SYNDUS GROUP CARBON FOOTPRINT 2014



Vergelijkbare documenten
SYNDUS GROUP CARBON FOOTPRINT 2014

Contactpersoon Syndus Group Jean Paul Heijens datum: project: CF

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

CARBON FOOTPRINT 2012 Syndus Group B.V.

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

ENERGIE MEETPLAN

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

KLIMAATTRANSPARANTIE

KLIMAATTRANSPARANTIE

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

KLIMAATTRANSPARANTIE

KLIMAATTRANSPARANTIE

KLIMAATTRANSPARANTIE

CO 2 -Footprint 2016 Conform de CO 2 -Prestatieladder Opgesteld door N. Deylius KAM- Coördinator

1. INLEIDING Rapportage

Energie audit. Eis 2.A.3. Barendrecht, oktober Auteur: Sabine Droog. Geaccordeerd door: Verantwoordelijk 1

Carbon Footprint Rapportage H1-2014

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016

Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V.

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2013 (1 e halfjaar) Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013

CO 2 -Prestatieladder

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

CO₂ Emissie inventaris e helft Januari Juni 2018

CO 2 Footprint 2015 ZAVIN C.V. Conform de CO 2 - Prestatieladder. Datum: januari 2016 Auteur: Nicole Deylius Rapport nr.: 2016/CO2 Footprint/Q1/1.

Monitoring scope 1 en 2

EMISSIE- INVENTARIS mei 2016,

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012

1. INLEIDING Rapportage

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017

Search CO2 footprint. Rapportage

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage Periode: 1 januari t/m 31 december 2014

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2016 H2

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage eerste helft Periode: 1 januari t/m 30 juni 2015

Emissie-inventarisrapport

Klever Boor- en Perstechniek BV Postbus CB Lopik

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

A Inzicht Jaar 2016 V 2

Emissie-inventaris scope 1 en scope 2 over 2016 (3.A.1)

De voortgangsrapportage van CO 2 -reductie Visscher Oldebroek Eerste half jaar 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

Periodieke rapportage 2016 H1

CO₂ Emissie inventaris 2015

Energiemanagement plan

CO 2 Footprint analyse (A: Inzicht)

CO₂ Emissie inventaris

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

ENERGIE MEETPLAN syndus group

Carbon footprint Van Raaijen Groep BV. Carbon Footprint Van Raaijen Groep BV. Mei Pagina 1 van 13

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2.

Voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Emissie-inventaris 2018

Eerste voortgangsrapportage CO 2 -emissiereductie. Carbon Footprint 2010

Milieu jaarverslag 2013-Q4

Hoogwaardig en veelzijdig

De emissie inventaris van:

Carbon Footprint Rapportage 2014

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2015

Periodieke rapportage 2016 H2

Hoogwaardig en veelzijdig

CO 2 Footprint e half jaar Goudappel Groep

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen t/m Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 2.4 Datum: 16-aug-2011 Doc.nr: 10.

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Periodieke rapportage 2016 H1

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2017

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO

Periodieke rapportage eerste helft 2018

3.A.1. Emissie-inventaris Grijsen 2016(jan 2017)

Carbon footprint 2011

Voortgangsrapportage 2012 scope 1 en 2

Erdi Holding B.V. Opgemaakt door Frank van der Tang. Periode: 1 januari t/m 30 juni van 10. Datum: 2 december 2015

Energie Beoordeling Co2 reductie

2018-6M. Aannemingsbedrijf M.C. van der Spek en Zn. B.V. 3.A.1 Carbon Footprint. Samen zorgen voor minder CO2

Hoofdstuk 4 beschrijft ons plan van aanpak, inclusief de te nemen maatregelen in het bedrijf en vervoer (3.B.1 van CO 2 -Prestatieladder).

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2015

Periodieke rapportage 2014

Monitoring scope 1 en 2

Transcriptie:

SYNDUS GROUP CARBON FOOTPRINT 2014 P. Rademakers 29-5-2015

Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1. Methodiek... 4 2. Klimaatneutraal... 5 3. Scope definities... 7 Scope 1:... 7 Scope 2:... 7 Scope 3:... 7 4. Carbon footprint syndus group 2014... 8 4.1. Beschrijving van de organisatie... 8 4.2. Afbakening... 8 4.3. Basisjaar... 8 4.4. Emissies... 8 4.4.1. Elektra en gas... 8 4.4.2. Graaddagen... 9 4.4.3. Gewogen graaddagen... 9 4.4.4. Mobiliteit... 11 4.4.5. Getankte liters brandstof per werkmaatschappij... 12 4.4.6. Zakelijke vliegreizen... 13 4.4.7. Papier, afval en water... 13 4.4.8. Uitzonderingen... 15 4.4.9. Onzekerheidsmarge... 15 4.4.10. Totaal overzicht emissies CO2 in ton... 16 4.4.11. Emissies per scope... 17 4.4.12. Verdeling CO2 emissies per scope... 17 4.4.13. Percentage CO2 emissie per scope... 17 5. Vergelijking voorgaande jaren... 19 5.1. Elektra en gas... 19 5.2. Mobiliteit... 20 5.3. Afval... 21 6. Reductiemogelijkheden... 22 6.1. Betrokkenheid werknemers... 22 6.2. Vermindering afval- en papierverbruik... 22 6.3. Energiebesparing... 22 2

