Gebiedsdossier Haarlo - Olden Eibergen



Vergelijkbare documenten
Gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Overijssel

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Gebiedsdossiers Gelderland Winning Dr. Van Heek

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

bij drinkwaterwinningen. Dit

Gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Overijssel

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Gebiedsdossiers kwetsbare drinkwatervoorzieningen Overijssel Deel 2: Hoge Hexel

Beilen. Gebiedsdossier grondwaterbeschermingsgebieden

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Gebiedsdossiers kwetsbare drinkwatervoorzieningen Overijssel Deel 2: Espelose Broek

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Overijssel

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725

Rapportage Sanscrit.nl

Gebiedsdossiers Gelderland Winning Amersfoortseweg - Apeldoorn

Valterbos - Noordbargeres

Rapportage Sanscrit.nl

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

Doetinchem, 21 juli 2014

Gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Overijssel

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gebiedsdossiers kwetsbare drinkwatervoorzieningen Overijssel Deel 2: Wierden

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Houden we voldoende drinkwater? Aanvullende Strategische Voorraden voor de drinkwatervoorziening

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gebiedsdossier. Terschelling. Grondwaterbeschermingsgebieden in Fryslân Gebiedsdossier: een risico-inventarisatie van een drinkwaterwinning

Assen. Gebiedsdossier grondwaterbeschermingsgebieden

Toepassen gebiedsgerichte grondwaterbescherming voor bestemmingsplan locatie Hongerdijk 16 te Bruchterveld

INSERT YOUR PICTURE(S) IN THIS CELL. Gebiedsdossier Bilthoven. Provincie Utrecht

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

1 Inleiding en projectinformatie

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gebiedsdossiers Gelderland Winning t Klooster

ijmegen Datum besluit: Nummer besluit: Locatiecode: NM Adres: Waterstraat in NIJMEGEN Melder: Gemeente Nijmegen

Gebiedsdossiers Gelderland Winning Vorden

Gebiedsdossier Groenekan Bescherming waterwinning ten behoeve van drinkwatervoorziening

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert

Gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Overijssel

Gebiedsdossier. Ameland Buren. Grondwaterbeschermingsgebieden in Fryslân Gebiedsdossier: een risico-inventarisatie van een drinkwaterwinning

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

Presentatie informatieavond Luxwoude. Zoektocht naar nieuwe winning en pompproef Luxwoude Feike Bonnema, 8 februari 2018

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gebiedsdossier waterwinning Groenekan Westbroek

Bodemonderzoek. Volgens protocollen. Bodemonderzoek volgens protocollen

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gebiedsdossier waterwinningen Bunnik en Vrumona. Informatie voor gebiedsgerichte grondwaterbescherming

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gebiedsdossier waterwinning Zeist

Informatieavond ontwikkeling nieuwe drinkwaterwinning

SAMENVATTING. en funderingen

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

Bodemenergie in de gemeente Arnhem

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = en Y =

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Rapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Vooronderzoek land- en waterbodem (quick scan) Ruimte voor de Vecht

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

VERZO NOEN 3 1 JUL 2002

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

VOORONDERZOEK. conform NEN Bocholterweg ong., Weert. Datum : 25 mei 2018

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Ontwerp Beschikking van Gedeputeerde Staten van

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Stap1: Ernst van de verontreiniging: Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als gevolg van: - Ernstige bodemverontreiniging

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

In tabel 1 is aangegeven in welke mate de 95-percentielwaarden van koper, lood en zink de interventiewaarden overschrijden.

Transcriptie:

Gebiedsdossier Haarlo - Olden Eibergen Provincie Gelderland 31 januari 2011 Eindrapport

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. MILIEU Documenttitel Gebiedsdossier Haarlo - Olden Eibergen Status Eindrapport Datum 31 januari 2011 Projectnummer Opdrachtgever Provincie Gelderland Auteur(s) Collegiale toets Floris Verhagen, Andries Krikken, Jan van Grootheest, Ingmar Hans (Royal Haskoning) Marco Arts, Joris Schaap en Miriam van Meeteren (Aequator Groen & Ruimte) Marco Arts

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 1.1 Achtergrond bij de gebiedsdossiers 1 1.2 Gebiedsdossiers in de provincie Gelderland 1 1.3 Gevolgde werkwijze 1 2 BESCHRIJVING VAN DE WINNING 3 2.1 Ligging en topografie 3 2.2 Afbakening op basis van het intrekgebied 4 2.3 Typering en kwetsbaarheid van het watersysteem 5 2.4 Beoordeling ruwwater: Haarlo 9 2.5 Beoordeling ruwwater: Olden Eibergen 14 2.6 Resumé en verklaring waterkwaliteit 18 3 BESCHRIJVING VAN DE BRONNEN VAN VERONTREINIGING 19 3.1 Diffuse bronnen 19 3.2 Lijnbronnen 20 3.3 Puntbronnen 20 3.4 Beschermingsbeleid en -praktijk 21 4 ANALYSE RISICO S 24 4.1 Belasting met diffuse bronnen 24 4.2 Belasting met lijnbronnen 25 4.3 Puntbronnen 26 4.4 Planologische bescherming 31 5 RESULTATEN ANALYSE EN MOGELIJKE MAATREGELEN 33 5.1 Inleiding 33 5.2 Resultaten analyse 33 5.3 Relevante ontwikkelingen in het gebied 34 5.4 Doorkijk naar maatregelen en verankering 35 Blz. Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Resultaten Lekker Water project Beschrijving maatregelen Vitens notie Bellegoor Eindrapport 31 januari 2011

1 INLEIDING 1.1 Achtergrond bij de gebiedsdossiers Het Nationaal Waterplan geeft aan dat in het kader van het beschermingsbeleid voor drinkwaterbronnen het instrument van gebiedsdossiers wordt ingezet. Ook in de KRW stroomgebiedsbeheerplannen worden de gebiedsdossiers genoemd als maatregel om de waterwinningen duurzaam te beschermen. In de gebiedsdossiers wordt alle informatie gebundeld die van invloed is op de waterkwaliteit van de winning. Hiermee kunnen vervolgens effectieve beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, worden ontwikkeld. Het gebiedsdossier vult het bestaande beschermingsbeleid aan. Het rijk heeft met de leden van projectgroep gebiedsdossiers waterwinning (bestaande uit: VROM, RIVM, Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven) afspraken gemaakt over de realisatie van gebiedsdossiers (VROM, 2010). De afspraken zijn op 26 mei geaccordeerd door het Directeuren Overleg Water en op 16 juni ter kennisneming aan het NWO (Nationaal Wateroverleg) aangeboden. Daarmee zijn de afspraken bestuurlijk vastgesteld. De afspraken gaan over: de taakverdeling tussen de betrokken partijen, met een regierol voor de provincies; het beoogde tijdpad en prioritering van het opstellen van de gebiedsdossiers voor de (248) winningen; de financiering ervan en de vertrouwelijkheid van de gegevens. De bedoeling is dat dit instrument in Nederland breed ingezet gaat worden als instrument ter bescherming van de winningen. Een verdere wettelijke en juridische verankering van het gebiedsdossier vindt niet plaats. In opdracht van het ministerie van VROM heeft het RIVM een protocol opgesteld voor de gebiedsdossiers (RIVM, 2007). Het voorliggende gebiedsdossier is gebaseerd op de beschreven aanpak in dit protocol. 1.2 Gebiedsdossiers in de provincie Gelderland In de provincie Gelderland is er voor gekozen om te starten met vijf kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden, al dan niet gecombineerd in één dossier: - Haarlo en Olden Eibergen (één dossier) - Dinxperlo - Heumensoord I en II en Muntberg (één dossier) Het voorliggende gebiedsdossier gaat in op de winningen Haarlo en Olden Eibergen. 1.3 Gevolgde werkwijze Er is aangesloten op de werkwijze elders in Nederland. In de provincies Drenthe en Overijssel is als eerste in Nederland ervaring opgedaan met het opstellen van gebiedsdossiers. Er is een methodiek (met behulp van REFLECT) ontwikkeld waarmee de risico s systematisch in kaart kunnen worden gebracht. Deze methodiek is eerder uitgebreid beschreven. Deze systematiek, inclusief de gekozen hoofdstukopbouw is overgenomen. De verschillende dossiers blijven op deze manier goed onderling vergelijkbaar. Er is gebruik gemaakt van reeds beschikbare informatie bekend uit literatuur en digitale bestanden. Voor dit gebiedsdossier is vooral gebruik gemaakt van Eindrapport - 1-31 januari 2011

