Studiewijzer 2012-2013

Vergelijkbare documenten
Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Informatie voor studenten van de opleiding Artiest Theater niveau 4 Leerweg BOL Crebonummer: 90032

Studiewijzer Informatie voor studenten van de opleiding Artiest Dans niveau 4 Leerweg BOL Crebonummer: 90031

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer Deel 1 - Informatie voor studenten van alle opleidingen

Leidinggevende keuken jarig traject

Studiewijzer

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Studiewijzer

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Zelfstandig werkend kok 95420

Studiewijzer

1. Examenplan Artiest Muziek

Studiewijzer

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Brood en Banket. Zelfstandig werkend banketbakker

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

1. Wat is beroepspraktijkvorming

Studiewijzer

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Studiewijzer ALLROUND GRIMEUR. niveau 4. Leerweg BOL Crebonummer: MBO College Zuid Europaboulevard PC Amsterdam

Studiewijzer

Onderwijs- en examenregeling (nieuwe KD)

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

Helpende Zorg & Welzijn (speciale doelgroep)

Leidinggevende keuken jarig traject

Hoofd Informatie niveau 4. crebo 94071

Make-up Art/Allround grimeur

Studiewijzer

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Examenplan opleiding: Mediavormgever. Art & design. Leerweg BOL. Crebocode: 90412

Examineren & Diplomeren doe je zo

Cultureel Organisator

Rijn IJssel Theater. TOELATING Wettelijke toelatingseisen

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme. Informatiemedewerker Niveau 3

Onderwijs- en Examenregeling

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Examenplan Danscoördinator Bij kwalificatie Coördinator sportinstructie, training en coaching

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Leidinggevende bediening 94161

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Opleidingsinformatie ROC TOP cohort 2018

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Verkoper Reizen 94090

Manager/ondernemer horeca 90303

NIVEAU 4 TUIN, PARK & LANDSCHAP. Startjaar: Kwalificatiedossier: Natuur en groene ruimte 4 Versie:

Studiewijzer

Leidinggevende bediening 94161

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Studiewijzer Professioneel voetballer

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Studiewijzer

Onderwijs- en examenregeling

Studiewijzer Informatie voor studenten van de opleiding Filiaalmanager Sprintopleiding (1-jarig) Niveau 4 Leerweg BOL Crebonummer: 93492

Manager Verkoop Reizen

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Kapper Niveau 3

1. Examenoverzicht Beroep specifieke examens. Opleiding: Sport- en bewegingsleider Niveau: 3 Opleidingsduur: 4800 SBU.

Examenplan examenplan en diplomavereisten Coördinator sport- en bewegingsagogie (P4) (HKS, vanaf augustus 2015)

Studiewijzer

Beveiliger BBL niv. 2

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en examenregeling (nieuwe KD)

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

Onderwijs- en Examenregeling

Transcriptie:

Studiewijzer 2012-2013 Informatie voor studenten van de opleiding Musical Artiest Crebonummer: 90033 Frank Sanders Akademie voor Musicaltheater MBO College Zuid Locatie: Europa boulevard 13 1079 MZ Amsterdam - 1 -

Inhoudsopgave 1. WELKOM... 4 2. JOUW SCHOOL: HET ROC VAN AMSTERDAM... 5 2.1 Wat vinden wij belangrijk?... 5 2.2 Wat zijn jouw rechten en plichten?... 5 3. HET ONDERWIJSPROGRAMMA... 7 3.1 De opleiding... 7 3.2 Inhoud kwalificatiedossier... 7 3.3 Kerntaken en werkprocessen... 8 3.4 Algemeen deel opleiding... 9 3.5 Verder studeren na je opleiding... 9 3.6 De eerste leerperiode... 10 Begeleiding van de beroepsbeoefenaar... 11 3.7 Leereenheden... 11 3.8 Aanvullende eisen... 13 3.9 Studievoortgang & Studieadvies... 13 3.10 Leren op school... 13 3.11 Leren in de praktijk... 13 3.12 Leren en je ontwikkeling... 14 3.13 Leren en beoordelen... 15 4. HET EXAMENPROGRAMMA... 16 4.1 De beroepsgerichte examinering... 16 4.2 Nederlands... 18 4.3 Rekenen... 18 4.4 Engels en moderne vreemde talen... 18 4.5 Loopbaan en burgerschap in het mbo... 19 4.6 Diplomering... 20 4.7 Vrijstellingen voor Nederlands en rekenen... 20 4.8 Herkansingen... 20 5. BEGELEIDING, ZORG & EXTRA FACILITEITEN... 21 5.1 Welke begeleiding en zorg kan ik krijgen?... 21 5.2 Ben je op 1 augustus 18 jaar of ouder?... 22 5.3 Ben je op 1 augustus jonger dan 18 jaar?... 22 6. AANWEZIGHEID... 23 6.1 Wanneer moet ik op school aanwezig zijn?... 23 6.2 Wat moet ik doen als ik niet kan komen?... 23 6.3 Wat gebeurt er als ik zonder reden afwezig ben?... 23 7. STUDIEKOSTEN... 24 7.1 Wettelijke kosten... 24 7.2 Schoolbijdrage... 24 7.3 Specificatie opleidingskosten... 25 8. VERZEKERINGEN... 26 8.1 Ongevallenverzekering... 26 8.2 Aansprakelijkheidsverzekering... 26-2 -

8.3 Schoolreisverzekering... 26 8.4 Verzekering bij BPV in het buitenland... 26 9. INSPRAAK... 27 9.1 Inspraak via het ROC van Amsterdam... 27 9.2 Inspraak van studenten... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 9.3 Inspraak via JOB... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 10. VAKANTIEROOSTER 2012-2013... 28 11. PROBLEMEN OF KLACHTEN... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 11.1 Wat moet ik doen als ik een probleem heb?... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 11.2 Wat moet ik doen als mijn eigen opleiding het probleem niet kan oplossen?fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 11.3 Waar kan ik terecht?... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 12. HET EXAMENREGLEMENT... 30 Titel 1: De regeling van de examens... 30 Titel 2: De organisatie van de examens... 32 Titel 3: Bezwaar en beroep... 34 Titel 4: Slotbepalingen... 34 13. OVERIGE INFORMATIE... 35-3 -

1. Welkom Welkom bij het ROC van Amsterdam. Als je een opleiding gaat doen, heb je veel informatie nodig: Wat moet ik doen als ik ziek ben? Wanneer heb ik vakantie? Hoe ziet mijn studie eruit? Wie begeleidt mij tijdens mijn opleiding? Welke boeken moet ik kopen? In deze Studiewijzer vind je informatie die je nodig hebt voor je studie. Hierin vind je bijvoorbeeld: wat wij belangrijk vinden aan onderwijs hoe je als student kunt meepraten over het ROC wat je moet doen als je een klacht hebt wanneer je vakantie hebt Daarnaast vind je in deze Studiewijzer informatie over de opleiding die je bij ons gaat volgen. Hierin vind je bijvoorbeeld: hoe je opleiding is opgebouwd wanneer je stage loopt welke examens je moet doen en wanneer wat je moet kunnen aan het eind van je opleiding hoeveel geld je opleiding kost welke regels gelden Daarnaast vind je op intranet over actuele zaken, zoals je rooster, informatie over de lokalen en nieuws. Op intranet staan handige formulieren en informatie waaronder het studentenstatuut, het examenreglement e.d. En deze studiewijzer kun je er ook downloaden. Natuurlijk krijg je aan het begin van je opleiding nog te horen waar je alle informatie die je nodig hebt kunt vinden. Ook kun je altijd met je vragen terecht bij je docenten en begeleiders. Veel succes met je opleiding! Steven Moonen Artistiek leider, directeur onderwijs Frank Sanders Akademie voor Musicaltheater College Zuid ROC van Amsterdam - 4 -

