QUICKSCAN NAAR HET EFFECT VAN BELEIDSINSTRUMENTEN IN OVERIJSSEL OM HET FOSSIEL BRANDSTOFGEBRUIK VAN PARTICULIERE WONINGEN TE REDUCEREN



Vergelijkbare documenten
Uit ervaring blijkt ook dat met energieverbeterende maatregelen gemiddeld 30% energiebesparing gerealiseerd

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2015/2016. Gemeente Losser

Belastinguitgave 2006

Groninger Energiepremie

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Klanttevredenheidsonderzoek 2015

Gemeente Delft. Subsidie informatie. Bestaande stad bespaart energie

verusse CIE Provinciale Staten van Overijssel

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Isolatie een onmisbare stap richting verduurzaming

Subsidieverordening isolatiemaatregelen woningen gemeente Harderwijk

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

THUIS ISOLEREN EN DUURZAAM ENERGIE OPWEKKEN

Duurzaam (T)huis. Evaluatie fase 1

Thuis isoleren en duurzaam energie opwekken

Subsidieregeling energiezuinige woningen. Besparen op uw energiekosten?

De provincie Overijssel telt 25 gemeenten, waarvan Zwolle de hoofdstad is. Hieronder is de Provincie schematisch weergegeven:

Paragraaf 8.16 Duurzaamheidspremie

Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1 Resultaten en Doelstellingen Resultaten en doelstellingen Aantallen... 4 Verzelfstandiging

Rapport BLIK OVER DE GRENS. Peiling over grensverkeer met Duitsland vanuit de Nederlandse EUREGIO-gemeenten Mei

WIJKAANPAK BERKUM STIMULEREN VAN ENERGIE BESPARING IN HET WONINGBESTAND VAN DE ZWOLSE WIJK BERKUM

Paragraaf 8.16 Duurzaamheid-, buren-, energie-investeringspremie particuliere woningeigenaar

Goed geld terug. Financiële hulpmiddelen om je woning energiezuiniger te maken. gagoed.nl

Blok-voor-Blok Hardenberg: PAKaan! 14 juni 2013

Doel: energiebesparing bij woningeigenaren

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

EPA maatwerkadvies en energielabelling bestaande vrije sector woningen.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, december 2018

b1 Ç) provinsje fryslân provincie fryslân

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, februari 2019

NIEUWSBERICHT Hengelo, 3 mei 2016

Minder energie meer comfort. Maak gebruik van de duurzaamheidslening. Ook een vereniging van eigenaren kan een lening aanvragen.

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 5 februari 2013 Intrekken SVn subsidieverordening

Stadjers over energie en energiebesparing. Een Stadspanelonderzoek

Demografie in Overijssel. Hans Peter Benschop Trendbureau Overijssel Conferentie Wonen in Beweging 22 september 2010

Landelijke subsidieregelingen

INTERESTSUBSIDIEREGELING ENERGIEBESPARING BESTAANDE BOUW PARTICULIEREN

Energieavond Hilversum-Zuid. 14 oktober 2015

Lokale aanpak energiebesparing. Particuliere woningen

Toelichting en stappenplan Initiatievenbudget Samen werken aan duurzame energie Almere 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, augustus 2018

2 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2014

Koppelkansen versterken - verduurzamen. Presentatie projectresultaten Kantens, Loppersum en Appingedam 10 juli 2018

Verduurzamen van VvE-complexen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, mei 2017

Rapportage kwantitatieve resultaten project Blok voor Blok

Goed geld terug. Financiële hulpmiddelen om je woning energiezuiniger te maken. gagoed.nl

Meer maatwerk in het energieadvies

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, augustus 2017

Haalbaarheidsonderzoek koopwoningen Molenwijk energieneutraal

Thuis isoleren en duurzaam energie opwekken

Interestsubsidieregeling energiebesparing bestaande bouw particulieren Drenthe

Energiesubsidiewijzer.

Deel 2: voorbeeldaanpak particuliere woningvoorraad

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, juli 2017

Voorstel raad en raadsbesluit

ENERGIELOKET 2.0 MARAP PERIODE TOT ( )

Subsidieregeling Energiezuinige Woning Zaanstad 2014

Duurzaamheidsfonds Amstelveen. Carina Dijkhuis Aanjager Duurzaamheidsfonds

NIEUWSBRIEF. Woonlastenstijging Twentse gemeenten meer dan landelijk gemiddelde

REGELING DUURZAAMHEIDSLENINGEN ARNHEM 2018

DUURZAME PROJECTEN: BEKENDHEID, WAARDERING, EFFECTEN

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Energie besparen en opwekken Westereng en Oostereng Bussum


Appartementencomplex verduurzamen Hoe doe je dat? Informatieavond Verduurzamen VvE s Wageningen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, november 2016

Deel 2: Activiteiten MONITOR

Belastinguitgave 2014

NIEUWSBRIEF. Woonlastenstijging Twentse gemeenten meer dan landelijk gemiddelde

Subsidieaanvraagformulier Subsidieregeling isolatiemaatregelen woningen 2015

Stadjers over energie en energiebesparing. Een Stadspanelonderzoek

3 e Monitor Energie Besparen Gooi en Vecht Resultaten op 31 december 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, september 2017

4 Special Overijssel: MKB bespaart energie

Welkom VvE s uit Gemeente Emmen EEN INITIATIEF VAN

Energiebesparing bestaande koopwoningen. Effecten stimuleringspakket

Samenwerken aan een maatschappelijke opgave: de energietransitie

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

Doelstelling en doelgroep

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, februari 2017

Toelichting en stappenplan Initiatievenbudget Samen werken aan duurzame energie Almere

Aanvraagformulier voor subsidie Proeftuin energieneutraal renoveren particuliere woningen Overijssel.

Financiële overheidssteun voor V.v.E. s vanuit. RVO.nl. VvE-bijeenkomst Haarlem Dinsdag 25 juni Constan Custers. RVO.

De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2016, nr ; besluit:

helpende hand Groningse gemeenten :SLIM Ondersteuningsprogramma gemeenten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

Raadsvoorstel. Gemeenteraad 18 april

ER IS SUBSIDIE VOOR VVE S!

Projectplan Het Nieuwe Wonen

Onderwerp : Subsidieverordening Achterhoek Bespaart

Regeling van 8 april 2014 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Wurkje Foar Fryslân.

Initiatiefvoorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Jaarverslag Van pionieren naar realiseren

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/93

Energie Energiebesparing en duurzame energie in Zwijndrecht

Welkom Buurtbewoners Zorgvlied.

BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERSTREKKING DAK- EN VLOERISOLATIE PARTICULIERE WONINGEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS,

Regelingen energiebesparing woningen

Transcriptie:

QUICKSCAN NAAR HET EFFECT VAN BELEIDSINSTRUMENTEN IN OVERIJSSEL OM HET FOSSIEL BRANDSTOFGEBRUIK VAN PARTICULIERE WONINGEN TE REDUCEREN dr. ir. A.G. Entrop & prof. dr. ir. A.G. Dorée

QUICKSCAN NAAR HET EFFECT VAN BELEIDSINSTRUMENTEN IN OVERIJSSEL OM HET FOSSIEL BRANDSTOFGEBRUIK VAN PARTICULIERE WONINGEN TE REDUCEREN dr. ir. A.G. Entrop & prof. dr. ir. A.G. Dorée Construction Management & Engineering April 2014 CE&M research report 2014R001 / CME-001 ISSN 1568-4652

Colofon Titel rapport: Quickscan naar het effect van beleidsinstrumenten in Overijssel om het fossiel brandstofgebruik van particulieree woningen te reduceren. Auteurs: dr. ir. A.G. Entrop & prof. dr. ir. A.G. Dorée Opdrachtgever: J. Dolstra M.Sc. Datum: 23 april 2014 Publicatienummer: CE& &M Researchh Report 2014R001 / CME 001 ISSN nummer: ISSN 1568 46522 Versie: Definitief Omvang: 57 pagina s + 9 pagina s bijlagen Opdrachtgevende organisatie: Opdrachtnemende organisatie: o Provincie Overijssel Programma Nieuwe Energie Project Overijsselse Aanpak 2.0 Luttenbergstraat 2 8012 EE Zwolle Postbus 10078 8000 GB Zwolle Universiteit Twente Faculteitt Construerende Technische Wetenschappen Vakgroep Construction Management & Engineering Drienerlolaan 5 7522 NB Enschede Postbus 217 7500 AE Enschede 2

