ventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 1993 FWVO / RIZA Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 1993 FWVO / RIZA Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat"

Transcriptie

1 ventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 x Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat FWVO / RIZA

2 ministerie van verkeer en waterstaat JFWVO Uitgave van de Functionele werkgroep verontreiniging oppervlaktewateren (FWVO), uitgevoerd door het riza met begeleiding van de FWVO werkgroep RAP/NAP (FRN) rijkswaterstaat riza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling tel , fax doorkiesnummer Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 FWVO nota nr.: RIZA werkdocument: 95.97X auteur S.E. Wunderink datum december 995

3 riza Inhoud. Inleiding 2. Werkwijze 3 3. Resultaat 5 Nutrienten 6 Zware metalen 7 Organische verbindingen 0 4. Samenvatting en conclusie 3 5. Aanbevelingen IS Referenties 7 Bijlage I Prioritaire stoffen van Rijn- en Noordzeeactieplan en Watersysieemverkenningen 8 Bijlage II Benaderde waterkwaliteitbeheerders 20 Bijlage Ilia Bijlage b Directe lozingen alle bedrijven en aandeel nietspeerpuntbedrijven in Nederland 2 Directe lozingen alle bedrijven en aandeel nietspeerpuntbedrijven in het Nederlanse deel van het Rijnstroomgebied 22 Bijlage IV De belangrijkste niet-speerpuntbedrijven 24 Bijlage V Aantal niet-speerpuntbedrijven 25 Bijlage VI Bijschattingen voor niet in de inventarisatie opgenomen kleine bedrijven 25 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

4 f riza Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

5 I laciu. Inleiding In het kader van Rijn- en Noordzee actieplannen (RAP/NAP) worden de emissies van een groot aantal direct op het oppervlaktewater lozende bedrijven in Nederland gei'nventariseerd. Deze inventarisatie is nodig om te kunnen toetsen of aan de doelstellingen van RAP/NAP zal worden voldaan. Deze doelstellingen bestaan uit het verminderen van de belasting van de Rijn en de Noordzee met de zogenaamde prioritaire stoffen (zie bijlage I) met tenminste 50% in de periode tussen 985 en 3 december 995. Voor vier van deze stoffen, namelijk kwik, cadmium, lood en dioxinen is de doelstelling om de emissies naar Rijn en Noordzee in deze periode tenminste 70% te verminderen, mits invoering van de stand van de techniek dit mogelijk maakt. De werkgroep FRN (FWVO werkgroep RAP/NAP) is door de FWVO (Functionele werkgroep WVO) ingesteld om uitvoering te geven aan de taken van de FWVO op het gebied van de afstemming en coordinatie van de uitvoering van beide actieprogramma's. Regelmatig wordt een stand van zaken opgesteld met betrekking tot de directe emissies op het oppervlaktewater door de bedrijven in Nederland. Verreweg het grootste deel (ca. 90%) van de totale directe industriele emissies van prioritaire stoffen in 985 werd veroorzaakt door slechts 65 bedrijven (de zogenaamde 'speerpuntbedrijven') en de bedrijfstak scheepswerven. De aanpak van de emissies van deze bedrijven heeft landelijk de hoogste prioriteit gekregen. Zoals beschreven in de nota 'Rijnen Noordzeeactieplan industriele lozingen ' [], is het resultaat hiervan dat de emissies van de speerpuntbedrijven in 992 al voor een belangrijk deel beneden het niveau van de oorspronkelijke prognose voor 995 liggen. Geconstateerd werd tevens dat de emissies van de niet-speerpuntbedrijven, die voor een belangrijk deel op verouderde cijfers waren gebaseerd, relatief belangrijker werden. De lijst van niet-speerpuntbedrijven werd in 985 opgesteld en bestaat uit circa 250 bedrijven. Uit praktische overwegingen heeft men de resterende bedrijven in Nederland niet opgenomen en de totale bedrijvenlijst beperkt tot de genoemde 65 speerpunt- en 250 nietspeerpuntbedrijven. Voor de emissies van de niet in de lijst opgenomen ('zeer kleine') bedrijven worden bijschattingen verricht. De jaarvrachten van de niet-speerpuntbedrijven worden in de praktijk vaak op basis van slechts enkele meetcijfers vastgesteld en soms wordt er een of enkele jaren in het geheel niet gemeten. Dit heeft tot gevolg dat de vrachten van de niet-speerpuntbedrijven relatief onnauwkeurig zijn en relatief vaak op vrachten van voorgaande jaren zijn gebaseerd. Op grond hiervan heeft de FWVO in overleg met de FRN besloten om de emissies van de niet-speerpuntbedrijven aan een nader onderzoek te onderwerpen. Het resultaat is in de Directe lozing: een lozing (emissie) die niet via een openbaar riool met daaraan (meestal) gekoppeld een communale zuiveringsinstallatie gaat. Dus 'direct' naar het oppervlaktewater. NB: bij de meeste bedrijven passeert het afva water wel een bedrijfs-zuiveringsinstallatie. Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina

6 riza vorm van totaalcijfers van de vrachten van de meeste prioritaire stoffen voor geheel Nederland en het Nederlandse deel van het Rijnstroomgebied in bijlagen Ilia en Illb weergegeven. Een aantal stoffen werden en worden voor zover bekend niet geloosd, deze zijn niet in de bijlagen opgenomen. pagina 2 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

7 :- : : 2. Werkwijze Door meet- en rapportageverplichtingen die in Wvo-vergunningen van bedrijven zijn vastgelegd, en door vergunnings-controle en handhaving door Rijkswaterstaat komt informatie over emissies in door het Rijk beheerd oppervlaktewater beschikbaar. Aan de hand van meetgegevens en zonodig in overleg met het betreffende bedrijf wordt door een deskundige bij de betrokken regionale directie van Rijkswaterstaat per stof een (ware) jaarvracht vastgesteld. Deze vrachten worden voldoende betrouwbaar geacht om voor diverse rapportages te worden gebruikt. In de toekomst zal steeds vaker het geautomatiseerde informatiesysteem WVO-info worden gebruikt voor het opslaan en doorgeven van emissie informatie. Emissiecijfers van bedrijven die op een oppervlaktewater lozen dat niet door Rijkswaterstaat wordt beheerd worden desgevraagd door de betreffende regionale beheerders (zoals provincies, waterschappen, e.d.) verstrekt. In de nabije toekomst zal de zogenaamde CUWVO-enquete een belangrijke rol in deze informatiestroom gaan spelen. De totale industriele emissie van een stof in de FRN-rapportages bestaat uit de emissies van de 65 speerpuntbedrijven (inclusief de groep scheepswerven), de emissies van de ca. 250 niet-speerpuntbedrijven en een bijschatting voor de stoffen zink, fosfor (totaal-p) en stikstof (totaal-n). Voor 985 werden ook de metalen koper en arseen bijgeschat. De achterliggende gedachte bij het maken van de bijschattingen is dat verwacht mag worden dat met name die stoffen door vrijwel elk bedrijf geloosd worden, terwijl niet alle direkt lozende (kleine) bedrijven in de FRN-lijst van niet-speerpuntbedrijven zijn opgenomen. De bijschattingen worden bij de emissies van de groep niet-speerpuntbedrijven geteld. De bijschattingen van de zware metalen koper, arseen en zink zijn gemaakt aan de hand van een vergelijking van de som van de vrachten op regionale wateren (niet-rijkswater) die in het kader van de FRN worden verzameld en de som van deze vrachten zoals ze door het CBS worden verzameld [2]. De bijschattingen van stikstof en fosfor voor 993 zijn gemaakt met behulp van de inventarisatie door Emissie Registratie (7e ronde). Voor zover mogelijk is in 989, tegelijkertijd met de inventarisatie van emissies in 985, per bedrijf nagegaan welk effect op de emissies te verwachten was van de in de periode tussen 985 en 995 genomen of te nemen maatregelen. Deze geschatte vrachten zijn getotaliseerd en als 'prognose 995' in de figuren opgenomen. Soms wordt bij een bedrijf de emissie van een of meerdere stoffen die in een bepaald jaar zijn gemeten niet in volgende jaren gemeten. Indien er geen reden is om te veronderstellen dat de produktie en/of de bedrijfs-zuivering is gewijzigd, dan is aangenomen dat de emissie niet is gewijzigd. Een bepaalde jaarvracht van een bedrijf kan derhalve over een aantal jaren dezelfde waarde hebben. Als uitgangspunt voor de onderhavige inventarisatie over 993 is de lijst met niet-speerpuntbedrijven genomen, zoals deze tot nu toe voor de FRN-rapportages als uitgangspunt is genomen. De ca. 250 bedrijven zijn, met de in het besumd opgenomen jaarvrachten voor Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina 3

