1 Inleiding / samenvatting... 7. 1.1 Inleiding... 7 1.2 Samenvatting... 9. 2 Programmaplan... 17



Vergelijkbare documenten
DB-vergadering Agendapunt 5

Voorstel aan dagelijks bestuur

CMFB Agendapunt: CMFB 5

PROGRAMMABEGROTING

Voorstel aan dagelijks bestuur

Financiële begroting 2016

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

WATERSCHAPSBLAD 2010, NUMMER 25 BIJL.: Agendapunt: 6

PROGRAMMABEGROTING

Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, /LUT 4/4

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Paragraaf 4: Financiering

DB-vergadering Agendapunt 15

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BEGROTING Paragraaf Financiering

Jaarrekening Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Artikel 1. Definities

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

BEGROTING bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Onderwerp: Meerjarenraming en ontwerpbegroting 2017 WBL

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Paragraaf Financiering

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Nota Reserves en Voorzieningen

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde uitgangspunten hebben betrekking op:

2e wijziging programmabegroting

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

DB-vergadering Agendapunt 9

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Verordening op het financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Notitie Rentebeleid 2007

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming

Jaarrekening Stichting Bibliotheek De Groene Venen

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

1 e wijziging Begroting 2013

Financiële verordening

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

Inhoud. Programmabegroting

In hoofdstuk 1. Jaarverslag 2011 treft u een bestuurlijke samenvatting aan van de belangrijkste zaken uit de Jaarrapportage 2011.

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

Treasurystatuut 2018

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

3.4 Paragraaf Financiering

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Raadsvoorstel Onderwerp: Jaarstukken 2014 en zienswijze ontwerpbegroting 2016 GR Cocensus

gezien het voorstel van de Tijdelijke Commissie ingesteld door de Drechtraad van 21 augustus 2006 en 13 november 2006; b e s l u i t :

WATERSCHAPSBLAD 2011, NUMMER 24 BIJL.: 2 Agendapunt: 9

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

TARIEVENNOTA november 2018

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Beleidsrekening

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Jaarstukken lezen en begrijpen (Opfris)cursus voor gemeenteraadsleden

Deloitte Insight Financiële trendanalyse Gemeenten, Provincies en Waterschappen

Jaarrekening Bibliotheek IJmond Noord

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Treasurystatuut 2010

afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de omgevingsdienst met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid

Specialisterren Foundation Kobaltweg CE Utrecht. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Jaarrekening Stichting De Bibliotheek

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

Financiële Verordening 2015 gemeente Papendrecht

1 e kwartaalrapportage 2015 NZV

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD

Schuldpositie gemeente Bergen Is de positie houdbaar?

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Heiloo

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1 Inleiding / samenvatting... 7 1.1 Inleiding... 7 1.2 Samenvatting... 9 2 Programmaplan... 17 2.1 Programma Plannen... 18 2.2 Programma Watersysteem... 21 2.3 Programma Veiligheid... 24 2.4 Programma Zuiveren... 27 2.5 Programma Instrumenten... 29 2.6 Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen... 32 2.7 Programma Bedrijfsvoering... 36 3 Overige paragrafen... 39 3.1 Ontwikkelingen en uitgangspunten... 39 3.2 Incidentele opbrengsten en kosten... 41 3.3 Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen... 43 3.4 Waterschapsbelastingen... 45 3.5 Het weerstandsvermogen... 48 3.5.1 Risico's... 48 3.6 De financiering... 53 3.6.1 Rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid... 53 3.6.2 Liquiditeitspositie... 56 3.6.3 Treasurybeheer... 58 3.7 Verbonden partijen... 59 3.8 Bedrijfsvoering... 59 3.9 EMU-saldo... 60 3.10 Topinkomens... 60 4 Waterschapsbedrijf Limburg... 61 4.1 Relatie... 61 4.2 Begroting... 61 4.3 Geldstroom... 61 4.4 Reservepositie... 62 5 Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen... 63 5.1 Relatie... 63 5.2 Begroting / begrotingswijzigingen... 63 5.3 Geldstroom... 63 5.4 Reservepositie... 64 Waterschap Roer en Overmaas / 130886 3

6 Balans met toelichting... 67 6.1 Balans... 67 6.2 Indeling en waardering balansposten... 68 6.3 Vaste activa... 69 6.4 Vlottende activa... 72 6.4.1 Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar... 72 6.4.2 Liquide middelen... 72 6.4.3 Kortlopende vorderingen... 72 6.4.4 Overlopende activa... 74 6.5 Vaste passiva... 75 6.5.1 Eigen vermogen... 75 6.5.2 Voorzieningen... 76 6.5.3 Vaste schulden... 77 6.6 Vlottende passiva... 78 6.6.1 Netto vlottende schulden... 78 6.6.2 Overlopende passiva... 78 6.7 Niet uit de balans blijkende verplichtingen... 80 7 Exploitatierekening naar programma s... 81 7.1 Programma plannen... 83 7.2 Programma watersysteem... 84 7.3 Programma veiligheid... 86 7.4 Programma zuiveren... 88 7.5 Programma instrumenten... 89 7.6 Programma bestuur, externe communicatie en belastingen... 90 7.7 Programma bedrijfsvoering... 91 7.8 Investeringskredieten... 93 8 Exploitatierekening naar kostendragers... 96 8.1 Kostentoerekening... 96 8.2 Kostendrager... 97 8.3 Dekkingsmiddelen... 98 8.4 Realisatie kostendragers 2012 versus gewijzigde begroting 2012... 99 9 Exploitatierekening naar kosten en opbrengsten... 101 9.1 Toelichting op kosten... 103 9.2 Toelichting op opbrengsten... 107 9.3 Exploitatieresultaat... 110 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant... 111 Voorstellen... 113 4 Programmarekening 2012

Deel III Bijlagen... 117 Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Bijlage H Bijlage I Bijlage J Bijlage K Vaste Activa Reserves en voorzieningen Vaste schulden Personeelslasten Berekening van het rente-omslagpercentage Kostenverdeelstaat Begroting WBL en BsGW Programma s en beleidsproducten Treasury Opbouw EMU-saldo Meerjarig investeringsplan Waterschap Roer en Overmaas / 130886 5

