KADER VOOR HET PARTNERSHIP TUSSEN ACTIRIS EN DE BRUSSELSE OCMW S

Transcriptie

1 KADER VOOR HET PARTNERSHIP TUSSEN ACTIRIS EN DE BRUSSELSE OCMW S voor begeleidingsacties ten gunste van de rechthebbenden op het leefloon of op een equivalente financiële maatschappelijke hulp

2 Inhoudstafel 1. Context en voorwerp 3 2. Doel 4 3. Partners 4 4. Duur van het kader voor het partnership 5 5. Doelgroep 5 6. Beschrijving van het inschakelingstraject Onthaal Uitwerking en definitie van het beroepsproject Oriëntatie en opvolging van de (voor)opleidingsacties Hulp bij het zoeken naar werk Afstemming met andere projecten Afstemming met het Contract voor Beroepsproject Afstemming met de fase werkervaring Onderaanneming Methodologie Netwerk Begeleidingscomité Verbintenissen van de partners Menselijke en financiële middelen toegekend aan de OCMW s Terbeschikkingstelling van een of meerdere gesubsidieerde contractuelen Subsidie Activiteitenverslagen, financieel verslag en verantwoording van de uitgaven Resultaten Opvolging en evaluatie van de acties Terugbetaling van de subsidie Verbreking van de partnershipovereenkomst Slotbepalingen 18 Bijlage 19 2

3 1. Context en voorwerp Overeenkomstig de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende de organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling; Overeenkomstig de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Overeenkomstig het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Overeenkomstig het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 februari 2008 houdende de uitvoering van artikel 7 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende de organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, in het bijzonder het artikel 9, 2 ; Overwegende dat de procedure van een projectoproep om partnershipovereenkomsten te sluiten voor begeleidingsacties ten gunste van de rechthebbenden op het leefloon of op een equivalente financiële maatschappelijke hulp, ongeschikt is gezien het specifieke doelpubliek en het territorialiteitsbeginsel van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, die dit doelpubliek ten laste nemen ; Overwegende dat dientengevolge artikel 9, 2 van het voornoemde besluit van toepassing is ; Overeenkomstig de beslissing van het Beheerscomité van 11 maart Wordt een kader voor het partnership tussen ACTIRIS en de Brusselse OCMW s tot stand gebracht. Het huidige kader beoogt de afsluiting van een partnershipovereenkomst tussen ACTIRIS en een Brussels OCMW vanaf 1 juli 2008 tot 31 december 2013 voor de verwezenlijking van begeleidingsacties, zoals bepaald in het huidige document. Deze acties worden in het kader van het Operationeel Programma (OP) ESF Doelstelling Regionaal Concurrentievermogen en Werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) door het ESF gecofinancierd, wat betekent dat de Europese reglementeringen moeten worden gerespecteerd : - Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999; - Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999; 3

4 - Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het huidige kader vormt een aansluiting op de inschakelingsprogramma s die reeds van toepassing waren, maar wijzigt ze, om de volgende punten te integreren : - de inwerkingtreding van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie ; - de doelstelling om via dit kader een stabiele structuur te creëren die aansluit op de gewestelijke, federale en Europese werkgelegenheidsinitiatieven ; - de wijziging van de doelgroep : omdat de steuntrekkers van het OCMW in alle leeftijdscategorieën inschakelingsmoeilijkheden ondervinden, wordt niet langer voorrang gegeven aan werkzoekenden tussen 18 en 45 jaar ; - de vereenvoudiging van de kosten verbonden aan het inschakelingstraject en de algemene kosten ; - de noodzaak om de samenstelling van het Begeleidingscomité te wijzigen ; - de noodzaak om het verband en de raakvlakken tussen de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie (GPMI) en het Contract voor Beroepsproject (CBP) te definiëren. 2. Doel Het doel van het huidige kader is om de inschakeling of herinschakeling op de arbeidsmarkt van rechthebbenden op het leefloon of een equivalente financiële maatschappelijke hulp te bevorderen dankzij begeleidingsacties die in het kader van een gestructureerd en individueel traject worden uitgevoerd. 3. Partners De partners die worden beoogd met dit kader, zijn de negentien Centra voor Openbaar Welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De OCMW s moeten bovendien : - een analytische of gescheiden boekhouding bijhouden voor de acties waarop het huidige kader betrekking heeft en dit in elektronische vorm ; 4

