3.1 3. 2 3. 3 3. 4 3. 5



Vergelijkbare documenten
Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Cursusoverzicht Context 2014 Zaanstreek Waterland

Cursus en Thema voor mantelzorgers en vrijwilligers

Training & themabijeenkomsten 2018

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen

preventie mentale ondersteuning direct en dichtbij

Collectief aanbod Jeugd Houten

PREVENTIE VOOR POH-GGZ

Ons vignet laat zien wat we graag willen bereiken, namelijk mensen tot groei en bloei brengen als persoon en in hun relaties met andere mensen.

Praten helpt. Informatie voor hulpverleners

Informatie voor hulpverleners over preventieactiviteiten voor kinderen en ouders

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

PARELPRIJS VOOR PETER MEULENBEEK

A M E R S F O O R T & O M S T R E K E N

Voor mantelzorgers en vrijwilligers

Training & themabijeenkomsten 2017

Mantelzorg & mantelzorgondersteuning

Angststoornissen. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over angst

Websites. Voor jezelf

Mantelzorg en mantelzorgondersteuning

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen

Daarvoor gaat u naar Minters

Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

Suïcidepreventie. Marian de Groot Directeur handicap + studie Mede namens 113-Online

Training & themabijeenkomsten

OptiMent helpt verder! Cursusaanbod

Dementiepoli. Ouderen

Minters Mantelzorg. Kenniscentrum voor mantelzorgers én professionals. Voor mantelzorgers. Voor professionals. Over mantelzorg

OPVOEDEN IN TIJDEN VAN STRESS

Pieternel van Giersbergen & Dieke de Koning EENZAAMHEID / 1

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

E-Mental Health Interventies Bronnen: Robuust, Trimbos Instituut, Lijn1

MANTELZORG VANAF JANUARI 2015 EEN GROTERE ZORG VOOR GEMEENTEN

Weerbaarheidstraining voor iedereen. Weerbaar met Accres. Accres.nl/weerbaarheid

CURSUSSEN & TRAININGEN VOOR KINDEREN EN OUDERS

Nieuwsbrief Indigo Preventie Mei 2018

Preventieoverzicht depressie Gezondheids winst voor Doelgroep Naam interventie Doelstelling interventie/ boodschap

Mét familie gaat het beter

De mantelzorg DER LIEFDE

Praten met familie Hulpverleners: Last of lust. Last / lastig. Lust. Stichting Labyrint-in Perspectief

Welkom. Regiobijeenkomst onderwijs: Psychische kwetsbaarheid

Opgroeien met ziekte en zorg. Training voor professionals

Rouwen. Praten en delen met lotgenoten

Gespecialiseerde thuisbegeleiding

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

De Stemmenpolikliniek

In de put, uit de put

Depressie bij ouderen

Wanneer zijn zorgen om mijn kinderen relevant?

Is iemand in jouw omgeving verslaafd?

Alvast bedankt voor het invullen!

De Herberg komt naar u toe. We zijn niet alleen. Over omzien naar elkaar en samen opzien naar God.

Depressie bij ouderen

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Opvoeden in andere culturen

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

ondersteuning in het onderwijs

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Intact. goede redenen om een zelfhulpgroep te bezoeken

Algemene informatie over Centrum Maliebaan

zorgen voor elkaar over mantelzorgers met een migranten achtergrond stamm

Grip op je Depressie. Cursus voor mensen met depressieve klachten

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

Meer informatie MRS

Denk jij dat je. vastloopt tijdens. je studie?

OPVOEDEN IN TIJDEN VAN STRESS

en jongeren Oolgaardt lezing 24 juni 2008 Ireen de Graaf Trimbos-instituut

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee

Maak kennis. met GGZ Friesland

PIEP zei de muis. Martha de Jonge (Trimbos-instituut) Yteke Braaksma (Stichting Welzijn Amersfoort) Petra Havinga (Trimbos-instituut) KOPP-KVO Quizzz

UMC St Radboud. Mindfulness voor vrouwen met borstkanker

Dementiepoli. Ouderen

Depressie bij ouderen

DE ONTMOETING ROUWCAFE VOOR NABESTAANDEN DOOR VERLIES AAN DE DOOD

Borderline. Als gevoelens en gedrag snel veranderen. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over borderline

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

Rapportage Onderzoek Mantelzorg

Psychologische zorg voor kinderen en jongeren. De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren. Samen werken aan jezelf

Grip op je Depressie. Cursus voor mensen met depressieve klachten

goede redenen voor het bezoeken van een zelfhulpgroep

Overzicht Groepsaanbod. Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie

De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen

Psychiatrie. De Stemmenpolikliniek

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

Online Psychologische Hulp Depressie

Stabilisatiecursus Scelta Nijmegen

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Kenmerken BedrijfsMaatschappelijk Werk:

Stepped care bij Angst & Depressie: van eerste tot tweede lijn

STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Deeltijdbehandeling. Ouderen

Terrorisme en dan verder Wat te doen na een aanslag?

Mentale Weerbaarheid activiteiten voor het voortgezet onderwijs

Depressie. Meer dan een somber gevoel. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over depressie

Transcriptie:

PREVENTIE G g z - p r e v e n t i e 3 3. 1 G g z - p r e v e n t i e : d e p r e s s i e e n a n g s t 3. 2 G g z - p r e v e n t i e : ( j o n g e ) m a n t e l z o r g e r s e n f a m i l i e l e d e n 3. 3 G g z - p r e v e n t i e : j e u g d 3. 4 G g z - p r e v e n t i e : v o o r l i c h t i n g 3. 5 G g z - p r e v e n t i e : a r b e i d

