Aanvullingen aanvraag omgevingsvergunning milieu VOF Aarts De aanvullingen in deze bijlage gaan boven de van toepassing zijnde tekst zoals die in het aanvraagformulier van d.d. 3 oktober 2013 is opgenomen. Deze aanvullingen gelden derhalve als vervanging of aanvulling van desbetreffende teksten uit het aanvraagformulier. Opgesteld door: Peter van de Ligt / Adviesbureau Pijnenburg Horst (077-3982921) Datum: 27 maarti 2014 Revisie: Inrichten of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (milieu) In plaats van een revisievergunning wordt een oprichtingsvergunning aangevraagd. De melkrundveehouderij valt nu namelijk onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. De van toepassing zijnde meldingen in het kader van het Besluit melding milieubeheer zijn hieronder weergegeven. Wettelijke basis Soort Datum Kenmerk Bevoegde gezag Besluit melding Melding 7-11-2007 AST07/4030 Gemeente Asten milieubeheer Besluit melding Melding 12-11-2009 AST09/3821 Gemeente Asten milieubeheer Besluit melding milieubeheer Melding 7-9-2011 Gemeente Asten De huidige vergunde situatie betreft als volgt: Nr. Gebouw Soort dieren Aantal te houden Huisvestingssysteem 1 Rundveestal Jongvee 59 A3 Melkkoeien 5 A1.100.2 2 Strohok Melkkoeien 44 A1.100.2 3 Rundveestal Melkkoeien 151 A1.100.2 JV Jongveestal Jongvee 52 A3 De aangevraagde situatie betreft als volgt: Nr. Gebouw Soort dieren Aantal te houden Huisvestingssysteem 1 Rundveestal Jongvee 68 A3 2 Strohok Melkkoeien 10 A1.100.2 3 Rundveestal Melkkoeien 150 A1.100.2 JV Jongveestal Jongvee 72 A3 NS Rundveestal Melkkoeien 256 A1.18.2
Gebruik van een mestscheider Bij VOF Aarts wordt een mestscheider geplaatst om de drijfmest te scheiden in een dikke en dunne fractie. Het scheiden van mest is een natuurlijk proces en betreft daardoor geen mestverwerkingsinstallatie. De te plaatsen mestscheider betreft een Bauer Separator S855 (maximale capaciteit 30 m³/uur, in praktijk circa 15-20 m³/uur). De dikke fractie wordt uitsluitend gebruikt als boxstrooisel voor de ligboxen in de nieuwe stal. Het melkvee ligt daarmee op een comfortabel bed en is goedkoper dan het vergelijkbare materiaal zaagsel. Afbeelding van de te plaatsen mestscheider, de foto is niet genomen op het bedrijf zelf en dient uitsluitend ter verduidelijking. Belangrijk verschil met de afgebeelde mestscheider en de te plaatsen mestscheider op het bedrijf is dat de dikke fractie niet op de grond wordt gedeponeerd, maar in een kar, waarna de dikke fractie vanuit de kar naar de stal wordt gereden en de ligboxen worden opgevuld. De mestscheider scheidt drijfmest in een stapelbare dikke fractie en een vloeibare dunne fractie. Drijfmest bestaat voor meer dan 90% uit water. Het primaire doel van mechanische scheiding is de productie van een stapelbare dikke fractie met hoge gehalten aan organische stof en fosfaat en met een hoog drogestofgehalte. Een dergelijke geconcentreerde fosfaatrijke fractie is een waardevolle organische meststof en kan gemakkelijk over grotere afstanden vervoerd worden. De geproduceerde hoeveelheid dikke fractie ten opzichte van de hoeveelheid gescheiden drijfmest bedraagt circa 10 tot 20% op gewichtsbasis.