5 - binnen de vastgelegde deadline de menselijke, materiële en technische middelen zoals bepaald in het huidige kader kunnen inzetten. 4. Duur van het kader Het huidige kader alsook de partnershipovereenkomsten die in uitvoering ervan worden gesloten, hebben een duur die loopt van 1 juli 2008 tot 31 december Doelgroep Het doelpubliek van het huidige kader bestaat uit : - de rechthebbenden op maatschappelijke integratie bestaande uit een tewerkstelling en/of een leefloon ; - de rechthebbenden op een equivalente financiële maatschappelijke hulp, d.w.z. de personen ingeschreven in het vreemdelingenregister die omwille van hun nationaliteit geen recht hebben op maatschappelijke integratie. Deze personen moeten als werkzoekenden bij ACTIRIS zijn ingeschreven. De OCMW s zien toe op de motivatie van de betrokkenen, eventueel na een voorafgaande en permanente mobilisatie 1, om het goede verloop van het socioprofessioneel beroepsproject te garanderen. Het doelpubliek van de begeleidingsacties vastgesteld door het huidige kader mag geen ernstige sociale problemen kennen. De begunstigden moeten bovendien beantwoorden aan de criteria van het doelpubliek gedefinieerd in het Operationeel Programma (OP) ESF Doelstelling Regionaal Concurrentievermogen en Werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) t.t.z. : - Zoveel mogelijk, hoogstens 40% van de gevoerde acties zullen betrekking hebben op (preventieve actie) : 1 Mobilisatie : in deze context moet mobilisatie worden begrepen als de acties die de persoon bewust maken en hem op een wijziging in zijn sociale situatie voorbereiden. 5

6 de ingeschreven werkzoekenden (NWWZ) jonger dan 25 jaar die minder dan 6 maanden inactief zijn (= inschrijvingsdatum ACTIRIS) ; de ingeschreven werkzoekenden (NWWZ) ouder dan 25 jaar die minder dan 12 maanden inactief zijn (= inschrijvingsdatum ACTIRIS). - Zoveel mogelijk, minstens 60% van de gevoerde acties zullen betrekking hebben op (curatieve actie) : de ingeschreven werkzoekenden (NWWZ) jonger dan 25 jaar die langer dan 6 maanden inactief zijn (= inschrijvingsdatum ACTIRIS) ; de ingeschreven werkzoekenden (NWWZ) ouder dan 25 jaar die langer dan 12 maanden inactief zijn (= inschrijvingsdatum ACTIRIS). In elk geval moet voorrang worden gegeven aan de werkzoekenden die : - die in de eerste plaats laaggeschoold zijn (hoogstens GLSO) of middelmatig geschoold zijn (hoogstens GHSO) of die, bijkomstig, een buitenlandse nationaliteit hebben (hoofdzakelijk niet-eu) sociale bijstand genieten aan een erkend gezondheidsprobleem lijden of die een gerechtelijk verleden met een gevangenisstraf hebben ACTIRIS behoudt zich het recht voor om op om het even welk moment na te gaan of de begunstigden van de actie ervoor in aanmerking komen. Het OCMW garandeert evenwel tijdens de volledige duur van de begeleidingsacties, via andere diensten dan de inschakelingscel, de sociale opvolging van de persoon en waakt over het ontstaan of het wederopduiken van sociale problemen. In voorkomend geval zal een passend antwoord worden geboden. Indien nodig kunnen de begeleidingsacties van het inschakelingstraject beoogd door het huidige kader worden geschorst, om de sociale problemen beter te kunnen aanpakken. 6

7 6. Beschrijving van het inschakelingstraject De begeleidingsacties die door het huidige kader worden beoogd, moeten in een gestructureerd en individueel inschakelingstraject kaderen. Dit inschakelingstraject omvat de volgende fasen : onthaal van de werkzoekende ; uitwerking en definitie van het beroepsproject ; oriëntatie en opvolging van de (voor)opleidingsacties ; actie ter voorbereiding op een tewerkstelling. Het «model»-inschakelingstraject kan als volgt worden weergegeven : 7

