Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Jongerencongresdag. Niels Achten. Inhoud. Niels Achten. Melkvee management. Voorstellen Wat is management? Bedrijfsplan Kengetallen Conclusies

Meer melk uit uw ruwvoer. Conserveringsmiddelen en broeiremmers

Weidegang & KringloopWijzer. Michel de Haan, et al.

Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien

VOEDERCONVERSIE IN DE MELKVEEHOUDERIJ

Graslandvernieuwing is investeren in hoogwaardig ruwvoer. Edward Ensing

Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer?

Transitie transparant? management zoals rantsoen, huisvesting en comfort moet goed zijn, dat corrigeer je niet met een brok.

Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei?

Ruwvoerkost in kostprijs melk. Diane Schoonhoven

Dirksen Management Support John Baars

Kort verslag oriënterende voerproef hooi

Technische efficiëntie is belangrijker dan lage kosten, zowel voor grote als kleine bedrijven.

Vijf nieuwe innovatietrajecten voor weidegang

Kengetallen E-40 Fokwaarde voeropname

Kempensysteem Apers-Mertens - Haasdonk. 26 september 2013

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding

Mineralenmanagement en economie. Jaap Gielen Specialist melkveehouderij

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen

Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer?

Kengetallen. E-12 Inseminatiewaarde en Gebruikswaarde

Waarom droogstand? 24/12/2018. Gevolgen van een verkorte of geen droogstand op melkproductie, inkomen en broeikasgasemissies

Maxi maal melk uit gras

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

68 melkkoeien (incl vaarzen), 21 pinken, 24 kalveren Vervangingspercentage 29 %

Maximaal weidegras. Stripweiden A-B-A. Graslandkalender. Gras Arbeidsgemak Weidevakmanschap Melkproductie. Max. 2 koeien per ha

Meer eigen ruwvoer = betere kringloopwijzer. John Baars

Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek

100-dagenaanpak. 365 dagen resultaat

Bedrijfseconomisch verslag

Uw doel bereiken met MelkNavigator

Livestock Research Jongveeopfok en weidegang Beweidingssystemen voor jongvee. Belang jongvee weiden? Beweiding van jongvee

Tip van de Maand Juni 2019

Houd SARA buiten de deur. Jan Veling, GD Gezonde Melkveehouderij, 15 januari 2015

Resultaten KringloopWijzers 2016

wat is de kwaliteit van het weidegras

Feiten en fabels KringloopWijzer. een onderbouwing met gegevens van 700 KringloopWijzers

Grondgebondenheid = Eiwit van eigen land

Gewenste ontwikkeling en na te streven gewicht bij de eerste kalving van Witblauwe dikbilvaarzen

Weiden. Beweidingssystemen

Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee Versie 13 april 2006

Reductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor

Kengetallen voor het ideale voedermanagement

Gras levert meer op dan melk

dierenartsenpraktijk Het Zuidenveld

SPECIAL XXXXX VOEREFFICIËNTIE. Correctie op onderh. voorkomt te grote, zware

Mineralenmanagement en economie

Effecten van LG Animal Nutrition-weidevernieuwing op de graslandopbrengst en -kwaliteit per hectare, en de melkproductie van melkkoeien

Module Rantsoen melkvee

Onkruidbestrijding in weiland. in nazomer en herfst

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Handleiding. Agis TFS Voer

Praktisch aan de slag met duurzaamheid! Koeien voeren! Doel = meer melk uit eigen ruwvoer. Sojaprijzen stijgen. Voerprijzen stijgen

Tool voor nauwkeurig s. van grasopname

Kengetallen. E-13 Voortplanting

Koeienvoer klas 1. Werkboek: Koeienvoer klas 1

DE KRINGLOOPWIJZER en Grassa!Raffinage

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs Arealen Rasontwikkelingen Gebruiksvormen van maïs...

MEI Groningen. De Bodem voor Koegezondheid. 6 juni Gerrit Hegen. Bodem- plant- dier rela>es

HET NIEUWE ASSORTIMENT MELKVEEVOEDERS 2016/2017

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

Assortiment melkveevoeders. Beter voeren, ruimte om te boeren

Extra bijvoeren in najaar op biologische bedrijven: economie en eiwitbenutting

Tip van de helpdesk: krachtvoergift aanpassen bij weiden

Nedap RealTime Tochtdetectie Halslabel

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Valacon-Dairy v.o.f. Duurzaam melkvee. Het waarom en hoe. Willem van Laarhoven 23 november

Drogestof opname uit weidegras

d. Bereken nu of er een tekort of een overschot aan ruwvoer is. Vul hiervoor de onderste tabel in.