2. Jouw school: het ROC van Amsterdam We hechten er waarde aan om te vertellen wat wij als ROC belangrijk vinden. We doen je zelfs een paar beloftes waar je ons op mag aanspreken. We spreken uit wat we van jou verwachten en waar je informatie over je rechten en plichten vindt. 2.1 Wat vinden wij belangrijk? Wij vinden het belangrijk dat je goed onderwijs krijgt en dat je een waardevol diploma krijgt. Daarom hebben we vijf belangrijke uitgangspunten voor ons onderwijs opgesteld. Deze uitgangspunten zijn: 1. Je volgt onderwijs dat gericht is op de beroepspraktijk. We leiden je op voor een beroep. Dat is de reden dat we vinden dat het onderwijs daarop afgestemd moet zijn. Daarom ga je bijvoorbeeld tijdens je opleiding meerdere keren op stage en zijn de lessen op school gericht op de beroepspraktijk. Je krijgt les van goede, enthousiaste en vakbekwame docenten 2. Het onderwijs sluit aan bij wat jij nodig hebt. In de eerste weken van je opleiding doen we een aantal testen. Aan de hand van deze testen kijken we waarbij we je kunnen helpen (bijvoorbeeld bij Nederlands en rekenen). Met je studiecoach bespreek je je eigen onderwijsprogramma: welke onderwijsonderdelen ga je op welk moment volgen? Tijdens de opleiding bespreek je met je studiecoach hoe het met jou en je opleiding gaat. We nemen je serieus en luisteren naar je. Als er knelpunten zijn, dan lossen we die samen op. 3. Jouw school is jouw plek. Je volgt een opleiding op je eigen school. Je voelt je thuis en je kent je docenten en medestudenten. Er is een goede sfeer. Jouw school is een leuke plek om elkaar te ontmoeten! 4. Jouw school is goed georganiseerd. We geven je structuur en houvast. Op het ROC werken we met een rooster en blokken. Zo weet je precies welke lesonderdelen je wanneer en waar moet volgen. Dat geeft je structuur en houvast. Bovendien krijg je bij ons een vaste studiecoach die jou kan helpen als je problemen hebt. 5. Als je dat wilt en kunt, ga je na de opleiding naar een hoger mbo niveau of naar het hbo. Wanneer je niveau 1 of 2 of 3 volgt kijken we samen met jou, of je na het behalen van je diploma kan doorstromen naar een hoger mbo niveau. Daarbij zorgen wij ervoor dat het hoger mbo niveau goed aansluit. Als je een niveau 4 opleiding volgt, kijken we samen met jou of je door kunt stromen naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). Daarom stimuleren we je om goed te kijken welke vervolgopleiding je in het hbo zou kunnen gaan doen. Natuurlijk begeleiden we je in het maken van een goede keuze. 2.2 Wat zijn jouw rechten en plichten? Je rechten en plichten komen in meerdere documenten terug, zoals: Het Studentenstatuut de OOK (onderwijsovereenkomst) en/of de examenovereenkomst de BPV (of stage)-overeenkomst deze Studiewijzer met de onderwijs- en examenregeling de Studiehandleidingen en de BPV-handboeken de algemene omgangsregels en eventuele specifieke schoolregels per opleiding, werkmaatschappij of locatie. Ze zorgen ervoor dat jij weet waar je recht op hebt en wat je plichten zijn, zodat we goede afspraken met elkaar kunnen maken. - 5 -

We verwachten natuurlijk van je dat je bijdraagt aan een goede sfeer op school. Je neemt met een positieve instelling deel aan je opleiding, je bent op tijd aanwezig in de lessen en je volgt ze allemaal. We verwachten van je dat je op een positieve manier met de docent en je studiecoach in gesprek gaat over je opleiding. Het Studentenstatuut In het Studentenstatuut staan de rechten en de plichten van elke mbo-student vastgelegd. Er staat erin uitgelegd hoe die rechten en plichten vorm krijgen in de school. Voorbeelden daarbij zijn het recht op gelijke behandeling, de bescherming van je privacy en een veilige school.. Je vindt het Studentenstatuut op de site van het ROC van Amsterdam (www.rocva.nl) onder: Info voor studenten. De onderwijsovereenkomst (OOK) Voordat je begint met je opleiding vragen wij jou met ons een OnderwijsOvereenKomst aan te gaan, een OOK dus. Daarin leggen wij onze afspraken schriftelijk vast. We spreken af wat jouw rechten zijn en wat de rechten van het ROC zijn. Ook spreken we af aan welke plichten jij en het ROC zich moeten houden. Als je nog geen 18 jaar bent, moet jouw ouder of verzorger de overeenkomst ondertekenen. Als alle partijen (jij, eventueel je ouder/verzorger en de school) handtekeningen hebben gezet onder de OOK, kun je op onze school de lessen gaan volgen. - 6 -

3. Het onderwijsprogramma 3.1 De opleiding De opleiding Frank Sanders Akademie voor Musicalartiest is een beroepsopleiding. Aan het einde van je opleiding moet je het beroep waar je voor opgeleid wordt kunnen uitoefenen en als goede burger kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. De onderwijsonderdelen die je in je opleiding krijgt zijn hierop gericht. Wat je precies moet kunnen binnen je beroep, is vastgelegd in een kwalificatiedossier. Daarin staan de werksituaties en taken van jouw beroep. Alle scholen in Nederland die deze opleiding aanbieden, moeten zich houden aan de eisen in het kwalificatiedossier. Het onderwijsprogramma wordt dus niet zomaar samengesteld. Het onderwijs moet ervoor zorgen dat je straks voldoet aan alle eisen die aan jou als beginnend beroepsbeoefenaar gesteld worden. Elk beroep heeft zijn eigen kwalificatiedossier en heeft dus zijn eigen eisen. Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op www.kwalificatiesmbo.nl (onderdeel Kwalificatiedossiers). 3.2 Inhoud kwalificatiedossier Context van de kwalificatie: De musicalartiest is voornamelijk uitvoerend actief in de musicaltheaterwereld. Hij is projectmatig werkzaam in musicalproducties; vooral in de commerciële producties, evenementen en in de entertainment maar ook in de gesubsidieerde varianten, variërend van grote tot kleine gezelschappen. Typerende beroepshouding: De musicalartiest moet zijn beroepspraktijk goed kunnen managen, want tijdens de deelname aan of voorbereiding van een productie is het belangrijk dat hij zijn aandacht ook behoudt bij een andere productie (of meerdere producties, voorstellingen, repetities etc.) waar hij gelijktijdig aan deelneemt. Hij gaat goed om met tijdsdruk, kan prioriteiten stellen, houdt overzicht over zijn werkzaamheden, is ordelijk en assertief en behoudt zijn concentratie. De musicalartiest werkt vaak op een freelance basis. Dit houdt in dat een vaste, langdurige aanstelling niet of nauwelijks voorkomt. Hierdoor heeft de musicalartiest te maken met weinig zekerheid en veel onvoorziene omstandigheden. Hij zal dus voortdurend alert moeten zijn op kansen die zich voordoen om aan een productie mee te kunnen doen. Naast vaktechnische en ondernemerskwaliteiten zijn houdingsaspecten doorslaggevend: een musicalartiest is gedreven, volhardend, heeft een sterke persoonlijkheid en is in staat om zowel publiek als opdrachtgevers te verleiden en hun aandacht te vangen. De musicalartiest streeft altijd naar het leveren van kwalitatief zo hoog mogelijke prestaties Rol en verantwoordelijkheden. In de meeste gevallen moet het werkterrein zelfstandig worden onderhouden en georganiseerd. Dit betekent dat de musicalartiest hierin min of meer op zichzelf is aangewezen en dat hij zelf verantwoordelijk is voor al zijn handelen. In enkele gevallen wordt voor bepaalde onderdelen een agent aangetrokken of zijn musicalartiesten aangesloten bij een artiestenbureau of impresariaat. Doorgaans zijn dit tijdelijke verbanden, gedurende een productie. Van de musicalartiest wordt verwacht dat hij zelfstandig het voorbereidende werk kan instuderen, voor zover de rol binnen de productie dat toelaat. Vooral in kleine en lowbudget producties betreft de voorbereiding meestal ook het (mede) zorgdragen voor passende kleding, grime en hulpmiddelen. De musicalartiest heeft een uitvoerende rol als onderdeel van een groter geheel. Hij bereidt in teamverband een productie voor. In de repetitiefase is het opbouwen van een goed contact en het samenwerken met andere betrokkenen (medespelers, technische medewerkers en dergelijke) van groot belang. De musicalartiest moet kunnen reflecteren op het geleverde product en zowel kritisch naar zichzelf zijn als naar de groepsprestatie. Op het moment van optreden moet er een groot gevoel van onderling vertrouwen zijn in de spelersgroep; de musicalartiest is aanspreekbaar op zijn bijdrage aan het geheel. In situaties dat er wat mis gaat moet daar als individu en als groep adequaat op worden gereageerd. De toeschouwer mag niet merken dat er wat mis is gegaan. - 7 -