8 riza 985 en 992, naar de verantwoordelijke waterkwaliteitsbeheerders gezonden (zie ook bijlage II). Gevraagd werd om de bedrijvenlijst op compleetheid en juistheid te beoordelen (zijn er geen bedrijven ten onrechte weggelaten of vergeten, naamswijzigingen), gewijzigde lozingssituaties aan te geven (evt. sluitingen, aansluiting op riool) en de vermelde jaarvrachten te controleren en aan te vullen met de jongste cijfers. In noodgevallen is ervoor gekozen om alleen relatief hoge emissievrachten van een bedrijf ten opzichte van de totale emissie, en vrachtcijfers van 990 of ouder, te controleren. Hierbij ging het in de meeste gevallen om vrachten over 985 die voor daarop volgende jaren zijn overgenomen. Voor zover mogelijk is tevens het Rijkswater-informatiesysteem WVO-info en de informatie in de CUWVO-enquete over 993 gebruikt. pagina 4 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

9 riza : ':^HHMHmMf9W 3. Resultaat De inventarisatie verliep enigszins vertraagd vanwege een moeizame start van de CUWVOenquete en onvoldoende mankracht bij de meeste van de in de FRN vertegenwoordigde Rijkswaterstaatdirecties. Hierbij is ook van belang dat het geautomatiseerde informatiesysteem WVO-info voor wat betreft de jaarvrachtberekeningen niet naar tevredenheid werkte. Drie van de zes directies in de FRN hebben uiteindelijk jaarvrachten van de niet-speerpuntbedrijven over 993 kunnen leveren en een directie heeft jaarvrachten over 99 en 992 geleverd. De overige twee betrokken directies hebben zich beperkt tot het checken en/of updaten van een enkele jaarvracht van een enkel bedrijf. Bij de cijfers over 993 hoort tevens de kanttekening dat de meeste directies deze jaarvrachten nog niet gecheckt hebben met de betreffende bedrijven. Deze jaarvrachten zijn derhalve (nog) geen 'ware jaarvrachten' en zijn mogelijk nog aan verandering onderhevig. De jaarvrachten van de speerpuntbedrijven en van totaal Nederland zijn gebaseerd op de officiele, maar nog voorlopige cijfers van Emissie Registratie voor 993 [4]. De betreffende gesommeerde vrachten in bijlagen Ilia en Illb zijn derhalve een indicatie. In bijlage Ilia is tevens een vergelijking tussen de cijfers van Emissie Registratie en RWS voor de niet-speerpuntbedrijven mogelijk. Bij 0 stoffen zijn de verschillen aanzienlijk, namelijk meer dan 0% van de totale emissie. Dit is het geval bij de nutrienten N en P, de metalen nikkel, zink, lood en arseen, de oplosmiddelen,2-dichloorethaan en trichlooretheen en bij benzeen en PAK. Bij 7 van deze 0 stoffen zijn de Emissie Registratie cijfers hoger dan de RWS cijfers. De RWS cijfers zijn het resultaat van onderhavige inventarisatie, van deze vrachten van de niet-speerpuntbedrijven is het aandeel in de totale emissie bepaald. De oorspronkelijke lijst met bedrijven (985) bevat 256 niet-speerpuntbedrijven. In de loop der tijd zijn echter 6 bedrijven gesloten, zijn er 34 op het openbare riool aangesloten en zijn er nieuwe bedrijven bijgekomen (zie bijlage V). Bedrijven zijn om andere redenen van de lijst afgevoerd. In totaal bestaat de lijst voor 993 uit 206 niet-speerpuntbedrijven, waarvan echter slechts voor 62 bedrijven een of meer vrachten zijn opgenomen. De figuren t/m 6 geven het beeld van het verloop van de betreffende emissies over de jaren 985, 990, 993 en de oorspronkelijke prognose voor 995. Voor deze figuren zijn de gesommeerde vrachten van de niet-speerpuntbedrijven voor geheel Nederland gebruikt (bijlage Ilia) met uitzondering van de prognose voor 995. De bedrijven die met naam worden genoemd lozen % of meer van de totale emissie van een van de prioritaire stoffen in 993 en zijn opgenomen in bijlage IV. Minerale olie is wel in bijlage Ilia en b, maar niet in de figuren opgenomen omdat deze stof met ingang van 992 met een andere methode dan voor 992 bepaald wordt. Tot nu toe is het niet mogelijk gebleken om de vrachten die bepaald zijn met de oude methode op een verantwoorde wijze te vergelijken met de vrachten die bepaald zijn volgens de nieuwe methode. Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina 5

