De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 9 juni 1993 houdende de subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid gewijzigd op 6 juli 2003; Gelet op het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid; Gelet op het advies van de gemeentelijke jeugdraad d.d. 2 oktober 2004; Na beraadslaging, INLEIDING Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting, kunnen aan de door de gemeentelijke jeugdraad erkende jeugdwerkinitiatieven, tenzij anders vermeld in de bijbehorende artikels, subsidies worden verleend in toepassing van het goedgekeurd jeugdwerkbeleidsplan. Om erkend te worden door de gemeentelijke jeugdraad dient de vereniging: 1. Als jeugdwerkinitiatief te voldoen aan de voorwaarden gesteld in het decreet, d.w.z.; één of meer van volgende functies vervullen: - ontmoeting - spel - creatieve activiteiten of amateuristische kunstbeoefening - vormingsinitiatieven en kadervorming - dienstverlening en kadervorming - dienstverlening - werken aan structuurveranderingen - bevorderen van integratie van maatschappelijke achtergestelde jongeren De initiatieven vervullen deze functies in de vrije tijd en onder educatieve begeleiding. 2. De jeugdwerkinitiatieven, gevestigd in Houthalen-Helchteren en erkend door de gemeentelijke jeugdraad, waarvan de statuten bekrachtigd werden op 31.08.92 en gewijzigd op 26.10.93, komen in aanmerking voor subsidiëring voor zover zij voldoen aan de voorwaarden gesteld in het decreet, en voor zoverre de vereniging minstens uit 10 leden bestaat. De vereniging wordt geacht een boekhouding bij te houden. Ze voldoen aan de normen van het Huishoudelijk Reglement van de gemeentelijke jeugdraad HOOFDSTUK 1: WERKINGSSUBSIDIES VOOR ERKENDE JEUGDWERK- INITIATIEVEN, ANDERE DAN JEUGDHUIZEN EN SPEELPLEINWERKINGEN. Art. 1: Van de kredieten die elk jaar voorzien worden op de gemeentelijke begroting voor de subsidiëring van het gemeentelijk jeugdwerk, wordt 14.880 voorbehouden ter uitvoering van onderhavig reglement. Deze 14.880 wordt verdeeld onder werkingstoelagen en kamptoelagen. Dit wil zeggen dat er 7.440 wordt uitgetrokken voor werkingstoelagen en 7.440 voor kamptoelagen.
Art.2: Art.3: De activiteiten die betoelaagd worden staan open voor alle jongeren zonder onderscheid van geslacht, ras, levensbeschouwing en politieke overtuiging. De jeugdwerkinitiatieven krijgen een basistoelage en een werkingstoelage. a. De basistoelage wordt berekend op basis van het aantal leden (begeleiding + deelnemers). minder dan 50 leden: 60 van 50 tot 100 leden: 125 van 100 tot 200 leden: 185 meer dan 200 leden: 250 Voor het berekenen van deze basistoelage dient iedere vereniging jaarlijks een officiële ledenlijst met aanduiding van aantal begeleiders en aantal deelnemers in te dienen bij de gemeentelijke dienst cultuur en jeugd. b. De werkingstoelage voor de vereniging wordt via een puntensysteem als volgt berekend: 1 punt per aanwezig lid per ledenactiviteit (waaronder ook begeleiders of leiding). Per punt wordt een maximumwaarde van 0,4 Euro toegekend. Hieronder vallen GEEN vergaderingen, zoals leidingskring, jeugdraad,. Extra punten kunnen worden bekomen door: Actieve deelname aan een liefdadigheidsactie of sociale actie met als doel morele of financiële steun of organiseren van een liefdadigheidsactie of sociale actie, verdient 100 punten. Voor het bijwonen van gemeentelijke vergaderingen, die inspelen op een inclusieve samenwerking en gemeentelijke evenementen, die ruimer zijn dan het jeugdbeleid komen in aanmerking om per aanwezig lid 75 punten per persoon te verdienen. Vb. Internationaal kinderfeest, lachfestival, Door het volgen van vorming, kan men per voorgelegde attest, 75 punten verdienen, indien er op het attest het rekeningnummer van de vereniging vermeld staat. Activiteiten met commerciële doeleinden en activiteiten die niet ressorteren onder voorgaande punten komen niet in aanmerking voor subsidiëring. Art.4: Een jeugdwerkinitiatief dat een aanvraag tot erkenning doet, overeenkomstig de bepalingen van het Huishoudelijk reglement van de gemeentelijke jeugdraad, zal na erkenning bij de eerstvolgende subsidieverdeling een startpremie uitgekeerd krijgen van 125. Voor de volgende jaren wordt het beoordeeld op basis van een basistoelage en een werkingstoelage zoals vermeld in art. 3. 2