de factsheets en statusdocumenten van Vitens. Wanneer van andere bronnen gebruik is gemaakt, wordt naar deze bron verwezen. Voor meer informatie over de winningen wordt verwezen naar deze achtergrondliteratuur. De risico s van puntbronnen zijn nader bestudeerd in het project Lekker Water van de provincie Gelderland. De provincie heeft in dit project de eisen vanuit de Wet Bodembescherming (Wbb) en KRW ten aanzien van drinkwaterwinningen geïntegreerd aangepakt in een programma bodemsaneringen waterwinningen. De eindresultaten uit het project Lekker Water zijn vermeld in het gebiedsdossier. De aanpak van het gebiedsdossiers is verdeeld over drie onderdelen: Inventarisatie van de feitelijke informatie over de waterkwaliteit in het gebied (inclusief het intrekgebied), het gebruik van het gebied in het verleden en het verwachte gebruik in de toekomst en de handhaving van bestaande wet- en regelgeving. Analyse van de gegevens uit de inventarisatiefase gecombineerd met de fysieke gegevens van het totale intrekgebied, zoals bodemopbouw en landgebruik in het gebied. Hieruit volgt een overzichtskaart van deelgebieden die kwetsbaar zijn en daarmee een verhoogd risico vormen voor het gebruik van de winning in de toekomst. Duurzame oplossingen. In deze laatste fase vindt in nauw overleg met u en de andere gebiedspartijen een verkenning plaats naar mogelijke maatregelen. Dit zijn maatregelen ter stimulering van alternatief gebruik van het gebied of communicatiemaatregelen om bepaald gebruik in het gebied te stimuleren. De betrokken partijen in dit gebied zijn Vitens, provincie Gelderland, gemeente Berkelland, waterschap Rijn en IJssel, een loonwerker / agrariër en bewoner uit het gebied en de gebiedscommissie Berkelland. 31 januari 2011-2 - Eindrapport

2 BESCHRIJVING VAN DE WINNING 2.1 Ligging en topografie De winning Haarlo - Olden Eibergen ligt ten westen van Eibergen en ten zuiden van Haarlo. De winning bestaat uit twee winvelden, namelijk Olden Eibergen en Haarlo (figuur 1). De winning Haarlo ligt ten zuiden van het dorp Haarlo. De winning Olden Eibergen ligt circa twee kilometer ten oosten van de winning Haarlo. De twee winningen liggen beiden binnen de gemeente Berkelland. De gemeente Berkelland is op 1 januari 2005 ontstaan uit de voormalige gemeenten Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo. Het landgebruik in het grondwaterbeschermingsgebied is overwegend agrarisch. Figuur 1 Topografische ligging Olden Eibergen en Haarlo Eindrapport - 3-31 januari 2011

2.2 Afbakening op basis van het intrekgebied De risicoanalyse is uitgevoerd voor het gehele intrekgebied. Het intrekgebied is het aaneengesloten gebied waarbinnen al het infiltrerende water vanaf maaiveld in de winning terecht komt. Om de begrenzing en grootte van dit gebied te bepalen zijn in het verleden grondwatermodellen ingezet Figuur 2 Ligging van waterwingebied, beschermingsgebied en intrekgebied (zie voor toelichting kader) 31 januari 2011-4- Eindrapport

Toelichting contouren op figuur 2 In figuur 2 zijn de volgende contouren te zien: - Het berekende intrekgebied, gebaseerd op de laatste modelberekeningen uit het AMIGO grondwatermodel van Deltares uitgevoerd door Vitens. - Het grondwaterbeschermingsgebied. In dit gebied kan het grondwater binnen 25 jaar de winning bereiken. Dit gebied is vastgelegd als beschermingszone in de Provinciale Milieu Verordening en de bestemmingsplannen. - Het vigerende intrekgebied in het vierde Waterhuishoudingsplan (WHP 4). Dit is het globale intrekgebied volgens de Wateratlas van de provincie Gelderland en zijn de gebieden waarbinnen alle grondwateraanvulling uiteindelijk wordt opgepompt ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. De contouren liggen soms niet logisch ten opzichte van elkaar. Deze verschillen worden onder meer veroorzaakt doordat in de achterliggende modellen verschillende data zijn gebruikt (onttrekkingsdebieten en/of ondergrondparameters). Voor het berekenen van het risico in dit rapport is daarom voor de zekerheid altijd het gebied binnen de buitenste contour meegenomen. 2.3 Typering en kwetsbaarheid van het watersysteem De kwetsbaarheid van de winning is afhankelijk van de geohydrologische opbouw van het watersysteem. In deze paragraaf wordt het wingebied getypeerd. Haarlo In 1968 is het wingebied Haarlo ingericht. Het grondwater wordt onttrokken met 5 putten met de bovenkant van de filters op een diepte variërend van circa 17 tot 22 m min maaiveld (gebaseerd op DAWACO gegevens status ruwwaterkwaliteit Vitens, 2007). Het water wordt onttrokken uit het grofzandige pakket van de Formatie van Drenthe (tweede watervoerende pakket). Dit grofzandige pakket reikt van 15 m -mv tot 40 m -mv. Boven dit pakket ligt een klei pakket van de Eem Formatie met een dikte van circa 5 meter. De verspreiding van dit pakket is onzeker en komt mogelijk alleen voor direct boven de winning. Boven dit pakket ligt een fijnzandig pakket van de Formaties van Twente/Kreftenheye. Onder het pakket waaruit het grondwater wordt onttrokken bevindt zich op ongeveer NAP -20 m een dikke laag klei van de Formatie van Breda. Dit pakket wordt beschouwd als de geohydrologische basis (zie figuur 3). Eindrapport - 5-31 januari 2011