Voorwoord Voor u ligt een onderzoeksrapport als resultaat van een quickscan naar het effect van beleidsinstrumentenn in de provincie Overijssel om fossiel brandstofgebruik van particuliere koopwoningen te reduceren. In septemberr 2013 is door de provincie Overijssel de opdracht voor deze quickscan gegeven om inzicht te krijgen of de mogelijkheid bestaat om zich als overheid zijnde terug te trekken van de energiebesparingsmarkt, waarbij een zelfstandige markt van ondernemers het huidige momentum qua toepassing van energietechnieken en maatregelenn (ETMs) weet vast te houden of zelfs te vergroten. De vakgroep Construction Management & Engineering heeft uitvoering gegeven aan dit onderzoek. Bij de gemeenten Enschede, Hardenberg, Twenterand en Zwartewaterland zijn ambtenaren betrokken bij de Overijsselse Aanpak 2..0 geïnterviewd. Tevens zijn er met een vragenlijst ondernemingen benaderd om hun visie te geven inzake de inzet van beleidsinstrumenten door de gemeenten en provincie. De onderzoekers zijn de provincie Overijssel erkentelijk voor de interessante onderzoeksopgave. Tevens is er dank verschuldigd aann alle respondenten die door hun antwoorden in de interviews en via de vragenlijsten hun medewerking hebben geboden aan dit onderzoek. Bram Entrop en André Dorée Enschede, 23 april 2014 3

Samenvatting Met de Overijsselse Aanpak 2.0 worden particuliere woningeigenarenn gestimuleerd om energietechnieken en maatregelen (ETMs) toe te passen via gemeentelijke energieloketten, een duurzaamheidspremie en lening. De Provincie Overijssel wilt meerr inzicht krijgen in welkee actieve marktaanpak het meest succesvol is om de implementatie van ETMs in particuliere woningen te vergroten. Door de Universiteit Twente is een quickscan uitgevoerd naar succesvolle aanpakken in de Overijsselse gemeenten en de rol in deze aanpakken van het lokale bedrijfsleven. In het eerst deel van de quickscan is bestudeerd welke concepten en instrumenten een rol spelen s in het energiebeleid van de 24 gemeenten, die participeren in de Overijsselse Aanpak 2.0. Er zijn zes concepten en tien instrumenten onderscheiden. In de gemeente Zwolle worden de meeste concepten en instrumenten ter hand genomen, terwijl de gemeente Enschede zich sterk richt op één concept, namelijk de Maatschappelijke InvesteringsOpgave (MIO). Daarnaast D iss er bekeken hoeveel woningeigenaren een duurzaamheidspremie en lening hebben aangevraagda, waarbij het aantal koopwoningen in een gemeentee en de energetische kwaliteit van dee gemeentelijke woningvoorraad in ogenschouw is genomen. In de gemeente Wierden, Zwartewaterland en Dalfsen worden de meeste duurzaamheidspremies naar rato van het aantal koopwoningen toegekend. Wanneer naar de standen in juli en december 2013 wordt gekeken, zijn in de gemeenten Hardenberg, Dalfsen, Twenterand en Zwartewaterland de meeste duurzaamheidsleningenn aangevraagd. Op basiss van de inzichten in het eerste deel van het onderzoek is besloten om inn het tweedee deel de vier situaties in de gemeenten 1) Enschede, vanwege de MIO, 2) Hardenberg, vanwege de brede inzet van instrumenten en het hoge aantal leenaanvragen, 3) Twenterand, T, vanwege de grote toenamee in leenaanvragen in de periode juli december 2013, en 4) Zwartewaterland, vanwege haar betrokkenheid in een gemeentelijk samenwerkingsverband, het hoge gemiddelde premiebedrag en het hoge aantal leenaanvragen, nader te bestuderen. Er zijn interviews gehouden mett de betrokken gemeenteambtenaren, waarin werd gevraagd naar de inzet van beleidsinstrumenten, de rol van ondernemingen en de visie van dee respondent op de huidige Overijsselse Aanpak. Er kunnen op basis van de reacties vann de respondenten in ieder geval vier gradaties in marktwerking inzake de rol van de gemeenten worden onderscheiden, namelijk: 1. aanbesteding van de gehelee energieverduurzamingsopgave van een gemeente aan de markt; 2. gemeentebreed gedeeltelijk outsourcenn van de stimulerende enn coördinerende rol; 3. op projectniveau outsourcen van de rol van de gemeente aan een marktpartij; 4. geen taken of rollen van de gemeente aan het bedrijfsleven uitbesteden. Uit de interviews bleek dat de duurzaamheidspremie en lening van de provincie Overijssel een belangrijke rol hebben om woningeigenarenn te stimuleren ETMs te implementeren. Een persoonlijk en goed energieadvies heeft ook een niett mis te verstane invloed op woningeigenarenn als het aankomt op het toepassen ETMs. De potentie van een energieadvies zou zodoende een prominentere rol mogen spelen. Wanneerr de premiee en lening bij een terugtredende overheid komen te vervallen, dan zal err momentumm verloren gaan. De gemeenten geven wel aan dat de isolatiemarkt en de markt van photovoltaïsche systemen al goed zelfstandig functioneren. In het derde deel van het onderzoek wordt aan ondernemingen gevraagd hoe zij tegenover de Overijsselse Aanpak 2.0 staan. Er zijn 21 ondernemingen die actief zijn in de vier gemeenten, per 4

email benaderd met een vragenlijst. Van elf ondernemingen werd een ingevulde vragenlijst retour ontvangen. Het blijkt dat niet elke onderneming even goed op het vizier had wat precies de Overijsselse Aanpak 2.0 (met daarin de energieloketten, duurzaamheidspremie en lening) inhoudt. De respondenten die wel een beeld hadden, daarvan geeft het merendeel aan dat ze wat betreft afzet profijt van de energieloketten, duurzaamheidspremie en lening hebben. Slechts één respondent is de duidelijke mening toegedaan dat alle drie niet bijdragen en dat de overheid zich afzijdig zou moeten houden. De aanvraagprocedure voor de premie en de lening kent echter nog tekortkomingen. Net als bij de gemeenten, zijn er ook nu respondenten die vann mening zijn dat een energieprestatieadvies (met een energielabel) van toegevoegde waarde is om klant en leverancier dichter bij elkaar te brengen. Om tot conclusies en aanbevelingen te komen, is er een overzicht gemaakt van de verschillende aan bod gekomen instrumenten op een achtergrond van relaties tussen de vier meest besproken partijen, te weten de provincie, gemeenten, ondernemingen en woningeigenaren. Wanneer de snelheid, waarmee ETMs worden toegepast, moet worden verhoogd, dann kunnen er in de antwoorden van de respondenten hoofdzakelijk twee scenario s worden onderscheiden: Scenario 1: de ingeslagen weg met de Overijsselse Aanpak 2.0 wordt w met enige verbeteringen in het klantproces voortgezet, of; Scenario 2: er wordt sterker ingezet op het komen tot een zelfstandige energiebesparingsmarkt, waarbij de overheid zich langzaam terugtrekt door generieke instrumenten meer specifiek te maken en door enkele instrumenten aan ondernemingen over te laten. Wanneer de verduurzamingsopgave aan de markt wordt overgelaten, dan zal de relatie tussen woningeigenaren en ondernemingen voor veel ETMs moeten worden versterkt.. De markten van na goed isolatie en photovoltaïsche systemen zijn in positieve zin vrij uniek, omdatt deze al een momentum kennen. Isolatiebedrijven die de wijken introkken en productinformatie van deur tot deur kwamen aanbieden, hebben veel woningeigenaren kunnenn bereiken en zien zich op dit moment ook gesteund door de duurzaamheidspremie. Voor photovoltaïsche systemen is er geen premie, maar de lening wordt door veel woningeigenaren wel hiervoor gebruikt.. Dichtbij de relatie woningeigenaren ondernemingen staan de zonnekaart, dee thermoscan en de duurzaamheidsmarkten, maar daar was vooralsnog enige inbreng van gemeenten nodig geweest danwel gewenst. Door de respondenten wordt grote waarde gehecht aan hett maatwerkadvies en het bijbehorende energielabel. De potentiee van een dergelijk advies is dat deze net als de reeds genoemde instrumenten de woningeigenaar niet een algemeen generiek beeld biedt, maar de situatie voor deze potentiele afnemer van ETMs specifiek maakt. Deze instrumenten weten het gat tussen de klant die ETMs afneemt en de ondernemingen die ETMs aanbieden te verkleinen. 5

