Uitwerking onderzoeksprogramma strafrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitwerking onderzoeksprogramma strafrecht"

Transcriptie

1 Uitwerking onderzoeksprogramma strafrecht Materieel strafrecht Bij analyse van de ontwikkelingen op het terrein van het Nederlandse materiële strafrecht over de afgelopen jaren vallen vooral twee tendensen op. In de eerste plaats wordt het bereik van de strafwet steeds groter. Nieuwe aansprakelijkheidsconstructies worden ingevoerd, en de reikwijdte van bestaande wordt uitgebreid. Een voorbeeld is de introductie van de strafbare voorbereiding in artikel 46 Sr. Inmiddels is deze strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen al weer in belangrijke mate verruimd, en is ook een belangrijke uitbreiding gegeven aan de strafbare samenspanning. Voorts wordt de betekenis van algemene wettelijke beperkingen op de mogelijkheden om strafbare feiten te bestraffen, teruggebracht. De verjaringstermijnen bij ernstige delicten zijn bijvoorbeeld sterk opgerekt of afgeschaft. Internationale ontwikkelingen spelen bij deze verruiming van het bereik van de strafwet een belangrijke rol. De aanpassing van de verjaringstermijnen was gebaseerd op een rechtsvergelijkende analyse. De uitbreiding van de strafbaarstellingen van voorbereiding en samenspanning hangt samen met het internationale terrorisme. In de tweede plaats worden veel grenzen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid in de jurisprudentie anders benaderd. Illustratief is het criterium van de `redelijke toerekening, dat reeds lange tijd bekend is in het kader van de causaliteit. Dit criterium wint op tal van punten terrein ten koste van concretere criteria. Daaraan is verbonden dat het vaststellen van aansprakelijkheid meer en meer afhankelijk wordt gesteld van de omstandigheden van het geval. Het strafrechtelijke aansprakelijkheidsrecht lijkt tegen die achtergrond ook meer dan voorheen als case law betiteld te kunnen worden. Een sprekend voorbeeld is de strafbaarheid van rechtspersonen. Lange tijd is in de literatuur beweerd dat de aansprakelijkheid van de rechtspersoon in een concrete casus kan worden vastgesteld door de toepassing van algemeen geldende criteria. Maar in recente rechtspraak werkt de Hoge Raad bij de vaststelling van aansprakelijkheid van een rechtspersoon voor een gedraging net als in het civiele recht- met het begrip redelijke toerekening. De vraag of een rechtspersoon dader is, wordt gekoppeld aan de omstandigheden van het geval en het delict in kwestie. Een ander voorbeeld is de aansprakelijkheid wegen nalaten of als variant daarvan- het zich niet distantiëren van de gedragingen van anderen, veelal geplaatst in de sleutel van al dan niet wettelijke zorgplichten. De twee tendensen (verruiming en vervaging van aansprakelijkheidsgrenzen) cumuleren hier. Dogmatisch onderzoek op het terrein van het materiële strafrecht is in Nederland en daarbuiten tot op heden sterk nationaal gericht. Dat spoort met de omstandigheid dat deze leerstukken op het nationale niveau wettelijk geregeld zijn en in jurisprudentie nader gestalte krijgen. Er zijn geen aanwijzingen dat daarin op afzienbare termijn verandering komt. De gevolgen van de boven beschreven tendensen voor materieelrechtelijke leerstukken dienen dan ook primair bezien te worden binnen het Nederlandse strafrecht. Tegelijk zijn leerstukken als opzet, daderschap, het gedragingsbegrip, poging en voorbereiding ook in andere landen centrale onderwerpen binnen het aansprakelijkheidsrecht. Hoe universeel deze