8 Deze fasen volgen geen vast patroon, maar houden rekening met de specifieke situatie van de werkzoekende. Het onthaal en de uitwerking van het beroepsproject zijn verplichte fasen. De referent-inschakelingswerker beslist autonoom over de andere fasen en bepaalt de acties op basis van de noden van de werkzoekende en in overleg met deze laatste Onthaal Dit is de toegangspoort tot het inschakelingstraject. In de onthaalfase verricht de inschakelingswerker (referent) de volgende acties : neemt contact met de werkzoekende en bouwt een vertrouwensrelatie op ; noteert de persoonsgegevens van de werkzoekende ; stelt het doel van de socioprofessionele inschakeling voor (individueel of collectief via informatiesessies); stelt de kernactiviteiten van de inschakelingscel voor : begeleiding, vooropleiding, opleiding, tewerkstellingshoek enz. (individueel of collectief via informatiesessies) Uitwerking en definitie van het beroepsproject Deze fase omvat twee etappes : - In een eerste etappe worden de elementen die de situatie van de werkzoekende verduidelijken, onderzocht. Dit stelt de werkzoekende in staat om zijn verwachtingen, zijn wensen en zijn mogelijkheden te bepalen en geeft hem een duidelijk beeld van zijn sociale en beroepsvaardigheden. Aan het eind van deze etappe wordt een socioprofessionele balans gemaakt overeenkomstig het methodologische dossier dat bij het huidige document is gevoegd. - In een tweede etappe wordt het project uitgewerkt en wordt beslist welke acties de werkzoekende en het OCMW zullen ondernemen (actieplan). Deze fase kan met het opstellen van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) overeenstemmen. Fasen 1 en 2 (6.1. en 6.2.) kunnen samen maximaal 6 maanden duren Oriëntatie en opvolging van de (voor)opleidingsacties In deze fase wordt de werkzoekende voor, tijdens en na de (voor)opleidingsperiode begeleid. Deze begeleiding is gedefinieerd in het methodologische dossier dat bij dit document is gevoegd. - onder vooropleiding worden alle individuele of groepsacties verstaan die de deelnemer andere bekwaamheden bijbrengen dan de vaardigheden die de officieel erkende opleiding aanleert. Bijvoorbeeld : socioprofessionele alfabetisering, bijscholing enz. 8

9 - onder opleiding worden alle opleidingsacties verstaan die op de arbeidsmarkt worden gevaloriseerd en dus toegang verschaffen tot een arbeidsplaats. «Opleiding» omvat in deze definitie alle opleidingen die door de autoriteiten bevoegd voor opleiding of door de activiteitensectoren zijn erkend (bouw, horeca enz.) alsook de studies die voorbereiden op een knelpuntberoep op de lijst van de RVA. Deze fase kan overeenstemmen met de formalisering van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie «Opleiding» of «Studies met een voltijds leerplan» of van een aanhangsel bij de inschakelingsovereenkomst Hulp bij het zoeken naar werk Deze fase staat in functie van het zoeken naar werk, de voorstelling aan een werkgever, het bezoeken van de tewerkstellingshoek en iedere andere actie die tot doel heeft de werkzoekende de nodige middelen te bieden om een positie op de arbeidsmarkt te verkrijgen of te verdedigen. De acties in deze fase kunnen zowel in het kader van individuele als collectieve maatschappelijke acties worden uitgevoerd. Deze fase kan overeenstemmen met de formalisering van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie «dat binnen een bepaalde periode leidt tot een arbeidsovereenkomst» of van een aanhangsel bij de inschakelingsovereenkomst. In het kader van deze fase kunnen het OCMW en zijn eventuele partners de maatregel genieten. Deze maatregel kan in geen enkel geval gecofinancierd worden in het kader van het Operationeel Programma (OP) ESF Doelstelling Regionaal Concurrentievermogen en Werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) Deze fase kan maximum een jaar duren Afstemming met andere projecten Afstemming met het Contract voor Beroepsproject Gezien de aard en de inhoud van het inschakelingstraject en van de inschakelingscontracten die de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie formaliseren, wordt de verwezenlijking van deze beide instrumenten gelijkgesteld aan een Contract voor Beroepsproject. De gelijkstelling zal gebeuren door de codering van de acties van het inschakelingstraject in het geïnformatiseerd netwerk voor de uitwisseling van gegevens dat ACTIRIS als verantwoordelijke voor de verwerking beheert en organiseert. 1 Raamovereenkomst betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit van 23 september 2004 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor de begeleiding en de toeleiding van een gerechtigde op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp naar een tewerkstelling in een onderneming 9

