Het minder objectief dan gedacht Ondernemingen hebben nogal wat keuzevrijheid bij het opmaken van de jaarrekening. Dit maakt de vergelijkbaarheid van en moeilijk. Arjan Brouwer - Accounting and Valuation Advisory Services, Assurance Hugo van den Ende - vaktechnisch bureau (National Office), Assurance 1. Het is een belangrijk overzicht in de jaarrekening Genereren van gezonde kasstroom cruciaal voor voortbestaan onderneming De uitspraak Cash is king keert met enige regelmaat terug, zeker in economisch moeilijke tijden zoals de huidige. Met deze uitspraak wordt weergegeven dat het genereren van een gezonde kasstroom cruciaal is voor het voortbestaan van nagenoeg iedere onderneming. Alhoewel veel analisten en beleggers sterk gericht zijn op de winst-en-verliesrekening en zaken als omzetgroei, winstmarge, EBITDA en operationeel resultaat, gaat het uiteindelijk om het genereren van een kasinstroom. Vaak hangt een gezonde kasinstroom samen met een goed resultaat, maar dat is niet altijd het geval. Zo zijn er voorbeelden bekend van ondernemingen waarvan de omzet en het operationeel resultaat een positieve ontwikkeling lieten zien terwijl ze niet in staat waren om de noodzakelijke investering in werkkapitaal (voorraden, debiteuren) die hiermee gepaard ging te financieren waardoor ze toch in financiële problemen kwamen. Kasstroomoverzicht krijgt maar beperkte aandacht Het is daarom een belangrijk overzicht in de jaarrekening. De praktijk leert dat zowel ondernemingen als analisten en beleggers hieraan echter maar beperkt aandacht besteden. Het is vaak een van de laatste overzichten die worden gemaakt bij het opmaken van de jaarrekening, en het krijgt minder aandacht dan de winst-en-verliesrekening en balans. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit het feit dat het de afgelopen drie jaren hoog genoteerd staat op de lijst van onderwerpen waarover de AFM bevindingen heeft bij haar toezicht op de jaarverslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen. Inzicht in de kwaliteit en achtergrond van het resultaat Een veelgehoorde reden van partijen die het wel gebruiken bij hun analyse van de jaarrekening is dat het een objectief overzicht is. De winst-enverliesrekening en balans kunnen worden beïnvloed door keuzes en schattingen van het management ten aanzien van te hanteren grondslagen, het vormen van voorzieningen, waardering van activa en dergelijke terwijl de kasstroom van een onderneming niet wordt beïnvloed door dit soort keuzes en schattingen. Een confrontatie van het resultaat van de onderneming met de gegenereerde kasstroom geeft dan belangrijk inzicht in de kwaliteit en achtergrond van het resultaat. Kasstroomoverzicht wordt beïnvloed door keuzes management Maar is het wel zo objectief en neutraal? Het en de presentatie van kasstromen hierbinnen worden sterk beïnvloed door verschillende keuzes die het management maakt bij het opmaken van de jaarrekening of het plannen van transacties. Net zoals een winst-en-verliesrekening kan worden beïnvloed door earnings management kan ook het worden gemanaged, zeker waar het de presentatie van de operationele kasstroom of de vrije kasstroom (operationele kasstroom minus investeringen) betreft. De operationele kasstroom wordt gezien als belangrijke graadmeter voor de mate waarin een onderneming in staat is om kasstromen te genereren vanuit haar dagelijkse operationele activiteiten. Het management van een onderneming is op meerdere manieren in staat om deze operationele kasstroom zodanig te managen dat deze er 22 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4
positiever uit komt te zien. Voor gebruikers van het is het van belang om dit te begrijpen en hiermee rekening te houden bij de analyse van de operationele kasstroom. Maar ook de kasstromen uit investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten zijn beïnvloedbaar. 2. Grondslagen balans en winst-en-verliesrekening hebben impact op het Verschillende grondslagen van de balans en winst-en-verliesrekening kunnen het beïnvloeden, zoals: verwerking van leasecontracten; activering van onderzoek- en ontwikkelingskosten; activering van rentekosten. Financiële lease geeft hogere operationele kasstroom dan operationele lease Leasing is een manier om de balans van een onderneming er lichter te laten uitzien. Door operationele-leasecontracten aan te gaan worden de geleasede activa en bijbehorende leaseverplichtingen niet op de balans verwerkt, maar slechts toegelicht als niet uit de balans blijkende verplichting. Ondernemingen hebben daarom vaak de voorkeur voor classificatie als operationele lease en bij de inrichting van leasecontracten wordt geprobeerd hiermee rekening te houden. Door leasecontracten zodanig in te richten dat ze kwalificeren als operationele lease kan