NW ZO meter t.o.v. NAP 20 10 WVP1 300 m2/d Twente / Kreftenheye deklaag watervoerend pakket slecht doorlatende laag grind grof zand matig grof zand matig fijn zand fijn zand 0 SDL1 33 d Urk continentale Eem klei, bevat fijn zand, onzeker leem klei veen keileem -10 WVP2 1825 m2/d Drente pompfiltertraject 0 500 1000 1500-20 BASIS 12500 d Breda -30 afstand in meter Figuur 3 Schematisatie geohydrologisch profiel Haarlo (Vitens 2007) Het totale vergunningsdebiet is 1,65 miljoen m 3 /jaar (Vitens 2006). In 2007 werd 1,42 miljoen m 3 water onttrokken (wateratlas Gelderland). Olden Eibergen Het grondwater wordt onttrokken met 5 putten met de bovenkant van de filters op een diepte variërend van circa 18 tot 22 m min maaiveld (gebaseerd op DAWACO gegevens). Het water wordt onttrokken uit het grofzandig pakket van de Formatie van Drenthe. Dit grofzandige pakket reikt van 15 tot 30 m -mv. Boven dit pakket ligt een matig grofzandige pakket van de Formatie van Kreftenheye. Boven dit pakket ligt nog een ongeveer 2 meter dik fijnzandig pakket van de Formatie van Twente. Tevens komen er keileem- en kleilaagjes voor in de bovengrond van het intrekgebied. Echter, ter plaatse van de winning komen deze laagjes niet voor. Onder het pakket waaruit het grondwater wordt onttrokken ligt een slecht doorlatend kleipakket van Formatie van Breda. Dit pakket begint ter plaatse van de winning op NAP -15 en wordt beschouwd als de geohydrologische basis (zie figuur 4). Deze basis ligt ten zuidoosten van de winning op NAP +5 m. De winning van het grondwater is gestart in 1935. De onttrekking vindt plaats op een diepte van circa 19-30 meter beneden maaiveld (m -mv). Het totale vergunningsdebiet (Haarlo en Olden/Eibergen samen) is 2,8 miljoen m 3 /jaar. De werkelijk onttrokken hoeveelheden voor de gehele winning Haarlo - Olden Eibergen varieerde in de periode 2002-2006 van 2,7 tot 2,9 miljoen m 3 /jaar. In 2007 werd 1,34 miljoen m 3 water onttrokken bij de winning in Olden Eibergen (wateratlas Gelderland). Bij het winveld is een compensatievijver in gebruik; de oppervlaktewaterinfiltratie bedraagt ca. 300.000 m 3 /jaar, overeenkomend met circa 20% van de totale onttrekking. 31 januari 2011-6 - Eindrapport

NW ZO meter t.o.v. NAP 30 20 WVP1 235-450 m2/d Twente deklaag watervoerend pakket slecht doorlatende laag grind grof zand matig grof zand matig fijn zand fijn zand WVP1 - Kreftenheye leem 10 SDL1 Urk continentale Eem klei, onzeker klei veen keileem 0 WVP1 Drente pompfiltertraject -10 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 5500 6000 6500 SDL2 Drente onzeker WVP1 Drente BASIS 100000 d Oosterhout BASIS - Breda -20 afstand in meter Figuur 4 Schematisatie geohydrologisch profiel Olden Eibergen (Vitens 2007) Kwetsbaarheid De fysische kwetsbaarheid van beide drinkwaterwinningen is geschat op basis van de REFLECT methodiek. Hierbij zijn de bodemkaart, dikte van slecht doorlatende lagen boven putfilters en reistijden vanaf maaiveld gecombineerd. Uit deze verschillende kaartbladen is een kwetsbaarheidskaart samengesteld (zie figuur 5). Eindrapport - 7-31 januari 2011

Figuur 5 Fysische kwetsbaarheid Haarlo - Olden Eibergen vastgesteld met de REFLECTmethodiek 31 januari 2011-8 - Eindrapport

Uit figuur 5 blijkt dat de winning Haarlo Olden Eibergen matig kwetsbaar tot zeer kwetsbaar is. De bodem in het gebied is overwegend zandig. In het grootste deel van het vigerende intrekgebied komt geen slecht doorlatende laag voor boven het gepompte pakket. De mate van kwetsbaarheid wordt daarom grotendeels door de verblijftijden van het grondwater bepaald. Deze variëren van minder dan 10 jaar in de (donker)rood gekleurde gedeelten tot meer dan 100 jaar aan de randen van het intrekgebied vanaf maaiveld. Ter plaatse van de winning Olden Eibergen is zeer lokaal een slecht doorlatende laag aanwezig, met een maximale dikte van 10 meter 1. Verspreidt over het vigerende intrekgebied komen nog enkele andere slecht doorlatende lagen voor, die een maximale dikte van circa 10 meter bereiken. Deze gebieden zijn te herkennen aan de lichte kleuren in figuur 5. Fysieke kwetsbaarheid: Haarlo: matig kwetsbaar tot zeer kwetsbaar Olden-Eibergen: matig kwetsbaar tot zeer kwetsbaar 2.4 Beoordeling ruwwater: Haarlo De beschrijving van de kwaliteit van het onttrokken water bij de winvelden is gebaseerd op de statusrapporten van Vitens (Vitens 2008a/b) en de achterliggende meetdata en de database met gemeten concentraties in het ruw water per pompput tot en met 2010. Nitraat Nitraat wordt niet of nauwelijks in het onttrokken water aangetroffen. De concentratie is bijna altijd lager dan de detectielimiet van 4 mg/l. Hardheid en sulfaat Op basis van de aangeleverde gegevens in de Dawaco database is nader gekeken naar de ontwikkeling van de waterkwaliteit en de verschillen per pompput. In figuur 6 en 7 is te zien dat de hardheid en sulfaatgehalte van het water geleidelijk stijgt vanaf 1985 tot heden. De sulfaatconcentratie stabiliseert de laatste 10 jaar. De verhoogde sulfaatconcentraties worden veroorzaakt door de afbraak van pyriet. De verhoogde hardheid is te verklaren uit landbouwkundige bemesting en tevens pyrietoxidatie. Pyriet is een ander woord voor het mineraal ijzersulfide en ontstaat wanneer ijzer en sulfaatrijk water wordt aangevoerd. Het water dat uit deze gebieden nu door de winning wordt aangetrokken wordt gekenmerkt door verhoogde sulfaatgehalte en een hoge hardheid. De motor hierachter is de oxidatie van pyriet. Bij de oxidatie van pyriet komt ijzer en sulfaat vrijkomt en de reactie is verzurend. Omdat dit proces verzurend is lost er extra kalk op en wordt de hardheid verhoogd. Pyrietoxidatie wordt op gang gebracht door bemesting (nitraat) of een verlaging van de grondwaterspiegel (zuurstof). 1 De dikte van de scheidende lagen is voor dit gebiedsdossier opnieuw bepaald op basis van REGISII. Opvallend is dat de dikte van de scheidende lagen in REGIS afwijken van het eerder door Vitens beschreven beeld. Volgens REGIS is de scheidende laag bij Haarlo afwezig en bij Olden Eibergen aanwezig. Uit de informatie van Vitens komt een omgekeerd beeld. Voor de REFLECT kaarten is gebruik gemaakt van de REGIS kaarten. Eindrapport - 9-31 januari 2011

Figuur 6 Gemeten concentratie sulfaat (mg/l) in het gezamenlijk ruw water van Haarlo, inclusief de trendlijn (in oranje) Figuur 7 Gemeten hardheid (mmol/l) in het gezamenlijk ruw water, inclusief de trendlijn (in oranje) In tabel 2.1 zijn de verschillen per pompput te zien. Pompput P-01-01, de meest zuidelijke pompput heeft de minste belasting in hardheid en sulfaatgehalte. De twee meest noordelijke pompputten (P-04-04 en P-05-05) hebben de hoogste belasting. 31 januari 2011-10 - Eindrapport

Figuur 8 Gemiddeld gemeten hardheid (boven) en sulfaat (onder) voor Haarlo Eindrapport - 11-31 januari 2011

