Feedback financiering op basis van MVG 2005



Vergelijkbare documenten
Algemene feedback op basis van MVG 2004

Federale Feedback MVG 1998

Feedback financiering op basis van MVG's 2000

Feedback financiering op basis van MVG 2006

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006

FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu. Het beeld van de Sp-diensten in de MVG 2000

Informatie over de feedbacks en bijkomende analyses op MVG1998, MVG2000 en MVG2003

Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu

METHODOLOGIE VAN DE KNIPPERLICHTEN VOOR DE EXTERNE AUDIT VAN DE MVG

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011

Handleiding benchmarkrapport MPG

MZG Globalisatie tabellen Personeelsgegevens Oktober 2011

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement

1. Algemene informatie

Technische handleiding database ontslagmanagement

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

Domein 2 Personeelsgegevens

Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden

Betreft: richtlijnen MVG-registratie

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

1. Periodische personeelsregistratie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

2 DECEMBER Koninklijk besluit tot. uitvoering van de wet van 19 juli betreffende de gebundelde financiering

I. Analyse van de resultaten van fase 1

De Belgische Ziekenhuisfinanciering. Waar gaan we naartoe met de NRG s?

Financiële analyse op maat

HANDLEIDING IMA ATLAS

Geachte Mevrouw, Heer,

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

FORMULIER ACTIEPLAN VLOOTBEHEER

17 JUNI Koninklijk besluit betreffende de verklaring bij opname in een ziekenhuis

Domein 4 Verpleegkundige gegevens

Actualisatie MVG: Illustratie van concrete voorbeelden

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Actualisatie Minimale Verpleegkundige Gegevens praktische organisatie testfase. Christophe Verhaeghe Ghislaine Delpierre

Domein 3 Administratieve gegevens

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES

Budgetbeheer Versie 2.5 Juni 2003

Patiënten (niet-inwoners) in België

Financiële analyse op maat

Handleiding bij het finale rapport MPG

Versie 6.11 HannaH Planningen' maandelijkse rentabiliteit maandelijkse thesaurie of kasplanning geprojecteerde jaarrekeningen 'Opvolgingsmodule'

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens Oktober 2011

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE

Handleiding. Technische Analyse. EXcess RETURN

Verpleegkundige zorgprofielen

Domein 6 Facturatiegegevens

TOELICHTING BIJ DE KUBUS "AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT"

Gelet op de aanvraag van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 14 februari 2005;

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Opstarten van de Analytische boekhouding

Onderzoek van de resultaten. Enkele klinische scenario s met behulp van de dynamische feedback tool

MPG DEEL 4 STEEKPROEFGEGEVENS

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper

ADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016

Artikel Art. 2.

FINANCIËLE EN BOEKHOUDKUNDIGE STATISTIEKEN VAN DE ZIEKENHUIZEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

IE nr. 651 RIZIV Afsluiting van de driemaandelijkse gegevens Financieringen 2018

Er was eens 09u35. Het San Joaquinpatiëntenclassificatiesysteem. Johan Engels. Op de dienst spoedgevallen 16/04/2013. Mevr.

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie

Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Handleiding voor enquêtes voor ProZo!

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

I. Analyse van de resultaten van fase 1

Gebruikershandleiding

Syllabus BOB 50 «Stap voor stap» Betaling : BOB-cash

Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE

HANDLEIDING O F F E R T E S

Projectformulier ten behoeve van Openbare Instellingen

Portahealth: hoe de resultaten van de controles voor MZG, MPG of FINHOSTA opvolgen?

Syllabus BOB 50 «Stap voor stap» Betaling : Aanmaningscampagnes

Handleiding enquetemaken.be

stappenplannen Meerjarenbegroting

De Secretaris C. Decoster

C a s e S t u d y E l k o f i n C o n t a c t i n f o r m a t i e

lengte aantal sportende broers/zussen

TOELICHTING BIJ DE OPNAMEVERKLARING: kamerkeuze & financiële voorwaarden voor een opname in een psychiatrisch ziekenhuis

De inlogprocedure voor Portahealth, de jaarlijkse ziekenhuisstatistieken (STATHOSP), de individuele MUGrapporten

HANDLEIDING V E R Z A M E L F A C T U R E N

Hoofdstuk 16: Grafieken en diagrammen: hoe

Handleiding interactieve website 1. G3nt 1n cijfer5

HANDLEIDING INDEX FINANCIALS

Bijlage 5 TOELICHTING BIJ DE OPNAMEVERKLARING:

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

THEMA IV.1. Tuberculose

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en het Leefmilieu

Coderen en analyseren van kwantitatieve data via Excel

Upgrade 6.11 Febr. 2012

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Portahealth: hoe inloggen?

De toepassing Gebruikersbeheer

Domein, bestand, locatie Versie juli 2016 Versie maart 2017 Inleiding Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het adres

Transcriptie:

1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Feedback financiering op basis van MVG 2005 Anne Delvaux, Marc Janssens, Annelies Ghesquiere 04/2008 Inhoudstabel 1. Inleiding 2. De gegevens 3. De verzorgingsitems in klassen onderverdelen 4. De riditscores 5. De vingerafdrukken 6. De projectie op de nationale MVG-kaart 7. De zones van de nationale MVG-kaart 8. De verpleegequipes in de verpleegeenheden 9. Het gebruik van MVG in de financiering van de ziekenhuizen Bijkomende punten voor de bedden C, D, H*, I, E Bijkomende punten voor de bedden met een intensief karakter Correctie voor het salarisgemiddelde 10. Inhoudsopgave van de federale feedback financiering 11. Inhoudsopgave van de individuele feedback financiering 12. Gebruiksaanwijzing bij deze feedback financiering 13. Informatie beschikbaar op de website