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST TOELICH T ING 3.1 GGZ-PREVENTIE: DEPRESSIE EN ANGST Toelichting Depressie Gemeten naar ziektelast is depressie een van de meest invaliderende ziektes. 1 op de 10 mannen en 1 op de 5 vrouwen heeft minstens eenmaal in het leven een depressie. Ook 3 tot 8% van de 12- tot 18-jarigen heeft er last van. Van de ouderen heeft 4 tot 5% een ernstige depressie. Een veel groter percentage ouderen, 15 tot 20%, heeft een lichte vorm van depressie. 60% van de mensen met een depressie heeft ook een andere psychische stoornis, vooral angststoornissen (bron: Trimbos-instituut). Mensen met milde depressieve klachten lopen een verhoogd risico om een depressieve stoornis te ontwikkelen. Jaarlijks lijden circa 736.000 mensen aan een depressie. Angst Uit onderzoek blijkt dat bijna 20% van alle Nederlanders in zijn of haar leven ooit last heeft van een angststoornis (bron: Fonds Psychische Gezondheid). Jaarlijks hebben 250.000 mensen in Nederland een echte paniekstoornis. Daarnaast zijn er vele mensen die in mindere mate paniekklachten hebben, maar daarvan wel hinder ondervinden in hun dagelijks leven. Zij lopen het risico om op termijn een paniekstoornis te ontwikkelen. Preventieprogramma Depressie en angst Het preventieprogramma Depressie en angst van GGZ WNB is bedoeld voor mensen met lichte tot matige depressieve of angstklachten en bestaat uit verschillende cursussen waarin mensen leren zelf hun klachten aan te pakken en te verminderen. Daarmee kan voorkomen worden dat beginnende klachten uitmonden in een depressieve stoornis of angststoornis. Publiciteit en aanmelding Mensen worden op de cursussen geattendeerd via berichten in huis-aan-huisbladen en wervingsfolders bij verschillende organisaties, zoals bibliotheken, apotheken, en wachtkamers van huisartsen. Mensen kunnen zich zelf aanmelden voor een cursus. De cursussen worden minimaal twee keer per jaar aangeboden. Gestandaardiseerde programma s en aanbod op maat We maken waar mogelijk gebruik van landelijk ontwikkelde, gestandaardiseerde programma s en draaiboeken die hun nut hebben bewezen in de praktijk. Voor specifieke groepen of problemen kunnen wij een aanbod op maat ontwikkelen of bestaand aanbod aanpassen. (Zie ook: Handleiding preventie van depressie in lokaal gezondheidsbeleid, Trimbos-instituut 2007)

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST PRE V EN T IE VAN DEPRESSIE IN V ER ZORGINGSHUIZEN Preventie van depressie in verzorgingshuizen 8, 3 Wmo: collectieve ggz-preventie In verzorgingshuizen lijdt 21% van de bewoners aan depressieve symptomen en 11% aan een depressie in engere zin. Van de geïndiceerden voor een verzorgingshuis heeft ruim 40% depressieve klachten. Medewerkers hebben vaak onvoldoende kennis en vaardigheden om depressies te signaleren en deze ouderen adequaat te begeleiden. Leidinggevenden, verzorgenden en overig personeel (huishoudelijk en keukenpersoneel, baliemedewerkers en technici). Depressieve klachten bij bewoners van verzorgingshuizen voorkomen of terugdringen door medewerkers bij te scholen. Het project bestaat uit drie activiteiten: bijeenkomsten (3 dagdelen) met leidinggevenden, waarin ze bewust worden gemaakt van hun manier van werken en de consequenties hiervan voor (depressieve) bewoners. Zij leren hoe ze de zorg aan depressieve bewoners kunnen verbeteren; een cursus (4 bijeenkomsten van 2,5 uur) voor verzorgenden over vroegtijdige onderkenning van depressieve klachten en een adequate begeleiding van depressieve bewoners; een voorlichtingsbijeenkomst (2,5 uur) voor overig personeel. Onderwerpen: basiskennis over depressie, leren signaleren, en omgaan met depressieve bewoners. Alle verzorgingshuizen in de regio. Het project is ontwikkeld door het Trimbos-instituut. Er is een vast draaiboek. Het cursusmateriaal is uitgetest in 10 verzorgingshuizen en effectief gebleken.

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST IN DE PU T, UI T DE PU T In de put, uit de put. Cursus voor volwassenen met milde depressieve klachten 3 Zorgverzekeringswet (dbc) Mensen met milde depressieve klachten lopen een verhoogd risico om een depressieve stoornis te ontwikkelen. Jaarlijks lijden circa 736.000 mensen aan een depressie. Gemeten naar ziektelast is depressie een van de meest invaliderende ziektes. Depressiviteit heeft ook economische gevolgen. Enerzijds maken depressieve mensen (extra) gebruik van medische voorzieningen en anderzijds ontstaat productieverlies in arbeid door ziekteverzuim. Ook familieleden en vrienden kunnen gebukt gaan onder de ziektelast; kinderen van een depressieve ouder lopen een verhoogd risico op een psychische stoornis. Volwassenen tot 60 jaar met milde depressieve klachten. Deelnemers leren depressieve klachten in duur en ernst te beperken, waardoor de kans op een depressieve stoornis afneemt. Deelnemers leren verschillende vaardigheden om hun problemen beter te hanteren. We besteden aandacht aan ontspanningstechnieken, sociale vaardigheden, de rol van gedachten in de ontwikkeling van een depressie en het belang van plezierige activiteiten. Zelfwerkzaamheid is belangrijk in de cursus. Het draaiboek van de cursus is landelijk ontwikkeld door het Trimbos-instituut. Cursusduur: 12 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 12. Sector Preventie en sector Volwassenen Kort van GGZ WNB. Zowel uit landelijk als uit eigen onderzoek blijkt dat deelnemers zeer tevreden zijn over de cursus en dat hun depressieve klachten afnemen. De cursus werd wetenschappelijk onderzocht en is evidence based bevonden: het is een bewezen effectieve interventie die significante effecten laat zien op de vermindering van het aantal depressieve klachten. Bij aanvang, na afloop en op de terugkombijeenkomst vullen de deelnemers het meetinstrument CES-D (zelfbeoordelingsvragenlijst over depressieve symptomen) in om te kijken of de depressieve klachten zijn verminderd door deelname aan de cursus. Na afloop van de cursus vinden een mondelinge en schriftelijke evaluatie plaats.