Uitslag Excretiewijzer


Weiden. Beweidingssystemen

Pensbestendig vet; een energiebron die melkproductie stimuleert en bijdraagt aan een betere vruchtbaarheid

Geachte relatie, Onze rundveespecialist wil graag voor u het rantsoen bereken, voor een rantsoen op maat!

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen.

KringloopWijzer. Johan Temmink

3.5a: Verzadigingswaarde en voeropnamecapaciteit

Bedrijfsleiderskring: Voorbeeld Boekjaar: 01/10/17

Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien

Afdeling Nutritie & Innovatie. Bewust natuurlijk luxe en goed afkalven Door Toon van der Heijden

Gebruikersbijeenkomst Koppeling Kringloopwijzer

INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN

Waarom onderzoek naar een Droogstand op Maat?

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Lactatie op Maat. - lactatielengte afgestemd op de individuele koe -

PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS is prognose bedragen exclusief btw

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee

Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma

Voeding schapen algemeen. Voeding en vertering. Vertering schaap schematisch

5. Samenvatting sector Melkveehouderij

Jongveeopfok: een investering in de toekomst

NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde

Verslag van themadag Ruwvoer en een lage melkprijs die gehouden is op 1 juni 2016 in Megchelen (GLD)

Introductie AMS-STAGE

Frank Weersink

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2

Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee

Transcriptie:

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Januari 2013

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Herman van Schooten (WUR-LR) Hans Dirksen (DMS) Januari 2013

Inleiding In het kader van het LaMi-project Haal meer uit Gras is meten en wegen van het eigen ruwvoer een belangrijk onderwerp geweest om grip te krijgen op benutting van eigen ruwvoer en mineralen. Het meten en kunnen beoordelen van de voerefficiëntie vormde daarbij een belangrijk onderdeel. In het kader van dit project is kennis over dit onderwerp op een rij gezet en zijn bij twee boeren enkele metingen uitgevoerd. De uitkomsten zijn in dit verslag beknopt weergegeven. Belang van het kengetal VE Kengetallen om de voeding op een melkveebedrijf te monitoren en te sturen zijn belangrijk voor zowel het technische als het bedrijfseconomische resultaat. Het kengetal Voerefficiëntie kan daarbij een hulpmiddel zijn. Het getal geeft weer hoeveel kg (meet)melk er per kg gevoerde drogestof wordt geproduceerd. In formule: Voederefficiëntie = (meet)melkproductie (kg) / voeropname (kg DS). Uit een studie van Wageningen UR Livestock Research (WUR-LR) in 2007 waarbij gegevens zijn geanalyseerd van voederproeven, praktijkbedrijven uit het project Koeien&Kansen en het melkveehouders netwerk Voederconversie Groningen is gebleken is dat het voerefficiëntiegetal een sterke relatie heeft met het saldo (melkgeld kosten ruwvoer en krachtvoer). Deze relatie is weergegeven in figuur 1. Hieruit blijkt o.a. dat wanneer de voerefficiëntie stijgt van 1,3 naar 1,5, het voersaldo stijgt van 4,50 naar 6,35 per koe per dag. Figuur 1 Relatie tussen voerefficiëntie en voersaldo per koe per dag. Waardoor wordt het beïnvloed De voerefficiëntie wordt beïnvloed door verschillende factoren. Deze kunnen worden ingedeeld in de categorieën: voer, management, dier en omgeving. Hieronder volgen per categorie één of meerdere voorbeelden. Voer - Voederwaarde per kg ds van het rantsoen. Naarmate de voederwaarde van het rantsoen hoger is krijgt de koe per kg opgenomen drogestof meer voederwaarde binnen en zal de voerefficiëntie ook hoger zijn. - Rantsoen met een optimaal eiwitgehalte en voldoende structuur zorgt voor een goede penswerking en daarmee voor een goede vertering van het voer.

