liggen de vier grote steden. Goede samenwerking tussen provincies en steden is belangrijk. De voorzitter zorgt er samen met collega's voor dat deze samenwerking goed verloopt. De voorzitter is 'het gezicht' van de Randstad. Hierin wordt de voorzitter gesteund door collega Europa gedeputeerden. EU coördinerend gedeputeerden De EU gedeputeerden zijn verantwoordelijk voor de inhoudeujke uitvoering van de vier thema's die centraal staan in de Randstadsamenwerking. Zij zorgen er, samen met hun couega vakgedeputeerden voor, dat de doelsteuingen zoals die zijn geformuleerd in de Randstadstrategie worden gereauseerd. Atle vier de Europa gedeputeerden hebben een positie in het Comité van de Regio's. Als Ud van de verschillende commissies kunnen zij de doelstellingen van de Randstad in het Comité van de Regio's inbrengen. Vakgedeputeerden De vakgedeputeerden verzorgen de inhoudelijke inbreng en uitvoering van de Randstadstrategie. Aansluiting bij en terugkoppeling naar de EU gedeputeerden is belangrijk omdat zij gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de realisatie van één van de vier thema's. 13

22 RegioC Provincie EU CvdR RotP4 Portefeuille Rol Gedeputeerd P4EU vakgedeputeerden en Noord -Holland Elvira Sweet plv. Lid Voorzitter Platteland Jaap Bond Comité van ECOS Coördinatie. onder (Groen/NH) Toezicht HNP/IPO Stedelijke (vertegenwoordiger Kansen voor Relatie P4/G4 druk Randstad PURPLE) West Coördinatie PURPLE Jan-Nico Appelman (FL) Bart Krol (UT) Han Weber (ZH) Zuid-Holland Rogier van plv. Lid Secretariaat Kennis Govert Veldhuijzen Stuurgroep der Sande EDUC (tot & Innovatie (EZ/ZH) Kansen voor reces (inclusief Jan-Nico Appelman West 2012); smart (FL) vast specialisation Jan van Run (NH) Ud na ) Remco van Lunteren reces 2012 Coördinatie (ZH) ERRIN Flevoland Anne Bliek Lid NAT Duurzame Leefomgeving Coördinatie AIR Jaap Lodders (milieu/fl) Tjeerd Talsma (NH) Ralph de Vries (UT) Rik Jansen (ZH) Utrecht Ralph de Lid COTER Coördinatie P4 Toekomst Remco van Vries inbreng CvdR Regionaal Lunteren (EZ/UT) Personeel P4 Beleid Coördinatie ESPON/RISE Jan-Nico Appelman (FL) Jan van Run (NH) Govert Veldhuijzen (ZH) Communicatie- en informatievoorziening Over de Randstadsamenwerking Europa is algemene informatie te vinden op de website v/ww.randstadregio.eu. Communicatie over de Randstadsamenwerking in Europa in verschiuende media kan beter. Het hoe en wat over de Randstad communicatie wordt uitgewerkt in een communicatieplan. De uitvoering van het plan start in de loop van Ambtelijk vindt uitwisseung van documenten plaats via Projectplace. Projectplace is een onune werkomgeving waarin documenten en teksten gedeeld worden. Projectplace maakt het werken tussen collega's van de Randstad in Nederland en Brussel eenvoudiger. Parallel aan het Bestuurlijk Overleg Randstadsamenwerking Europa verschijnt het Bericht Europa. Het Bericht Europa wordt vier keer per jaar verstuurd aan de Provinciale Staten werkgroepen Europa. Het bericht wordt aangevuld met vier inhoudelijke fiches waarin zowel tussentijds behaalde resultaten, 14

23 Regio C ambities als toekomstige acties zijn opgenomen. Eens per jaar vindt een terugblik plaats, tegelijkertijd met de financiële verantwoording over het afgelopen jaar, in de vorm van een jaarverslag. Financiële paragraaf De begroting voor 2012 heeft dezelfde hoogte als De huisvesting van het HNP is dit jaar niet gecorrigeerd voor inflatie en is hetzelfde gebleven. De begroting valt binnen de budgettaire kaders waarmee de vier Gedeputeerde Staten in het voorjaar van 2010 hebben ingestemd.^ Lasten Begroting 2012 Personeel, reis en verblijf P Hulsvesting, HNP Beheer, lidmaatschap, Materieel budget Randstad Samenwerking Communicatie Totaal Baten Verdeelsleutel Flevoland: 14,006% Noord Holland: 32,606% Utrecht: 15,146% Zuid Holland: % Totaal ' Het BO P4 EU heeft op 16 juni 2010 instemming gegeven aan de omvang van het budget voor P4 EU samenwerking, te weten euro. De huidige begroting is lager omdat de HNP huisvesting lager is uitgevallen dan in 2010 gedacht. 15