6.4. Energie inkoop... 23 6.5. Zelfvoorzienend... 24 6.6. Rijgedrag en mobiliteit... 24 6.7. Reduceren restafval metaal... 25 6.8. Compensatie... 25 3

1. Inleiding Maatschappelijk verantwoord ondernemen speelt al sinds enige tijd een rol binnen de syndus group. In 2012 is voor het eerst een carbon footprint rapportage opgesteld. Nu kalenderjaar 2014 voorbij is wordt ook van dit jaar een carbon footprint rapportage gemaakt. Door het opstellen van een dergelijke rapportage wordt inzicht verkregen in de CO2 uitstoot van de gehele organisatie. In eerste instantie jaarlijks maar sinds 2015 elk half jaar vergelijkt syndus group haar uitstoot met voorgaande jaren of periode. Dit zorgt er voor dat genomen maatregelen kunnen worden geëvalueerd of waarnodig worden aangescherpt. Daarnaast kan door periodiek de verandering in CO2 uitstoot te meten, de transparantie worden bevorderd en verbeteringen periodiek in kaart worden gebracht. Om gericht stappen te kunnen zetten in het kleiner maken van de klimaatimpact dient deze rapportage als uitgangspunt om een focus aan te kunnen brengen voor verder duurzaam beleid. Uiteindelijk dient de carbon footprint rapportage ook als communicatiemiddel naar medewerkers, leveranciers, branchegenoten en klanten van syndus group om het duurzame beleid verder mee te verduidelijken. 1.1. Methodiek Voor de berekening van de carbon footprint wordt gebruik gemaakt van de ISO 14064 richtlijn. De bijbehorende methode is in het Green House Gas Protocol verder beschreven. De gebruikte richtlijn is terug te vinden onder de naam: GHG Protocol Corporate Accounting and Reporting Standard, WBCSD en WRI Daarnaast zijn aanvullende eisen en emissiefactoren gehanteerd welke vanuit de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) worden voorgeschreven met betrekking tot de CO2 prestatieladder. 4

2. Klimaatneutraal Om een onderscheid te kunnen maken tussen de begrippen klimaatneutraal en CO2 neutraal is het belangrijk te weten welke broeikasgassen in welke mate een effect hebben op de opwarming van de aarde. Verschillende broeikasgassen zorgen voor de afbraak van ozon in de atmosfeer. Hierdoor wordt minder stralingswarmte, afkomstig van de zon, teruggekaatst het heelal in waardoor meer warmte de aarde kan bereiken. Naast CO2 zijn de andere twee belangrijke broeikasgassen CH4 (methaan) en N2O (lachgas). Het verschil met CO2 is dat deze laatste twee respectievelijk 23 en 296 maal zo veel effect hebben als CO2. De focus ligt op het reduceren van CO2 omdat hier veel meer van vrijkomt in aantal ton. Dit is ook te zien in onderstaande figuur. Figuur 1: Totaal overzicht jaarlijkse antropogene uitstoot van broeikasgassen wereldwijd 1970-2010. Wanneer men spreekt van klimaat neutraal worden alle broeikasgassen meegenomen in de berekening van de totale klimaatimpact van een organisatie. Volgens rekenfactoren van het IPCC 1 wordt per broeikasgas een omrekening gemaakt naar CO2 equivalenten. Op deze manier is één indicator nodig voor de totale impact op de opwarming van de aarde. Onderstaande figuur geeft de verdeling van broeikasgassen weer voor Nederland tussen 1990 en 2013. 1 Intergovernamental Panel on Climate Change 5

Figuur 2: Uitstoot broeikasgassen in Nederland 1990-2013 6

3. Scope definities In het Green House Gas (GHG) Protocol en de ISO 14064 standaard wordt voor de afbakening rekening gehouden met drie verschillende scopes. Naarmate de verantwoordelijkheid voor de veroorzaakte CO2 uitstoot verder van de organisatie af komt te liggen schuift deze steeds een scope verder. Voor de CO2 prestatieladder is echter een aanvullende eis gesteld voor scope 2. Hiertoe rekent SKAO namelijk ook emissies voortkomend uit zakelijke vliegreizen en zakelijk vervoer met eigen vervoersmiddelen. Hieronder vallen ook leaseauto s. Deze aanvulling is in de carbon footprint meegenomen om te kunnen certificeren conform SKAO eisen. Scope definities en toelichting worden hier onder weergegeven. Figuur 3: weergave SKAO scope Scope 1: Emissies voortkomend uit de directe verbranding van fossiele brandstoffen. Zoals bedrijfsauto s en faciliteiten. Scope 2: Elektraverbruik en zakenreizen met een privé auto (incl. leasecontracten) of vliegtuig. Scope 3: Emissies die indirect worden veroorzaakt vallen onder scope 3. Emissies uit deze scope zouden ook aan derden kunnen worden toebedeeld. Bijvoorbeeld: gebruik van verkochte producten, woon-werkverkeer, transport en distributie en afvalverwerking. 7