2 1. Inleiding Dit document dient als toelichting bij de tabellen en grafieken van de federale feedback financiering en de individuele feedback financiering op basis van MVG 2005. Eerst behandelen we bondig de inhoud van de registratie en de methodologie van de verwerking van de MVG gegevens, en daarna volgt de inhoudsopgave van de feedbacks. 2. De gegevens MVG staat voor Minimale Verpleegkundige Gegevens. Het is een federaal registratiesysteem dat sedert 1988 in voege is. De MVG registraties bevatten volgende informatie: de opgenomen patiënten (geslacht, geboortejaar) het verblijfstype (klassieke hospitalisatie, daghospitalisatie, pasgeborene in een N* verpleegeenheid) de verpleegkundige zorgen die dagelijks aan de patiënten worden gegeven (samengevat in 23 items) het personeel aanwezig in de verpleegeenheden (aantal personen en aantal gepresteerde uren voor de verschillende personeelscategorieën). Voor de opgenomen patiënten is de beschikbare informatie erg beperkt (geslacht en geboortejaar) opdat de patiënten niet zouden kunnen worden geïdentificeerd. Voor het verblijfstype zijn volgende codes mogelijk: H voor klassieke hospitalisatie. Dit zijn de patiënten waarvoor een verpleegdagprijs wordt aangerekend. Deze patiënten hebben ten minste één nacht in het ziekenhuis verbleven. Tot december 1999 waren dat de enige groep patiënten waarvoor er een MVG registratie diende te gebeuren. D voor daghospitalisatie. Vanaf 2000 is er een uitbreiding gekomen van de MVG registratie voor de patiënten in daghospitalisatie (die het ziekenhuis verlaten op dezelfde dag als de dag van hun opname). Deze uitbreiding is het logische gevolg van de evolutie die in deze sector wordt waargenomen. B voor pasgeborenen opgenomen in een N* verpleegeenheid. Tot december 1999 werden de pasgeborenen slechts geregistreerd als gevolg van een opname in een NIC dienst, of een opname in een N* eenheid vanaf het ogenblik dat de moeder het ziekenhuis had verlaten. Vanaf 2000 krijgen de baby s opgenomen in een N* eenheid voor de duur van hun verblijf de code B, zelfs indien de moeder is gehospitaliseerd. Aan deze baby s wordt geen verpleegdagprijs toegekend. De baby s opgenomen in een NIC dienst krijgen daarentegen de code H, omdat voor deze baby s een verpleegdagprijs gegenereerd wordt. Voor de baby s aanwezig op de kamer van de moeder (op materniteit), tenslotte, is er geen volledige registratie; alleen hun aanwezigheid bij de moeder dient te worden geregistreerd.

3 Voor de verpleegkundige zorgen die de patiënten toegediend krijgen, wordt er een lijst van 23 verschillende types verzorgingsitems gehanteerd. Deze lijst kan u raadplegen onder punt 3. Betreffende het personeel in de verpleegeenheden, wordt er een onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: gegradueerde verpleegkundigen en vroedvrouwen (A1) gebrevetteerde verpleegkundigen en verpleegkundige assistenten (A2) verzorgers (A3) logistieke assistenten (A4) personeel van andere disciplines, zoals ergotherapeuten, secretaressen, enz (A5) studenten van de 5 bovenvermelde categorieën (A6). 3. De verzorgingsitems in klassen onderverdelen Vanuit statistisch oogpunt zijn de verzorgingsitems onder te brengen in vier types variabelen: binaire variabelen nominale variabelen ordinale variabelen metrische variabelen of frequenties. De onderverdeling in klassen gaat als volgt. De nominale verzorgingsitems worden ontdubbeld en de frequenties worden omgezet in interval variabelen (maximum 10 niveaus). Men bekomt aldus 27 items uitsluitend binaire of ordinale variabelen (zie onderstaande tabel). v1 v2 v3 v4 v5 v6 v7 v8 v9 v10 v11 v12 v13 v14 v15 v16 v17 v18 v19 v20 v21 v22 v23 v24 Items Vòòr transformatie Na transformatie zorgen m.b.t. hygiëne ordinaal (1 tot 4) zorgen m.b.t. mobiliteit ordinaal (1 tot 4) zorgen m.b.t. uitscheiding ordinaal (1 tot 4) zorgen m.b.t. voeding ordinaal (1 tot 4) sondevoeding binair bijzondere mondverzorging frequentie niveau 1 tot 8 decubituspreventie d.m.v. wisselhouding frequentie niveau 1 tot 7 hulp bij dagkleding binair tracheacanule of endotracheale tube nominaal (3) 2 binaire items verpleegkundig anamneseverslag binair zelfstandigheidstraining nominaal (3) 2 binaire items opvang van emotionele crisis binair zorg aan gedesoriënteerde patiënt nominaal (3) 2 binaire items afzonderingsmaatregelen (contaminatie) binair registratie van vitale parameters frequentie niveau 1 tot 10 registratie van fysische parameters frequentie niveau 1 tot 10 toezicht tractie/gipsverband/ext.fixator binair afnemen van bloedstaal frequentie niveau 1 tot 10 toediening van medicatie I.M./S.C./I.D. frequentie niveau 1 tot 10 toediening van medicatie I.V. frequentie niveau 1 tot 10 toezicht permanent intraveneus infuus frequentie niveau 1 tot 10 zorgen aan een chirurgische wonde frequentie niveau 1 tot 9 zorg aan traumat. wonde (oppervlak) ordinaal (0 tot 4) zorg aan traumat. wonde (frequentie) frequentie niveau 1 tot 9