Tabel 2.1 Gemeten hardheid en sulfaatgehalte in de individuele winputten van Haarlo in de periode 1985-2009 Hardheid (mmol/l) Sulfaat (mg/l) gemiddeld maximum gemiddeld maximum P-01-01 2,5 3,1 42 49 P-02-02 3,4 3,8 92 103 P-03-03 3,3 4,0 93 110 P-04-04 3,1 4,0 99 134 P-05-05 3,7 4,2 103 125 De hardheid van het onttrokken ruwwater ligt ruim boven de bedrijfstechnische norm. De maximaal gemeten sulfaatconcentraties in de putten bevinden zich onder de norm. Gewasbeschermingsmiddelen In alle 5 pompputten zijn verhoogde gehaltes bentazon en MCPP (mecoprop) aangetroffen (tabel 2.2). In alle putten bevinden de maximum gemeten concentraties zich boven de norm van het Waterleidingbesluit (0,05 µg/l). De concentratie bentazon vertoont een licht dalende trend sinds 1985. De concentratie MCPP blijft ongeveer gelijk. 31 januari 2011-12 - Eindrapport

Tabel 2.2 Gemeten concentraties gewasbeschermingsmiddelen in het ruw water in de periode 1985-2009 MCPP (µg/l) Bentazon (µg/l) gemiddeld 2 maximum Gemiddeld 2 maximum P-01-01 0,04 0,07 0,03 0,05 P-02-02 0,04 0,06 0,09 0,16 P-03-03 0,04 0,08 0,04 0,06 P-04-04 0,10 0,16 0,06 0,11 P-05-05 0,06 0,09 0,08 0,18 Bentazon Bentazon is toegelaten voor de bestrijding van éénjarige onkruiden in maïs en andere akkerbouw- en groentegewassen. De toelatingstermijn loopt tot 31 juli 2011. Meetgegevens laten een dalende tendens zien. Dit kan het gevolg zijn van het verminderde gebruik van bentazon. Het gebruik van bentazon is sinds 2000 sterk verminderd door etiketbeperkingen, het cross compliance voorschrift in maïs en de toelating van nieuwe onkruidbestrijdingsmiddelen. Verder is het onkruidbestand in maïs veranderd. Grassen zijn in belang toegenomen. Bentazon heeft geen werking tegen grassen en wordt dus minder ingezet. Voorstel voor zorgvuldig gebruik bentazon (van fabrikant BASF); in grondwaterbeschermingsgebieden geen toepassing van bentazon op gronden met een organisch gehalte van minder dan 1% en een grondwaterstand ondieper dan 1 meter onder het maaiveld, in maïs, graszaad en aardappelen (www.schonebronnen.nl). Mecoprop (MCPP) Mecoprop is de ISO-naam van een herbicide uit de fenoxygroep, dat vooral toegepast wordt op grasvelden, gazons, golfbanen e.d., en in de graanteelt. Een andere naam die gebruikt wordt voor mecoprop is MCPP. Mecoprop en mecoprop-p zijn door de Europese Commissie toegelaten als werkzame stof in gewasbeschermingsmiddelen (termijn eindigend op 31 mei 2014). (www.wikipedia.org / EU-Richtlijn 2003/70/EG) Benzeen en barium De voormalige stortplaats 't Bellegoor aan de Deventer Kunstweg 2 vormt een mogelijke bedreiging, omdat er benzeen uit de stortplaats lekt (zie ook paragraaf 5.2). Benzeen is eenmalig licht verhoogd (0,01 µg/l in 2005) in het ruwwater aangetoond (de norm voor benzeen in het waterleidingbesluit is 1 µg/l). Ook barium is uit de stortplaats gelekt. Barium beweegt zich onder sulfaatreducerende omstandigheden sneller dan benzeen en kan een indicator zijn voor de invloed van de vuilstort (Grontmij, 2010). De concentratie barium is vrij constant in het onttrokken ruwwater (tussen de 50 en 60 µg/l in de periode 1999-2009). Voor barium is geen norm in het waterleidingbesluit opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de risico s van de vuilstort. Relatie met Waterleidingbesluit De normen in het waterleidingbesluit worden onderverdeeld in gezondheidstechnische / toxicologische normen, bedrijfstechnische normen, organoleptische / esthetische normen en voorzorgsnormen. De norm voor pesticiden is gezondheidstechnisch van aard. Er zijn strenge regels gekoppeld aan overschrijdingen van deze norm. In tabel 2.6 2 Waardes kleiner dan de detectielimiet zijn voor de berekening van het gemiddelde als de helft van de detectielimiet meegerekend Eindrapport - 13-31 januari 2011

wordt samengevat wat de relatie is tussen de gemeten concentraties en de normen van het waterleidingbesluit. Tabel 2.3: Aandachtsstoffen ruwwaterkwaliteit voor Haarlo Aandachtsstoffen Haarlo Norm Wlb Concentratie pompputten (6) Waterleidingbesluit Nitraat (mg/l) 50 < 4 mg/l Ruim onder de norm Sulfaat (mg/l) 150 26 134 Onder de norm Hardheid (mmol/l) 2,1 4,3 Bentazon (µg/l) 0,1 Maximaal 0,18 µg/l Incidenteel boven de norm MCPP (µg/l) 0,1 Maximaal 0,16 µg/l Incidenteel boven de norm 2.5 Beoordeling ruwwater: Olden Eibergen Evenals bij Haarlo wordt de kwaliteit van het onttrokken water bij Olden Eibergen gekenmerkt door een sterke landbouwkundige belasting. Op basis van de aangeleverde gegevens in de Dawaco database is nader gekeken naar de ontwikkeling van de waterkwaliteit en de onderlinge verschillen per pompput. Nitraat Nitraat wordt niet of nauwelijks in het onttrokken water aangetroffen. De concentratie is bijna altijd lager dan de detectielimiet van 3 mg/l. Hardheid en sulfaat In figuur 9 en 10 is te zien dat de hardheid en het sulfaatgehalte van het water redelijk constant zijn. Het sulfaatgehalte daalt licht en de hardheid neemt licht toe. Figuur 9 Gemeten concentratie sulfaat (mg/l) in het gezamenlijk ruw water van Olden Eibergen, inclusief de trendlijn (in oranje) 31 januari 2011-14 - Eindrapport

Figuur 10 Gemeten hardheid (mmol/l) in het gezamenlijk ruw water van Olden Eibergen, inclusief de trendlijn (in oranje) In tabel 2.4 zijn de verschillen per pompput te zien. Pompput P-03, P-04 en P-07 hebben een wat lagere hardheid en sulfaatgehalte dan de andere putten (zie ook figuur 11). Tabel 2.4 Gemeten hardheid (mmol/l) en sulfaatgehalte in de pompputten van Olden Eibergen in de periode 1985-2009 Hardheid (mmol/l) Sulfaat (mg/l) gemiddeld Maximum gemiddeld maximum P-01-2A 3,7 4,5 102 124 P-02-15C 3,7 4,1 102 114 P-03-16A 3,4 4,7 93 100 P-04-17A 3,4 3,1 98 130 P-05-18A 3,7 4,3 111 125 P-06-19 3,8 4,2 105 133 P-07-20 3,4 3,6 97 100 Eindrapport - 15-31 januari 2011

Figuur 11 Gemiddeld gemeten hardheid (links) en sulfaat (rechts) voor Olden Eibergen De hardheid van het onttrokken ruwwater ligt ruim boven de bedrijfstechnische norm. De maximaal gemeten sulfaatconcentraties in de putten bevinden zich onder de norm Gewasbeschermingsmiddelen In alle pompputten is incidenteel bentazon aangetoond boven de detectielimiet. De piekjes in concentratie zitten soms in het begin van de meetperiode (1999) en soms juist op het einde van de meetperiode (2009). Een duidelijke trendverandering in de tijd is dus niet waar te nemen. MCPP (mecoprop) is meer incidenteel aangetoond en alleen in de laatste drie meetjaren (2007 tot en met 2009). Mogelijk is hier dus wel sprake van een stijgende trend. 31 januari 2011-16 - Eindrapport