10 Overeenstemming met de fase werkervaring Het inschakelingstraject dat de inschakelingswerker uitstippelt, kan ook acties op het vlak van werkervaring omvatten. Deze acties bestaan uit de sociale begeleiding van de begunstigde vóór, tijdens en na een periode van werk gekoppeld aan alle ervaringen die opgebouwd worden binnen een beroepsomgeving in het kader van artikel 60, 7, of financiële tegemoetkomingen (activeringen OCMW). Deze fase van werkervaring valt onder de bevoegdheid van de minister van Maatschappelijke Integratie. De subsidies van het Europees Sociaal Fonds, beheerd door de Programmatorische Federale Overheidsdienst, kunnen aangewend worden. 7. Onderaanneming Het OCMW mag de uitvoering van de verplichtingen voorzien in de af te sluiten overeenkomst voortvloeiend uit het huidig kader noch volledig noch gedeeltelijk uitbesteden. 8. Methodologie Voordat in uitvoering van het huidige kader een overeenkomst wordt gesloten met ACTIRIS, moet het OCMW de methodologie die het voor iedere begeleidingsactie wil gebruiken, meedelen. De partner licht zijn methodologie toe in het methodologische dossier dat bij dit kader is gevoegd en bezorgt dit aan ACTIRIS. Hij kan dit dossier eveneens downloaden op de website ACTIRIS behoudt zich het recht voor het OCMW bijkomende inlichtingen over de methodologie te vragen voordat de overeenkomst wordt gesloten. Het methodologische dossier moet in twee exemplaren, op papier, bij de partnershipovereenkomst worden gevoegd. Het methodologische dossier detailleert ten minste voor iedere fase : - de naam van de acties ; - de beschrijving van de acties ; 10

11 - het type acties : individueel of in groep (in het laatste geval : de omvang van de groep, de samenstellingswijze en de werkingsregels preciseren) ; - de duur van de acties (gemiddelde totale duur van de actie, planningswijze, minimale en maximale periodiciteit) ; - de gebruikte instrumenten (hulpmiddelen, technieken, ) ; - nauwkeurige beschrijving van de taak van de inschakelingswerker en van iedere andere persoon die aan de uitvoering van de actie meewerkt ; - informatie over de plaats van de acties. Het OCMW moet de acties tijdens de volledige duur van de overeenkomsten volgens de beschrijving in het methodologische dossier uitvoeren. De diensten van ACTIRIS zullen dit controleren. Niettegenstaande kunnen de partner-ocmw s een uitdrukkelijk en gemotiveerd verzoek indienen om de acties te wijzigen. ACTIRIS behoudt zich het recht voor te controleren of deze wijziging conform de bepalingen van het huidige kader is. 9. Netwerk De partner-ocmw s moeten zich aansluiten op het geïnformatiseerd netwerk voor de uitwisseling van gegevens dat ACTIRIS als verantwoordelijke voor de verwerking beheert en organiseert. Zij engageren zich om de aanbevelingen van ACTIRIS te volgen i.v.m. de codering van de uitgevoerde begeleidingsacties in het geïnformatiseerd netwerk voor de uitwisseling van gegevens. Bovendien nemen de personeelsleden van de OCMW s (al dan niet geco s) deel aan een technisch en methodologisch netwerk gecreëerd, geleid en gecoördineerd door ACTIRIS, alsook aan de vergaderingen die in dit kader worden georganiseerd. Teneinde de werkzoekenden in het kader van een samenhangend inschakelingstraject een kwaliteitsvolle dienst te bieden, is het absoluut noodzakelijk dat de partner-ocmw s onderling samenwerken en actief aan het netwerk deelnemen. 10. Begeleidingscomité Er wordt een Begeleidingscomité opgericht dat toeziet op de uitvoering, het vlotte verloop en de goede werking van het huidige kader. Als het comité vaststelt dat er moeilijkheden zijn bij de 11