4 4. De riditscores Het berekenen van de riditscores gebeurt in verschillende stappen. Vooreerst bepaalt men de referentiepopulatie : de nationale referentie, d.w.z. het totaal aantal verpleegdagen van alle Belgische ziekenhuizen gedurende een heel jaar. Men berekent vervolgens de riditscores voor een selectie van observaties, zoals een verpleegdag, een groep patiënten, een verpleegeenheid of een bedkenletter (C, D, I enz.). Deze riditscores worden berekend voor ieder verzorgingsitem en geven de kans dat een patiënt in de geselecteerde groep meer toegediende verpleegkundige zorgen krijgt dan een patiënt in de referentiepopulatie. De riditscores worden berekend op variabelen met ordinale klassen. Dat is de reden waarom we de verzorgingsitems in klassen onderverdelen (zie onderdeel 3). Voorbeeld van de berekening van een riditscore 1. Berekening van de riditscores van de referentiepopulatie De riditscore van een klasse wordt berekend door de som te maken van het relatieve aandeel van de verpleegdagen in de lagere categorieën en de helft van het relatieve aandeel van de verpleegdagen in de eigen categorie (zie onderstaande tabel). Hygiëne Aantal dagen Berekening Ridit Geen hulp Ondersteunende hulp Gedeeltelijke hulp Volledige hulp 40 20 15 25 (0+20)/100 (40+10)/100 (60+7,5)/100 (75+12,5)/100 0,20 0,50 0,675 0,88 100 2. Berekening van de riditscores van de verpleegdagen De riditscore (een score voor elk item) van een verpleegdag stemt overeen met de riditscore van de referentiepopulatie van de klasse waarin de verpleegdag zich bevindt. 3. Berekening van de riditscores en van de gemiddelde ridit van een verpleegeenheid Om de riditscores van een verpleegeenheid te bekomen, moet men het relatief aandeel van de verpleegdagen in elke klasse vermenigvuldigen met de riditscore van de referentiepopulatie van de desbetreffende klasse. Men bekomt de gemiddelde ridit door de som te maken van de waarden die voor de verschillende klassen werden bekomen (zie onderstaande tabel).

5 Hygiëne Geen hulp Ondersteunende hulp Gedeeltelijke hulp Volledige hulp Aantal dagen Rel. aandeel dagen Ridit referentie Ridit VE 4 0,20 0,20 0,040 7 0,35 0,50 0,175 5 0,25 0,675 0,169 4 0,20 0,88 0,176 20 1,00 0,560 De interpretatie van een ridit is als volgt: de waarschijnlijkheid om een patiënt aan te treffen in deze verpleegeenheid die meer zorgen nodig heeft dan een patiënt in de referentiepopulatie, is 0,56. De belangrijkste kenmerken van ridit scores zijn: - een riditscore ligt altijd tussen 0 en 1 - de gemiddelde ridit van een referentiepopulatie bedraagt 0,5 - een riditwaarde hoger dan 0,5 betekent een grotere kans op meer verzorging dan verstrekt zou worden in de referentiepopulatie - een riditwaarde lager dan 0,5 betekent een kleinere kans op meer verzorging dan verstrekt zou worden in de referentiepopulatie. 5. De vingerafdrukken Om de interpretatie van de resultaten te vergemakkelijken, maakt men gebruik van grafische voorstellingen, in eerste instantie van vingerafdrukken die het profiel van de verpleegkundige verzorging schetsen. Een vingerafdruk is een diagram met staafjes in horizontale richting, die het mogelijk maken om bijvoorbeeld de afwijkingen tussen het profiel van een verpleegeenheid en de nationale referentie in beeld te brengen. Voor ieder verzorgingsitem is er een staafje. De staafjes worden van boven naar beneden onder elkaar geplaatst. Op elk staafje wordt de afwijking uitgezet tussen de berekende gemiddelde ridit en de gemiddelde ridit van de referentiepopulatie (0,5). De verticale lijn stelt de nationale referentie voor. Hoe groter het horizontale staafje, hoe groter de afwijking tussen de berekende gemiddelde ridit en de ridit van de referentiepopulatie. De afwijkingen rechts van die verticale lijn betekenen een grotere kans op meer verzorging dan het geval zou zijn bij die referentie (eigenlijk de waarschijnlijkheid om in de verpleegeenheid een patiënt aan te treffen die meer verzorging nodig heeft dan een patiënt in de referentiepopulatie). De afwijkingen links van die verticale lijn, daarentegen, betekenen een kleinere kans op meer verzorging dan het geval zou zijn bij een patiënt van diezelfde referentiepopulatie.

6 6. De projectie op de nationale MVG-kaart Om het profiel van verstrekte zorgen van alle verpleegeenheden van heel België met elkaar te vergelijken, zou men de vingerafdrukken van ongeveer 2000 verpleegeenheden naast elkaar moeten leggen om hun verschillen in kaart te krijgen. Mathematisch beschouwd, vormen de te verwerken gegevens een matrix met 27 kolommen (de verzorgingsitems na ridittransformatie) en meer dan 2000 rijen (de verpleegeenheden). Elke verpleegeenheid is herkenbaar door haar verpleegkundig profiel, samengevat in de 27 gemiddelde riditwaarden. Dit komt overeen met een punt in een ruimte van 27 dimensies (of assen). Om gelijktijdig al de informatie voor te stellen, zou men dus 2000 punten moeten plaatsen in een systeem met 27 assen. Dat is praktisch onmogelijk en dat is dan ook de reden waarom de gegevens aan een gesofistikeerde statistische analyse worden onderworpen. De principale componentenanalyse (PCA) toegepast op kwalitatieve variabelen (prinqual transformatie van de gemiddelde ridits) maakt het mogelijk om het aantal dimensies, die gelijktijdig dienen bestudeerd te worden, te beperken. Hierbij beoogt men zoveel mogelijk informatie te behouden. Men bekomt uiteindelijk assen (ook wel composanten of factoren genoemd), die telkens een lineaire combinatie zijn van de oorspronkelijke variabelen (de 27 items). Door de verpleegeenheden op de eerste twee assen van de PCA te projecteren, kan men een grafische voorstelling maken van de relatieve positie van deze verpleegeenheden. Men bekomt dan de «nationale MVG-kaart». Het centrale punt van deze kaart (op de intersectie van de assen) is de meest neutrale positie die overeenkomt met de meest normale (fictieve) verpleegeenheid, d.w.z. waarvan de scores voor de 27 items een compromis inhouden tussen al de verpleegeenheden van België over een heel jaar. De afstand tot dit centrale punt weerspiegelt de afwijking ten opzichte van deze neutrale situatie en laat toe om specifieke verpleegeenheden te lokaliseren, d.w.z. verpleegeenheden met afwijkende scores voor welbepaalde items. 7. De zones van de nationale MVG-kaart Door het verband te onderzoeken tussen de assen en de items kan men tot een interpretatie van de verpleegkundige praktijk komen. De eerste dimensie is de horizontale as die gaat van de zorg besteed aan de patiënt om zoveel mogelijk zichzelf te behelpen links tot volledige hulp van het verpleegkundig personeel uiterst rechts. Deze as komt dus overeen met de mate van hulp die door het verpleegkundig personeel wordt gegeven. De tweede dimensie is de verticale as die gaat van basisverzorging bovenaan tot de technische zorgen onderaan. Deze as weerspiegelt dus de aard van de verstrekte verpleegkundige zorgen. Het is dan meteen ook duidelijk waarom specifieke verpleegeenheden gegroepeerd zitten in specifieke zones van de grafiek. Dit heeft uiteraard te maken met de aard en de mate van de toegediende zorgen. De verpleegeenheden intensieve zorgen, bijvoorbeeld, bevinden zich rechts onderaan (technische zorgen + volledige hulp).