Tabel 2.5 Maximaal gemeten concentraties gewasbeschermingsmiddelen in het ruw water in de periode 1985-2009 MCPP (µg/l) P-01-2A 0,02 0,09 P-02-15C 0,06 0,02 P-03-16A Geen 0,06 P-04-17A 0,12 0,10 P-05-18A 0,18 0,14 P-06-19 Geen 0,07 P-07-20 - - Bentazon (µg/l) De maximum gemeten concentraties bentazon en MCPP bevinden zich in een aantal gevallen in de individuele winputten boven de norm van het Waterleidingbesluit (tabel 2.5). Organische microverontreinigingen In de loop der jaren zijn verschillende organische microverontreinigingen aangetoond. De stof 1,1-dichloorethaan is vanaf 1999 tot heden in verhoogde gehaltes aangetoond in het onttrokken water. De concentratie van deze stof vertoont momenteel een dalende trend (van 0,29 µg/l in 1999 tot 0,15 µg/l in 2009). Tevens zijn zeer incidenteel zeer licht verhoogde gehaltes benzeen gemeten. Er zijn licht verhoogde gehaltes MTBE gemeten (maximaal 0.09 µg/l in 2003 en 2004) in put P-06-19. MTBE is een stof die wordt toegevoegd aan benzine. Waterzuivering In 1995 is de huidige zuivering gebouwd. De capaciteit van de zuivering is 5,8 Milj. m 3 /jaar. Naast het water van Olden Eibergen en Haarlo wordt ook het water van de winning Noordijkerveld (halffabricaat) onthard (Vitens 2006). Het grondwater wordt behandeld en gezuiverd. Het water uit beide winvelden word gemengd en daarna is er snelfiltratie, nafilters en ontharding en ontijzering. Relatie met Waterleidingbesluit De normen in het waterleidingbesluit worden onderverdeeld in gezondheidstechnische / toxicologische normen, bedrijfstechnische normen, organoleptische / esthetische normen en voorzorgsnormen. De norm voor pesticiden is gezondheidstechnisch van aard. Er zijn strenge regels gekoppeld aan overschrijdingen van deze norm. In tabel 2.6 wordt samengevat wat de relatie is tussen de gemeten concentraties en de normen van het waterleidingbesluit. Tabel 2.6: Aandachtsstoffen ruwwaterkwaliteit voor Olden Eibergen Aandachtsstoffen Haarlo Norm Wlb Concentratie pompputten (7) Waterleidingbesluit Nitraat (mg/l) 50 < 3 mg/l Ruim onder de norm Sulfaat (mg/l) 150 85 133 Onder de norm Hardheid (mmol/l) 2,8 4,5 Bentazon (µg/l) 0,1 Maximaal 0,14 µg/l Incidenteel boven de norm MCPP (µg/l) 0,1 Maximaal 0,18 µg/l Incidenteel boven de norm Eindrapport - 17-31 januari 2011

2.6 Resumé en verklaring waterkwaliteit De kwaliteit van het onttrokken water laat weliswaar een sterke landbouwkundige beïnvloeding zien, maar de gemeten gehaltes van nitraat en sulfaat en hardheid vormen geen probleem in relatie tot de normen van het waterleidingsbesluit. De reden waarom de landbouwkundige beïnvloeding geen sterk verhoogde nitraatgehaltes tot gevolg heeft komt voornamelijk door de reducerende werking van de ondergrond als gevolg van de aanwezigheid van pyriet (ijzersulfide). Nitraat reageert in de bodem met het aanwezige pyriet waarbij ijzer en sulfaat vrijkomt. Daarnaast is deze reactie verzurend waardoor extra kalk oplost. Dit is de reden waarom het sulfaat en de hardheid verhoogd zijn. Om het water te ontharden is bij Haarlo Olden Eibergen een onthardingsinstallatie actief. Bij de analyse van de cijfers van nitraat en sulfaat is een daling van de aanwezigheid van deze stoffen te zien. Dit kan het gevolg zijn van het mestbeleid dat in de jaren 90 is ingezet. Dit effect is later zichtbaar in de gegevens van de waterkwaliteit door de verblijftijd van het water. De hoeveelheid pyriet in de bodem is echter eindig. Wanneer deze voorraad verbruikt is, zal de hoeveelheid nitraat in het grondwater weer stijgen. Beoordeling Ruwwater: Haarlo: aandachtspunten zijn een verhoogde hardheid, verhoogde sulfaatgehaltes en verhoogde concentraties MCPP en bentazon Olden-Eibergen: aandachtspunten zijn een verhoogde hardheid, verhoogde sulfaatgehaltes, verrhoogde concentraties MCPPbntazon en incidenteel verhoogde concentraties 1,1-dichloorethaan, 31 januari 2011-18 - Eindrapport

3 BESCHRIJVING VAN DE BRONNEN VAN VERONTREINIGING 3.1 Diffuse bronnen Figuur 12 geeft het ruimtegebruik weer in het vigerend intrekgebied van Haarlo Olden Eibergen. Te zien is dat het gebied voornamelijk agrarisch wordt gebruikt met gras en maïs. Het waterwingebied van Haarlo bestaat grotendeels uit bosgebied. Verder ligt in het intrekgebied van Haarlo de bebouwing van Haarlo. Centraal in het intrekgebied van Olden Eibergen ligt de bebouwing van Eibergen, bestaande uit woongebied en bedrijfsterrein De Kiefte. Wat verder opvalt, is de aanwezigheid van het recreatiepark De Fontein. Figuur 12 Ruimtegebruik in het vigerend intrekgebied Haarlo - Olden Eibergen op basis van LGN5 Eindrapport - 19-31 januari 2011

3.2 Lijnbronnen De belangrijkste lijnbronnen in de omgeving van de winning Haarlo Olden Eibergen zijn weergegeven in figuur 13. Deze kaart is gebaseerd op de Risicokaart van de provincie Gelderland. Voor het vigerend intrekgebied zijn de volgende lijnbronnen relevant: Diverse A-watergangen; Groenloseweg N18. het tracé zal verlegd worden (zie paragraaf 5.2); Transportroutes voor gevaarlijke stoffen direct ten westen van Eibergen richting Groenlo en op de route Borculo Eibergen. Figuur 13 3.3 Puntbronnen Lijnbronnen in de omgeving van de winning Haarlo - Olden Eibergen De risico s van puntbronnen zijn nader bestudeerd in het project Lekker Water (zie kader). 31 januari 2011-20 - Eindrapport