12 uitvoering van dit kader, neemt het de nodige initiatieven om een geschikte oplossing te vinden of geeft het de problemen door aan de bevoegde autoriteiten. Het Begeleidingscomité bestaat uit vertegenwoordigers van de minister van Tewerkstelling, ACTIRIS en de OCMW s. Wat de OCMW s betreft, is de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met de samenstelling van een delegatie bestaande uit een voorzitter van de OCMW s, een secretaris van de OCMW s, een diensthoofd Inschakeling van de OCMW s en een vertegenwoordiger van de Afdeling OCMW, waarvan de leden in overleg met de Conferentie van de Voorzitters en Secretarissen van de OCMW s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen worden aangeduid. Het Begeleidingscomité komt minstens 2 keer per jaar samen, of op vraag van één van de vertegenwoordigers. Het Begeleidingscomité wordt voorgezeten door de Directeur-generaal van ACTIRIS of zijn vertegenwoordiger. Indien nodig kan het Begeleidingscomité het initiatief nemen tot informatiesessies voor de inschakelingswerkers. 11. Verbintenissen van de partners ACTIRIS verbindt zich ertoe zijn volledige medewerking te verlenen aan de begeleidingsacties uitgevoerd in toepassing van het huidige kader. ACTIRIS creëert, organiseert, leidt en coördineert een technisch en methodologisch netwerk voor de personeelsleden van de OCMW s (al dan niet geco s) belast met de uitvoering van de acties bedoeld in het huidige kader. Het OCMW is verplicht de acties volledig in overeenstemming met de methodologische beschrijving in de partnershipovereenkomst uit te voeren. Het OCMW vermeldt de steun van ACTIRIS en van het Europees Sociaal Fonds volgens de richtlijnen die door de diensten van ACTIRIS worden meegedeeld. Het OCMW moet in het licht van zijn toetreding tot het geïnformatiseerd netwerk voor de uitwisseling van gegevens de technische en methodologische procedures, met name voor de codering van de acties, strikt naleven. Het OCMW moet de gegevens en de bewijsstukken van de acties die in het kader van het huidige kader zijn uitgevoerd, bewaren, voor de duur vastgesteld door het ESF (tot 31 december 2020). 12

13 Het OCMW aanvaardt dat de naam van zijn instelling, de uitgevoerde acties en het bedrag van de financiering in het kader van het huidige kader op een openbare lijst worden geplaatst. 12. Menselijke en financiële middelen toegekend aan de OCMW s Om de acties bedoeld in het huidige kader te kunnen uitvoeren, krijgen de OCMW s enerzijds een of meerdere gesubsidieerde contractuelen (geco s) toegekend, en ontvangen zij anderzijds een subsidie van ACTIRIS Terbeschikkingstelling van een of meerdere gesubsidieerde contractuelen Ter uitvoering van het huidige kader worden voor het geheel van partner-ocmw s structurele middelen ter beschikking gesteld, uitgedrukt in 73 halftijdse geco-arbeidsplaatsen. Zij worden onder de partner-ocmw s verdeeld overeenkomstig de bepalingen in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 december Deze gesubsidieerde contractuelen begeleiden de werkzoekende in overeenstemming met het huidige kader (inschakelingswerkers). Niettegenstaande kunnen deze geco s andere taken toegewezen krijgen, ter compensatie van andere personeelsleden van het OCMW bevoegd in de materie die al voor de uitvoering van deze acties instaan. Ter uitvoering van het huidige kader moet iedere inschakelingswerker (voltijds equivalent) gemiddeld 100 dossiers van rechthebbenden per jaar behandelen Subsidie Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die voor dit doel in de begroting zijn opgenomen, kent ACTIRIS de partner-ocmw een jaarlijkse subsidie toe die de kosten dekt die in uitvoering van het huidige kader bij de verwezenlijking van de acties werden gemaakt. Het maximumbedrag van de subsidie wordt in een partnershipovereenkomst vastgelegd. Voor 2008 bedraagt het volledige jaarbedrag van de subsidies die onder alle partner-ocmw s van dit kader worden verdeeld ,00. Het maximale jaarlijkse subsidiebedrag dat een partner-ocmw kan genieten, wordt binnen de voornoemde begrotingsgrenzen als volgt samengesteld : 13