De dunne waterige fractie, met daarin het grootste deel van de stikstof en kali, kan op eigen grond of in de nabije omgeving als meststof worden aangewend of verder worden gezuiverd tot loosbaar water. Het drogestofgehalte van de dunne fractie is veelal lagerdan 5%. Mechanische scheiders variëren sterk in technische prestatie, kosten en energieverbruik. Met name het scheidingsrendement voor verschillende mestbestanddelen is sterk afhankelijk van het type scheider. Om drijfmest te kunnen scheiden zijn aparte opslagen nodig voor de drijfmest en voor de dunne fractie. Bij VOF Aarts wordt de drijfmest via ondergrondse buisleidingen naar de mestscheider gepompt. De dunne fractie wordt opgeslagen in één van de twee bestaande mestsilo s. De overige drijfmest in de andere bestaande mestsilo. De dikke fractie wordt na het scheiden opgevangen in een kiepkar. Elke week worden met deze kar de ligboxen voorzien van vers boxstrooisel. In elke box wordt 70-80 liter (gemiddeld 75 l) boxstrooisel per week aangebracht. Voor de nieuwe stal komt dit uit op 75 * 256 = 19.200 liter, oftewel 19,2 m³. Het scheidingsrendement van de mestscheider is 1 m³ ingaande drijfmest levert 0,25 m³ dikke fractie op. Om 19-20 m³ dikke fractie te verkrijgen dient elke week 19,2 / 0,25 = 77 m³ drijfmest worden gescheiden. De mestscheider heeft een capaciteit van maximaal 30 m³ per uur, maar zal in de praktijk 20 m³ per uur bedragen. Dat wil zeggen dat de mestscheider elke week 4 uur dient te scheiden (tijdens de dagperiode) voor het verkrijgen van het benodigde boxstrooisel. Het toe te passen type mestscheider betreft een gesloten systeem, dat wil zeggen dat de daadwerkelijke scheiding plaatsvindt in een metalen behuizing. De aanvoer van drijfmest en de afvoer van de dunne fractie vindt plaats door middel van slangen of buizen. De stapelbare dikke fractie valt vanuit de scheider in de kar. De risico s voor het optreden van emissies van ammoniak, geur, fijn stof en broeikasgassen tijdens het scheiden van mest worden als beperkt ingeschat, aangezien de scheiding in een gesloten systeem wordt uitgevoerd. Het afdekken van de mestopslagen voor de dunne fractie na scheiding en de drijfmest wordt toegepast om de emissies tijdens opslag te beperken (mestsilo s zijn reeds verplicht afgedekt). (bron: Wageningen UR Livestock Research, Inventarisatie emissies en geluidsoverlast van mestbewerkingsinstallaties en eventuele maatregelen, september 2013, rapport 703)
Te slopen sleufsilo s De sleufsilo s, gelegen binnen de rode omlijning, worden allemaal verwijderd ten behoeve van de bouw van de nieuwe stal. De nieuwe sleufsilo s zijn reeds gerealiseerd aan de oostelijke zijde van het erf. Voor de aanvang van de sloop van de sleufsilo s wordt te zijner tijd bij de gemeente Asten een sloopmelding gedaan. Voldoen aan uitvoeringseisen BWL2012.04 De leaflet van de vloer BWL2012.04 is als bijlage toegevoegd. Het emitterende mestoppervlak per dier bedraagt maximaal 5,5 m². In de nieuwe stal komen in totaal 256 dierplaatsen. De totale vloerruimte in de stal bedraagt 1.282 m², dit komt uit op 5,0 m² emitterend mestoppervlak per dier. Aan de leaflet wordt voldaan. Overzicht dieren vergunde situatie en aangevraagde situatie Vergunde situatie Stalnummer Soort dieren Aantal Huisvestingssyteem Ammoniakemissie Fijn stofemissie Per dier Totaal Per Totaal dier Veestal 1 Jongvee 59 A3 3,9 230,1 38 2.242 Melkkoeien 5 A1.100.2 11,0 55,0 148 740 Veestal 2 Melkkoeien 44 A1.100.2 11,0 484,0 148 6.512 Veestal 3 Melkkoeien 151 A1.100.2 11,0 1.661,0 148 22.348
