Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk VIM Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Nr. 95 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Zoetermeer, 25 april 1989 Bijgaand ontvangt u ter informatie het Bestedingsplan 1989 lnhaalprogramma beroepsonderwijs voor het voortgezet onderwijs. Dit bestedingsplan is de inhoudelijke uitwerking van het Financieel Overzicht Nieuwe Technologieën dat als bijlage 8 aan de memorie van toelichting onderwijsbegroting 1989 is toegevoegd. In het bestedingsplan is ook de besteding van gelden van het amendement Franssen/Tuinstra (vergaderjaar 1987-1988, 20 200-VIII, nr. 53) weergegeven. De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, N. J. Ginjaar-Maas 913104 F ISSN 0921 7371 SDU uitgeverij 's-gravenhage 1989 Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIII, nr. 95
INLEIDING BIJ HET BESTEDINGSPLAN INHAALPROGRAMMA 1989 In het regeerakkoord worden extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor het lager, middelbaar en hoger beroepsonderwijs voor scholing van personeel en verbetering van materiële voorzieningen. Vanaf 1987 is voor dit doel structureel een bedrag toegevoegd aan de onderwijsbegroting. Dit zal voor het lager, middelbaar en hoger beroepsonderwijs tezamen oplopen tot 300 min per jaar vanaf 1990. Deze structurele toekenning van 300 min moet geplaatst worden tegen de achtergrond van het regeringsstreven tot versterking van het technologiebeleid. Het inhaalprogramma dient niet alleen ter versterking van de apparatuurvoorziening. De voortgaande technologische ontwikkeling maakt het noodzakelijk dat onderwijsinstellingen zelf een verantwoordelijkheid voor vernieuwing voelen en hierop kunnen anticiperen. Het is de taak van de overheid de noodzakelijke voorwaarden hiervoor te scheppen. Dit impliceert dat de middelen van het inhaalprogramma beroepsonderwijs zodanig worden ingezet dat kwalitatieve verbetering van het beroepsonderwijs in algemene zin bereikt wordt. Hiervoor is apparatuurvoorziening alleen niet voldoende. Met het Inhaalprogramma wordt kwaliteitsverbetering in de zin van apparatuurvoorziening, -vervanging en onderhoud, courseware-ontwikkeling en nascholing beoogd. De onderlinge samenhang tussen deze aktiviteiten is van belang voor het daadwerkelijk vormgeven van een «inhaalprogramma. Voor het voortgezet onderwijs is een bedrag beschikbaar oplopend tot 134.5 min vanaf 1990. In bijlage 8 van de memorie van toelichting onderwijsbegroting 1989 is de inzet van middelen van het lnhaalprogramma voor de jaren 1989-1992 vermeld. Bij de besteding van de middelen staat versterking van de beroepsvoorbereidende en beroepsgerichte vakken centraal. In concreto gaat het hierbij om versnelde invoering van de vakken techniek en informatiekunde in de eerste fase voortgezet onderwijs en versterking van de beroepsgerichte vakken in de bovenbouw van het lager beroepsonderwijs, van het middelbaar beroepsonderwijs en het cursorisch beroepsonderwijs. Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIM, nr. 95 2
BESTEDINGSPLAN INHAALPROGRAMMA BEROEPS ONDERWIJS 1989 Totaal beschikbaar: 92,1 min = 78,1 min + 14 min. (amendement Franssen/Tuinstra). Sector Omschrijving Bedrag 1. Eerste fase v.o. 24,9 min Invoering techniek Invoering informatiekunde Overige vakken 17,4 min 3.7 min 3.8 min 2. Bovenbouw lbo. 3 min Technische informatica 3 min 3. Tweede fase b.o. 54,6 min Apparatuurvoorziening m.b.o. Vakspecifieke toepassingen Regionale centra Normvergoeding Courseware-ontwikkeling en management OPSTAP Programmatuurontwikkeling 14 min 11,7 min 5 min 11 min 12,4 min 0,5 min 4. Volwasseneneducatie 0,61 min Apparatuur en programmatuur 0,61 min 5. Nascholing Beroepsonderwijs 9 min Nascholing i.h.k.v. NABONT Overige nascholing 8,5 min 0,5 min Totaal 92,1 min Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIM, nr. 95 3
BESTEDINGSPLANNEN SECTORGEWIJS 1. Eerste fase voortgezet onderwijs 1.1. Invoering techniek Voor de invoering van het vak techniek is in 1989 een totaalbedrag van 27,4 min opgenomen. Hiervan is 17,4 min afkomstig uit het inhaalprogramma beroepsonderwijs. De middelen zijn bedoeld om invoering van het vak techniek voor 1994 op alle scholen voor l.b.o./a.v.o./v.w.o. te realiseren. De middelen van het inhaalprogramma zijn bestemd voor: - aanpassing van gebouwen (vergoeding aan scholen voor de verbouwing voor een lokaal techniek). - inventarisverstrekking voor de eerste inrichting. - om en nascholing van docenten (inclusief gedeeltelijke vervanging bij omscholing). Dit is met name bestemd voor het vak techniek. Afhankelijk van de deelname en op basis van gebleken behoefte is het mogelijk hierbij ook andere vakken in de eerste fase v.o. te betrekken. - leerplan- en leermiddelenontwikkeling. In de Uitleg d.d. 23 november 1988 zijn de scholen voor v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. en l.b.o. geïnformeerd over beschikbare faciliteiten voor invoering van het vak techniek. 