10 : :- : ; : : : * '" riza Nutrienten De emissies van de nutrienten stikstof (totaal-n) en fosfor (totaal-p) zijn in 990 beide op nagenoeg hetzelfde niveau als de emissies in 985 (afbeelding ). De emissie van stikstof is in 993 ook ongeveer gelijk aan de emissie in 990 en dus nog ruim boven de oorspronkelijke prognose voor 995. De bij schatting voor stikstof (opgenomen in de emissies van de niet-speerpuntbedrijven; zie ook bijlage VI) vormt voor elk jaar een substantieel deel van SO Emissies niet-speerpuntbedrijven MMI-N 'rt-y+i** -H 065 S80 Legenda ]]proano»«996r89) ~ DijKh«tting Afbeelding Directe emissies van de nutrienten totaal-n en totaal- P door de niet-speerpuntbedrijven. de totale emissie. De emissie van fosfor is in 993 gedaald ten opzichte van 990 en ligt circa 30% onder het niveau van 985. Ook bij fosfor vormt de bijschatting een groot deel van de totale emissie van de niet-speerpuntbedrijven. De oorzaak hiervan ligt voor een belangrijk deel aan het feit dat bijna alle bedrijven in meer of mindere mate N en P lozen, terwijl slechts een klein deel van alle bedrijven individueel in het bedrijvenbestand is opgenomen. Het aandeel van de niet-speerpuntbedrijven (inclusief bijschattingen) in de totale directe industriele emissies op oppervlaktewater in Nederland bedraagt in 993 voor stikstof 37% en voor fosfor 8% (voorlopige cijfers). Beide procentuele aandelen zijn ongeveer verdubbeld sinds de inventarisatie over 985 door de afname van de emissies van de speerpuntbedrijven (bijlage Ilia). De bedrijven Suikerunie (Puttershoek), GE Plastics ABS, en K.N.P. Leykam (Maastricht) lozen tussen 80 en 94 ton totaal-n en daarmee per bedrijf meer dan % van de totale industriele stikstof emissie. Teneinde ongeveer 90% van de totale emissie van stikstof te verklaren zou de lijst van speerpuntbedrijven voor deze stof met ongeveer 40 tot 60 niet-speerpuntbedrijven uitgebreid moeten worden. Dit wordt veroorzaakt doordat deze emissie over een groot aantal bedrijven is verdeeld en door het grote aandeel van de bijschatting. Geen enkel niet-speerpuntbedrijf heeft een fosfor emissie die groter is dan % van de totale Nederlandse industriele fosfor emissie. Bij beide nutrienten is de gei'nventariseerde vracht licht toegenomen. De reductie blijft achter bij de geprognotiseerde reductie voor 995, hoewel de bijschattingen een onzekere factor zijn in het geheel. De groep van niet-speerpuntbedrijven veroorzaakt slechts respectievelijk 4 en V/% % van de totale belasting van het oppervlaktewater in Nederland door emissies van fosfaat en stikstof, zie tabel. pagina 6 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

11 riza Tabel Emissies van nutrienten naar oppervlaktewater in 993. totaal Nederland* [4] aandeel Industrie van totaal Nederland aandeel niet-speerpuntbedrijven van totaal Nld. totaal-p ca. 5 kton 25 % 4% totaal-n ca. 75 kton 4% Vi % *: De nieuwste inzichten met betrekking tot af- en uitspoeling van de landbouw zijn hier niet in verwerkt, de cijfers geven een ordegrootte. In het Nederlandse deel van het Rijnstroomgebied vormt de emissie van de niet-speerpuntbedrijven 7% van de totale directe industriele emissie. Bij fosfor is dit aandeel slechts 3% (bijlage Illb). Zware metalen De emissies van de 'zwarte lijst' metalen kwik en cadmium zijn in 993 beide afgenomen ten opzichte van de emissies in 985 (respectievelijk ca. 50 en 7%; afbeelding 2). De arseen emissie is in deze periode ca. 60% afgenomen. De cadmium en arseen emissies zijn in 993 licht gestegen ten opzichte van 990. De emissies van arseen en kwik zijn in 993 ongeveer op het niveau van de oorspronkelijk prognose voor 995. Dit is bij cadmium niet het geval so Emissies niet-speerpuntbedrijven Kvttk cadmium i Legends ^j prognose 995 f89) Afbeelding 2 Directe emissies van de metalen kwik. cadmium en arseen door de niet-speerpuntbedrijven. Het aandeel van de niet-speerpuntbedrijven (inclusief bijschatting voor arseen) in de totale directe industriele emissies bedraagt in 993 voor kwik 3%, voor arseen 2% en voor cadmium 3% (voorlopige cijfers, bijlage Ilia). Met name het procentuele aandeel van de cadmium emissie door de niet-speerpuntbedrijven is relatief sterk gestegen tussen 985 en 993, ondanks een afname van de emissie (bijlage Ilia). De oorzaak hiervan ligt in de sterke afname van de cadmium emissie bij de speerpuntbedrijven. Bij de metalen kwik, cadmium en arseen is de bijdrage van de niet-speerpuntbedrijven aan de totale landelijke emissies naar het oppervlaktewater respectievelijk l'/z, 4 en <% (zie tabel 2). Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina 7

12 riza iilllp Tabel 2 Emissies van zware metalen naar oppervlaktewater in 993. totaal Nederland* aandeel Industrie aandeel niet-speerpunt (ton/jaar) [4] van totaal Nederland bedrijven van totaal Nld. kwik 0,6 56%!4% cadmium 3,5 28% 4% chroom 2,3 40% 3% koper 05 9% 2% nikkel 38,8 32% 7% zink 3 8% 7% lood 23 7% < % arseen 6, % < % som van chroom, koper % 5% nikkel, zink en lood *: Deze cijfers geven de op dit moment best mogelijke schatting van de werkelijke situatie. Bij kwik en arseen zijn er geen niet-speerpuntbedrijven die meer dan % van de totale industriele lozing veroorzaken. Bij cadmium zijn er drie, namelijk: Budelco (85 kg), Roermond Papier (2 kg) en Crown van Gelder Papierfabriek (0 kg) (bijlage IV). In afbeelding 3 zijn de emissies van de zware metalen chroom, koper, nikkel en lood weergegeven. Alleen bij koper is in 985 en in 995 een bijschatting (zie bijlage VI) opgenomen. De emissies van chroom en koper zijn sinds 985 ca. 50% afgenomen en op het niveau van de oorspronkelijke prognose voor 995. De emissie van lood is vanaf 985 ca. 25% afgenomen. De emissie van nikkel is in 993 aanmerkelijk 4500 Emissies niet-speerpuntbedrijven Legenda hoger dan in 985 en '90. De reden hiervoor is een met ruim 2 ton gestegen vracht van het bedrijf Aluminium Delfzijl. De oorzaak van deze toename is vooralsnog onduidelijk. Het procentuele aandeel van de niet-speerpuntbedrijven in de totale directe industriele emissies van Nederland in 993 bedraagt voor chroom 7%, voor koper %, voor nikkel 23% en voor lood 2% (voorlopige cijfers). Bij koper is dit aandeel vanaf 985 ongeveer gelijk gebleven en bij chroom, nikkel en lood gestegen (bijlage Ilia). kop*r MM Afbeelding 3 Directe emissies van de metalen chroom, koper, nikkel en lood door de niet-speerpuntbedrijven. pagina 8 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