Jongveestal Jongvee 52 A3 3,9 202,8 38 1.976 Totaal 2.632,9 33.818 Aangevraagde situatie Stalnummer Soort dieren Aantal Huisvestingssyteem Ammoniakemissie Fijn stofemissie Per dier Totaal Per Totaal dier Veestal 1 Jongvee 68 A3 3,9 230,1 38 2.242 Veestal 2 Melkkoeien 10 A1.100.2 11,0 110,0 148 1.480 Veestal 3 Melkkoeien 150 A1.100.2 11,0 1.650,0 148 22.200 Jongveestal Jongvee 72 A3 3,9 280,8 38 2.736 Nieuwe stal Melkkoeien 256 A1.18.2 7,7 1.971,2 148 37.888 Totaal 4.242,1 66.546 Voldoen aan BBT Conform het Besluit huisvesting mag de ammoniakemissie op bedrijfsniveau maximaal 9,5 kg per melkkoe te bedragen. Het aantal melkkoeien in de bestaande stallen bedraagt in de nieuwe situatie 160 stuks. In de bestaande stallen wordt een traditioneel huisvestingssysteem toegepast en de dieren worden op stal gehouden. Per melkkoe geldt daarom een ammoniakemissie van 11,0 kg. De 256 melkkoeien in de nieuwe stal worden op een ammoniakreducerende systeem gehouden (A1.18.2). Per melkkoe geldt een ammoniakemissie van 7,7 kg. Het merendeel van de melkveestapel wordt op dit moderne huisvestingssysteem gehouden. Totale ammoniakemissie van de melkkoeien bedraagt: 256 * 7,7 = 1971,2 kg + 160 * 11,0 = 1760 kg = 3731,2 kg. Dit is gemiddeld 9,0 kg per melkkoe. Aan het Besluit huisvesting wordt voldaan. Conform de Verordening Stikstof en Natura 2000 van de provincie Noord-Brabant mag de ammoniakemissie per dier in een nieuwe stal niet meer bedragen dan 8,1 kg (bij permanent opstallen). Bestaande stallen hoeven nog niet te voldoen aan deze verordening. De nieuwe stal heeft een ammoniakemissie van 7,7 kg per dier. Aan de Verordening wordt voldaan. Omdat wordt voldaan aan zowel het Besluit huisvesting, als de Verordening stikstof, is er sprake van het toepassen van de best beschikbare technieken (BBT). Overzicht (gevaarlijke) grond- en hulpstoffen Aantal Hoeveelheid per stuk Middel ADR 6 kannen 22 kg Astri brush Geen ADR (reinigingsmiddel borstel AMS) 12 kannen 25 kg Astri (reinigingsmiddel Geen ADR AMS) 6 kannen 24 kg Astri Lin (zuur om leidingen AMS te ADR8 (combinatie fosfor- en citroenzuur)
reinigen) Opslag vaste mest Stalnummer Stal Hoeveelheid Soort mest 2 Veestal 130 m³ Strohok NS Nieuwe stal 35 m³ Strohok Vaste mestopslag 150³ Vuil stro wat uit strohokken komt In totaal minder dan 600 m³ vaste mest. Opslag van de vaste mest valt daarmee onder de voorschriften van het Activiteitenbesluit. Op basis van de artikel 3.4.5 van het Activiteitenbesluit geldt voor het opslaan van agrarische bedrijfsstoffen (waaronder vaste mest valt) dat er 100 m afstand aangehouden moet worden tot een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom gelegen, of 50 m tot een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom gelegen. Het meest dichtbij gelegen geurgevoelige object, woning Sengersbroekweg 9, ligt op een afstand van circa 280 m. Aan de afstandseis, zoals gesteld in het Activiteitenbesluit, wordt ruimschoots voldaan. Zuinig gebruik van grond- en hulpstoffen Er wordt bewust omgegaan met het gebruik van grond- en hulpstoffen. In dit geval zijn dat diervoeders (krachtvoer en ruwvoer), en water. De dieren worden gevoederd naar behoefte en productie daarmee wordt er niet meer voer verstrekt dan benodigd is. Checklist energiebesparing veehouderijen Vragenlijst melkveehouderij Verlichting: Wat is het geïnstalleerde vermogen (W/m2)? Stal 1: 1,8 W/m² Stal 2: 3,8 W/m² Stal 3: 1,3 W/m² Jongveestal: 3,0 W/m² Nieuwe stal: 1,8 W/m² Hoeveel uur per jaar is de verlichting in werking? 1200 uur per jaar Welke van onderstaande energiezuinige verlichtingstechnieken worden toegepast? Natuurlijke daglichtintreding Aanwezigheidsdetectie Centrale lichtschakelaar Schakelklok en schemerschakelaar buiten- en terreinverlichting