6 Programmarekening 2012

Daarnaast zijn in het jaarverslag de verplichte paragrafen volgens de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de ontwikkelingen gedurende het verslagjaar, de incidentele kosten en opbrengsten en de onttrekkingen aan de overige bestemmingsreserves en voorzieningen. Ook wordt aandacht besteed aan de waterschapsbelastingen, het weerstandsvermogen en de financiering. Verder worden de (eventuele) verbonden partijen toegelicht en komt de bedrijfsvoering aan de orde. Tot slot wordt het EMU saldo nog in beeld gebracht en aandacht besteed aan de topinkomens. Jaarrekening De jaarrekening vormt de basis voor de controleverklaring en is door de accountant onderzocht op getrouwheid en rechtmatigheid. De jaarrekening betreft het cijfermatige deel van de programmarekening en is opgesteld in overeenstemming met de landelijke beleid- en beheerproducten (BBP) structuur. De BBP-opzet bestaat onder meer uit een systematiek van doorberekening van overheadkosten. Ook maken de controleverklaring en het voorstel tot vaststelling van de jaarrekening inclusief de bestemming van het rekeningresultaat deel uit van de jaarrekening. Verder omvat de jaarrekening de balans per 31 december 2012. Hoofdstuk 6 geeft de balanspositie van het waterschap per 31 december 2012 weer, met een nadere uiteenzetting per afzonderlijke balanspost. In de jaarrekening wordt ook ingegaan op de financiële realisatie van de programma s. Het zwaartepunt van de beleidsmatige aspecten is opgenomen in het jaarverslag terwijl de presentatie op de financiële aspecten een plek krijgt in de jaarrekening. Tot slot wordt nog ingegaan op de kostendragers (lees taken) en kosten en opbrengsten en wordt een korte analyse gegeven van de gewijzigde begroting 2012 versus realisatie. Bijlagen In deel III zijn de bijlagen en het meerjarig investeringsplan (MIP) inclusief de af te sluiten projecten opgenomen. In het MIP wordt de realisatie versus de raming van de investeringsprojecten weergegeven. Daarnaast wordt aangegeven welke projecten zijn afgerond en financieel worden afgesloten. In totaliteit zijn elf bijlagen bijgevoegd, waaronder de staat van vaste activa, reserves en voorzieningen, vaste schulden en personeelslasten. 8 Programmarekening 2012

1.2 Samenvatting In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen het resultaat van de exploitatie op programma- en kostensoortenniveau gepresenteerd evenals de investeringen. Verder wordt een korte toelichting op beide onderdelen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2012 gegeven. Ten slotte wordt nog een overzicht gepresenteerd met de belangrijkste cijfers van ons waterschap. Exploitatie op programmaniveau Het beleid kan op programmaniveau op basis van de netto kosten in het verslagjaar als volgt worden weergegeven. Programma 2012 Realisatie Plannen 3.021.525 Watersysteem 14.073.407 Veiligheid 1.827.046 Zuiveren 44.933.557 Instrumenten 6.809.712 Bestuur, externe communicatie en belastingen 7.644.992 Bedrijfsvoering 0 Programmatotaal 78.310.239 Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg 186.544 Resultaat 2011 Waterschapsbedrijf Limburg 2.904.020 Dividenden en overige algemene opbrengsten 112.612 Onttrekking voorziening TAX-i 73.000 Totaal netto kosten 75.407.151 Opbrengst w aterschapsbelastingen, inclusief kw ijtschelding en oninbaarverklaringen 78.125.092 Exploitatieresultaat 2.717.941 Voor een nadere toelichting op de programma's wordt verwezen naar hoofdstuk 2. Exploitatie op kostensoortenniveau Omdat in de jaarrekening de verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2012 op kostensoortenniveau worden verklaard kan het resultaat van de jaarrekening volgens de indeling van de kostensoorten als volgt worden weergegeven. Kosten / Opbrengsten 2012 Realisatie Kosten 79.615.126 Opbrengsten 82.333.067 Exploitatieresultaat 2.717.941 Het totaal van de kosten en opbrengsten over 2012 resulteert in een positief resultaat van 2.717.941. Ten opzichte van de gewijzigde begroting zijn, afgerond op duizendtallen, de kosten met 4.251.000 afgenomen en de opbrengsten toegenomen met 866.000. Waterschap Roer en Overmaas / 130886 9

In totaliteit is sprake van een daling van de kosten met 5,07% en een stijging van de opbrengsten met 1,06%. Kosten en opbrengsten realisatie 2012 versus gewijzigde begroting 2012 Onderstaand zijn de voornaamste afwijkingen van de kosten en de opbrengsten ten opzichte van de gewijzigde begroting 2012 weergegeven en kort toegelicht. Kosten (afgerond op 1.000) Bedrag Rente en afschrijvingen -284.000 Personeelslasten -22.000 Goederen en diensten van derden -486.000 Bijdragen aan derden 109.000 Toevoegingen aan voorzieningen 39.000 Onvoorzien -3.607.000 De post rente en afschrijving is afgenomen omdat de berekende rente over de eigen financieringsmiddelen (lees interne rentelasten) aanzienlijk lager is als gevolg van de neerwaartse bijstelling van het rentepercentage door de renteontwikkeling op de financiële markten. De afschrijvingskosten zijn door een iets lager gerealiseerd investeringsniveau eveneens afgenomen. De personeelslasten zijn, ondanks de stijging van de sociale lasten door de hogere werkelijke premiepercentages ten opzichte van de in de raming gehanteerde percentages, door een lagere dan geraamde personeelssterkte afgenomen. De goederen en diensten van derden zijn lager door de daling van het onderhoud derden, de onderhoudskosten van hard- en software en adviezen van derden. Daarnaast dalen de kosten van afrasteringen, projectborden, schadevergoedingen en exposities en educatie eveneens. De hogere bijdrage aan derden is een gevolg van de overschrijdingen op de uitgaven die gemoeid zijn met de stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak en de stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking. Van de geraamde uitgaven voor de stimuleringsregeling aanpak riooloverstorten daarentegen is geen gebruik gemaakt. De stijging van de toevoegingen aan de voorzieningen is een gevolg van de toevoeging aan de voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen die niet was voorzien. De post onvoorzien is niet aangewend. Opbrengsten (afgerond op 1.000) Bedrag Financiële baten -258.000 Personele baten 58.000 Goederen en diensten aan derden 60.000 Bijdragen van derden 37.000 Bijdragen van derden WPM 75.000 Waterschapsbelastingen 800.000 Interne verrekeningen 94.000 De financiële baten zijn afgenomen door de lagere opbrengst van de interne rente als gevolg van de neerwaartse bijstelling van het rentepercentage door de renteontwikkeling op de financiële markten. De personele baten zijn toegenomen door een hogere bijdrage van de Uitkeringsinstantie voor Werknemers Verzekeringen (UWV) in de kosten van zwangerschap en ziekte. Daarnaast is als gevolg van de werkelijk bestede uren een hogere bijdrage ontvangen voor de detachering van twee medewerkers en is een subsidiebijdrage ontvangen voor Floodwise. 10 Programmarekening 2012