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST IN DE PU T, UI T DE PU T 60+ In de put, uit de put 60+. Cursus voor ouderen met milde depressieve klachten 3 Zorgverzekeringswet (dbc) Van de thuiswonende 65-plussers heeft 15% depressieve klachten. Mensen met depressieve klachten lopen een verhoogd risico om een depressieve stoornis te ontwikkelen. Gemeten naar de ziektelast is depressie een van de meest invaliderende ziektes, die bovendien leidt tot (extra) gebruik van medische voorzieningen. Ook familieleden en vrienden kunnen gebukt gaan onder de ziektelast. Mensen van 60 jaar en ouder met milde depressieve klachten. Deelnemers leren depressieve klachten in duur en ernst te beperken, waardoor de kans op een depressieve stoornis afneemt. Deelnemers leren verschillende vaardigheden om hun problemen beter te hanteren. We besteden aandacht aan ontspanningstechnieken, sociale vaardigheden, de rol van gedachten in de ontwikkeling van een depressie, beter opkomen voor jezelf en het belang van plezierige activiteiten. Zelfwerkzaamheid is belangrijk in de cursus. Het draaiboek van deze cursus is landelijk ontwikkeld door het Trimbos-instituut. Cursusduur: 10 wekelijkse bijeenkomst van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 10. Sector Preventie en sector Ouderen van GGZ WNB. Zowel uit landelijk als uit eigen onderzoek blijkt dat deelnemers zeer tevreden zijn over de cursus en dat hun depressieve klachten afnemen. De cursus werd wetenschappelijk onderzocht en is evidence based bevonden: het is een bewezen effectieve interventie die significante effecten laat zien op de vermindering van het aantal depressieve klachten. Bij aanvang, na afloop en op de terugkombijeenkomst vullen de deelnemers het meetinstrument CES-D (zelfbeoordelingsvragenlijst over depressieve symptomen) in om te kijken of de depressieve klachten zijn verminderd door deelname aan de cursus. Na afloop van de cursus vinden een mondelinge en schriftelijke evaluatie plaats.

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST LICH T E DAGEN, D ONK ERE DAGEN Lichte dagen, donkere dagen. Cursus voor Turken en Marokkanen met milde depressieve klachten 3 Zorgverzekeringswet (dbc) Onder Turken en Marokkanen komen depressieve klachten veelvuldig voor. Oorzaken, aard en uitingsvorm van de klachten zijn echter anders dan bij autochtone Nederlanders. Vaak is er sprake van lichamelijke klachten zonder duidelijke lichamelijke oorzaak, zijn er sociaal-economische problemen en heeft men moeite met het leven in twee culturen. Regelmatig is er sprake van analfabetisme. Mensen die niet kunnen deelnemen aan de reguliere, Nederlandstalige cursusgroepen. Het gaat voornamelijk om de eerste generatie Turken en Marokkanen met milde depressieve klachten, die sinds langere tijd in Nederland wonen of hier recentelijk zijn komen wonen. Er zijn aparte cursussen voor vrouwen en mannen én voor mensen van Turkse en van Marokkaanse herkomst (in totaal vier groepen). Deelnemers leren depressieve klachten in duur en ernst te beperken, waardoor de kans op een depressieve stoornis afneemt. Deelnemers leren verschillende vaardigheden om hun problemen beter te hanteren. We besteden onder meer aandacht aan ontspanningstechnieken, psycho-educatie, sociale vaardigheden en de rol van gedachten in de ontwikkeling van een depressie. De co-begeleider is van dezelfde etniciteit als de cursisten. Cursusduur: 14 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur en een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 10. Indien wenselijk is er een tolk aanwezig. Co-begeleider van Turkse of Marokkaanse etniciteit. Er wordt gewerkt met het gestandaardiseerde draaiboek van het Trimbos-instituut. Zowel uit landelijk als uit eigen onderzoek blijkt dat deelnemers zeer tevreden zijn over de cursus en dat hun depressieve klachten afnemen. Deelnemers kijken positiever naar zichzelf. Ze voelen zich na de cursus gezonder en hebben gemiddeld minder depressieve klachten dan voor de cursus.

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST GEEN PANIEK! Geen Paniek! Cursus voor volwassenen met lichte tot matige paniekklachten 3 Zorgverzekeringswet (dbc) Jaarlijks hebben 250.000 mensen in Nederland een echte paniekstoornis. Daarnaast zijn er vele mensen die in mindere mate paniekklachten hebben, maar daarvan wel hinder ondervinden in hun dagelijks leven. Het centrale kenmerk van paniekklachten is de paniekaanval, dat wil zeggen een plotselinge, zonder aanleiding optredende intense angst of spanning. Een paniekaanval gaat meestal gepaard met lichamelijke verschijnselen, als hartkloppingen, trillen, zweten, ademnood of duizeligheid. Vaak ontwikkelen mensen met paniekklachten ook een angst om zich in het openbaar te begeven (zoals supermarkt, bioscoop of trein). Mensen van 18 tot 65 jaar, die last hebben van lichte tot matige paniekklachten en die hier zelf meer greep op willen krijgen. Deelnemers leren om te gaan met paniekklachten, meer greep te krijgen op de gedachten die de paniek veroorzaken of doen toenemen en zij leren zich opnieuw te begeven in moeilijke situaties. De cursus gaat uit van de situatie waarin de deelnemer zich nu bevindt en niet van de situatie uit het verleden. Theoretische achtergronden, maar ook huiswerkopdrachten, vormen een belangrijk onderdeel van de cursus. De deelnemers krijgen uitleg over paniekklachten, doen ontspanningsoefeningen en oefenen moeilijke situaties waarin zij het geleerde moeten toepassen. Er wordt gewerkt met een gestandaardiseerd draaiboek. Cursusduur: 8 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 8 tot 12. Sector Preventie en sector Volwassenen Kort van GGZ WNB. Het Trimbos-instituut heeft onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de cursus. De conclusie is dat de cursus effectief is in het verminderen van paniekklachten. De deelnemers zijn tevreden over de cursus. Bij aanvang worden de angstklachten gemeten via een vragenlijst. Na afloop van de cursus vinden een mondelinge en schriftelijke evaluatie plaats.