4. Carbon footprint syndus group 2014 In dit hoofdstuk zal de carbon footprint worden uitgewerkt. Daarnaast wordt een korte afbakening van de organisatie weergegeven. 4.1. Beschrijving van de organisatie De hoofdactiviteiten van de syndus group zijn te verdelen in vier branches: de bouw van staalstructuren; de uitvoer van verticaal en horizontaal transport en verhuur van industrieel equipment, levering van glasvezelversterkte epoxy buissystemen en de fabricatie van thermohardende kunststof buisleidingsystemen, apparaten en looproosters. De hoofdvestiging van de syndus group bevindt zich in Terneuzen. In 2014 telt de syndus group Nederland 260 FTE; syndus group België 14,8 FTE en syndus group Slowakije 37 FTE. Deze carbon footprint draagt bij aan de transparantie van het MVO beleid van de syndus group. 4.2. Afbakening Naast de indeling in de verschillende scopes van de CO2 uistoot van een organisatie is het ook belangrijk om de organisatiegrenzen te bepalen. Voor de syndus group betekent dit dat ervoor gekozen is om de activiteiten mee te nemen die onder de financiële en operationele reikwijdte vallen van de syndus group in Nederland, België en Slowakije. 4.3. Basisjaar Het is van belang een basisjaar vast te stellen waaraan reductiedoelstellingen kunnen worden gekoppeld. Als basisjaar voor de syndus group is gekozen voor het kalenderjaar 2012. Twee keer per jaar de data van de voorgaande periode geïnventariseerd worden. 4.4. Emissies Per categorie zijn in dit hoofdstuk de emissies weergegeven evenals de verbuiksdata voor syndus group over 2014. 4.4.1. Elektra en gas De syndus group neemt net als voorgaand jaar grijze stroom af van Essent. Grijze stroom is elektriciteit voortkomend uit fossiele brandstoffen. Ook kernenergie valt hieronder. De uitstoot hiervoor bedraagt 455 gr CO2 per kwh. Daarnaast is het mogelijk om elektriciteit op te wekken door middel van windkracht, waterkracht, zonne-energie en stortgas. Stortgas is een gasmengsel ontstaan als gevolg van vergisting van organisch materiaal, zoals gestort huisvuil. De uitstoot van bovengenoemde bronnen varieert van 15 tot 80 gr CO2 per kwh. Voor Nederlands aardgas geldt een emissie waarde van 1,825 kg/m3. 8

Op basis van graaddagen vergelijking zoals hieronder is toegelicht valt te concluderen dat er in een koud jaar relatief meer gas wordt verbruikt dan in een warm jaar. Des te minder graaddagen, des te kouder is een jaar. Het aantal ton CO2 dat gepaard gaat met het elektra- en gasverbruik van de gehele syndus group staat gelijk aan de uitstoot van 116 Nederlandse huishoudens (Bron gemiddeld verbruik 2014). Hiervoor is 173,9 hectare volwassen Europees loofbos nodig om te compenseren. 4.4.2. Graaddagen De weersinvloeden op het gasverbruik kunnen worden verrekend door middel van het aantal gewogen graaddagen. Hierin zijn ook de seizoen afhankelijke weersomstandigheden meegenomen. Het uitgangspunt is dat je in een etmaal waarin de gemiddelde buitentemperatuur hoger is dan de gemiddelde binnentemperatuur geen gas verbruikt. Ligt de buitentemperatuur echter lager, dan ga je stoken en moeten er graaddagen geteld worden. Meestal wordt in de graaddagen berekening 18 C genomen als waarde voor de gemiddelde binnentemperatuur. De etmaalgemiddelde buitentemperatuur van een koudere dag wordt afgetrokken van de etmaalgemiddelde binnentemperatuur van 18 graden. Als het op een dag buiten gemiddeld 10 graden was, reken je als volgt: 18-10 = 8 graaddagen. Was de gemiddelde buitentemperatuur over 24 uur hoger dan 18 graden, dan kom je altijd uit op 0 graaddagen. 4.4.3. Gewogen graaddagen De gegevens zijn afkomstig van het KNMI weerstation in Woensdrecht voor de periode januari december 2014. Het verbruik per graaddag kan over de afgelopen jaren evenals de toekomstige jaren worden vergeleken. Hiermee kan gedragsverandering en stookgedrag worden gemonitord door de syndus group. Gewogen graaddagen 2012 3.020 2013 2.447 2014 2 (22-4-2013 02-05-2014) 2.584,2 Verbruik m3 gas per graaddag 2012 50,77 2013 38,21 2014 66,49( 3 ) 2 Gegevens afkomstig van graaddagen calculator weerstation Woensdrecht 3 Berekening: Verbruik m3 gas / gewogen graaddagen: 92.780 + 79.051 / 2584,2 = 66,49 9