Lekker Water project De puntbronnen in het vigerend intrekgebied van Haarlo Olden Eibergen zijn in het project Lekker Water van de provincie Gelderland beschreven en geanalyseerd. De provincie Gelderland heeft samen met Vitens en de gemeenten Arnhem en Nijmegen een programma bodemsanering Waterwinningen opgesteld genaamd Lekker Water. Doel van dit programma is de drinkwaterkwaliteit voor toekomstige generaties veilig te stellen, waarmee wordt voldaan aan de eisen uit de Wet bodembescherming (Wbb) en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het project is gericht op puntbronnen en niet op diffuse bronnen. Om de drinkwaterkwaliteit veilig te stellen, is in beeld gebracht welke relevante bodem- en grondwaterverontreinigingen er binnen de 70-jaars intrekzone van de drinkwaterwinningen aanwezig zijn, welke op korte of langere termijn aanpak behoeven en welke mogelijke kosten hiermee gemoeid zijn. Een samenvatting van de resultaten van het project zijn opgenomen in bijlage 1. De volgende puntbronnen in het intrekgebied van de winning Haarlo en Olden Eibergen zijn in het gebiedsdossier benoemd: het zwembad het Vinkennest en de stortplaats het Bellegoor (zuidwestelijke de winlocatie Haarlo), voormalige stortplaatsen (Kormelinkweg/Stokkersweg en een stort/autowrakkenterrein Ballastput aan de Hupselse Dwarsweg). Naast deze verontreiniging zijn veel (historische) bodemverontreinigingen aanwezig, zoals gedempte sloten en voormalige olietanks. De belangrijkste bronnen: Haarlo & Olden-Eibergen Landbouw Zwembad het Vinkennest Vuilstortplaatsen Het Bellegoor, ea. Transportroutes (waaronder de N18) A-watergangen 3.4 Beschermingsbeleid en -praktijk Provinciaal beleid Voor de drinkwaterwinning Haarlo - Olden Eibergen zijn drie beschermingszones weergegeven: het waterwingebied, het grondwaterbeschermingsgebied en het intrekgebied (vigerend intrekgebied). In het Streekplan 2005 is het doel van grondwaterbeschermingsgebieden aangegeven. Dit doel is er voor te zorgen dat het grondwater op eenvoudige wijze (zonder ingrijpende en kostbare zuivering) kan worden gebruikt voor de bereiding van drinkwater. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in waterwingebieden (begrensd door de z.g. 1-jaarszone) en grondwaterbeschermingsgebieden (begrensd door de z.g. 25-jaarszone). De waterwingebieden omvatten de directe omgeving van het puttenveld. Het belang van de waterwinning is hier zo evident, dat het projecteren van andere bestemmingen, niet mogelijk is. De mogelijkheden tot uitbreiding van reeds aanwezige bebouwing (anders dan voor de waterwinning) moeten tot het uiterste worden beperkt. In het overige deel Eindrapport - 21-31 januari 2011

van de grondwaterbeschermingsgebieden (de 25-jaarszones) zijn nieuwe bestemmingen met grotere grondwaterrisico s dan bestaande niet acceptabel. Uitbreiding van bestaande activiteiten mag ook geen hoger risico opleveren (stand still). Er wordt gestreefd naar vermindering van risico s (step forward). Met het opstellen van een provinciale ruimtelijke verordening, heeft de provincie Gelderland een instrument om invloed uit te oefenen over de inhoud van bestemmingsplannen, maar ook over de toelichting of de onderbouwing. In de ontwerp Ruimtelijke verordening Gelderland (PRV 17.1 en 17.2), die op 15 december 2010 door Provinciale Staten is vastgesteld, wordt het stand still/step forward beleid voortgezet. Daarbij is in de toelichting van de PRV opgenomen dat voor een effectieve en duurzame bescherming van drinkwaterwinning uit grondwater, het beleid gebruik maakt van drie, elkaar versterkende, elementen, te weten: a. de ruimtelijke ordening: toestaan van functies die goed te combineren zijn met waterwinning en conflicterende functies weren; b. regelgeving en vergunningverlening; c. bovenwettelijke stimulerende en beschermingsmaatregelen. In de Provinciale milieuverordening Gelderland (PmG) staat wat wel en niet is toegestaan in grondwaterbeschermingsgebieden. Het gaat onder andere om het bouwen van een huis of het boren van een gat voor bijvoorbeeld een waterpomp. Gemeentelijk beleid Vanuit de provinciale regelgeving is de gemeente verplicht het grondwaterbeschermingsgebied en waterwingebied in het bestemmingsplan op te nemen. Het grondwaterbeschermingsgebied van de drinkwaterwinning Haarlo - Olden Eibergen ligt binnen het bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Berkelland. De intrekgebieden van de winningen Haarlo en Olden Eibergen overlappen met elkaar. Het intrekgebied is binnen het gemeente een aandachtsgebied, maar de gemeente is niet verplicht dit op te nemen in het bestemmingsplan. Het beleid in het buitengebied wordt afgeleid en getoetst aan de Ruimtelijke visie en het Landschaps OntwikkelingsPlan. De gemeente Berkelland heeft de Ruimtelijke Visie Buitengebied opgesteld. Het doel van deze visie is het verbeteren van de kwaliteit in het landelijke buitengebied van de gemeente, rekeninghoudend met veranderende functies. In deze ruimtelijke visie zijn de grondwaterbeschermingsgebieden van de drinkwaterwinningen Haarlo en Olden Eibergen opgenomen. Daarbij valt op dat het grondwaterbeschermingsgebied Haarlo binnen de ecologische verbindingszone (Berkel-Slinge) ligt. Verder stelt de gemeente momenteel een bestemmingsplan buitengebied op. Hierin wordt het grondwaterbeschermingsbeleid verder vormgegeven. Landschapsontwikkelingsplannen (LOP) Het ruimtelijke beleid wordt getoetst aan de Landschaps Ontwikkelings Plannen (LOP). Het Landschapsontwikkelingsplan voor Berkelland bestaat uit drie delen: 1. de visie op de toekomst van het landschap, als onderdeel van de Ruimtelijke Visie Buitengebied; 31 januari 2011-22 - Eindrapport

2. een uitvoeringsprogramma dat door de gebiedscommissie en Gemeente Berkelland is samengesteld; 3. 11 marke-werkboeken, per regio, met een handleiding dat kan helpen bij het beoordelen, realiseren en ontwikkelen van projecten. Hierin wordt ook aandacht gegeven aan grondwateraspecten en de grondwaterbescherming. Bijvoorbeeld voor Haarlo is een apart werkboek vastgesteld (Berkelland 2008). De ruimtelijke visie en de marke-werkboeken zijn bestuurlijk vastgesteld door de Gemeente Berkelland in 2007 en 2008. Waterschapsbeleid Het waterschap handhaaft het Lozingenbesluit Openteelt en Veehouderij (LOTV). Het beleid is gericht op het voorkomen en beperken van emissies naar het oppervlaktewater en het freatisch grondwater. Aandachtspunten zijn erfafspoelingen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ten behoeve van agrarische activiteiten. Het waterschap bezoekt alle bedrijven in haar beheergebied binnen een cyclus van ongeveer 6 jaar. Eindrapport - 23-31 januari 2011

4 ANALYSE RISICO S 4.1 Belasting met diffuse bronnen Uitgaande van de CBS bodemgebruikskaart 3 is een inschatting gemaakt van de actuele risico s door de beoordeling van de diffuse belasting te combineren met de fysische kwetsbaarheid van de winning. Een ruimtelijk overzicht van de actuele risico s is weergegeven in figuur 14. Figuur 14 Actuele risico s gerelateerd aan het huidige landgebruik in Haarlo Olden Eibergen 3 Bodemgebruik Nederland. CBS, 2003. 31 januari 2011-24 - Eindrapport

De risico s zijn een resultante van de kwetsbaarheid van de ondergrond en de functies in het gebied. Aangezien de ondergrond voor een groot deel kwetsbaar is, worden de rode vlekken op de kaart gevormd door mogelijk risicovolle activiteiten. Dit zijn: - landbouwkundig gebruik (meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen); - gebruik gewasbeschermingsmiddelen gemeente en particulieren; - het bedrijfsterrein De Kiefte en de Jukkenbarg rond Eibergen; - het zwembad het Vinkennest; - de voormalige stortplaats Het Bellegoor; - de inlaat van oppervlaktewater in de compensatievijver. Deze knelpunten liggen allemaal in het westelijk deel van het vigerend intrekgebied. 4.2 Belasting met lijnbronnen Het meest westelijk deel van het vigerend intrekgebied is het meest kwetsbaar (klasse 8 en 9). Hierbinnen liggen: - diverse A-watergangen(zie figuur 15); - transportroutes voor gevaarlijke stoffen direct ten westen van Eibergen richting Groenlo en op de route Borculo Eibergen. De gemeenten Berkelland hanteert tijdens calamiteiten het Incidentendraaiboek voor milieu-incidenten in de provincie Gelderland (december 2005). Het draaiboek is van toepassing voor alle milieu-incidenten buiten inrichtingen die, gevolgen hebben voor water- en landbodem en grond- en oppervlaktewater. De N18 loopt nu nog door minder kwetsbaar gebied (klasse 7). Er bestaan plannen om deze weg in westelijke richting te verleggen, zodat de weg wel in de meest kwetsbare zones komt te liggen (zie figuur 15). Eindrapport - 25-31 januari 2011