Art. 5: Het puntenstelsel omvat telkens een periode van één werkingsjaar van 1 september tot en met 31 augustus. Art. 6: a. Per werkingsjaar worden er 4 verslagen binnengebracht op de dienst cultuur en jeugd. De verslagen omvatten de volgende periodes: - 1 ste periode: van 1 september tot en met 30 november - 2 de periode: van 1 december tot en met 29 februari - 3 de periode: van 1 maart tot en met 31 mei - 4 de periode: van 1 juni tot en met 31 augustus De verslagen moeten uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op een werkingsperiode in het bezit zijn van de dienst cultuur en jeugd. b. Met laattijdige verslagen wordt geen rekening gehouden. De vereniging ontvangt voor deze werkingsperiode geen subsidie. De volgende periode zullen haar subsidies dan weer afhankelijk zijn van de werkingsverslagen. Art.7: advies aan de Algemene vergadering van de jeugdraad in oktober, en ter goedkeuring aan het college van burgemeester en schepenen. De uitbetaling gebeurt in de maand december van het berekeningsjaar. HOOFDSTUK 2 : SUBSIDIËRING VAN KAMPEN Art.8: Art. 9: Art. 10: Van de kredieten die elk jaar voorzien worden op de gemeentelijke begroting voor de subsidiëring van het gemeentelijk jeugdwerk, wordt 7.440 voorbehouden ter uitvoering van onderhavig reglement. Het voorziene krediet wordt aangewend voor de subsidiëring van kampen georganiseerd door erkende jeugdwerkinitiatieven van Houthalen-Helchteren. Onder kampen verstaan we een meerdaags ( vanaf 2 nachten) verblijf in een aangepaste omgeving, ander dan hun eigen lokalen, onder begeleiding. Om in aanmerking te komen voor subsidiëring voldoet de vereniging aan de volgende bijzondere vereisten: 1) De duur van het kamp omvat één of meerdere verblijven van telkens ten minste 2 overnachtingen. 2) Tijdens de gehele duur van het kamp beschikt de vereniging over minimum 1 begeleider per 20 deelnemers. De hoofdverantwoordelijke is ten minste 18 jaar oud. 3) Tijdens de gehele duur van het kamp nemen minimaal 5 leden deel aan de activiteiten waarvan twee derde jonger is dan 25 jaar of alleen de leiding. 4) De vereniging beschikt hetzij in eigendom, hetzij door een schriftelijke overeenkomst die het exclusieve gebruik vastlegt tijdens de duur van het kamp, over een aangepaste verblijfsaccommodatie in tenten of gebouwen. 3
Art. 11: De punten voor de kamptoelage worden als volgt berekend: 1 punt per nacht per persoon (dit geldt voor alle personen (bvb. kookouders) die effectief meegaan op kamp) Art.12: De dienst cultuur en jeugd bezorgt elke aanvragende vereniging de nodige formulieren voor het indienen van een werkingsverslag. Het werkingsverslag dient per afzonderlijke vakantieperiode te worden opgemaakt en toegezonden naar de dienst cultuur en jeugd ten laatste 2 maanden na het einde van het kamp en voor 1 oktober. Het bestaat uit vier delen: - Identificatiegegevens + contract verblijf; - aanwezigheidslijst van de begeleiders; - aantal deelnemers aan het kamp; - een financieel verslag Art.13: HOOFDSTUK 3: SUBSIDIËRING VAN SPEELPLEINWERKINGEN: Art. 14: Art. 15: Art. 16: Van de kredieten die elk jaar voorzien worden op de gemeentelijke begroting voor de subsidiëring van het gemeentelijk jeugdwerk, wordt 8.300 voorbehouden ter uitvoering van onderhavig reglement. De erkende speelpleinwerkingen krijgen voor hun werkingen een vaste toelage van 740. Na de berekening van de vaste toelage worden de overige budgetten volgens een puntensysteem op basis van 1 punt per kind of begeleider per activiteit berekend. Per punt wordt een maximumwaarde van 0,4 Euro toegekend. Art. 17: Het puntenstelsel omvat telkens een periode van één werkingsjaar van 1 september tot en met 31 augustus. Art. 18: a. Per werkingsjaar worden er 4 verslagen binnengebracht op de dienst cultuur en jeugd. De verslagen omvatten de volgende periodes: - 1 ste periode: van 1 september tot en met 30 november - 2 de periode: van 1 december tot en met 29 februari - 3 de periode: van 1 maart tot en met 31 mei - 4 de periode: van 1 juni tot en met 31 augustus De verslagen moeten uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op een werkingsperiode in het bezit zijn van de dienst cultuur en jeugd. 4