13 riza : " "' ' : :' Uit tabel 2 blijkt dat het aandeel van de niet-speerpuntbedrijven in de emissies van de metalen chroom, koper, nikkel en lood in de totale belasting van het Nederlandse oppervlaktewater tussen < (lood) en 7 % (nikkel) zit. De belangrijkste chroom lozers onder de niet-speerpuntbedrijven zijn: Nedmag (87 kg) en K.N.P. Leykam (Maastricht; 54 kg) (bijlage IV). Voor koper zijn dit: Kernenergiecentrale Dodewaard (726 kg) en DSM Andeno (282 kg). Voor nikkel: Aluminiumfabriek Delfzijl (2450 kg) en voor lood zijn er 4 niet-speerpuntbedrijven die meer dan % van de totale emissie veroorzaken, namelijk: Servo Chemie (72 kg), Roermond Papier (25 kg), Swarttouw Botlek (9 kg) en Coop. Verenigde Suikerunie (Dinteloord, 02 kg). De emissies van zink en van de som van de 5 metalen chroom, koper (incl. bijschattingen, zie bijlage VI), nikkel, zink (incl. bijschattingen) en lood zijn in afbeelding 4 opgenomen. Het verloop van de emissie van de som van de 5 zware metalen geeft een 'overall' beeld van de afname van de emissies van deze metalen. Hiervan veroorzaken de niet-speerpuntbedrijven ca. 28% van de totale directe industriele emissie. Dit aandeel was 2% in 985 en 8% in 990. De stijging in het Emissies niet-speerpuntbedrijven 6 IWM» mimwi zink E%j Legenda 3] pragma* 995 C«9) - - bijichatting Afbeelding 4 Directe emissies van zink en de som van de 5 zware metalen chroom, koper, nikkel, zink en lood, door de niet-speerpuntbedrijven. aandeel van de emissies is het gevolg van de relatieve sterke reductie van de emissies van zink en lood bij de speerpuntbedrijven. De emissiereductie ten opzichte van 985 is ca. 30% 2. Het beeld wordt echter voornamelijk bepaald door zink. De emissie van zink door de nietspeerpuntbedrijven is ca. 35% afgenomen sinds 985. Het aandeel van zink in de totale industriele vracht in Nederland is sinds 985 echter verdubbeld, namelijk van 20% in 985 naar 40% in 993 (voorlopig cijfer, bijlage Ilia). Dit is een gevolg van de sterke afname in de zink emissie van de speerpuntbedrijven. Het aandeel van niet-speerpuntbedrijven in de totale belasting van het oppervlaktewater met betrekking tot de emissies van zink en de som van 5 metalen bedraagt respectievelijk 7 en 5 % (tabel 2). Een belangrijk deel van de lozing van zink door de niet-speerpuntbedrijven wordt veroorzaakt door Budelco met een lozing van 2 ton in 985 en bijna 5 ton vanaf 990 ten In het kader van overleg over de Integrale Milieu Taakstelling (Riza/VNP) is onderzoek gaande naar de emissies van zware metalen door de papierindustrie in Nederland. Het is mogelijk dat de emissies van zware metalen naar aanleiding van dit onderzo :k hoger ingeschat zullen worden. Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina 9

14 riza gevolge van de sanering van vervuilde grond en vervuild grondwater. Andere belangrijke niet-speerpunt lozers zijn: Union Miniere Oxyde Nederland (2603 kg) en Nedri Spanstaal (706 kg) (bijlage IV). In het Nederlandse deel van het Rijnstroomgebied veroorzaken de niet-speerpuntbedrijven maximaal 8% (koper) van de totale directe industriele emissie (bijlage Illb). Organische verbindingen De emissies van EOX (of EOC) en benzeen (afbeelding 5) zijn in 993 respectievelijk ca. 82 en 90% afgenomen ten opzichte van 985 en daarmee gedaald tot ruim onder de oorspronkelijke prognoses voor 995. Met name de daling van de emissies tussen 990 en 993 is relatief groot. De vrachten van de niet-speerpuntbedrijven vormen in 993 voor EOX 3% en voor benzeen % van de totale industriele vracht in Nederland. Daarmee Emissies niet-speerpuntbedrijven Legenda veroorzaken de niet-speerpuntbedrijven een vergelijkbaar aandeel in de vracht als in 985 (bijlage Ilia). Er zijn geen niet-speerpuntbedrijven die meer lozen dan % van de totale directe industriele emissie in Nederland. Het aandeel van niet-speerpuntbedrijven in de totale belasting van het oppervlaktewater met betrekking tot de emissies van benzeen is < % (tabel 3). Tabel 3 EOX bxizmd 9S5 993 ^J prognom 995 ("89) Afbeelding 5 Directe emissies van EOX en benzeen door de nietspeerpuntbedrij ven. Industriele emissies van organische verbindingen naar oppervlaktewater in 993 gerelateerd aan de totale belasting van het oppervlaktewater in 990*. totaal Nederland* aandeel Industrie aandeel niet-speerpunt (ton/jaar) [5] 990 van totaal Nederland bedrijven van totaal Nld. benzeen 45 ton % < % org.halogenen** 48 ton % < % PAK (6 v. Borneff) 24 ton -2'/J % < % *: Deze cijfers zijn de meest recente officiele cijfers en zijn waarschijnlijk qua ordegrootte vergelijkbaar met de emissies in 993. **: zie bijlage I. pagina 0 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

15 .-': ::. ': :' ::::': ' : illil riza ill Afbeelding 6 geeft de emissies van de som van organische halogeen verbindingen (zie bijlage I) en de PAK (6 van Borneff). De PAK emissies nemen geleidelijk af en zijn in 993 gehalveerd ten opzichte van de emissies in 985. De emissies van de organohalogenen varieren sterker, maar ook bij deze stoffen gaat het om relatief kleine hoeveelheden. De oorzaak voor de variaties is waarschijnlijk het fluctuerende gebruik van deze stoffen door de industrie. I Emissies niet-speerpuntbedrijven on). hajogen«i r^m* PAK [-JlOM Legenda ^] prognow 995 f89) Het aandeel van de vracht van de niet-speerpuntbedrijven in de totale industriele vracht in 993 bedraagt % voor de PAK en <% voor de organohalogenen (voorlopige cijfers, bijlage Ilia). Deze aandelen in de totale emissie varieren weinig. Slechts een niet-speerpuntbedrijf, namelijk DSM Andeno (26 kg), loost tetrachloorkoolstof (bijlage IV). Het aandeel van niet-speerpuntbedrijven in de totale belasting van het oppervlaktewater met betrekking tot de emissies van de som van organo halogenen (zie bijlage I) en van de PAK bedraagt voor beide groepen van stoffen < % (tabel 3). Van de prioritaire bestrijdingsmiddelen wordt alleen pentachloorfenol nog geloosd, namelijk door het niet-speerpuntbedrijf Quest International (0,2 kg) (bijlage IV). In het Nederlandse deel van het Rijnstroomgebied veroorzaken de niet-speerpuntbedrijven slechts maximaal 2% van de organische verbindingen (bijlage Illb). i i Afbeelding 6 Directe emissies van de som van organische halogenen en PAK (6 van Borneff) door de niet-speerpuntbedrijven. Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina

16 riza pagina 2 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

17 riza 4. Samenvatting en conclusie De eerste inventarisatie van directe emissies op oppervlaktewater door de industrie in Nederland in 985 omvatte naast de speerpuntbedrijven 256 niet-speerpuntbedrijven. In 993 bestaat de lijst uit 206 niet-speerpuntbedrijven, waarvan er echter maar 62 en of meer prioritaire stoffen (direct) lozen. Bedrijven zijn van de lijst afgevoerd vanwege aansluiting op het openbare riool of stopzetting van de activiteiten. Tevens zijn er in totaal nieuwe bedrijven aan de lijst toegevoegd. Naar verwachting zijn hiermee de belangrijkste niet-speerpuntbedrijven opgenomen in de lijst en kan hiermee, inclusief bijschattingen aan de hand van CBS gegevens en andere inventarisaties voor de niet opgenomen (kleine) bedrijven, een redelijk betrouwbaar beeld van de totale emissie van de niet-speerpuntbedrijven verkregen worden. Deze emissie cijfers wijken voor een aantal stoffen enigszins af van de emissies door nietspeerpuntbedrijven die aan de hand van de gegevens van Emissie Registratie kunnen worden berekend. Nader onderzoek naar de achtergrond van grote verschillen is gewenst. Nutrienten Het verloop van de emissies van de nutrienten stikstof en fosfor komt niet helemaal overeen met het landelijk beeld, zoals beschreven in []. Bij de niet-speerpuntbedrijven is de emissie van fosfor enigszins gedaald ten opzichte van 985. De emissie van stikstof is in 993 echter nog op hetzelfde niveau als in 985. Met name voor stikstof heeft het landelijke beleid blijkbaar minder effect gehad op de nietspeerpuntbedrijven dan op de speerpuntbedrijven. Het aandeel van de emissies van de nietspeerpuntbedrijven in de totale directe industriele emissies in Nederland is voor stikstof en fosfor ruim verdubbeld tussen 985 en 993. Deze toename is een gevolg van de afname van de emissies van de speerpuntbedrijven. Het aandeel van de bijschattingen, met name bij fosfor, maar ook bij stikstof, is echter dermate groot dat het geschetste beeld alleen correct is als deze bijschattingen de emissies van de niet-geinventariseerde kleine bedrijven betrouwbaar weergeven. Metalen De afname van de emissies van de zware metalen door de niet-speerpuntbedrijven komt globaal overeen met het landelijke beeld. Een belangrijk verschil is echter dat landelijk gezien de industriele emissies in 992 voor de meeste metalen al onder de oorspronkelijke prognose voor 995 zitten (met uitzondering van koper). De emissiereductie van zware metalen bij de niet-speerpuntbedrijven loopt enigszins achter bij de gemiddelde emissiereductie van alle bedrijven in Nederland. Het aandeel van de emissies van de niet-speerpuntbedrijven in de totale industriele emissie in Nederland is voor de metalen kwik, koper en arseen ongeveer gelijk aan het aandeel in 985 en voor de metalen cadmium, chroom, nikkel, zink en lood matig tot sterk gestegen. Bij cadmium, chroom, zink en lood is deze toename een gevolg van de afnemende emissies van de speerpuntbedrijven. Bij nikkel is de oorzaak de sterke stijging van de emissie door het niet-speerpuntbedrijf Aluminium Delfzijl. Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina 3

18 * IllfW'IM riza Organische verbindingen De daling van de emissie van EOX door de niet-speerpuntbedrijven komt overeen met het landelijke beeld. De emissie is zowel in 992 als in 993 lager dan in 985 en in 993 al onder de oorspronkelijke prognose voor 995. Het aandeel in de totale landelijke industriele emissie is vrij constant op ca. 3%. De emissies van benzeen door de niet-speerpuntbedrijven zijn door een sterke daling tussen 990 en 993 tot onder de oorspronkelijke prognose voor 995 gedaald. Dit komt overeen met het landelijke beeld. Het aandeel in de totale landelijke industriele emissie is afgenomen tot % in 993. De gesommeerde emissie van de organische halogenen fluctueert sterk, maar is in 993 onder het niveau van de oorspronkelijke prognose voor 995. Het aandeel in de totale landelijke industriele emissie is vrij constant en laag (<%). De emissie van PAK door de niet-speerpuntbedrijven in 993 is ook enigszins afgenomen en op het niveau van de oorspronkelijke prognose voor 995. De totale directe industriele emissies in Nederland zijn echter al enige jaren onder het niveau voor 995. Het aandeel van de niet-speerpuntbedrijven in de totale landelijke industriele emissie is echter onveranderlijk %. Bij 6 van de 7 stoffen waarvan het aandeel van de niet-speerpuntbedrijven in de totale landelijke industriele emissie is toegenomen is deze toename het gevolg van de afname in de emissies van de speerpuntbedrijven. De emissies van de betreffende niet-speerpuntbedrijven nemen dus niet toe, maar minder snel af dan de emissies van de speerpuntbedrijven. Alleen bij nikkel wordt het stijgende aandeel tevens veroorzaakt door de toename van de emissie van een niet-speerpuntbedrijf. Tot nu toe hebben de waterkwaliteitsbeheerders in het algemeen gemiddeld minder aandacht gegeven aan de emissies van de niet-speerpuntbedrijven dan aan de emissies van de speerpuntbedrijven. Het gevolg is dat het aandeel van de niet-speerpuntbedrijven in de totale landelijke industriele emissie gemiddeld toeneemt. Bij 8 stoffen is het aandeel van de niet-speerpuntbedrijven meer dan 0% van de totale industriele emissie. Uitschieters zijn stikstof (37%), zink (40%) en in iets mindere mate nikkel (23%) en fosfor (8%). Teneinde ongeveer 90% van de totale emissie van stikstof te verklaren zou de lijst van speerpuntbedrijven voor deze stof met een relatief groot aantal niet-speerpuntbedrijven uitgebreid moeten worden (ordegroote: 50), vanwege het feit dat deze emissie over een groot aantal bedrijven is verdeeld. Slechts drie niet-speerpuntbedrijven lozen meer dan % van de totale industriele stikstof emissie. Bij cadmium zou het voldoende zijn om Budelco op te nemen, bij zink zouden Budelco en Union Miniere Oxyde Nederland meegeteld moeten worden. Bij nikkel zou Aluminium Delfzijl voldoende zijn, bij lood Servo Chemie Delden en bij koper de Kernenergiecentrale Dodewaard. Voor de stof pentachloorfenol zou Quest International Naarden in de lijst opgenomen moeten worden. Het gaat hier echter om een zeer kleine hoeveelheid, zodat verwacht kan worden dat de gevonden vracht vrij onnauwkeurig is. pagina 4 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

19 riza 5. Aanbevelingen Nutrienten De emissies van stikstof en fosfaat door de niet-speerpuntbedrijven worden gedomineerd door de zogenaamde bijschatting. Hierdoor 'lijken' de niet-speerpuntbedrijven een aanzienlijk deel van de totale industriele emissie naar water te veroorzaken (respectievelijk 37 en 8 %). Het verdient aanbeveling om deze bijschatting regelmatig nauwkeurig te controleren en eventueel bij te stellen. In de toekomst kan deze actie waarschijnlijk gecombineerd worden met het vullen van de Emissie Registratie database. Niet-speerpuntbedrijven die in aanmerking komen voor extra aandacht ten behoeve van betrouwbaarder cijfers in verband met de emissies van nutrienten zijn DSM Andeno (Blerick) voor fosfaat en GE Plastics ABS (Amsterdam) en KNP Leykam (Maastricht), beide voor stikstof. Zware metalen De emissies door de niet-speerpuntbedrijven van de metalen kwik en arseen zijn dermate laag dat hiervoor bij deze groep bedrijven minder aandacht nodig is. Cadmium, chroom, koper en lood vormen een tussenpositie. De emissies van de nietspeerpuntbedrijven van deze metalen vormen ca. tot 4 % van de totale belasting van het Nederlandse oppervlaktewater en 7 tot 3 % van de totale directe industriele emissie naar het oppervlaktewater. De bedrijven waarvan de (geschatte) emissies nadere aandacht rechtvaardigen zijn: voor cadmium: Budelco (Budel, belangrijke lozer), Roermond Papier (Roermond) en Crown van Gelder Papierfabriek (Velsen-Noord) voor chroom: Nedmag (Veendam) en KNP Leykam (Maastricht) voor koper: Kernenergiecentrale Dodewaard en DSM Andeno (Blerick) en voor lood: Servo Chemie (Delden), Roermond Papier, Swarttouw Botlek (Rotterdam) en Coop. Verenigde Suikerunie (Dinteloord). De emissies van de niet-speerpuntbedrijven zijn relatief belangrijk bij de metalen nikkel en zink. In dit verband zeer belangrijke lozers zijn Aluminiumfabriek Delfzijl (Farmsum) voor nikkel en Budelco (Budel) voor zink. Zij verdienen in ieder geval extra aandacht. Voor zink wordt tevens aanbevolen om de bedrijven Union Miniere Oxyde Nederland (Eijsden) en Nedri Spanstaal (Blerick) nadere aandacht te geven. Organische verbindingen Voor de totale belasting van het oppervlaktewater in Nederland zijn de emissies van deze stoffen door de niet-speerpuntbedrijven relatief van weinig belang en behoeven daarom voorlopig relatief weinig aandacht. Voor slechts drie stoffen zijn de lozingen van de volgende drie bedrijven nog van belang: DSM Andeno (Blerick) voor tetrachloorkoolstof, Quest International (Naarden) voor pentachloorfenol en Panocean (Pernis) voor minerale olie. Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993 pagina 5

