EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie visserij 27.6.2008



Vergelijkbare documenten
EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie visserij 2008/2177(INI)

Het wettelijke statuut van de meeuw. Michiel Vandegehuchte

RICHTLIJN 2009/147/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie visserij. Rapporteur: Alain Cadec A8-0149/2018

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU?

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

Tarieven Europa: staffel 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

De pinguïn. De geschiedenis van de pinguïn. Kenmerken van de pinguïn

Tarieven Europa: staffel 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het voorstel voor een

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! VISSERIJ 7 8 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Overzicht van ontwerp-verdragen (verdragen in voorbereiding) Peildatum 31 maart 2019; *= politiek belangrijk Bijlage 2

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

PT Marktbeeld Uien. Marktinformatie binnen- en buitenland

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

~ :-.~? 'J~ ~ Vlaamse Regering. DE VLAAMSE MINISTER VAN WEL2;IJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZI1ir

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

TRACTATENBLAD VAN HET

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

DE EUROPESE UNIE MAVO Naam: Klas:

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

Algemene informatie over de respondent

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN LESTIPS OP HET STARTPUNT VOOR EUROPA IN HET ONDERWIJS. werkvel - 1. Tweede Fase Havo/vwo

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

nederlandse naam Franse naam manchot du Cap Engelse naam African penguin wetenschappelijke naam Spheniscus demersus Klasse vogels Verspreidingsgebied

Pinguïns. Inhoud. Waarom de naam? Bouw van een pinguïn

Overzicht van internationale context van de materiële voorschriften van het wetsvoorstel natuurbescherming. Behorende bij het antwoord op vraag nr.

Europese octrooiaanvragen

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2111(DEC)

Europese feestdagen 2019

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Europese feestdagen 2018

)UDQNULMN. Brussel, 14 maart 2002

11562/08 CS/lg DG H 1 A

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Nieuwe bedrijfslocaties

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(6) De Commissie heeft de andere lidstaten uiterlijk op 15 maart 2017 in kennis gesteld van de ontvangen mededelingen.

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

In deze rubriek brengen we enkele publicaties onder de aandacht van de lezer. KAMER

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering komt te luiden als volgt:

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie visserij 2009 27.6.2008 WERKDOCUMENT over het opstellen van een Europees beheersplan voor aalscholvers om de toenemende invloed op visbestanden, visserij en aquacultuur te verminderen Commissie visserij Rapporteur: Heinz Kindermann Externe vertaling DT\7349.doc PE409.406v02-00

WERKDOCUMENT Dit werkdocument vormt de basis voor een ontwerpresolutie van het Europees Parlement over het opstellen van een Europees beheersplan voor aalscholvers, bedoeld om de aanzienlijke invloed van de toenemende aalscholverpopulatie op de visbestanden in Europese kust- en binnenwateren te beperken. Aalscholvers De aalscholvers (Phalacrocoracidae) zijn een familie uit de orde der roeipotigen (Pelecaniformes). Aalscholvers zijn middelgrote tot grote watervogels die broeden in kolonies. Ze komen over de hele wereld voor. De soort die in Europa het meest voorkomt is de grote aalscholver (Phalacrocorax carbo), die weer kan worden onderverdeeld in de twee nauwelijks van elkaar te onderscheiden ondersoorten: Phalacrocorax carbo carbo ( Atlantische aalscholver ) en Phalacrocorax carbo sinensis ( continentale aalscholver ). Ze gelden als in Europa inheemse vogelsoorten, die men zowel in kustgebieden als rond binnenwateren aantreft. In het binnenland houden ze zich meestal het liefst op bij grote wateroppervlakten; om te jagen vliegen ze echter ook naar kleinere rivieren in de middelgebergten. Aalscholvers zijn gedeeltelijk trekvogels, die zich na het broedseizoen over tamelijk grote afstanden verspreiden. Vooral aalscholvers in de koud-gematigde gebieden van het noordelijk halfrond trekken in de winter vaak honderden kilometers naar het zuiden. Aalscholvers leven uitsluitend van vis. Ze hebben dagelijks 400-600 gram vis nodig. Aalscholvers zijn voedselopportunisten, dat wil zeggen dat ze geen voorkeur voor bepaalde vissoorten hebben, maar die vissen eten die in het desbetreffende water het gemakkelijkst kunnen worden gevangen. Meestal gaat het om vissen van 0 tot 25 cm lang, maar aalscholvers kunnen ook grote exemplaren aan tot een lengte van 60 cm en een gewicht van kilo. Om te jagen duiken aalscholvers vanaf het wateroppervlak recht naar beneden. Ze achtervolgen hun prooi, maken hem buit met hun snavel en brengen hem naar de oppervlakte. Aalscholvers zijn echte kolonievogels. Als ze op jacht gaan, vliegen ze daarom meestal in grotere groepen op het water af. Normaal gaat iedere vogel daarna voor zichzelf op zoek naar prooi, maar vaak jagen ze ook in groepen die kunnen variëren van 25 tot enkele honderden vogels. Ze sluiten de vissen eerst in en kunnen vervolgens in relatief korte tijd een groot Aalscholvers hebben een uitzonderlijk groot verspreidingsgebied en komen op alle continenten voor, met uitzondering van de Zuidpool. Aangezien ze uitsluitend vis eten, ontbreken ze in de continentale en aride, waterarme binnenlanden van Centraal-Azië, Noord-Amerika en Afrika. PE409.406v02-00 2/7 DT\7349.doc