7 De nationale MVG-kaart, met de onderverdeling in 28 zones, wordt in diverse toepassingen gebruikt. In elke zone komen een aantal verpleegeenheden en verpleegdagen terecht na projectie. De vingerafdruk van elke zone wordt bekomen op basis van de verpleegdagen binnen elke zone. 8. De verpleegequipes in de verpleegeenheden Wat betreft het personeel dat aanwezig is in de verpleegeenheden, maakt men een onderscheid tussen: gegradueerde verplegers en vroedvrouwen (A1) gebrevetteerde verplegers en verpleegassistenten (A2) verzorgers (A3) logistieke assistenten (A4) personeel van andere disciplines, zoals ergotherapeuten, secretaressen, enz. (A5) studenten van deze 5 bovenvermelde categorieën (A6). Voor ieder verpleegeenheid worden de gegevens van het personeel samengevat voor een volledig referentiejaar (met 20 registratiedagen). Het aantal uren en het aantal personen per personeelscategorie zijn berekend op basis van de 20 MVG-registratiedagen. Het aantal FTE per categorie wordt als volgt berekend: De som van het aantal uur prestaties per categorie gedeeld door factor 7,6 (op basis van een arbeidsregime van 38 uur per week of 7,6 uur per dag). Het aantal FTE A1-A3 berekent men als volgt: De som van het aantal uur prestaties van de personeelscategorieën A1, A2 en A3 gedeeld door factor 7,6. Het aantal FTE A1-A5 wordt als volgt berekend: De som van het aantal uur prestaties van de personeelscategorieën A1, A2, A3, A4 en A5 gedeeld door factor 7,6. Het aantal observaties is het totaal aantal verpleegdagen voor de drie hospitalisatietypes tezamen (H+D+B). Het aantal FTE A1-A3 per observatie wordt als volgt berekend: De som van het aantal uur prestaties van de personeelscategorieën A1, A2 en A3 gedeeld door het product van het aantal verpleegdagen met factor 7,6 of nog: FTE/obs.= (som van het aantal uur prestaties van A1, A2 en A3 samen) / (7.6 * aantal verpleegdagen). De kwalificatieridit A1-A3 is een indicator van de verdeling van het personeel tussen de categorieën A1, A2 en A3. Er is een gradatie in de kwalificatie van het personeel. Categorie A3 is het minst gekwalificeerd van deze drie categorieën, terwijl A1 het meest gekwalificeerd is. Hoe hoger de kwalificatieridit is, des te meer het personeel gekwalificeerd is.

8 Voorbeeld van de berekening van de kwalificatieridit De kwalificatieridit wordt berekend volgens hetzelfde principe als de ridit van een verzorgingsitem. 1. Berekening van de riditscores van de referentiepopulatie De riditscore van een personeelscategorie wordt bekomen door de som te maken van het relatief aandeel van het aantal uur prestaties in de lagere personeelscategorieën met de helft van het relatief aandeel van het aantal uur prestaties in de personeelscategorie waarvoor het wordt berekend. Zie onderstaande tabel. Personeelscategorie Aantal uur prestaties Berekening Riditscores A3 A2 A1 200 800 500 (0+100)/1500 (200+400)/1500 (1000+250)/1500 0,0667 0,4000 0,8333 1500 2. Berekening van de kwalificatieridit van een verpleegeenheid Om de kwalificatieridit van een verpleegeenheid te berekenen, dient men eerst het relatief aandeel van het aantal uur prestaties in elke personeelscategorie te vermenigvuldigen met de riditscore van de referentiepopulatie voor de personeelscategorie waarvoor het wordt berekend. De kwalificatieridit wordt dan bekomen door de som te maken van die verschillende waarden (een waarde per categorie). De onderstaande tabel maakt dit duidelijk. Personeelscategorie Aantal uur Relatief aandeel (aantal uur) A3 A2 A1 50 25 125 0,250 0,125 0,625 Riditscores van de referentie 0,0667 0,4000 0,8333 200 1,000 0,5875 Riditscores voor de verpleegeenheid 0,0167 0,0500 0,5208 De kwalificatieridit van de verpleegeenheid in ons voorbeeld bedraagt 0,5875. Daar die waarde hoger is dan 0,5 (kwalificatieridit van de referentiepopulatie), betekent dit globaal gezien dat het personeel in deze verpleegeenheid een hogere kwalificatie heeft dan het personeel in de referentiepopulatie. Meer specifiek kan men stellen dat er 58,75% kans bestaat dat een patiënt in de verpleegeenheid meer zorg nodig heeft dan een patiënt in de referentiepopulatie.