Management - Voermethode. Nauwkeurig voeren, meerdere keren per dag voeren en voldoende restvoer hebben een positief effect op de voerefficiëntie. - Vreetruimte en toegang tot voerhek. Bij voldoende vreetruimte per dier kunnen rang lagere koeien ook genoeg vreten. - Vruchtbaarheid. Kortere tussenkalftijd is gunstig voor de voerefficiëntie van de veestapel - Gezondheid. Gezondheidsstoornissen leiden tot een lagers ds-opname en tot een relatief nog lagere melkproductie. - Koecomfort. Dieren zonder stress vreten meer en benutten de voedingsstoffen ook beter. Dier - Algemeen kan worden gesteld dat een hogere melkproductie gunstig is voor de voerefficiëntie. - Lactatiestadium en dracht. In begin van lactatie is de voerefficiëntie hoger door negatieve energiebalans en aan eind van lactatie lager als gevolg van herstel van de conditie en groei van vrucht. - Leeftijd. Oudere koeien zijn gemiddeld groter, hebben grotere organen en daardoor een grotere capaciteit om voer te verwerken dan jongere koeien. - Genetische aanleg. Tussen rassen maar ook tussen koppels melkkoeien bestaan verschillen in genetische aanleg voor melkproductie en gewicht die invloed hebben op de voeropnamecapaciteit en voerefficiëntie. Omgeving - e peratuur en luchtvochtigheid. oge te peratuur vanaf 0 en hoge luchtvochtigheid zal de voerefficiëntie negatief beïnvloeden. Richtlijnen voor voerefficiëntie De streefwaarde voor het voerefficiëntiegetal ligt gemiddeld tussen de 1,3 en 1,6. Het is min of meer een optimum en kan niet alleen te laag zijn, maar ook te hoog. Een te lage voerefficiëntie betekent dat het voer slecht benut wordt, een te hoge voerefficiëntie kan betekenen dat de koeien teveel conditie verliezen. In onderstaande tabel 1 staan enkele richtlijnen voor voerefficiëntie voor verschillende diergroepen. Ze zijn afgeleid van richtlijnen van een aantal verschillende voeradviseurs. Tabel 1 Globale richtlijnen voor voerefficiëntie Groep Dagen in lactatie Voerefficiëntie Alle koeien 150 225 1,3-1,6 Vaarzen <90 1,4-1,5 Vaarzen >200 1,1-1,3 Oudere koeien <90 1,5-1,7 Oudere koeien > 200 1,2-1,3 Verse koeien < 21 1,15-1,3 Probleembedrijf 150-200 < 1,15 Enkele metingen binnen project Haal meer uit Gras Binnen het project aal eer uit Gras hebben twee elkveehouders een aantal eetweken uitgevoerd om de voerefficiëntie te bepalen. Het gaat dus om een tijdelijke opname. Uit de studie van WUR-LR 2007 bleek dat een hogere melkproductie gepaard gaat met een hogere voerefficiëntie. In figuur 2 is de relatie tussen de melkproductie per dag en de voerefficiëntie uit de studie samen met de resultaten van de meetweken van de beide melkveehouders weergegeven. Melkveehouder Van Middelaar heeft twee meetweken uitgevoerd, één in oktober 2011 en één in maart 2012. Opvallend is het verschil tussen de beide meetweken. In de periode waarin de meetweek in oktober 2011 is uitgevoerd had Van Middelaar last van broei in de graskuil. Dit had een negatief effect op de voerbenutting en de melkproductie. De voerefficiëntie kwam daardoor uit op een waarde van maar 1,21. In de meetweek van maart 2012 waren er geen problemen met het ruwvoer en kwam