Complexiteit: Kenmerkend is dat het onderhouden en organiseren van het eigen werkterrein naast diverse andere werkzaamheden moet worden uitgevoerd. Voor de musicalartiest is het belangrijk hierin prioriteiten te stellen, overzicht te bewaren, ordelijk en assertief te zijn en zijn concentratie te behouden. Het is aan de musicalartiest om een juiste inschatting van de aan hem gestelde eisen te maken bij het voorbereiden van de performance. Voor de musicalartiest wordt de complexiteit vergroot door het conflict tussen enerzijds de concurrentie met mede artiesten aan te gaan en anderzijds met de collega artiesten samen te werken. De musicalartiest moet zich in kunnen leven, heeft inzicht in de rol en de thematiek en maakt gebruik van specialistische kennis en vaardigheden ten behoeve van zijn performance. Het vele malen herhalen van dezelfde patronen vergt van de musicalartiest veel concentratievermogen en discipline. Na elke repetitie kunnen wijzigingen worden aangebracht in het stuk. Dit vergt incasseringsvermogen. Met name in commerciële producties is er weinig voorbereidingstijd en moet onder hoge druk (met minimale aanwijzingen en zonder ruimte voor fouten) worden gepresteerd. Goede techniek alleen is onvoldoende, men moet in staat zijn met het publiek te spelen en daarmee contact op te bouwen. Tijdens het optreden moet de musicalartiest zijn taak bijzonder geconcentreerd uitvoeren, daarbij tegelijk ook reageren op medespelers en soms op het publiek 3.3 Kerntaken en werkprocessen In het kwalificatiedossier staan voor elk beroep verschillende kerntaken: belangrijke werkzaamheden die centraal staan in dat beroep. Elke kerntaak bestaat uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen heten werkprocessen. Om een werkproces en dus een kerntaak uit te voeren heb je kennis, vaardigheden en de juiste houding nodig. In onderstaande tabel staan de kerntaken en werkprocessen van je opleiding. In de laatste kolom van de tabel zie je bij welke uitstroomrichtingen de kerntaken en werkprocessen horen. Kerntaak Werkproces Uitstroom 1 Onderhoudt en organiseert zijn eigen werkterrein Legt en onderhoudt contacten Musical 1.1 Verwerft opdrachten Musical 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 Voert (financieel) administratieve Musical werkzaamheden uit Werkt mee aan publiciteit en aan Musical promotionele activiteiten Organiseert (kleine) podiumpresentaties Musical Verzorgt workshops Musical 2 Bereidt de voorstelling/ uitvoering voor 2.1 Maakt of een muziekstuk, of een choreografie, of een act N.v.t Zet ideeën, concepten en/of scripts om Musical 2.2 in een voorstelling/concrete producten Repeteert materiaal en eigen inbreng Musical 2.3 individueel Repeteert in groepsverband Musical 2.4 3 Zet de voorstelling/ uitvoering neer 3.1 Bereidt zich voor op de voorstelling/ uitvoering van producten 3.2 Voert de voorstelling of uitvoering uit/levert de producten op Musical Musical - 8 -

Kerntaak Werkproces Uitstroom Evalueert de voorstelling/producten Musical 3.3 3.4 Mixt en regelt geluid af N.v.t. 3.4 Algemeen deel opleiding Naast het beroepsgerichte deel van je opleiding, is er een meer algemeen deel van je opleiding. Dit algemene deel moet ervoor zorgen dat je als burger in de Nederlandse samenleving kunt leven. Dit deel heeft de overheid verplicht gesteld voor alle mbo-opleidingen. Loopbaan en burgerschap Bij loopbaanoriëntatie wordt aandacht besteed aan je capaciteiten en motivatie, aan het plannen van je loopbaan, het zoeken van een baan en aan netwerken. Tijdens de opleiding leer je hoe je je op een andere manier kunt ontwikkelen. Je leert bijvoorbeeld om na te denken over wat je wilt bereiken in je opleiding of je beroep en hoe je dit kunt bereiken. Daarnaast is het belangrijk dat je leert hoe je actief deel uit kunt maken van de Nederlandse samenleving. Daarbij kun je onder andere denken aan het maken van politieke keuzes, op tijd op je werk komen en als kritische consument kunnen functioneren. Dat alles leer je bij het onderdeel "Loopbaan en Burgerschap" (L&B). Om je diploma te kunnen behalen, moet je niet alleen voldoen aan de eisen uit het kwalificatiedossier. Je moet ook voldoen aan de eisen voor L&B. Nederlands en rekenen Nederlands en rekenen zijn belangrijke vakken. Wanneer je de Nederlandse taal beheerst en kunt rekenen helpt je dat om de opleiding goed te volgen. Je moet in je opleiding namelijk vaak veel lezen, luisteren, presentaties geven, werkstukken schrijven en overleggen. Ook moet je tijdens je opleiding vaak rekenen. Later in je beroep heb je Nederlands en rekenvaardigheid nodig om goed te kunnen functioneren. En als je naar een vervolgopleiding wilt, bijvoorbeeld op het hbo, dan is het belangrijk dat je Nederlands en rekenvaardigheid op niveau zijn. En ten slotte: als burger in de Nederlandse samenleving moet je Nederlands goed genoeg zijn om bijvoorbeeld te kunnen communiceren met de gemeente of het ziekenhuis. Dat geldt natuurlijk ook voor rekenen. In ons onderwijs werken we er aan dat je aan het eind van de opleiding het vereiste niveau van taal en rekenen haalt. En als je niet zo goed bent in taal en rekenen, geven wij je extra ondersteuning. Moderne Vreemde Talen Behalve Nederlands is voor jouw beroep misschien een andere taal belangrijk, bijvoorbeeld Engels, Duits of Spaans. In dat geval krijg je les in één of meer van deze moderne vreemde talen. 3.5 Verder studeren na je opleiding Met deze opleiding kun je professioneel aan het werk als Musicalacteur. Verwante Hbo opleidingen waar je kunt doorstuderen, vind je op de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Fontys hogeschool te Tilburg en b.v. de Film-akademie. Hiervoor gelden meestal speciale toelatingseisen, en wordt een specifieke toelatingsprocedure gevolgd. - 9 -