9 9. Het gebruik van MVG in de financiering van de ziekenhuizen Het MVG-registratiesysteem wordt gebruikt in de financiering van de ziekenhuizen, meer bepaald bij de vastlegging van de financiële middelen (onderdeel B2): supplementaire punten voor de bedden C, D, E, H* en I supplementaire punten voor de bedden met een zogenaamd intensief karakter aanpassing voor het niveau van de salarissen Bijkomende punten voor de bedden C, D, H*, I, E Principe De methodologie beschreven in paragraaf 3 wordt gebruikt bij de transformatie van de items. De riditscores van de verpleegeenheden en de verpleegdagen worden berekend gebruik makend van de nationale referentie, d.w.z. het geheel van de verpleegdagen van de verblijven H, D en B samen, voor alle Belgische ziekenhuizen gedurende het registratiejaar 2005 (zie paragraaf 4). De nationale MVG-kaart bestaat uit alle verpleegeenheden van België voor het referentiejaar 2005 rekening houdend met de verpleegdagen van alle patiënten, ongeacht het type van hun verblijf (zie paragraaf 6). De nationale kaart wordt bij de financiering opgedeeld in 28 zones (zie paragraaf 7). In elke zone worden zowel verpleegeenheden als verpleegdagen geprojecteerd. De verpleegdagen laten toe het profiel van zorg te bepalen voor elke zone. De gegevens met betrekking tot het verpleegkundig personeel van de verpleegeenheden, zoals het aantal personeelsleden en de kwalificatie van de verpleegkundigen, bepalen daarentegen de karakteristieken van het personeel binnen elke zone. Elke zone onderscheidt zich van een andere zone door een verschillend profiel van verzorging, het aantal personeelsleden en het kwalificatieniveau van het verpleegkundig personeel. Op basis van het personeel in de verpleegeenheden (zie paragraaf 8), krijgt elke zone een landelijke puntenwaarde. Vervolgens gaat men voor elk ziekenhuis het aantal verpleegdagen met hospitalisatietype H (de zogenaamde klassieke hospitalisatie) in elke zone bij elkaar tellen. Men berekent aldus de puntenwaarde per verpleegdag. De ziekenhuizen worden vervolgens in decielen gerangschikt in functie van hun puntenwaarde per verpleegdag. De bijkomende financiering gebeurt in functie van hun rangschikking binnen deze decielen. Landelijke puntenwaarde van de zones Bij elke zone is er: een waarde voor de kwalificatiegraad een kostenpuntenwaarde een FTE/observatie een landelijke puntenwaarde. De waarde van de kwalificatiegraad (KG) van een zone is de mediaan van de kwalificatieridits van de verpleegeenheden binnen deze zone.

10 De kostenpuntenwaarde (KPW) komt overeen met de kwalificatiegraad gecorrigeerd met een coëfficiënt die rekening houdt met de verhouding tussen de personeelskosten van categorieën A1 en A3. KPW= 1 + ( (KG 0,5) * coëfficiënt) Voor de financiering van 2008 op basis van MVG 2005 is deze correctiecoëfficiënt gelijk aan 0,48340. De FTE/observatie (FTE) van een zone komt overeen met de mediaan van de FTE/observatie voor het personeel van de categorieën A1 tot A3 van de verpleegeenheden binnen deze zone. De landelijke puntenwaarde (LPW) van een zone wordt bekomen door de waarde van de kostenpuntenwaarde te vermenigvuldigen met de waarde van FTE/observatie. LPW= KPW * FTE Voorbeeld voor zone 3: KG = 0,5415 KPW = 1 + ( (0,5415 0,5) * 0,48340) = 1,0201 FTE = 0,3979 LPW = 1,0201 * 0,3979 = 0,4058 Voorbeeld voor zone 28: KG = 0,6670 KPW = 1 + ( (0,6670 0,5) * 0,48340) = 1,0807 FTE = 1,5679 LPW = 1,0807 * 1,5679 = 1,6944 Puntenwaarde per verpleegdag voor de diensten van elk ziekenhuis Per ziekenhuis bepaalt men voor elkeen van de kenletters C, D, H*, I en E een puntenwaarde per verpleegdag enkel rekening houdend met de verdeling van de verpleegdagen van de klassieke verblijven op de kaart. Voor elk bedkenletter C, D, H*, I en E wordt per ziekenhuis het aantal dagen (AD) met klassieke hospitalisatie - type H - bepaald in elk van de 28 zones. Voor elke zone wordt AD vermenigvuldigd met de landelijke puntenwaarde (LPW) van de zone en dat geeft de individuele punten per zone (IP). De individuele punten van de 28 zones worden gesommeerd, en vervolgens wordt dit totaal aantal punten (TIP) gedeeld door het totaal aantal verpleegdagen van de klassieke hospitalisatie (TAD) om zo de punten per verpleegdag (PPD) te bekomen. PPD = TIP / TAD