b. Met laattijdige verslagen wordt geen rekening gehouden. De vereniging ontvangt voor deze werkingsperiode geen subsidie. De volgende periode zullen haar subsidies dan weer afhankelijk zijn van de werkingsverslagen. Art.19: HOOFDSTUK 4: SUBSIDIËRING VAN JEUGDHUIZEN Art. 20: Art. 21: Art.22: Art.23: Van de kredieten die elk jaar worden voorzien op de gemeentelijke begroting, wordt 7.500 voorbehouden ter uitvoering van onderhavig reglement. Elk erkend jeugdhuis krijgt een vaste toelage van 2.500 voor haar organisatie en activiteiten, als het voldoet aan volgende voorwaarden: - organiseert tijdens haar werkjaar minstens 10 socio-culturele activiteiten (vb. een film, concert, een infoavond, ); - kiest voor een vernieuwend aanbod, moeilijk toegankelijke thema s of een specifieke doelgroep; - betrekt de jongeren nauw bij de organisatie; - stelt de activiteiten open voor alle jongeren; - neemt op termijn de structuur van een vzw aan; - het werkjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus; - stelt een jaarprogramma en een summiere begroting op. Deze dienen ten laatste op 30 september op de dienst cultuur en jeugd binnen te zijn + eventuele statuten. Met laattijdige verslagen wordt geen rekening gehouden. De vereniging ontvangt voor deze werkingsperiode geen subsidie. De volgende periode zullen haar subsidies dan weer afhankelijk zijn van de werkingsverslagen. HOOFDSTUK 5: SUBSIDIËRING VAN VORMING Art. 24: Art. 25: Van de kredieten die elk jaar voorzien worden op de gemeentelijke begroting voor de subsidiëring van het gemeentelijk jeugdwerk, wordt 3.700 voorbehouden ter uitvoering van onderhavig reglement. Aan elke deelnemer van een erkend kadervorminginitiatief wordt een maximale subsidie van 100 % van het inschrijvingsgeld terugbetaald met een maximum van 25 per dag en 12 kadervormingdagen per jaar. De subsidies worden uitgekeerd op naam van het initiatief waartoe de cursist aangesloten is of op zijn persoonlijke rekeningnummer, indien vermeld, op dit 5
rekeningnummer. De cursist dient een attest van het volgen van de cursus als bewijs, binnen te brengen op de dienst cultuur en jeugd voor 30 september. Indien blijkt dat het krediet ontoereikend is, wordt het evenredig en procentueel verdeeld onder de aanvragen. Art.26: Art.27: Met laattijdige attesten wordt geen rekening gehouden. De vereniging of de deelnemer ontvangt voor deze cursus(sen) geen subsidie. 6
HOOFDSTUK 6: SUBSIDIËRING VAN PROJECTEN EN FUIVEN Art.28: Art.29: Art.30: Van de kredieten die elk jaar voorzien worden op de gemeentelijke begroting, wordt 4.900 voorbehouden ter uitvoering van onderhavig reglement. Het voorziene krediet wordt aangewend als 1. projecttoelage: Deze vorm van toelage staat open voor jeugdwerkinitiatieven in zijn breedste zin van Houthalen-Helchteren, zonder de verplichting om erkend te zijn bij de gemeentelijke jeugdraad. Het initiatief wordt gedragen door een vereniging waar meer dan 1 jongere zich engageert om mee te werken aan dit project. 2. Fuiftoelage: deze toelage wordt aangewend voor erkende jeugdwerkinitiatieven, indien de vereniging een fuifcharter ondertekent bij de preventiedienst en deze charter als leidraad gebruikt. Het melden van fuiven is trouwens ook verplicht bij de preventiedienst. Criteria waaraan het project moet voldoen: 1) een uniek initiatief, niet alledaags maar vernieuwend; 2) het project dient afgebakend te zijn in tijd met een maximum van 6 maanden; 3) het project moet een gemeentelijke uitstraling hebben; 4) het project moet themagericht zijn in een ruimer en breder kader, en niet in het verlengde liggen van de normale doelstellingen van de vereniging Criteria waaraan een fuif moet voldoen: 1. Hiervoor dien je het fuifcharter te ondertekenen en met de verplichte punten in orde te zijn. 2. Met het ondertekenen van het fuifcharter verklaart de organisator de bepalingen in het charter na te leven. Het gemeentebestuur heeft op elk moment de bevoegdheid om controles uit te voeren. Dit kan zowel voor tijdens als na de fuif zijn. Art.31: Art.32: Elke aanvrager brengt minstens 2 maanden voor aanvang van het project de nodige gegevens, overeenkomstig een gestandaardiseerd aanvraagformulier, binnen op de dienst cultuur en jeugd. Ten laatste 2 maanden na afloop van het project en voor 1 oktober dient een financieel verslag en een evaluatieverslag binnengebracht te worden. - Een project kan maximaal voor 75 % betoelaagd worden. - Indien je als vereniging het fuifcharter ondertekent, kan je rekenen op een tussenkomst van 125 per fuif (maximum 2 fuiven). Art.33: Een aanvraag voor een project wordt beoordeeld door de dienst cultuur en jeugd. Na de berekeningen, worden deze voorgelegd aan de jeugdraad. Indien er uitzonderingen zijn, worden deze geadviseerd door de jeugdraad. Art.34: berust bij de dienst cultuur en jeugd. De berekening wordt voorgelegd: ter advies aan de Algemene vergadering van de jeugdraad in oktober, en ter goedkeuring aan het college van 7
burgemeester en schepenen. berekeningsjaar. De uitbetaling gebeurt in de maand december van het HOOFDSTUK 7: SUBSIDIËRING VAN LOKAALRENOVATIES Art.35: Art.36: Art.37: Van de kredieten die elk jaar voorzien worden op de gemeentelijke begroting voor de subsidiëring van het gemeentelijk jeugdwerk, wordt 18.605 voorbehouden ter uitvoering van onderhavig reglement. Het voorziene krediet wordt aangewend voor erkende jeugdwerkinitiatieven die noodzakelijke onderhoudswerken of aanpassingen uitvoeren aan hun lokaal, speelplein, enz Elke aanvrager brengt ten laatste 2 maanden na afloop van de werken en voor 1 oktober een gestandaardiseerd aanvraagformulier met de nodige gegevens binnen op de dienst cultuur en jeugd samen met een financieel verslag en de nodige betalingsbewijzen. Aan elke aanvraag wordt een maximale subsidie van 100 % terugbetaald. Indien het beschikbare krediet ontoereikend is wordt prioriteit gegeven aan renovaties in kader van verbetering van sanitair, vocht en brandbeveiliging en veiligheid van de speelpleinen. Opmerking: Indien er overschotten zijn, na toepassen van dit reglement, benoemd onder artikel 36 en 37, dan kan men zeer dure renovaties, zoals bvb. een nieuw dak of een nieuw gebouw, als een offerte indienen op de dienst cultuur en jeugd. Deze offerte wordt dan weerhouden als de dienst cultuur en jeugd, het Dagelijks Bestuur en de jeugdraad deze préfinanciering positief adviseert (na de werken, moeten de nodige facturen worden binnengebracht op de jeugddienst). Deze werken zullen gecontroleerd worden, indien ze niet uitgevoerd zijn, zullen de subsidies teruggevorderd worden. Indien de werken deze subsidiepot van 18.605 overstijgen door renovaties als bvb een nieuwbouw, kan men op advies van de dienst cultuur en jeugd, zich richten tot het college van burgemeester en schepenen. Art.38: BESLUIT Indien bij voorgaande hoofdstukken (vorming, projecten en lokaalrenovatie) na de subsidieberekening kredieten overblijven, worden deze gebruikt voor projecten voor de jeugd van Houthalen-Helchteren op voorstel van het Dagelijks Bestuur, Jeugdraad, de dienst cultuur en jeugd en in overleg met het schepencollege. Het jaarlijkse actieplan beschrijft concreet de projecten waarvoor de resterende middelen worden aangewend. 8
Controle op de juistheid van de gegevens en op de naleving van de voorschriften, beschreven in voorgaande hoofdstukken, kan ten alle tijden gebeuren door de dienst cultuur en jeugd. De begunstigde verenigingen zijn onderworpen aan de Wet van 14 november 1983, betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. De subsidies volgens voorgaande hoofdstukken worden berekend door de dienst cultuur en jeugd. De toe te kennen subsidiebedragen worden voorgelegd: ter advies aan de Algemene Vergadering van de jeugdraad, ter goedkeuring aan het schepencollege. Dit reglement is te allen tijde vatbaar voor aanpassingen en wijzigingen, al naargelang bepaalde behoeften en/of noden zich opdringen. Deze wijzigingen worden ter advies voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de jeugdraad en ter goedkeuring aan de gemeenteraad. Afschriften van dit reglement in drievoud over te maken aan de Hogere Overheid Reglement goedgekeurd door gemeenteraad op, 28 oktober 2004 9