2 leerstukken zijn althans op het eerste gezicht - blijkt ook uit het feit dat zij fungeren in internationale (waaronder Europese) rechtsinstrumenten. In verdragen en kaderbesluiten worden staten verplicht tot strafbaarstelling van, bijvoorbeeld, deelneming aan bepaalde gedragingen of van poging, voorbereiding of samenspanning daartoe. Het ontbreekt vooralsnog echter aan een invulling op internationaal (waaronder Europees) niveau; die wordt overgelaten aan de staten. Een uitzondering bestaat thans slechts in het strafrecht aangaande de internationale misdrijven, waar op supranationaal niveau een eigen dogmatiek voor vraagstukken van materieel strafrecht wordt ontwikkeld. Waarschijnlijk is wel dat daar op termijn een tweede uitzondering bijkomt op Europees niveau: ofwel door een aanscherping van het mededingingsrecht, ofwel door introductie van Europese strafbaarstellingen op andere terreinen. Intussen bestaan grote verschillen tussen de strafrechtsstelsels van staten. Deze betreffen zowel de reikwijdte van strafrechtelijke aansprakelijkheid, als de daarbij gehanteerde dogmatische begrippen en structuren. In Nederland wordt bijvoorbeeld het zogenaamde gedifferentieerde deelnemingsmodel gehanteerd. Daarbij wordt op wettelijk niveau onderscheid gemaakt tussen verschillende deelnemingsvormen. Daar tegenover staat het model van de eenheidsdader waarin dit onderscheid juist niet wordt gemaakt. Gedacht kan ook worden aan de verschillen tussen meer objectieve en meer subjectieve pogingsleren. Een gedraging kan in het ene rechtssysteem een strafbare poging opleveren, en in het andere een al dan niet strafbare- voorbereidingshandeling. Deze stand van zaken maakt het mogelijk om bij de ontwikkeling van het Nederlands recht gebruik te maken van een groot scala aan inzichten, verkregen in andere rechtsstelsels. Zo kan men bij de vraag naar de interpretatie van het begrip medeplegen te rade gaan bij buitenlandse rechtsstelsels, en bij de supranationale dogmatiek inzake misdrijven die door internationale tribunalen worden berecht. De internationale oriëntatie staat dan ten dienste van de ontwikkeling van het nationale recht, dat mede gelet op de hierboven gesignaleerde tendensen ook behoefte heeft aan nieuwe ankers. Door internationale ontwikkelingen geïnspireerde verruimingen behoeven een interpretatie tegen die achtergrond. En aan een meer casuïstische rechtsvinding kan zowel interne rechtsvergelijking (met het civiele recht) als externe rechtsvergelijking een wezenlijke bijdrage leveren. Daarnaast stimuleren de grote verschillen tussen de diverse strafrechtstelsels onderzoek dat zich buiten de context van het nationale recht beweegt. De vraagstellingen bij dergelijk onderzoek zijn niet beperkt door nationaalrechtelijke voorwaarden en `eigen aardigheden. Kunnen criteria worden ontwikkeld op basis waarvan een voorkeur voor een gedifferentieerd deelnemingsmodel of juist het model van de eenheidsdader kan worden beargumenteerd? Sluit het ene model bijvoorbeeld beter aan bij het fenomeen dat het nalaten en functionele verantwoordelijkheid als grond voor aansprakelijkheid steeds meer terrein winnen? Op welke wijzen kan de aansprakelijkheid van `functioneel verantwoordelijken dogmatisch worden geconstrueerd en in hoeverre leiden deze constructies tot verschillen in de reikwijdte van aansprakelijkheid? Men denke ook aan de vormgeving van delicten. In het Nederlandse strafrecht zijn de vermogensdelicten meer formeel omschreven (gedefinieerd naar de gedraging). Elders is veelal gekozen voor meer materiële omschrijvingen. Kan een voorkeur voor één van beide modellen worden beargumenteerd?