De goederen en diensten aan derden zijn toegenomen door een grondverkoop en een hogere provinciale bijdrage voor de controle van het zwemwater. De bijdragen van derden is toegenomen door de bijdrage van Waterschap Peel en Maasvallei (WPM) in de verevening van het aantal vervuilingseenheden per 31 december 2012. Daarnaast is de bijdrage voor de muskusrattenbestrijding hoger uitgevallen. De waterschapsbelastingen zijn als gevolg van een gerealiseerde meeropbrengst over het belastingjaar 2011 en 2012 toegenomen. De interne verrekeningen zijn toegenomen door de vrijval van de voorziening Tax-i en de geactiveerde lasten doordat meer uren aan projecten zijn besteed dan verwacht. Voor een uitgebreidere toelichting op de kostensoorten wordt verwezen naar hoofdstuk 8. Investeringen Het investeringsvolume, met uitzondering van bedrijfsvoering, die betrekking hebben op het watersysteem zijn gebaseerd op het Waterbeheersplan WRO 2010-2015, het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012, de inspanningsverplichtingen zoals opgenomen in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), Waterbeleid 21e eeuw (WB21), het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water. De netto investeringsuitgaven in 2012 per programma kunnen als volgt worden weergegeven. Programma 2012 Realisatie Plannen 302.063 Watersysteem 7.673.166 Veiligheid 3.367.044 Instrumenten 161.747 Bedrijfsvoering 2.683.487 Totaal netto investeringsuitgaven 2012 14.187.507 In de primitieve begroting werd nog uitgegaan van een netto investeringsniveau van 14.675.000. Gedurende het verslagjaar waren de inzichten in de investeringen zodanig dat de totale netto investeringsuitgaven via de voor- en najaarsrapportage neerwaarts zijn bijgesteld tot 14.442.000. Netto investeringsuitgaven realisatie 2012 versus gewijzigde begroting 2012 Ten opzichte van deze bijstelling zijn de netto investeringsuitgaven uiteindelijk 254.493 lager dan verwacht wat vooral tot uitdrukking komt in de programma bedrijfsvoering. Onderstaand zijn de voornaamste afwijkingen weergegeven voor de programma s watersysteem en bedrijfsvoering kort toegelicht. Waterschap Roer en Overmaas / 130886 11

In één oogopslag / Waterschap Roer en Overmaas in cijfers In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste cijfers weergegeven waardoor in één oogopslag inzicht wordt verkregen in de financiële positie van het waterschap. Onderdeel Jaarrekening 2011 2012 1 Exploitatiesaldo 1.936.646 2.717.941 2 a. Exploitatie kosten 79.680.435 79.615.126 b. Exploitatie opbrengsten 81.617.081 82.333.067 3 Afschrijvingen 7.158.000 7.192.000 4 Aflossingen langlopende geldleningen 5.192.000 5.192.000 5 Verhouding afschrijving / aflossing 1,38 1,39 6 Personeelskosten (excl bestuur) 9.110.000 9.241.000 7 Aantal fte's 133,12 130,21 8 Personeelskosten per fte 68.400 71.000 9 Bruto investeringen 12.805.000 16.827.000 10 Boekwaarde vaste activa 97.065.000 104.061.000 11 Eigen vermogen 18.227.000 20.164.000 12 Voorzieningen 1.296.000 846.000 13 Langlopende geldleningen 55.095.000 66.903.000 14 Opbrengst waterschapslasten (netto) 76.698.000 78.125.000 15 Aantal ingezetenen (huishoudens) 312.000 315.500 16 Tarief ingezetenen per woonruimte 35,54 35,95 17 WOZ-waarde gebouwd (x 1.000) 77.137.000 75.401.000 18 Tarief gebouwd (percentage van WOZ-waarde) 0,0199% 0,0204% 19 Aantal belastinghectaren ongebouwd 57.300 57.070 20 Tarief ongebouwd per hectare 31,84 32,13 21 Aantal belastinghectaren natuur 14.033 14.033 22 Tarief natuur per hectare 2,32 2,34 23 Aantal vervuilingseenheden 1.029.750 1.024.500 24 Zuiveringsheffing per ve 49,12 49,73 Waterschap Roer en Overmaas / 130886 13

14 Programmarekening 2012

Deel I Jaarverslag Waterschap Roer en Overmaas / 130886 15

16 Programmarekening 2012

Financiële gegevens programma veiligheid Begroting 2012 Gewijzigde begroting Realisatie Wat kost het 1.605.581 1.608.581 1.827.046 Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid 3.310.000 3.346.000 3.367.044 26 Programmarekening 2012

Kengetallen Begroting 2012 Gewijzigde begroting Realisatie Aantal vergunningen 140 100 109 Nalevingspercentage bij toezicht en handhaving 90% 90% 86% Aantal meldingen 200 230 256 Aantal toezichtacties - controles 1.000 1.200 1.703 Juridische juistheid bij rechterlijke toets vergunningen 90% 95% 100% Aantal bestuursrechtelijke maatregelen 3 10 4 Aantal strafrechtelijke maatregelen 15 10 10 Aantal gegevensleveringen 60 60 52 Aantal ILOW punten (fysisch chemische analyses) 250.000 270.000 363.034 Aantal m2 afgekoppeld verhard oppervlak 155.000 155.000 139.063 Aantal Ha Niet kerende grondbew erking (NKG) 10.000 10.000 10.000 Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 7.5. Financiële gegevens programma instrumenten Begroting 2012 Gewijzigde begroting Realisatie Wat kost het 6.612.404 6.709.179 6.809.712 Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid 249.000 170.000 161.747 Waterschap Roer en Overmaas / 130886 31

3 Overige paragrafen 3.1 Ontwikkelingen en uitgangspunten Op 5 juli 2011 heeft het algemeen bestuur bij de vaststelling van de meerjarenraming 2012-2016 ingestemd met de uitgangspunten voor de programmabegroting 2012. Onderstaand zijn de interne en externe factoren waarmee rekening was gehouden gecomprimeerd weergegeven. Onderdeel Uitgangspunt 2012 Interne factoren Basis Jaarrekening 2011 Gewijzigde begroting 2011 Waterbeheersplan 2010-2015 Bestuursprogramma 2009-2012 Bepalingen beleidsvoorbereiding en verantwoording Waterschappen (BBVW) Burgerlijk Wetboek BW II Verplichte uitgaven Begroting Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) Begroting Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) Afschrijving Nota vaste activa 2008 Reserves Nota reservebeleid 2008 Oninbaarheid Onvoorzien Investeringsniveau 0,50% van het belastingvolume 0,40% van het begrotingstotaal 8.915.000, exclusief te activeren uren en huisvesting Externe factoren Kosten / Inflatie 2,00% Personeelskosten 2,00% Rente langlopende leningen 4,75% Rente kortlopende leningen 2,00% Rente reserves en voorzieningen 2,00% De gevolgen van de kredietcrisis en de daaraan gerelateerde economische situatie in het verslagjaar hebben - evenals de voorgaande twee jaar - een aanzienlijk effect hebben gehad op de gehanteerde uitgangspunten (zie ook paragraaf 3.6.1). Waterschap Roer en Overmaas / 130886 39