11 Voor de financiering worden uitsluitend de bedkenletters C, D en E in aanmerking genomen (in praktijk betekent dit de C, D, H*, I en E kenletters). Voor elk ziekenhuis worden uiteindelijk twee puntenwaarden per verpleegdag berekend: één PPD waarde voor de bedkenletters C en D samen en één PPD waarde voor bedkenletter E. De PPD waarden voor de bedkenletters C en D van alle Belgische ziekenhuizen die in de financiering zijn opgenomen, worden in stijgende volgorde gerangschikt en vervolgens in 10 groepen onderverdeeld met telkens hetzelfde aantal waarden (10 decielen C D). In functie van haar positie in de decielen C D ontvangt het ziekenhuis bijkomende punten per C en D bed (C en D). Analoog, de PPD waarden voor de bedkenletter E worden eveneens van klein naar groot gerangschikt en in 10 evenredige groepen onderverdeeld, hetgeen leidt tot 10 decielen E. In functie van haar positie in de decielen E ontvangt het ziekenhuis bijkomende punten per E bed (E). Bijkomende punten voor de bedden met een intensief karakter Principe De zones werden bestudeerd met de bedoeling om een onderscheid te maken tussen een intensief profiel van verzorging, enerzijds, en een ander verzorgingsprofiel, anderzijds. De eerste groep noemen we de Zones met een Intensief verzorgingsprofiel of kortweg ZIPzones, en de andere groep noemen we dan Zones met een Ander verzorgingsprofiel, kortweg ZAP-zones. Het laatste profiel zullen we hier niet verder uitwerken. ZIP-zones zijn zones met: zware basisverzorging hoge observatiefuncties (registratie van vitale en fysieke parameters) veel technische verzorging. De zones 19, 20, 24, 25 et 28 behoren tot de ZIP-groep en alle andere zones behoren tot de ZAP-groep. Het intensief karakter van de verzorging neemt geleidelijk toe van zone 19 tot zone 28. Voor elk ziekenhuis kan dus nagegaan worden hoeveel verpleegdagen met klassieke hospitalisatie in de ZIP-zones worden geprojecteerd en hoeveel in de ZAP-zones vallen. Het aandeel van de klassieke verpleegdagen in de ZIP-zones is een indicator van het intensief karakter van de verpleegkundige activiteit die via het MVG-registratiesysteem wordt gemeten. De methodologie die toegepast wordt voor de berekening van de MVG punten per verpleegdag C D H* I E is aangepast voor het bepalen van de MVG punten per verpleegdag met een intensief karakter. De puntenwaarde per ZIP-verpleegdag geeft een goede indicatie van het intensief karakter van het ziekenhuis. Hoe hoger deze waarde, des te hoger het intensief karakter. De rangschikking van de ziekenhuizen in decielen gebeurt op basis van deze ZIP-punten.

12 Landelijke puntenwaarde van de zones Wij verwijzen hier naar 'Bijkomende punten voor de C, D, H*, I, en E bedden'. Puntenwaarde per verpleegdag van elk ziekenhuis Voor de kenletters C, D en E tezamen van elk ziekenhuis (in praktijk: C, D, H*, I en E) bepaalt men het aantal verpleegdagen met klassieke hospitalisatie (AD) in elk van de 5 ZIPzones. Voor elke zone wordt AD vermenigvuldigd met de landelijke puntenwaarde (LPW) en dat geeft de individuele punten per zone (IP). De individuele punten van de 5 zones worden gesommeerd, en vervolgens wordt dit totaal aantal punten in de ZIP-zones (TPZ) gedeeld door het totaal aantal verpleegdagen met klassieke hospitalisatie in zowel ZIP- als ZAP-zones (TAD) om zo de MVG-ZIP punten (MZP) te bekomen. MZP = TPZ / TAD De MVG-ZIP punten voor het geheel van de Belgische ziekenhuizen (die in de financiering zijn opgenomen) worden eerst geklasseerd in stijgende volgorde en vervolgens in 10 groepen onderverdeeld die allemaal een gelijk aantal waarden bevatten (10 ZIP-decielen). Sommige decielen worden ook nog verder opgesplitst in twee ('halve decielen'). In functie van haar positie in de MVG-ZIP-decielen ontvangt het ziekenhuis bijkomende punten per C D E bed. Correctie voor het salarisgemiddelde Principe Het aantal verpleegdagen van het klassieke type in de ZIP-zones speelt een rol in de correctie van het salarisgemiddelde. Voor deze berekening worden alle diensten (kenletters) in rekening gebracht. Voor verdere inlichtingen daaromtrent verzoeken wij u om de dienst Boekhouding en Beheer van de Ziekenhuizen te contacteren. Deze dienst verstuurt immers elk jaar naar ieder ziekenhuis de gedetailleerde berekeningen van de financiering.

13 10. Inhoudsopgave van de federale feedback financiering De federale feedback financiering bevat, voor alle ziekenhuizen samen, gedetailleerde informatie over MVG 2005 die gebruikt wordt in de financiering van 2008, vooral inzake klassieke verpleegdagen geregistreerd in de verpleegeenheden (diensten) met kenletter C, D, H*, I en E. Gedetailleerde informatie over alle verblijfstypes en alle diensten (kenletters) wordt gegeven in de algemene federale feedback. De federale feedback financiering bevat twaalf delen: 1. Een tabel met voor elk kenletter het aantal en het percentage bedden, verpleegeenheden en klassieke verpleegdagen (pagina 1). 2. Een tabel met voor elk kenletter het aantal en het percentage verpleegdagen volgens het type van hospitalisatie H, D of B (pagina 2). 3. Een grafiek van de nationale MVG-kaart met de onderverdeling in 28 zones (pagina 3). 4. Een tabel met de berekening van de landelijke puntenwaarde per zone (pagina 4). 5. Een tabel voor de kenletters C, D (pagina 5), E, H* (pagina 6) en tenslotte I (pagina 7) met de spreiding van de klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) over de 28 financieringszones van de nationale MVG-kaart, zowel in aantal als in percentage. De punten per zone worden bekomen door de landelijke puntenwaarde te vermenigvuldigen met het aantal verpleegdagen per zone. Het aantal punten per verpleegdag per dienst, tenslotte, wordt bekomen door per dienst het totaal aantal punten te delen door het totaal aantal dagen. 6. Een tabel voor het geheel van de diensten met kenletter C, D, H* en I met de spreiding van de klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) over de 28 zones van de nationale MVGkaart. Deze tabel bevat eveneens de berekening van de punten per verpleegdag (pagina 8). 7. Een tabel met de resultaten van de MVG-ZIP punten (zones met een intensief zorgprofiel) voor de bedden van intensieve aard. Hij geeft voor de diensten C, D, H*, I en E het aantal klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) in elke ZIP-zone en ook het totaal aantal verpleegdagen en de MVG-ZIP punten per verpleegdag voor deze 5 diensten samen (pagina 9). 8. Een tabel met het aantal klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) in de ZIP-zones voor alle diensten (pagina 10). 9. Een vingerafdruk voor de kenletters C, D, H*, I en E, gebaseerd op de klassieke verpleegdagen hospitalisatietype H (pagina s 11 t/m 15). De nationale referentie betreft alle verpleegdagen van de drie hospitalisatietypes H, D en B, van alle ziekenhuizen gedurende het registratiejaar 2005. 10. Een vingerafdruk voor elke zone van de nationale MVG-kaart, gebaseerd op de geprojecteerde klassieke verpleegdagen binnen elke zone (pagina s 16 t/m 43). De nationale referentie betreft alle verpleegdagen van de drie hospitalisatietypes H, D en B, van alle ziekenhuizen gedurende het registratiejaar 2005. 11. Een grafiek voor de kenletters C, D, H*, I en E afzonderlijk met de spreiding van de klassieke verpleegdagen over de 28 zones van de nationale MVG-kaart (pagina's 44 t/m48).