3 Het onderzoek naar dergelijke vragen, dat vanzelfsprekend ook zijn belang kan hebben voor het nationale recht, kan een bijdrage vormen aan een meer universele dogmatiek en zo tevens bouwstenen aanleveren voor een mogelijk toekomstig internationaal of Europees materieel strafrecht. Strafprocesrecht Het hoofddoel van het strafprocesrecht is de verwerkelijking van het materiële strafrecht. De schuldige moet worden bestraft, en de onschuldige niet. In het Nederlandse strafprocesrecht is traditioneel sterk vertrouwd op de strafrechter. Alleen de strafrechter mag straffen opleggen, nadat hij de zaak op de terechtzitting heeft onderzocht. Bij de waardering van het voorliggende bewijsmateriaal heeft de strafrechter een grote vrijheid. En heeft de rechter eenmaal een vonnis gewezen dat onherroepelijk is geworden, dan is herziening slechts in een beperkt aantal gevallen mogelijk. Onder invloed van een aantal ontwikkelingen is deze benadering onder druk komen te staan. Het aantal lichte strafzaken is in de loop der tijd sterk gestegen. Daaraan was voor een belangrijk deel de toename van het wegverkeer debet. De straffen die voor deze feiten worden opgelegd zijn bovendien in sterke mate getarifeerd. Tegen deze achtergrond is in de Wet OM-afdoening bestraffing door bestuursorganen met de mogelijkheid van beroep op de rechter mogelijk gemaakt. De rechterlijke vrijheid bij de waardering van bewijsmateriaal is vooral door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ingeperkt. Bij anonieme getuigenverklaringen wordt het niet meer aan de rechter overgelaten om met de nodige behoedzaamheid de bewijskracht te bepalen. Maar ook de opkomst van de deskundige in het strafproces heeft gevolgen voor de positie van de rechter. Waar de deskundige een discipline beheerst die de rechter vreemd is, komt de rechter voor specifieke waarderingsvragen te staan. Waar de deskundige op basis van zijn discipline uitspraken doet over waarderingen die aan de rechter zijn toevertrouwd, kan die waardering zelf beïnvloed worden. Recente rechterlijke dwalingen in de Schiedamse parkmoordzaak en de Puttense moordzaak ten slotte hebben de vraag doen opkomen of verdedigd kan worden dat een rechterlijke einduitspraak die vermoedelijk onjuist is, in een aantal gevallen toch onaantastbaar is. En zij hebben er mede toe geleid dat het monopolie van de professionele rechter in het strafprocesrecht minder vanzelfsprekend is geworden, en de mogelijkheid van lekenrechters in beeld is gekomen. In het strafprocesrechtelijke deel van het onderzoeksprogramma wordt in het licht van deze ontwikkelingen de herpositionering van de professionele rechter centraal gesteld. Waar kan de rechter, gegeven de beperkte beschikbaarheid van middelen, het best worden ingezet? Hoe kan hij het best voor een foutieve beoordeling van de feiten worden behoed? Welk stelsel van rechtsmiddelen past het best bij de wijzigende positie van de strafrechter? In het kader van het grondslagenproject Strafvordering 2001 is in Groningen de afgelopen jaren veel onderzoek op het terrein van het strafprocesrecht verricht. Dat onderzoek had een belangrijke rechtsvergelijkende component. Zowel de interne als de externe rechtsvergelijking kwam daarbij aan bod. Voorts ging in het kader van dit onderzoek veel aandacht uit naar de jurisprudentie van het

4 Europese Hof voor de Rechten van de Mens, dat de ontwikkeling van ons strafprocesrecht op veel terreinen mede bepaalt. Evenmin als bij het materiële strafrecht valt bij het strafprocesrecht te voorzien dat centrale thema s de komende jaren op een internationaal niveau uitputtend genormeerd worden. Het nationaal strafprocesrecht zal tegen deze achtergrond ook de komende jaren het vertrekpunt vormen. Tegelijk zijn de geschetste ontwikkelingen voor een belangrijk deel internationaal van karakter. Ook in andere landen wordt bij lichte strafbare feiten gekozen voor systemen van buitengerechtelijke bestraffing met beroep op de rechter. De rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens normeert ook in andere Europese landen het strafprocesrecht. Takken van wetenschap die voor strafrechtstoepassing relevante kennis genereren, zijn internationaal van karakter. En ook aan de discussie rond de herziening zit een internationale component. Gezag, ook het gezag van gewijsde, is hoe langer hoe minder vanzelfsprekend, niet alleen in Nederland. De verschillen tussen het strafprocesrecht van de Europese landen zijn nog steeds aanmerkelijk. Dat draagt bij aan het belang van strafprocesrechtelijk onderzoek met een internationale invalshoek. Duitsland, bijvoorbeeld, kent de figuur van het Strafbefehl, waarbij de rechter wel een oordeel velt maar geen zitting plaatsvindt. Onderzoek daarnaar kan kennis opleveren die voor de toepassing van de OM-afdoening van belang is, en mogelijkheden tot aanpassing of uitbreiding van die regeling aan de hand doet. En de Engelse regeling die uitgaat van de aantastbaarheid van elke `unsafe conviction kan aanknopingspunten opleveren voor aanpassing van onze herzieningsregeling. Daarnaast vraagt de wijzigende positie van de rechter om onderzoek met een multidisciplinair karakter. Dat geldt bijvoorbeeld voor de communicatie tussen de rechter en deskundigen. Hoe kan bevorderd worden dat de rechter de informatie krijgt die hij nodig heeft, en deze op de juiste waarde schat? Kunnen wettelijke of andere normen daarbij behulpzaam zijn? Deze multidisciplinaire benadering sluit goed aan bij de internationale invalshoek. De kennis die deskundigen in het strafproces kunnen inbrengen, is in belangrijke mate het resultaat van een internationaal wetenschappelijk debat. En de vragen waarvoor rechters zich bij het beoordelen en toepassen van de kennis van deskundigen gesteld zien, zullen in veel gevallen dezelfde zijn. Ook het inzicht in de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens kan toenemen door een internationale benadering. Het afzetten van de genomen beslissingen tegen verschillende stelsels bevordert dat die beslissingen in het juiste perspectief worden gezien. Rechtsvergelijking scherpt het oog voor blinde vlekken in het eigen strafprocesrecht. Een multidisciplinaire benadering kan ook vruchten afwerpen: worden de vooronderstellingen waar de rechtspraak van het Europese Hof op is gebaseerd door empirisch onderzoek gesteund? Sanctierecht Het sanctierecht ziet op het opleggen en ten uitvoer leggen van strafsancties. Kenmerkend voor het hedendaagse sanctierecht is dat met een veelheid aan sancties een veelheid aan strafdoelen wordt nagestreefd. Ons recht kent hoofdstraffen (gevangenisstraf, taakstraf, geldboete) en bijkomende