3.6 De eerste leerperiode Oriëntatie en selectie De eerste stap op weg naar een competente beroepsbeoefenaar is de instroomprocedure (toelatingsaudities), die vooraf gaat aan de opleiding. Deze procedure is er op gericht om: aankomende studenten te beoordelen op hun vaardigheiden en talenten op het gebied van zang, spel en dans aankomende studenten te beoordelen de ontwikkelbaarheid van deze vaardigheiden en talenten en het voorbereiden van de studenten op de opleiding De voornoemde aspecten komen aan de orde tijdens de uitgebreide intake-procedure in de vorm van audities en lessen, die in januari, februari en april voorafgaande aan het eerste leerjaar plaatsvinden. De toelatingsprocedure bestaat uit de volgende onderdelen: Auditie: Spel, toneelmonoloog van maximaal 3 minuten Zang, zingen van een musicalnummer Dans/bewegingsauditie Finale selectiecursus bestaat uit lessen: Elementair spel Zangtechniek/ Ensemblezang Dans Musical Zangvoordracht Indien na de selectiecursus de kandidaat blijk geeft van voldoende ontwikkelingsmogelijkheden op minimaal twee van de drie basisdisciplines van musical en een minimum aanleg toont voor de derde discipline (spel zang dans) en blijk geeft van voldoende theatrale persoonlijkheid in aanleg kan de student toegelaten tot de akademie. Het effect van deze procedure is tweeledig: De haalbaarheid van de opleiding voor de student wordt getoetst, wardoor tussentijdse uitval wordt voorkomen. Daarnaast wordt de relatie tussen arbeidsmarktrelevantie en aantal afgestudeerde musicalartiesten gecontroleerd. Dit biedt optimale carrière mogelijkheden van de afgestudeerden in het vakgebied waarvoor zij worden opgeleid. Persoonlijke ontwikkeling: begeleiding en reflectie (POP) De docenten van de Frank Sanders Akademie verzorgen tijdens de lessen intensieve begeleiding van het leerproces op het terrein, waarin zij zich in de beroepspraktijk hebben onderscheiden. Verder vindt eerstelijnsbegeleiding van de studenten van de akademie plaats aan de hand van: Klassengesprekken; Individuele coachingsgesprekken (op maat); Resultaat-/statusgesprekken Begeleiding van de student tot expert-musicalartiest De Frank Sanders Akademie is een kleinschalige beroepsopleiding, die de ontwikkeling van het individuele talent als voornaamste drijfveer kent. Daarin past een zeer persoonlijke begeleiding. Door een voortdurend proces van leren naar presteren wordt de student gestimuleerd tot optimale prestaties. Tijdens deze ontwikkeling vinden regelmatige de eerder genoemde coachingsgesprekken plaats waar aan de hand van zelfreflectie verdere ontwikkeling wordt gestimuleerd. Iedere onderwijsperiode (semester) wordt afgesloten met een praktijkcomponent. Aan het eind van iedere onderwijsperiode vindt een beoordeling plaats per vak, en per vakgroep. Deze beoordeling vindt zijn weerslag in de resultaatformulieren die door de docenten worden ingevuld en het statusformulier. Deze bieden een totaal overzicht van de prestaties van de student. Deze rapportage is als begeleidingsinstrument zowel voor de student als de opleiding het hulpmiddel om eigen accenten te kunnen leggen in de ontwikkeling en geldt als persoonlijk ontwikkelingsprofiel. Na iedere lesperiode volgt een praktijkcomponent in de vorm van een musicaltheatervoorstelling. (minimaal 2x per jaar) Hierna volgt het eerder genoemde voortgangsgesprek met vaste coaches. (uit de - 10 -

vast aangestelde leerkrachten) In deze gesprekken reflecteert de student op zijn eigen prestaties en vervult de begeleider de rol van coach. Er wordt aangegeven wat de bijzondere talenten zijn van de student én er wordt gefocust op elementen, die nog onvoldoende beheerst worden. Indien nodig worden deze begeleidingsaspecten vastgelegd in het ontwikkelingsdossier. (statusmap) Begeleiding van de beroepsbeoefenaar Tijdens én na de opleiding vervullen de begeleiders nog een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de musicalartiest. Het vinden van werk, het zelf ontwikkelen van werk, het creëren van faciliteiten zijn voor de Frank Sanders Akademie belangrijke aspecten van het opleiden voor musicaltheater. Deze aspecten krijgen aandacht tijdens de opleiding, waarbij studenten worden geënthousiasmeerd en geholpen bij het opzetten van eigen producties. Dit komt o.a. tot uiting in voorstellingen in het huiskamer theater het Perron en de musicaltheatergroep Onder de pannen in Klein Carré. Nulmetingen Als je start met je opleiding, moet jouw beginniveau van Nederlands, Engels en rekenen gelijk zijn aan het vereiste eindniveau van het vmbo. Je krijgt een test voor Nederlands en rekenen om te bepalen of je op het juiste niveau zit. Op basis van de resultaten proberen we jou een passend programma aan te bieden. Je krijgt een test voor Engels of een andere moderne vreemde taal als je deze taal ook voor je beroep nodig hebt. 3.7 Leereenheden De gehele opleiding bestaat uit een aantal leereenheden plus de beroepspraktijkvorming (BPV). Het onderwijs is verdeeld in vakgroepen, die hun eigen aandeel hebben bij het aanbieden van de kerntaken en de daarbij behorende competenties. De afzonderlijke leerlijnen zijn evenwel steeds gericht op ontwikkeling in de volle breedte van de competenties en kerntaken. De kerntaken en competenties komen samen in de ontwikkeling van beginnend beroepsbeoefenaar via gevorderd tot competente beroepsbeoefenaar. Deze ontwikkeling zien we in de opleiding terug: 1 e jaar veel ensemble- en kooractiviteiten, 2 e jaar klein ensemble en duo, 3 e en 4 e jaar soloactiviteiten die uiteindelijk weer samenkomen in een ensemble. De volgende vakgroepen worden onderscheiden: - Spel - Stemvorming - Dans & beweging - Musicaltheater - Theorie - Praktijk - Theater maken Binnen deze vakgroepen worden leerlijnen ontwikkeld in de deelvakken volgens onderstaand schema: In de onderstaande tabel zijn de leereenheden per studiejaar uitgesplitst. Leerlijnen Onderwijstijd per leerjaar 1 2 3 4 Spel Elementair spel x x Scènestudies x Spelscènes x x x Tekstbehandeling x x Tekstvoordracht x Handeling & tekst x Komedie x Stemvorming Zangtechniek x x x x Wereldmuziek x - 11 -