Inhoudsopgave Colofon..................... 2 Voorwoord... 3 Samenvatting... 4 1 Inleiding... 8 1.1 Doelstelling... 8 1.2 Onderzoeksopzet... 8 1.3 Overijsselse Aanpak 2.0... 10 2 Analyse voortgang gemeenten Overijsselse Aanpak 2.0... 12 2.1 Inleiding... 12 2.2 Karakteristieken gemeenten... 12 2.2.1 Karakteristieken woningvoorraad gemeenten......... 12 2.2.2 Karakteristieken energiebeleid gemeenten... 14 2.3 Duurzaamheidspremie... 18 2.4 Duurzaamheidslening... 20 2.4.1 Duurzaamheidslening naar type maatregel... 21 2.4.2 Ontwikkeling aanvragen duurzaamheidslening naar gemeente... 23 2.5 Deelconclusie... 24 3 Inzet gemeenten energiebesparing particulieren... 26 3.1 Inleiding... 26 3.2 Gemeente Enschede... 27 3.2.1 Inzet gemeente Enschede... 27 3.2.2 Ondernemingen gemeente Enschede... 28 3.2.3 Ervaringen en toekomstvisie gemeente Enschede... 29 3.3 Gemeente Hardenberg... 30 3.3.1 Inzet gemeente Hardenberg... 30 3.3.2 Ondernemingen gemeente Hardenberg... 32 3.3.3 Ervaringen en toekomstvisie gemeente Hardenberg... 32 3.4 Gemeente Twenterand... 33 3.4.1 Inzet gemeente Twenterand... 33 3.4.2 Ondernemingen gemeente Twenterand... 35 3.4.3 Ervaringen en toekomstvisie gemeente Twenterand... 35 3.5 Gemeente Zwartewaterland... 36 3.5.1 Inzet gemeente Zwartewaterland... 36 3.5.2 Ondernemingen gemeente Zwartewaterland... 37 3.5.3 Ervaringen en toekomstvisie gemeente Zwartewaterland... 38 3.6 Deelconclusie... 39 6

4 Identificering rol ondernemingen in energiebesparing... 41 4.1 Inleiding... 41 4.1.1 Selectie respondentenn... 41 4.1.2 Samenstelling vragenlijst... 42 4.2 Producten en diensten van ondernemingen... 43 4.3 Relaties tussen overheid en ondernemingen... 44 4.3.1 Overheid als partner... 45 4.3.2 Inzet instrumenten... 45 4.3.3 Promotieactiviteiten in de gemeenten... 47 4.4 Impact Overijsselse Aanpak 2.0... 48 4.5 Deelconclusie... 50 5 Conclusies en aanbevelingen... 52 5.1 Conclusies... 52 5.2 Aanbevelingenn... 54 Referenties... 57 Bijlage A: Gebruikte vragenlijst voor gemeenten... 58 Bijlage B: Gebruikte vragenlijst voor ondernemingen... 60 Bijlage C: Uitgebreid overzicht van aanbevelingen... 62 7

1 Inleiding De provincie Overijssel heeft alss doelstellingg om 10.0000 woningen in de periode 2012 2014 twee energielabelstappen energiezuiniger te maken. Om dit te bereiken worden de particuliere huishoudens door de gemeenten in de provincie op dit moment op verschillendee wijzen gestimuleerd om energietechnieken en maatregelen (ETMs) te implementeren ten einde het fossiel brandstofgebruik te reduceren. Het ligt echter uiteindelijk in de bedoeling dat de gemeenten en de provincie zich kunnen terugtrekken uit deze markt van energetische woningverbetering, terwijl t er voldoende momentum is en blijft om de markt op eigen kracht verder te laten werken aan de energiebesparingsdoelen, die bij moeten dragen aan beperktere afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en lagere milieubelasting, dan op dit moment het geval is. Het is de ambitie van de provincie Overijssel om te komen tot een zelfstandig functionerende energiebesparingsmarkt, waarin producten en diensten van bedrijven b en de wensen van (particuliere) woningeigenaren bij elkaar komen. Op dit moment spelen gemeenten nog een belangrijke rol om particulieren te stimuleren beslissingen te nemen om ETMs toe te passen, maar deze rol zou idealiter kleiner moeten kunnen worden. Het Kennis en Coordinatiepunt, welke is ingericht door Syntens, helpt onder anderee mee de ambitie van dee provincie te verwezenlijken. In totaal bieden 25 gemeenten in Overijssel aan particulieren danwel bedrijven de ruimte en kansen om ervaring op te doen met de energiebesparingsmarkt. De benadering van dee provincie Overijssel via actieve marktbenadering wordt de Overijsselse Aanpak 2.0 genoemd en valt binnen het provinciale programma Nieuwe Energie. Dit programma heeft de ambitie het aandeel hernieuwbare energie te vergroten naar 20% % in 2020. 1.1 Doelstelling De vakgroep Construction Management & Engineering van de Universiteit Twente is benaderd om te bekijken welke gemeenten en bedrijvenn een succesvolle aanpak hanteren om particuliere huishoudens hun energiegebruik te laten reduceren. De gemeenten in de provincie Overijssel beogen immers hetzelfde doel te bereiken, maar hebben elk zo hun eigen aanpak. Binnen deze aanpak speelt of kan het (lokale) bedrijfsleven een meer of minder grote g rol spelen. Deze rol van het bedrijfsleven dient bij voorkeur groter te worden, waarbij de overheid zich mogelijk geleidelijk kan terugtrekken. De doelstelling voor het onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen de vakgroep CME is om voor het eind van 2013 meer inzicht te verkrijgen in welke actieve a marktaanpak het meest succesvol is om de implementatie van energietechnieken en maatregelen (ETMs) in particuliere woningen te vergroten door hett uitvoeren van een quickscan naar de d huidige succesvolle aanpakken van Overijsselse gemeenten en de rol in dezee aanpakken van het lokale bedrijfsleven. Het eindproduct zal bestaan uit een onderzoeksrapport waarin wordt vastgesteld op welke wijze de actieve marktaanpak goed of juist slecht werken om de implementatie van ETMs te bevorderen met daarbij gespecifieerd wat de roll van gemeenten en bedrijven was, is en mogelijk kan zijn. Op basis van deze inzichtenn kan worden gereflecteerd op hoe de ontwikkeling van een zelfstandig functionerende energiebesparingsmarkt er voor staat, zodat overheidsstimulii mogelijk overbodig kunnen worden. 1.2 Onderzoeksopzet Gezien de wens van de provincie Overijssel om op korte termijn de resultaten beschikbaar te hebben, zal in dit onderzoek onder andere gebruik worden gemaakt van data van de Stichting Meer 8