20 riza pagina 6 Inventarisatie emissies niet-speerpuntbedrijven 993

European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving. Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk

European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving. Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk E-PRTR Verordening Per 1 januari 2007 in werking 65 bedrijfsactiviteiten

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

Interventiewaarden en maximale waarden gebruiksklassen landbodem en waterbodem

Interventiewaarden en maximale waarden gebruiksklassen landbodem en waterbodem Interventiewaarden en maximale waarden gebruiksklassen landbodem en waterbodem Interventiewaarden Gebruikswaarden landbodem Gebruikswaarden waterbodem Stof Grond Grondwater Waterbodem Achtergrondwaarde

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen, Indicator 22 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen dertig jaar is voor

Nadere informatie

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x] Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

E-PRTR analyse emissies naar water en riool

E-PRTR analyse emissies naar water en riool E-PRTR analyse emissies naar water en riool N. van Duijnhoven 1202131-002 Deltares, 2010 Titel E-PRTR analyse emissies naar water en riool Opdrachtgever Waterdienst Project 1202131-002 Kenmerk 1202131-002-ZWS-0001

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Normentabel uit bijlage 1 van de Circulaire bodemsanering 2009 BIJLAGE 2 Normentabellen uit bijlage 1 van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 BIJLAGE 3 Normentabel

Nadere informatie

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen)

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Industriële en communale bronnen Emissieregistratie Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Versie mei 2015 RIJKSWATERSTAAT Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) in samenwerking met CENTRAAL BUREAU VOOR DE

Nadere informatie

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0) 231 47 00 Fax: +31 (0) 416 30 34 www.alcontrol.nl M&A milieu adviesbureau Koolweg 64 5759 PZ HELENAVEEN Blad 1 van 4 Uw projectnaam :

Nadere informatie

Tabellen met achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie uit bijlage B, hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit.

Tabellen met achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie uit bijlage B, hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit. Tabellen met achtergrond en maximale voor grond en baggerspecie uit bijlage B, hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit. Tabel 1 geeft de norm voor toepassen van grond of baggerspecie op of in de bodem,

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Uittreksel uit Bijlage 2.3.1 van VLAREM II Basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater

Uittreksel uit Bijlage 2.3.1 van VLAREM II Basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater Uittreksel uit Bijlage 2.3.1 van VLAREM II Basismilieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater Art. 3. De oppervlaktewateren moeten naargelang hun indeling in categorie voldoen aan de volgende richtwaarden.

Nadere informatie

abcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen

abcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen abcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen Contactpersoon: Peter Vermij December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035

Nadere informatie

Inleiding. Oefeningen. Oefeningen workshop 1. Weergave grafieken. Emissie Symposium Water 11 april 2019

Inleiding. Oefeningen. Oefeningen workshop   1. Weergave grafieken. Emissie Symposium Water 11 april 2019 Oefeningen workshop www.emissieregistratie.nl Emissie Symposium Water 11 april 2019 Inleiding In deze korte cursus wordt vooral ingezoomd op het maken van grafieken, kaarten en het exporteren van gegevens.

Nadere informatie

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN CONCENTRATIE VAN VERONTREINIGENDE STOFFEN VOOR GEBRUIK ALS BODEM METALEN (1) CONCENTRATIE STANDAARDBODEM

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN CONCENTRATIE VAN VERONTREINIGENDE STOFFEN VOOR GEBRUIK ALS BODEM METALEN (1) CONCENTRATIE STANDAARDBODEM BIJLAGE BIJLAGE 4.2.3 VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN CONCENTRATIE VAN VERONTREINIGENDE STOFFEN VOOR GEBRUIK ALS BODEM METALEN (1) CONCENTRATIE STANDAARDBODEM (2) (mg/kg ds) Arseen (As) 27 Cadmium

Nadere informatie

Rioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten. Kees Baas

Rioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten. Kees Baas Rioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten Kees Baas Inhoud: Korte uitleg enquête Trends nutriënten en afvalwaterdebiet Trends zware metalen Gat in de emissiebalans Knelpunt komende jaren

Nadere informatie

Bijlage V bij het VLAREBO-besluit van 14 december Bijlage V. Waarden voor vrij gebruik van bodemmaterialen

Bijlage V bij het VLAREBO-besluit van 14 december Bijlage V. Waarden voor vrij gebruik van bodemmaterialen Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit

Nadere informatie

Lozingen vanuit tandartspraktijken

Lozingen vanuit tandartspraktijken Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lozingen vanuit tandartspraktijken Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

Stichting AL-terrein Antonie van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven

Stichting AL-terrein Antonie van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven KAM regel 019 bijlage 1: Zwartelijststoffen Inhoudsopgave De zwartelijststoffen 1 voor bodem, water en lucht is opgesteld door het voormalige Ministerie van VROM. De Rijksoverheid streeft naar beëindiging

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Lijst met pakketten voor een laboratorium als vermeld in artikel 6, 5, e):

Lijst met pakketten voor een laboratorium als vermeld in artikel 6, 5, e): VLAREL bijlage 3 Lijst met pakketten voor een laboratorium als vermeld in artikel 6, 5, e): MA MA.1 MA.2 MA.3 MA.4 MA.5 MA.6 MA.7 MA.7.1 MA.7.2 monsternemingen van afvalstoffen en andere materialen en

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009)

Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009) Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009) Marmos. Bodemmanagement Normen per stof voor standaardbodem (25% lutum en 10% organische stof), in mg/kgds stofnaam

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 Bijlage 2 Datum huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Belangrijkste conclusies 3 2 age 4 2.1 Algemene opmerking 4 3 Stand van zaken

Nadere informatie

MNP Rapport /2006. Emissies van prioritaire stoffen naar lucht in Nederland

MNP Rapport /2006. Emissies van prioritaire stoffen naar lucht in Nederland MNP Rapport 500080005/2006 Emissies van prioritaire stoffen naar lucht in Nederland 1990-2004 C.J. Peek Contactpersoon: C.J. Peek Milieu- en Natuurplanbureau kees.peek@mnp.nl Deze publicatie is tot stand

Nadere informatie

Vlaanderen is milieu. Kwaliteit van de waterbodem VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ.