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST ANGS T DE BA A S 60+ (IN ONT WIK K ELING) Angst de baas 60+ (in ontwikkeling). Cursus voor ouderen met lichte tot matige angstklachten 3 Zorgverzekeringswet (dbc) Uit onderzoek blijkt dat veel ouderen kampen met psychische problemen. Onder deze psychische problemen komen angstklachten veelvuldig voor (10%). Per jaar kosten angststoornissen 179,6 miljoen euro aan zorgkosten. De enkelvoudige fobie en de sociale fobie komen het meeste voor. Wanneer iemand angstwekkende situaties vermijdt, is er sprake van een fobie. Ouderen hebben vaker last van een gegeneraliseerde angststoornis. 7,3% van de ouderen tussen 55 en 85 jaar lijdt aan deze stoornis. In de leeftijdgroep tussen 65 en 76 is dat 11%. Mensen van 60 jaar en ouder met lichte tot matige angstklachten. Deelnemers leren om te gaan met angstklachten, meer greep te krijgen op de gedachten die de angst veroorzaken of doen toenemen en zij leren zich opnieuw te begeven in moeilijke situaties. Deelnemers leren vaardigheden om hun klachten te controleren en te overwinnen. Ze leren minder te piekeren en hoe zich te handhaven in situaties die hen angst aanjagen. We besteden vooral aandacht aan hoe gedachten angstklachten in stand kunnen houden. Daarnaast leren zij ontspanningstechnieken om de angstklachten te beheersen. Cursusduur: 8 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 12. Sector Preventie en sector Ouderen van GGZ WNB. Het merendeel van de deelnemers heeft significant minder last van angstklachten nadat ze aan de cursus hebben deelgenomen (Van Helsdingen, 2004, Effectmeting cursus Angst de baas 55+). Bij aanvang, na afloop en op de terugkombijeenkomst wordt een meetinstrument ingevuld: de HADS-A, een zelfbeoordelingsvragenlijst over angstsymptomen. Daarmee wordt onderzocht of de angstklachten zijn verminderd door de cursus. Na afloop van de cursus vinden een mondelinge en schriftelijke evaluatie plaats.

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST CURSUS LE V EN ME T EEN CHRONISCHE ZIEK T E Cursus Leven met een chronische ziekte 3 Zorgverzekeringswet (dbc) Een chronische ziekte kan het leven ingrijpend veranderen, zowel op lichamelijk als op psychisch en sociaal gebied. Een chronische ziekte heeft veel invloed op het dagelijks leven. Mensen met een lichamelijke beperking kunnen niet meer doen wat eerder vanzelfsprekend was. Zij voelen zich vaak tekort schieten ten opzichte van hun partner of hun gezin en vinden het moeilijk om afhankelijk te zijn van anderen. Daarnaast kunnen ze zich erg eenzaam voelen met hun ziekte. Dit alles heeft weerslag op hun stemming en hoe ze zich in het algemeen voelen. Mensen vanaf 18 jaar met een chronische, somatische ziekte en milde depressieve klachten. Psychische klachten die samenhangen met de chronische ziekte verminderen en de kwaliteit van leven verbeteren. Uitgangspunt is dat mensen die een chronische ziekte hebben, kunnen leren omgaan met de symptomen en gevolgen van hun ziekte, om daarmee de kwaliteit van leven te verbeteren. De deelnemer leert vaardigheden om stressbronnen die samenhangen met de ziekte beter te hanteren, waaronder ontspanningstechnieken, sociale vaardigheden en de rol van gedachten in de ontwikkeling van een depressie. Ook leren ze om te gaan met onbegrip en hoe zij hulp kunnen vragen. Cursusduur: 10 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur en een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 8 tot 12. Sector Preventie en sector Volwassenen Kort van GGZ WNB. Er wordt gewerkt met een gestandaardiseerd draaiboek van het Trimbos-instituut. Uit een pilotonderzoek naar de cursus blijkt dat deelnemers na afloop van de cursus minder depressieve klachten hebben. Ook na 6 en 12 maanden blijkt dat de cursus depressieve klachten kan voorkomen bij cursisten die bij aanvang lichte klachten hadden. Bij aanvang, na afloop en op de terugkombijeenkomst vullen de deelnemers het meetinstrument CES-D (zelfbeoordelingsvragenlijst over depressieve symptomen) in om te kijken of de depressieve klachten zijn verminderd door deelname aan de cursus. Na afloop van de cursus vinden een mondelinge en schriftelijke evaluatie plaats.