met Minder, welkee de voortgang monitort van de Overijsselse Aanpak A 2.0. Deze data geeft per gemeente inzicht in hoeverre duurzaamheidpremies door huishoudens zijn gereserveerd en welke duurzaamheidleningen zijn verstrekt. Het plan is om de quickscann uit te voeren in drie stappen, welke nu zullen worden behandeld. Stap 1: Analyse voortgang Overijsselse Aanpak 2.0 naar actieve marktaanpak. In overleg met de projectleiderr Energiebesparing wonen van dee Provincie Overijssel iss er voor gekozen om het onderzoek te richten opp die aanpakken, die er in positieve en negatieve zin uitspringen op basiss van de dataset voor de voortgangsrapportage Overijsselse O Aanpak 2.0 van 1 juli 2012 tott 30 juni 2013. De verwachting is datt niet elke gemeente in staat s zal zijn elke maatregel even succesvol te promoten. Het doel van deze eerste stap is om te achterhalen welke vier gemeenten met hun specifiekee aanpakken het beste presteren naar maatregel en naar rato van het energiebesparingspotentiaal datt in de gemeente aanwezig is. Met vier gemeenten zal verderr worden gewerkt in Stap 2 van deze quickscan. Stap 2: Bepaling inzet gemeenten inzake energiebesparing particuliere woningeigenaren. Details van de aanpakken van de vier verschillende gemeenten zullen bekend moeten zijn om een beeld te kunnen vormen waarin de aanpakken van elkaar verschillenn of juist elkaars gelijken zijn. Dit is de tweede stap in de voorziene quickscan. De aanpak van een gemeente kan meerdere instrumenten omvatten om particuliere woningeigenaren te bewegen ETMs te implementeren. Het kan zijn dat specifiek één instrument in grote mate de woningeigena aren motiveert, terwijl een ander instrument juist niet aanslaat. De websites van de verschillende gemeenten en hun energieloketten bieden enig inzicht in de aanpak. Daar waar nodig zullen extra documentenn bij de gemeenten worden opgevraagd en interviews worden uitgevoerd om te achterhalen wat precies per gemeente aan particuliere woningeigenaren qua stimulansen worden aangeboden. Er zall eveneens aandacht worden besteed aan het moment waarop de gemeente de door haar h benuttee instrumenten heeft ingezet. Een gemeente die al jaren inzett op energiebesparing of bijvoorbeeld een specifieke maatregel of aanpak, kan immers reeds een groter resultaat hebbenn geboekt, dan een gemeente die pas sinds korte tijd haar particuliere woningeigenaren stimuleert hun energiegebruik te reduceren. Het ligt dus niet in de bedoeling het onderzoek te beperken tot de genoemde tijdspanne van 1 juli 2012 tott 30 juni 2013. Nadat deze inzichten zijn verkregen, volgt Stap 3. Stap 3: Identificering van de rol van bedrijven in behaalde energieverbeteringsresultaten De provincie Overijssel wil komen tot een zelfstandig functionerende energiebesparingsmarkt, waarin de rol van de overheid kleiner is, maar waar de implementatie van ETMs door particuliere huishoudens onverminderd doorzet. Het laatste onderdeel van de quickscan behelst een studie naar de rol die bedrijven hadden om in de vier gemeenten de reductie van fossiele brandstoffen te bewerkstelligen. Via de gemeenten, hun loketten en de innovatie adviseur Kennis en Coördinatiepunt van Syntens zal worden achterhaald welke bedrijven hun diensten aanbieden. Deze bedrijven zullen worden benaderd om te vragen welke producten en diensten inzake de energiemarkt zij aanbieden, wat hun ontwikkeling in afzet is inn relatie tott de aanpak van de betreffende gemeente en welke barrières zij op dit moment ervaren om de particuliere woningeigenaren te bedienen. Per gemeente zal worden getracht circa vijf MKB bedrijven te benaderen. Er moet daarbij niet alleen worden gedacht aan bedrijven die bepaalde fysieke ETMs aanbieden, maar ook aan bedrijven die bepaalde taken van de gemeenten inzake de reductie van 9

fossiel brandstofgebruik door de gebouwdee omgeving kunnen overnemen of all aan het overnemen zijn. Met het doorlopen van deze drie stappen wordt een beter beeld verkregen van hoe de aanpakken er ten opzichte van elkaar voor staan, welke effecten die aanpakken hebben h gehad voor de specifieke gemeente en hoe het (lokale) bedrijfsleven n in deze ontwikkelingenn staat. Bij de uitvoering van het onderzoek wordt er vanuit gegaan dat de gemeenten en bedrijven bereid zullen zijn om mee te werken aan het onderzoek. Tevens wordt er vanuit gegaan dat medewerkers van de te benaderen partijen hun medewerking verlenen en redelijkerwijs ruimte hebben h in hun agenda om de onderzoeker te woord te staan. Het aankondigen van de start van het h onderzoek door de provincie Overijssel naar de gemeentenn toe, kan mogelijk helpen de benodigde medewerking van de betrokken gemeentelijke ambtenaren te verkrijgen. Vanuit het oogpunt van de vakgroep Construction Management & Engineering is het wetenschappelijk gezien interessant om te achterhalen hoe particuliere woningeigenaren door gemeenten danwel bedrijven kunnen worden beïnvloed in hun h keuze bepaalde ETMs te implementeren. De beschreven methode is aantrekkelijkk omdat de particuliere p woningeigenaren zelf juist niet worden ondervraagd, zodat eventuele sociaal wenselijke antwoorden van de woningeigenaren zelf worden uitgesloten. 1.3 Overijsselse Aanpak 2..0 Het provinciale programma Nieuwe Energie, dat als ambitie heeft het aandeel hernieuwbare energie te vergroten naar 20% in 2020, kent zestien verschillende e instrumenten die organisaties, bedrijven en particulieren financieel kunnen helpen om energiebesparing en verduurzaming mogelijk te maken (Provincie Overijssel, 2013). De Overijsselse Aanpak 2.0 valt binnen dit programma met als specifiek doel om 10.000 woningen in Overijssel met circa twee (indicatieve) labelstappen energiezuiniger te maken. Dit onderdeel binnen het programma Nieuwe Energie loopt van 2012 tot en met 2014. De hoger gelegenn ambitie van de Overijsselse Aanpakk 2.0 is om te t komen tot een transitie bij marktpartijen naar een energiebesparingsmarkt met een normaal mechanisme van vraag en aanbod en die niet langer afhankelijk is van overheidsstimulering. Er zijn voor de Overijsselse Aanpak zeven kritische succesfactoren onderscheiden, te weten (Provincie Overijssel, 2012): 1. Continuïteit / betrokkenheid bedrijfsleven; 2. Gerichte (markt)benadering particuliere woningeigenaren; 3. Kennisontwikkeling en coördinatie; 4. Lokale actievee marktbenaderingen gemeenten bedrijfsleven; 5. Voortzetten energieloketten gemeenten; 6. Ondersteunend financieell instrumentarium; 7. Samen de schouders eronder Markt & Overheid (Rijk Provincie gemeenten). Om particuliere woningeigenaren daadwerkelijk te stimuleren het fossiel f brandstofgebruik terug te brengenn zijn binnen de Overijsselse Aanpak 2.0 de volgende stimulansenn ingezet (Provincie Overijssel, 2012): 10

Premieregeling: één labelstap energieprestatieverbetering door het aanbrengen van isolatie levert een subsidie op van 300,, twee labelstappen leidt tot 600, subsidie en twee labelstappen samen mett de buren leidt tot maximaal 900, subsidie; Laagrentende duurzaamheidlening: max. 20.000, en 3% lagere rente dan de markt; Verwachten circa 4.000 leningen te verstrekken, circa 40 miljoen; m Onafhankelijk informatiepunt (gemeentelijk Energieloket); Gerichte en actieve benadering, samenwerking gemeenten en e bedrijven. De Overijsselse Aanpak omvat onder anderee vijf koploperprojecten in vijf verschillende gemeenten: Dalfsen, Staphorst en Zwartewaterland Duurzaam (T)huis ; Deventer Blok voor Blok ; Enschede Maatschappelijke Investerings Opgave (MIO) ; Hardenberg Blok voor Blok ; en Bespaar. Zwolle Verbeter 11