Energie Energiesoort Verbruik CO2 uitstoot (ton) Percentage CO2 uitstoot syndus group Elektra 874.893 kwh 398,07 42,86% Gas 92.780 m3 169,32 18,23% Totaal 567,39 61,09% Zelzate kantoor Elektra 4.266 kwh 1,94 0,21% Zelzate Elektra 40.004 kwh 18,2 1,96% (AMG) Totaal 20,14 2,17% Fiberstruct Elektra 432.720 kwh 196,88 21,20% Gas 79.051 m3 144,26 15,53% Totaal 341,14 36,73% Totaal 928,67 100% Figuur 4: Overzicht aardgas- en elektraverbruik 33,77% Aardgas percentage Elektra percentage 66,23% Figuur 5: Verdeling CO2 uitstoot aardgas- en elektraverbruik 10

4.4.4. Mobiliteit Voor mobiliteit is gekeken naar het aantal zakelijke kilometers voor personenvervoer, woonwerk kilometers en naar zakelijke vliegreizen. Uit de rapportages van de leasemaatschappijen en van het eigen tankstation aan de Industrieweg 34, Terneuzen is het aantal liters brandstof bekend voor het eigen wagenpark. Hiervoor wordt een conversiefactor van 2,780 kg CO2 per liter benzine en 3,135 kg CO2 per liter getankte diesel gehanteerd. In totaal gaat het om 102 leaseauto s. Medewerkers van de syndus group maken geen gebruik van openbaar vervoer omdat het openbaar vervoer geen passend alternatief vormt voor het woon-werkverkeer in de regio. In totaal zijn er 58 vluchten gemaakt in 2014 met een totale som van 69.833 km totaal. Hierbij werd een grote diversiteit aan tussenstops en luchthavens geregistreerd. Daarnaast zijn er drie eigen vrachtauto s voor arentis opgenomen in de footprint met een gezamenlijke afstand van 128.984 km. De vrachtauto s zijn uitgerust met EURO5 motor. Figuur 6: Afbeelding vrachtwagen arentis 11

4.4.5. Getankte liters brandstof per werkmaatschappij Benzine Diesel (liters) (liters) CO2 uitstoot (ton) CO2 uitstoot (ton) amerplastics Oppeneer 3,58 0,0099 13.938,75 43,7 Leaseplan 301,10 0,9 Terberg 1.245,26 3,9 arentis Oppeneer 16.582,37 46,0 286.270,49 897,4 Leaseplan - 6.099,20 19,1 Terberg - 793,53 2,5 ferris Oppeneer 1.810,13 5,0 29.067,29 91,1 Leaseplan 108 0,3 5.101,60 16,0 Terberg 900,04 2,5 20.969,12 65,7 Uitstoot totaal per maatschappij 48,5 919,0 172,8 fiberstruct 150,16 0,4 4.916,4 15,4 15,4 syndus group Oppeneer 454,07 1,3 2.638,73 8,2 Terberg - 516,63 1,6 9,8 TOTAAL 20.004,77 55,5 371.858,1 1165,5 1165,5 Tabel 1; Overzicht verbruik mobiliteit 01%01% 15% 04% amerplastics arentis ferris fiberstruct syndus group 79% Figuur 7: CO2 uitstoot per werkmaatschappij 12

4.4.6. Zakelijke vliegreizen In 2014 staat voor 69.833 km aan zakelijke vliegreizen geregistreerd, waarvan geen enkele reis boven de 2500 kilometer enkele reis uitkomt. Het grootste gedeelte valt binnen de categorie 700 2500 km enkele reis en een klein deel valt <700 kilometer enkele reis. Categorie Aantal km s Conversiefactor CO2 uitstoot in <700 km 5.231 km 270 g/km 14,12 700 2500 km 64.602 km 200 g/km 129,20 >2500 km 0 km 135 g/km - Figuur 8: Vliegkilometers en gerelateerde CO2 uitstoot Het aantal ton CO2 uitstoot wat gepaard gaat met mobiliteit van de syndus group staat gelijk aan de gemiddelde uitstoot van 152,6 huishoudens (8 ton per huishouden 4 ). Een volwassen Europees loofbos houdt ongeveer 6 ton CO2 per hectare per jaar vast. Dat betekent dat om te compenseren voor de CO2 uitstoot van de syndus group 203.3 hectare volwassen Europees loofbos nodig is. 4.4.7. Papier, afval en water De hoeveelheid bedrijfsafval, hout, papier en metaal is afkomstig uit de jaarrapportages van afvalverwerkingsbedrijf SITA recycling services. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van schrootverwerking. In 2014 is voor het eerst de informatie met betrekking tot het afvoeren van schroot door ferris bekend. Deze is in onderstaand overzicht meegenomen en zorgt bij de vergelijking van de afgelopen jaren voor een flinke stijging in CO2 uitstoot, toe te schrijven aan de afvoer van afval. Conversiefactoren per kilogram afval zijn afkomstig van SITA recycling services. Voor metaal is een conversiefactor gekozen gelijk aan niet-brandbaar bedrijfsafval. De hoeveelheid water is op basis van de jaarafrekening. De conversiefactor voor drinkwater is afkomstig uit de milieubarometer. Het aantal ton CO2 dat gepaard gaat met het afval van de syndus group staat gelijk aan de uitstoot van 46 Nederlandse huishoudens (CO2 markt, 2013). Om deze uitstoot te compenseren is 61,4 hectare volwassen Europees loofbos nodig. ton 4 Bron milieucentraal.nl 13