3.2 Incidentele opbrengsten en kosten Incidentele opbrengsten en kosten kunnen leiden tot minder inzicht in het reguliere (meerjarig) beeld van opbrengsten en kosten, en dus de netto kosten. Daarnaast zijn deze elementen relevant voor het beoordelen van de financiële positie. In de BBVW is dan ook voorgeschreven dat de incidentele opbrengsten en kosten in een aparte paragraaf dienen te worden toegelicht. Bij hantering van het begrip incidenteel is sprake indien opbrengsten en kosten zich maximaal drie jaar voordoen. Incidentele opbrengsten en kosten Jaar van vrijval Bedrag Opbrengsten Meeropbrengst waterschapslasten n.v.t. 799.760 Verkoop grond n.v.t. 57.868 Vrijval voorziening TAX-i n.v.t. 73.000 Kosten Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007-2011 n.v.t. 191.564 Stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking 2008-2012 2013 763.887 Calamiteiten n.v.t. 54.248 Opbrengsten De opbrengst waterschapslasten zijn door een gerealiseerde meeropbrengst over het belastingjaar 2011 en 2012 en rekening houdende met een correctie voor oninbaar en kwijtschelding 799.760 hoger. Hierbij is sprake van een incidentele opbrengst die de financiële positie in het verslagjaar aanzienlijk beïnvloedt. In 2012 voor 57.868 grond verkocht. Omdat deze verkoop betrekking had op het afgesloten project meandering waterlopen, oude Roermeanders is deze opbrengst conform de voorschriften verantwoord op de exploitatie. In verband met de afronding van het belastingsysteem Tax-i is in 2011 500.000 gestort in de voorziening Tax-i. Op basis van de afrekening is in 2012 406.951 betaalbaar gesteld. Resteert zijn de kosten die gemoeid zijn met de externe ondersteuning van de bestuurlijke commissie, kosten ten aanzien van het evaluatietraject van Twijnstra en Gudde en het gebruik van de Logica vouchers door de waterschappen. Omdat het aandeel in deze kosten voor ons waterschap beperkt is, is in het verslagjaar 73.000 vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Kosten In 2007 is de 'stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak' vastgesteld voor de periode 2007-2011. Jaarlijks is hiervoor een bedrag van 300.000 geraamd. In de regeling is opgenomen dat aanvragen kunnen worden ingediend tot 31 december 2012, waardoor de definitieve financiële afwikkeling van de stimuleringsregeling voorzien is in 2013. In het verslagjaar hebben de uitgaven 191.564 bedragen. In 2008 is de 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' (lees erosiebestrijding) vastgesteld voor de periode 2008-2012. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van 500.000 geraamd. Vanaf 2013 komt deze regeling te vervallen. In het verslagjaar hebben de uitgaven 763.887 bedragen. Waterschap Roer en Overmaas / 130886 41

De kosten in verband met calamiteiten, te weten de Hoog watersituaties in januari en december 2012, de hoogwatergolf in Slenaken en de Blauwalg in de Holstergrub bedroegen 54.248. 42 Programmarekening 2012

3.3 Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen In de BBVW is opgenomen dat onttrekkingen aan de overige bestemmingsreserves en voorzieningen expliciet dienen te worden toegelicht in de begroting en de programmarekening. De onttrekkingen in het verslagjaar kunnen als volgt worden weergegeven: Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen Begroting 2012 Gewijzigde begroting Realisatie Bestemmingsreserves Calamiteiten watersysteembeheer - - - Afkoppelen verhard oppervlak - - - Niet kerende grondbewerking 339.733 339.733 - Voorzieningen Pensioen / uitkeringsverplichtingen - - 8.224 TAX-i - - 479.952 Totaal onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen 339.733 339.733 488.176 Reserve afkoppelen verhard oppervlak Op 24 juni 2007 is de stimuleringsregeling afkoppelen bestaand verhard oppervlak 2007-2011' vastgesteld. Met deze subsidieregeling worden Limburgse waterbeheerders gestimuleerd hemelwater op bestaande verharde oppervlakten af te koppelen van het riool. In het verslagjaar is 56.380 m2 afgekoppeld. De uitgaven die hiermee gemoeid waren bedroegen 191.564. Genoemd bedrag zal bij de resultaatsbestemming 2012 worden onttrokken uit de reserve afkoppelen verhard oppervlak. Reserve niet kerende grondbewerking Op 10 december 2007 is het beleid ten aanzien van wateroverlast en bodemerosie vastgesteld. Dit heeft geleid tot het instellen van de stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking die geldt voor de periode 2008-2012. In het verslagjaar is 10.000 hectare aanmerkt als niet kerende grondbewerking. De kosten die hiermee gemoeid waren bedroegen 763.887, waarvan 500.000 is voldaan uit de reguliere bijdrage. Het surplus zal bij de resultaatsbestemming 2012 worden onttrokken uit de reserve niet kerende grondbewerking. Voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen De voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen is in 2002 ingesteld. Het doel van deze voorziening is om aan de verplichting te kunnen voldoen van de pensioenen van nog actieve en niet actieve bestuursleden die nog geen bestuurderspensioenen ontvangen. In het verslagjaar is aan deze voorziening 8.244 onttrokken. Voorziening Tax-i De voorziening Tax-i is in 2011 ingesteld. Het doel van deze voorziening is om de kosten van de beëindiging van het belastingsysteem Tax-i te dekken. In het verslagjaar is 406.952 aan deze voorziening onttrokken in verband met de eindafrekening van het project Tax-i. Verder is 73.000 vrijgevallen ten gunste van de exploitatie 2012 omdat het aandeel van ons waterschap Waterschap Roer en Overmaas / 130886 43

in de afronding van Tax-i (ondersteuning bestuurlijke commissie en evaluatietraject Twynstra en Gudde) beperkt blijft tot maximaal 20.000. Voor een uitgebreidere toelichting op de reserves en voorzieningen zie hoofdstuk 6. 44 Programmarekening 2012

3.5 Het weerstandsvermogen Weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de organisatie beschikt of kan beschikken om risico s die niet op enige andere manier zijn afgedekt binnen de begroting op te kunnen vangen. Bij de bepaling van de weerstandcapaciteit worden de reserves (met name de algemene reserves), de post onvoorzien, de belastingcapaciteit en bezuinigingsmogelijkheden betrokken. De relatie tussen de omvang van de financiële restrisico s (geïnventariseerde risico s, na het nemen van preventieve, repressieve en correctieve maatregelen) en de weerstandscapaciteit wordt aangeduid als weerstandsvermogen. Schematisch kan het weerstandsvermogen als volgt worden weergegeven: Risico s Weerstandscapaciteit Weerstandsvermogen Indien weerstandsvermogen aanwezig is, wordt voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot directe begrotingsmaatregelen zoals bezuinigingen of inkomstenverhogende maatregelen. Hierdoor wordt voorkomen dat de door het bestuur vastgestelde kaders en de programmadoelstellingen schoksgewijs dienen te worden aangepast. 3.5.1 Risico's Op grond van de BBVW dient het waterschap jaarlijks in de begroting en jaarrekening een afzonderlijke paragraaf op te nemen waarin wordt ingegaan op het weerstandsvermogen waarbij een relatie dient te worden gelegd tussen risico s en weerstandscapaciteit. Samengevat kunnen de risico s en het weerstandsvermogen als volgt schematisch met elkaar in verband worden gebracht. 48 Programmarekening 2012