3.1 G GZ- PR E V E N T I E : D E PR E SS I E E N ANGST ZELFHULPT R AININGEN DEPRESSIE EN ANGS T (IN ON T WIK K ELING) Zelfhulptrainingen depressie en angst (in ontwikkeling) 3 Zorgverzekeringswet (dbc) Veel mensen ervaren zelf psychische problemen of hebben problemen met het gedrag van een psychisch zieke naaste. De stap naar de ggz is vaak te groot als het gaat om lichte klachten. Bovendien kunnen mensen vaak zelf hun problemen goed (leren) oplossen, wat ten goede komt aan het competentiegevoel en de zelfwaardering. Mensen vanaf 18 jaar met gezondheidsklachten, die willen leren gezonder om te gaan met psychische problemen en die deze problemen willen verminderen. Er is ook een zelfhulptraining om te leren omgaan met de psychische problemen van een partner of familielid. Door zelf thuis het cursusboek door te werken, krijgen de deelnemers meer kennis over hun klachten en ontwikkelen ze vaardigheden om anders om te gaan met psychische problemen van henzelf of van hun naaste. Er zijn vier zelfhulpcursussen: Angstige gevoelens? Zelf aan de slag Sombere gevoelens? Zelf aan de slag Een depressieve naaste? Aandacht voor uzelf! Dementie? Het zal uw zorg maar zijn! De zelfhulpcursussen richten zich op de gezonde kant van de deelnemers en op het aanleren van probleemoplossende vaardigheden. De deelnemer krijgt een werkboek en voert de opdrachten min of meer zelfstandig uit. Bij de start van de cursus krijgt de cursist een kennismakingsgesprek van een uur met de coach. Daarna vindt telefonische coaching plaats waarin de coach het werkboek en eventuele moeilijkheden met de cursist bespreekt. Deze telefoongesprekken van een kwartier vinden om de week plaats. Voor elke deelnemer houdt de coach een logboek bij. Er zijn geen externe instanties bij deze zelfhulpcursus betrokken. Er wordt gewerkt volgens het onderzochte draaiboek van ggz-instelling Indigo. De medewerkers van de sector Preventie hebben een opleiding gevolgd bij Indigo om deze training te mogen uitvoeren. Indigo en Trimbos-instituut hebben (literatuur)onderzoek verricht naar de training en positieve resultaten gevonden. Zelfhulp bij depressie en angst is zowel op korte als op lange termijn effectief (Effectiviteit van zelfhulpprogramma s, Trimbos-instituut, 2002). Bij het laatste telefonische contact wordt de cursus geëvalueerd aan de hand van een vragenlijst.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N TOELICH T ING 3.2 GGZ-PREVENTIE: (JONGE) MANTEL- ZORGERS EN FAMILIELEDEN Toelichting Extra risico voor mantelzorgers in de ggz De situatie van mantelzorgers in de ggz verschilt van die van mantelzorgers van mensen met een fysieke handicap of chronische ziekte (uit factsheet Mantelzorg in de geestelijke gezondheidszorg, www.eiz.nl): Een psychiatrische stoornis is niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld. De (emotionele) steun die de mantelzorgers geven is daardoor ook vaak onzichtbaar. Volgens het ministerie van VWS vereist deze doelgroep dan ook speciale aandacht. Familieleden vinden het moeilijk om met anderen over de stoornis te praten. Er rust nog altijd een taboe op psychiatrische problemen. Ook is er veel onbegrip. Veel psychiatrische stoornissen kennen een onvoorspelbaar verloop. Een psychiatrische stoornis met stemmingswisselingen, impulsief gedrag, achterdocht, angst of agressie trekt een zware wissel op de relatie tussen mantelzorger en patiënt. Mantelzorgers kunnen zich verantwoordelijk voelen voor het ontstaan van de stoornis. Bij een psychiatrische aandoening in combinatie met een verslavingsprobleem kunnen er problemen zijn met politie en justitie. Veel mantelzorgers in de ggz raken overbelast en krijgen zelf ook psychische problemen. Preventieprogramma Familieleden van het programma Familieleden van GGZ WNB is het voorkomen, vroegtijdig onderkennen en beperken van overbelasting en psychische problemen bij mantelzorgers en naasten van mensen met psychiatrische problemen. Het programma bestaat uit cursussen en gespreksgroepen en wordt tweemaal per jaar aangeboden. Ook adviseren we de stichting Familieleden van Psychiatrische Patiënten (FPP), en organiseren we jaarlijks thema-avonden voor de doelgroep. KOPP/KVO Een aparte doelgroep zijn de kinderen van ouders met psychiatrische problemen of een verslavingsprobleem (KOPP/KVO). In Nederland krijgen circa 1,6 miljoen kinderen en jongeren onder de 22 jaar jaarlijks te maken met een psychisch zieke of verslaafde ouder. Vaak zijn deze kinderen ook jonge mantelzorgers. Voor verschillende leeftijdsgroepen organiseren we lotgenotencontact. Om jongeren te bereiken werken we ook met nieuwe media (internet). De beschrijving van het moeder-peuterproject staat in hoofdstuk 2.2 (OGGZ: kinderen en jeugd) omdat hier OGGZ-toeleidingsmiddelen voor worden aangevraagd. Gestandaardiseerde programma s We maken zo veel mogelijk gebruik van landelijk ontwikkelde, gestandaardiseerde programma s en draaiboeken die hun nut bewezen hebben in de praktijk.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N AL SOF JE OP EIEREN LO OPT Alsof je op eieren loopt. Cursus voor familieleden en naasten van mensen met een borderlinestoornis 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Eén tot twee procent van de Nederlandse bevolking (ca. 150.000 mensen) lijdt aan een borderlinestoornis. Deze stoornis treft niet alleen degenen die er zelf aan lijden, maar belast partners, kinderen, ouders en andere nauw betrokkenen veelal zwaar. Mensen die lijden aan borderlinestoornis doen vaak een groot beroep op hun naaste omgeving. Omgaan met iemand met een borderlinestoornis is voor veel mensen ingewikkeld en verwarrend. Dat komt omdat iemand met borderline vaak impulsief handelt en last heeft van stemmingswisselingen. Conflicten in de relatie, isolement en eenzaamheid, oververmoeidheid, overbelasting en overspannenheid bij de naasten komen veelvuldig voor. Ook krijgen veel familieleden zelf psychische klachten, zoals een depressie. Familieleden en naasten van mensen die lijden aan een borderlinestoornis. voorkomen dat familieleden en mantelzorgers overbelast raken of zelf psychische problemen krijgen; informatie geven over het ziektebeeld en hoe ze daarmee om kunnen gaan; doorbreken van het isolement. De nadruk in de bijeenkomsten ligt op overdracht van kennis en informatie over de borderlinestoornis als ziekte. Kennis over de borderlinestoornis is een voorwaarde om het gedrag van iemand met deze ziekte beter te begrijpen. Daarnaast besteden we aandacht aan het uitwisselen van ervaringen en oefenen de deelnemers met nieuw gedrag. Cursusduur: 7 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 12. Stichting Familieleden Psychiatrische Patiënten Westelijk Noord-Brabant. Deelnemers delen ervaringen met lotgenoten, krijgen informatie en leren beter om te gaan met hun naaste met een borderlinestoornis, waarmee voorkomen wordt dat situaties uit de hand lopen en de betrokkene zelf overbelast raakt. In deze cursus wordt gewerkt met een landelijk ontwikkeld gestandaardiseerd draaiboek dat zijn nut bewezen heeft in de praktijk.