5 straffen die in de kern een vergeldend karakter hebben. Daarnaast staan maatregelen die andere strafdoelen dienen (TBS, ISD-maatregel, voordeelsontneming, schadevergoeding). Veel sancties kennen daarbij nog een voorwaardelijke modaliteit. Met die sancties wordt een toenemend aantal strafdoelen gediend. Naast meer klassieke strafdoelen als generale preventie, speciale preventie en beveiliging zijn ook herstel van de rechtmatige toestand en het verzoenen van het slachtoffer met de dader (restorative justice) tegenwoordig erkende strafdoelen. Bij deze differentiatie in sancties komt nog, dat ook de wijze van tenuitvoerlegging van de verschillende sancties sterk is gedifferentieerd. De administratie kan besluiten dat een door de rechter opgelegdegevangenisstraf deels extramuraal ten uitvoer wordt gelegd. Tegelijk zijn de verschillen bij de tenuitvoerlegging van de verschillende sancties soms betrekkelijk gering. De vrijheidsbenemende ISD-maatregel kan wat betreft de tenuitvoerlegging bijvoorbeeld nagenoeg gelijk zijn aan de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Veel veranderingen in ons sanctiestelsel zijn het resultaat van rechtsvergelijking of hangen samen met nieuwe gedragswetenschappelijke inzichten. Het sanctierecht is van oudsher een terrein waar deze inzichten snel doorwerken. Illustratief zijn de invoering van de voorwaardelijke modaliteiten aan het begin van de vorige eeuw en de ontwikkeling van de taakstraf. Maar ook vandaag de dag zijn deze invloeden zichtbaar. Het geloof in de behandelbaarheid van mensen is sterk afgenomen. Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot de zogenaamde long stay-afdelingen voor TBS-gestelden. Verder doet de `What works -benadering tegenwoordig opgeld in het gevangeniswezen. Deze benadering leidt ertoe dat in het Nederlandse sanctiestelsel in toenemende mate wordt gewerkt met zogenaamde evidence-based programma s. De installatie van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies illustreert de toenemende rationalisatie van de tenuitvoerlegging. De doelstelling van resocialisatie voor elke gedetineerde is feitelijk verlaten. Geconstateerd moet worden dat in het sanctierecht de dogmatiek geen gelijke tred heeft gehouden met de ontwikkelingen in de praktijk. Nieuwe modaliteiten en inzichten zijn verwerkt in een systeem waarvan centrale kenmerken feitelijk niet meer door de wetgever onderschreven worden. De grote vrijheid van de rechter bij het toemeten van de vrijheidsstraf, bijvoorbeeld, maakt deze minder geschikt als kader voor de tenuitvoerlegging van programma s van een vastgestelde duur. De grote vrijheid van de rechter bij het opleggen van geldboetes maakt dat het winstafromend effect van deze geldboetes onvoldoende verzekerd is. In beide gevallen zijn maatregelen ingevoerd die de vrijheid van de rechter aan banden leggen (ISD-maatregel en ontnemingsmaatregel). Het onderzoek op het terrein van het sanctierecht wil bijdragen aan een hedendaagse dogmatiek. Welke indeling van sancties past bij de doelstellingen die daarmee worden nagestreefd? Op welke wijze dienen deze ten uitvoer te worden gelegd. En welke verdeling van verantwoordelijkheden tussen rechter en administratie past bij de verschillende sancties? Onderzoek op dit terrein sluit aan bij eerdere publicaties van aan de Groningse vakgroep verbonden medewerkers. Het heeft een belangrijke multidisciplinaire component. Wetenschappelijk onderzoek in verschillende disciplines kan eraan bijdragen dat sancties worden opgelegd die gelet op de daarmee na te streven doelstellingen optimaal zijn. Kennis van de disciplines psychiatrie, penologie en criminologie is binnen de vakgroep aanwezig.