percentage van het visbestand in bepaalde wateren opeten. Problematiek stand van zaken Aangezien aalscholvers als langlevende grote vogels pas gaan broeden als ze 3 tot 5 jaar oud zijn, omvat de totale populatie in Europa waarschijnlijk (minimaal),7 tot,8 miljoen vogels. De buitenproportionele groei van de aalscholverpopulatie is onder meer het gevolg van de in 979 aangenomen Vogelrichtlijn (79/409/EEG) en de maatregelen die op grond daarvan zijn genomen om de broedplaatsen van de aalscholvers te beschermen. Aalscholvers hebben zich tot ver buiten hun traditionele broedgebieden verspreid en nestelen inmiddels in gebieden waar ze vroeger nooit voorkwamen. Deze extreme overpopulatie heeft in veel gebieden van de Europese Unie directe gevolgen voor de lokale visbestanden respectievelijk de visserij. De aalscholverpopulatie is daardoor uitgegroeid tot een Europees probleem. Het probleem van de visbestanden in kust- en binnenwateren kan aan de hand van het volgende worden verduidelijkt: met een dagelijks voedselverbruik van 400 à 600 gram vis halen aalscholvers per jaar meer dan 300 000 ton vis uit de Europese wateren. In veel lidstaten is dat een veelvoud van wat de beroepsbinnenvisserij en visteelt aan consumptievis produceren. Zo is 300 000 ton bijvoorbeeld meer dan de visproductie uit aquacultuur van Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland, Hongarije en Tsjechië samen. Vooral toch al bedreigde vissoorten als paling, vlagzalm, sneep en andere grindpaaiers en jonge zalm (smolt) hebben hiervan te lijden. Voor de netvisserij leidt dit niet alleen tot verminderde vangstkansen, maar ook tot directe schade aan de netten omdat die worden stukgescheurd. Coördinatie van maatregelen op EU-niveau of een harmonisatie van nationale wetgeving op dit terrein heeft tot nu toe niet plaatsgevonden. Twee projecten die door de Europese Commissie in het kader van het vijfde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling werden gefinancierd 2, te weten FRAP (afgesloten in 2006) en REDCAFE (afgesloten in 2005), hielden zich onder meer bezig met het belangenconflict tussen visteelt en 2 De cijfers hebben betrekking op de drie Europese subpopulaties, namelijk de Ph. carbo carbo (Noorwegen, Britse eilanden, West-Frankrijk: matige toename van 30 000 tot 39 000 broedparen), de West-Europese Ph. carbo sinensis (toename van 5 000 tot 36 000 broedparen) en de Oost-Europese Sinensis (voornaamste verspreidingsgebied: Donaugebied, Zwarte Zee, Oekraïne: toename van 5 000 tot 3 000 broedparen). Voor het schatten van de totale populatie kan de formule aantal broedvogels x factor 2,8 als vuistregel worden gehanteerd (Suter 995). Een schatting van de niet-broedende leeftijdsgroepen leidt tot een soortgelijke uitkomst. Zie www.frap-project.net en www.intercafeproject.net: INTERCAFE, in het kader van het programma COST gefinancierd als vervolg op REDCAFE, zal volgens de planning in het najaar van 2008 worden afgesloten. DT\7349.doc 3/7 PE409.406v02-00