Borgstelling Het Waterschapshuis Het algemeen bestuur heeft op 24 november 2008 een borgstelling van 771.000 afgegeven voor de kredietlimiet van de rekening-courant verhouding van Het Waterschapshuis met de NWB-bank. Dit onder de voorwaarde, dat voor de toekomst afdoende wordt geregeld dat de borgstelling slechts wordt aangesproken voor zover het waterschap participeert in projecten. Indien Het Waterschapshuis in een positie terecht komt dat niet meer aan de financiële verplichtingen ten opzichte van de NWB-bank kan worden voldaan, kan ons waterschap hierop worden aangesproken en de borgstelling worden geëffectueerd. Op 12 juni 2012 is de aangehaalde borgstelling - die op verzoek van de NWB-bank verlengd diende te worden - geëindigd. Omdat de afrekening van Tax-i geleid heeft tot een verbetering van de liquiditeitspositie van Het Waterschapshuis is hiervoor geen borgstelling in de plaats gekomen. Opbrengst watersysteemheffing Aangezien de berekening van de tarieven watersysteemheffing, naast de 'prognose opbrengst waterschapsheffingen' die jaarlijks voor de begroting door de BsGW wordt afgegeven, gebaseerd is op prognosegegevens kan dit in de realisatie (lees belastingoplegging) afwijken. Opbrengst zuiveringsheffing Het aantal vervuilingseenheden in ons beheersgebied is de basis voor de opbrengst zuiveringsheffing. De in 2012 gerealiseerde zuiveringsheffing is gebaseerd op de prognose opbrengst waterschapsheffingen zoals opgenomen in de jaarlijkse afrekening van de BsGW. Omdat de afwikkeling van de zuiveringsheffing een periode van vijf jaar omvat en hierbij sprake is van voorlopige en definitieve aanslagen, kan de realisatie over de hele periode afwijken. Oninbaar / kwijtschelding Voor oninbaarheid is in het verslagjaar een percentage gehanteerd van 0,5% van de opbrengst waterschapslasten. Het effect van oninbaarheid is echter, gelet op het heffing- en invorderingstraject, pas na enkele jaren duidelijk. Ook niet beïnvloedbare factoren kunnen een effect hebben op de oninbaarheid, zoals de gevolgen van de economische situatie en hogere aanslagen. Dit is ook van toepassing op de kwijtschelding, waarbij de economische situatie eveneens een belangrijke rol speelt. Renterisico s Renterisico s spelen bij de beoordeling van financieringsvraagstukken een belangrijke rol. Aangezien de rentepercentages van de geldleningportefeuille voor de restantlooptijd van de geldleningen vastliggen, is bij het renterisico sprake van een kort termijnrisico. Plotselinge rentestijgingen kunnen tot een incidenteel tekort leiden op de begrootte rekeningcourantrente. Door het (eventueel) afsluiten van nieuwe langlopende geldleningen neemt het risico enigszins toe. De rentelasten worden verantwoord op de hulpkostenplaats kapitaallasten en verdisconteerd in het rente-omslagpercentage. Een stijging van de marktrente betekent een verhoging van de renteomslag en leidt tot een extra budgettaire last voor het waterschap. Voor het opvangen van mogelijke renteschommelingen is geen voorziening gevormd. Uitzetting bij Landsbanki Island Het waterschap heeft op 30 mei 2008 een deposito van 5.000.000 geplaatst bij Landsbanki Island. De rating van de bank voldeed op het moment van plaatsing aan de Wet Fido. De looptijd van het deposito (15 december 2008) is verstreken en Landsbanki heeft niet aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. 50 Programmarekening 2012

Als moet worden gestuurd op het EMU-saldo kan dit effect hebben op onder meer de toegestane investeringsuitgaven (verlagen) en/of de belastingopbrengsten (verhogen). Waterschapsbedrijf Limburg / Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Het waterschap staat garant voor eventuele tekorten van WBL en BsGW voor zover dit de reservepositie (lees weerstandsvermogen) van deze partijen, die tot stand is gekomen op basis van een risico inventarisatie, overschrijdt. De netto risico s bij het WBL en de BsGW zijn op basis van een risico inventarisatie per ultimo 2012 becijferd op respectievelijk 2.700.000 en 385.000 en vormen de basis voor de hoogte van de algemene reserve. Tot slot kan nog worden vermeld dat WBL en BsGW 2012 hebben afgesloten met respectievelijk een positief resultaat van afgerond 4.900.000 en een negatief resultaat van 97.000. 52 Programmarekening 2012

3.6 De financiering De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's. De basis van de treasuryfunctie wordt gevormd door het treasurystatuut. Het treasurystatuut is op 1 maart 2011 door het algemeen bestuur vastgesteld. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De treasuryfunctie bij het waterschap omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering hiervan vereist adequaat handelen in een steeds complexere geld- en kapitaalmarkt. Drie componenten zijn bij de financiering van belang: 1. rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid; 2. liquiditeitspositie; 3. treasurybeheer. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasuryfunctie aan. De uitvoering van het treasurybeleid vindt zijn weerslag in de treasuryparagrafen van de begroting en de jaarrekening. In de begroting wordt de uitvoering van het treasurybeleid opgenomen door middel van concrete plannen. In de programmarekening gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschillenanalyse tussen de plannen en de realisatie. Tevens dient in de begroting en programmarekening de berekening van de renterisiconorm te worden opgenomen. Om inzicht te verschaffen in de treasuryactiviteiten van het waterschap is de realisatie weergegeven van deze activiteiten in 2012. Tussentijds is gerapporteerd over de treasuryactiviteiten gedurende het eerste halfjaar van het verslagjaar. 3.6.1 Rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid In dit onderdeel worden de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen genoemd die in het verslagjaar invloed hebben gehad op de rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid. Interne ontwikkelingen In het verslagjaar werd (door de BsGW) de aanslag opgelegd van de watersysteem- en de zuiveringsheffing. Bij de watersysteemheffing is het waterschap sinds de invoering van de Wet WOZ voor de aanslagoplegging grotendeels afhankelijk van gemeenten. Dit heeft in 2012 niet tot problemen geleid. Voor de geblokkeerde objecten, die een gevolg zijn van de nog niet afgewikkelde bezwaarschriften tegen de WOZ-beschikking door de gemeenten, worden nog aanvullende kohieren opgelegd. De aanslag over het belastingjaar 2012 is gespreid opgelegd van 31 januari tot 31 maart 2012. Waterschap Roer en Overmaas / 130886 53