14 - enerzijds een vast bedrag van euro, ( euro voor het tweede semester 2008 ) ; - anderzijds een variabel bedrag : het saldo van het beschikbare budget (na aftrek van de uitgekeerde vaste bedragen) wordt verdeeld naargelang het aantal personen dat volgens de cijfers van de Programmatorische Federale Overheidsdienst (POD Maatschappelijke Integratie) op 31 december van het referentiejaar N-2 het leefloon en het equivalent van het leefloon genoot. Voor het dienstjaar 2008 wordt dit bedrag echter berekend naargelang het aantal personen dat volgens de cijfers van de Conferentie van de Voorzitters en Secretarissen van de OCMW s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 31/12/2007 het leefloon of het equivalent van het leefloon genoot. Het bedrag van de jaarsubsidie voor de dienstjaren 2009 tot 2013 zal worden vastgesteld in verhouding tot de inschrijving in de begroting van ACTIRIS, na indexering op basis van de evolutie van de gezondheidsindex. De subsidie moet speciaal worden aangewend om de kosten van de uitvoering van technische verrichtingen en de algemene kosten van de verwezenlijking van de acties bedoeld in het huidige kader te dekken : - de kosten van de uitvoering van technische verrichtingen bestaan in een subsidiëring van de aangetoonde kosten van de technische verrichtingen op verschillende momenten van het inschakelingstraject. De tabel in de bijlage van het huidige kader geeft een volledige opsomming van de kosten van technische verrichtingen die in aanmerking komen. - de algemene kosten kunnen ook personeels- en werkingskosten omvatten. De subsidie wordt tijdens de volledige duur van de partnershipovereenkomst in schijven betaald, binnen de grenzen van de beschikbare jaarlijkse kredieten ingeschreven in de begroting van ACTIRIS : - 50% van het maximumbedrag uiterlijk op 31 maart van het referentiejaar (jaar n) ; - 30% van het maximumbedrag na ontvangst door ACTIRIS van het halfjaarlijks activiteitenverslag ; - Het saldo na ontvangst door ACTIRIS van : De aangifte van schuldvordering Het jaarlijks activiteitenverslag De verantwoording van de uitgaven De verklaring op eer inzake uitsluiting van dubbele financiering Voor 2008 zullen de eerste twee schijven (hetzij 80%) na de ondertekening van de partnershipovereenkomst worden gestort. 14

15 13. Activiteitenverslagen, financieel verslag en verantwoording van de uitgaven Uiterlijk op 31 juli van ieder referentiejaar (met uitzondering van het dienstjaar 2008) bezorgt de partner-ocmw ACTIRIS een tussentijds activiteitenverslag. Uiterlijk op 31 januari van ieder jaar (jaar n+1) bezorgt de partner-ocmw ACTIRIS een jaarlijks activiteitenverslag, een financieel verslag en een verklaring op eer met betrekking tot het referentiejaar (jaar n). Uiterlijk op 31 december van ieder referentiejaar bezorgt de partner-ocmw ACTIRIS een aangifte van schuldvordering. Deze termijnen zijn vastgelegd op straffe van verval. De stukken die na deze uiterste datum worden ingediend, worden niet voor de vereffening van de subsidie in aanmerking genomen. De activiteitenverslagen bevatten een kwantitatieve en kwalitatieve beschrijving van de acties die in de loop van het referentiejaar (jaar n) werden uitgevoerd in toepassing van de doelstellingen en opdrachten die het OCMW in het kader van het huidige kader zijn toegewezen. Het kwantitatieve deel van het verslag is gebaseerd op de gegevens die in het geïnformatiseerd netwerk voor de uitwisseling van gegevens van ACTIRIS met inachtneming van de procedurele, methodologische en deontologische regels vastgesteld door ACTIRIS zijn ingevoerd. Het financieel verslag bevat de bewijsstukken van de uitgaven in het referentiejaar (jaar n) die door de subsidie zijn gedekt. Het moet conform het financieel memento zijn dat bij de partnershipovereenkomst is gevoegd en er integraal deel van uitmaakt. Dit financieel memento kan door ACTIRIS worden gewijzigd. Om door ACTIRIS in aanmerking te worden genomen, moet iedere uitgave worden bewezen aan de hand van een voldane factuur of een boekhoudkundig stuk met een vergelijkbare bewijskracht in de vorm van een officieel, gedateerd en leesbaar document op naam, het betalingsbewijs inbegrepen. De verklaring op eer formaliseert de verbintenis van de partner-ocmw om de bewijsstukken die in het ingediende financieel verslag zijn vermeld alleen bij ACTIRIS in te dienen ( of de pro rata van deze stukken) Iedere controle- of evaluatie-instantie (onder het gezag van ACTIRIS of het ESF) moet, op haar verzoek, toegang krijgen tot de documenten en de boekhouding van de partner-ocmw om de besteding van de gestorte subsidies te controleren. 15