6 Het vertrekpunt is daarbij het nationale niveau; maar rechtsvergelijking kan een belangrijke bijdrage leveren aan een beter sanctiestelsel. Zo kunnen recht en praktijk van andere landen licht werpen op de vraag welke factoren de mate van differentiatie van sancties binnen een sanctiestelsel bepalen en zouden moeten bepalen. In Nederland wordt veel gewicht gehecht aan het vergeldende aspect, dat aan het systeembepalende onderscheid tussen straffen en maatregelen ten grondslag ligt. In Engeland bestaat dit onderscheid niet; in Duitsland wel. Daar wordt het onderscheid gemaakt en beargumenteerd op strafrecht-theoretische gronden, maar het heeft gevolgen voor de zeggenschap over de tenuitvoerlegging (Bondsrepubliek of deelstaat). Zou het kunnen dat dit praktische aspect het meer theoretische heeft beïnvloed? In het verlengde van dit meer op dogmatiek georiënteerde onderzoek ligt onderzoek met een meer multidisciplinair karakter. Met de oplegging en tenuitvoerlegging van sancties wordt in veel gevallen gedragsbeïnvloeding nagestreefd. Dat is al heel duidelijk zichtbaar bij voorwaardelijke modaliteiten, waarvan de voorwaardelijke gevangenisstraf en de vervroegde of voorwaardelijke invrijheidstelling de belangrijkste zijn. Empirisch en rechtsvergelijkend onderzoek kan het inzicht vergroten in de mate waarin deze doelstelling met deze modaliteiten kan worden bereikt, en welke aspecten van de juridische vormgeving daarbij bepalend zijn.

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen.

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen. Week 1 Inleiding in het strafrecht Het karakter van het strafrecht. De geschiedenis van de codificatie van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Waarom bestaat het strafrecht? Hoe verwordt een bepaalde

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Modaliteiten van betekening in rechtsvergelijkend perspectief

Modaliteiten van betekening in rechtsvergelijkend perspectief Modaliteiten van betekening in rechtsvergelijkend perspectief Samenvatting P.A.M. Mevis J.H.J. Verbaan m.m.v. L. Postma Oktober 2012 Sectie Strafrecht School of Law ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Onderzoek

Nadere informatie

Grondslagen van het strafrecht

Grondslagen van het strafrecht Grondslagen van het strafrecht Minor, verbredend I. Algemene informatie 1. Naam van de minor: Grondslagen van het strafrecht 2. Taal van de minor: Nederlands (gebruik van anderstalig onderwijsmateriaal

Nadere informatie

Locus delicti en rechtsmacht

Locus delicti en rechtsmacht Locus delicti en rechtsmacht H.D. Wolswijk Gouda Quint - Deventer (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) in samenwerking met het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen te Utrecht 1998 Lijst

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken Voorwoord Lijst van afkortingen Verkort aangehaalde werken v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 De Nederlandse strafwetgeving 1 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht 3 1.3 Het Wetboek van

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

7.1.1 Door de rechter afgedane strafzaken

7.1.1 Door de rechter afgedane strafzaken 7 Berechting N.E. de Heer-de Lange In dit hoofdstuk komt de berechting van verdachten aan de orde. Hierbij gaat het om verdachten van strafbare feiten waarvan het Openbaar Ministerie vindt dat er een verdere

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Voeging ad informandum in strafzaken

Voeging ad informandum in strafzaken Voeging ad informandum in strafzaken A.A. Franken Gouda Quint BV (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 1993 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen IX 1. Introductie 1.1 Het begin van de voeging ad

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

In deze samenvatting van dit rapport wordt telkens, voor zover mogelijk naar doel, grondslag, karakter, strekking en functie verwezen.