Externe ontwikkelingen Financiële crisis De Europese schuldencrisis heeft de financiële markten ook in 2012 stevig in zijn greep gehouden. Bezuinigingen, dalende consumentenuitgaven en de oplopende werkloosheid hebben ertoe geleid dat de Nederlandse economie in het 4 e kwartaal van 2012 met 0,4% is gekrompen ten opzichte van het kwartaal ervoor, waardoor de Nederlandse economie zich weer in een recessie bevindt. Over geheel 2012 was sprake van een negatieve groei van de economie met - 1,2%. Onveranderd slecht is de arbeidsmarkt. Ten opzichte van 2011 is het aantal banen gezakt met 93.000 waardoor we ons momenteel bevinden op het niveau van 2007. De inflatie in de eurozone is in het verslagjaar uitgekomen op 2,5%. De Nederlandse inflatie is in vergelijking met de andere Europese landen hoger uitgevallen en heeft in 2012 2,8% bedragen. Rente(visie) De Amerikaanse Centrale Bank (Fed) heeft in 2012 de rente ongewijzigd gelaten en gehandhaafd op het niveau van 0,25%. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de belangrijkste beleidstarieven sinds de verlaging in juli 2012 ongewijzigd gelaten op 0,75% voor de rente en 0% voor de depositorente. De aanhoudende Europese schuldencrisis heeft in het verslagjaar dan ook een belangrijk effect gehad op de financiële markten. Bij de vaststelling van de begroting 2012 is uitgegaan van een rentepercentage van 2,0% voor de korte rente. De korte rente is in het verslagjaar echter door de aanhoudende Europese schuldencrisis, de bezuinigingen en de afname van de economische groei gedaald tot een historisch laag niveau. De lange rente, die in tegenstelling tot de korte rente niet wordt bepaald door de ECB maar door de markt, is in het verslagjaar eveneens gedaald. De renteontwikkeling kan als volgt cijfermatig en grafisch worden weergegeven. Rentevorm Renteniveau NWB per 01-01-2012 01-07-2012 31-12-2012 Korte rente rekening courantrente 1,05% 0,35% 0,25% Lange rente 10 jaar gelijk 2,72% 2,28% 1,93% 15 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar 20 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar 25 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar 3,04% 2,73% 2,33% 3,19% 3,05% 2,77% 3,26% 3,27% 3,08% 54 Programmarekening 2012

Renteverloop 2012 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% Debetrente 25 jaar gelijk 1,00% 0,50% 0,00% De renteontwikkeling heeft geen gevolgen gehad voor de liquiditeitspositie, alleen voor de hoogte van de rentekosten. Omdat de renteontwikkeling achter is gebleven bij de raming heeft dit in het verslagjaar geen negatief effect gehad maar geleid tot een tussentijdse neerwaartse aanpassing van de rentekosten. Landsbanki Island Door de financiële crisis zijn veel financiële instellingen in de problemen geraakt. Naast het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in september 2008 zijn de drie IJslandse banken (Glitner, Kaupthing en Landsbanki) in oktober 2008 door de IJslandse staat genationaliseerd. Doordat de IJslandse staat echter te klein was om alle verplichtingen te voldoen zijn diverse partijen gedupeerd en hebben particulieren, bedrijven en overheden in Nederland (waaronder ons waterschap) uitstaande deposito niet terugontvangen (zie paragraaf 3.5.2 risico s). Deze problematiek heeft landelijk geleid tot aanscherping van de wet regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (wet Ruddo). Het treasurystatuut van het waterschap is hierop aangepast. De treasuryactiviteiten bij het waterschap zijn in het verslagjaar beperkt gebleven tot de NWB bank en de Rabobank. Waterschap Roer en Overmaas / 130886 55

3.6.2 Liquiditeitspositie Liquiditeitspositie De liquiditeitspositie van het waterschap in 2012 kan als volgt worden weergegeven. Eind maand Liquiditeitstekort (-) of Liquiditeitsoverschot (+) (afgerond op 1.000) Januari -29.036.000 Februari -31.557.000 Maart -30.895.000 April -32.413.000 Mei -2.501.000 * Juni 888.000 Juli 7.768.000 Augustus 7.331.000 September 4.863.000 Oktober -6.780.000 November -7.848.000 December -12.715.000 * Tussen 31 januari 2012 en 31 maart 2012 is de aanslag 2012 met vervaldatum 30 april en 30 juni 2012 opgelegd. Verder is met stortingsdatum 31 mei 2012 een geldlening ontvangen. In de eerste helft van het verslagjaar zijn we geconfronteerd met een aanzienlijk negatieve liquiditeitspositie die in het 2 e kwartaal, als gevolg van de aanslagoplegging 2012 en de in 2011 afgesloten basisrentelening bij de Nederlandse Waterschapsbank met stortingsdatum 31 mei 2012, tijdelijk is omgeslagen in een positief verloop. Aan het einde van het 4 e kwartaal is echter weer sprake geweest van een negatief verloop, o.a. door de betaling van de bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) 2012. Het rekeningcourantsaldo op het einde van het verslagjaar sluit dan ook met een tekort van 12.715.000. Ook in 2012 was de financieringsconstructie van het waterschap een punt van aandacht. Uitgangspunten hierbij waren de beperking van de rentekosten, de minimalisering van de renterisico's op lange termijn binnen kaders van de wet Fido en de interne beleidskaders. Debetrente In het verslagjaar zijn (tijdelijke) liquiditeitstekorten door middel van kasgeldleningen gefinancierd. Onderstaand is weergegeven welke bedragen door middel van deze systematiek in 2012 zijn gefinancierd en welk voordeel, uitgedrukt in percentage, is behaald ten opzichte van de korte rente. 56 Programmarekening 2012