Ensemblezang x x Logopedie/spraak x x Dans & beweging Jazz x x x Klassiek x x x x Dansexpressie x Musicaldans ensemble x x Tapdance/Flamenco x Musicaldans solo x x Conditie - Core kinetics x x x x Musical theater Musical zangvoordracht spel x x P* Musical zang & dans x P* Musical improvisatie x P* Musical zangvoordracht solo/ ensemble x x P* Musical zangvoordracht solo x P* Beweging- en theatercompositie x x x Musical scène en lied x x P* Musical theorie Musicalgeschiedenis x Musical dramaturgie x Vormgeving x x Algemene muziekleer/solfége/compositie x x x x Cultureel ondernemerschap x Theateroriëntatie (de Bron/In actie zijn) x x Theater maken Musical Theater Studie x Work In Progress x x Praktijk Kerst x x Eindejaarsvoorstelling x x x Ateliervoorstelling (tweemaal) x 10 minuten soli x 20 minuten soli (BPV) x Eindvoorstelling/Proeve van Bekwaamheid x Voorstellingen/optredens/stages 4 e jaar x *P = deze vakken worden in het 4 e jaar niet klassikaal gegeven maar vinden plaats in de praktijk Opleidingsjaar Contacturen school BPV uren Totaal school en bpv uren 1 800 250 1050 2 700 350 1050 3 650 400 1050 4-12 -

3.8 Aanvullende eisen De wet stelt eisen aan de uitoefening van je beroep. Als dat voor jouw beroep geldt, dan worden ze hier genoemd: Verklaring Omtrent het Gedrag Een werkgever kan bij indiensttreding om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vragen. Dit kan hij doen als je werkt met vertrouwelijke gegevens of kwetsbare personen. Studenten die stage lopen bij zo n bedrijf of instelling moeten vaak een VOG hebben. Je stagebegeleider informeert je of een VOG vereist is. 3.9 Studievoortgang & Studieadvies Je ontvangt minimaal tweemaal per jaar een overzicht van de voortgang van je studie in de vorm van een status map. Deze bespreek je met je studiecoach in een statusgesprek. 3.10 Leren op school Aantal uren Het aantal uren onderwijs dat je per studiejaar krijgt, is afhankelijk van de leerweg die je volgt. Het middelbaar onderwijs beroepsonderwijs kent drie leerwegen: Beroepsopleidende leerweg (BOL) Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Deeltijd BOL Per leerweg zijn er wettelijke eisen, die staan in het schema hieronder Met studiebelastingsuren bedoelen we het totaal aantal uren dat je bezig bent met je opleiding (op school, in de praktijk, thuis). BPV uren zijn de uren waarbij je stage loopt. Onder begeleide onderwijsactiviteiten vallen bijvoorbeeld ingeroosterde lessen, toetsuren en de beroepspraktijkvorming. Dit zijn de uren die je onder begeleiding van een docent, instructeur of praktijkopleider doorbrengt. BOL Studiebelastingsuren (= totaal aantal 1600 uren uren) per jaar BPV-uren over de opleidingsduur 20-60% Begeleide uren per jaar Minimaal 850 uren Verdeling van de uren over het studiejaar Ieder studiejaar is verdeeld in vier periodes van ongeveer tien weken. In een leerperiode heb je minimaal 220 contacturen. Dat zijn uren die je onder begeleiding doorbrengt op school en/of op een leerwerkplek. Er zijn in elk geval twee momenten per studiejaar (namelijk augustus en februari) waarop je met een opleiding kunt beginnen. Op die momenten kun je overstappen naar een andere opleiding. Door die twee momenten per jaar hoef je niet een heel jaar te wachten als je van opleiding wilt wisselen. 3.11 Leren in de praktijk Om een beroep goed te leren moet je natuurlijk in de praktijk aan de slag. Een belangrijk deel van je opleiding breng je door bij een bedrijf of instelling. Het bedrijf of de instelling maakt met de school afspraken over wat jij in de praktijk gaat leren en hoe jij daarbij wordt begeleid. De school en het bedrijf of - 13 -

de instelling zorgen er samen voor dat wat je op school en in de praktijk leert op elkaar is afgestemd. Het kan zijn dat jij in het eerste leerjaar alleen een korte stage hebt die meer als kennismaking met het beroep bedoeld is. Beroepspraktijkvorming (BPV) Naast de vakgroepen speelt vanaf dag één van de opleiding de praktijkervaring een belangrijke rol in het weekrooster van de opleiding. Work in Progress en Musical Theater Studie zijn belangrijke (praktijk)vormende onderdelen voor de aankomende Musicalartiest. De student leert door deze praktijkonderdelen een thema, onderwerp of toneelstuk uit te werken tot musicaltheater. Iedere periode wordt afgesloten met presentaties als onderdeel van de praktijk. De beoordeling van deze presentaties wordt aangegrepen om de persoonlijke ontwikkelingen van de individuele student bij te sturen. Op die manier ontstaat een individuele leerweg, die is afgestemd op de behoefte van de student. De vorderingen bij het verwerven van competenties (1), de praktijkgerichte lessen WIP en MTS (2) en de presentaties (3) zijn de basis voor de 4 e praktijkcomponent, die structureel deel uitmaakt van de opleiding: de voorstellingen. In de voorstellingen wordt de student de gelegenheid geboden om aan te tonen, dat hij/zij competent is op het niveau dat past bij de fase waarin zijn opleiding zich bevindt. (beginnend-, gevorderd-, competent- of expert-musicalartiest). De Beroeps Praktijk Vorming wordt binnen de voorstellingen, door de leerjaren heen, vorm gegeven als BPV in het eigen productiehuis. Bij al deze studievoorstellingen staat het lerend karakter en de ontwikkeling van de student voorop. Het gaat om Musical-voorstellingen, waarbij de vorm en inhoud ten dienste staan van de student, zodat leerstof in de praktijk kan worden gebracht. Daarin onderscheidt deze BPV zich van de Beroepspraktijkvorming, die in real-life-stage zou plaats vinden, waarbij het lerende karakter van de BPV niet gegarandeerd kan worden omdat daar niet de student centraal kan staan. Praktijkovereenkomst (POK) Wij vinden het belangrijk dat we, voordat je begint met je BPV, goede afspraken maken. Die afspraken gaan ten eerste over wat je gaat leren in de praktijk. Ten tweede maken we afspraken over hoe je begeleid en beoordeeld wordt, en door wie. Voor elke nieuwe BPV-periode leggen we, zoals de wet voorschrijft, een aantal officiële afspraken vast in een Praktijkovereenkomst, een POK. Als je hem hebt gelezen en als je het eens bent met de inhoud, dan onderteken je de overeenkomst. Het bedrijf of de instelling waar je de BPV doet en de school ondertekenen deze overeenkomst. Pas als je POK goed is ingevuld en ondertekend is, is de BPV geldig en kun je aan je BPV beginnen. 3.12 Leren en je ontwikkeling Beroepen veranderen, nieuwe beroepen ontstaan en andere verdwijnen. De arbeidsmarkt vraagt dus steeds andere vaardigheden van beroepsbeoefenaars. Maar wij kijken naar wat onze studenten kunnen en willen. Het beroep is dus altijd in ontwikkeling en jij ook. In ons onderwijs ondersteunen we daarom jouw leerontwikkeling. Je studiecoach heeft hierin een belangrijke rol. Loopbaanbegeleiding Jouw loopbaan is het uitgangspunt bij het onderwijs. Jij hebt als student een eigen verantwoordelijkheid voor jouw leertraject. Om je daarbij te helpen heb je een studiecoach met wie je een aantal keer per studiejaar een gesprek hebt. De studiecoach volgt je van het begin tot einde van je opleiding. De begeleider gaat met je na met welke achtergrond je je opleiding start. Hij/zij maakt samen met jou een Persoonlijk OntwikkelPlan en een Persoonlijk ActiviteitenPlan. Hierin staat bijvoorbeeld aan welke competenties je wilt werken en wat voor leeronderdelen je daarvoor gaat doen. Jouw studiecoach volgt jouw resultaten in een leerlingvolgsysteem en met behulp van je portfolio. Op al deze manieren houdt de studiecoach zicht op hoe jij ervoor staat. Over het Persoonlijk ontwikkelplan kun je hieronder meer lezen. - 14 -