2 Analyse voortgang gemeente en Overijsselse Aanpak 2.00 In dit hoofdstuk zal worden bekeken opp basis van data van de provincie Overijssel welke ontwikkelingen er zijn qua aanvragen van duurzaamheidspremies en leningen, ten einde te achterhalen welke gemeenten in staat zijn tot een succesvolle invulling te komenn van de Overijsselse Aanpak 2.0. 2.1 Inleiding De provincie Overijssel kent 25 gemeenten, waarvan in 2013 244 gemeentenn meedraaien in de Overijsselse Aanpak 2.0. De gemeente Haaksbergen zal pas vanaf 1 januari 2014 meedoen. Naast dat de provincie dit gemeenschappelijke programma aanbiedt om energiebespae aring in particuliere koopwoningen te stimuleren, bieden sommige gemeenten op eigen initiatieff een aanvullend of mogelijk deels overlappend programma aann om het energiegebruikk in hun gemeente te reduceren. In sommige gevallen kunnen die instrumenten ook het fossiele energiegebruik van particuliere koopwoningen reduceren. De verwachting is dat dergelijke lokale gemeentelijke initiatieven eveneens het aantal aanvragen qua duurzaamheidspremie en lening zal beïnvloedenn en dat uitvoerende danwel toeleverende bedrijven in de omgeving hiervan profiteren. Er mag tevens worden verwacht dat in een gemeente met een e grotere omvang ook meer koopwoningen staan. Het aantal aanvragenn voor de duurzaamheidspremie enn lening zal in deze gemeenten naar verwachting groter zijn dan in een kleine gemeente met weinig koopwoningen. Aangezien eigenaren van energiezuinige woningen reeds investeringen hebben gedaan om het energiegebruik te reduceren en weinig tot geen financieel profijt zullen z hebben bij toepassing van nog meer ETMs, is het belangrijk om te weten hoeveel verbeteringsp potentieel err in een gemeente is. In een gemeente met veel energiezuinige koopwoningenn is dit verbeteringspotentieel klein. Er zullen dan vermoedelijk minder aanvragen van duurzaamheidspremies en leningen plaatsvinden dan in een gemeente met veel woningen met een slechte energieprestatie. In de volgende sectie zal eerst in detail worden ingegaan op de karakteristiekenn van de Overijsselse gemeenten qua woningvoorraad en qua energiebeleid. In de sectie daarna zullen de ontwikkelingen qua aanvragen van de duurzaamheidspremie worden beschouwd. Hierna volgen uiteraard de ontwikkelingen qua aanvragenn duurzaamheidslening. Om vervolgens af te sluiten met de deelconclusie waarin vier gemeenten worden gekozen om in het volgend hoofdstuk mee verder te werken. 2.2 Karakteristieken gemeenten Het eerste deel van deze sectiee levert kwantitatieve karakteristiek ken waarmee we de soorten en aantallen premie en leenaanvragen kunnen beschouwen in de context van de betreffende gemeente. Het tweede deel geeft een overzicht van kwalitatievee karakteristieken in de zin van concepten en instrumenten energiebeleid inn de Overijsselse gemeenten. 2.2.1 Karakteristieken woningvoorraadd gemeenten In totaal staan er in de 24 gemeenten betrokken bij dit onderzoek circa 460.0000 woningen, waarvan bijna 273.000 koopwoningen en meer dan 183.000 huurwoningen. De in dit onderzoek betrokken gemeenten hebben gemiddeldd elk 11.364 koopwoningen. Deze waardenn omvatten allerlei verschillende vormen van woningen, variërend van vrijstaande woningen tot appartementen. Met zo n 69. 000 woningen is Enschede de gemeente met veruit de meeste woningen. Zwolle staat op de 12

tweede plaats, maar is met circa 52.600 woningen aanzienlijk kleiner ( 23,7%). De kleinste gemeente naar woningaantal is Staphorst met 5.473 woningen. Deze gemeentee heeft echter met 72,7% relatief veel koopwoningen (Swing, 2011). Figuur 2 1: Woningvoorraad d in Overijssel per gemeente (Swing, 2011) Figuur 2 1 toont per gemeente het aantal woningen, het aantal koopwoningen en tevens het aantal aangemelde energielabels. Er iss duidelijk te zien dat er vijf grote gemeentenn zijn met meer dan 25.000 woningen, namelijk Enschede, Zwolle, Deventer, Hengelo en Almelo. Er zijn negen gemeenten met minder dan 10.000 woningen in hun voorraad. Er resteert een middenmoott van tien gemeenten met tussen de 10.000 en 25.0000 woningen. Figuur 2 2: Energielabels in Overijsselsee gemeenten (Swing, 2011) 13

In totaal waren er in 2011 bijna 160.000 energielabels voor de gehele woningvoorraad afgegeven (34,5%). Aangezien woningcorporaties verplicht zijn energielabels vast te laten stellen voor hun woningen, mag worden aangenomen dat de meeste energielabels zijn toegekend aan huurwoningen, desalniettemin is de verwachting dat de verdeling van energielabels naar energieklasse wel enig inzichtt verschaft in hoe het met de gebouwgebonden theoretische energieprestatie van alle woningen in een gemeente is gesteld. In Figuur 2 2 is daarom te zien welke energielabels er in welke gemeenten zijn afgegeven (Swing, 2011). 2.2.2 Karakteristieken energiebeleid gemeenten Zoals reeds vermeld, hebben 24 van de 25 Overijsselse gemeenten er voor gekozen zich aan te sluiten bij de Overijsselse Aanpak 2.0. Dit betekent dat die gemeenten in ieder geval een loket hebben. Via dit loket kunnen particulieren informatie krijgen over energiebesparing, de duurzaamheidspremie en de duurzaamheidslening. Het betreft hierbij niet zozeer een fysiek loket, maar een digitaal loket (bijvoorbeeld http://www.energiebesparenborne.nl) waar informatie te verkrijgen is. Wanneer een particulier daadwerkelijk een premie off lening wil aanvragen, wordt er doorverwezen naar een centraal loket oftewel een centrale website, namelijk http://www.slimenergiethuis.nl.. Daar zal de woningeigenaar dan een woningdossier moeten aanmaken waarbij persoonsgegevens en woningkenmerken moet worden w opgegeven, eer hij of zij een premie of lening kan aanvragen. Deze gegevens worden verzameld en beheerd door de Stichting Meer met Minder. Eenmaal in het woningdossier wordt aan de hand van korte filmpjess precies uitgelegd wat elke maatregel inhoudt, er kunnen offertes worden aangevraagda d en er is tevens een webwinkel waar direct verschillende energiebesparendee producten kunnen worden aangeschaft. Wanneer er wordt overgegaan tot t het daadwerkelijk aanvragen vann een premiee of lening, moet een aanvraagformulier met een offerte voor de voorziene werkzaamheden en producten worden verzonden aan de Stichting Meer met Minder, zodat met hun oordeel (of de indiener voldoet aan de provinciale eisen) de premie danwel lening kan worden gereserveerd. Wanneer in het geval van de duurzaamheidslening alle bescheiden naar het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) zijn verzonden, vindt daarr een toetsing plaats quaa financiële draagkracht, alvorens over te gaan tot daadwerkelijkee toekenningg van de lening. De lening is gestoeldd op het principe van een bouwdepot; alleen op basis van originele facturen wordt het gereserveerdee geld uitgekeerd aan de uitvoerende partij of partijen. De centrale websitee en het woningdossier is voor alle woningeigenaren in Overijssel beschikbaar. Het onderscheid in hoeverre woningeigena aren gemotiveerd zijn daadwerkelijkk een aanvraag voor een premie of lening te doen, kan afhankelijk zijn van in hoeverre zij worden gestimuleerd in en door hun gemeente. Het blijkt dat gemeenten op verschillende wijzen hun inwoners informeren en stimuleren. Uiteraard zal door middel van berichten in het lokale weekblad w en op de gemeentelijke website de doelgroep worden aangesproke en, maar er zijn ook eenn aantal gemeenten die een wat abstracter concept danwel een visie ten grondslag laten liggen aan hun manierr om de reductie van fossiel brandstofgebruik in de gebouwde omgeving te bewerkstelligen. In deze sectie wordt eerst ingegaann op deze concepten en daarna op de meer concrete instrumenten die gemeenten hanteren. Om de concepten en instrumenten inzake het energiebeleid van gemeenten in kaart te brengen, is in de basiss gebruik gemaakt van beknopte factsheets die door de gemeenten zelf zijn aangeleverd in mei 2013 aan Syntens (Syntens, 2013). Dezee overzichten werden opgesteld voorr de startbijeenkomst 14