Periode Bedrag Rentepercentage Kasgeldlening Debetrente Financiële instelling NWB-Bank Voordeel 02-01-2012 tot 02-02-2012 7.500.000 0,72% 1,05% 0,33% 06-01-2012 tot 06-02-2012 4.000.000 0,49% 0,95% 0,46% 13-01-2012 tot 13-02-2012 1.000.000 0,60% 0,80% 0,20% 20-01-2012 tot 20-02-2012 7.500.000 0,40% 0,75% 0,35% 24-01-2012 tot 24-02-2012 7.700.000 0,35% 0,75% 0,40% 02-02-2012 tot 02-03-2012 9.000.000 0,35% 0,75% 0,40% 06-02-2012 tot 06-03-2012 3.000.000 0,36% 0,75% 0,39% 21-02-2012 tot 21-03-2012 9.000.000 0,45% 0,70% 0,25% 24-02-2012 tot 23-03-2012 10.000.000 0,30% 0,65% 0,35% 02-03-2012 tot 02-04-2012 10.500.000 0,35% 0,65% 0,30% 07-03-2012 tot 10-04-2012 3.000.000 0,39% 0,65% 0,26% 21-03-2012 tot 23-04-2012 8.000.000 0,33% 0,65% 0,32% 23-03-2012 tot 23-04-2012 10.000.000 0,31% 0,65% 0,34% 02-04-2012 tot 02-05-2012 9.000.000 0,30% 0,65% 0,35% 10-04-2012 tot 10-05-2012 3.000.000 0,30% 0,65% 0,35% 23-04-2012 tot 23-05-2012 20.000.000 0,29% 0,65% 0,36% 23-10-2012 tot 23-11-2012 2.500.000 0,04% 0,25% 0,21% 26-10-2012 tot 26-11-2012 4.000.000 0,02% 0,25% 0,23% 26-11-2012 tot 24-12-2012 8.600.000 0,04% 0,25% 0,21% 21-12-2012 tot 31-12-2012 11.000.000 0,07% 0,25% 0,18% Met deze systematiek is in het verslagjaar een rentevoordeel gerealiseerd van 38.286. Creditgelden Vooral in het 3 e kwartaal van het verslagjaar is sprake geweest van een beperkte overliquiditeit. Gelet op de positieve liquiditeitspositie en doordat het rentepercentage van de NWB-bank voor uitzetting 0% was heeft een marktoriëntatie plaatsgevonden bij een aantal gerenommeerde bankinstellingen. Uitgangspunt hierbij was om een zo optimaal mogelijk renteresultaat te bewerkstellingen voor het liquiditeitsoverschot, rekening houdende met de kaders zoals verwoord in het treasurystatuut. Verder was het noodzakelijk dat de overtollige gelden gelet op het fluctuerend karakter direct opvraagbaar zouden zijn. Deze marktoriëntatie heeft ertoe dat, gelet op het rentepercentage in combinatie met het maximaal rentedragend bedrag, de Spaar Vrij Rekening van de Rabobank het meest geschikt was. Het dagelijks bestuur heeft op 14 augustus 2012 ermee in gestemd de overtollige gelden direct opvraagbaar weg te zetten bij de Rabobank via de Spaar Vrij Rekening. Hierdoor is een extra renteopbrengst gerealiseerd van 18.613. Kasgeldlimiet Indien bij een negatieve liquiditeitspositie van het waterschap de kasgeldlimiet (voor 2012 18.554.000, te weten 23% van het begrotingstotaal) drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden, is het op grond van de wet Fido verplicht de vlottende schuld te consolideren door middel van een vaste geldlening. Indien dit aan de orde is, dient het negatieve rekeningcourantsaldo, dat uitstaat tegen de lage debetrente, te worden omgezet in een vaste geldlening. Omdat deze situatie zich in het 2 e kwartaal van 2012 zou voordoen is op 12 juli 2011 een basisrentelening bij de NWB-bank van 17.000.000 per 31 mei 2012 afgesloten. Waterschap Roer en Overmaas / 130886 57

3.6.3 Treasurybeheer Risicobeheer Dit onderdeel geeft inzicht in het risicoprofiel van het waterschap. Onder risico's worden zowel renterisico's, kredietrisico's, liquiditeitsrisico s en koersrisico's (lees valutarisico's) verstaan. Het renterisico op de vlottende schuld wordt ingeperkt door het hanteren van de kasgeldlimiet. Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de begroting per 1 januari voor het gehele verslagjaar aangehouden, vermenigvuldigd met het door ministeriële regeling vastgestelde percentage (30% voor waterschappen). Over het verslagjaar kan dit als volgt worden weergegeven. Kasgeldlimiet 2012 (x 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Ruimte (+) / Overschrijding (-) 11.942-7.215 25.209 9.443 Uit dit overzicht is af te leiden dat de kasgeldlimiet in 2012 alleen in het eerste kwartaal is overschreden. De berekening van de kasgeldlimiet is opgenomen in bijlage I. Naast de kasgeldlimiet geeft de renterisiconorm inzicht in de feitelijke risico's op de vaste schuld. De renterisiconorm voor de waterschappen is bepaald op 30% van het begrotingstotaal en kan voor 2012 als volgt worden weergegeven: Toets renterisiconorm (x 1.000) 2012 Renterisiconorm 24.201 Renterisico op vaste schuld 22.192 * Ruimte (+) / Overschrijding (-) 2.009 * Ondanks dat alleen sprake is van een renterisico op de variabele kredietopslag, die een fractioneel deel uitmaakt van het totale rentepercentage, dient op basis van de huidige inzichten de gehele basisrentelening ad 17 miljoen te worden meegenomen als renterisico op de vaste schuld. Uit bovenstaand overzicht kan worden afgeleid dat het waterschap over het verslagjaar heeft voldaan aan de toets van de renterisiconorm. De berekening is ook opgenomen in bijlage I. Kredietrisico's op verstrekte geldleningen hebben zich in het verslagjaar niet voorgedaan, aangezien geen leningen van dien aard aan derden zijn verstrekt. Het liquiditeitsrisico is beperkt gebleven door de treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitsprognose. Het koersrisico tenslotte is nihil aangezien het waterschap alle betalingen en ontvangsten heeft verricht in euro's. Kasbeheer Om de kosten voor het geldstroomverkeer te kunnen beperken is in het verslagjaar de gehanteerde beleidslijn voortgezet. Dit betekent dat het liquiditeitsgebruik beperkt wordt door de geldstromen op waterschapsniveau op elkaar af te stemmen, het betalingsverkeer door één bank (NWB bank) elektronisch te laten uitvoeren en de betalingsopdrachten uitsluitend centraal door financiën te laten verwerken. 58 Programmarekening 2012

3.7 Verbonden partijen Waterschapsbedrijf Limburg Het WBL is een volledige dochter van de beide Limburgse waterschappen. Het is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijk kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg'. Voor een uitgebreide toelichting op de relatie met het WBL wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen De BsGW is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de kaders vastliggen in de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. Voor een uitgebreide toelichting op de relatie met de BsGW wordt verwezen naar hoofdstuk 5. NWB bank WRO is één van de partijen die aandelen heeft in de Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB-bank). De bank richt haar diensten exclusief op de overheidssector. De NWB bank financiert provincies, gemeenten en waterschappen en verstrekt langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Verder financiert de bank overheidsbedrijven werkzaam op het gebied van water en milieu. Voor de waterschappen is de bank huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. De vennootschap wordt bestuurd door een directie die bestaat uit twee of meer directeuren. De raad van commissarissen bestaat uit minimaal zeven en maximaal elf leden en houdt onder meer toezicht op de directie. In de algemene vergadering van aandeelhouders heeft elk aandeel A één stem en een aandeel B vier stemmen. Het waterschap heeft evenals in het vorige verslagjaar 535 aandelen A en 146 aandelen B. Het Waterschapshuis WRO is één van de 25 deelnemende waterschappen die participeert in de Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis (HwH) die op 1 juli 2010 in werking is getreden. Het Waterschapshuis fungeert als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale voor de waterschappen en levert zodoende een bijdrage aan het verbeteren van de informatie- en de bedrijfsprocessen van de waterschappen ter bevordering van de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering door de waterschappen. 3.8 Bedrijfsvoering Onder bedrijfsvoering wordt verstaan het geheel van interne organisatieonderdelen en processen die ondersteunend zijn ten behoeve van de primaire processen. Voor een toelichting op de bedrijfsvoering wordt verwezen naar paragraaf 2.7. Waterschap Roer en Overmaas / 130886 59