de voerefficiëntie met 1,55 zelf iets hoger uit dan het gemiddelde uit de WUR-LR studie. De voerefficiëntie van Wesseling kwam met 1,39 overeen met het gemiddelde uit de studie. Figuur 2 Relatie tussen melkproductie per dag en voerefficiëntie Enkele maatregelen om de voerefficiëntie te verbeteren Als de voerefficiëntie op bedrijfsniveau structureel onder 1,15 uitkomt is het zinvol om naar oorzaken te zoeken. Enkele mogelijke maatregelen om de voerefficiëntie te verbeteren zijn: Verbeter kwaliteit van het ruwvoer. Naarmate de kwaliteit beter is, is de voederwaarde per kg opgenomen voer hoger en zal de opname ook hoger zijn. Gebalanceerd rantsoen. Stel in overleg met uw voeradviseur een evenwichtig rantsoen samen. Naast voldoende voederwaarde is voldoende structuur belangrijk voor een goede penswerking. Het basisrantsoen moet niet een te hoge voederwaarde hebben als gevolg van toevoeging van veel bijproducten en enkelvoudige grondstoffen. Dit leidt tot een hoge opname, maar niet bij alle dieren tot evenredig veel melk. Een gebalanceerd basisrantsoen aangevuld met individuele krachtvoerverstrekking is gunstig voor de voerefficiëntie. Nauwkeurig voeren. Wegen is belangrijk voor inzicht in het gerealiseerde rantsoen ten opzichte van het geplande. Voorkom broei in kuilen. Door broei gaat veel voederwaarde verloren en heeft een negatief effect op de opname. Goede vruchtbaarheid. Streef naar een korte tussenkalftijd want oudmelkte koeien zijn minder efficiënt. Goed klimaat. Voorkom hitte en koude stress, dit heeft een negatief effect op de voeropname en voerbenutting. Praktische tips om voerefficiëntie te berekenen Om de voerefficiëntie te kunnen berekenen moet de drogestof opname aan ruwvoer en krachtvoer en de melkproductie van de koppel worden vastgelegd. Er moet dus een mogelijkheid aanwezig zijn op het bedrijf om naast de krachtvoer opname de ruwvoer opname op koppelniveau te meten. - Weeg dagelijks de hoeveelheid gevoerde ruwvoer en het restvoer. - Het ds-gehalte van de hele kuil is niet altijd representatief voor het deel van de kuil wat op dat moment gevoerd wordt. Overleg met uw voeradviseur de mogelijkheden voor aanvullende dsgehalte bepalingen. - Leg dagelijks de opgenomen hoeveelheid krachtvoer vast. Het ds-gehalte van krachtvoer is ongeveer 88%. - Leg de melkproductie vast van de koppel die gelijk is aan de koppel waarvan de voeropname is vastgelegd.

- Deel de melkproductie van de koppel door de kg opgenomen drogestof aan ruwvoer en krachtvoer. Het resulterende getal is de voerefficiëntie. - Voer de meting een aantal dagen (liefst een week) achter elkaar uit. Voerefficiëntie gebruiken in de praktijk. Voerefficiëntie kent een optimum. Een te lage voerefficiëntie (<1,15) is slecht voor de economische resultaten en de mineralenbenutting. Een te hoge voerefficiëntie (>1,65) gaat ten koste van de lichaamsreserve van de koeien en kan daarmee een negatieve invloed hebben op de gezondheid. Het voerefficiëntie getal vertoont een sterke relatie met de voerkosten. Daarmee kan het gebruikt worden voor het beheersen van de voerkosten en de keuze van aankoop van voer producten. Beoordeel de voederconversie mede op basis van de ruwvoerpositie. Bedrijven met een ruime ruwvoer positie kunnen een lagere voerefficiëntie accepteren dan bedrijven die niet genoeg eigen ruwvoer produceren omdat aangekocht (kracht)voer veelal energierijker is dan eigen ruwvoer. Om meer inzicht in je eigen voerefficiëntie te krijgen is het zinvol om je eigen resultaten regelmatig te spiegelen aan die van collega s, bijvoorbeeld in studieclubverband. Verder kan de voerefficiëntie een nuttig instrument zijn wanneer er twijfels zijn n.a.v.: o Indruk dat rantsoen niet goed loopt o Vervetting van de koeien of bij te schrale koeien o Grote rantsoenwisselingen Onder beweidingsomstandigheden is het lastig om de voerefficiëntie nauwkeurig te bepalen. De grasopname in de weide kan immers niet gewogen worden. Om een indruk te krijgen van de grasopname kan met behulp van een grashoogtemeter een zo nauwkeurig inschatting worden gemaakt van de opbrengst bij inscharen en van de weiderest bij uitscharen. Het verschil is opgenomen door de koeien. Bij dit verschil moet dan nog de bijgroei tijdens de beweidingsperiode van het perceel worden opgeteld. Verwarring Voerefficiëntie en Voederconversie In de praktijk worden de begrippen voerefficiëntie en voederconversie nog wel eens verward. Voerefficiëntie = hoeveelheid geproduceerde melk per kg opgenomen voer = (meet-)melkproductie (kg) / voeropname (kg DS) Voederconversie = Het voerverbruik per kg melk = Voeropname (kg DS) / (meet-)melkproductie (kg)