Slim Energie Thuis; aan de slag! van de provincie Overijssel op 3 juni 2013. Aan de hand van de energiebesparingswebsites van de gemeenten is gecontroleerd off er nog nieuwe ontwikkelingen waren inzake de concepten en instrumenten. Concepten energiebeleid gemeenten In de provincie Overijssel worden door de gemeenten, die zijn Aanpak 2.0, de volgende concepten danwel visies gehanteerd: aangeslotenn bij de Overijsselse A. Duurzaam Thuis en Energieambassadeurr concept: in dit concept staan de keukentafelgesprekken met een energieadviseur centraal om de eigenaren van een woning te informeren over mogelijke ETMs. Het concept is onder de noemer van Duurzaam (T)huis door de d gemeenten Dalfsen, Staphorst en Zwartewaterland geadopteerd. In de gemeente Hardenberg wordt gesproken van Bewust Duurzaam Thuiss als onderdeel van Duurzaam Hardenberg. In deze gemeente staat de marketing van ETMs centraal; de woningeigenaren zullen worden verleid mett een aanbod op maat omm de technieken toe te passen. In de gemeenten Kampen en Zwolle wordtt niet een (professionele) energieadviseur ingezet, maar een energieambassadeur. Deze inwoners stimuleren andere bewoners uit hun straat en helpen hen met het aanvragen van offertes en besparenn van energiee in huis; B. Duurzaamheidsteam concept: De gemeente Zwartewaterland heeft sinds november 2013 het Duurzaamheidsteamm Zwartewaterland, datt bestaat uit adviseurs,, aannemers, installateurs, een schilder en een glaszetter die nauw samenwerken met de gemeente. Het team verzorgt het hele traject van advies, subsidies en uitvoering van de energiebesparende maatregelen. Woningeigenaren krijgen eerst bezoek van een EPA adviseur r om de mogelijkheden voor energiebesparing te bekijken. Ze krijgen ookk informatie over subsidies, de duurzaamheidspremie en lening en het verlaagde btw tarief. Het gesprek wordt deels betaald door de gemeente. Err kan een maatwerkadvies volgen en met een aanvraag van de offerte (Slim Energie Thuis, 2013); C. Blok voor Blok aanpak / Wijk aanpak: aangezien in woningen met vergelijkbare bouwkundige en installatietechnischee kenmerkenn ook min off meer dezelfde ETMs kunnen worden toegepast om het fossiel brandstofgebruik te reduceren, richten sommige gemeente zich graag op bepaaldee clusters van woningen. In de Blok voor Blok projecten werken minstens drie marktpartije n samen in een consortium. De partijen die betrokken zijn bij de eerste veertien pilotprojecten delen hun kennis en ervaring om zo te komen tot een mogelijke landelijke introductie van deze manier van werken. Voor de uitvoering van de projecten is geld uit de markt nodig, bijvoorbeeld van institutionele beleggers. De subsidie van het Rijk was alleen bedoeld om een bijdrage te leveren in de extra proceskosten tijdens de pilotfase (AgentschapNL, 2013). In de gemeente Deventer is de Blok voor Blok aanpak ingezet onder de naam Slim Deventer. In totaal zijn elf bedrijven en partners met een marketingaanpak via energieambassadeurs de wijken ingegaan. Naast de term Blok voor Blok aanpak, wordt er ook regelmatig gesproken over een Wijkaanpak of een andere geografische afbakening waarin in bepaalde mate gelijkwaardige woningenn danwel groepen van bewoners voorkomen. De gemeenten Kampen, Olst Wijhe, Raalte en Zwolle spreken bijvoorbeeld van een Wijkaanpak. De gemeente Hardenberg zet in op o een actieve marktbenadering, waarbij zij zich in eerste instantie richt op de particuliere woningeigenaren in Dedemsvaart en Balkbrug; 15

D. Woonlasten neutraal: een visie waarbij duurzaam energiegebruik tot stand komt met de nodige aandacht voor het financiële vraagstuk. In de provincie Overijssel zet de gemeente Steenwijkerland in op een woonlasten neutralee aanpak, waarbij de kosten voor eventuele financiering van de energiebesparende maatregelen in een bestaande woning gelijk of o lager zijn dan de daarr mee te realiseren besparingen. Dit gebeurt op basis van een maatwerkadvies nieuwe stijl, waarbij stapsgewijze en logisch samenhangende pakketten van maatregelen uiteindelijk moeten leiden tot een energieneutralee woning, mits de bewoners dat willen. De gemeente steltt dat bewoners geen spijt van zullen krijgen van hun investering en spreekt daarom van een no regret methode (Gemeente Steenwijkerland, 2012). Er worden echter geen garanties gegeven met betrekking tot de woonlasten, maar het nieuwe stijl s maatwerkadvies moet het met name mogelijk maken de focus van de woningeigenaar op terugverdientijden te verschuiven naar n gelijkblijvende woonlasten (Persoonlijke communicatie mevr. Tees, 4 3 2014); E. Maatschappelijkee Investerings Opgave (MIO): dit concept erkent dat energiebesparingg staat of valt bij de context. Het reduceren van fossiel brandstofgebruik is niet alleen een technisch vraagstuk, maar kent ook een bedrijfseconomische en sociaal maatschappelijke context. In de gemeente Enschede is de MIO Duurzaam Wonen & Werken het geadopteerdee concept. Marktpartijen worden daarbij gevraagd om te investeren in ETMs met oog voor de woninggebruiker. Uiteindelijk wordt er niet alleen beoogd dat de toegepaste ETMss rendement bieden aan de woninggebruikers, maar ook aan de marktpartij of partijen die de opgave oppakken. De actieve marktbenadering van de gemeenten Enschede en Losser heeft de naam Doe groen dat scheelt meegekregen,, waarbij aanbodkant, vraagkant en proceskant van de markt worden onderscheideo en. De MIO maakt onderdeel uit, aldus de gemeente Enschede, van de proceskant, alwaar vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht; F. Faciliterende portal: vrijwel alle gemeenten in de provincie Overijssel bieden op en naast hun digitaal loket de mogelijkheid voor bedrijven om zich te profileren. Er in dat geval is dus ruimte gereserveerd op het digitaal loket of op eenn aparte (gemeentelijke) website voor links naar diverse lokale bedrijven, die ETMs aanbieden. De gemeenten Kampen en Zwolle spreken van het Energieplein Regio Zwolle Kampen. De gemeenten Almelo, Olst Wijhe, Ommen, Raalte en Zwolle laten hun inwoners kennis maken met bedrijven in de regio via Powered by you ; een initiatief van ondernemers en Vereniging Natuurmonumenten (zie http://www.poweredbyyou.nl). Zoals reeds aangegeven, werken de gemeenten Dalfsen, Staphorst en Zwartewaterland samen met als motto Duurzaam (T)huis. Ze hebben niet elk hun eigen gemeentelijk energieloket, maar een regionaal energieloket (zie http://www.duurzaamdsz. nl) met voor elk van de drie gemeenten informatie. Deze drie gemeenten hadden ook een gezamenlijk project waarin collectief c photovoltaïsche systemen konden worden aangeschaft. De gemeenten Tubbergen en Dinkelland delen ook een energieloket onder de naam Noaberkracht. Er zijn hiermee zes verschillende concepten, aanpakken of visies onderscheiden. De gemeenten Borne, Dinkelland, Hof van Twente, Oldenzaal, Ommen, Rijssen Holten, Staphorst en Tubbergen lijken geen specifiek concept of brede visie te hebben uitgewerkt waarbinnen hun activiteiten om te komen tot woningen met een lager fossiel brandstofgebruik zijnn ondergebracht. De gemeente Wierden heeft enkel te kennen gegeven zich te zullen richten op wijken w en buurten. De gemeente Twenterand is voornemens zich juist te richten op specifieke sociaalmaatschappelijke doelgroepen, zoals sportclubs, buurtverenigingen, de woningcorporatie en 55 plussers. 16