Persoonlijk OntwikkelPlan (POP) / Statusmappen Samen met je studiecoach maak je aan het begin van je opleiding statusmap. In je statusmap komen de volgende onderwerpen te staan: wat je leerdoelen zijn voor de beroepsvaardigheden wat je in je persoonlijke ontwikkeling wil bereiken welke planning van (leer)activiteiten je hebt voor de komende periode welke adviezen de school en praktijkbegeleider voor je hebben (bijvoorbeeld of je door moet gaan met de opleiding of BPV) en welke afspraken er met je gemaakt zijn. 3.13 Leren en beoordelen Tijdens de opleiding is het belangrijk dat je weet hoe jij ervoor staat. Voor je docenten en begeleiders is het belangrijk dat ze weten hoe je vooruit gaat in je opleiding. Daarom worden jouw resultaten bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem. In het leerlingvolgsysteem kunnen we precies zien welke onderdelen jij met succes hebt afgerond en welke niet. Die resultaten zijn belangrijk voor de gesprekken met je studiecoach. In die gesprekken bespreken jullie immers samen hoe het gaat en hoe je verder gaat met je opleiding. Op vaste momenten in je opleiding wordt bepaald of je verder mág met je opleiding. Om dat te kunnen vaststellen, is het natuurlijk belangrijk dat je goed beoordeeld wordt. Dat doen we op twee manieren. Ontwikkelingsgericht beoordelen Als we ontwikkelingsgericht (of formatief) beoordelen, willen we vooral inzicht krijgen in hoe jij je ontwikkelt. Het gaat er dan niet om dat je een bepaald niveau haalt, maar dat je te horen krijgt wat je al beheerst en waar je je verder in moet ontwikkelen. Met die informatie kun jij dan verder aan de slag. Zo n beoordeling, bijvoorbeeld een toets, telt dus niet mee voor het behalen van je diploma of voor een certificaat. Kwalificerend beoordelen Als de uitslag van een beoordeling wel meetelt voor een diploma of certificaat, noemen we dat kwalificerend (of summatief) beoordelen. We beoordelen dan om te beslissen of je aan de eisen van examenonderdelen voldoet. Als we op deze manier beoordelen,dan moet dat officieel, volgens de regels en met goede examens gebeuren. De Inspectie van het Onderwijs bewaakt de kwaliteit van de examens. Examenreglement De regels voor het afnemen van examens staan in het examenreglement van het ROC. In dit examenreglement vind je bijvoorbeeld wat je moet doen als je het niet eens bent met de uitslag van het examen. Iedere opleiding heeft regels voor het onderwijs en de examens. Iedere opleiding moet precies beschrijven hoe je de opleiding eruit ziet en met welke toetsen en examens je te maken krijgt. Niet alleen de examens op school bepalen trouwens of je een diploma krijgt. De beoordeling van je BPV is een belangrijk onderdeel van de examinering. Als je alle examens van de opleiding met voldoende resultaat hebt afgesloten, ontvang je een diploma met daarbij een lijst van je resultaten. - 15 -

4. Het Examenprogramma Het examen van de opleiding bestaat uit de volgende onderdelen: Het beroepsgerichte deel Nederlands Rekenen Engels (MBO 4) Loopbaan en burgerschap in het mbo Voordat je aan je examens begint, krijg je de richtlijnen rond examinering. In deze richtlijnen staat wat je rechten en plichten zijn bij het maken van examens. 4.1 De beroepsgerichte examinering In onderstaande tabel zie je in welke beroepsgerichte examenonderdelen geëxamineerd wordt. In de tabel kun je lezen in welke vorm het examen wordt afgenomen, waar en op welk moment van de opleiding. Beoordeling op driepuntschaal Het eindoordeel van de kerntaak wordt uitgedrukt in een driepuntschaal: goed, voldoende of onvoldoende Kerntaak 1 Korte omschrijving Onderhoudt en organiseert zijn eigen werkterrein Examentoets of -onderdeel Persoonprofiel ( Cultureel ondernemen) Betreft werkprocessen 1.1, 1.2, 1.3 Examenvorm Proeve ; Schriftelijke bewijzen en presentatiegesprek Plaats van afname Op school Periode van afname Derde of vierde leerjaarnvullen door opleidingsteam Examentoets of -onderdeel Eigen podiumpresentatie : Productie en promotie (Solo Klein Carré) Betreft werkprocessen 1.4, 1.5 Examenvorm Proeve Plaats van afname In de bpv Periode van afname Derde of vierde leerjaarnvullen Invullen door opleidingsteam Examentoets of -onderdeel Workshop Betreft werkprocessen 1.6 Examenvorm Proeve Plaats van afname In de bpv Periode van afname Eindwaardering kerntaak 1 Derde leerjaarvullen Invullen door opleidingsteam Per toets 80 % van de beoordelingscriteria voldoende = Voldoende Per toets 90 % van de beoordelingscriteria voldoende = Goed Alle toetsen moeten minimaal voldoende zijn Alle toetsen Goed = eindbeoordeling Goed Ëén of meerdere toetsen Voldoende = eindbeoordeling Voldoende - 16 -

Kerntaak 2: Korte omschrijving Bereidt de voorstelling/ uitvoering voor Examentoets of -onderdeel Meespelen in een productie: Repeteren Betreft werkprocessen 2.2, 2.3, 2.4 Examenvorm Proeve Plaats van afname In de bpv Periode van afname Eindwaardering kerntaak 2 Derde of vierde jaar Per toets 80 % van de beoordelingscriteria voldoende = Voldoende Per toets 90 % van de beoordelingscriteria voldoende = Goed De toets moet minimaal voldoende zijn Toets Goed = eindbeoordeling Goed Toets Voldoende = eindbeoordeling Voldoende Kerntaak 3: Korte omschrijving Zet de voorstelling/ uitvoering neer Examentoets of -onderdeel Meespelen in een productie: Uitvoeren Betreft werkprocessen 3.1, 3.2, 3.3 Examenvorm Proeve Plaats van afname In de bpv Periode van afname Eindwaardering kerntaak 3 Derde of vierde jaar Per toets 80 % van de beoordelingscriteria voldoende = Voldoende Per toets 90 % van de beoordelingscriteria voldoende = Goed De toets moet minimaal voldoende zijn Toets Goed = eindbeoordeling Goed Toets Voldoende = eindbeoordeling Voldoende Beroepsgericht Moderne vreemde talen naar keuze / Engels Het vereiste niveau voor het beroepsgerichte Engels ligt op de taalvaardigheden Luisteren, Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven hoger dan het generieke niveau Engels voor een mbo 4 opleiding. De beoordelingen bij Engels bij onderstaande examenonderdelen uit de tabel worden uitgedrukt in cijfers. Examentoets of -onderdeel Examenvormen Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering beroepsgericht Engels Luisteren B2 Lezen B1 Gesprekken B1 Spreken B1 Schrijven B1 Praktisch, mondeling, schriftelijk Op school Derde leerjaarderde leerjaar Deze examentoets(en) zijn onderdeel van de beroepsgerichte examinering. Ze worden echter niet binnen de PvB afgenomen, maar als aparte toetsen aangeboden. Voor drie van de vijf toets(en) moet het gevraagde niveau bewezen worden. - 17 -