Figuur 15 Lijnbronnen, gecombineerd met de fysische kwetsbaarheid van de winning Haarlo Olden Eibergen 4.3 Puntbronnen De puntbronnen in het vigerend intrekgebied van Haarlo Olden Eibergen zijn in het project Lekker Water van de provincie Gelderland beschreven en geanalyseerd. De onderstaande puntbronnen zijn specifiek benoemd: 31 januari 2011-26 - Eindrapport

Zwembad Bij zwembad 't Vinkennest zijn bij bodemonderzoek sterk verhoogde gehaltes chloraat (2500 µg/l) aangetoond. Figuur 16 Locatie puntbronnen van de winning Haarlo Olden Eibergen Infiltratievijver Olden Eibergen Een gedeelte van het onttrokken water is afkomstig van een infiltratievijver. Deze vijver kan als een mogelijke puntbron worden gezien. De kwaliteit van het onttrokken grondwater wordt beïnvloed door de kwaliteit van het ingelaten oppervlaktewater. Door het toenmalige waterschap van de Berkel en Waterleidingmaatschappij Gelderland zijn afspraken gemaakt over de aanvoer van het water (mondelinge mededeling Bart Breukink van Waterschap Rijn en IJssel). Via de Hanninkgoot wordt er ongeveer 210 l/s water ingelaten vanaf de Berkel. In de zomer is er meer water nodig en kan deze hoeveelheid opgevoerd worden tot ongeveer 350 l/s, mits er voldoende water aanwezig is in de Berkel. Met een aantal stuwen wordt het ingelaten water verdeeld over het Haarlose kanaal, de zijtak Haarlose kanaal en de Afw. Van de Pieper, zodat maximale infiltratie mogelijk is. Vanuit de Afw. van Zaterdag pompt Vitens 10 l/s water naar de infiltratievijvers van het bovenstroomse intrekgebied. De wijze van wateraanvoer is weergegeven op figuur 17. In totaal betekent dit dat circa 20% extern wordt aangevoerd. Eindrapport - 27-31 januari 2011

Figuur 17 Wijze van verdeling van het oppervlaktewater Stortplaats t Bellegoor 700 meter ten zuidzuidwesten van het waterwingebied Haarlo aan de Deventer Kunstweg ligt een voormalige stortplaats t Bellegoor. Omwonenden zeggen verontreinigingen terug te kunnen vinden (geur en zicht) in het ondiepe grondwater. De stortplaats (17 ha) bestaat uit drie secties die in 1971, 1977 en 1989 in bedrijf zijn genomen. Het nieuwste gedeelte van de stortplaats is voorzien van een onderafdichting en onderdrainage. In de periode 1998-2001 is op de gehele stortplaats een bovenafdichting aangebracht waardoor er aanmerkelijk minder hoeveelheden verontreinigingen de bodem in kunnen lekken. De risico s van deze stortplaats zijn onlangs in kaart gebracht (Grontmij, 2010). Hiervoor is gebruik gemaakt van monitoringgegevens van peilbuizen rond de stortplaats en van Vitens. Hierbij is gekeken naar benzeen en barium. De conclusies uit dit rapport zijn op figuur 18 samengevat: - benzeen komt in twee peilbuizen in duidelijk verhoogde concentraties (> 10 µg/l) voor. Dit zijn de peilbuizen 007 en 019 die aan de noordzijde van de stortplaats liggen. De verhoogde concentraties in peilbuis 007 zijn aangetroffen op de dieptes van 15, 25 en 31 meter onder maaiveld (respectievelijk 24, 16 en 13 µg/l). In peilbuis 019 is benzeen alleen in het diepste filter aangetroffen: 14 µg/l op een diepte van 34 meter onder maaiveld - barium komt in concentraties van meer dan 150 µg/l op één of meerdere filterdieptes voor in zes peilbuizen. De hoogste concentratie barium is gemeten in peilbuis 007 (470 µg/l op een diepte van 31 meter onder maaiveld); 31 januari 2011-28 - Eindrapport

- de stortplaats ligt op de rand van het grondwaterbeschermingsgebied (=25 jaarszone). Dit betekent dat een waterdeeltje 25 jaar nodig heeft om de winning te bereiken. Benzeen en barium zullen er vanwege retardatie aan de bodem er enige malen langer over doen om de winning te bereiken. Aangezien de stortplaats ongeveer 40 jaar geleden is aangelegd ligt het voor de hand dat de verontreinigingen nog niet de winning bereikt kunnen hebben. - in het gebied tussen de stortplaats en de winning van Vitens is geen benzeen aangetroffen. Dit zegt echter weinig, omdat één van de twee peilbuizen (34DP0027) niet meer aanwezig was. In de tweede peilbuis (34D-0382) is in 2007 geen benzeen aangetroffen, maar deze peilbuis ligt waarschijnlijk niet in de transportroute richting winning. - gelet op de retardatie van zowel benzeen als barium, de verdunning met regenwater en de afbraak van benzeen wordt verwacht dat de verontreinigingen de winning van Haarlo nooit in aantoonbare gehalten zullen bereiken (Grontmij, 2010). Vitens heeft het vermoeden dat de stortplaats wel invloed heeft op de waterkwaliteit. Dit is te zien aan de toename van de concentratie ammonium, kalium en opgelost organische koolstof in winput 5. Genoemde stoffen komen vrij door afbraak van het gestorte materiaal. In percolaatwater uit stortplaatsen worden verhoogde gehalten aan ammonium en opgelost organisch stof aangetoond bij een tekort aan zuurstof als de oorspronkelijke aanwezige zuurstof is verbruikt. De Vitens notie en bijbehorende trendgrafieken zijn opgenomen in bijlage 2. Mogelijk is dit inderdaad een aanwijzing voor de invloed van de stortplaats. Echter kalium en ammonium kunnen ook afkomstig zijn van landbouwkundige bronnen. Ook in het onttrokken water van pompstation van Olden Eibergen wordt een stijgende trend in kalium en organische stof gevonden. Op basis van de beschikbare meetgegevens is het echter moeilijk om een eenduidige conclusie te trekken. Eindrapport - 29-31 januari 2011

Figuur 18 Ligging van de stortplaat t Bellegoor en monitoringresultaten voor benzeen Overige puntbronnen Voormalige stortplaatsen (Kormelinkweg/Stokkersweg en een stort/autowrakkenterrein Ballastput aan de Hupselse Dwarsweg), zorgen voor een risico op verontreiniging. Bij de voormalige stortplaats aan de Hupselse Dwarsweg zijn verhoogde concentraties benzeen in het grondwater aangetoond. De contouren van deze verontreiniging strekken zich uit in de richting van het grondwaterbeschermingsgebied. Overige bodemverontreinigingen Naast deze verontreiniging zijn veel (historische) bodemverontreinigingen aanwezig in de 100-jaarszone in Globis (en Landsdekkend beeld bodemverontreinigingen), maar het gaat hierbij ook om gedempte sloten en voormalige olietanks. 31 januari 2011-30 - Eindrapport