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N OMGA AN ME T DEPRESSIE V E MENSEN Omgaan met depressieve mensen. Cursus voor familieleden en naasten van mensen met een depressie 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Een depressie treft niet alleen diegene die er zelf aan lijdt. Ook partners, kinderen, ouders en andere naaste betrokkenen ondervinden er de negatieve gevolgen van. Een depressie kan bij familieleden leiden tot conflicten in de relatie, isolement en eenzaamheid, oververmoeidheid en overbelasting. Het risico dat familieleden zelf ook depressief worden of andere psychische klachten krijgen is aanwezig. Dit kan leiden tot extra gebruik van gezondheidszorgvoorzieningen en (langdurige) uitval uit het arbeidsproces. Daarnaast zijn overbelaste familieleden niet (meer) in staat degene met een gediagnosticeerde depressie voldoende op te vangen en te steunen, hetgeen kan leiden tot een stagnatie in het herstelproces. Ook aanwezige kinderen in het gezin lopen het risico psychische problemen te ontwikkelen. Familieleden en naasten van mensen die lijden aan een depressie. voorkomen dat familieleden en mantelzorgers overbelast raken of zelf psychische problemen krijgen; informatie geven over het ziektebeeld en hoe ze daarmee om kunnen gaan; doorbreken van het isolement. In de bijeenkomsten wordt informatie verstrekt over depressie, er worden ervaringen uitgewisseld en er is aandacht voor het leren omgaan met depressieve mensen. Ook wordt er ruim aandacht besteed aan wat deelnemers zelf kunnen doen om overbelasting te vermijden of te verminderen. Cursusduur: 10 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 12. Stichting Familieleden Psychiatrische Patiënten Westelijk Noord-Brabant. Deelnemers delen ervaringen met lotgenoten, ontvangen informatie over het ziektebeeld en leren beter om te gaan met depressieve naasten. Ook krijgen zij handvatten aangereikt die voorkomen dat zij zelf of hun kinderen psychische klachten ontwikkelen. In deze cursus wordt gewerkt met een landelijk ontwikkeld gestandaardiseerd draaiboek dat zijn nut bewezen heeft in de praktijk.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N OMGA AN ME T SCHIZOFRENIE Omgaan met schizofrenie. Cursus voor familieleden en naasten van mensen met schizofrenie 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Schizofrenie is een ernstige psychiatrische ziekte waaraan een op de honderd mensen lijdt. De groep familieleden en vrienden die met de gevolgen van de ziekte te maken krijgt is dus aanzienlijk. Omgaan met schizofrene mensen is niet eenvoudig. De zorgen over het zieke familielid zijn vaak groot en kunnen het leven gaan beheersen. Vaak is het onduidelijk waar men goed aan doet. Bij betrokkenen leven veel vragen: Is de ziekte erfelijk? Had ik het kunnen voorkomen? Wat doen de medicijnen precies? Wat zijn de gevolgen van een psychose? Wat zegt de wet over een gedwongen behandeling? Heb je als familielid iets te zeggen over de behandeling? Om de zorg voor het zieke familielid vol te houden, hebben betrokkenen ruimte nodig voor een eigen leven; een steuntje in de rug kunnen zij hierbij goed gebruiken. Familieleden en naasten van mensen die lijden aan schizofrenie. voorkomen dat familieleden en mantelzorgers overbelast raken of zelf psychische problemen krijgen; informatie geven over het ziektebeeld en hoe ze daarmee om kunnen gaan; doorbreken van het isolement. In de bijeenkomsten wordt informatie gegeven over de ziekte schizofrenie, over de behandeling, de medicatie en het sociaal functioneren van de zieke persoon. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de omgang met het zieke familielid en de mogelijkheden voor hulpverlening, en wordt kennisgemaakt met belangenverenigingen van familieleden. Een van de twee begeleiders is een ervaringsdeskundige van de Stichting Familieleden Psychiatrische Patiënten. Cursusduur: 10 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 12. Stichting Familieleden Psychiatrische Patiënten Westelijk Noord-Brabant. Deelnemers leren beter om te gaan met het zieke familielid, waardoor het functioneren van het familielid verbetert en de kans op terugval afneemt. Ook wordt overbelasting bij de familieleden zelf voorkomen. In deze cursus wordt gewerkt met een landelijk ontwikkeld gestandaardiseerd draaiboek dat zijn nut bewezen heeft in de praktijk.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N OMGA AN ME T DEMEN T IE Omgaan met dementie. Cursus voor familieleden en naasten van jongdementerenden 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Na een vaak lange en onzekere tijd is bij een familielid een vorm van dementie vastgesteld. Dementie is een ziekte die niet overgaat. Zeker bij dementie op jonge leeftijd verandert het leven totaal, voor zowel de cliënt als voor de partner en kinderen. Dit levert tal van vragen op en kan leiden tot spanningen en conflicten, isolement en eenzaamheid, oververmoeidheid, overbelasting en andere psychische klachten, met mogelijk uitval uit het arbeidsproces. Familieleden en directbetrokkenen van jongdementerenden. voorkomen dat familieleden en mantelzorgers overbelast raken of zelf psychische problemen krijgen; informatie geven over het ziektebeeld en hoe ze daarmee om kunnen gaan; doorbreken van het isolement. Aan de hand van thema s geven we informatie over het ziektebeeld en daarmee samenhangende factoren. Er is veel aandacht voor het delen van ervaringen door de deelnemers en uitwisselen van adviezen. Daarnaast staan we stil bij wat de deelnemers kunnen doen om overbelasting te vermijden of te verminderen. Een gestandaardiseerd draaiboek is in ontwikkeling. Cursusduur: 8 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 12. Stichting Groenhuysen Familieleden en directbetrokkenen delen ervaringen met lotgenoten, krijgen informatie en leren beter om te gaan met de jongdementerende, waarmee voorkomen wordt dat betrokkene zelf overbelast raakt.