vogelbescherming met betrekking tot de aalscholver, waarbij zij uiteenlopende conclusies trokken. Internationale aandacht voor de aalscholverproblematiek was er al in 994, toen op een bijeenkomst van de wetenschappelijke raad van het Verdrag van Bonn de aanbeveling werd gedaan om een beheersplan voor de aalscholverpopulatie op te stellen. Dat resulteerde vervolgens echter niet in concrete maatregelen. Sinds 996 zijn er officiële standpunten op EU-niveau voor een gemeenschappelijke strategie om het aalscholverprobleem op te lossen 2. In november 2007 zijn door de Conferentie te Bonn van de EIFAC 3 (European Inland Fisheries Advisory Commission van de FAO) concrete eisen geformuleerd inzake een Europees beheersplan voor aalscholvers. De ACFA (Advisory Committee on Fisheries and Aquaculture) heeft eveneens in meerderheid verklaard voorstander te zijn van een dergelijk plan 4. De maatregelen die tot nu toe in afzonderlijke lidstaten worden toegestaan, zijn er vrijwel zonder uitzondering op gericht om de aalscholvers uit bepaalde wateren te weren of te verjagen en ze naar andere wateren te lokken waar de kans op schade minder is. Er worden vele methoden toegepast. In de intensieve visteelt is vooral het overspannen van de bassins met netten effectief gebleken. Bij grotere vijvers en open water, waar overspanning niet mogelijk is, leverde vogelverschrikking in combinatie met het afschieten van afzonderlijke aalscholvers het meeste effect op. 5 Voor elke verjaagmethode geldt echter dat de effectiviteit afgezien van de hoge kosten wordt beperkt door het feit dat ze alleen werkt wanneer het totale aantal vogels in het desbetreffende gebied relatief gering is, zodat ze voldoende voedsel kunnen vinden in ander water in de buurt. Maatregelen en ingrepen die gericht zijn op broedkolonies zijn tot nu toe slechts in enkele lidstaten toegestaan en ook daar slechts in enkele specifieke gevallen met uitzondering van Denemarken. Verdere verspreiding van de aalscholver kon tot nu toe alleen effectief worden tegengegaan door het aantal broedplaatsen te verminderen. Andere mogelijke maatregelen, zoals het vernietigen van nesten, het storen tijdens de broedtijd of het besproeien van de eieren met olie, waren om verschillende redenen te arbeids- en kostenintensief of politiek te controversieel om stelselmatig te kunnen worden toegepast. 2 3 4 5 Convention on the Conservation of Migratory Species of Wild Animals (CMS); zie www.cms.int. Zie resolutie van het EP B4-038/96, alsmede de conclusies van de Raad Visserij van 28..2003. zie: ftp://ftp.fao.org/docrep/fao/00/i020e/i020e00.pdf zie: http://ec.europa.eu/fisheries/dialog/acfa090408_en.pdf De deelstaat Beieren gaf tussen 996 en 2002 toestemming voor het afschieten van ca. 23 000 aalscholvers, Frankrijk in 2003 en 2004 voor ca. 30 000, zonder dat dit een noemenswaardig effect had op het aantal aalscholvers dat in de regio overwinterde. PE409.406v02-00 4/7 DT\7349.doc