In deze samenvatting van dit rapport wordt telkens, voor zover mogelijk naar doel, grondslag, karakter, strekking en functie verwezen. Samenvatting Aanleiding voor het onderhavige onderzoek betreft een vonnis van de rechtbank Amsterdam uit 2011 die de verdachte tot tien jaar gevangenisstraf veroordeelde wegens enkele ernstige strafbare

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Wetboek van Strafrecht in het algemeen Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Casus Een Belgische passagier aan boord van een Nederlands vrachtschip, haalt uit de koffer

Nadere informatie

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer 6 Berechting Z.C. Driessen en R.F. Meijer In 2015 deed de rechter 102.000 misdrijfzaken af, 20% minder dan in 2007 en 5% meer dan in 2014. Vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven vormden

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1 INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................

Nadere informatie

Inleiding. Hoofdstuk Eerste kennismaking. 1.2 Plaats van het strafrecht

Inleiding. Hoofdstuk Eerste kennismaking. 1.2 Plaats van het strafrecht Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Eerste kennismaking Het strafrecht is zonder twijfel een van de meest tot de verbeelding sprekende rechtsgebieden. Dit blijkt onder andere uit de aandacht die eraan geschonken

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie anders in Ministerie van Veiligheid en Justitie Aan de Koning sector Straf- en sanctierecht Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www. rijksoverheid. nh/venj Contactpersoon Mr.

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In deed de rechter 102.000 misdrijfzaken 1 af. Dat is 23% minder dan in. In meer dan de helft van de zaken gaat het om vermogensmisdrijven (35%) of gewelds- en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Berechting. A.Th.J. Eggen

Berechting. A.Th.J. Eggen 6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel

Nadere informatie

Studieboek materieel strafrecht

Studieboek materieel strafrecht Studieboek materieel strafrecht Schilderij op het omslag: het Tribunaal (1989) van Constant Studieboek materieel strafrecht Prof. mr. C. Kelk emeritus hoogleraar strafrecht aan de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, september 2007 (2.09) (OR. en) 2494//07 REV COPEN 23 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36/het COREPER/de Raad nr. vorig doc.: 257/07 COPEN 7 Betreft:

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994) Titelpagina Copyright Pagina Voorwoord HOOFDSTUK 1 Delicten 1.1 Afpersing 1.2 Bedreiging 1.3 Belaging 1.4 Belediging 1.5 Deelname aan een criminele organisatie 1.6 Diefstal 1.7 Heling 1.8 Huisvredebreuk

Nadere informatie

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Schoordijk Instituut Centrum voor wetgevingsvraagstukken M.M. van Toorenburg Medeplegen W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1 1 Doelstelling, afbakening en opzet van

Nadere informatie

16542/2/09 REV 2 eek/mak/mv 1 DG H 2B

16542/2/09 REV 2 eek/mak/mv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 november 2009 (30.11) (OR. en) 16542/2/09 REV 2 JAI 868 DROIPEN 160 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 16542/1/09 REV 1 JAI 868 DROIPEN 160

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2010 deed de rechter 106.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven af. Dat is 16% minder dan in het voorgaande jaar. In bijna drie kwart van de behandelde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:3906. Uitspraak. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:3906. Uitspraak. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:3906 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 20-05-2016 Datum publicatie 20-05-2016 Zaaknummer 21-001180-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Raad voor Strafrech tstoepassing Correspondentie: Postbus 30137 en Jeugdbescherming 2500 CC Den Haag ~ Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 9310 Fax rechtspraak (070)

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting door M. 714 woorden 27 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Recht Wat is recht Recht geheel van overheidsregels Komen

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

Berechting. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen

Berechting. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen 6 Berechting R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen In 2013 deed de rechter 93.000 misdrijfzaken af. Dat is 27% minder dan in 2007. In meer dan de helft van de zaken ging het om vermogensmisdrijven (37%) of gewelds-

Nadere informatie

Deelneming aan een criminele organisatie

Deelneming aan een criminele organisatie Deelneming aan een criminele organisatie Participation in a criminal organization Een onderzoek naar de strafbaarstellingen in artikel 140 Sr A research into the offences in Article 140 Penal Code PROEFSCHRIFT

Nadere informatie

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel 1 Inleiding recht 1.1 Inleiding Wie het jeugdrecht wil leren kennen, moet iets weten over het recht in het algemeen. Daarom in dit hoofdstuk een korte introductie in het recht met een definitie van recht,

Nadere informatie

Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheidnaar Nederlands recht

Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheidnaar Nederlands recht Materieel strafrecht Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheidnaar Nederlands recht J. de Hullu Raadsheer in de Hoge Raaden oud-hoogleraar straf(proces) recht aan de Universiteit

Nadere informatie

Wet OM-afdoening en de (fiscale) transactie: tijdsbesparing?