Syndus group Nederland Afval Aantal Ton CO2 uitstoot Papier 4,66 ton 5,037 Bedrijfsafval 16,68 ton 10,21 Metaal - - Hout (B-kwaliteit) 10,78 ton 2,22 TOTAAL 17,467 Amerplastics Papier 2,92 ton 3,16 Bedrijfsafval 26,12 ton 15,99 Metaal - - Hout - - TOTAAL 19,15 Arentis Papier 4,915 ton 5,31 Bedrijfsafval 18,01 ton 11,02 Metaal - - Hout 10,78 2,20 TOTAAL 18,53 Ferris Papier 0,94 1,02 Bedrijfsafval 8,94 ton 5,47 Metaal 279,80 ton 246,22 Hout - - TOTAAL FERRIS 252,71 TOTAAL SYNDUS 307,86 Papier onbekend Fiberstruct - Bedrijfsafval 135,34 ton 82,82 Slowakije Water 2011,8 m3 0,583 TOTAAL 83,40 FIBERSTRUCT SUB TOTAAL 391,26 Tabel 2; overzicht afval en CO2 uitstoot 3,53% 1,13% 0,15% 32,07% 62,93% Metaal Bedrijfsafval Papier Hout Figuur 9: CO2 uitstoot per afvalstroom 14

4.4.8. Uitzonderingen De conversiefactoren voor gas en elektriciteit zijn afkomstig uit het CO2 prestatieladder handboek. Dit geldt tevens voor de emissies gerelateerd aan benzine en diesel in liters welke zijn geregistreerd door syndus group. Voor 2012 zijn geen concrete gegevens beschikbaar over het gebruik van het materieel van de syndus group. De conversiefactoren met betrekking tot het afval van syndus group zijn afkomstig van SITA recycling services. Voor de aanwezige koelinstallaties bij syndus group wordt ervan uitgegaan dat deze een gesloten circuit vormen. Afgelopen jaren zijn geen koelvloeistoffen bijgevuld en vormen daarom ook geen categorie in de carbon footprint. Verder is er geen sprake van het gebruik van biomassa verbranding voor het opwekken van eigen energie en heeft geen CO2 verwijdering plaatsgevonden. 4.4.9. Onzekerheidsmarge Omdat de emissies voor elektra, gas en afval nauwelijks op basis van jaarafrekening zijn uit te splitsen per werkmaatschappij (2012 2014) en omdat halfjaarlijks een carbon footprint opgesteld gaat worden, is besloten halfjaarlijks de meterstanden te verzamelen en te verwerken. Nu zal een uitsplitsing per werkmaatschappij haalbaar zijn en de verbruikscijfers per bedrijf te onderscheiden. De conversiefactoren met betrekking tot het gas- en elektraverbruik van fiberstruct zijn gelijk gehouden met die van het CO2 prestatieladder handboek, ondanks dat deze productielocatie in Slowakije gelegen is en daardoor geen deel uitmaakt van de Nederlandse infrastructuur. De emissies voor mobiliteit kunnen bij herberekening lager uitvallen aangezien er sprake is van overlap. Een aantal medewerkers maakt namelijk ook privé gebruik van de leaseauto en rijdt hiermee ook woon-werkverkeer. Er wordt geen registratie van privé kilometers bijgehouden. De CO2 emissie van mobiliteit vindt plaats op het aantal getankte liters brandstof. Er zijn buiten de vrachtauto s nauwelijks gegevens verzameld die iets zeggen over afgelegde afstanden. Wanneer afstand en verreden brandstof gecombineerd kunnen worden, dan kan ook gekeken worden hoe zuinig gereden wordt. Wanneer dit bekend is kan ook hier onderbouwde bijsturing op plaatsvinden. De vliegreizen zijn geïnventariseerd per reis en het aantal afgelegde kilometers. Hiervoor is de emissiefactor gekozen van 270 gram CO2 per reizigerskilometer met een afstand van <700km per reis en 200 gram CO2 per kilometer <2.500 km. Zoals in het handboek van de CO2 prestatieladder weergegeven. 15