Voor de analyse van de risico s voor puntbronnen zoals de bodemverontreinigingen, Vuilstort Het Bellegoor en zwembad het Vinkennest is uit de onderzoeksfase van het project Lekker Water van de provincie Gelderland geconcludeerd: Op basis van de gekozen methodiek worden beide drinkwaterwinningen niet bedreigd door bodemverontreinigingen uit bekende, al dan niet potentiële puntbronnen. De immobiele verontreinigingen of mobiele verontreinigingen komen niet binnen 100 jaar in de drinkwaterwinning terecht. De volledige conclusies zijn opgenomen in bijlage 1. 4.4 Planologische bescherming Algemeen Het bestemmingsplan buitengebied is verouderd en wordt op dit moment aangepast en geactualiseerd. Het bestemmingsplan Buitengebied Berkelland (20.000 ha) gaat het buitengebied van de gemeente Berkelland omvatten. In de uitgangspunten notitie (Berkelland 2009) wordt de nodige aandacht aan grondwaterbescherming gegeven. De onderstaande paragrafen gaan kort in op het vigerende bestemmingsplan. Belangrijker is echter om de inzichten uit dit gebiedsdossier te verwerken in het nieuwe bestemmingsplan. Waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied Het waterwingebied van de drinkwaterwinning Haarlo en Olden Eibergen valt binnen twee verschillende bestemmingsplannen: - Het grondwaterbeschermingsgebied van Haarlo valt binnen het bestemmingsplan Buitengebied, integrale herziening, vastgesteld door de gemeenteraad van Borculo op 24 juni 1993 en (gedeeltelijk) goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland (GS) op 16 februari 1994. - Het grondwaterbeschermingsgebied van Olden Eibergen valt binnen het bestemmingsplan Buitengebied, vastgesteld door de gemeenteraad van Eibergen op 27 juni 1995 en (gedeeltelijk) goedgekeurd door GS op 26 januari 1996. Beide bestemmingsplannen zijn meer dan 10 jaar oud en worden vervangen door het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Berkelland. Het bestemmingsplan van Eibergen en Borculo (waaronder Haarlo valt) zijn getoetst. Verbeelding Op de kaarten van het bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Eibergen blijkt het volgende: - het waterwingebied is wel weergegeven, maar kleiner dan door de provincie vastgesteld; - het grondwaterbeschermingsgebied is niet weergegeven op de kaart. Op de kaarten van het bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Borculo blijkt het volgende: - het waterwingebied is wel weergegeven, conform door de provincie vastgesteld; - het grondwaterbeschermingsgebied is niet weergegeven op de kaart. Eindrapport - 31-31 januari 2011

Regels Voor de bescherming van het grondwater binnen het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied zijn in het bestemmingsplan specifieke regels opgenomen. De gemeente laat de handhaving van de regels over aan de provincie. Vigerend intrekgebied Het vigerende intrekgebied van de drinkwaterwinning Haarlo en Olden Eibergen is groter dan de contouren van het grondwaterbeschermingsgebied en valt in het bestemmingsplan Buitengebied. Het vigerend intrekgebied is niet in de bestemmingsplannen opgenomen en er zijn geen regels gesteld voor het gebruik binnen het vigerende intrekgebied. Opname van het vigerend intrekgebied in bestemmingsplannen is niet verplicht gesteld vanuit de het provinciale beleid. Samenvattend overzicht Een samenvattend overzicht van de planologische bescherming in bestemmingsplannen is gegeven in tabel 3. Hierin is aangegeven of de bescherming van het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied voldoende geregeld is in de verbeelding en in de regels van het bestemmingsplan. Tabel 3 Samenvattend overzicht planologische bescherming in de oude bestemmingsplannen Gebied Bestemmingsplan Actueel 1 Type Haarlo - Olden Eibergen Borculo (Haarlo) Olden Eibergen 1 Een bestemmingsplan is actueel wanneer deze minder dan tien jaar oud is. zonering Verbeelding 2 3 Regels Wwg 4 + + Gwbg 5 - - Wwg 4 - + Gwbg 5 + + 2 Met Verbeelding wordt beoordeeld of de zonering van het gebied overgenomen is op de verbeelding van het bestemmingsplan. 3 Met Regels wordt beoordeeld of de regels bij de functies adequaat zijn voor de bescherming van het gebied. De verbeelding en regels zijn onafhankelijk van elkaar beoordeeld, waardoor beiden een verschillende uitkomst kunnen hebben. 4 Wwg = waterwingebied; 5 Gwbg = Grondwaterbeschermingsgebied. Afstemming beleid De provincie, gemeente en het waterschap zijn regelmatig in gesprek over de planologische bescherming en handhaving van de regels binnen de drinkwatergebieden. Het bestaande overleg vormt een goede basis voor verdere afstemming om enerzijds de uniformiteit in (handhavings)beleid te garanderen en anderzijds om op regelmatige basis informatie en kennis uit te wisselen. 31 januari 2011-32 - Eindrapport

5 RESULTATEN ANALYSE EN MOGELIJKE MAATREGELEN 5.1 Inleiding De analyse en resultaten van de vorige hoofdstukken zijn samengevat in dit hoofdstuk en voorgelegd aan een aantal betrokkenen in de streek. Vervolgens is de risicoanalyse verfijnd. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een eindconclusie over de winningen Haarlo en Olden Eibergen. 5.2 Resultaten analyse Kwetsbaarheid De winning Haarlo Olden Eibergen is kwetsbaar. Met name in en rond de winlocaties is de kwetsbaarheid hoog, door de lage verblijftijden van het grondwater (minder dan 10 jaar). De bodem in het gebied is overwegend zandig. In het grootste deel van het vigerende intrekgebied komt geen slecht doorlatende laag voor boven het gepompte pakket. Ruwwaterkwaliteit De inventarisatie van de huidige kwaliteit van het ruwwater, bevestigt de kwetsbaarheid van het gebied. De landbouwkundige invloed is bij beide winningen herkenbaar in verhoogde gehalten sulfaat en gewasbeschermingsmiddelen. In de winputten van de winning Haarlo worden gewasbeschermingsmiddelen (bentazon en MCPP) aangetroffen. Incidenteel in een enkele winput hoger dan de norm uit het Waterleidingbesluit. Nitraat vormt geen probleem, omdat dit (nog) geheel wordt omgezet door pyriet in de bodem. Diffuse bronnen Landbouwkundig gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen is het grootste knelpunt. Invloeden vanuit het verleden zijn merkbaar in de ruwwaterkwaliteit. Invloeden van het huidige grondgebruik op de ruwwaterkwaliteit worden pas de komende jaren inzichtelijk. Naast landbouwkundig gebruik is ook gekeken naar gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de gemeente Berkelland. De gemeente is gecertificeerd volgende de DOB-methode (Duurzaam Onkruid Beheer) en past alleen RoundUp Evolution (met toevoeging Economic ) spaarzaam en binnen de bebouwde kom toe. In het buitengebied in principe niet, alleen pleksgewijs bij de groenvoorziening RoundUp voor het aanstippen van stobbes. Het gebruik van particulieren is niet inzichtelijk. Lijnbronnen Binnen het meest kwetsbare deel van het intrekgebied zijn de volgende risico s: - diverse infiltrerende A-watergangen; - de Groenloseweg (N18); - transportroutes voor gevaarlijke stoffen, direct ten westen van Eibergen richting Groenlo en op de route Borculo Eibergen. Puntbronnen Eindrapport - 33-31 januari 2011