Wet OM-afdoening en de (fiscale) transactie: tijdsbesparing? Discussie, Nieuws & Analyse Mr. M. Rosing is advocaat bij Stibbe te Amsterdam. Wet OM-afdoening en de (fiscale) transactie: tijdsbesparing? Sinds 1 februari 2008 wordt de strafbeschikking gefaseerd ingevoerd

Nadere informatie

De strafbeschikking. Ü) Kluwer a Wolters Kluwer business. M. Kessler B.F. Keulen. Deventer - 2008

De strafbeschikking. Ü) Kluwer a Wolters Kluwer business. M. Kessler B.F. Keulen. Deventer - 2008 38 De strafbeschikking M. Kessler B.F. Keulen Ü) Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2008 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Afkortingen Verkort aangehaalde literatuur V XII! XV HOOFDSTUK 1 Inleiding 1

Nadere informatie

Samenvatting en concluderende opmerkingen

Samenvatting en concluderende opmerkingen Samenvatting en concluderende opmerkingen In deze studie is nagegaan voor welke strafbare feiten in Frankrijk, België, Duitsland alsmede Engeland en Wales bijzondere strafminima zijn geformuleerd, in welke

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk EM Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk EM Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag T (088) 36 10000

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I Opgave 1 Tbs ter discussie 1 maximumscore 2 beveiliging van de samenleving Voorbeeld van juiste toelichting bij beveiliging van de samenleving: In de tekst staat dat er steeds minder mensen uitstromen

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

Slachtofferhulp. concept wetsvoorstel betreffende hétieggen van conservatoir beslag door de staat voor slachtoffers van misdrijven.

Slachtofferhulp. concept wetsvoorstel betreffende hétieggen van conservatoir beslag door de staat voor slachtoffers van misdrijven. ~,tl~ 3 / Nootailfafiltoor 7: ~.,1 e d 1ff 0 Postbus 14208 3508 SH Utrecht Pallas Athertedreef 27 3561 PE Utrecht 03023401 16 F 030 231 76 55 info@s~achtofferhuip.fli w www.s}achtofferhulp.ni / Ministerie

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van leidinggevenden

Aansprakelijkheid van leidinggevenden Aansprakelijkheid van leidinggevenden naarprivaatrechtelijke, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatstaven Mr. S.N. devalk Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud Woord vooraf Körte inhoudsopgave Uitgebreide

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 17-01-2018 Verwerkt op 17-01-2018 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Tevens per internetconsultatie Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de heer W.M.J. de Wildt Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

Formeel Strafrecht, De Verdachte. Hoofdstuk 6 SPV pagina 2 t/m 12

Formeel Strafrecht, De Verdachte. Hoofdstuk 6 SPV pagina 2 t/m 12 Formeel Strafrecht, De Verdachte Hoofdstuk 6 SPV pagina 2 t/m 12 Wat gaan we behandelen? Wat is formeel strafrecht? Doel strafvordering? Artikel 1 Strafvordering Waar vind je strafvordering? De drie fasen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

Strafbare belediging. A.L.J.M. Janssens

Strafbare belediging. A.L.J.M. Janssens Strafbare belediging A.L.J.M. Janssens Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen Hoofdstuk 1 Inleidende opmerkingen 1 1.1 Het belang van de eer en de goede naam 1 1.2 Kennismaking met de beledigingsbepalingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag

De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 13 maart 2014 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06 46116548 uw

Nadere informatie

Internationale bewijsgaring in strafzaken

Internationale bewijsgaring in strafzaken Internationale bewijsgaring in strafzaken Nederland, Engeland & Wales S.K. de Groot Gouda Quint Deventer 2000 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Lijst van afkortingen V VII XI Hoofdstuk 1: Inleiding

Nadere informatie