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N GESPREK SGROEP VO OR NABES TA ANDEN NA ZELFD ODING Gespreksgroep voor nabestaanden na zelfdoding 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Een kind, broer of zus, een partner of een goede vriend(in) verliezen door zelfdoding is een schokkende ervaring. Nabestaanden blijven machteloos en verslagen achter. Het verwerken van het verlies is een moeilijk proces. Vaak worstelen nabestaanden met de vraag naar het waarom en vragen zij zich af wat ze hadden kunnen doen om de suïcide te voorkomen. Naast het gemis en verdriet kampen nabestaanden ook vaak met gevoelens van schaamte en schuld. Bovendien kunnen ze met onbegrip of ontwijkend gedrag van de mensen in hun omgeving te maken krijgen. Hierdoor lopen ze het gevaar om in een isolement terecht te komen, terwijl het praten over de overledene en over de eigen gevoelens juist van groot belang is om het gebeurde te kunnen verwerken. Mensen die minimaal zes maanden geleden een dierbare verloren hebben door zelfdoding. Nabestaanden ondersteunen om te voorkomen dat ze zelf psychische problemen krijgen of in een isolement raken. Tijdens de bijeenkomsten is ruimte voor het persoonlijk verhaal van de deelnemers, voor herkenning, onderlinge steun en voor het uitwisselen van ervaringen rond verschillende thema s die met zelfdoding samenhangen. Thema s die aan de orde komen zijn onder andere de confrontatie met zelfdoding, het afscheid, het zoeken van verklaringen, gevoelens van schaamte en schuld, reacties van de omgeving, ervaringen met de hulpverlening, het al dan niet vertellen van de doodsoorzaak en verder leven van nabestaanden na een suïcide. Cursusduur: 12 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 12. GGZ Regio Breda Nabestaanden na zelfdoding delen hun ervaringen en gevoelens met lotgenoten, waardoor hun isolement wordt doorbroken en er ruimte ontstaat om te rouwen, en om het verlies te verwerken.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N A ANDACH T VO OR ALLO CH TONE MAN T EL ZORGER S Aandacht voor allochtone mantelzorgers. Cursus voor familieleden en naasten van mensen met een psychiatrische stoornis 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Niet-westerse allochtonen hebben moeite om psychische en psychiatrische problemen onder ogen te zien. Cultuur en religie spelen een belangrijke rol in de betekenisgeving van psychische ziekte en zijn bepalend in het zoeken naar hulp. Uit onderzoek blijkt dat mantelzorgers uit niet-westerse culturen lang wachten voordat ze hulp zoeken. Dat komt onder meer door een gebrek aan informatie en de taalbarrière. Deze mantelzorgers raken vaak in een isolement, waardoor ze in een neerwaartse spiraal terechtkomen. Allochtone familieleden (mantelzorgers) en naasten van mensen die lijden aan een psychiatrische ziekte (depressie, schizofrenie, borderline). voorkomen dat allochtone familieleden en mantelzorgers overbelast raken of zelf psychische problemen krijgen; informatie geven over het ziektebeeld en hoe ze daarmee om kunnen gaan; doorbreken van het isolement. Hoofdthema s in de cursus: je rol en taak als mantelzorger; bewustwording van de zware belasting, behoefte aan steun; omgaan met het zieke familielid; beeldvorming over de ziekte en betekenisgeving in de culturele context; zorgen voor jezelf en sociale steun zoeken. Cursusduur: 10 tweewekelijkse bijeenkomsten van 2 uur, plus een terugkombijeenkomst. Aantal deelnemers: 6 tot 10. Stichting Familieleden van Psychiatrische Patiënten Westelijk Noord- Brabant, Stichting Vrijwillige Thuiszorg (SVT), GGD West-Brabant, welzijnswerk (SIW), Traverse, sleutelfiguren uit de allochtone gemeenschap, moskeeën en belangenorganisaties. Door de voorlichting zijn mantelzorgers zich eerder bewust van overbelasting. Ze weten beter de weg te vinden naar hulp en worden tijdig geholpen. Omdat ze meer kennis hebben over het ziektebeeld van hun familielid weten ze beter hoe ermee om te gaan. Door de aandacht voor de beleving in de culturele context lukt het mantelzorgers eigen grenzen aan te geven. De contacten in de groep helpen het isolement te doorbreken.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N AL ZHEIMERC AFÉ BERGEN OP ZO OM EN RO OSENDA AL Alzheimercafé Bergen op Zoom en Roosendaal 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Praten over dementie is voor dementerenden zelf en voor hun familie of partner erg moeilijk. Voor de acceptatie van de ziekte is het goed als deze mensen over hun ervaringen kunnen praten met anderen. Dementerenden en hun familieleden en partners. voorlichting geven over dementie; taboe rond dementie doorbreken; emancipatie van de dementerende (praten mét hen en niet over hen); isolement van mantelzorgers en dementerenden doorbreken; lotgenotencontact en uitwisseling van ervaringen; gezelligheid. Zowel in Roosendaal als in Bergen op Zoom wordt tien keer per jaar een Alzheimercafé georganiseerd: een bijeenkomst voor dementerenden, hun partner, familie, en anderen in een ongedwongen, ontspannen sfeer. De activiteiten zijn enerzijds gericht op het vinden van erkenning en herkenning en anderzijds op het uitwisselen van ervaringen, tips en informatie. De caféavond kent een formeel deel waarin informatieoverdracht over een thema centraal staat (soms met een gastspreker), en een informeel deel waarin ruimte is voor discussie en vragen. Ook is er een muzikaal intermezzo. Via folders en aankondigingen in huis-aan-huisbladen wordt bekendheid gegeven aan het Alzheimercafé Het Alzheimercafé is tevens beschikbaar voor invoering in andere gemeenten. Hbo(+) Stichting Groenhuysen; Alzheimer Nederland afdeling West-Brabant. Per bijeenkomst zijn er tussen de 50 en 80 gasten, zowel vaste bezoekers als nieuwe mensen. De meeste bezoekers zijn familieleden van dementerenden. Zij beoordelen het Alzheimercafé positief, zo blijkt uit de jaarlijkse enquête. Vooral het informatieve deel wordt op prijs gesteld.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N MAN T EL ZORGC AFÉ BERGEN OP ZO OM EN RO OSENDA AL Mantelzorgcafé Bergen op Zoom en Roosendaal 4 Wmo: collectieve ggz-preventie Mantelzorgers lopen het gevaar overbelast te raken en zelf psychische of lichamelijke klachten te ontwikkelen (zie toelichting). Ze hebben grote behoefte aan informatie, steun en advies, en aan ontspanning en ontmoeting van lotgenoten. Zowel voor mantelzorgers van mensen met een psychisch of psychiatrisch probleem, als voor mantelzorgers van mensen met langdurige fysieke problemen. vergroten van kennis bij de mantelzorgers over zaken waar zij als mantelzorger mee te maken krijgen; isolement van mantelzorgers doorbreken; bevorderen lotgenotencontact en uitwisseling van ervaringen; gezelligheid. Het Mantelzorgcafé is een ontmoetingsplek voor mantelzorgers en andere belangstellenden. De opzet is hetzelfde als die van het Alzheimercafé: een combinatie van informatie, uitwisseling van ervaringen en ontspanning. De opzet van het Mantelzorgcafé in Roosendaal: vier keer per jaar is er een themabijeenkomst, met onderwerpen als indicatiestelling door het CIZ, de Wmo, mogelijkheden voor dagopvang, spanningsklachten, vakantie en ontspanning. De opzet van het Mantelzorgcafé in Bergen op Zoom: vier maal per jaar een themabijeenkomst en daarnaast maandelijks een inloopmiddag. Hbo(+) Roosendaal: SVT Informele Zorg West-Brabant en Stichting Groenhuysen; Bergen op Zoom: SVT Informele Zorg West-Brabant, Vivensis, Stichting Welzijn Ouderen, gecoördineerd Ouderenwerk Zuidwesthoek. De themabijeenkomsten worden bezocht door gemiddeld 80 personen, afhankelijk van het thema. Naarmate de naamsbekendheid groter wordt, neemt ook het aantal bezoekers toe. De inloopmiddagen in Bergen op Zoom worden steeds frequenter bezocht.