de onderneming een belangrijk ander beeld geven van de balans. Het onderscheid tussen financiële- en operationele-leasecontracten is bovendien vaak niet zwart-wit en kan aan subjectieve oordeelsvorming van het management onderhevig zijn. De classificatie van leasecontracten op de balans heeft ook een belangrijke impact op de presentatie van de aan het leasecontract gerelateerde kasstromen. De betalingen uit De onderneming kan de maatstaven die zij belangrijk vindt (schuldpositie, operationele kasstroom) gunstig beïnvloeden door de juiste leasecontracten te kiezen. hoofde van operationele-leasecontracten worden gepresenteerd als kasuitstroom uit operationele activiteiten. Betalingen voor financiële leases worden echter gezien als betalingen aan financiers. Een deel van de betaling wordt gezien als interest en een deel wordt gezien als aflossing van een openstaande verplichting. Classificatie als financiële lease leidt derhalve tot de presentatie van een hogere operationele kasstroom dan classificatie als operationele lease. Activering onderzoek- en ontwikkelingskosten Ontwikkelingskosten moeten op basis van IFRS en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving worden geactiveerd als aan een aantal criteria wordt voldaan. Zo moet de onderneming de technische uitvoerbaarheid kunnen aantonen, het moet waarschijnlijk zijn dat het immaterieel vast actief toekomstige economische voordelen zal genereren en de onderneming moet de uitgaven gedurende de ontwikkeling van het immaterieel vast actief betrouwbaar kunnen vaststellen. Als de onderneming niet aan deze voorwaarden voldoet dan verwerkt zij de uitgaven in de winst-en-verliesrekening. Het al dan niet activeren van ontwikkelingskosten op de balans vereist derhalve een inschatting van het management van de onderneming ten aanzien van deze aspecten. In de praktijk zijn bepaalde ondernemingen hierin agressiever, andere ondernemingen conservatiever. Keuze wel of niet activeren van ontwikkelingskosten heeft invloed op operationele kasstroom De keuze om ontwikkelingskosten wel of niet te activeren is ook direct van invloed op Samenvatting Het is een belangrijk overzicht in de jaarrekening. Maar hoe objectief en neutraal is het eigenlijk? Het en de presentatie van kasstromen hierbinnen worden sterk beïnvloed door verschillende keuzes die het management maakt bij het opmaken van de jaarrekening of het plannen van transacties. Het is goed als gebruikers van het dit beseffen. Het IASB streeft daarom naar wijzigingen in de presentatie en de afschaffing van de indirecte methode. de gepresenteerde operationele kasstroom. Indien ontwikkelingskosten worden geactiveerd dan worden de uitgaven gepresenteerd als investeringskasstroom. Er komt immers een actief tot stand. De uitgaven worden daarentegen gepresenteerd als operationele kasstroom als de ontwikkelingskosten direct in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. Geactiveerde rente meenemen als kasstroom uit investeringsactiviteiten: geen uitsluitsel De Nederlandse wet en Richtlijnen voor de jaarverslaggeving staan het toe dat rente op schulden wordt meegenomen in de vervaardigingprijs van een actief waarvoor noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om het gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. IFRS verplicht een dergelijke activering. Als rente wordt geactiveerd, wordt dikwijls ervoor gepleit om deze mee te nemen als kasstroom uit investeringsactiviteiten terwijl rentelasten normaal gesproken worden gepresenteerd als operationele dan wel financieringskasstroom. Zowel IFRS als de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving geven hierover geen uitsluitsel. Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4 23
3. Verschillende keuzes bij opstellen bemoeilijken vergelijkbaarheid Uitgangspunt operationele kasstromen niet altijd hetzelfde Het uitgangspunt bij het opstellen van een is niet altijd hetzelfde. Weliswaar beginnen de meeste overzichten met de winst vóór belasting, maar dat is niet altijd het geval. Andere uitgangspunten kunnen zijn de nettowinst of EBITDA. Deze keuze heeft invloed op de aanpassingen die gemaakt moeten worden om te komen tot de kasstroom uit operationele activiteiten. Ook is het mogelijk om het op te stellen via de directe methode. Overigens heeft dit inmiddels wel de aandacht van de IASB en wordt erover nagedacht om aan deze vrije keus qua uitgangspunt een einde te maken. Veel keuzevrijheid bij rente en dividenden De regelgevers laten ondernemingen nogal wat keuzevrijheid als het gaat om de presentatie van betaalde en ontvangen interest en betaald en ontvangen dividend. Tabel 1 geeft een overzicht. Er zijn zelfs nog meer mogelijkheden. Zo sluiten wij niet uit dat betaalde interest die wordt geactiveerd ook als cash