Rechtstoestand De aalscholver is een natuurlijk in het wild levende vogelsoort en valt om die reden onder richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 979 inzake het behoud van de vogelstand. In tegenstelling tot de ondersoort Phalacrocorax carbo carbo ( Atlantische aalscholver ), die nooit met uitsterven werd bedreigd, stond de ondersoort Ph. carbo sinensis oorspronkelijk op de lijst van bedreigde vogelsoorten in bijlage I van de Vogelrichtlijn, waarvoor speciale beschermingsmaatregelen gelden. Deze ondersoort werd echter in 997 van de lijst geschrapt, omdat er in ieder geval sinds 995 geen sprake meer was van een ongunstig populatieniveau. Aangezien de aalscholver niet wordt vermeld op de lijsten van soorten waarop mag worden gejaagd (bijlagen II/ en II/2 van de Vogelrichtlijn), is reguliere bejaging uitgesloten. De soort geniet evenals alle andere natuurlijk in het wild levende vogelsoorten in de regel bijna absolute bescherming, bijvoorbeeld door het verbod om ze opzettelijk te vangen of te doden, het verbod om opzettelijk hun nesten en eieren te vernielen of te beschadigen en het verbod om deze vogels opzettelijk te storen, met name gedurende de broedperiode. Volgens de Vogelrichtlijn 2 kunnen de lidstaten echter ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij en wateren of ter bescherming van flora en fauna van deze strenge beschermingsmaatregelen afwijken, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Om toestemming te verkrijgen voor een dergelijke uitzondering moeten echter gefundeerde bewijzen worden overgelegd waaruit blijkt dat er belangrijke schade dreigt te ontstaan 3. Zolang overtuigende bewijzen voor schade aan visgronden en in het wild levende planten en dieren ontbreken die een uitzondering rechtvaardigen, zijn dergelijke maatregelen in strijd met de Vogelrichtlijn. Door een vogelsoort veroorzaakte belangrijke schade is een begrip dat in de praktijk verschillend lijkt te worden uitgelegd. Dit begrip dient daarom duidelijker te worden gedefinieerd. De lidstaten en hun deelstaten of regio s zijn dus bevoegd tot het verlenen van toestemming voor lokale of regionale maatregelen om de door aalscholvers aangerichte schade te beperken. Uit de afgelopen jaren zijn daarvan diverse voorbeelden bekend. Het ging daarbij om maatregelen van tijdelijke aard of om maatregelen die zich tot een bepaald gebied beperkten, zoals afschotvergunningen voor bepaalde gebieden (Zweden, Polen, Italië, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk), voor bepaalde perioden (Roemenië, Estland) of voor bepaalde quota 2 3 Zie Publicatieblad C 03 van 25.4.979. Zie artikel 9, lid, letter a), tweede en derde streepje. Het overleggen van wetenschappelijk bewijs voor ontstane schade is weliswaar een vaak gestelde eis, maar niet in alle gevallen noodzakelijk, zeker niet wanneer er al schade is ontstaan. Overeenkomstig de richtlijn zouden plausibele aanwijzingen dat er belangrijke schade dreigt moeten volstaan. De waardering van het bewijs is echter een zaak van de bevoegde autoriteiten. DT\7349.doc 5/7 PE409.406v02-00

(Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Slovenië); verder incidenteel vergunningen voor ingrepen in broedkolonies (vellen van nestbomen, onvruchtbaar maken van eieren). In sommige lidstaten, die ook als broedgebied belangrijk zijn (bijvoorbeeld Nederland, Finland, België), zijn echter geen maatregelen tegen aalscholvers toegestaan, ook niet wanneer er sprake is van aantoonbare schade. Belangrijkste vragen en beleidsvoorstellen Hoewel de primaire verantwoordelijkheid op dit terrein bij de lidstaten en de lagere overheden ligt, is volgens de rapporteur gebleken dat het met lokale en/of nationale maatregelen alléén niet mogelijk is om de invloed van aalscholvers op de Europese visbestanden en de visserij definitief te beperken. Een gemeenschappelijke, juridisch bindende aanpak die in heel Europa wordt aanvaard en ten uitvoer wordt gelegd, is daarom niet alleen wenselijk, maar absoluut noodzakelijk. Bovendien zou een dergelijke aanpak voor alle betrokken partijen tot meer rechtszekerheid leiden. Ook met het oog op de mobiliteit van de aalscholver als trekvogel lijkt mij een gecoördineerd Europees actieplan of beheersplan de enige effectieve aanpak, die overigens geenszins in strijd hoeft te zijn met de doelstellingen van de Vogelrichtlijn uit 979. Een dergelijk plan zou immers vanzelfsprekend de belangrijkste beschermingsdoelstellingen van deze richtlijn waarborgen. Dat geldt met name voor de goede staat van instandhouding van de vogelsoort. Regulering van de aalscholverpopulatie is niet een doel op zichzelf, maar een gevolg van een compromis tussen uiteenlopende maar volstrekt legitieme doelstellingen, bedoeld om een duurzaam gebruik van de visbestanden te garanderen: aan de ene kant de bescherming en instandhouding van een diverse vogel- en visfauna en aan de andere kant het gerechtvaardigde belang van vissers en viskwekers om visbestanden economisch te exploiteren. Daarvoor zijn ook actuele en betrouwbare gegevens nodig over de daadwerkelijke omvang van de aalscholverpopulaties. De cijfers waarover we tot nu toe beschikken, variëren niet alleen sterk, maar hebben vaak ook betrekking op verschillende grootheden (ondersoorten, verschillen in geografische afbakening, broedende populaties, enzovoort). Het te presenteren verslag zou zich daarom in het bijzonder met de volgende vragen moeten bezighouden:. Hoe kan de wetenschappelijke inventarisatie van betrouwbare gegevens over aalscholverpopulaties worden verbeterd en hoe kan de registratie van dergelijke gegevens worden bevorderd? 2. Zijn er indien er een beheersplan voor aalscholvers wordt opgesteld mogelijkheden om de bilaterale en multilaterale uitwisseling op wetenschappelijk en bestuurlijk niveau zowel binnen de EU als met derde landen te bevorderen? 3. Hoe verklaart de Commissie de uiteenlopende conclusies die met betrekking tot de PE409.406v02-00 6/7 DT\7349.doc

aalscholverproblematiek zijn getrokken door REDCAFE, resp. INTERCAFE enerzijds en in het verslag van FRAP anderzijds? Wat maakt de Commissie daaruit op? 4. Hoe kan het begrip belangrijke schade uit de Vogelrichtlijn worden geconcretiseerd en ten behoeve van een uniforme interpretatie duidelijker worden gedefinieerd? 5. Wat zijn de argumenten voor en tegen het plaatsen van aalscholvers op de lijst in bijlage II van soorten waarop gejaagd mag worden van de Vogelrichtlijn? 6. Bestaan er wetenschappelijk gefundeerde, concrete maatregelen die indien ze op EU-niveau worden gecoördineerd tot blijvende resultaten kunnen leiden waar het gaat om het beperken van het aantal aalscholvers? 7. Zou het opstellen van een Europees beheersplan voor aalscholvers in de praktijk kunnen worden gerealiseerd? In welk tijdsbestek? 8. Moet er een coördinatie-, toezichts- en controlemechanisme komen voor de maatregelen die in het kader van een dergelijk beheersplan worden genomen? 9. Wat kan de EU-wetgever concreet ondernemen om de negatieve impact van de aalscholverpopulaties op visserij en aquacultuur te beperken? Welke wettelijke instrumenten staan daarvoor ter beschikking? 0. Welke financiële en infrastructurele middelen zijn daarvoor momenteel beschikbaar?. Welke rol of taak zou de Europese Commissie op dit terrein op zich kunnen nemen en welke financiële middelen zouden daarvoor nodig zijn? 2. Hoe kunnen de lidstaten worden gestimuleerd om actief aan een dergelijk beheersplan deel te nemen? DT\7349.doc 7/7 PE409.406v02-00