3. 2 G GZ- PR E V E N T I E : ( J O N G E) M ANTELZO RGERS E N FA M I LI E LE D E N KOPS TORING (KOPP/ K VO) Kopstoring. Digitale ondersteuning van jonge mantelzorgers (KOPP/KVO) 4, 2 Wmo: collectieve ggz-preventie Opgroeien met een psychisch zieke of verslaafde ouder betekent voor veel kinderen opgroeien onder moeilijke omstandigheden. De (on)voorspelbaarheid van de ziekte, de geringe kennis en het gebrek aan geruststelling blijken voor kinderen erg belastend te zijn. Jongeren hebben vaak een grote verantwoordelijkheid thuis, waardoor zij niet de dagelijkse dingen kunnen doen die hun leeftijdsgenoten doen. Of zij kiezen er juist voor om veel van huis te zijn, om niet met de problemen thuis geconfronteerd te worden. Ook lopen jongeren vaak rond met vragen over erfelijkheid van de ziekte, over een relatie aangaan en over kinderen krijgen. De leeftijdsgroep 12 tot 26 jaar is moeilijk te bereiken met het bestaande aanbod. Jongeren van 12 tot 26 jaar die een ouder hebben met psychische problemen. Laagdrempelige informatie en hulp bieden, om: het isolement te doorbreken; jongeren te leren beter met de situatie om te gaan; te voorkomen dat deze jongeren zelf psychische problemen krijgen. Kopstoring is een landelijke website met e-mental-health-interventies. De site is een initiatief van het Trimbos-instituut en een aantal ggz-instellingen uit Gelderland. GGZ WNB neemt sinds 1 februari 2007 deel aan Kopstoring. Via internet kunnen jongeren laagdrempelig en anoniem informatie vinden over het ziektebeeld van hun ouder, ze kunnen ervaringen uitwisselen met andere jongeren op het forum, vragen stellen aan een deskundige via de e-mailservice of ze kunnen chatten met een deskundige. Jongeren van 16 tot en met 25 jaar kunnen een onlinecursus van acht bijeenkomsten volgen in een gesloten chatbox (zes deelnemers, twee begeleiders). Trimbos-instituut en negen andere ggz-instellingen. Kopstoring levert een bijdrage aan het voorkomen van isolement, psychische problemen en gedragsproblemen bij jongeren die een ouder hebben met psychische problemen. Het Trimbos-instituut houdt een landelijke evaluatie naar Kopstoring. Medio 2007 zijn er per dag 200 tot 300 hits (bezoekers) op de site. Dit betekent ongeveer 10.000 bezoekers per maand.