16 14. Resultaten De begeleidingsacties van het OCMW moeten een positieve uitstroom opleveren. Worden als positieve uitstroom beschouwd : - de tewerkstelling, in loondienst of als zelfstandige ( al dan niet gesubsidieerde tewersktelling ) - de tewerkstelling in het kader van activering ( art 60, DSP, SINE, ) - de gestarte opleiding - het actief zoeken naar werk ( enkel in het kader van een Atelier voor het Actief Zoeken naar Werk) ACTIRIS zal eind 2009 de pertinentie van de resultaatsindicatoren alsook de kwantitatieve objectieven evalueren en zal deze eventueel aanpassen. 15. Opvolging /evaluatie van de acties De activiteiten uitgevoerd in het kader van de partnershipovereenkomst worden door ACTIRIS opgevolgd en geëvalueerd. Deze opvolging/evaluatie heeft betrekking op de verwezenlijking, de inhoud en het resultaat van de acties. De opvolging/evaluatie van de uitvoering van de acties maakt het mogelijk om de kwantitatieve werkelijkheid van de acties ten opzichte van de bepalingen uit de partnershipovereenkomst na te gaan, met name : - het aantal uitgevoerde acties ; - het aantal begunstigden van de acties en hun kenmerken. De opvolging/evaluatie van de inhoud van de verwezenlijkte acties heeft de bedoeling om na te gaan of de geleverde dienst met dit lastenboek overeenstemt, met name : - de kwaliteit van de uitgevoerde acties en hun geschiktheid ; - de deelname en de medewerking van de OCMW s in het kader van het netwerk. De resultaten worden op drie verschillende tijdstippen geëvalueerd : na afloop van de prestatie, drie maanden en zes maanden na afloop van de prestatie. Uiterlijk zes maanden na het einde van de prestatie moet ieder OCMW een positieve uitstroom kunnen aantonen voor 40% van het totale aantal begunstigden. 16

17 De kwantitatieve en de kwalitatieve evaluatie van de acties gebeuren aan de hand van : - het jaarlijks activiteitenverslag opgesteld door het OCMW ; - het verslag van de personen die ACTIRIS specifiek voor de coördinatie en de leiding van het technisch en methodologisch netwerk heeft aangesteld ; - het inspectierapport van de inspecteurs van ACTIRIS ; - elke andere officiële bron die een evaluatie mogelijk maakt, zoals de DIMONAgegevensstroom. De eerste opvolging/evaluatie zal betrekking hebben op de periode van zes maanden tussen 1 juli 2008 en 31 december De volgende evaluaties zullen jaarlijks plaatsvinden. ACTIRIS zal op gezette tijdstippen bij begunstigden tevredenheidsenquêtes en/of extra evaluaties bij de partner-ocmw s kunnen verrichten (of deze laten verrichten) teneinde de geschiktheid van deze activiteit na te gaan en de activiteit, indien nodig, op grond van de behoeften te laten evolueren. Als de partner-ocmw de criteria voor de uitvoering, de inhoud en de resultaten niet naleeft, kan ACTIRIS het volgende beslissen : - als het aantal begunstigden niet wordt bereikt, de subsidie verhoudingsgewijs verlagen of ze geheel of gedeeltelijk recupereren ; - als het percentage voor de positieve uitstroom herhaaldelijk niet wordt bereikt, dit als een ernstige tekortkoming van het OCMW aan zijn verplichtingen beschouwen. 16. Terugbetaling van de subsidie Behalve in geval van overmacht, zal elke tekortkoming of elke niet-nakoming van de verplichtingen van onderhavige partnershipovereenkomst en haar bijlagen door het OCMW leiden tot de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de door het OCMW onrechtmatig geïnde bedragen. Deze terugbetaling zal gebeuren naar aanleiding van een door ACTIRIS verstuurde aangetekende brief. In voorkomend geval, zal ACTIRIS de terug te betalen bedragen recupereren via inhouding van de schijven die nog in het kader van de partnershipovereenkomst moeten worden gestort. 17

18 17. Verbreking van de partnershipovereenkomst De partnershipovereenkomst kan door één van de partijen via een aangetekend schrijven worden verbroken, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. In geval van ernstige tekortkomingen van het OCMW aan zijn verplichtingen behoudt ACTIRIS zich het recht voor de partnershipovereenkomst zonder opzeggingstermijn te verbreken. ACTIRIS brengt het OCMW per aangetekend schrijven van deze beslissing op de hoogte. In ieder geval leidt de verbreking van de overeenkomst tot de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de reeds ontvangen jaarsubsidie. 18. Slotbepaling Het huidige kader vormt het gewestelijk inschakelingsprogramma in de zin van artikel 7 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen. 18