flow uit investeringsactiviteiten kan worden geclassificeerd. De interest wordt dan op dezelfde manier behandeld als het onderliggende actief. Keuze verwerking van directe invloed op omvang operationele kasstromen Het is duidelijk dat een keuze voor de ene dan wel de andere verwerking van directe invloed is op de omvang van de operationele kasstromen. Ondernemingen die niet dezelfde keuzes maken kunnen moeilijk met elkaar vergeleken worden. Hierdoor is er opnieuw sprake van een subjectief element in het. Classificatie moet op consistente basis plaatsvinden In elk geval is wel geregeld dat de classificatie op een consistente basis moet plaatsvinden. Met andere woorden: een onderneming mag niet van jaar tot jaar voor een andere indeling kiezen. Verschillende mogelijkheden voor verwerking nabetaling bij overname Het is gebruikelijk dat bij een bedrijfsovername nabetalingen worden gedaan waarvan de hoogte afhankelijk is van toekomstige ontwikkelingen en omstandigheden. Deze nabetalingsverplichting is een onderdeel van de koopprijs van de deelneming. Er zijn verschillende mogelijkheden voor verwerking in het. Afwikkeling nabetaling kan beschouwd worden als kasuitstroom uit financieringsactiviteiten Een nabetaling (in IFRS-terminologie: contingent consideration ) kan worden aangemerkt als een uitgaande kasstroom uit financieringsactiviteiten omdat de uitgestelde betaling wordt beschouwd als een financiering verstrekt door de verkopende partij. Afwikkeling nabetaling kan beschouwd worden als kasuitstroom uit investeringsactiviteiten Aan de andere kant is de nabetaling natuurlijk wel voortgekomen uit de bedrijfsovername en kan de afwikkeling ervan beschouwd worden als een kasuitstroom uit investeringsactiviteiten, net zoals de rest van de koopsom ter zake van de bedrijfsovername. Nabetaling kan gezien worden als kasuitstroom uit operationele activiteiten Een dergelijke nabetaling kan ook gezien worden als een kasuitstroom uit operationele activiteiten omdat de omvang ervan afhankelijk is van de performance ( operations ) van de overgenomen onderneming. Bij toepassing van IFRS wordt deze visie nog versterkt door het feit dat wijzigingen in de hoogte van de verplichting moeten worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Bij toepassing van Dutch GAAP leiden dergelijke wijzigingen van earn-outverplichtingen tot aanpassing van de goodwill waaruit een sterkere relatie blijkt tussen de kasstroom voortkomend uit de earn-out en de originele investering. Tabel 1. Keuzevrijheid bij presentatie van betaalde en ontvangen interest en betaald en ontvangen dividend IFRS (IAS7p31 en verder) Dutch GAAP (RJ 360.213, 214) Operationeel Investering Financieel Operationeel Investering Financieel Betaalde interest X X X X Ontvangen interest X X X X Betaald dividend X X X Ontvangen dividend X X X X 24 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4
Verschillende visies en verwerkingswijzen maken vergelijken lastiger Zonder hierover een conclusie te willen trekken geeft dit voorbeeld aan dat de verwerking van bepaalde uitgaande kasstromen nauw samenhangt met de visie die de onderneming heeft op het doel en de strekking van die betaling, in dit geval de nabetaling bij bedrijfsovername. Verschillende visies en verschillende verwerkingswijzen maken de vergelijkbaarheid lastiger wederom een subjectief element in het. Wij kunnen ons goed voorstellen dat de IASB, gegeven de diversiteit die nu bestaat in de praktijk, meer helderheid verschaft op dit punt. Verschillende gevolgen aflossing lening bij overname Bij overnames komt het regelmatig voor dat de overgenomen partij overgaat tot aflossing van haar bankkrediet, bijvoorbeeld omdat ze wordt meegenomen in een groepsarrangement van de koper als gevolg van een change of control - clausule. Hierdoor moet het bestaande krediet worden terugbetaald. Het kan ook een lening zijn aan de oude aandeelhouder. Als de koper, in het kader van de bedrijfsovername, overgaat tot aflossing van het bankkrediet van de overgenomen partij, dan kunnen de gevolgen voor het zijn: aflossing verwerkt als kasstroom uit financieringsactiviteiten; aflossing bankkrediet verwerkt als kasuitstroom uit investeringsactiviteiten. Aflossing verwerkt als kasstroom uit financieringsactiviteiten Een uitgangspunt kan zijn dat de koper uitsluitend betaalt voor de overname en nergens anders voor, waarmee de aflossing van het bankkrediet los staat van de bedrijfsovername. De aflossing daarna wordt dan verwerkt als een kasstroom uit financieringsactiviteiten, dat is de normale aflossing van een schuld. Aflossing bankkrediet verwerkt als kasuitstroom uit investeringsactiviteiten Een ander uitgangspunt kan zijn dat de aflossing van het bankkrediet wordt verricht in het kader van de bedrijfsovername en daarvan dan ook integraal deel uitmaakt. In dat geval leidt de aflossing van het bankkrediet tot een kasuitstroom uit investeringsactiviteiten, omdat een bedrijfsovername nu eenmaal op die manier wordt geclassificeerd. 