14 12. Een projectie op de nationale MVG-kaart van alle verpleegeenheden van alle Belgische ziekenhuizen (pagina 49). De verpleegeenheden worden voorgesteld door hun kenletter. Bij de berekening van de ridits is rekening gehouden met de drie hospitalisatietypes H, D en B. 11. Inhoudsopgave van de individuele feedback financiering De individuele feedback financiering bevat per ziekenhuis gedetailleerde informatie betreffende MVG 2005 die gebruikt wordt in de financiering van 2008, vooral inzake klassieke verpleegdagen geregistreerd in de verpleegeenheden (diensten) met kenletter C, D, H*, I en E. Gedetailleerde informatie over alle hospitalisatietypes en alle diensten (kenletters) zijn reeds voorgesteld in de algemene individuele feedback. De individuele feedback van de financiering bestaat uit twaalf onderdelen: 1. Een tabel met het aantal en percentage verpleegdagen van de drie hospitalisatietypes H, D en B voor de diensten met kenletters C, D, H*, I of E. 2. Voor de ziekenhuizen die gefusioneerd zijn tussen het registratiejaar 2005 en het jaar 2008, is er een bijkomende tabel waarin de CIV-nummers voorafgaand aan de fusie en de CIVnummers na fusie vermeld staan, voor alle verpleegeenheden met kenletter C, D, H*, I en E. Bovendien bevat deze tabel het aantal klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H). 3. Een grafiek van de nationale MVG-kaart met de onderverdeling in 28 financieringszones. 4. Een tabel met het resultaat van de berekening van de landelijke puntenwaarde voor de 28 financieringszones. 5. De zogenaamde 'boordtabel' die voor elke verpleegeenheid en elke dienst met kenletter C, D, H*, I of E, het aantal en het percentage klassieke verpleegdagen, alsook de punten per verpleegdag weergeeft. Het totaal aantal verpleegdagen wordt eveneens weergegeven voor de diensten met kenletters C, D, H* en I, enerzijds, en voor de diensten met kenletter E, anderzijds. Daarnaast worden ook de punten per verpleegdag gegeven voor deze twee groepen, namelijk voor de groep met kenletters C, D, H* en I, en voor de groep met enkel kenletter E. Het gaat hier om de totalen die staan op de lijst die is overgemaakt door de dienst 'Boekhouding en Beheer van de ziekenhuizen'. 6. Een tabel met de resultaten van de MVG-ZIP punten (de zones met een intensief verzorgingsprofiel) voor de bedden van intensieve aard. De tabel geeft voor elke dienst met kenletter C, D, H*, I of E het aantal klassieke verpleegdagen in elke ZIP-zone. Ook wordt het totaal gemaakt van het aantal verpleegdagen, en tenslotte worden de MVG-ZIP punten per verpleegdag weergegeven voor deze 5 diensten tezamen. Het gaat hier om hetzelfde totaal dat eveneens voorkomt op de lijst die u is overgemaakt door de dienst 'Boekhouding en Beheer van de ziekenhuizen'. 7. Een tabel met het aantal klassieke verpleegdagen binnen elke ZIP-zone voor alle kenletters. 8. Een tabel voor iedere verpleegeenheid en voor iedere dienst met kenletter C, D, H*, I of E, met de spreiding van de klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) over de 28 zones van

15 de nationale MVG-kaart. Het resultaat van de berekening van de puntenwaarde per verpleegdag wordt ook gegeven. De individuele punten per zone worden bekomen door de landelijke puntenwaarde per zone te vermenigvuldigen met het aantal verpleegdagen in die zone. Voor elke kolom vindt u onderaan telkens het totaal over de 28 zones. Het aantal punten per verpleegdag voor een verpleegeenheid (of dienst) wordt bekomen door het totaal aantal punten te delen door het totaal aantal verpleegdagen over alle zones. 9. Een tabel voor het totaal van de kenletters C, D, H* en I met de spreiding van het aantal klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) over de 28 zones van de nationale MVG-kaart, alsook de punten per verpleegdag. 10. Voor elke verpleegeenheid is er: een vingerafdruk van uitsluitend de klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H). De nationale referentie betreft alle verblijven van de drie hospitalisatietypes, voor alle Belgische ziekenhuizen gedurende het registratiejaar 2005. De vingerafdruk wordt niet weergegeven bij een onvoldoende aantal verpleegdagen, in casu minder dan 20 verpleegdagen. een grafiek met de spreiding van de klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) over de 28 zones van de nationale MVG-kaart. Op deze grafiek bevindt zich eveneens het zwaartepunt van de verpleegeenheid, meer bepaald haar coördinaten in functie van de eerste twee dimensies van de kaart. Ook het nummer van de zone is weergegeven. een tabel met allerlei informatie over de verpleegequipe. 11. Voor elke dienst (die bestaat uit meer dan één verpleegeenheid) is er: een vingerafdruk van uitsluitend de klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H). De nationale referentie betreft alle verblijven van de drie hospitalisatietypes, voor alle Belgische ziekenhuizen gedurende het registratiejaar 2005. De vingerafdruk wordt niet weergegeven bij een onvoldoende aantal verpleegdagen, in casu minder dan 20 verpleegdagen. een grafiek met de spreiding van de klassieke verpleegdagen (hospitalisatietype H) over de 28 zones van de nationale MVG-kaart. Op deze grafiek bevindt zich eveneens het zwaartepunt van de dienst, meer bepaald haar coördinaten in functie van de eerste twee dimensies van de kaart. Ook het nummer van de zone is weergegeven. een tabel met allerlei informatie over de verpleegequipe. 12. Een projectie van alle verpleegeenheden met kenletter C, D, H*, I of E op de nationale MVG-kaart. De ridits van deze verpleegeenheden werden berekend in functie van de klassieke verpleegdagen, dus deze met hospitalisatietype H.