Spaarlampen Anders, namelijk.. Geen Warm tapwater: Welk type warmwatertoestel wordt toegepast? Doorstroomapparaat Boiler electrisch Welke maatregelen worden met betrekking tot de bereiding van warm tapwater toegepast? Optimaliseren aanleg leidingen en warmwatertoestel Voorkoeler Warmteterugwinning Benutten warmtepompwater voor voorspoeling Spoelbak voor reiniging melkmachine isoleren en afdekken Leidingdiameter toevoer warmwater vergroten Zonneboiler Anders, namelijk Geen Ventilatie: Welke maatregelen met betrekking tot mechanische ventilatie worden toegepast? Klimaatcomputer Hybride ventilatie Anders, namelijk Geen: er wordt gebruik gemaakt van natuurlijke ventilatie Overige maatregelen: Welke overige maatregelen worden toegepast? Verbeteren energie-efficiency melkkoeltank Capaciteit vacuümpomp afstemmen op behoefte Beter regelen van vacuümpomp / frequentieregeling Anders, namelijk: Geen
Verbruik water 10000 m³ leidingwater op jaarbasis Er wordt deels gebruik gemaakt van grondwater (per jaar 15000 m³) Afvalwater Van de nieuwe stal wordt jaarlijks 1200 m³ spoelwater geloosd (vier AMS). Van de sleufsilo s wordt jaarlijks 30 m³ geloosd. Dit afvalwater wordt geloosd op mestopslagen. Van de bestaande stallen wordt jaarlijks 600 m³ spoelwater geloosd (twee AMS) op de bestaande mestopslagen. Tevens is het afvalwater van de bestaande stallen en de bedrijfswoningen aangesloten op het gemengde rioolstelsel van de gemeente. Checklist waterbesparing Zie meegeleverde bijlage Checklist waterbesparing. Geluid Laden/lossen dieren: 1 x per week worden er in de dagperiode dieren geladen/gelost. Dit neemt circa een half uur in beslag. Inkuilen maïs/gras: 6 keer per jaar wordt er binnen het bedrijf ingekuild in de sleufsilo s. Dit neemt per keer circa 8 uur in beslag en vindt plaats in de dagperiode. Lossen krachtvoer en kunstmest: 1 vracht per 2 weken in de dagperiode, gedurende 45 minuten per vracht. Ophalen melk: maximaal 3 keer per week wordt er melk opgehaald in de dagperiode, per keer duurt dit maximaal een half uur. Laden mest: per jaar wordt er circa 12.000 m³ mest geproduceerd. Uitgaande van afvoer mest in vrachten van 20 m³ worden er 600 vrachten mest per jaar afgevoerd. Deze gaan deels naar eigen percelen en deels naar percelen van derden. Deze mest wordt in circa 30 dagen per jaar afgevoerd. Dat komt neer op gemiddeld 20 vrachten per dag. Per vracht wordt er circa 15 minuten geladen en gereden binnen de inrichtingsgrens. Scheiden mest: alvorens de mest wordt afgevoerd wordt de mest gescheiden. Dit gebeurt ter plaatse van de vaste mestopslag. Het scheiden vindt maximaal 1 x per week plaats en neemt 4 uur per keer in de dagperiode plaats. Afvoer kadavers: afvoer vindt plaats op afroep. Dit vindt per week maximaal 1 keer plaats. Afvoer in dagperiode. Kadavers worden aangeboden aan de openbare weg. Laden duurt maximaal 5 minuten.
Lossen diesel/stro/overige producten: maximaal 1 vracht per week in de dagperiode, gedurende maximaal 20 minuten. Intern transport: per dag wordt er binnen grens inrichting met tractoren gereden. Het gaat om maximaal 2 uur in de dagperiode en 15 minuten in de avondperiode. Stationaire bronnen: de motoren van de melkkoeling draaien circa 8 minuten per uur in de avond/dag/nachtperiode. Aangezien er melkrobots worden toegepast is het melksysteem vrijwel continu in bedrijf. Bodem Bodemverontreinigde stoffen worden in de machineloods of de veestallen opgeslagen in een afsluitbare kasten of een lekbak. Mest wordt opgeslagen in vloeistofdichte mestopslagen, dit geldt ook voor de vaste mestopslag. Bedrijfsriolering en overige leidingen worden tevens vloeistofdicht uitgevoerd. Overzicht meet- en registratievoorzieningen De volgende registraties vinden binnen de inrichting plaats: o o o o Veesaldo registratie Jaaroverzichten water, gas en elektra Voerregistratie Mestbonnen voor afvoer mest en mestboekhouding