4.4.10. Totaal overzicht emissies CO2 in ton syndus group CO2 uitstoot in ton Fiberstruct CO2 uitstoot in ton Totaal CO2 uitstoot in ton Percentage Elektra 418,21 196,88 615,09 24,74% Gas 169.32 144,26 313,58 12,62% Mobiliteit 1204,5 116 1165,5 46,89% Afval 285,037 83,40 391,26 15,74% Totaal 1907,75 540,54 2485,43 100% Tabel 3; Totaaloverzicht CO2 emissies in ton 15,74% 24,74% 46,89% Mobiliteit Gas Elektra Afval 12,62% Figuur 10: percentage CO2 emissie per energiestroom Zoals uit bovenstaande figuur en de carbon footprint 2012/2013 opgemaakt kan worden is de categorie mobiliteit verantwoordelijk voor de meeste CO2 uitstoot binnen de syndus group. Een kleine besparing binnen deze categorie betekent verhoudingsgewijs de grootst mogelijke besparing in absolute zin. Mobiliteit is dan ook voor de syndus group de meest logische categorie om in te gaan besparen. Volgens energietrends 2014 is de gemiddelde CO2 uitstoot van een gemiddeld gezin in 2014 6429 kg per jaar. Het aantal ton CO2 uitstoot dat de syndus group uitstoot staat gelijk aan de uitstoot van 387 Nederlandse huishoudens. Om deze CO2 uitstoot te kunnen compenseren is 414 hectare volwassen Europees loofbos nodig. 16

4.4.11. Emissies per scope De genoemde categorieën zijn ingedeeld naar de verschillende scopes om een beeld te krijgen van de verantwoordelijkheid voor de CO2 uitstoot van syndus group volgens de richtlijnen van het GHG protocol. De indeling van de scopes is afgeleid uit het CO2 prestatieladder handboek zoals ook eerder in het rapport is aangegeven. Scope 1 en 2 vallen onder de directe verantwoordelijkheid van syndus group, waar scope 3 ook kan worden toegekend aan externen. Onder scope 1 vallen de emissies die direct gekoppeld zijn aan de panden van syndus group. Scope 2 emissies zijn gekoppeld aan het gebruik van het pand. In het geval van syndus group zijn leaseauto s ondergebracht onder scope 2. Scope 3 betreft het geproduceerde afval en het woon-werkverkeer van syndus group. 4.4.12. Verdeling CO2 emissies per scope CO2 uitstoot in ton Scope 1: totaal 1369,38 CO2 uitstoot n.a.v. brandstofverbruik Oppeneer en fiberstruct 1055,8 CO2 uitstoot n.a.v. aardgasverbruik 313,58 Scope 2: totaal 689,04 CO2 uitstoot n.a.v. brandstofverbruik leasemaatschappijen 92,15 CO2 uitstoot n.a.v. elektraverbruik: 615,09 Scope 3: totaal 408,81 CO2 uitstoot n.a.v. brandstofverbruik leasemaatschappij 17,55 CO2 uitstoot n.a.v. afvalverwerking: 391,26 Figuur 11: CO 2 uitstoot per scope 4.4.13. Percentage CO2 emissie per scope syndus group Percentage Scope ton CO2 1 1369,38 55,09% 2 689,04 27,72% 3 408,81 16,45% Totaal 2485,43 17

16,45% 27,72% 55,09% Scope 1 Scope 2 Scope 3 Figuur 12: Verdeling percentage CO2 uitstoot per scope 18

5. Vergelijking voorgaande jaren Om een meerjaarlijkse vergelijking te kunnen maken wordt in 2012 2014 in het eerste kwartaal van het nieuwe boekjaar de carbon footprint van het voorgaande jaar berekend en vergeleken met eerdere gegevens. Het streven is om CO2 emissies te gaan reduceren, waardoor syndus group duurzaamheid kracht bij kan zetten. 5.1. Elektra en gas Een vergelijking van de footprints 2012 en 2013 laat zien dat ondanks energiebesparende maatregelen toch een stijging CO2 uitstoot gerelateerd aan elektraverbruik te constateren valt. Een mogelijke verklaring hiervoor is de groei van het bedrijf. In 2014 is een behoorlijke daling te constateren ondanks een nog aanhoudende groei binnen het bedrijf. Zowel syndus group als fiberstruct laat een daling zien in 2014 in CO2 uitstoot als gevolg van elektraverbruik. Fiberstruct daalt zelfs onder het niveau zoals berekend in 2012. Syndus group blijft in 2014 tussen het niveau van 2012 en 2013 in zitten. Figuur 13: CO2 emissies n.a.v. elektraverbruik Het aardgasverbruik zet tussen 2012 en 2013 een daling in en houdt deze vast tussen 2013 en 2014, zowel binnen de syndus group als bij fiberstruct. In absolute getallen, aantallen m3 gasverbruik daalt aanzienlijk. Pas wanneer we deze gaan corrigeren met het aantal gewogen graaddagen zien we een aanzienlijke stijging ontstaan in 2014 ten opzichte van 2012 en 2013. 19

Figuur 14: CO2 emissies n.a.v. gasverbruik 5.2. Mobiliteit In onderstaande tabel is de uitstoot gerelateerd aan mobiliteit vergeleken met voorgaande jaren. 2012 2013 2014 Woon-werk 68,9 n.v.t. n.v.t. Ton CO2 Vliegreizen 9,1 11,3 18,2 Ton CO2 Wagenpark 6,9 13,3 12,2 Ton CO2 Verbruikte 370,1 1298,9 1165,5 Ton CO2 brandstof Totaal 455,0 1323,2 1195,9 Ton CO2 Tabel 4: Vergelijking uitstoot mobiliteit uitgedrukt in ton CO2 Zakelijk vliegverkeer binnen de syndus group is beperkt, toch zien we in de afgelopen drie jaar een verdubbeling in de CO2 uitstoot afkomstig van zakelijk vliegverkeer. De emissies berekend over het aantal liters brandstof is aanzienlijk gestegen. In 2012 vond de registratie nog plaats op basis van een combinatie van km s en liters, in 2013 en 2014 is dit volledig gebaseerd op liters getankte brandstof. 20