16 12. Gebruiksaanwijzing bij deze feedback financiering U kan de federale feedback financiering als volgt consulteren: 1. u opent de folder RIMVG_FED_FINN2005' 2. u klikt het document aan met naam HIER_AANKLIKKEN_aub.html. U kan de individuele feedback financiering, deze betreffende uw eigen ziekenhuis, als volgt consulteren: 1. u opent de folder RIMVG_IND_FINcivN2005 (civ zijnde het CIV-nummer van uw ziekenhuis) 2. u klikt het document civ2005frame.html aan (ook hier weer staat civ voor het CIVnummer van uw ziekenhuis). Ziekenhuizen binnen het Hoofdstedelijk gebied van Brussel krijgen hun feedback zowel in het Frans als in het Nederlands. De voornaamste doelstelling van deze feedbacks is om de ziekenhuizen te helpen bij het analyseren van hun MVG s die werden gebruikt voor de financiering. Elk ziekenhuis kan aldus de tabellen en grafieken van hun individuele feedback financiering vergelijken met de overeenkomstige tabellen en grafieken van de federale feedback financiering. Enkele technische raadgevingen 1. Deze elektronische editie van de feedbacks omvat een massa pagina s in HTML formaat. De bedoeling van deze editie is het leveren van gedetailleerde gegevens aan de ziekenhuizen van ons land, opdat zij die zo goed mogelijk zouden kunnen benutten. Alle pagina's afprinten lijkt ons niet erg zinvol. Waarom? De inhoudstabel geeft u immers de mogelijkheid om de feedback van het begin tot het einde door te bladeren. Wij raden u aan om een selectie door te voeren en enkel die pagina's af te printen die u het méést interessant lijken. 2. Voor het geval u een aantal pagina's wenst af te printen, of het nu gaat om een tabel of een grafiek, raden wij u aan te opteren voor een voorstelling in 'landscape' formaat. 3. Het resultaat van het afprinten is afhankelijk van het type van printer. Daarom raden wij u stellig aan slechts enkele pagina's (tabellen en grafieken) met verschillende lay-out eens af te printen om een idee te hebben van het resultaat, alvorens over te gaan tot het afdrukken van massa's papier. 4. De afgedrukte tabellen zijn van goede kwaliteit. De afgedrukte grafieken, daarentegen, zijn van iets minder goede kwaliteit daar de gebruikte software ons momenteel niet toelaat de kwaliteit hiervan te verhogen. 5. De grafieken kunnen overgenomen worden in een WORD document, een EXCEL sheet of een POWER POINT presentatie. Daarvoor volstaat het de grafiek aan te klikken en het daarna via een rechter muisklik te kopiëren en vervolgens te plakken in WORD, enz. Men kan wijzigingen aanbrengen aan de afmetingen van de grafiek, maar niet aan de inhoud. 6. Ook de tabellen kunnen worden overgenomen in een WORD document of een EXCEL sheet. Daartoe dient u de tabel in kwestie te selecteren en met de copy/paste functie over te nemen in WORD of EXCEL. Desgewenst kan de tabel daarna nog worden aangepast (kolommen toevoegen of weglaten, de titel wijzigen, enz ).

17 Ook in een POWER POINT voorstelling kan een tabel worden binnengehaald. Dikwijls, nochtans, is het resultaat weinig leesbaar omdat de tabel veelal uit een te groot aantal rijen en kolommen bestaat. 13. Informatie beschikbaar op de website Op onze website www.health.fgov.be onder de rubrieken Gezondheidszorg (bovenaan) Zorginstellingen (links) Registratiesystemen (links) MVG (links) Publicaties (rechts) Feedbacks en rapporten, vindt men de volgende documenten: Federale feedback financiering MVG 2005 Verklarend document bij de feedback financiering MVG 2005 Algemene federale feedback MVG 2005 Verklarend document bij de algemene feedback MVG 2005 Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2005 De federale feedback financiering en de algemene federale feedback gebaseerd op MVG 2000, MVG 2003 en MVG 2004 zijn eveneens beschikbaar op onze website. Bovendien vindt men er ook twee voorbeelden van anonieme individuele feedbacks, namelijk: Anonieme individuele feedback financiering MVG 2000 Anonieme algemene individuele feedback MVG 2000 Een document met informatie over de feedbacks en bijkomende analyses op MVG 1998, 2000 en 2003 is ook ter beschikking gesteld. Eventuele suggesties met het oog op het nog verbeteren van de structuur en inhoud zijn steeds welkom. Indien u bijkomende inlichtingen wenst te bekomen over de inhoud van deze feedbacks, dan kan u steeds via e-mail contact opnemen met: annelies.ghesquiere@health.fgov.be Indien u technische problemen ondervindt bij het gebruik van de feedbacks, dan is de informaticadienst in uw ziekenhuis het best geplaatst om u te helpen bij de installatie van uw PC en printer.