Instrumenten energiebeleid gemeenten Een groot deel van de gemeenten in Overijssel kennen één of meerdere visies, aanpakken of concepten om inwoners te motiveren hunn energiegebruik te verduurzamen. Er is een pallet aan instrumenten om de bewoners te bewegen. De meestee gemeenten spreken op zijn minst van een informerende, faciliterende en stimulerendes e rol. Alle gemeenten bieden, zoals reeds vermeld, een 1. Energieloket aan. Vrijwel alle gemeenten geven daarnaast aan 2. Informatiebijeenkomsten en/of duurzaamheids markten te zullen organiseren en 3. Persberichten of artikelenn te zullen plaatsen. Een paar gemeenten willen, naast deze drie instrumenten, de doelgroep particuliere woningeigenaren ook op andere wijzen benaderen. De volgende instrumenten worden genoemd: 4. Energiebus: de gemeenten Almelo, Kampen, Olst Wijhe, Raalte enn Zwolle hebben de zogenaamde energiebus ingezet. Deze oude Amerikaanse schoolbuss kan op bijvoorbeeld drukke zaterdagen bij winkel en bouwcentra worden geparkeerd om woningeigenaren een kort energieadvies te geven; 5. Keukentafelgesprek tot maatwerkadvies: passend binnen o.a. het Duurzaam (T)huis concept bieden de gemeenten Almelo, Dalfsen, Staphorst en Zwartewaterland inwoners de mogelijkheid aan om een zogenaamd keukentafelgesprek aann te vragen om de mogelijkheden van energiebesparing en de verduurzaming van de energievoorziening te bespreken. De gemeente Wierden biedt voor 95, (incl. BTW) een energiecoach aan, die een twee uur durend huisbezoek komt brengen, waarvan één uur wordt besteedt aan de huisopnamee en één uur aan een keukentafelgesprek. De gemeente sponsort 100, van het in totaal 195, kostende bezoek. De gemeente Borne geeft 100,, korting op een maatwerkadvies; 6. Informatie en servicepunten: de gemeente Deventer zet eenn informatie en servicepunt in Energiee Deventer bij de Energiecoöperatie, zodat inwoners een centraal punt hebben waar ze met hun vragen omtrentt energiebesparing en energieopwekking terechtt kunnen. In de gemeente Zwolle is met een helpdesk een vergelijkbaar initiatief ontplooid; 7. Subsidie voor ETMs: de gemeenten Hellendoorn en Twenterand hadden een EnergiePremie De EPR Regelingg (EPR) waarbij energiemaatregelen voor bestaande woningen werden gesubsidieerd. is echter stopgezet toen werd aangeslotenn bij de Overijsselse Aanpak 2.0. Dee gemeente Hengelo heeft, voorafgaand aan de Overijsselse Aanpak 2.0, een stimuleringsregelingg aan haar inwoners aangeboden onder noemer van Dikke Jas. Deze regeling was ingezet om de adoptie van na isolatie in de spouw te bevorderen in particuliere woning met een WOZ waarde van maximaal 250.000, of binnen een VVE van maximaal 168.100. Afhankelijk voor het gekozen materiaal voor de spouwisolatie kon de subsidie oplopen tot 100% van het te investeren bedrag. Het totale beschikbare bedrag van 467.500 voor heell 2011 en 2012, was reeds in januari 2012 op; 8. Voorbeeldwoningen: de gemeenten Kampen en Zwolle bieden woningeigenaw aren de kanss om hun woning als voorbeeldwoning aan te meldenn voor andere woningeigenaren, die nog moeten worden overtuigd van besparingsmogelijkheden. In de gemeente Zwolle staat er een voorbeeldwoning van Enexis. In het EcoNexis huis in Zwolle kan men ervaren hoe een slim energienet of smart grid straks in een doorsnee huishouden kan werken. Het huis is onafhankelijk van fossiele brandstoffen en voorziet op duurzame wijze in zijn eigen energie. Diverse modernee ETMs zijn in het EcoNexis huis onder één dak samengebracht (EcoNexis Huis, 2013). 17

Samen met de provincie Overijssel, Platform 31 en Pioneering bieden onder andere de gemeenten Dalfsen,, Ommen, Hardenberg, Zwolle, Kampen en Deventer hun inwoners de mogelijkheid om een stapje verder te gaan bij het verduurzamenn van de eigen woning. Het doel vann de proeftuin is dat minimaal 50 woningen tot energieneutraal worden gerenoveerd. Alle A bewoners die hun bestaande woning met label C of lager energieneutraal willen renoveren kunnen meedoen. Bij deze proeftuin krijgen ze ondersteuning van een energieregisseur en ontvangen ze z een subsidie van 20% van de uitvoeringskosten (met een maximum vann 8.000, ). Daarnaast nemen de bewoners deel aan communities of practice met andere bewoners, waarin ze ervaringen en kennis delen (Gemeente Dalfsen,, 2013). Andere gemeenten hebben ook reeds subsidie aangevraagd bijj de provincie om te komen tot demowoningen; 9. Zonnekaart: diverse gemeenten werkenn mee aan de zonnekaart. Dit is een websitee waarop woningeigenaren kunnen zien hoe geschiktt hun dak is voor photovoltïasche zonnepanelen of een thermische zonnecollector. De volgende Overijsselse gemeenten zijn op dit moment (november 2013) opgenomen: Almelo, Borne, Dalfsen, Dinkelland, Enschede, Kampen, K Losser, Oldenzaal, Olst van de Wijhe, Ommen, Raalte, Tubbergen, Twenterand, Wierden en Zwolle. De zonnekaartenn gemeenten Deventer, Hardenberg, Wierden en Zwartewaterland komen binnenkort beschikbaar. Van de gemeenten Hellendoorn, Hengelo en Hof van Twente, Rijssen Holten, Staphorst, Steenwijkerland zijn geen zonnekaarten beschikbaar en deze zijn voorlopigg ook niet voorzien (Zonnekaart, 2013); 10. Thermoscan: van vergelijkbare aard als de zonnekaart is de thermoscann van de gemeenten Enschede, Losser en Borne. De thermoscan t laat zien op basis van infraroodfoto ss welke daken in een gemeente een slechte of juist goede warmteweerstand hebben. De infraroodd plattegronden van deze drie gemeenten zijn op internet te raadplegen. Er zijn dus in totaal tien door de Overijsselse gemeenten gebruikte instrumenten te onderscheiden. Een aanzienlijk deel van de gemeenten met een relatief groot inwonersaantal maakt gebruik van vrij veel van deze instrumenten, te weten de gemeenten Almelo, Deventer, Enschede, Hardenberg en Zwolle. Vermoedelijk kunnen deze gemeenten meer budget beschikbaar maken om inwoners te motiveren hun energiegebruik te verduurzamen, dan de gemeenten met een kleiner aantal inwoners. De gemeente Hengelo heeft weliswaar binnen de provincie Overijssel een groot aantal inwoners en woningen, maar zet na het succesvolle subsidieprogramma dikkee jas op dit moment geen aanvullende instrumentenn in. Veel vann de, naar woningaanta llen, kleineree gemeenten leunen sterk op de diensten van één of meer private partijen om woningeigenaren aan te spreken en te motiveren. De bedrijven tripelradvies, QuestScope en Zienenergie lijken in deze een belangrijke rol te spelen. In de volgende secties wordt bekeken hoe populair de duurzaamhed idspremie en lening de afgelopen periode waren in de gemeenten. 2.3 Duurzaamheidspremiee Op basiss van de voortgangsrapportage van 3 juli jongstleden van de d Stichting Meer met Minder, kan worden vastgesteld dat 5.697 duurzaamheidspremies in Overijssel waren gereserveerd en dat er reeds 3..261 premies waren toegekend. Perr 2 september waren er reeds 6.3233 aanvragen gedaan. Maar na correctie voor de afgewezen en vervallen aanvragen, blijven b er nog 5.681 aanvragen overeind. Deze premie geldt specifiek voor isolatiemaatregelen, zoals gespecificeerd in Tabel 2 1. 18