Vlaanderen is milieu. Kwaliteit van de waterbodem VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ. Vlaanderen is milieu Kwaliteit van de waterbodem 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be \\\\\\ KWALITEIT VAN DE WATERBODEM IN 2015 \\\\\ DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Kwaliteit van de waterbodem in 2015

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: bo14347 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 125 Hier bevindt zich Kadastraal object SOEST G 9311 Nieuweweg 6A, SOEST CC-BY

Nadere informatie

RIJN- EN NOORDZEEACTIEPLAN: INDUSTRIËLE EMISSIES NAAR HET OPPERVLAKTEWATER

RIJN- EN NOORDZEEACTIEPLAN: INDUSTRIËLE EMISSIES NAAR HET OPPERVLAKTEWATER RAPPORT RIJN- EN NOORDZEEACTIEPLAN: INDUSTRIËLE EMISSIES NAAR HET OPPERVLAKTEWATER 1985-1995 Uitgave van de Functionele Werkgroep Verontreiniging Oppervlaktewateren (FWVO) FWVO-nota nummer : 98.02 Auteurs

Nadere informatie

6.1 Bodemonderzoek Haven Hedel

6.1 Bodemonderzoek Haven Hedel 6.1 Bodemonderzoek Haven Hedel MEMO Aan Niba projecten BV Van Toon van Mierlo Kopie - Datum 5 januari 2009 Betreft Bodemkwaliteit Haven Hedel en Hedelse Benedenwaarden Projectnummer 2880 In het kader van

Nadere informatie

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster MM1 (bg) MM2 (og) Certificaatcode 2014057040 2014057040 Boring(en) 2, 3, 5, P1 2, P1 Traject (m -mv) 0,00-0,50

Nadere informatie

Scheepswerven. Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie. Versie mei 2016

Scheepswerven. Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie. Versie mei 2016 Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet is actueel, maar vanaf 2017 worden

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig

Nadere informatie

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN 1.Inleiding 14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN HET BRUSSELS GEWEST Het Brussels Gewest ligt voor het grootste deel in het subbekken van de Zenne. Deze waterloop en zijn

Nadere informatie

stappen Kenmerken Gebieds indeling Toelichting

stappen Kenmerken Gebieds indeling Toelichting Zomerhuizenterreinen stappen Kenmerken Gebieds indeling 01-06-2004 Toelichting Stap 2 Bouwperiode tot 1945 Bouwperiode 1945-1985 Bouwperiode 1985-2004 Zomerhuizenterreinen Stap 2.1 en 2.2 Gebruikshistorie

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

abcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart

abcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart abcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart Contactpersoon: Joan Meijerink December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

WAC/III/D/032 Bepaling van het totale stikstofgehalte

WAC/III/D/032 Bepaling van het totale stikstofgehalte Verontreinigende stof WAC en CMA-codes Code beschrijving Anorganische stoffen 1 Asbest 2 Chlorides (als Cl) CMA/2/I/C.3 Chloride, bromide, nitriet, nitraat, sulfaat en fosfaat met ionenchromatografie WAC/III/C/001

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

Standaard stoffenpakket bij milieuhygiënisch (water)bodemonderzoek vastgesteld

Standaard stoffenpakket bij milieuhygiënisch (water)bodemonderzoek vastgesteld Standaard stoffenpakket bij milieuhygiënisch (water)bodemonderzoek vastgesteld In november 2007 is in NEN- en SIKB-kader gezamenlijk het standaardpakket voor het analyseren van stoffen bij milieuhygiënisch

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Folder Molybdeen in afvalwater en slib

Folder Molybdeen in afvalwater en slib Folder Molybdeen in afvalwater en slib w Kathleen Geertjes Kees Baas Stephan Verschuren Remco Kaashoek Cor Graveland CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 2 Besluit van 25 oktober 2001 tot aanpassing van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren en enige andere besluiten aan de Wet van

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Belasting per OWL met KRW-Verkenner. Nanette van Duijnhoven Christophe Thiange Gerlinde Roskam

Belasting per OWL met KRW-Verkenner. Nanette van Duijnhoven Christophe Thiange Gerlinde Roskam Belasting per OWL met KRW-Verkenner Nanette van Duijnhoven Christophe Thiange Gerlinde Roskam Doel Berekenen van de belasting per waterlichaam: - Actualisatie in tijd - KRW broncategorieën - Nederlandse

Nadere informatie

De Ruiter Boringen en Bemalingen bv

De Ruiter Boringen en Bemalingen bv De Ruiter Boringen en Bemalingen bv Haarlemmerstraatweg 79, 1165 MK Halfweg / Postbus 14, 1160 AA Zwanenburg Telefoon (020) 407 21 00 / Fax (020) 407 21 14 Postbank 657035 / ABN AMRO bank Zwanenburg 47.24.51.839

Nadere informatie

i\an: Repro Van: Bibliotheek S.v.p. -A. keer kopieeren ENKELZIJDIG T^BUBBELZIJ IG Voorkant/achterkant op (pik,^ WIT / papier daarna NfETJ^/ INBINDEN

i\an: Repro Van: Bibliotheek S.v.p. -A. keer kopieeren ENKELZIJDIG T^BUBBELZIJ IG Voorkant/achterkant op (pik,^ WIT / papier daarna NfETJ^/ INBINDEN ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat Mogelijkheden voor zilverterugwinning bij ziekenhuizen Beleid en implementatie riza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen.

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Aan: Van: Bibliotheek S.v.p.../.. keer kopieeren (^KELZIJDIG^Dt^ELZIJPTG VpQrkant/achterkant orfdlkz (W> papier daai-ria^nde-te^)/

Nadere informatie

Kenmerk 1204148-003-ZWS-0014. Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34. Oplegnotitie 2: herberekening PAK effluenten EmissieRegistratie

Kenmerk 1204148-003-ZWS-0014. Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34. Oplegnotitie 2: herberekening PAK effluenten EmissieRegistratie Memo Aan Rob Berbee Datum Van Nanette van Duijnhoven Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34 Aantal pagina's 10 E-mail nanette.vanduijnhoven @deltares.nl Onderwerp PAK effluenten EmissieRegistratie

Nadere informatie

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld. Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en

Nadere informatie

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning.

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning. Notitie Aan Van Onafhankelijk Papendrecht OZHZ Dossier Nedstaal Zaaknummer Kenmerk Datum 14 december 2016 Onderwerp Beantwoording vragen Z-16-313511 BEANTWOORDING VRAGEN EX ARTIKEL 40 REGLEMENT VAN ORDE

Nadere informatie

Waterbodemonderzoek (1)

Waterbodemonderzoek (1) Waterbodemonderzoek (1) Schutssluis Sluissloot Inspectie civieltechnisch gedeelte sluis. In opdracht van de gemeente Zaanstad heeft Witteveen+Bos, Raadgevend ingenieurs b.v. te Deventer een indicatief

Nadere informatie

Milieubarometer 2009-2010

Milieubarometer 2009-2010 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N004 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2009-2010 Datum : 26 juli 2011 Milieubarometer 2009-2010 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

MEMO. : Postbus milieuadvies t.a.v. Maurice Francken : W. Boom, SRE Milieudienst, RO/RO Datum : 30 augustus 2012. : Brouwhuis - Stationskwartier

MEMO. : Postbus milieuadvies t.a.v. Maurice Francken : W. Boom, SRE Milieudienst, RO/RO Datum : 30 augustus 2012. : Brouwhuis - Stationskwartier MEMO Aan : Postbus milieuadvies t.a.v. Maurice Francken Van : W. Boom, SRE Milieudienst, RO/RO Datum : 30 augustus 2012 Onderwerp : Brouwhuis - Stationskwartier Bodem- en grondwaterkwaliteit De locatie