5.3. Afval Het grootste aandeel CO2 uitstoot zit in het afvoeren van schroot. Dit gebeurt voornamelijk door ferris. In eerdere footprints is deze afvalstroom niet meegenomen in de overzichten. We zien in deze afvalstroom een grote verscheidenheid per jaar. Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met de nauwkeurigheid van meten. In onderstaand overzicht zijn de gegevens over het afvoeren van schroot opnieuw bekeken en gecorrigeerd ten opzichte van 2012 en 2013. Ook bij de afvoer van restafval is te zien dat er in 2014 een grote sprong in uitstoot is gemaakt. Ook hier ligt de oorzaak waarschijnlijk in de aanvoer van informatie. Het afvoeren van papier, water en hout wat een klein deel van de CO2 uitstoot veroorzaakt blijft wel enigszins gelijk. Figuur 15: ton CO2 uitstoot per afvalstroom 21

6. Reductiemogelijkheden Om te komen tot een reductie van de carbon footprint en verdere verduurzaming van de organisatie worden hieronder enkele punten belicht. 6.1. Betrokkenheid werknemers Om voldoende draagvlak binnen de organisatie te creëren is het van belang om werknemers verder te betrekken bij het energie en CO2 reductiebeleid van syndus group. Deze betrokkenheid werkt vervolgens twee kanten op; indien er meer draagvlak is voor duurzaam beleid binnen de organisatie is de slagingskans vele malen hoger. Daarnaast zal de werknemer ook beter bewust zijn van zijn/haar eigen handelen en kan daarmee ook individuele bijdragen leveren aan een duurzamere organisatie en maatschappij. Om de betrokkenheid van medewerkers te vergroten zal syndus group actief en consequent medewerkers informeren over duurzame stappen die gemaakt zijn en zullen worden gemaakt. Samen met alle medewerkers zal syndus group hiermee kunnen werken aan duurzame doelstellingen. Aandacht voor dit onderwerp zal worden geschonken volgens de communicatie momenten/middelen vastgelegd in het communicatieplan. 6.2. Vermindering afval- en papierverbruik Momenteel worden er diverse afvalstromen afgevoerd bij de verschillende vestigingen van syndus group. Er kan overwogen worden met de afvalverwerker af te stemmen minder transport bewegingen te realiseren of extra afvalfracties gescheiden kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is het scheiden van plastic. Verdere reducties zijn te behalen door verdere digitalisering en het instellen van een printbeleid. Dit betekent dat er gewerkt zal worden aan het elektronisch afhandelen van bestellingen en wordt e-mail verkeer verder gestimuleerd voor communicatie met derden. 6.3. Energiebesparing Op het gebied van energiebesparing zijn er grote stappen gezet in 2014. Medio 2011/2012 is een groot deel van de verlichting vervangen voor energiezuinige T5 verlichting, hierdoor werd al een aanzienlijke energiereductie gerealiseerd. In 2014 werd de nieuwe werkplaats van arentis geopend. Dit pand, wat een combinatie vormt tussen kantoorruimte en een moderne garage die voldoet aan de huidige stand der techniek, is voorzien van uiteenlopende technische en bouwkundige hulpmiddelen die energie reductie moeten bevorderen en CO2 uitstoot moeten tegengaan. 22

Niet onbelangrijk is het zoeken naar partners om energiereductie te realiseren. Syndus group heeft zich aangesloten bij een samenwerkingsinitiatief duurzameleverancier.nl. Op deze website kunnen wij onze verbruikscijfers bij houden. Tevens organiseert duurzameleverancier.nl bijeenkomsten die in het teken staan van energiereductie. Er is voor gekozen aan te sluiten en te participeren aan een samenwerkingsverband wat energiereductie bij exceptioneel transport probeert te verwezenlijken. Vanuit de directie wordt ook gekeken naar andere energiebesparende maatregelen of samenwerkingsverbanden. Vooral gericht op het terugdringen van brandstofverbruik, aangezien dit de hoofd veroorzaker van CO2 uitstoot is binnen syndus group. 6.4. Energie inkoop Op dit moment wordt door syndus group grijze stroom afgenomen voor haar vestigingen. Wanneer het lopende contract afloopt kan weer gekeken worden of groene stroom zal worden ingekocht en daarmee de carbon footprint kan worden verkleind. Wanneer groene stroom wordt afgenomen op basis van wind- en waterkracht resulteert dit in een reductie van CO2 uitstoot voor elektra van ruim 96% en voor zonne- energie en stortgas ruim 82%. De elektriciteit afkomstig uit biomassa wordt beschouwd als grijze stroom tenzij de leverancier een gedegen uitstootberekening kan overhandigen. Met behulp van de Garanties van Oorsprong (GvO) kan bij de leverancier bepaald worden welke energiebronnen kunnen worden afgenomen. Syndus group heeft de mogelijkheid via de energieleverancier niet alleen groene stroom, maar ook gecertificeerd groen gas af te gaan nemen. Dit gas is afkomstig uit biomassa centrales en komt voort uit stortgas. Afname van 1 m3 in vergelijking met 1m3 aardgas resulteert in een afname van 1825 / 400 g CO2 of 78,09% CO2 uitstoot uit gas verbruik. 23