Tabel 2 1: Soorten isolatie duurzaamheidspremie provincie Overijssel Type isolatie Kwaliteitseis Dakisolatie Rd waarde groter of gelijk aan 2,50 m 2 K/W Gevelisolatie Rd waarde groter of gelijk aan 1,30 m 2 K/W, voor spouwmuurisolatie Rd waarde groter of gelijk aan 1,30 m2k/w Vloerisolatie Rd waarde groter of gelijk aan 2,50 m 2 K/W Isolatieglass U waarde kleiner of gelijk aan 1,60 W/m 2.K Het aantal gereserveerde duurzaamheidspremies geeft aan dat er een aardig momentum is in het bereiken van particuliere huishoudens. Er is immers voor 2,1% van de koopwoningen een duurzaamheidspremie aangevraagd. Wanneer men nagaat dat vermoedelijkv k nog geen 139.000 woningen een energielabel D off slechter heeft, dan zou dit betekenen dat reedss 4,1% van het aantal kandidaat koopwoningen in Overijssel is bereikt. De opgave om daadwerkelijd jk elke woning circa twee labelstappen er op vooruit te laten gaan, lijkt echter verder weg. w Van de 5.697 reserveringen op 3 juli waren er namelijk 4.322 (75,9%) gericht op slechts één maatregel, 1.170 (20,5%) reserveringen zijn gedaan voorr twee isolerende maatregelen en slechts 205 (3,6%) huishoudens lijken op buurtniveau samen te werken, waardoor ze de maximale subsidie van 900, ontvangen. In totaal was er op 3 juli 2.183.100 aan subsidie gereserveerd. De stand s van zaken op 2 september bleek 2.142.600 aan aanvragenn te zijn, waarvan 1.462.800 reeds was uitbetaald. Tabel 2 2: Top 10 gemeenten qua absoluut aantal aangevraagde duurzaamheidsd spremies Positie Gemeente Aantal koopwoningen Aantal aanvragen Subsidie bedrag Gemiddeld per aanvraag 1 Enschede 34.260 634 222.600 351,10 2 Zwolle 27.303 569 258.000 453,43 3 Hardenberg 14.882 468 166.500 355,77 4 Hengelo 19.983 331 110.400 333,53 5 Almelo 17.345 311 108.000 347,27 6 Rijssen Holten 9.488 288 109.200 379,17 7 Dalfsen 7.803 287 120.300 419,16 8 Deventer 23.009 280 99.900 356,79 9 Wierden 6.185 262 97.200 370,99 10 Zwartewaterland 5.487 219 106.200 484,93 In Tabel 2 2 is de top tien van gemeenten qua aanvragen subsidiegelden weergegeven op basis van de gecorrigeerde gegevens van 2 september 2013. In absolutee aantallen staat de gemeente Enschede met 634 aanvragen met een waarde van 222.600, bovenaan. Dit is echter met 69.028 koopwoningen tevens de grootste stad binnen de provincie Overijssel. De waarden zullen nog gerelativeerd gaan worden naarr het aantal koopwoningen in een gemeente. In deze eerstee top tien is echter al goed te zien dat niett alleen gemeenten met een koopwoningvoorraad van meerr dan het gemiddelde zijn opgenomen. Het lukt in het bijzonder in de gemeenten Rijssen Holten, Dalfsen, Wierden en Zwartewaterland erg goed om de woningeigenaren bereid te vinden te investeren in de isolatiemaatregelen vallende onder de energiepremieregeling. In de d gemeenten Zwartewaterland, Zwolle en Dalfsen worden veel gezamenlijke e aanvragen (respectievelijk 35, 44 en 54 aanvragen) met de buren ingediend, vandaar datt het gemiddelde bedrag per aanvraag in deze gemeenten hoog is. In dezelfdee gemeentenn worden naar rato ook vrij veel aanvragen gedaan g voor r subsidie voor twee maatregelen, maar blijkbaar will niet iedereen wachten op of afhankelijk zijn van buren om ook de derde premie van 300, op te strijken. s 19

Wanneer het aantal koopwoningen mee wordt genomen in de analyse van het aantal aanvragen, ontstaatt een nog duidelijker beeld van in welke gemeenten in verhouding de meeste eigenaren van koopwoningen actief zijn in het aanvragenn van de premie (zie Tabel 2 3). Dee gemeente Wierden blijkt dan voorop te lopen. Deze analyse is tot stand gekomen op o basis vann een registratie van aantallen koop en huurwoningen uit 2012,, terwijl Swing inzicht geeft in aantal woningen met een bepaald energielabel. Deze laatste dataset stamt uit 2011, terwijl ook in 2012 en 2013 veel woningen van energielabels zijn voorzien. Het aantal woningen in een Overijsselse gemeente dat een energielabel heeft is 12% (Ommen enn Staphorst) tot 47% ( Enschede) met een gemiddelde waarde van 28,1%. Er is aangenomen dat de gehele woningvoor raad binnenn een gemeente een vergelijkbare samenstelling kentt naar energielabel, zoals door de gegevens g uit 2011 in Swing werd weergegeven. In dat geval is te zien dat naar rato van het aantal woningen w met energielabel D of slechter, kortom de niet groene energielabels, in Dalfsen vermoedelijk de meeste woningen met een slechte energieprestatie staan die hebben geopteerd voor de premie. De betrouwbaarheid van deze laatste analysestap laat enigszins te wensen over, daar in het algemeen met name huurwoningen zijn voorzien van energielabels en niet koopwoningen. Positie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Tabel 2 3: Ranking van de Overijsselse gemeenten naar relatief aantal premie aanvragen Gemeente Aanvragen premie naar rato Positie Gemeente Aanvragen premie naar rato label D t / m G koopwoningenn koopwoningen Wierden Zwartewaterland Dalfsen Ommen Hardenberg Rijssen Holten Borne Dinkelland Losser Zwolle 4,244 % 3,999 % 3,688 % 3,600 % 3,144 % 3,044 % 2,488 % 2,333 % 2,200 % 2,088 % 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Dalfsen Borne Wierden Hellendoorn Zwartewaterland Hardenberg Staphorst Ommen Rijssen Holten Losser 10,13 % 9,86 % 9,54 % 7,73 % 7,00 % 6,58 % 5,40 % 5,24 % 5,02 % 4,94 % Op 1 november 2013 stonden er in veel gemeenten minder premie aanvragen open dan in juli, omdat relatief weinig nieuwe premies zijn aangevraagd, terwijl er wel w aanvragen waren afgewezen en vervallen. Alleen in de gemeenten Oldenzaal en Hengelo nam het aantal premie aanvragen met respectievelijk 0,24% en 0,14% naar rato vann het aantal koopwoningen iets toe. 2.4 Duurzaamheidslening Naast de duurzaamheidspremie wordt doorr de provincie Overijssel via het SVn ook de mogelijkheid aan particuliere woning eigenaren geboden om een duurzaamheidslening af te sluiten. Per 2 december 2013 waren er 1.1000 aanvragenn voor de duurzaamheidslening gedaan, waarvan 61,7% reeds was beschikt voor een totaal bedrag van circa 5,5 miljoen Euro. Er was op dat moment dus per beschikte lening 8.080, aangeboden. Eenn bedrag dat zo n 19,2% % lager ligt dan het uitgangspunt van de provincie van 10.000, per lening. In deze sectie zal op basis van de gegevens van 3 juli worden bekeken in welke gemeenten voor welke ETMs de lening wordt aangevraagd. Een dergelijke gedetailleerde interpretatie van de stand van zaken op 2 september is niet mogelijk, omdat de leningen toen niet n meer door de stichting Meer 20