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN GEBRUIK ALS MESTSTOF OF BODEMVERBETEREND MIDDEL

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN GEBRUIK ALS MESTSTOF OF BODEMVERBETEREND MIDDEL BIJLAGE BIJLAGE 4.2.1 VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN GEBRUIK ALS MESTSTOF OF BODEMVERBETEREND MIDDEL SUBBIJLAGE 4.2.1.A SAMENSTELLINGSVOORWAARDEN MAXIMUM GEHALTEN AAN VERONTREINIGENDE STOFFEN (5)

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010

Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010 Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010 Pagina 1 Stoffen en bronnen; welke stoffen zijn relevant om in de EmissieRegistratie opgenomen te worden. Pagina 2 Omgaan met

Nadere informatie

CO 2 emissie scope 3. Emissie-soort Scope 2010 2011 2012 2013 2014 reductie 2014-2013. Totaal 2.815 2.677 2.370 2.383 2.214 7,1% Reductie 169

CO 2 emissie scope 3. Emissie-soort Scope 2010 2011 2012 2013 2014 reductie 2014-2013. Totaal 2.815 2.677 2.370 2.383 2.214 7,1% Reductie 169 Werk Bewust! Antea Group en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen projectnr. 080365 Onderdeel CO2 prestatieladder 12 juni 2015 Bijlage bij - 3.B.2 Energiemanagementsprogramma Monitoring scope 3 1 Periode:

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

CO 2 emissie scope e helft e helft 2011

CO 2 emissie scope e helft e helft 2011 Werk Bewust! Antea Group en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen projectnr. 080365 Onderdeel CO2 prestatieladder 16 dec 2015 Bijlage bij - 3.B.2 Energiemanagementsprogramma Monitoring scope 3 1 Periode:

Nadere informatie

Verbetering schatting effluentvrachten

Verbetering schatting effluentvrachten Verbetering schatting effluentvrachten Dick Bakker, Nanette van Duijnhoven (Deltares) Rob Berbee (RWS WD) Barry Pieters, Mattijs Hehenkamp (Grontmij) 1 Introductie Voor V&W voert Deltares onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water.

Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water. Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water. Normen voor metalen Bij de afleiding van de normen voor metalen is rekening gehouden met

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken.

Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken. EIJKELKAMP AGRISEARCH EQUIPMENT B.V. POSTBUS 4 6987 ZG GIESBEEK Datum Relatienr Opdrachtnr. Blad 1 van 7 12.11.2012 35003676 337666 ANALYSERAPPORT Opdracht 337666 Bodem / Eluaat Opdrachtgever 35003676

Nadere informatie

Advies grondwatersanering Sluisbuurt Amsterdam

Advies grondwatersanering Sluisbuurt Amsterdam Notitie Contactpersoon Hielke van den Berg Datum 24 januari 2017 1 Inleiding De Sluisbuurt is een ontwikkelingslocatie voor woningen en andere stedelijke functies, gelegen in de gemeente Amsterdam. Voor

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE DHV B.V. BIJLAGE 1 Regionale tekening Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE21259-1 - DHV B.V. BIJLAGE 2 Situatietekening met boringen en peilbuis Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat

Nadere informatie

Opdrachtverificatiecode : TXJO-VQIJ-YEPT-JGGA : 3 tabel(len) + 1 oliechromatogram(men) + 2 bijlage(n)

Opdrachtverificatiecode : TXJO-VQIJ-YEPT-JGGA : 3 tabel(len) + 1 oliechromatogram(men) + 2 bijlage(n) NIPA Milieutechniek b.v T.a.v. de heer J. van der Stroom Landweerstraat-Zuid 109 5349 AK OSS Uw kenmerk : 11945-Huissensche Waarden te Huissen Ons kenmerk : Project 348033 Validatieref. : 348033_certificaat_v1

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 23 september 2013 Nummer 2013-10 Laatste Droogtebericht 2013. De neerslag in de afgelopen periode heeft

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING VOOR GEBRUIK IN OF ALS BOUWSTOF

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING VOOR GEBRUIK IN OF ALS BOUWSTOF BIJLAGE BIJLAGE 4.2.2 VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING VOOR GEBRUIK IN OF ALS BOUWSTOF SUBBIJLAGE 4.2.2.A VOORWAARDEN VOOR GEBRUIK IN OF ALS NIET-VORMGEGEVEN BOUWSTOF METALEN (1) PARAMETERS UITLOOGBAARHEID

Nadere informatie

Bronnen van waterverontreiniging

Bronnen van waterverontreiniging Vlaanderen is milieu Bronnen van waterverontreiniging 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be \\\\\\ BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN 2015 \\\\\\ DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Bronnen van waterverontreiniging

Nadere informatie

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s =287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s Stap 2. Stap 2.1 en 2.2 Gebruikshistorie en ontwikkeling wijken Kenmerken gebieds indeling versie 01-06-2002 Toelichting bouwperiode tot 1945

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Bijlage 1 Topografische ligging Onderzoekslocatie locatie Winkelcentrum De Vlieger te Zoetermeer projectnummer 10.10.3079.2243 schaal n.v.t datum november-10 Bijlage 2 Situatietekening Bijlage 3 Boorstaten

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Werkdocument Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Aan Projectgroep Veerse Meer Contactpersoon Doorkiesnummer K. Wolfstein 118-672349

Nadere informatie

Innamestops waterwinbedrijven,

Innamestops waterwinbedrijven, Indicator 4 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De kwaliteit van het door waterwinbedrijven

Nadere informatie

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van

Nadere informatie

Morsingen binnenwateren

Morsingen binnenwateren Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Morsingen binnenwateren Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES en TNO Morsingen binnenwateren 1 Omschrijving

Nadere informatie

Formulier aanvullende gegevens Activiteitenbesluit en alle meldingen voor een bodemsanering buiten een inrichting

Formulier aanvullende gegevens Activiteitenbesluit en alle meldingen voor een bodemsanering buiten een inrichting SANERINGEN Formulier aanvullende gegevens Activiteitenbesluit en alle meldingen voor een bodemsanering buiten een inrichting Let op: dit is een aanvulling op de melding die u tevens bij het digital loket

Nadere informatie

Voorblad. 1 Naam en adres gegevens. Voorstel afval- of reststof bestemd voor covergistingsmateriaal opnemen in Bijlage Aa

Voorblad. 1 Naam en adres gegevens. Voorstel afval- of reststof bestemd voor covergistingsmateriaal opnemen in Bijlage Aa Voorblad Voorstel afval- of reststof bestemd voor covergistingsmateriaal opnemen in Bijlage Aa Vul de vragen in. Gebruik hierbij het Protocol Beoordeling Stoffen Meststoffenwet versie 3.2. Heeft u op dit

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Afwenteling en probleemstoffen voor de KRW in het Waddengebied

Afwenteling en probleemstoffen voor de KRW in het Waddengebied Afwenteling en probleemstoffen voor de KRW in het Waddengebied Inleiding De KRW is een resultaatsverplichting. Het kader gaat uit van een prioritaire stoffenlijst (voor de beschrijving van de Goede Chemische

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2009 / rapportnummer 2054-74 1. OORDEEL OVER HET MER Vopak Terminal Europoort B.V. (verder

Nadere informatie

Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer

Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Memo Aan : Arno Schuring Van : Berdie Klein Geltink, adviseur bodem Datum : 14 februari 2008 In afschrift aan : Wilco Slotboom en Ludwig van Duren Registratienummer :

Nadere informatie