6.5. Zelfvoorzienend In 2010 heeft syndus group 30 zonnepanelen geplaatst op het dak van de werkplaats (ferris) aan de Mr. F.J. Haarmanweg, met een jaarlijkse opbrengst van 6.800 kwh. In de zomer van 2014 zijn Figuur 16; bovenaanzicht nieuwbouw IW34 nog eens 125 zonnepanelen geplaatst op de nieuwbouw van Industrieweg 34 te Terneuzen. Deze met een totale jaaropbrengst van 28.700 kwh. In totaal wordt er 16,2 ton CO2 uitstoot per jaar voorkomen door beide installaties. Verder maakt syndus group gebruik van waterbesparende installaties. Zo wordt een grijswater circuit gebruikt om de hogedrukreiniger te voeden bij arentis. Het regenwater wordt opgevangen en naar schatting wordt dagelijks 4.000 a 5.000 liter water gebruikt voor het reinigen van machines. Uitgaande van een verbruik van 1.250 liter per uur voor de hogedrukreiniger en een gebruik van 3 tot 4 uur per dag voor de gehele installatie wordt slechts een klein deel leidingwater toegevoegd. Figuur 17; luchtfoto nieuwbouw IW 34 6.6. Rijgedrag en mobiliteit Zoals duidelijk naar voren komt in deze carbon footprint is de energiestroom mobiliteit één van aanzienlijke omvang binnen de syndus group. Het brandstofgebruik wat gepaard gaat met mobiliteit heeft voor een groot gedeelte te maken met rijgedrag en hoe ritten worden gepland. Elke kilometer die niet wordt gereden levert besparing op. Maar ook de manier waarop noodzakelijke kilometers worden gereden kan een besparing opleveren. Zo wordt gedacht over trainingsprogramma s zoals slimrijden advies waarbij monitoring van rijgedrag in combinatie met een training een besparing van brandstof en ook CO2 uitstoot moet opleveren. Het bewust 24

maken van het belang van de banden op spanning te houden is ook een maatregel die brandstofbesparing oplevert. Er zijn contacten gelegd met de organisatie van band op spanning en er is nagedacht over het plaatsen van een slimme meter die bandenspanning en besparing inzichtelijk maakt. Besparingen van 5 tot 10% zouden volgens verschillende aanbieders, slim rijden en band op spanning, geen uitzondering moeten zijn. Door de inkoop van energiezuinige auto s wordt een deel van de besparing al bij de bron verwezenlijkt. Bij de inkoop / lease van bedrijfswagens wordt dit aspect meegenomen. In samenwerking met de leasemaatschappijen kan er ook voor gekozen worden het wagenpark te analyseren. Dit kan gekoppeld worden aan een energielabel en gemiddeld verbruik per kilometer. Hiervoor kunnen per brandstof vervolgens de volgende doelstellingen worden opgesteld. Deze uitkomsten kunnen worden vergeleken met de gemiddelde fabrieksgegevens en landelijke gemiddelden. Het invoeren van elektrische wagens is tot nu toe in praktische zin nog niet haalbaar vanwege factoren als kosten en baten; actieradius; flexibiliteit van het vervoersmiddel. Wel is voor het nieuwe pand aan de Industrieweg inmiddels een laadstation gerealiseerd voor elektrisch aangedreven wagens. Uiteraard is elektrisch rijden niet de enige oplossing voor het reduceren van CO2 uitstoot. Ook het rijden van LPG auto s kan een aanzienlijke besparing opleveren in de uitstoot van CO2. 6.7. Reduceren restafval metaal Als afvalstroom is die van metaal de belangrijkste. Wanneer hierin reductie kan worden aangebracht betekent dit de grootste winst op het gebied van CO2 uitstoot. Momenteel wordt hier al aandacht aan besteed, door bijvoorbeeld uit plaatmateriaal zo veel mogelijk bruikbaar materiaal te snijden, zodat er zo weinig mogelijk restmateriaal overblijft. Onderzoek naar verdere maatregelen kan zeker de moeite waard zijn in het kader van CO2 reductie. 6.8. Compensatie Het reduceren van CO2 uitstoot is ontzettend belangrijk, maar op korte termijn CO2 neutraal opereren is een utopie. Toch is het mogelijk te compenseren voor de uitgestoten CO2. Compenseren houdt in dat de organisatie een dusdanig bedrag investeert in duurzame energie 25