3.9 EMU-saldo Achtergrond EMU-problematiek In het kader van een verantwoorde ontwikkeling van de economie en het monetaire stelsel binnen de landen die deelnemen aan de EMU (Economische en Monetaire Unie), is in het Verdrag van Maastricht een aantal afspraken gemaakt. Een belangrijke afspraak is dat het EMU-tekort (lees overheidstekort) van een lidstaat niet meer mag bedragen dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het EMU-saldo is opgebouwd uit het totaal van het Rijk, de sociale fondsen, gemeenschappelijke regelingen en de decentrale overheden (waaronder de waterschappen). Indien de overheden in een jaar meer uitgeven dan ontvangen (op kasbasis) is sprake van een negatieve bijdrage aan het EMU-saldo. Om het EMU-saldo te kunnen beheersen zijn de Europese afspraken aangescherpt (voor begrotingstekort en schuld van de overheid). Deze eisen dat het Kabinet verdergaande afspraken maakt met medeoverheden (provincies, gemeenten en waterschappen) over de beheersing van het Nederlandse EMU-saldo en deze in regelgeving vastlegt. De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) gaat deze regels bevatten. De wet moet voor het einde van 2013 zijn vastgesteld en treedt per 1 januari 2014 in werking. Voor een uitgebreidere toelichting zie paragraaf 3.5.1 (onderdeel Wet Hof). EMU-saldo 2012 In de begroting en het jaarverslag dient het eigen EMU-saldo te worden opgenomen. De moeilijkheid is dat waterschappen, net zoals de andere decentrale overheden, een ander boekhoudstelsel gebruiken dan waarop het EMU-saldo is gebaseerd. De waterschappen hanteren het baten- en lastenstelsel, terwijl het EMU-saldo is gebaseerd op transactiestelsel (lees kasbasis). De informatie ten behoeve van het EMU-saldo moet dan ook een vertaalslag ondergaan. Verder geldt dat bij de waterschappen de investeringen (inclusief de bijdrage van het HWBP) grote invloed hebben op het EMU-saldo, zeker omdat zij gemiddeld over alle waterschappen gezien een factor 3 groter zijn dan de jaarlijkse afschrijvingen. Omdat het investeringsvolume van de waterschappen aanzienlijk is, hebben de waterschappen per definitie een EMU-tekort. Over 2012 is sprake van een EMU-tekort van afgerond 4.726.000. In de BBVW is opgenomen dat in het jaarverslag een specificatie van het EMU-saldo dient te worden opgenomen van het dienstjaar en het vorig dienstjaar. De berekening van het EMUsaldo van 2011 en 2012 is opgenomen in bijlage J. 3.10 Topinkomens Op basis van de Wet openbaarmaking uit publiek middelen gefinancierde topinkomens dient het waterschap in het jaarverslag de functionarissen te vermelden, waarvan de som van het belastbare loon en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn het gemiddelde belastbare loon van ministers te boven gaat. In het verslagjaar is deze norm niet overschreden waardoor dit niet van toepassing is. 60 Programmarekening 2012

De verdeling van het zuiveringsbeheer is gebaseerd op het aantal vervuilingseenheden. Het watersysteembeheer wordt procentueel verdeeld, te weten 65% Roer en Overmaas en 35% Peel en Maasvallei. Het aandeel van ons waterschap in het WBL bedroeg in 2012 46.171.769 en is opgebouwd uit een zuiveringsdeel van 45.771.769 en watersysteemdeel van 400.000. De raming is gelijk aan de realisatie. Bestuurlijk is afgesproken dat geen verrekening over en weer plaatsvindt op basis van de werkelijke exploitatiecijfers, maar dat een eventueel positief exploitatieresultaat van het WBL wordt afgedragen aan de beide waterschappen. Op basis van het aangehaalde bedrag voor ons waterschap is voor de uitvoering van de te verrichten activiteiten aan het WBL in 2012 maandelijks een bedrag van 3.847.648 betaalbaar gesteld (begrotingsbedrag gedeeld door twaalf maanden). 4.4 Reservepositie Het WBL heeft over 2012 een positief resultaat behaald van afgerond 4.900.000. De algemene reserve van het WBL bedraagt op basis van de risico-inventarisatie 2012 per 31 december 2012 (voor resultaatsbestemming) 2.700.000. 62 Programmarekening 2012

5 Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen 5.1 Relatie WRO maakt voor de uitvoering van de belastingheffing gebruik van de diensten van de BsGW. De BsGW is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijk kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. De BsGW behartigt als uitvoeringsorganisatie van de deelnemers (gemeenten en waterschappen) de zorg voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen. De oprichters en (eerste) deelnemers in de Gemeenschappelijke regeling BsGW (per 01-04-2011), de zogenaamde founding fathers, zijn WRO, WPM en de gemeente Venlo. Per 1 januari 2012 zijn de gemeente Bergen en Nederweert als deelnemers toegetreden. Voor de verhouding deelnemers ten opzichte van de GR geldt de hoofdregel dat het beleid voor de aan de regeling opgedragen taken een bevoegdheid blijft van de deelnemers. Het bestuur van de GR heeft een uitvoerings- en voorbereidingsbevoegdheid. Daarmee is de regeling een vorm van afgeleid bestuur. Ook aan de relatie met de BsGW is in het verslagjaar de nodige aandacht besteed. Onderdelen die in 2012 aan de orde zijn gekomen, zijn de begroting, de begrotingswijzigingen, de tussentijdse rapportages en de geldstroom van en naar de BsGW. 5.2 Begroting / begrotingswijzigingen Het algemeen bestuur van ons waterschap heeft op 24 april 2012 de zienswijze op de conceptbegroting 2013 van de BsGW vastgesteld. Het algemeen bestuur van de BsGW heeft, rekening houdende met onze zienswijze, de begroting 2013 op 28 juni 2012 definitief vastgesteld. Verder heeft ons algemeen bestuur op 25 september 2012 ingestemd met de toetreding van de gemeenten Roermond, Beek, Leudal, Nuth, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Peel en Maas tot de BsGW per 1-1-2013 waardoor de begroting van de BsGW dienovereenkomstig is aangepast. Het aandeel van ons waterschap in de BsGW bedroeg in 2012 3.342.956 en is in het verslagjaar niet gewijzigd. 5.3 Geldstroom Wat betreft de geldstroom kan het volgende worden vermeld. Deze bestaat uit twee stromingen, te weten de stroom van de het waterschap naar de BsGW en vice versa. WRO naar BsGW Vertrekpunt van deze geldstroom is de vastgestelde begroting van de BsGW. Na vaststelling van de begroting is het aandeel van de deelnemers een verplichte uitgave. Het aandeel van ons waterschap in de BsGW bedroeg in 2012 3.342.956 en is opgebouwd uit een zuiveringsdeel van 1.201.538 en watersysteemdeel van 2.141.418. De raming is gelijk aan de realisatie. Bestuurlijk is afgesproken dat geen verrekening over en weer plaatsvindt op basis van de werkelijke exploitatiecijfers, maar dat een eventueel positief exploitatieresultaat Waterschap Roer en Overmaas / 130886 63