4.2 Nederlands Nederlands Alle MBO-deelnemers moeten examen Nederlands doen. Voor niveau 1, 2 of 3 is dat op niveau 2F, voor niveau 4 is dat op niveau 3F. Tijdens je opleiding wordt uitgelegd wat dit niveau inhoudt. Cijferbeoordeling De beoordelingen bij Nederlands bij onderstaande examenonderdelen worden uitgedrukt in cijfers. Nederlands Examentoets of -onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering Nederlands Korte omschrijving Luisteren 3F Centraal examen - digitaal School Eind tweede of derde studiejaar. Lezen 3F Centraal examen - digitaal School Eind tweede of derde studiejaar Schrijven 3F Schoolexamen - schriftelijk School Eind tweede of derde studiejaar Spreken 3F Schoolexamen - mondeling School Eind tweede of derde studiejaar Gesprekken 3F Schoolexamen - mondeling School Eind tweede of derde studiejaar Cijfer centraal examen is het gemiddelde van de cijfers voor Luisteren en Lezen Cijfer schoolexamen is het gemiddelde van de cijfers voor Schrijven, Spreken en Gesprekken Eindcijfer (een heel cijfer) voor Nederlands is het gemiddelde van het cijfer voor het centraal examen en het cijfer voor het schoolexamen 4.3 Rekenen Alle MBO-deelnemers moeten examen Rekenen doen. Voor niveau 1, 2 of 3 is dat op niveau 2F, voor niveau 4 is dat op niveau 3F. Tijdens je opleiding wordt uitgelegd wat dit niveau inhoudt. Voor niveau 1, 2, 3 is dat op niveau 2F. Voor niveau 4 is dat op niveau 3F. Cijferbeoordeling De beoordelingen bij rekenen worden uitgedrukt in cijfers. Rekenen Examentoets of -onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Korte omschrijving Rekenen 3F Centraal examen - digitaal School Eind tweede of derde studiejaar 4.4 Engels en moderne vreemde talen Alle deelnemers van een MBO niveau 4-opleiding moeten examen Engels doen. Bij de opleiding Artiest zijn de beroepsgerichte eisen hoger dan de generieke eisen. Daarom is examinering Engels uitgewerkt bij paragraaf 4.1. - 18 -

4.5 Loopbaan en burgerschap in het mbo Als student moet je minimaal voldoen aan de inspanningsverplichting die de opleiding hiervoor heeft gesteld. Dit onderdeel wordt niet geëxamineerd. Op de resultatenlijst bij je diploma is het resultaat voor dit vak wel opgenomen. De eindwaardering voor Loopbaan & burgerschap is voldaan of niet voldaan. Loopbaan & burgerschap Onderdeel Beoordelingsvorm Plaats van afname Periode van afname Onderdeel Uitvoering in het Onderwijsprogramma Korte omschrijving Loopbaan Klassengesprekken, individuele statusgesprekken Op school Twee keer per studiejaar Burgerschap Omdat zonder competent burgerschap theater zijn bestaansrecht verliest, zijn burgerschapscompetenties geïntegreerd in het totale onderwijsprogramma van de FSA. Dat betekent dat Burgerschap terug te vinden is in alle lessen en in de BPV. De politiek-juridische dimensie wordt m.n. ingevuld door het herkennen en verwerken van maatschappelijke thema s in musical repertoire. De economische dimensie wordt m.n. ingevuld met Cultureel ondernemerschap, hier worden ook specifieke toetsen gegeven. De sociaal-maatschappelijke dimensie wordt m.n. ingevuld door het adequaat uitvoeren van alle beheeren zorgwerkzaamheden die in een theateromgeving gevraagd worden. De dimensie vitaal burgerschap wordt ingevuld met de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid, met de juiste afstemming tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Beoordelingsvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering L&B Individuele statusgesprekken School en BPV Tijdens de hele studie Op alle onderdelen moet de student bewezen hebben over de juiste kennis, (beroeps)houding en vaardigheden te beschikken. - 19 -

4.6 Diplomering Diplomering in 2014/2015 of in 2015/2016 Je bent geslaagd voor je opleiding als voldaan is aan de volgende eisen: 1. Elke kerntaak als eindbeoordeling minimaal een voldoende heeft. 2. Je maximaal twee onvoldoendes hebt als eindcijfer voor de onderdelen Nederlands, rekenen en Engels; de onvoldoendes moeten ten minste een 5 zijn. 3. Voldaan is aan de inspanningsverplichting voor loopbaan & burgerschap. Daarnaast moet zijn voldaan aan de eisen die de school stelt ten aanzien van de BPV. Bij studievertraging kunnen andere slaagregels gelden! Informatie is te verkrijgen bij de examencommissie. 4.7 Vrijstellingen voor Nederlands en rekenen Studenten die de examenonderdelen Nederlands en/of rekenen binnen het mbo hebben behaald, kunnen voor die examenonderdelen vrijstelling krijgen als zij binnen twee studiejaren opnieuw een mbo-opleiding afronden van hetzelfde of van een hoger mbo-niveau. Zij moeten aantonen dat zij het betreffende examenonderdeel reeds hebben afgelegd en daarvoor ten minste een 6 hebben behaald. Een dergelijke vrijstelling voor Nederlands kan verkregen worden voor het gehele examenonderdeel of voor het centraal examen Nederlands dan wel het schoolexamen Nederlands. Studenten die een havo- of vwo-opleiding hebben afgerond, kunnen vanaf 2014 in aanmerking komen voor een vrijstelling. Zij kunnen vrijstelling krijgen als zij een mbo-opleiding afronden binnen twee studiejaren na het studiejaar waarin zij voor het eindexamenvak Nederlands of de rekentoets een 6 hebben behaald. Verzoeken kunnen bij de examencommissie worden ingeleverd. 4.8 Herkansingen Volgens het examenreglement heeft een student recht op twee toetsgelegenheden. Daarbij is de tweede gelegenheid als herkansing te beschouwen. Verzoeken tot extra herkansingen worden behandeld door de teamexamencommissie. - 20 -