19 BIJLAGE Aanvaardbare kosten inzake de technische verrichtingen 19

20 1. Uitwerking en definitie van het project Duur : 6 maanden De kosten voor gelijkstelling van diploma s en de vertaalkosten in België. 2. Vooropleidingsacties Duur : de duur van de vooropleiding Worden in aanmerking genomen : de vooropleidingen erkend door de VDAB of Bruxelles Formation en de projecten waarvoor een partnershipovereenkomst is gesloten met ACTIRIS. Alleen de kosten voor kinderopvang kunnen in aanmerking worden genomen ten belope van maximum 17,23 per kind per dag (een officieel attest van gezinssamenstelling bij de gebruikelijke bewijsstukken voegen). Als de VDAB of Bruxelles-formation aan de kosten voor kinderopvang bijdragen, zal ACTIRIS alleen tussenkomen voor het gedeelte dat nog ten laste van de begunstigde valt. 3. Opleidingsacties Duur : de duur van de opleiding of van de studies met volledig leerplan (lijst RVA). 3.1 Beroepsopleidingen Worden in aanmerking genomen : de opleidingen erkend door de VDAB of Bruxelles Formation en de projecten waarvoor een partnershipovereenkomst is gesloten met ACTIRIS. Alleen de kosten voor kinderopvang kunnen in aanmerking worden genomen ten belope van maximum 17,23 per kind per dag (een officieel attest van gezinssamenstelling bij de gebruikelijke bewijsstukken voegen). Als de VDAB of Bruxelles Formation aan de kosten voor kinderopvang bijdragen, zal ACTIRIS alleen tussenkomen voor het gedeelte dat nog ten laste van de begunstigde valt. 3.2 Voltijdse studies in de lijst van knelpuntberoepen van de RVA Wanneer het gaat om studies in de «lijst van studies met volledig leerplan die voorbereiden op een knelpuntberoep» opgesteld door de RVA kan de volledige cyclus in aanmerking worden genomen. 20

21 Om echter in aanmerking te komen, moet de naam van de studies in de documenten die aan het financieel dossier worden toegevoegd letterlijk overeenstemmen met een van de studies in de lijst. Deze lijst kan op de websites van de RVA en van het NWP worden geraadpleegd. De volgende types kosten kunnen in aanmerking komen : Inschrijving : werkelijke kosten ; Kosten voor kinderopvang : maximum 17,23/dag/kind (een officieel attest van gezinssamenstelling bij de gebruikelijke bewijsstukken voegen) ; Materiaal (maximum 250,00/gebruiker/schooljaar) : - uniformen of beroepskleding ; - schoolboeken (waarvan de titel rechtstreeks in verband met de gevolgde studies kan worden gebracht of zo niet een attest van de school dat aantoont dat het boek moest worden aangekocht) ; - fotokopies, tegen overlegging van de rekeningen ; - de kosten van verbruiksmateriaal dat rechtstreeks in verband met de gevolgde studies kan worden gebracht en met een attest van de school dat aantoont dat het materiaal moest worden aangekocht (bijvoorbeeld verfproducten bij een kappersstudie, Chinese inkt bij een kunstopleiding, maar geen pennen, schriften, rugzakken,...). 4. Acties die voorbereiden op een tewerkstelling Duur : 1 jaar Alle onderstaande plafonds zijn van toepassing voor de volledige fase van acties die voorbereiden op een tewerkstelling, m.a.w. maximum 1 jaar. De volgende types kosten kunnen in aanmerking worden genomen, op voorwaarde dat het verband met de acties ter voorbereiding op een tewerkstelling duidelijk is aangetoond : vervoer in België: maximum 250,00/gebruiker (voor het openbaar vervoer), alleen als het verband met de acties is aangetoond ; kosten voor kinderopvang : maximum 70 halve dagen ten belope van 8,61/halve dag (een officieel attest van gezinssamenstelling bij de gebruikelijke bewijsstukken voegen), alleen als het verband met de acties is aangetoond. In de periode van de uitvoering van acties die voorbereiden op een tewerkstelling worden opleidingskosten niet aanvaard! 21