4. Timing van kasstromen beïnvloeden met working capital management of herfinanciering bestaande leningen Effect van working capital management Naast beïnvloeding van de presentatie van kasstromen in het door grondslag- en presentatiekeuzes is het ook mogelijk dat de operationele of vrije kasstroom wordt beïnvloed door het aangaan van werkelijke transacties die impact hebben op de kasstromen van de onderneming. Wat met een mooi woord working capital management wordt genoemd, betekent niet veel meer dan eerder innen van de debiteuren en/of later betalen van de crediteuren. Door vlak voor balansdatum te stoppen met het betalen van crediteuren kan het management van de onderneming de operationele kasstroom er positiever laten uitzien. Hetzelfde kan bereikt worden met factoring (verkopen van vorderingen) of door bepaalde uitgaven uit te stellen tot vlak na balansdatum. De effecten van dergelijke acties op de operationele kasstroom zijn vaak eenmalig of worden zelfs in een volgende periode tenietgedaan door een tegengestelde beweging. Herfinanciering: een nieuwe lening of voortzetting van een bestaande lening Een andere manier om kasstromen te beïnvloeden middels timing betreft het al dan niet herfinancieren van bestaande leningen. Veel ondernemingen zijn bezig met de herfinanciering van bestaande leningen. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan dit leiden tot een nieuwe lening of tot de voortzetting van een bestaande lening. Belangrijke aandachtspunten voor de onderneming zijn hierbij de wijzigingen die optreden in de rentevoet, de hoogte van de lening en de looptijd. Blijkt er sprake te zijn van de voortzetting van een bestaande lening bij dezelfde bank, dan leidt dit in veel gevallen niet tot kasstromen. Daarmee heeft deze gebeurtenis geen gevolgen voor het. Is er sprake van een nieuwe lening, bij een andere of bij dezelfde bank, dan kan dit gevolgen hebben voor het. De oude lening wordt afgelost (kasuitstroom) en de nieuwe lening leidt tot een instroom van geldmiddelen. Dit moet overigens wel consistent zijn met de behandeling in de rest van de jaarrekening. De eventuele nog niet geamortiseerde kosten die aan een nieuwe lening zijn verbonden verwerkt de onderneming direct ten laste van de winst-en-verliesrekening. Zo kan herfinanciering het beïnvloeden. Als het zich allemaal afspeelt binnen dezelfde verslagperiode heeft deze transactie evenwel nauwelijks invloed op het uiteindelijke. 5. IASB wil presentatie wijzigen en onderlinge vergelijkbaarheid vergroten De IASB stelt in het project Financial statement presentation wijzigingen voor ten aanzien van het. Dit project is overigens momenteel (tijdelijk?) on hold gezet door de IASB. Wijzigingen in de presentatie van het De IASB stelt voor om het in een aantal secties te presenteren. Dat zijn onder andere Business (waarin de huidige operationele en investeringskasstromen samenkomen) en Financing. Daarnaast zullen betaalde winstbelastingen en beëindigde bedrijfsactiviteiten in afzonderlijke secties worden getoond. Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4 25
Alleen nog maar directe methode om onderlinge vergelijkbaarheid te vergroten Verder stelt de IASB voor om voor de kasstroom uit operationele activiteiten alleen nog maar de directe methode toe te staan. Een ingrijpende wijziging die op veel weerstand stuit. Als dit voorstel het niet haalt, dan wil de IASB in elk geval dat de indirecte methode zodanig wordt veranderd dat de vergelijkbaarheid van en beter wordt. Die verandering houdt in dat het altijd begint met dezelfde grootheid, bijvoorbeeld winst voor belasting of EBITDA. Op zich maakt het startpunt niet zoveel uit als het maar consistent wordt toegepast. Zoals gezegd is dit van groot belang voor de onderlinge vergelijkbaarheid. 6. Conclusie Veel gebruikers veronderstellen dat het dat is opgenomen in de jaarrekening een objectief overzicht is dat in tegenstelling tot de winst-enverliesrekening niet wordt beïnvloed door inschattingen en grondslagkeuzes van het management. Maar ook het, en de hierin gepresenteerde operationele en vrije kasstroom, kan sterk beïnvloed worden door de keuzes die het management maakt ten aanzien van grondslagen en presentatie, en door specifieke transacties die als doel kunnen hebben om de operationele of vrije kasstroom er tijdelijk of permanent beter te laten uitzien. Het is van belang dat gebruikers van de jaarrekening zich hiervan bewust zijn voordat zij de getoonde kasstromen gebruiken om hierop hun beslissingen te baseren. 26 Spotlight Jaargang 18-2011 uitgave 4