1.2. Invoering informatiekunde In 1989 is in totaal beschikbaar 3,7 min. Dit is bestemd voor progranv matuurontwikkeling in het kader van het POCO-project (1 min), voor uitloop van de NIVO-nascholing in 1989 (2 min) en voor het OenW-aandeel in de NIVO-apparatuur (0,7 min). 1.3. Overige vakken Hiervoor is voor 1989 3,8 min opgenomen. Dit is bestemd voor ontwikkelingen en activiteiten voor de vakken biologie, economie en natuurkunde. 2. Bovenbouw l.b.o. Voor de bovenbouw van het lager technisch onderwijs is 3 min beschikbaar voor verbreding van projectervaringen technische informatica (Tibblto-project). De beschikbare 3 min zal worden aangewend voor de inrichting van een lokaal technische informatica. Per school is maximaal ƒ 30 000,- beschikbaar. De toepassing van technische informatica wordt geïntegreerd in de bestaande op het beroep gerichte vakken. 3. Tweede fase beroepsonderwijs 3.1. Apparatuurvoorziening m.b.o. (amendement Franssen/Tuinstra) De 14 min van het amendement Franssen/Tuinstra wordt als volgt verdeeld over m.b.o., k.m.b.o. en b.b.o./leerlingwezen. - Aanvullende apparatuur computerpractica m.e.a.o./m.m.o./ m.h.o./m.d.g.o. 7 min - apparatuur voor k.m.b.o.-elektro, niet-technisch k.m.b.o. en robotica 4,4 min - Apparatuur voor reproduktietekenen, Stichting Hout, b.b.o. niet technisch, implementatie ISI (Instroomproject schoolverlaters informatiseringsberoepen) 2,6 min Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIII nr. 95 4
3.2. Vakspecifieke toepassingen Voor vakspecifieke toepassingen in het m.b.o. wordt jaarlijks een inventarisprogramma opgezet. In 1989 is het inventarisprogramma als volgt (totaal beschikbaar 11,7 min.): - telecommunicatie m.t.o. 0,8 min - technische informatica 1 min - FPA/niet-verspanende technieken m.t.o. 2 min - software m.b.o. 2 min - netwerk m.t.o. 2,5 min* - technische computerkunde m.t.o. 0,9 min - opleiding maritiem officier 1,5 min - geautomatiseerd meten m.t.o. 1 min " Dit geld is in principe beschikbaar voor introductie van netwerken in het m.t.o. Mocht het eindrapport van de werkgroep die zich thans met dit project bezighoudt niet tijdig gereed zijn, dan zullen deze gelden in 1989 gebruikt worden voor uitbreiding computerpractica in het m.t.o. en in 1990 2,5 min uit het beschikbare budget voor computerpractica worden aangewend voor netwerk m.t.o. 3.3. Regionale centra Voor het gericht en doelmatig inzetten van geavanceerde apparatuur in het m.b.o., k.m.b.o., b.b.o. en cursorisch beroepsonderwijs zijn de experimenten met de regionale centra in 1987 verlengd met 4 jaar. Per regionaal centrum wordt een bedrag toegekend als bijdrage in de exploitatiekosten. Daarnaast is geld beschikbaar voor de aanschaf van nieuwe apparatuur, voor een advies met het oog op eventuele continuering en voor extern management. In totaal is 5 min beschikbaar. 3.4. Normvergoeding m.b.o. In 1989 worden de normvergoedingen voor apparatuur, programmatuur en lesstof verhoogd met 11 min. Dit is als volgt verdeeld: - verhoging normen in het m.t.o. 5,7 min - idem in m.e.a.o./m.m.o./m.h.o. 3,1 min - idem in m.d.g.o. 2,2 min 3.5. Courseware-ontwikkeling en management OPSTAP In 1989 is 12,4 min beschikbaar voor courseware-ontwikkeling en management in het kader van OPSTAP. Deze middelen worden in het PRINT-project ingezet. De in 1989 uit te voeren activiteiten op het gebied van courseware-ontwikkeling tweede fase beroepsonderwijs zijn in het Activiteitenplan PRINT 1989-1992 van de SVI opgenomen. 3.6. Programmatuur-ontwikkeling In 1989 is 0,5 min beschikbaar voor programmatuurontwikkeling m.b.o. Dit wordt besteed binnen het POCO-project. 4. Volwasseneneducatie Het project «Open Leercentrum voor Volwassenen» wordt in de periode 1987 tot en met 1991 gefinancierd uit het INSP-project voor volwasseneneducatie en het inhaalprogramma beroepsonderwijs. In 1989 is 0,61 min bestemd voor apparatuur en programmatuur. Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIII, nr. 95 5
5. Nascholing beroepsonderwijs In het inhaalprogramma 1989 is 9 min beschikbaar voor nascholing van docenten in het l.b.o., m.b.o., k.m.b.o. en b.b.o.. Hiervan is 5,7 min overgeheveld naar het PRINT-budget. Conform de beleidsnotitie OPSTAP wordt de uitvoering van de nascholing verzorgd in het kader van NABONT. De resterende 3,3 min wordt als volgt verdeeld: - ophoging van het NABONT-VO-budget met 2,8 min. Hieruit wordt ondermeer de nascholing lassen gefinancierd; - financiering van cursussen automatiseringscoördinator met een totaal van 0,5 min. Deze cursus wordt verzorgd voor docenten bovenbouw l.b.o., m.b.o., k.m.b.o. en b.b.o. Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIII, nr. 95 6