5. Begeleiding, Zorg & Extra faciliteiten Het ROC vindt dat iedere student de beste begeleiding en zorg verdient. Natuurlijk heeft niet iedereen evenveel begeleiding en zorg nodig. Sommige studenten hebben een handicap. Andere studenten hebben leerproblemen of problemen met bijvoorbeeld wonen, geld, veiligheid of justitie. We proberen onze begeleiding en zorg daarom af te stemmen op de vraag van iedere student. 5.1 Welke begeleiding en zorg kan ik krijgen? Er zijn verschillende soorten begeleiding en zorg. Loopbaanbegeleiding voor iedere student Je krijgt je hele opleiding loopbaanbegeleiding. Je loopbaanbegeleider houdt in de gaten hoe het met je studie gaat en of er problemen zijn. Je hebt regelmatig een gesprek met je loopbaanbegeleider. Deze gesprekken kunnen gaan over je studie, maar ook over je gedrag en hoe je je voelt, over je motivatie, lichamelijke problemen, enzovoorts. Deze begeleiding gaat dus niet alleen over je studie, maar over jouw functioneren als jong volwassene. De coördinatie van de begeleiding en zorg op de opleiding ligt in handen van de zorgcoördinator. Vaak is er ook nog een pluscoach in de opleiding aanwezig. Doorgaans meldt jouw loopbaanbegeleider je, als dat nodig is en in overleg met jou, aan voor extra ondersteuning bij de zorgcoördinator, die je kan verwijzen naar specialistische begeleiding van het LEC. LEC, het Loopbaan Expertise Centrum Binnen het LEC is specialistische begeleiding aanwezig voor loopbaanoriëntatie, leerproblemen, faalangst, psychosociale- en gedragsproblematiek en er is schoolmaatschappelijk werk. Daarnaast is er begeleiding voor studenten met een handicap of chronische ziekte. Alle mbo colleges maken gebruik van een LEC. Het LEC voor onze opleiding in Zuid, is te vinden op de Europaboulevard 13, op twee hoog. Je kunt je in overleg met je loopbaanbegeleider door de zorgcoördinator van je opleiding laten verwijzen naar het LEC. Je wordt dan uitgenodigd voor een gesprek. Natuurlijk kun je zelf ook altijd om informatie vragen. Het LEC in college zuid heeft een eigen e-mailadres: leccollegezuid@rocva.nl. Zorg Advies Team Soms wordt een student besproken in het zogeheten Zorg Advies Team (ZAT). Dat gebeurt anoniem, of er is hiervoor van te voren toestemming aan de student gevraagd. Bespreking in het ZAT vindt plaats, als er sprake is van problemen op meerdere gebieden (multi-problematiek). In het ZAT werken deskundigen van verschillende organisaties samen (o.a. Leerplicht, Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, GGD en GGZ). Een ZAT zorgt ervoor, dat de student zo snel mogelijk de hulp en begeleiding krijgt die nodig is. Handicap of stoornis Volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en de Wet Gelijke Behandeling moet een ROC voor iedereen toegankelijk zijn. Dat geldt dus voor studenten met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking. Er is voor deze studenten tot 30 jaar een regeling, die regeling heet Leerlinggebonden Financiering (LGF). Deze regeling wordt wel een rugzak genoemd. Met een rugzak krijgt de school geld voor extra faciliteiten voor begeleiding van een student met een beperking. De rugzak geldt bijvoorbeeld bij doof- of slechthorendheid, bij langdurige ziekte, een motorische beperking, meervoudige handicaps en psychiatrische of gedragsstoornissen. Meer informatie hierover vind je op www.meldpuntlgf.nl. en www.rugzakinmbo.nl. Als je op je vorige school al een rugzak had, mag je die gewoon meenemen naar het ROC. Je moet dan bij de aanmelding een kopie inleveren van de indicatiestelling. Dit geldt ook als je op het speciaal onderwijs hebt gezeten. - 21 -

Topsportregeling Sport jij op hoog niveau? Dan kun je extra begeleiding krijgen bij het ROC. Als je aan topsport doet, is er een speciale regeling voor jou, zodat je je sport en je opleiding kunt combineren. Samen met je studiecoach en je topsportbegeleider maak je een aangepast studieprogramma. Het ROC houdt bij dit studieprogramma zoveel mogelijk rekening met je trainingen en wedstrijden. Meer informatie over de topsportregeling vind je op de website van ROC. 5.2 Ben je op 1 augustus 18 jaar of ouder? Studiefinanciering Je hebt recht op studiefinanciering en een ov-jaarkaart. Als je een niveau 1- of 2-opleiding volgt, is de studiefinanciering een gift. Je hoeft de studiefinanciering dan niet terug te betalen. Als je een niveau 3- of 4-opleiding volgt, is de studiefinanciering een prestatiebeurs. Als je de opleiding niet afrondt, moet je de studiefinanciering terugbetalen. DUO - IB-groep bepaalt hoeveel studiefinanciering jij krijgt. De hoogte van je studiefinanciering is afhankelijk van je thuissituatie. 5.3 Ben je op 1 augustus jonger dan 18 jaar? Je hoeft geen lesgeld te betalen als je jonger dan 18 jaar bent. Toch maak je wel allerlei kosten, zoals voor je vervoer. Als je jonger dan 18 jaar bent, krijg je geen ov-jaarkaart. Je kunt wel bij de Nederlandse Spoorwegen een jaartrajectkaart aanvragen. Meer informatie vind je bij de administratie van het ROC en op de website van de NS www.ns.nl. Je ouders kunnen een deel van de kosten terugkrijgen volgens de Wet Tegemoetkoming Studiekosten. De voorwaarden hiervoor vind je op de website van DUO - IB-groep: www.ib-groep.nl. Topsportregeling Sport jij op hoog niveau? Dan kun je extra begeleiding krijgen bij het ROC. Als je aan topsport doet, is er een speciale regeling voor jou, zodat je je sport en je opleiding kunt combineren. Samen met je studiecoach en je topsportbegeleider maak je een aangepast studieprogramma. Het ROC houdt bij dit studieprogramma zoveel mogelijk rekening met je trainingen en wedstrijden, en met repetities en voorstellingen, Meer informatie over de topsportregeling vind je op de website van ROC. - 22 -

6. Aanwezigheid 6.1 Wanneer moet ik op school aanwezig zijn? Je moet 100% van de tijd, dus altijd, aanwezig zijn bij onderwijsactiviteiten. Deze onderwijsactiviteiten zijn lessen, gastlessen, workshops, BPV en examens. Verder zorg je ervoor dat je altijd op tijd komt en dat je de onderwijsactiviteiten volgens het rooster volgt. Kom je te laat of houd je je niet aan het rooster? Dan krijg je een gesprek met je studiecoach. 6.2 Wat moet ik doen als ik niet kan komen? Soms kun je niet naar school komen, bijvoorbeeld omdat je ziek bent. Dat heet verzuim. Het ROC heeft duidelijke regels over verzuim. Je moet verzuim melden voor 10.00 uur op de eerste dag dat je afwezig bent. Elk cluster van opleidingen heeft een eigen nummer voor ziekmelden. Na 10.00 uur is dit nummer niet meer bereikbaar. Wees dus op tijd met bellen. De telefoonnummers Je met dan het e telefoonnummer Ziekmeldingen Frank Sanders Musical Akademie 5791880 Voor bijzondere omstandigheden, zoals een begrafenis of het bijwonen van een huwelijk, kun je tot twee dagen voorafgaand aan de gebeurtenis een verlofaanvraag indienen bij de manager van je opleiding. Die manager beslist, met inachtneming van de wettelijke kaders, of je verlofaanvraag wordt goedgekeurd. Word je tijdens een lesdag ziek en ga je naar huis dan meld je dit bij het teamsecretariaat. Ben je de volgende dag nog ziek dan bel je voor 10.00 uur om dit door te geven. Als je lange tijd niet naar school kunt komen, loop je waarschijnlijk een achterstand op. Als je denkt dat dit het geval is, neem je zo snel mogelijk contact op met je loopbaanbegeleider. Jullie bespreken dan samen hoe je achterstand zoveel mogelijk kunt voorkomen en later kunt inhalen. 6.3 Wat gebeurt er als ik zonder reden afwezig ben? Als jij je verzuim niet meldt, belt de school jou of je ouders om te vragen wat er aan de hand is. Bij verzuim krijg je een gesprek met je studiecoach. Ben je jonger dan 18 jaar, dan zijn wij wettelijk verplicht om het verzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Als je tussen de 18 en 23 jaar bent, zijn we wettelijk verplicht dit te melden aan bij het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Langdurig of regelmatig ongeoorloofd verzuim leidt tot intrekking van je studiefinanciering of een boete door de overheid. Algemeen: De FSA heeft bovenstaande regels over aanwezigheid en verzuim uitgewerkt in de eigen FSA studiegids. Deze studiegids krijg je in het begin van het schooljaar. - 23 -